Flexibilisering van het BV-Recht! Echt zó flexibel?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Flexibilisering van het BV-Recht! Echt zó flexibel?"

Transcriptie

1 Flexibilisering van het BV-Recht! Echt zó flexibel? Gaat de positie van de crediteur van de BV erop vooruit bij de invoering van het nieuwe artikel 2:216 BW? Naam: Adly E. Adly Adres: Telnr.: Studentennummer: Begeleider: de heer H. Vetter Module: Scriptie Master Privaat Recht Datum: augustus 2012

2 Voorwoord Voor u ligt het onderzoek inzake het nieuwe artikel van 2:216 BW naar aanleiding van het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-recht. Dit onderzoek zal de (toekomstige) positie van de crediteur in kaart brengen. Thans is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer aangenomen en de wetten treden per 1 oktober in. Deze scriptie is onderdeel van de afstudeerperiode ter afsluiting van mijn Master Privaatrecht aan de Universiteit van Amsterdam te Amsterdam. Ik hoop dat men deze scriptie met veel belangstelling zal lezen. Adly E. Adly Dordrecht, augustus

3 Inhoudsopgave Afkortingen 4 Samenvatting 5 Hoofdstuk 1: Inleiding Introductie Aanleiding Probleemstelling Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2: Dividendregeling onder het huidige recht Inleiding De balanstest Aandeelhouder Aansprakelijkheid Bestuurder Aansprakelijkheid Onbehoorlijke taakvervulling (art. 2:9 BW) Kennelijk onbehoorlijk bestuur (art. 2:248 BW) Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) Tussenconclusie 12 Hoofdstuk 3: Dividendregeling onder het nieuwe recht Inleiding De uitkeringstest Aandeelhouder Aansprakelijkheid Faillissementspauliana (42 Fw.) Bestuurder Aansprakelijkheid Verhouding art 2:9 BW, 2:248 BW en 6:162BW Dé tournure van de wetgever Kritiek op de tournure van de wetgever Back to the future?! Tussenconclusie 22 2

4 Hoofdstuk 4: De accountant in de Flex BV Inleiding De bepalingen omtrent de omvang van de dividenduitkering De risico s van de accountant 25 Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen 28 Hoofdstuk 6: Literatuurlijst 29 3

5 Afkortingen art. AVA BV BW CV EU EZ Fw. Artikel(en) Algemene Vergadering van Aandeelhouders Besloten Vennootschap Burgerlijk Wetboek Commanditaire Vennootschap (eventueel zonder Rechtspersoonlijkheid) Europese Unie Economische Zaken Faillissementswet Flex BV De flexibele BV, zoals die geldt op 1 oktober 2012 Hnw HR HvJ Invoeringswet Flex-BV jo. KvK LJN MvA MvJ MvT nr. NV RvC VOF WvK Wetsvoorstel Flex BV Handelsnaamwet Hoge Raad Hof van Justitie Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht Juncto Kamer van Koophandel Uitsprakendatabank van rechtspraak.nl Memorie van Antwoord Ministerie van Justitie Memorie van Toelichting Nummer(s) Naamloze Vennootschap Raad van Commissarissen Vennootschap Onder Firma Wetboek van Koophandel Wetsvoorstel Wet vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-recht 4

6 Samenvatting Op het moment dat de BV in 1972 werd geïntroduceerd, was het grotendeels een vereenvoudigde kopie van de Naamloze Vennootschap (hierna: NV). Vandaag de dag is de BV een veel gebruikte rechtsvorm. Veel startende ondernemers kiezen voor de BV vanwege de vele fiscale voordelen en de beperking van aansprakelijkheid. Veel bepalingen 1 zijn destijds niet voor niets in het leven geroepen. Veel van deze bepalingen zijn namelijk opgenomen voor bijvoorbeeld de bescherming van crediteuren. Uit onderzoek is gebleken dat de laatste jaren steeds meer signalen zijn gekomen dat het BV recht niet aantrekkelijk genoeg meer is door zogenoemde onnodige belemmerende bepalingen. 2 Om deze redenen heeft de wetgever het wetsvoorstel: Vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-recht ingediend, die op 1 oktober 2012 als wet in werking treedt (hierna: Flex BV). Een belangrijk onderdeel van de herziening van het BV-recht is de afschaffing van het minimum kapitaalvereiste. Daarom verlaat de Flex BV de aan het huidige BV-recht ten grondslag liggende gedachte dat het kapitaal ter bescherming dient van de vennootschapscrediteuren. De bescherming van de vennootschapscrediteuren wordt op een andere wijze vormgegeven. Volgens de Flex BV mag de vennootschap overgaan tot een uitkering, indien het bestuur heeft geoordeeld dat de uitkering geoorloofd is. Het bestuur weigert slechts de goedkeuring van een uitkering indien het bestuur weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Indien na een goedkeuring blijkt dat de vennootschap na de uitkering niet aan haar verplichtingen kan voldoen, zullen de bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, mits de bestuurders ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de uitkering ongeoorloofd is. Volgens de Flex BV dient het bestuur de dividenduitkering goed te keuren aan de hand van een uitkeringstest. De uitkeringstest is complex. Vanwege de complexiteit van de uitkeringstest zal het bestuur een deskundige, zoals een accountant, bij deze test te hulp roepen. In hoever is de accountant mede verantwoordelijk voor de gevolgen (lees: aansprakelijkheid) van deze uitkeringstest? 1 Bijvoorbeeld de afschaffing van het minimumkapitaal, het loslaten van de blokkeringsregeling en onder andere het schrappen van de zogenaamde nachgründung. 2 M.L. Lennarts en J.N. Schutte-Veenstra, Versoepeling van het BV-kapitaalbeschermingsrecht, Rapport van de expertgroep ingesteld door de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Den Haag, 31 maart

7 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Introductie Hoe maken we Europa de meest concurrerende markt ter wereld in 2010? Hoe geven we optimaal vorm aan de vrijheid van vestiging van vennootschappen? En hoe komen we af van de strikte regelgeving rondom de besloten vennootschappen, zodat het ondernemingsklimaat in Nederland aantrekkelijk blijft of aantrekkelijker wordt? Deze vragen hebben onder andere geleid tot het wetsvoorstel betreffende de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: Flex BV) dat ingediend is bij de Tweede Kamer op 31 mei De kern van dit wetsvoorstel is dat ondernemers een grotere vrijheid krijgen bij de juridische inrichting van een BV. Daarnaast zal de Flex BV bij de ondernemers het een en ander moeten vereenvoudigen en flexibiliseren. De nieuwe wetswijziging houdt een radicale wijziging in voor zowel bestaande BV s als voor nieuw op te richten BV s. Het traject tot aanpassing van het BV-recht is sedert 2003 in gang gezet door de betrokken ministeries. Het is begonnen bij het aanstellen van een Expertgroep bestaande uit gezaghebbende juristen uit de wetenschap en de praktijk, die tot taak kreeg aanbevelingen te doen met betrekking tot knelpunten en lacunes in het BV-recht zoals deze in de praktijk en de literatuur worden gesignaleerd. De initiatieven hebben geleid tot een aantal wetsvoorstellen met ingrijpende invloed op het BV-recht. De Flex BV vloeit voort uit twee wetsvoorstellen: de Wet tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht 4 (hierna: Flex BV) en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht 5 (hierna: Invoeringswet Flex BV). Thans zijn op 12 juni 2012 door de Eerste Kamer deze wetsvoorstellen tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht aangenomen. De wetten zullen op 1 oktober 2012 in werking treden Aanleiding Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat het verplichte minimumkapitaal van wordt afgeschaft. De wetgever heeft dit in 1972 ingevoerd, om zekerheid te bieden aan de crediteuren. Het wetsvoorstel verlaat dus de oude grondslag, dat dit minimumkapitaal ter bescherming dient voor de crediteuren. Het uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat de kapitaalbescherming wordt vervangen door een systeem dat uitgaat van aansprakelijkheid van de betrokken personen (in het bijzonder bestuurders), indien door het verwijtbaar handelen van die personen de rechten van crediteuren van de vennootschap worden aangetast 7 3 D. Stubbé, De flexibele BV: een kijkje in de keuken van de wetgever, Ars Aequi, januari 2008, p Kamerstuk Kamerstuk Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden nr Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 3 (MvT), p

8 1.3 Probleemstelling Onderzoekvraag Een fundamentele wijziging van het wetsvoorstel bevat artikel 2:216 BW, inzake de winstvaststelling en uitkeringen van dividend aan aandeelhouders bij de BV. In deze scriptie zal ik behandelen op welke wijze de regeling inzake dividend uitkeringen wordt gewijzigd en of dit wenselijk is. Ik zal dit doen aan de hand van de volgende onderzoekvraag: Gaat de positie van de crediteur van de BV erop vooruit bij de invoering van het nieuwe artikel 2:216BW? Naast deze onderzoekvraag heb ik ook enkele deelvragen opgesteld die ik wil onderzoeken. Deze deelvragen zijn bedoeld om het nieuwe art. 2:216 BW zo compleet mogelijk te onderzoeken en de wijzigingen in kaart te brengen. Deelvragen 1. Hoe wordt de crediteurenbescherming geboden bij de Flex BV? 2. Welke wijzigingen worden geïmplementeerd omtrent de dividenduitkering ten aanzien van het bestuur en de aandeelhouders in de Flex BV? 3. In hoeverre kan een accountant behulpzaam zijn bij de uitvoering van de zogenaamde uitkeringstest door het bestuur van de BV? 1.4 Leeswijzer Zoals de titel aangeeft, zal ik mij in deze bijdrage beperken tot de voorgestelde regels met betrekking tot uitkeringen aan aandeelhouders. In hoofdstuk 2 zal ik de huidige dividendregeling in kaart brengen. Hoofdstuk 3 behandelt de nieuwe dividendregeling. Verder wordt in hoofdstuk 4 de rol van de accountant in kaart gebracht. In hoofdstuk 5 is mijn conclusie weergegeven. Ten slotte staat in hoofdstuk 6 de literatuurlijst. 7

9 Hoofdstuk 2: Dividendregeling onder het huidige recht 2.1 Inleiding In art. 2:216 lid 2 BW wordt nu bepaald beneden welk minimum het eigen vermogen van de BV niet mag dalen door het doen van uitkeringen aan aandeelhouders. Het eigen vermogen dient te allen tijde zodoende ook na de dividenduitkering groter te zijn dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of statuten moeten worden aangehouden. Dit wordt beschouwd als de kernregel van het kapitaalbeschermingsrecht. Kern van de regeling is dat, nadat de uitkeringen aan de aandeelhouders zijn verricht, het minimumkapitaal onaangetast blijft teneinde de crediteuren te kunnen voldoen (kapitaalbeschermingsrecht). Door het uitkeren van dividend mag dus het kapitaal dat dient als waarborg voor de crediteuren niet worden aangetast. Met andere woorden, door de dividenduitkeringen mag het eigen vermogen niet lager zakken dan tot het bedrag van het gestorte en opgevraagde kapitaal en de wettelijke en statutaire reserves. Dit zogenoemde gebonden vermogen mag niet worden aangetast door de winstuitkeringen. Derhalve mogen dividenduitkeringen alleen plaatsvinden uit de winst of uit de vrije reserves. 8 Bij (dividend)uitkeringen komt de volgende vraag op: wie moet het risico dragen indien blijkt dat de vennootschap na een uitkering haar verplichtingen niet meer kan nakomen? Onder het huidig recht zal deze vraag verschillend worden beantwoord. Trekt bijvoorbeeld een aandeelhouder zich bij een uitkering de positie van de crediteuren onvoldoende aan, dan kan dit betekenen dat de aandeelhouder aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad. In paragraaf zijn de aansprakelijkheidsnormen van diverse arresten in kaart gebracht. Voorts kan bij een faillissement de curator onder omstandigheden een uitkering die binnen één jaar voor de faillissementsverklaring is uitgekeerd, bij de aandeelhouders en het bestuur terug vorderen. In dit geval doet de curator dat op grond van art. 42 Faillissementswet (zie par inzake de faillissementspauliana). Ook een bestuurder die meewerkt aan een dividenduitkering kan zijn taak onbehoorlijk vervullen en daardoor op grond van art. 2:248 hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld (zie hiervoor par ) De balanstest Uit het voorgaande blijkt dat art. 2:216 lid 2 BW het in beginsel vrij eenvoudig maakt om te bepalen wat er kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders en welk deel van het eigen vermogen achter dient te blijven in de vennootschap. Immers, doordat uitkeringen slechts zijn toegestaan voor zover het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het minimumkapitaal kan aan 8 Als vrije reserves worden aangemerkt de agioreserve die onder andere ontstaat wanneer aandelen worden uitgegeven tegen een hoger bedrag dan de nominale waarde, de reserve die ontstaat doordat winst wordt gereserveerd in plaats van uitgekeerd, en de reserve die ontstaat doordat een wettelijk of statutair verplichte reserve niet langer hoeft te worden aangehouden. Zie: B. Bier, Uitkeringen aan aandeelhouders, Deventer: Kluwer 2003, p

10 de hand van de balans van de vennootschap eenvoudig worden bepaald welk gedeelte van het eigen vermogen mag worden uitgekeerd. Dit wordt de balanstest genoemd. Of aan de balanstest wordt voldaan, moet worden beoordeeld aan de hand van de jaarrekening (lid 3). Ook bij het doen van tussentijdse uitkeringen wordt de hiervoor genoemde voorwaarde gesteld (lid 4). Indien na een dividenduitkering niet meer wordt voldaan aan het minimumkapitaal vereiste, dan moet er worden teruggevallen op de algemene regel van art. 2:14 lid 1 BW, waarin staat dat een dividenduitkeringsbesluit wegens strijd met wettelijke bepalingen nietig is. 9 In dit geval bestaat er geen rechtsgrond voor de dividenduitkering. De de aandeelhouders dienen het ontvangen dividend terug te betalen aan de vennootschap op grond van onverschuldigde betaling. 10 Volgens de literatuur wordt de effectiviteit van de huidige kapitaalbeschermingsregels steeds meer in twijfel getrokken. 11 Uit het oogpunt van een betere kapitaal- en schuldeisersbescherming is daarom de Flex BV ingevoerd. In hoofdstuk 3 wordt deze nieuwe wet nader in kaart gebracht. 2.2 Aandeelhouder Aansprakelijkheid Naast deze wettelijke kapitaalbescherming zijn in de rechtspraak normen geformuleerd inzake de aansprakelijkheid van aandeelhouders op grond van onrechtmatige daad. Het voorbeeld hiervan is het Nimox-arrest van de Hoge Raad. 12 Nimox was enig aandeelhouder in de onderneming Auditrade BV. Op een moment besloot Nimox tot een uitkering van de vrije reserves van Auditrade BV, terwijl de aandeelhouder wist dat er diverse schuldeisers waren en dat het resterende eigen vermogen in de vennootschap onvoldoende was om de verplichtingen aan de schuldeisers te kunnen nakomen. De vennootschap ging vervolgens failliet. Echter, er was niet komen vast te staan dat de dividenduitkering in strijd was met de norm van art. 2:216 lid 2 BW. De vraag die in het arrest centraal stond, was of de dividenduitkering alsnog onrechtmatig kon zijn. De Hoge Raad oordeelde dat ook indien van de geldigheid van het besluit moet worden uitgegaan ( ), daaruit niet volgt dat het besluit tegenover derden zoals schuldeisers niet onrechtmatig kan zijn. In dit geval werd geoordeeld dat er sprake was van een onrechtmatige daad van de aandeelhouder. Er is namelijk onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de crediteuren. De aandeelhouder wist of had kunnen weten dat de vorderingen van de crediteuren niet meer volledig betaald konden worden en dat de crediteuren daardoor schade zouden leiden Met andere woorden, hier wordt wegens bijzondere omstandigheden een uitzondering gemaakt op de beperkte aansprakelijkheid (zoals in art. 2:175 BW) van aandeelhouders. Indien er 9 B.P.C. Zuiderveld, Toepasselijkheid van artikel 2:216 lid 2 BW bij uitgifte van aandelen ten laste van de agioreserve en terugbetaling op aandelen, V&O 2005/6, p Asser-Maeijer, 2-II Rechtspersonenrecht: de Naamloze en de Besloten Vennootschap, Kluwer B. Bier, Vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht, Ondernemingsrecht, , p Hoge Raad, 8 november 1991, NJ 1992,174. 9

11 namelijk redelijkerwijs te verwachten is dat de vennootschapscrediteuren hun vorderingen niet voldaan krijgen en de continuïteit van de vennootschap in gevaar komt, dan is een dividenduitkering eveneens niet geoorloofd. Daarbij komt in belangrijke mate betekenis toe aan de voortzetting en de positie van de vennootschap in de markt. Naast de bovengenoemde directe aansprakelijkheid, is in de rechtspraak sinds de jaren tachtig een leer van indirecte aansprakelijkheid ontwikkeld. Bij indirecte aansprakelijkheid wordt het handelen of nalaten van een aandeelhouder gekwalificeerd als onrechtmatige daad jegens één of meer crediteuren van de vennootschap. 13 In de literatuur worden twee vormen van indirecte aansprakelijkheid onderscheidt. 14 De lichte vorm wist of behoorde te voorzien en de zwaardere vorm ernstig rekening had moeten houden met een mogelijk tekort na een dividenduitkering. 2.3 Bestuurder Aansprakelijkheid Blijkens art. 2:239 BW is de bestuurder van een onderneming belast met het bestuur van de onderneming. Het besturen van de onderneming is niet geheel zonder risico op aansprakelijkheid voor de bestuurder. Wordt er een uitkering gedaan in strijd met de kapitaalklem, dan is deze nietig wegens strijd met de wet, en kan de uitkering door de vennootschap van de aandeelhouders worden teruggevorderd op grond van onverschuldigde betaling. 15 Naast de terugvordering op basis van onverschuldigde betaling kan de curator naar aanleiding van een onverantwoorde uitkering een vordering instellen op grond van onbehoorlijke taakvervulling (art. 2:9 BW), kennelijk onbehoorlijk bestuur (art. 2:248 BW) en de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). Hieronder wordt ingegaan op deze mogelijkheden die voor een curator beschikbaar zijn Onbehoorlijke taakvervulling (art. 2:9 BW) De bestuurder is op grond van art. 2:9 BW verplicht tot een behoorlijke vervulling van zijn taken. Een bestuurder is persoonlijk aansprakelijk tegenover de vennootschap wanneer hij zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. De Hoge Raad heeft in het Panmo arrest onbehoorlijk als volgt gedefinieerd van onbehoorlijk bestuur kan worden gesproken als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden aldus gehandeld zou hebben. (...) Er moet sprake geweest zijn van roekeloos, lichtzinnig, onbezonnen en onverantwoordelijk gedrag. 16 Daarbij dient voor een succesvol beroep op onbehoorlijke taakvervulling te gaan om een ernstig verwijt, aldus blijkt uit het oordeel van de Hoge Raad. 17 In de literatuur wordt meestal een 13 J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p Asser-Maeijer, 2-II Rechtspersonenrecht: de Naamloze en de Besloten Vennootschap, Kluwer B. Bier, Uitkeringen aan aandeelhouders, Deventer: Kluwer 2003, p Hoge Raad, 8 juni 2001, JOR 2001, 171 R.O Hoge Raad, 10 januari 1997, NJ 1997, 360 (Van de Ven) r.o

12 onderscheid gemaakt tussen de gedragsnorm (onbehoorlijk taakvervulling) en een toetsings- of aansprakelijkheidsnorm (ernstige verwijtbaarheid) Kennelijk onbehoorlijk bestuur (art. 2:248 BW) Een uitkering kan schade mee brengen, indien deze tot gevolg heeft dat de vennootschap niet meer aan haar opeisbare verplichtingen kan voldoen. Of als de vennootschap in betalingsmoeilijkheden verkeert door deze uitkering. In de zaak Reinders Didam 19 was enkele maanden voor het faillissement van de vennootschap een forse dividenduitkering gedaan. Naast de rechtbank en het hof oordeelde ook de Hoge Raad dat het verlenen van medewerking door het bestuur aan die dividenduitkering ten aanzien van de (enig) bestuurder als onbehoorlijke taakvervulling in de zin van art. 2:248 BW moest worden aangemerkt. De curator heeft op basis van art. 2:248 BW de mogelijkheid om bestuurders wegens hun medewerking aan een benadelende uitkering aan te spreken voor het boedeltekort. De medewerking van het bestuur dient echter wel onbehoorlijk te zijn. Daarvan kan worden gesproken indien geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden aldus gehandeld zou hebben. (...) Er moet sprake geweest zijn van roekeloos, lichtzinnig, onbezonnen en onverantwoordelijke gedrag. 20 Overigens is voor een succesvol beroep op art. 2:248 BW tevens vereist dat de uitkering een belangrijke oorzaak van het faillissement is Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) Verder kunnen bestuurders ook op grond van onrechtmatige daad worden aangesproken, indien een door hen verrichte betaling onrechtmatig is. Als een vennootschap in financiële moeilijkheden verkeert, dient het bestuur de belangen van de schuldeisers te respecteren. In de rechtspraak en de literatuur bestaat er echter geen duidelijkheid over de vraag onder welke omstandigheden een bestuurder aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad Tussenconclusie Volgens het huidig recht dient aan de hand van art. 2:216 lid 2 BW te worden bepaald of dividend mag worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Naast art. 2:216 lid 2 BW dient ook de vraag te worden gesteld of de solvabiliteit en de liquiditeit van een onderneming door een dividenduitkering in gevaar komen. Met andere woorden: als redelijkerwijs te verwachten is dat de vennootschapscrediteuren hun vorderingen niet voldaan krijgen en de continuïteit van de 18 M. Kupperman, Bestuurdersaansprakelijkheid en crediteurenbescherming bij de flex-bv, Juridisch up to date 2010/2, p Hoge Raad, 6 februari 2004, JOR 2004, Hoge Raad, 8 juni 2001, JOR 2001, 171 r.o J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p

13 vennootschap in gevaar komt, dan is een dividenduitkering eveneens niet geoorloofd. Daarbij komt in belangrijke mate betekenis toe aan de positie van de vennootschap in de markt en de ontwikkelingen in de branche waarin de vennootschap werkzaam is. 22 Dit is mijns inziens te wijten aan het belangrijkste knelpunt van de norm van art. 2:216 lid 2 BW, namelijk dat het artikel in diverse gevallen geen deugdelijk antwoord geeft op de vraag hoe moet worden beoordeeld of de BV voldoende vermogen heeft voor het doen van een uitkering. Door middel van deze maatstaven heeft de rechtspraak getracht te komen tot een betere beoordeling van de vraag of een uitkering van dividend geoorloofd is. Het heeft er toe geleid dat de beantwoording van die vraag een stuk minder eenvoudig is geworden. Daarentegen heeft de toepassing van deze maatstaven diverse malen tot gevolg gehad dat de vennootschapscrediteuren alsnog hun vorderingen konden verhalen, terwijl de balanstest van art. 2:216 lid 2 BW in beginsel hen niet beschermde. 23 Er is daarom in het verleden veel gepleit voor afschaffing van deze balanstoets die door diverse auteurs gezien wordt als een grote beperking voor de vennootschap. 24 Dat kan echter wel consequenties hebben voor de eenvoud van de regeling: de toepassing van andere normen bij de dividenduitkering kan leiden tot een accountants paradise, hetgeen tot extra kosten voor de BV leidt M.L. Lennarts, De Twilight Zone: het schemergebied tussen vennootschaps- en insolventierecht, Kluwer, Deventer 2006, p Zoals de arresten Nimox, Reinders-Didam en Panmo. 24 B. Bier, Uitkeringen aan aandeelhouders, Deventer: Kluwer 2003, p B.C.M. Waaijer, De vennootschappelijke lakmoesproef voor crediteurenbescherming nieuwe stijl: de liquiditeitstest, WPNR 2006/6676, p

14 Hoofdstuk 3: Dividendregeling onder het nieuwe recht 3.1 Inleiding De Belangrijke wijzigingen van de Flex BV zijn onder andere de afschaffing van het minimumkapitaal en formaliteiten rondom de inbreng van het kapitaal, het loslaten van de blokkeringsregeling, het schrappen van de zogenaamde nachgründung (het huidige art. 2:204c BW), de herziening van de geschillenregeling en het flexibiliseren van benoemingsregels voor bestuurders en commissarissen. Veel van zulke bepalingen van de BV worden als star en onnodig belastend ervaren of zouden weinig effectief zijn. 26 Daarom zal de bescherming van de kapitaal- en schuldeisersbescherming niet langer gebaseerd zijn op een systeem dat uitgaat van een bepaald kapitaal dat in de vennootschap aanwezig moet zijn en niet beschikbaar is voor uitkering aan aandeelhouders. Derhalve zal de bescherming van crediteuren elders gezocht moeten worden De uitkeringstest De bescherming volgens de Flex BV berust op een systeem waarin de geoorloofdheid van uitkeringen wordt beoordeeld aan de hand van de financiële positie van de vennootschap. Deze financiële positie wordt beoordeeld door middel van een uitkeringstest. De uitkeringstest houdt in dat het bestuur beoordeelt of de vennootschap na het doen van de uitkering nog in staat is om voort te blijven gaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Dat betekent dat onder het begrip opeisbare schulden zowel schulden die op het moment van uitkering opeisbaar zijn alsook schulden die in de periode daarna opeisbaar worden, vallen. Dit roept de vraag op, welke op termijn opeisbare schulden wel en welke niet meegerekend hoeven te worden. 27 Afhankelijk van de specifieke kenmerken van de vennootschap zal het bestuur hierbij de volgende elementen van de vennootschap moeten betrekken: o de liquiditeit ( Voor de liquiditeit dient men te kijken naar de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden. Inzicht in de kasstromen van de vennootschap is hierbij van belang. De liquiditeit zal in veel gevallen geschikt zijn voor een korte termijnbeoordeling van maximaal drie à vier maanden. ) 28 ; 26 F.L. van Dijk en V.L. Veenma, De wijziging van het kapitaalbeschermingsrecht en de gevolgen van de afschaffing van artikel 2:207c BW voor de praktijk, V&O 2008/3, p B. Bier en P.M. van der Zanden, Besluitvorming van het bestuur rondom uitkeringen in de flexibele BV, TvOb 2007/1, p Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 3 (MvT), p

15 o de solvabiliteit 29 ( Bij de solvabiliteit gaat het om de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen, hetgeen een indicatie geeft van de financiële gezondheid van een bedrijf op de langere termijn. ) 30 en o de rentabiliteit ( Rentabiliteit komt overeen met hetgeen het geïnvesteerde vermogen oplevert, ongeacht of het om eigen of vreemd vermogen gaat. Meer specifiek kan de rentabiliteit tot uitdrukking worden gebracht in de formule: winst + rente in verhouding tot het totale vermogen. ). 31 Deze regel voor uitkeringen geldt voor alle situaties waarin vermogen van de vennootschap wordt uitgekeerd. Dat wil zeggen bij uitkeringen (art. 2:216 lid 1 BW), bij terugbetaling op aandelen in het kader van een kapitaalvermindering (art. 2: 208 BW) en bij inkoop van eigen aandelen anders dan om niet (om niet inkopen van eigen aandelen) (art. 2: 207 BW). 32 De bescherming van schuldeisers is gecentreerd rondom de uitkeringstest bij alle vormen van uitkering aan aandeelhouders en de daaraan gekoppelde aansprakelijkheidsregeling voor bestuurders en aandeelhouders (nieuwe art. 2:216 BW). Vanwege de complexiteit van de uitkeringstest is het gerechtvaardigd om te verwachten dat het bestuur een deskundige, zoals een accountant, bij deze test te hulp zal roepen. Daarom wordt de (praktische) werking van de uitkeringstest nader uiteengezet in paragraaf 4.2. Het feit dat bestuurders (zie par. 2.3) en aandeelhouders (par. 2.2) ook onder het huidige recht aansprakelijk kunnen zijn in verband met uitkeringen roept de vraag op of de voorgestelde aansprakelijkheidssancties wel nodig zijn. Zijn de aansprakelijkheidsrisico s voor aandeelhouders en bestuurders vergroot of verkleind? Hoe het zit met de samenloop van de bestaande mogelijkheden om bestuurders en aandeelhouders in verband met uitkeringen aansprakelijk te stellen? 3.2 Aandeelhouder Aansprakelijkheid Een van de meest fundamentele wijzigingen is het schrappen van de automatische terugbetalingsplicht voor aandeelhouders die binnen één jaar voor faillietverklaring een uitkering 29 Het bepalen van de solvabiliteit veronderstelt het maken van een vermogensopstelling omdat het eigen vermogens slechts bepaald kan worden door het opstellen van een balans. Het bepalen van de solvabiliteit is derhalve uiteindelijk ook een balanstest. Zie hiervoor: W.J.M. van Veen, Vermogensbescherming bij de flex-bv: back to basics!, Tijdschrift voor vennootschaps- en rechtspersonenrecht , p Zie voetnoot Zie voetnoot Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 3 (MvT), p

16 hebben ontvangen. 33 Het derde lid van het voorgestelde art. 2:216 BW bepaalt namelijk dat ( ) degene die de uitkering ontving terwijl hij wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden is gehouden tot vergoeding van het tekort dat door de uitkering is ontstaan, ieder voor ten hoogste het bedrag of de waarde van de door hem ontvangen uitkering, met de wettelijke rente vanaf de dag van de uitkering. (Cursief AEA.) Op basis van het bovenstaande zou ik derhalve het bestuur willen adviseren om de aandeelhouders zoveel mogelijk van de financiële omstandigheden van de vennootschap op de hoogte te stellen, zodat de aandeelhouders op de hoogte zijn van de positie van de vennootschap. Als dan redelijkerwijs te voorzien is dat de BV niet meer aan haar opeisbare verplichtingen kan voldoen, zal de aandeelhouder snel(ler) gehouden zijn tot terugbetaling van het aan hem uitgekeerde bedrag De wetgever geeft aan met deze aansprakelijkheidsregeling voor aandeelhouders te willen aansluiten bij de in de rechtspraak geformuleerde normen en noemt daarbij het Nimox arrest als voorbeeld. 34 Echter, naar de mening van Barneveld 35 blijkt de wetgever de verkeerde vorm van aansprakelijkheid te hebben gecodificeerd. Indien de wetgever de norm uit het Nimox arrest wilde vast leggen, dan had het aan de aansprakelijkheid van aandeelhouders wegens een ongeoorloofde uitkering het lichtere vorm vereiste moeten verbinden dat deze ernstig rekening moesten houden met een tekort. Het ministerie heeft echter de zwaardere vorm vereiste opgenomen dat de Hoge Raad hanteert in het Nimox arrest: aansprakelijk zijn aandeelhouders die wisten of behoorden te voorzien dat de vennootschap niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Aandeelhouders zullen daarom eerder aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad, dan op basis van het nieuwe art. 2:216 BW. Er kan daarom worden getwist over de vraag of de toegevoegde waarde van deze codificatie van een onrechtmatige daads-norm in boek 2 BW wordt bereikt. Vooral nu de gecodificeerde bijzondere norm minder snel tot aansprakelijkheid zal leiden dan de reeds bestaande algemene (ongeschreven) zorgvuldigheidsnorm. Deze nieuwe regeling inzake de aansprakelijkheid blijkt dus beperkter te zijn dan de onrechtmatige daads-norm die in de rechtspraak al is geformuleerd. 33 Wat de aansprakelijkheid van aandeelhouders betreft, vervalt de eis dat de vennootschap binnen een jaar na de uitkering failleert. Aandeelhouders kunnen nu ook tot terugbetaling van de uitkering worden gedwongen zonder dat de vennootschap failliet is gegaan. Met deze aanpassing wordt de wet in lijn gebracht met de al bestaande jurisprudentie. Zie ook C.A.D. Kuijper, Recente ontwikkelingen inzake uitkeringen in de flex-bv, Vennootschap & Onderneming 2009/12, p. 242 en Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 7 (Tweede nota van wijziging), p Kamerstukken II 2006/2007, , nr. A (MvT), p J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p

17 3.2.2 Faillissementspauliana (42 Fw.) Op basis van art. 42 lid 1 Fw. e.v. kan een curator een uitkering die de schuldenaar voor faillietverklaring onverplicht heeft verricht en waarvan deze bij dit verrichten wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, vernietigen (cursief: AEA). Indien het een rechtshandeling anders dan om niet betreft, dient ook de wederpartij deze wetenschap te hebben gehad (lid 2). Onverplichte rechtshandeling Een onverplichte rechtshandeling is een rechtshandeling die verricht is zonder dat daartoe een rechtsplicht bestond. De vraag is echter of een dividenduitkering een onverplichte rechtshandeling is. Dortmund en Barneveld geven aan dat een AVA-besluit tot uitkering een interne zaak van organen van de vennootschap is. 36 De plicht van het bestuur jegens de AVA doet hier niet ter zake. Derhalve is een dergelijke uitkering een onverplichte rechtshandeling. Bij een geslaagde vernietiging kan hetgeen aan de aandeelhouders is uitgekeerd als onverschuldigd betaald worden teruggevorderd. Om tot een geslaagde vernietiging te komen, dient naast de onverplichte rechtshandeling ook de benadeling en de wetenschap tot benadeling te worden bewezen door de curator. Wetenschap van benadeling Bij de wetenschap van benadeling dienen de volgende elementen aanwezig te zijn: de wetenschap, het bewustzijn, naar objectieve maatstaven gemeten, dat de schuldeisers benadeeld worden. 37 In het arrest Van Dooren q.q. / ABN AMRO III 38 heeft de Hoge Raad beslist dat de wetenschap zich voordoet indien ten tijde van de handeling het faillissement en een tekort daarin met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien voor zowel de schuldenaar als degene met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte. Voort heeft de Hoge Raad in hetzelfde arrest beslist dat de curator de wetenschap van benadeling moet bewijzen op basis van feiten en omstandigheden. Deze feiten en omstandigheden moeten meebrengen dat het faillissement (en een tekort daarin) met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien voor de schuldenaar en de derde met wie hij de rechtshandeling verrichte. De benadeling De vraag of benadeling aanwezig is moet worden beantwoord door een vermogensvergelijking (die objectief, veelal rekenkundig, is) die de hypothetische situatie weergeeft waarin de schuldeisers zouden hebben verkeerd zonder de gewraakte rechtshandeling te vergelijken met de situatie waarin zij feitelijk verkeren als die handeling onaangetast blijft. 39 Met andere woorden, de schuldeisers moeten door de rechtshandeling werkelijk benadeeld zijn in hun verhaalsmogelijkheden. Op basis van het nieuwe art. 2:216 lid 1 BW besluiten de 36 J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p N.J. Polak / M. Pannevis, Insolventierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Hoge Raad, 22 december 2009, NJ 2010/ N.J. Polak / M. Pannevis, Insolventierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

18 aandeelhouders tot een dividenduitkering. Naar aanleiding van dit besluit dient het bestuur, na goedkeuring (zie hiervoor par ), het dividend namens de vennootschap betaalbaar te stellen. In de praktijk komt het regelmatig voor dat tussen het besluit van de aandeelhouders en de betaalbaarstelling van het bestuur een groot tijdsverloop zit. De vraag rijst waartegen de (faillissements)pauliana moet richten; het besluit of de feitelijke uitkering? Het tijdstip van de benadeling Rechtbank Arnhem heeft in 2009 geoordeeld dat het dividendbesluit van de aandeelhouders extern als een besluit van de vennootschap moet worden aangemerkt en als een rechtshandeling die vatbaar is voor vernietiging op grond van artikel 3:45 BW. 40 De vermogenspositie van de vennootschap kan echter na de totstandkoming van het dividendbesluit drastisch zijn verslechterd. Met name als er tussen het besluit en de daadwerkelijke uitkering een groot tijdsverloop ligt. Het is dan goed mogelijk dat ten tijde van het besluit nog geen wetenschap van benadeling bestond, maar de daarna verslechterde vermogenspositie van de vennootschap tot gevolg heeft dat deze wetenschap van benadeling ten tijde van de feitelijke uitkering wel aanwezig was. In dat geval rijst de vraag of het óók mogelijk is om de (faillissements)pauliana te richten tegen de daadwerkelijke uitkering. De Weijs en Barneveld zijn van mening dat de wetgever een groot deel van deze problematiek had kunnen ondervangen door een maximale termijn te bepalen waarbinnen het bestuur na een dividendbesluit tot uitkering dient te worden overgegaan. 41 Indien de uitkering na de houdbaarheidstermijn plaats vindt, kan namelijk het besluit van de aandeelhouders worden vernietigd. Vanwege het feit dat de dividenduitkering niet binnen de houdbaarheidsdatum is verricht kan het besluit worden vernietigd, omdat niet is voldaan aan het vereiste van het besluit. In de Flex BV heeft de wetgever een dergelijke houdbaarheidstermijn niet opgenomen. In dat geval kan de (faillissements)pauliana ook tegen de uitkeringshandeling worden gericht, omdat de houdbaarheidsdatum geen vereiste is van het besluit. Als op het moment van de uitkeringshandeling wetenschap van benadeling bestaat bij (het bestuur van) de vennootschap. De Weijs en Barneveld vinden het betreurenswaardig dat de wetgever een dergelijke houdbaarheidsdatum niet heeft opgenomen in de Flex BV. Ik ben het echter niet eens met De Weijs en Barneveld, omdat zonder de houdbaarheidsdatum de (faillissements)pauliana zowel tegen het besluit als tegen de uitkering kan worden gericht. Op deze manier is de crediteurenbescherming meer geboden, omdat de pauliana gericht kan zijn tegen beide handelingen in plaats van een. Tot slot stelt Barneveld naar mijn mening terecht dat 2:216 BW en faillissementspauliana elkaars spiegelbeeld zijn. Zo geeft art. 2:216 BW aan dat een geslaagd beroep op dit artikel de wetenschap van de benadeling bij de aandeelhouder ligt (zie kopje de benadeling ). Terwijl bij faillissementspauliana de wetenschap bij het bestuur dient te zijn. Het bestuur is immers het orgaan dat de uitkering heeft verricht (zie kopje het tijdstip van de benadeling) Rechtbank Arnhem 8 april 2009, JOR 2009/ R.J. de Weijs & J. Barneveld, Aantasting van dividend in schijnbaar complexe transacties, TvI 2010, J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p

19 3.3 Bestuurder Aansprakelijkheid Zoals reeds is aangeven is één van de belangrijkste wijzigingen van de Flex BV het afschaffen van het systeem van kapitaalbescherming, waaronder het minimum kapitaalvereiste. In plaats daarvan werd in het oorspronkelijke wetsvoorstel gekozen voor een systeem dat uitging van aansprakelijkheid van betrokken personen (en dan met name bestuurders) voor eventuele tekorten. Het oorspronkelijke wetsvoorstel is streng voor de bestuurders indien een uitkering wordt gedaan terwijl zij ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te weten dat niet aan de balanstest en/of liquiditeitstest 43 wordt voldaan. Zij zijn namelijk jegens de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag die naar aanleiding van de uitkering tekort komt. Gaat de vennootschap binnen één jaar na uitkering failliet dan wordt deze wetenschap bij de bestuurders vermoed aanwezig te zijn. 44 De kans bestaat dat de bestuurders terughoudend zullen zijn in het geven van goedkeuring, waardoor aandeelhouders in sommige gevallen ten onrechte een uitkering kunnen mislopen. Dat risico creëert deze wettelijke regeling. Door het geformuleerde lid 2 van artikel 216 (van het oorspronkelijke wetsvoorstel) leek het bestuur een discretionaire bevoegdheid te hebben om al dan niet verlenen van de instemming. Met andere woorden, de instemming zou dus ook op andere gronden, dan het niet voldoen aan de uitkeringstest, kunnen worden geweigerd. 45 Lennarts 46 en Buijn 47 adviseerden de wetgever om in art 2:216 BW uitdrukkelijk aan te geven dat het bestuur de instemming alleen mag weigeren indien niet voldaan is aan de uitkeringstest. De wetgever heeft hier gehoor aan gegeven. In het definitieve wetsvoorstel dat door de Eerste Kamer is goedgekeurd luidt art. 2:216 lid 2 BW als volgt ( ) Het bestuur weigert slechts de goedkeuring indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Het bestuur dient hiervoor de uitkeringstest te doen (zie hiervoor par ). Er bestaan echter geen objectieve maatstaven waarop de uitkeringstest moet worden gebaseerd. De minister schermt weliswaar met een Notitie uitkeringstoets wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering bvrecht die is uitgebracht door de Werkgroep Fiscaal Jaarrapport (zie hiervoor par. 4.2). Van Veen 48 is van mening dat deze notitie het bestuur weinig concrete aanknopingspunten biedt. Dit leidt daarom tot onzekerheid voor bestuurders die de uitkeringstest moeten uitvoeren. Daarbovenop wordt het gevoel van onzekerheid gevoed doordat het bestuur persoonlijk 43 De toets die de bestuurders moeten aanleggen alvorens hun instemming te geven aan een uitkering aan aandeelhouders was in het voorontwerp tweeledig. Deze bevatte namelijk een liquiditeitstest en een balanstest. Uit de MvT is op te maken dat de wetgever de balanstest heeft doorgeschrapt. Momenteel is er dus alleen een uitkeringstest. Zie M.L. Lennarts, De voorgestelde regeling van uitkeringen aan aandeelhouders van een bv nader beschouwd, WPNR 17 november 2007, p B. Bier, Vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht, Ondernemingsrecht, , p M.L. Lennarts, De voorgestelde regeling van uitkeringen aan aandeelhouders van een bv nader beschouwd, WPNR 2007/6731, p Zie voetnoot F.K. Buijn, Onzekere winstuitkeringen Ondernemingsrecht, , p W.J.M. van Veen, Vermogensbescherming bij de flex-bv: back to basics!, Tijdschrift voor vennootschaps- en rechtspersonenrecht , p

20 aansprakelijk zal zijn in het geval dat het bestuur ten onrechte blijkt te hebben ingestemd met de uitkering. Zie voorts paragraaf inzake de (faillissements)pauliana die ook voor het bestuur van toepassing is Verhouding art 2:9 BW, 2:248 BW en 6:162BW In geval van faillissement ligt het voor de hand dat de curator eerst nagaat of een vordering op grond van art. 2:248 mogelijk is, omdat hij dan het gehele tekort kan vorderen. Biedt deze optie echter geen mogelijkheid, dan zal de curator op art. 2:216 lid 3 BW (nieuw) het bedrag van de uitkering kunnen vorderen. Als de curator aannemelijk kan maken dat de vennootschap meer schade heeft geleden dan het bedrag van de uitkering, dan zou de curator een vordering op grond van onbehoorlijke taakvervulling (art. 2:9 BW) kunnen instellen. Het is de vraag of de goedkeuring van een dividenduitkering een onbehoorlijke taakvervulling, kennelijk onbehoorlijk bestuur of een onrechtmatige daad-besluit kan inhouden. Barneveld 49 stelt dat het enerzijds verdedigbaar is dat op het moment dat een bestuurder een uitkering betaalbaar stelt die wegens in strijd met de wet (zoals in par. 3.2 is besproken) kan worden teruggevorderd bij de aandeelhouder. De vennootschap en haar crediteuren zullen dan in beginsel geen schade lijden. De vennootschap krijgt namelijk een vordering, ter waarde van het bedrag van de dividenduitkering, op haar aandeelhouders. Lennarts 50 is van mening dat de mogelijkheid om op grond van onrechtmatige daad te procederen tegen een bestuurder die heeft meegewerkt aan een ongeoorloofde uitkering, voor de curator weinig toevoegt aan de hierboven (art. 2:9 en art. 2:248 BW) behandelde vorderingen. Echter, Barneveld geeft aan dat uit de rechtspraak 51 blijkt dat het leerstuk van onrechtmatige daad beoogt te voorkomen dat het bestuur van de vennootschap vlak voor het faillissement betalingen verricht om ertoe te strekken dat de aandeelhouders voorrang krijgen ten opzichte van de vennootschapscrediteuren. Het is derhalve mogelijk, dat een bestuurder op grond van art. 6:162 BW kan worden aangesproken, indien deze na een bepaalde peildatum een dividend betaalbaar stelt in de wetenschap dat dit zal leiden tot benadeling van crediteuren Dé tournure van de wetgever Het oorspronkelijke voorgestelde artikel 2:216 lid 2 BW geeft aan dat een besluit dat strekt tot uitkering heeft geen gevolgen zolang het bestuur geen goedkeuring heeft verleend. Het 49 J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p M.L. Lennarts, De voorgestelde regeling van uitkeringen aan aandeelhouders van een bv nader beschouwd, WPNR 2007/6731, p J. Barneveld verwijst in zijn stuk van Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p. 697 naar het arrest Hoge Raad 14 januari 1983, NJ 1983, 597 (Peeters- Gatzen). 19

21 bedrijfsleven (o.a. VNO-NCW, NVP) had echter kritiek op de goedkeuringsbevoegdheid van het bestuur, aangezien dit een uitbreiding van de formele taak van het bestuur is. 52 Deze uitbreiding zorgt ervoor dat er een extra taak bijkomt waarvoor het bestuur aansprakelijk kan worden gesteld, wat onwenselijk zou zijn. 53 Daarnaast werd betoogd dat de goedkeuringsbevoegdheid van het bestuur de beslissingsvrijheid van de algemene vergadering zou doorkruisen, aangezien het uitgangspunt in het Nederlands vennootschapsrecht is dat de algemene vergadering besluit over uitkeringen door de vennootschap. 54 Daarom werd in de Tweede Nota van wijziging, het volgende gecorrigeerd naar aanleiding van deze bezwaren wordt de bestaande verdeling van bevoegdheden tussen de organen hersteld en wordt bij nota van wijziging in art. 2:216 BW de goedkeuringsbevoegdheid ten aanzien van uitkeringen en de daaraan gekoppelde specifieke aansprakelijkheidssanctie voor bestuurders uit het wetsvoorstel geschrapt 55 Hier werd teruggevallen op de regels van art. 2:9 en 2:248 BW. Indien de bestuurders weten of behoren te weten dat de vennootschap door het doen van een uitkering niet kan voortgaan met het betalen van de opeisbare schulden, dan zullen zij de algemene vergadering moeten waarschuwen. Indien de algemene vergadering ondanks de waarschuwing van het bestuur het uitkeringsbesluit toch neemt, hebben de bestuurders in beginsel hun taak behoorlijk vervuld; aansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW komt dan niet aan de orde Kritiek op de tournure van de wetgever Deze Tweede Nota van wijziging haalde een streep door een fundamenteel onderdeel van de voorgestelde regeling van uitkeringen aan aandeelhouders, namelijk de rol die aan het bestuur was toebedeeld bij uitkeringen aan aandeelhouders. Zonder de goedkeuring van het bestuur zou een AVA-besluit tot uitkering niet tot stand komen (zie vorige paragraf). Lennarts, Boschma 56, Dortmund 57 en later ook Barneveld 58 waren het niet eens met deze tournure van de wetgever. De in het ontwerp voorgeschreven goedkeuring van het bestuur had het voordeel dat het bestuur met de wet in de hand, de goedkeuring kan weigeren. Nu de goedkeuring was geschrapt, zou het voor het bestuur niet altijd eenvoudig zijn om een goedkeuring al dan niet te geven. Bijvoorbeeld de AVA heeft besloten om dividenduitkering te laten plaatsvinden en het bestuur (in verband met de financiële situatie) zou weigeren tot betaling over te gaan. De voorzichtige bestuurder wordt 52 C.A.D. Kuijper, Recente ontwikkelingen inzake uitkeringen in de flex-bv, Vennootschap & Onderneming 2009/12, p. 242 en Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 8 (Tweede nota van wijziging), p Kamerstukken II 2006/2007, , nr. 8 (Tweede nota van wijziging), p Zie voetnoot Zie voetnoot M.L. Lennarts & H.E. Boschma, Privaatrecht Actueel. Tweede nota van wijziging Flex BV: een merkwaardige tournure van de wetgever, WPNR 2009/6791, p P.J. Dortmund, De tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel flexibilisering BV-recht, Ondernemingsrecht , p J. Barneveld, Flexibele regels inzake uitkeringen. Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid, WPNR 2009/6809, p

22 weggehoond en zijn ontslag dreigt. Door deze tournure van de wetgever, zullen de aandeelhouders hoogstwaarschijnlijk vrij spel hebben?! 59 Lennart en Boschma 60 geven een tweetal bezwaren aan naar aanleiding van deze wending van de wetgever (par ) inzake de goedkeuringsregeling. Als eerste wordt welbewust aangegeven dat de lastige positie van het bestuur in verband met de instructiebevoegdheid van de AVA niet wordt opgelost door deze geheel te schrappen. Het bestuur houdt de plicht om in het vennootschappelijk belang te handelen. Op het moment dat de vennootschap in betalingsproblemen komt te verkeren, komt het belang van de schuldeisers voorop te staan. Ten tweede werd betoogd dat door het schrappen van de voorgestelde goedkeuringsbevoegdheid de bestaande verdeling van bevoegdheden tussen de organen wordt hersteld. De vraag wordt gesteld in hoeverre er sprake was van een wijziging die tot een doorkruising van de bevoegdheid van de AVA zou leiden. Sterker nog, het is juist goed dat uit de wet met zoveel woorden blijkt dat het bestuur als orgaan primair het vennootschappelijk belang dient te behartigen en deze taak heeft bij uitkeringen aan aandeelhouders. Het is zelfs logisch om het doel, crediteuren te beschermen, te realiseren. Naast de bovengenoemde bezwaren is de positie van de bestuurder die heeft gewaarschuwd dat een uitkering tot benadeling van de crediteuren zal leiden, en daarna toch de uitkering goedkeurt (op aandringen van de AVA) niet helder is. Aangezien de wetgever teruggekeerd is naar de oorspronkelijke tekst van het wetsvoorstel van vóór de Tweede Nota van wijziging, wordt hier niet nader op ingegaan. Zie hiervoor paragraaf Back to the future?! Als reactie op de Tweede Nota van wijziging (zie par ) is er dan ook een nader amendement ingediend om deze wijziging weer ongedaan te maken en terug te gaan naar de oorspronkelijke tekst van het wetsvoorstel. Dit amendement is ingediend door de leden Irrgang, Kalma en Weekers. Met dit amendement wilden zij de wijzigingen van de Tweede Nota van wijzingen herstellen en terug gaan naar de tekst van art 2:216 BW, zoals die vóór de Tweede Nota van wijziging was voorgesteld. Hoewel de minister vond dat de laatste voorgestelde regeling goed aansluit bij de huidige bevoegdheidverdeling tussen het bestuur en de AVA, zag hij geen overwegende bezwaren tegen het amendement. 61 Dit amendement, dat mede beoogt om duidelijkheid te scheppen dat de verantwoordelijkheid voor het doen van een dividenduitkering weer expliciet bij het bestuur ligt, is met grote meerderheid aangenomen. Na inwerkingtreding van de nieuwe wet behoeven uitkeringen aan 59 P.J. Dortmund, De tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel flexibilisering BV-recht, Ondernemingsrecht , p Zie noot P.J. Dortmund, De aangenomen amendement bij het wetsvoorstel flexibilisering bv-recht, Ondernemingsrecht , p

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen M r. P. v a n d e r V e l d * Inleiding Op dit moment liggen ter behandeling bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel Vereenvoudiging

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks Welkom namens Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken Rob Beks Onderwerpen Wat is bestuurdersaansprakelijkheid Soorten bestuurdersaansprakelijkheid Uitkeringstoets (nieuwe) BV-recht Vragen Wat is

Nadere informatie

DE FLEX-BV KORT & BONDIG

DE FLEX-BV KORT & BONDIG DE FLEX-BV KORT & BONDIG Marxman Advocaten B.V. Sectie Ondernemingen Inleiding & Indeling Met ingang van 1 oktober 2012 treedt de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: de Flexwet ) in

Nadere informatie

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Wet Flex-BV in vogelvlucht Wet Flex-BV in vogelvlucht Van Wim Eikendal en Janou Briaire Plaats/Datum Maastricht, 20 juni 2012 Op 1 oktober 2012 treedt de wetgeving inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht in

Nadere informatie

Klik om de s+jl te bewerken

Klik om de s+jl te bewerken Derde niveau Presenta+e Vierde niveau Mr D.E.A.F. Aertssen Masterclass NASH 22 mei 2013 6411 ET, Nederland 6221 BT, Nederland 1 Slide 1 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurder wegens onjuiste toepassing

Nadere informatie

Flex-BV: nieuwe kansen, en hoe nu verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe BV-recht

Flex-BV: nieuwe kansen, en hoe nu verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe BV-recht Flex-BV: nieuwe kansen, en hoe nu verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe BV-recht BV's die na 1 oktober 2012 opgericht worden, zullen meteen met de wijzigingen van de Flex-BV geconfronteerd

Nadere informatie

MEMORANDUM. Geachte NBA,

MEMORANDUM. Geachte NBA, MEMORANDUM Aan : de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Van : Ellen Timmer, Pellicaan Advocaten N.V. Datum : 18 november 2014 Betreft : Consultatie NBA-handreiking over ondersteuning door

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

Flex-bv: nieuwe kansen en bedreigingen Het belang van de vennootschap staat voorop! 23 juli 2014

Flex-bv: nieuwe kansen en bedreigingen Het belang van de vennootschap staat voorop! 23 juli 2014 Flex-bv: nieuwe kansen en bedreigingen Het belang van de vennootschap staat voorop! 1 Het belang van de vennootschap staat voorop! Sinds 1 oktober 2012 is het bv-recht ingrijpend gewijzigd. De regels zijn

Nadere informatie

Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht;

Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht; Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht; Art. 2:216 lid 3 BW De nieuwe aansprakelijkheidssanctie onder de loep Steffan Schwank 6163718 Ondernemingsrecht Prof. dr. H.J. de Kluiver 28 Juni 2013 1

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid en de uitkering van winst bij de B.V.

Bestuurdersaansprakelijkheid en de uitkering van winst bij de B.V. Mr. Y. Borrius 1 Artikelen Bestuurdersaansprakelijkheid en de uitkering van winst bij de B.V. 79 In de Flex-BV-regeling is crediteurenbescherming niet langer gebaseerd op regels voor kapitaalbescherming,

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Verkrijging van eigen aandelen door de besloten vennootschap nader bezien in het licht van de derde tranche

Verkrijging van eigen aandelen door de besloten vennootschap nader bezien in het licht van de derde tranche Verkrijging van eigen aandelen door de besloten vennootschap nader bezien in het licht van de derde tranche Inleiding Op 4 april 2006 is de derde tranche van het ambtelijk voorontwerp vereenvoudiging en

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in verband met uitkeringen in het vereenvoudigde BV-recht

Aansprakelijkheid in verband met uitkeringen in het vereenvoudigde BV-recht MR. B. VERKERK Aansprakelijkheid in verband met uitkeringen in het vereenvoudigde BV-recht Inleiding Het voorstel voor de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht 1 bevat ten opzichte van het huidige

Nadere informatie

Flexibele regels inzake uitkeringen

Flexibele regels inzake uitkeringen Flexibele regels inzake uitkeringen Over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid Mr. J. Barneveld* 1. Inleiding Begin september 2009 vergadert de Tweede Kamer over het wetsvoorstel flex-bv 1 Het is te

Nadere informatie

https://wpnr.knb.nl/wpnronline/?sca_e1tk_490_mddocumentprint

https://wpnr.knb.nl/wpnronline/?sca_e1tk_490_mddocumentprint pagina 1 van 5 De Flex-BV in vogelvlucht (I) Auteur: Mr. P.H.N. Quist, Notaris te Amsterdam. Rubriek: Stichting Publicatie: WPNR Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Editie: 2012, 6938

Nadere informatie

BACHELOR ESSAY DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS

BACHELOR ESSAY DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS Inleiding De mogelijkheid bestaat om buitenlandse rechtspersonen zonder beperking op vestiging deel te laten nemen in het Nederlands economische handelsverkeer. Dat is gekomen door een uitspraak van het

Nadere informatie

Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV

Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV Special Flex BV Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Oprichten van een nieuwe BV is eenvoudiger 4 3. Meer vrijheid van inrichting 4 4. Kapitaal- en crediteurenbescherming

Nadere informatie

Flex B.V. 3 oktober mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Flex B.V. 3 oktober mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Flex B.V. 3 oktober 2012 mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Programma Bijma: - achtergrond en uitgangspunten - kapitaal(bescherming), aandelen, blokkeringsregeling, statutaire verplichtingen

Nadere informatie

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht 25 25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht In het voorstel van Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht worden onder andere de vereisten voor de oprichting

Nadere informatie

Flex B.V. Programma. Waarom de flex B.V.? 05-06-2012. 30 mei 2012. mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Flex B.V. Programma. Waarom de flex B.V.? 05-06-2012. 30 mei 2012. mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Flex B.V. 30 mei 2012 mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Bijma: Tierolff: Programma - achtergrond en uitgangspunten - kapitaal(bescherming), aandelen, blokkeringsregeling, statutaire

Nadere informatie

De uitkeringstest op grond van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

De uitkeringstest op grond van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht De uitkeringstest op grond van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Wat zijn de gevolgen voor Hulshof Kroonen en Groen met betrekking tot het adviseren van besloten vennootschappen inzake

Nadere informatie

Uitkeringstoets in de praktijk. 22 mei 2013

Uitkeringstoets in de praktijk. 22 mei 2013 in de praktijk 22 mei 2013 Inhoudsopgave Aanleiding Wettelijk kader in de praktijk accountant Conclusies Vragen Aanleiding Nieuwe Wet Vereenvoudiging en Flexibilisering BVrecht Artikel 216 = crediteurenbescherming

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011 Flex BV Stan Commissaris Jolande van Loon Rotterdam 17 november 2011 Onderwerpen - Inleiding - Stemrechtloze / winstrechtloze aandelen - Uitkeringstest en accountantsverklaring - Positie bestuur - Certificering

Nadere informatie

A D V O C A T E N. Aan de Wet bestuur en toezicht zal op een later tijdstip nog uitgebreid aandacht worden besteed.

A D V O C A T E N. Aan de Wet bestuur en toezicht zal op een later tijdstip nog uitgebreid aandacht worden besteed. De Flex Wet in a nutshell Op 1 oktober jl. is het veel besproken wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht ( Flex Wet ) dan eindelijk in werking getreden. Daarnaast zal op 1 januari 2013

Nadere informatie

De nieuwe Flex-BV. September 2012

De nieuwe Flex-BV. September 2012 De nieuwe Flex-BV September 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. De positie van bestuurders bij het doen van een uitkering in de zin van art. 2:216 BW.

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. De positie van bestuurders bij het doen van een uitkering in de zin van art. 2:216 BW. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM De positie van bestuurders bij het doen van een uitkering in de zin van art. 2:216 BW. Saloua Ouled Radi 13 november 2013 1 Naam student: Saloua Ouled Radi Studentennummer: 5859387

Nadere informatie

Struisvogelpolitiek bij het wetsvoorstel flexibilisering BV-recht

Struisvogelpolitiek bij het wetsvoorstel flexibilisering BV-recht Struisvogelpolitiek bij het wetsvoorstel flexibilisering BV-recht J k v r. m r. A. E. C. d e S a v o r n i n L o h m a n * Inleiding Het wetgevingsproces betreffende de vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

9. Het vermogen van de vennootschap en de bescherming van schuldeisers

9. Het vermogen van de vennootschap en de bescherming van schuldeisers AMBTELIJK VOORONTWERP Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Derde tranche: kapitaal en

Nadere informatie

Pellicaan Advocaten. Pellicaan Advocaten. Statutair bestuurder bv. Statutair bestuurder bv. Pellicaan Advocaten. Rollen

Pellicaan Advocaten. Pellicaan Advocaten. Statutair bestuurder bv. Statutair bestuurder bv. Pellicaan Advocaten. Rollen 24 januari 2013 Pellicaan Advocaten Ondernemingsrecht en arbeidsrecht Amsterdam, Rotterdam, Utrecht Strategische alliantie met Mazars NL De consequenties voor de trustbranche van de flex-bv en wet bestuur

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Christian Huiskes Arjen Westerdijk

Bestuurdersaansprakelijkheid. Christian Huiskes Arjen Westerdijk Bestuurdersaansprakelijkheid Christian Huiskes Arjen Westerdijk 8 april 2014 1 1. Inleiding Uitgangspunt: aansprakelijkheid slechts in uitzonderlijke gevallen Ernstige verwijtbaarheid Grenst aan opzet/bewuste

Nadere informatie

Een bv was nog nooit zo interessant Hoe overstappen naar een flex-bv u nieuwe kansen biedt. WHITEPAPER

Een bv was nog nooit zo interessant Hoe overstappen naar een flex-bv u nieuwe kansen biedt. WHITEPAPER Een bv was nog nooit zo interessant Hoe overstappen naar een flex-bv u nieuwe kansen biedt. WHITEPAPER Gemaakt door: info@tavernemeun.nl www.tavernemeun.nl 0318-518810 Introductie van de flex-bv Per 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Flexibilisering BV-recht. Najaar 2012

Flexibilisering BV-recht. Najaar 2012 Flexibilisering BV-recht Najaar 2012 2 Inleiding Vanaf 1 oktober 2012 kunt u sneller en eenvoudiger een BV oprichten en heeft u meer vrijheid om uw bedrijf naar uw eigen wensen in te richten. De wet Flexibilisering

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid bij

Bestuurdersaansprakelijkheid bij Bestuurdersaansprakelijkheid bij (dividend-)uitkeringen Een balans en de eerste rechtspraak VFP Juridische aspecten Mr. K. Harmsen, advocaat bij Dirkzwager advocaten & notarissen, gespecialiseerd in het

Nadere informatie

v. Welke positieve gevolgen zullen de wijzigingen met zich meebrengen wat betreft de

v. Welke positieve gevolgen zullen de wijzigingen met zich meebrengen wat betreft de Op het moment dat de BV in 1972 werd geïntroduceerd, was het grotendeels een kloon van de NV. Pas in de afgelopen vijftien jaren is het eigen karakter van de BV gevormd tot het BV-recht dat wij vandaag

Nadere informatie

NOTARISKANTOOR ZWANIKKEN Blad: 1-16 Vijverlaan 21-6881 HL Velp tel.: 026-361 79 21 fax : 026-363 51 38 FLEX BV

NOTARISKANTOOR ZWANIKKEN Blad: 1-16 Vijverlaan 21-6881 HL Velp tel.: 026-361 79 21 fax : 026-363 51 38 FLEX BV NOTARISKANTOOR ZWANIKKEN Blad: 1-16 Vijverlaan 21-6881 HL Velp tel.: 026-361 79 21 fax : 026-363 51 38 M:\ONDERNEMING\BV\FLEXBV\BROCHURE FLEXBV.DOC FLEX BV ALLROUND KANTOOR VOOR PARTICULIER EN ONDERNEMER

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 31 058 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte

Nadere informatie

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009 Het juridische lot van de Commissaris Mr. David Dronkers 26 november 2009 Amerikaanse toestanden? Rechtspersoon houder van rechten en plichten mythe van bestuurdersaansprakelijkheid Kentering: deep pocket-beginsel

Nadere informatie

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding 31 058 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Wet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

28 oktober 2010 Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht / presentatie 28 oktober 2010 Ellen Timmer

28 oktober 2010 Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht / presentatie 28 oktober 2010 Ellen Timmer Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht (o.a. flex) 28 oktober 2010 door ( Rotterdam Ellen Timmer (kantoor Belangrijke veranderingen in het Nederlandse ondernemingsrecht, onder meer: flexibilisering

Nadere informatie

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015. Telefoonnummer: 611358230 Email adres: wilco.kraaij@unit4. Uitkeringstoets 2013-2015 Bedrijfsnaam: Van Driel periodes Vestigingsplaats: Veenendaal Opsteldatum: 30 oktober 2012 Periode: 1 januari 2011 t/m 31 december 2015 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Van Driel

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat

Bestuurdersaansprakelijkheid. Jaap van der Meer advocaat Bestuurdersaansprakelijkheid Jaap van der Meer advocaat Turnaround Advocaten Turnaround Advocaten is een klein en modern gespecialiseerd advocaten kantoor. Digitaal dossier. Wij bieden de inzet van zeer

Nadere informatie

PRIVAATRECHT ACTUEEL. Dividend, decharge & disculpatie

PRIVAATRECHT ACTUEEL. Dividend, decharge & disculpatie Dividend, decharge & disculpatie Reactie op Dividend en decharge van mw. mr. J.E. Brink-van der Meer, prof. mr. J.B. Huizink en mr. P.A. Ledeboer in WPNR (2011) 6874 1. Inleiding In WPNR 2011/6874 staan

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

De Flex-BV: Wat kan men ermee?

De Flex-BV: Wat kan men ermee? De Flex-BV: Wat kan men ermee? De Flex-BV: Wat kan men ermee? Michiel Hoogkamer 31 januari 2013 Programma Vereenvoudiging en Flexibilisering BV-recht (1-10-2012): achtergrond en uitgangspunten Wijzigingen

Nadere informatie

De wijziging van het kapitaal beschermingsrecht en de gevolgen van de afschaffing van artikel 2:207c BW voor de praktijk

De wijziging van het kapitaal beschermingsrecht en de gevolgen van de afschaffing van artikel 2:207c BW voor de praktijk De wijziging van het kapitaal beschermingsrecht en de gevolgen van de afschaffing van artikel 2:207c BW voor de praktijk F.L. van Dijk en V.L. Veenma* Inleiding Centraal in deze bijdrage staan de gevolgen

Nadere informatie

New rules New choices New opportunities. Flex BV in concernverband

New rules New choices New opportunities. Flex BV in concernverband New rules New choices New opportunities Flex BV in concernverband Ter beperking van aansprakelijkheidsrisico s valt het aan te raden om de bestuurlijke overwegingen en de besluiten over uitkeringen zorgvuldig

Nadere informatie

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met de Flexwet

Overzicht bepalingen in huidige statuten die conflicteren met de Flexwet A. Kapitaal en kapitaalbescherming Inbreng op aandelen anders dan in geld Artikel 2:204b BW Overeenkomstig de oude wetgeving is bepaald dat wanneer er inbreng op aandelen anders dan in geld wordt overeengekomen,

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Uitkeringen door BV s na 1 oktober 2012: verouderde statuten in het licht van vernieuwde wetsartikelen

Uitkeringen door BV s na 1 oktober 2012: verouderde statuten in het licht van vernieuwde wetsartikelen Uitkeringen door BV s na 1 oktober 2012: verouderde statuten in het licht van vernieuwde wetsartikelen M r. K. A l t h a u s L L M * Inleiding Meer dan twee jaar na de invoering van de Wet vereenvoudiging

Nadere informatie

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl Uitnodiging HLB OndernemersCafé 7 november 2011 Ondernemend, net als u Nieuw bv-recht: Welke kansen biedt het u? Op 1 oktober 2012 wordt een geheel nieuwe wettelijke regeling voor de bv van kracht, de

Nadere informatie

De betekenis van de jaarrekening bij uitkeringen aan aandeelhouders en andere winstgerechtigden bij de B.V.

De betekenis van de jaarrekening bij uitkeringen aan aandeelhouders en andere winstgerechtigden bij de B.V. Prof. mr. W.J.M. van Veen* De betekenis van de jaarrekening bij uitkeringen aan aandeelhouders en andere winstgerechtigden bij de B.V. Voor de B.V. bepaalt de wet niet langer dat slechts winst die blijkt

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

DE FLEX- BV VOOR DE FUSIE- EN OVERNAMEPRAKTIJK MR. DR. ROGIER WOLF MR. SOPHIE PRINS

DE FLEX- BV VOOR DE FUSIE- EN OVERNAMEPRAKTIJK MR. DR. ROGIER WOLF MR. SOPHIE PRINS DE FLEX- BV VOOR DE FUSIE- EN OVERNAMEPRAKTIJK MR. DR. ROGIER WOLF MR. SOPHIE PRINS Amsterdam, 20 november 2014 INLEIDING 1. De flex- BV (hoofdlijnen) 2. Kapitaal 3. Aandelen 4. Organen van een BV 5. Algemene

Nadere informatie

Gevolgen invoering van de Flex-BV wetgeving per 1 oktober De statuten moeten het maatschappelijk kapitaal vermelden.

Gevolgen invoering van de Flex-BV wetgeving per 1 oktober De statuten moeten het maatschappelijk kapitaal vermelden. blad -1- Gevolgen invoering van de Flex-BV wetgeving per 1 oktober 2012 Onderwerp Huidige situatie Wijzigingen Flex B.V. Maatschappelijk en minimum kapitaal 1. De statuten moeten het maatschappelijk kapitaal

Nadere informatie

Masterscriptie. Naam student: S. M. Meijer Studentnummer: Plaats en datum: Nigtevecht, september 2014 Scriptiebegeleider: dhr. mr. H.J.

Masterscriptie. Naam student: S. M. Meijer Studentnummer: Plaats en datum: Nigtevecht, september 2014 Scriptiebegeleider: dhr. mr. H.J. Kan een bestuurder een tegenstrijdig belang hebben in de zin van art. 2:239 lid 6 BW bij het doen van de uitkeringstest neergelegd in art. 2:216 lid 2 BW? Masterscriptie Naam student: S. M. Meijer Studentnummer:

Nadere informatie

College NV en BV; Aandelen

College NV en BV; Aandelen College NV en BV; Aandelen Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 23 februari 2010 van 19.00-20.30 uur NV en BV - inleiding 1. De NV is een RP met een of meer op naam of aan toonder

Nadere informatie

Juridisch Document ZORG

Juridisch Document ZORG Juridisch Document ZORG Wanneer ben je als bestuurder van een rechtspersoon in de zorg persoonlijk aansprakelijk? 14 maart 2014 Zorg Zaken Groep Mr. W. Wickering Mr. M.N. Minasian Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen

Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen Het Duitse en Nederlandse recht bepalen de bestuurders aansprakelijkheid vaak vanuit een verschillende invalshoek. Het is moeilijk

Nadere informatie

Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited. [Separaat bijgevoegd]

Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited. [Separaat bijgevoegd] Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited [Separaat bijgevoegd] Bijlage 3 Rechtsvormen Inleiding De keuze voor een juridische vorm van een zelfstandige samenwerkingsorganisatie kent diverse afwegingen. Ze verschillen

Nadere informatie

De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver?

De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver? De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver? Mr M.J.M. Franken en mr B.F. Louwerier 1 Dit artikel is verschenen in de bundel De grenzen opzoekend, het Liber Amicorum Prof. Dr. Mr.

Nadere informatie

Flex BV. Inhoudsopgave

Flex BV. Inhoudsopgave Ò±» Ú» ó¾ª ç ±µ ±¾» îðïî Þ «Ê µ»½ ²»µ ÎÞ Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Reikwijdte publicatie... 4 1.2 Historisch perspectief... 4 1.3 Samenwerking met Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

Nadere informatie

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen)

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen) Advies van de Commissie Vennootschapsrecht inzake de vraagpunten in verband met de voorbereiding van een wetsontwerp over de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht Inleiding 1. De Minister

Nadere informatie

20 - WSNP en het bestuursverbod

20 - WSNP en het bestuursverbod 20 - WSNP en het bestuursverbod Fleur Verburg en Eva Timmermans* Inleiding De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 26 november 2012 een aantal maatregelen aangekondigd om faillissementsfraude effectiever

Nadere informatie

New rules New choices New opportunities. Flex BV en financieringen

New rules New choices New opportunities. Flex BV en financieringen New rules New choices New opportunities Flex BV en financieringen Inleiding Op 1 oktober 2012 wordt de BV vervangen door de Flex BV. De Wet vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht wordt dan

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM JAARRAPPORT 2011 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM Vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 mei 2012. INHOUD 1 INLEIDING 2 JAARREKENING 3 OVERIGE

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

De flexibilisering van het B.V. recht

De flexibilisering van het B.V. recht Seminar De flexibilisering van het B.V. recht 6 juni 2012 Dagvoorzitter: Kees Goeman Sprekers: Dirk School Lisan Vermeer Govert Vorstenbosch Sirik Goeman 1 www.bgadvocaten.nl Bogaerts & Groenen advocaten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Auteur: mr. J.P.D. van de Klift 1 In: Bb 2008, 52 1. Inleiding Nadat in een eerdere aflevering de doelstellingen, karakteristieken en hoofdrolspelers van het nieuwe Voorontwerp

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D CAPITAL BV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

Een half uurtje flex-bv en

Een half uurtje flex-bv en Een half uurtje flex-bv en Eindelijk is het dan zover: sinds 1 oktober jl. is de flex-bv een feit. Daar waar de minister er zelf ruim vijf jaar over heeft gedaan om deze bv-vorm te doorgronden, heeft de

Nadere informatie

De Wet flex-bv De gevolgen voor de aandeelhouder

De Wet flex-bv De gevolgen voor de aandeelhouder ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De Wet flex-bv De gevolgen voor de aandeelhouder Naam: Claudia van der Sar Studentnummer: 330573 Begeleider: Mr. M.P.L. Adriaansen

Nadere informatie

Flex-BV. 1. Inleiding en conclusie

Flex-BV. 1. Inleiding en conclusie Flex-BV 1. Inleiding en conclusie Alweer vijf jaar geleden, namelijk op 31 mei 2007, werd het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (31 058) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

A De DGA als bestuurder

A De DGA als bestuurder Leidraad voor de AA Beroep & Praktijk, A.5.7.5.1.3 De DGA als bestuurder Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: Leidraad AA Beroep & Praktijk A.5.7.5.1.3 Bijgewerkt tot:

Nadere informatie

Flexibele regels inzake uitkeringen: over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid Barneveld, J.

Flexibele regels inzake uitkeringen: over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid Barneveld, J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Flexibele regels inzake uitkeringen: over doorbraak, restitutie & aansprakelijkheid Barneveld, J. Published in: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

FLEX-B.V. TEKST EN TOELICHTING

FLEX-B.V. TEKST EN TOELICHTING FLEX-B.V. TEKST EN TOELICHTING FLEX-B.V. TEKST EN TOELICHTING mr.w.bosse FLEX-B.V. TEKST EN TOELICHTING Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001 LB Amsterdam www.berghauserpont.nl Boekverzorging:

Nadere informatie

Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe bv-recht

Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe bv-recht Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe bv-recht 2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Juridische gevolgen 4 Winstrechtloze en stemrechtloze aandelen 5 Fiscale

Nadere informatie

Flex - BV. prof. mr. P. van Schilfgaarde 23 oktober 2012

Flex - BV. prof. mr. P. van Schilfgaarde 23 oktober 2012 Flex - BV prof. mr. P. van Schilfgaarde 23 oktober 2012 1. Kapitaal (art. 178) Afschaffing minimumkapitaal Maatschappelijk kapitaal optioneel Verplichting nominale waarde gehandhaafd 2. Stemrechtloze aandelen

Nadere informatie

Wat u als ondernemer hoort te weten omtrent de Flex B.V.

Wat u als ondernemer hoort te weten omtrent de Flex B.V. Wat u als ondernemer hoort te weten omtrent de Flex B.V. Sprekers Mr. M.J.G. Kleine Punte Notariskantoor Sprang-Capelle Raadhuisplein 4a Sprang-Capelle J.F. Hettema Hettema Interim Controlling www.hettemainterimcontrolling.nl

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

EIM / Frits Suyver en John Boog 5

EIM / Frits Suyver en John Boog 5 aan Actal datum 5 november 2007 van EIM / Frits Suyver en John Boog pagina's 5 onderwerp Antwoord op aanvullende vragen van Actal m.b.t. studie Kleine ondernemers, hoge lasten Notitie voor ACTAL EIM heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 9

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 9 Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 9 Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de derde nieuwsbrief in 2012 van de praktijkgroep ondernemingsrecht van KienhuisHoving, geheel gewijd aan de Flex- BV. Inleiding

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Bestuurdersaansprakelijkheid Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Mijn achtergrond Associate partner DeNieuweCommissaris Opleiden

Nadere informatie