Leerlingenstatuut. Inhoud. A. Algemene bepalingen

Transcriptie

1 Leerlingenstatuut Inhoud A. Algemene bepalingen artikel 1 Betekenis artikel 2 Begrippen artikel 3 Procedure artikel 4 Toepassing artikel 5 Publicatie B. Regels over het onderwijs artikel 6 Het geven van onderwijs door docenten artikel 7 Het volgen van onderwijs door leerlingen artikel 8 Huiswerk artikel 9 Toetsing artikel 10 Het geven van cijfers en niveaubepaling artikel 11 Toelating C. Regels over leef- en werkomgeving artikel 12 Vrijheid van meningsuiting artikel 13 Vrijheid van uiterlijk artikel 14 Leerlingenregistratie artikel 15 Ongewenste intimiteiten artikel 16 Orderegels artikel 17 Schade artikel 18 Beroepsmogelijkheden artikel 19 Slotbepaling A. Algemene bepalingen

2 1. Betekenis 1.1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen. 2 Begrippen 2.1 In dit statuut wordt bedoeld met: school: Antoon Schellenscollege. leerlingen: alle leerlingen die op Antoon Schellenscollege staan ingeschreven. ouders: ouders, voogden en verzorgers personeel: iedereen die middels een arbeidsovereenkomst aan de school is verbonden. docenten: personeelsleden(m/v) met een onderwijsgevende taak. mentor/coach: docent, verantwoordelijk voor de begeleiding van een groep leerlingen gedurende het schooljaar. leerjaarcoördinator: functionaris die verantwoordelijk is voor de gang van zaken van een leerjaar. zorgcoördinator : functionaris, verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen. zorgconsulent: ondersteuner primair proces, als maatschappelijk werkende, remedial teacher, dyslexiecoach leerlingenbespreking: de vergadering van docenten die lesgeven aan de betreffende leerling en andere betrokkenen. De voorzitter van de leerlingenbespreking is de leerjaarcoördinator. medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van de school, als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs. deelraad: klankbordgroep; bestaande uit vertegenwoordigers van medewerkers en ouders, vestigingsdirecteur is toehoorder. vestigingsdirecteur: directeur van Antoon Schellenscollege. adjunct directeur: teamleider van Antoon Schellenscollege. managementteam: vestigingsdirecteur, adjunct-directeur, twee leerjaarcoördinatoren. schoolleiding: vestigingsdirecteur en adjunct directeur eindverantwoordelijke directeur: algemeen directeur van Scholengroep Het Plein 3 Procedure 3.1 Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het MT en ter advisering respectievelijk ter instemming voorgelegd aan de geleding personeel, respectievelijk de geleding ouders in de Deelraad. 3.2 Wijzigingen kunnen te allen tijde voorgelegd worden aan het MT. 4 Toepassing 4.1 Het leerlingenstatuut is bindend voor leerlingen, personeel, schoolleiding en ouders. 5 Publicatie 5.1 Bij hun toelating krijgen de leerlingen het leerlingenstatuut en de school- en gedragsregels. Dit wordt door de mentor aan het begin van het schooljaar besproken. 5.2 Het leerlingenstatuut is beschikbaar op de website van de school.

3 B. Regels over het onderwijs 6. Het geven van onderwijs door docenten 6.1 De docenten zijn verantwoordelijk voor het onderwijsproces. Het gaat hierbij onder andere om zaken als: aandacht voor het functioneren/welbevinden van de leerlingen; zich correct gedragen tegenover de leerlingen; zich houden aan de lestijden en tijdig aanwezig zijn; zorg dragen voor een spreiding van de te behandelen lesstof; het voorbereiden van de lessen en het geven van uitleg; het kiezen van schoolboeken en andere informatiebronnen; het stimuleren van een goede werksfeer; correct bijhouden van Magister en Docgenerator. 6.2 Als een docent naar het oordeel leerling(en) zijn/haar taak niet op een behoorlijke wijze vervult, kan dit besproken worden met de betrokken docent, eventueel met tussenkomst van de mentor/coach en/of leerjaarcoördinator. Indien nodig wordt de schoolleiding erbij betrokken. 6.3 De schoolleiding geeft binnen tien schooldagen de leerling(en) een reactie op de melding. 7 Het volgen van onderwijs door leerlingen 7.1 Leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor het onderwijsproces. Zij spannen zich in om het geven van goed onderwijs mogelijk te maken. Hierbij gaat het om zaken als: elkaar respecteren en rekening houden met anderen; op tijd in de les aanwezig zijn; de lessen niet verstoren; actief bij de les betrokken; de les voorbereiden; de behandelde stof bijhouden; huiswerk maken/leren; het bij zich hebben van de benodigdheden zoals boeken, schriften, agenda en schrijfgerei volgens de afspraken. 7.2 De leerlingen dragen er zorg voor dat zij voor aanvang van het schooljaar in het bezit zijn van de door de school verplicht gestelde boeken, overige leer- en hulpmiddelen en (gym) kleding. 7.3 Een leerling die zich niet aan de gestelde regels houdt, wordt door de docent ter verantwoording geroepen. 7.5 Als een leerling uit de les wordt verwijderd, moet hij/zij zich melden bij de receptie met een "rode kaart. De receptionist wijst de leerling door naar de binnentuin. Daar wordt de zaak verder afgewerkt. De betreffende docent wordt er bij betrokken en eventueel de mentor, leerjaarcoördinator, zorgcoördinator en ouders. 8 Huiswerk 8.1 De leerlingen hebben de plicht het aan hen opgegeven huiswerk te maken en te leren. 8.2 De docenten dragen er zorg voor dat het te maken en te leren huiswerk op een duidelijke wijze onder de aandacht van de leerlingen wordt gebracht. Het huiswerk wordt genoteerd in Magister. Magister is leidend.

4 8.3 De leerling die niet in de gelegenheid is geweest het opgegeven (huis)werk te maken of te leren, meldt dit in het O-uur bij de mentor/coach en volgt diens richtlijnen op. De ouders stellen de docent of mentor op de hoogte als dochter/zoon het huiswerk niet heeft gemaakt of geleerd. 8.4 Als een leerling het (huis)werk niet heeft gemaakt/geleerd, kan de docent maatregelen nemen. In de meeste gevallen zal dit bestaan uit het inhalen van de achterstand aan het einde van de dag. 8.5 (Huis)werk telt mee voor een notatie op het rapport en/of rapportcijfer. 9 Toetsing 9.1 Met uitzondering van toetsen waarvoor geen kennis van specifieke leerstof wordt vereist, worden datum en inhoud van toetsen minstens drie dagen van tevoren opgegeven. Voor grotere proefwerken geldt een termijn van één week. 9.2 De docenten streven ernaar dat er maximaal drie leerwerken per dag gegeven worden, waarvan maximaal twee proefwerken. Uitgezonderd indien men gebruik maakt van het recht op herkansing. 9.3 Een toets mag alleen de behandelde lesstof bevatten. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en de toets. 9.4 Als door ziekte van een docent een opgegeven toets vervalt, wordt deze toets doorgeschoven naar de eerstvolgende les, tenzij anders geregeld. 9.5 Wanneer een proefwerk moet worden uitgesteld en opnieuw gepland, dan gebeurt dit in overleg met de klas met dien verstande dat er geen termijn van drie dagen in acht genomen hoeft te worden. 9.6 De docent moet een toets binnen tien schooldagen nakijken en de cijfers bekend maken, behoudens overmacht. 9.7 De docent noteert binnen tien schooldagen de gegevens (cijfer/weging/leerstof) in Magister. 9.8 Voor de beoordeling van werkstukken, verslagen, boekbesprekingen, geldt een termijn van vijftien schooldagen. 9.9 Een proefwerk moet worden nabesproken. De weging van de onderdelen wordt daarbij toegelicht De leerling die het niet eens is met de beoordeling van een toets neemt contact op met de docent en motiveert zijn standpunt De leerling die bij afname van een toets wettig afwezig is geweest, heeft het recht alsnog getoetst te worden De leerling neemt zo spoedig mogelijk contact op met de betreffende docent om de niet gemaakte toets in te halen. De betreffende docent blijft verantwoordelijk Bij fraude en/of bij onwettige afwezigheid stelt de betreffende docent de sanctie vast De sanctie van het (op heterdaad) betrapt worden op fraude, in welke vorm dan ook, wordt bestraft met het cijfer 1,0. 10 Het geven van cijfers en niveaubepaling 10.1 De school brengt drie keer per jaar verslag uit aan de ouders over de vorderingen van de leerlingen Het rapport bevat per vak het gemiddelde van de in die periode behaalde cijfers en een kwalificatie van de inzet / huiswerkhouding in die periode Een rapportcijfer is gebaseerd op proefwerken (pw) en overhoringen (so). Ook huiswerkopdrachten kunnen onderdeel uitmaken van het rapportcijfer De docenten geven op de rapporten geen cijfers lager dan een 4. Ouders worden op de hoogte gebracht van de reële cijfers De leerling heeft de verantwoordelijkheid zelf zijn/ haar cijfers bij te houden en te

5 volgen Het verschil tussen rapportpunten op opeenvolgende rapporten mag in principe niet meer dan twee punten bedragen (zowel omhoog als omlaag) De docenten geven bij het tweede rapport in leerjaar 1 een voorlopig advies doorstroom; in leerjaar 2 bij het eerste rapport een voorlopig advies uitstroom en bij het tweede rapport een definitief advies uitstroom. 11 Toelating 11.1 De toelating tot de school geschiedt door de toelatingscommissie De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie aan (aangemelde) leerlingen en ouders over de procedure van de toelating. De informatie is ook te vinden op de website. C. Regels over leef- en werkomgeving 12 Vrijheid van meningsuiting 12.1 Een leerling heeft vrijheid van meningsuiting. Beledigingen, smaad, discrimineerde opmerkingen alsmede vulgaire taal zijn niet toegestaan. Wie ten aanzien van het voorgaande artikel onrecht wordt aangedaan, kan zich wenden tot de leerjaarcoördinator. 13 Vrijheid van uiterlijk 13.1 Antoon Schellenscollege stelt normale eisen stelt aan hygiëne en uiterlijk Een leerling heeft recht op vrijheid van uiterlijk mits dit niet anderen onnodig kwetst 13.3 De schoolleiding behoudt zich het recht voor om bepaalde kleding te verbieden. Hieromtrent vindt altijd overleg plaats met de ouders. 14 Leerlingenregistratie 14.1 Gegevens van leerlingen worden opgenomen in het leerlingenregister Magister De ouders van de leerling kunnen inzage krijgen in de cijfers, het huiswerk en de aanwezigheidsregistratie gegevens van hun zoon/dochter in Magister In geval van echtscheidingen of vergelijkbare situaties is de school gerechtigd contact te onderhouden met beide ouders, tenzij de ouder krachtens gerechtelijke beslissing expliciet van dat contact is uitgesloten. 15 Ongewenste intimiteiten 15.1 Mocht een leerling te maken krijgen met ongewenst gedrag c.q. ongewenste intimiteiten dan kan hij/zij zich melden bij een van de vertrouwenspersonen van de school of de vertrouwensinspecteur. De namen zijn vermeld in de schoolgids. Tevens wordt in dit verband gewezen naar de `regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie en geweld' zoals vastgesteld door OMO. 16 Orderegels 16.1 De leerling is verplicht zich te houden aan de orderegels die in de 'School- en gedragsregels' staan vermeld Indien de leerling zich niet aan de regels houdt, kan de school, afhankelijk van de ernst van de overtreding, al dan niet vergaande maatregelen nemen In geval van schorsing worden de ouders schriftelijk door de schoolleiding op de hoogte gesteld Tegen een voornemen tot verwijdering is verweer mogelijk bij de eindverantwoordelijke directeur. Indien de eindverantwoordelijke directeur besluit tot

6 verwijdering kan een verzoek tot herziening worden ingediend. De inspectie en de leerplichtambtenaar worden hiervan in kennis gesteld. (zie Procedure schorsing en verwijdering ) 17 Schade 17.1 De ouders en leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de schaderegelingen die vermeld zijn op de website. 18 Beroepsmogelijkheden 18.1 De leerling heeft het recht in beroep te gaan bij de schoolleiding tegen een beslissing van een personeelslid(docent). Dit beroep is echter pas mogelijk indien de leerling de gewone wegen heeft bewandeld om het probleem aan de orde te stellen en dit niet tot een resultaat heeft geleid. Zie artikel 6.2 en Onder de gewone weg wordt verstaan, dat eerst een oplossing wordt gezocht met de betreffende docent, daarna wordt de mentor-coach ingeschakeld, vervolgens de leerjaarcoördinator/ coördinator leerlingenzorg en uiteindelijk kan een beroep gedaan worden op de schoolleiding Ouders en leerlingen hebben verder beroepsmogelijkheden in geval van verwijdering van school. Details met betrekking tot die mogelijkheid staan vermeld op de website. ( Procedure schorsing en verwijdering ) 19 Slotbepaling 19.1 In gevallen waarbij dit statuut niet voorziet, beslist de schoolleiding na advies ingewonnen te hebben bij de eindverantwoordelijke directeur.