Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied de Stippelberg bij Milheeze (N. Br.)
|
|
- Ruth Janssen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BIAXiaal 91 Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied de Stippelberg bij Milheeze (N. Br.) H. van Haaster maart 00 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie
2 Colofon Titel: BIAXiaal 91 Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied De Stippelberg bij Miheeze Auteur: H. van Haaster Opdrachtgever: Vereniging Natuurmonumenten, s-graveland ISSN: BIAX Consult en opdrachtgever Correspondentie adres: BIAX Consult Hogendijk AL Zaandam tel: fax:
3 BIAXiaal Inleiding In de gemeente Gemert-Bakel ligt zowel ten oosten als ten westen van de weg Milheeze- Rips het natuurgebied de Stippelberg. Dit voormalige landgoed wordt sinds 1993 beheerd door de Vereniging Natuurmonumenten. In de uiterste zuidoost hoek van het terrein ligt een ven dat door de voormalige eigenaar in het midden van de jaren zeventig, vanwege het regelmatig droogvallen van het ven, door de aanleg van een duiker in verbinding is gebracht met de Snelle loop. Het water in de Snelle loop is, uiteindelijk, afkomstig uit de Maas en derhalve voedselrijk. Door de afzetting van voedselrijk slib is de oorspronkelijke voedselarme vegetatie (met o.a. witte en bruine snavelbies) in het ven langzaam maar zeker verloren gegaan. Tegenwoordig wordt de vegetatie gekenmerkt door planten van voedselrijke milieus zoals grote lisdodde, waterzuring en gele waterkers. Door de aanwezigheid van een kudde Schotse Hooglanders, die sinds eind jaren tachtig het gebied begrazen, is het oorspronkelijke karakter van het ven verder aangetast omdat de dieren vrije toegang tot het ven hebben. De goede vertegenwoordiging van pitrus in het ven is een duidelijke aanwijzing dat het milieu danig uit zijn evenwicht is gebracht. In het huidige beheerplan van de Stippelberg wordt de mogelijkheid overwogen het ven in zijn oorspronkelijke staat te herstellen om zo de flora en fauna die zo kenmerkend is voor voedselarme vennen weer een kans te geven. Het is hiervoor van belang de sterk geëutrofieerde bovenlaag van het in het ven aanwezige veenpakket te verwijderen. De mogelijkheid bestaat echter dat hierdoor het bodemarchief wordt aangetast. In opdracht van de Vereniging Natuurmonumenten is daarom een palynologisch onderzoek verricht naar de maximaal toegestane afplagdikte, zodat bij een eventueel besluit tot afplaggen zo min mogelijk van het relevante bodemarchief verloren gaat. 2. De cultuurhistorische waarde van veenafzettingen Veenbodems in vennen herbergen een belangrijk archief van de geschiedenis van het landschap en de vegetatie. Deze geschiedenis is in het veen vastgelegd in de vorm van fossiel stuifmeel, zaden, mossen, dierlijke resten etc. Met behulp van dit materiaal kan belangrijke informatie over vroegere milieu-omstandigheden en menselijke activiteit worden verkregen. Veel vennen zijn ontstaan in laagten of in zogenaamde pingo-ruïnes uit de (voor)laatste IJstijd. Juist de omgeving van deze locaties blijkt voor de prehistorische mens een grote aantrekkingskracht te hebben gehad. In de directe omgeving van dergelijke vennen zijn daarom vaak sporen van menselijke aanwezigheid terug te vinden. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om vuurstenen gebruiksvoorwerpen, haardkuilen of begravingen. Soms worden ook in de vennen bewust door de mens gedeponeerde gebruiksvoorwerpen gevonden. De studie van de fossiele plantaardige en dierlijke resten in het veen maakt een reconstructie mogelijk van het landschap waarin de prehistorische mens leefde. Het bodemarchief vormt voor de prehistorie zelfs de enige bron van informatie. Daarom dient dat archief zeer zorgvuldig te worden behandeld. Eenmaal verstoord kan het archief immers niet meer worden geraadpleegd. Door onwetendheid over de betekenis van het bodemarchief en door economische noodzaak (veenontginning) is in het nabije verleden veel informatie over milieu-omstandigheden en menselijk handelen verloren gegaan. Inmiddels is wèl bekend dat ven- en veenarchieven van grote wetenschappelijke waarde kunnen zijn. Het beschikbaar houden van voldoende bodemarchief per regio is tegenwoordig een factor die meeweegt bij de besluitvorming in het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur. Dat betekent dat in gevallen waar de aanwezigheid van een paleo-oecologisch archief in de ondergrond waarschijnlijk of zeker is, er deskundig advies ingewonnen wordt voordat er plannen worden gemaakt die zouden
4 BIAXiaal 91 2 leiden tot onherstelbare ingrepen en archief-verlies. Het zuidelijk deel van de Stippelberg (met het ven) is door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek op de lijst van archeologische monumenten geplaatst. Door een uitgebreid verkennend archeologisch onderzoek is namelijk aangetoond dat de omgeving van het ven reeds in de prehistorie door de mens werd bewoond. De oudste vondsten behoren tot de zogenaamde Federmesser-cultuur uit het Laat-Paleolithicum, zo n jaar geleden. Ook in het Vroeg-Mesolithicum, zo n 8500 jaar geleden is het gebied bewoond geweest. De kans is daarom heel reëel dat in het ven informatie ligt opgeslagen over de milieuomstandigheden waarin de prehistorische mens op de Stippelberg heeft geleefd en welke activiteiten er werden ontplooid. 3. Doelstelling van het verkennend palynologisch onderzoek De doelstelling van het pollenonderzoek was het niveau te vinden waarop het van belang geachte paleo-oecologische archief zich in de venbodem bevindt. In overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek is besloten dat het bodemarchief tot en met ca AD intact dient te blijven bij het eventuele afplaggen van de bovengrond. 4. Werkwijze Op is door H. van Haaster (BIAX Consult) in samenwerking met P. van der Aa, T. van den Broek, C. Gilissen en F. Mandigers (allen Vereniging Natuurmonumenten) op drie plaatsen in het ven door middel van een gutsboring een gedeelte van het in het ven aanwezige veen bemonsterd. De locaties van de boringen staan aangegeven op de situatieschets in bijlage 1. De dikte van de veenlaag die werd aangetroffen, bedroeg 28 cm op locatie I, 17 cm op locatie II en 31 cm op locatie III. De gehele profielen zijn tot in de zandige ondergrond bemonsterd. Uit de profielen zijn op 5, 10, 15, en 25 cm diepte, gerekend vanaf het maaiveld, monsters genomen voor pollenonderzoek. De monsters zijn behandeld volgens een in de pollenanalyse gebruikelijke methode om het pollen te scheiden van het overige in het monster aanwezige materiaal. Van elk pollenmonster is uiteindelijk één pollenpreparaat vervaardigd. De preparaten zijn met een doorvallend-lichtmicroscoop bij een vergroting van 400 maal geanalyseerd. Indien nodig zijn determinaties verricht bij een vergroting van 10 maal en/of door middel van fasecontrastmicroscopie. Voor de bepaling van het relatieve aandeel van de verschillende pollentypen is als uitgangspunt een pollensom van bomen en struiken gebruikt. Hierbij is het totaal aantal pollenkorrels van bomen en struiken per monster op 100% gesteld. De percentages van het niet-boompollen, sporen en andere microfossielen zijn berekend op basis van de totale som van bomen en struiken per monster. In het meest linker deel van de diagrammen wordt de verhouding tussen het boompollen (AP) en het niet-boompollen (NAP) weergegeven. In dit diagramdeel is op eenvoudige wijze de openheid van het landschap af te lezen. Uit pollenonderzoek in recente vegetaties is gebleken dat boompollenpercentages van meer dan 70% duiden op de aanwezigheid van een dicht bos in de omgeving van de monsterlocatie. Percentages van minder dan 25% boompollen duiden op een open landschap. Over de algemene vegetatiegeschiedenis van ons land is door eerder verricht palynologisch onderzoek al vrij veel bekend. Omdat de verschillende plantensoorten niet allemaal op de zelfde manier op klimaatsveranderingen reageren, zijn in pollendiagrammen die een relatief lange periode beslaan, karakteristieke elkaar opvolgende vegetatiepatronen zichtbaar. Zo is duidelijk zichtbaar dat de verschillende
5 BIAXiaal 91 3 soorten na afloop van de laatste ijstijd, zo n jaar geleden, niet allemaal tegelijk terug keren in ons land. Op de door het terugtrekkende ijs achtergelaten kale bodem vestigen zich, wat de bomen betreft, eerst berken en dennen. Naarmate de bodem daarvoor geschikter werd en de temperatuur verder steeg, vestigden zich andere soorten in ons land. Zo is van de els bekend dat deze boom zich ca jaar geleden weer in ons land vestigde. De beuk verschijnt pas omstreeks 5000 jaar geleden in het zuiden van ons land voor het eerst, terwijl de haagbeuk pas vanaf het begin van de jaartelling redelijk algemeen in ons land voorkomt. Ook uit de historische tijd is uit schriftelijke bronnen veel bekend over de introductie van allerlei oorspronkelijk uitheemse bomen en kruiden. Deze gegevens kunnen dus gebruikt worden om de verschillende niveaus in een pollendiagram te dateren. 5. Resultaten Bij bespreking van de resultaten wordt voor de duidelijkheid eerst het minst verstoorde veenprofiel besproken. Dit is aangetroffen op locatie III. 5.1 LOCATIE III 5.2 LOCATIE I De resultaten van het pollenonderzoek op deze locatie worden weergegeven in figuur 1. De onderste twee monsters ( en 25 cm onder maaiveld) wordt gekenmerkt door een hoog percentage den (Pinus). Daarnaast, in aanzienlijke lagere percentages, zijn berk (Betula) en hazelaar (Corylus avellana) aanwezig. Blijkbaar speelde dennenbos in de nabije omgeving een belangrijke rol. Vanaf 15 cm diepte neemt het aandeel van berk af en gaan meer warmteminnende soorten een rol in de vegetatie spelen. Als eerste de hazelaar die langzaam maar zeker de den en de berk verdringt, maar ook eik (Quercus), linde (Tilia) en iep (Ulmus) verschijnen als echte warmteminnende soorten. Een dergelijk vegetatiebeeld is kenmerkend voor het Boreaal, een klimaatsperiode tussen ca en geleden. Vanaf 10 cm diepte neemt het aandeel van warmteminnende soorten verder toe. In het bovenste monster, op 5 cm onder het maaiveld, zien we een sterke uitbreiding van els (Alnus) en is het aandeel van den nog maar een fractie van wat het op de diepere niveaus was. Dit niveau is kenmerkend voor het begin van het Atlanticum, ca jaar voor heden. Het begin van deze klimaatsperiode is in veel pollendiagrammen duidelijk te herkennen aan de zogenaamde Pinus-Alnus kruising: de curve van Pinus loopt sterk terug op het moment dat de curve van Alnus stijgt. Het bos in het Atlanticum wordt wel climax bos genoemd. Dit houdt in dat aan het remigratieproces van planten die na afloop van de laatste ijstijd weer terugkeerden, in het Atlanticum een einde komt. Er wordt een evenwicht bereikt tussen vegetatie en klimaat. Het veen aan het oppervlak op locatie III is dus gevormd aan het begin van het Atlanticum. In dit veen is pollen uit veel recentere tijd terechtgekomen. Zo moet de aanwezigheid van het pollen van zilverspar (Abies), beuk (Fagus sylvatica), haagbeuk (Carpinus), boekweit (Fagopyrum), rogge (Secale) en andere granen (Cerealia) worden verklaard. Van de meeste kruiden (Ericales, Rumex hydrolapathum e.a.) bestaat ook het vermoeden dat ze van (sub)recente vegetaties afkomstig zijn en in het vroegatlantische veenoppervlak terecht zijn gekomen. De resultaten van het onderzoek aan dit profiel staan in figuur 2 weergegeven. Het diagram ziet er op het eerste gezicht heel anders uit dan het hierboven besproken diagram van locatie III. Dit wordt vooral veroorzaakt door het hoge percentage wilg (Salix) en een groot aantal kruiden die in de diepere niveaus op locatie III ontbraken.
6 BIAXiaal LOCATIE II Het verloop van de curven van berk, hazelaar, els, eik en iep is echter heel goed vergelijkbaar met locatie III. Het geeft globaal dezelfde vegetatiesuccessie weer en kan derhalve worden geïnterpreteerd als kenmerkend voor Boreaal en vroegatlantisch veen. Het veen in de diepere niveaus is echter vervuild geraakt met recent materiaal. De aanwezigheid van granen, zilverspar, maïs (Cerealia >80 m ) is daarvoor een zeer sterke aanwijzing. Ook de goede vertegenwoordiging van wilg is zeer waarschijnlijk veroorzaakt door indringen van (sub)recent pollen. Op een afstand van ca. 25 m van de monsterlocatie staan acht wilgen waarvan het aangetroffen pollen vermoedelijk afkomstig is. Het is heel goed denkbaar dat het recente pollen door middel van een koeienpoot op de diepere niveaus is terecht gekomen. Op deze locatie heeft het veenpakket de geringste dikte. De monsters uit de diepere zandige niveaus bevatten zeer weinig pollen. Er bestaan bovendien sterke aanwijzingen dat de opbouw van dit profiel sterk is verstoord. In het zand op de diepste niveaus is namelijk pollen aangetroffen dat kenmerkend is voor veel recentere vegetaties dan op grond van de geologische geschiedenis verwacht mag worden. Het gaat om pollen van els, beuk, iep, granen, perzikkruid en maïs. Ook pollen van waterzuring, een plant die aan het huidige oppervlak veel wordt aangetroffen, is in de diepere niveaus aanwezig. Het veenpakket ter plaatse is zeer waarschijnlijk verstoord geraakt door de aanleg of het uitbaggeren van een in het ven aangelegde poel op enige meters afstand van de monsterlocatie. Om deze reden is het profiel niet gedetailleerd geanalyseerd en zijn de resultaten niet in diagramvorm gepresenteerd. 6. Conclusies Uit het pollenonderzoek is duidelijk geworden dat zich aan het oppervlak van het ven veen bevindt dat een vroegatlantische ouderdom heeft (ca jaar voor heden).. Veen van jongere ouderdom is niet aangetroffen. Het ongetwijfeld oorspronkelijk aanwezige jongere veen is zeer waarschijnlijk door veenontginning en/of oxidatie verloren gegaan. Dit betekent dat van de laatste ca jaar ter plaatse geen bodemarchief meer aanwezig is. Het niveau van ca AD kon dan ook niet worden aangetoond. Het vroegatlantische veen is vervuild geraakt met pollen uit het recente verleden. Vanaf 10 cm onder het oppervlak tot aan de zandige ondergrond bevindt zich veen dat in het Boreaal (ca jaar voor heden) gevormd is. Het oudste veen dat is aangetroffen is dus van Boreale ouderdom. Dit veen is synchroon met de vroegmesolitische bewoning die in de nabije omgeving door archeologisch onderzoek is aangetoond. Op locatie III is de oorspronkelijke profielopbouw het best bewaard gebleven. Op beide andere onderzochte locaties is de profielopbouw ernstig verstoord door menselijke en of dierlijke activiteit. Het is zeer waarschijnlijk dat door de indrukken van de poten van de Schotse Hooglanders ook op veel andere plaatsen in het ven de oorspronkelijke profielopbouw ernstig verstoord is. 7. Aanbevelingen Door het pollenonderzoek is vastgesteld dat een groot deel van het oorspronkelijke bodemarchief is verdwenen. Het aan het oppervlak liggende vroegatlantische veen is vervuild geraakt met recent pollen. Hieronder bevindt zich een laagje veen van 15 à cm dat van boreale ouderdom is. Ouder veen is niet aangetroffen. Op twee van de drie onderzochte plaatsen blijkt de profielopbouw ernstig verstoord te zijn. Het is zeer
7 BIAXiaal 91 5 waarschijnlijk dat dit ook op veel andere plaatsen in het ven het geval is. De belangrijkste oorzaak voor de verstoring is menselijke activiteit (graven van vijver en waterloop) en de aanwezigheid van Schotse Hooglanders die sinds eind jaren tachtig het gebied begrazen en vrije toegang tot het ven hebben. De waarde van het aanwezige bodemarchief is hierdoor waarschijnlijk op veel plaatsen sterk verminderd. Op een aantal plaatsen is de verstoring echter beperkt gebleven. Op deze plaatsen is een bodemarchief uit het Boreaal aanwezig dat afgedekt wordt door een dun laagje vroegatlantisch veen dat zich aan het oppervlak in het ven bevindt. Dit veen is vervuild geraakt met recent pollen waardoor de archiefwaarde ervan nihil is. Het laagje heeft echter wel een beschermende bufferwerking ten opzichte van het boreale veen. Afplaggen van dit materiaal zal tot gevolg hebben dat het eronder liggende boreale veen vervuild raakt met recent pollen. Hoewel op veel plaatsen het bodemarchief ernstig is verstoord, kan op sommige plaatsen nog ongestoord boreaal veen worden aangetroffen. Als besloten wordt tot behoud van dit veen, is het aan te bevelen om het aan het oppervlak liggende vroegatlantische veen als een beschermende buffer te laten zitten. Tevens wordt in dat geval geadviseerd geen Schotse Hooglanders of andere grote grazers meer tot het ven toe te laten.
8 Menyanthes trifoliata Typha latifolia Podospora Alisma Lemna Cerealia type >80 mu Galium type Houtskool Totaalpollensom Typha angustifolia Quercus Tilia Ulmus Salix Apiaceae Artemisia Asteraceae Liguliflorae Asteraceae Tubuliflorae Campanula Cerealia type Chenopodiaceae Cyperaceae Dryopteris Ericales Fagopyrum Filipendula Hedera Myrica gale Plantago Poaceae Ranunculus Rumex hydrolapathum Secale Sphagnum Typha angustifolia Houtskool Totaalpollensom Pinus Carpinus Fagus sylvatica Betula Corylus avellana Alnus Abies Figuur 1 Milheeze, Stippelberg Pollendiagram van locatie III AP NAP Diepte in cm onder maaiveld Bomen Overige planten Analyse: H. van Haaster, BIAX Consult ph Carpinus Fagus sylvatica Pinus Quercus Ulmus Salix Fraxinus Apiaceae Artemisia Asteraceae Liguliflorae Asteraceae Tubuliflorae Cerealia type Chenopodiaceae Cirsium Cyperaceae Dryopteris Ericales Equisetum Myrica gale Plantago Poaceae Polygonum persicaria type Ranunculus Rumex hydrolapathum Secale Sphagnum Corylus avellana Betula Alnus Abies Figuur 2 Milheeze, Stippelberg Pollendiagram van locatie II AP NAP Diepte in cm onder maaiveld Bomen Overige planten Analyse: H. van Haaster, BIAX Consult ph
9
10
Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart
BIAXiaal Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart L.I. Kooistra november 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie
Nadere informatieInformatieblad. Week n 17 : van 23 april tot en met 29 april 2018
Informatieblad Week n 17 : van 23 april tot en met 29 april 2018 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel hoofdzakelijk verspreid wordt via insecten,
Nadere informatieInformatieblad. Week 17: van 22 tot en met 28 april 2019
Informatieblad Week 17: van 22 tot en met 28 april 219 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel hoofdzakelijk verspreid wordt via insecten, waardoor
Nadere informatieInformatieblad. Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018
Informatieblad Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018 Wist u dat? In de loop der jaren had het grassentuifmeelseizoen de neiging om vroeger te beginnen in België 1. Ook in 2018 volgt de bevestiging
Nadere informatiePalynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput in Heiloo
Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput in Heiloo RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 594 JUNI 2012 H. VAN HAASTER Colofon Titel: BIAXiaal 594 Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput
Nadere informatieInformatieblad. Week 22: van 27 mei tot en met 3 juni Enkele nuttige wenken voor personen met een allergie voor grassen:
Informatieblad Week 22: van 27 mei tot en met 3 juni 219 Enkele nuttige wenken voor personen met een allergie voor grassen: Volg in de eerste plaats de aanbevelingen en de behandelingen die door uw arts
Nadere informatieEes-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen
Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 511 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal 511 Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen
Nadere informatieBijlage III. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage III Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch bureauonderzoek 1017 10 woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught 11-6-2013 Bijlage III van X 5222
Nadere informatieQuickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad
Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder
Nadere informatieInformatieblad. Week 13: van 25 tot en met 31 maart 2019
Informatieblad Week 13: van 25 tot en met 31 maart 219 Stuifmeel momenteel in de lucht : Betula spp. (Berk) Carpinus betulus (Haagbeuk) Wekelijkse resultaten van de stuifmeel- en schimmelsporentellingen
Nadere informatieHoutskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul
Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 684 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN Colofon Titel: BIAXiaal 684 Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven
Nadere informatieInformatieblad. Week 12: van 18 tot en met 24 maart 2019
Informatieblad Week 12: van 18 tot en met 24 maart 219 Stuifmeel momenteel in de lucht : Betula spp. (Berk) Carpinus betulus (Haagbeuk) Salix spp. (Wilg) Wekelijkse resultaten van de stuifmeel- en schimmelsporentellingen
Nadere informatieSamenvatting Dit proefschrift gaat over de geschiedenis van prehistorische grafheuvellandschappen in Midden- en Zuid-Nederland, gereconstrueerd door middel van palynologisch onderzoek (onderzoek met behulp
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieAIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk
AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 18: van 1 mei tot en met 7 mei 2017 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel
Nadere informatieBijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden
Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen
Nadere informatieVeenvorming gedurende het Midden- Pleniglaciaal in het Groot Huisven
Veenvorming gedurende het Midden- Pleniglaciaal in het Groot Huisven RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 543 November 2011 Marjolein van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 543 Veenvorming gedurende het Midden-Pleniglaciaal
Nadere informatieNieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.
Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Medio 2015 heeft een graafmachine een grote kuil gegraven onderaan het talud op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan (zie onderstaande
Nadere informatieBotanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht
BIAXiaal 334 Botanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht H. van Haaster K. Hänninen September 2007 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau
Nadere informatieDE IJSTIJD IN NEDERLAND door DR. AART BROUWER
DE IJSTIJD IN NEDERLAND door DR. AART BROUWER Sinds jaar en dag zijn wij vertrouwd met het denkbeeld dat een twee honderdduizend jaar geleden de voet van het Scandinaafse landijs zich tot over de noordelijke
Nadere informatieAverboodse Baan (N165), Laakdal
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota
Nadere informatieInventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer
Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk Controleur: Ruud Dingerdis, Gecontroleerd op 07-08-2014 European Treeworker Hoek Hoveniers Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk
Nadere informatieAdviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap
Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding
Nadere informatieOnderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken
BIAXiaal 398 Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken K. Hänninen Maart 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische
Nadere informatieHoutskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)
Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van
Nadere informatieArcheo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de aanleg van een verbindingsriolering te Bilzen
Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de aanleg van een verbindingsriolering te Bilzen Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de
Nadere informatieZadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat
BIAXiaal 340 Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat K. Hänninen Oktober 2007 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische
Nadere informatie8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas
QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.
Nadere informatieInformatieblad. Week 11: van 11 maart tot en met 17 maart 2019
Informatieblad Week 11: van 11 maart tot en met 17 maart 2019 Allergieverwekkend stuifmeel momenteel in de lucht : Alnus spp. (els) Betula spp. (berk) Wekelijkse resultaten van de stuifmeel- en schimmelsporentellingen
Nadere informatieArcheologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle
Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)
Nadere informatiePollenonderzoek aan een veenlaag onder een twaalfde-eeuwse terp in Krommenie
Pollenonderzoek aan een veenlaag onder een twaalfde-eeuwse terp in Krommenie RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 533 September 2011 M. van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 533 Pollenonderzoek aan een veenlaag
Nadere informatiePollenonderzoek aan een kuil- en potvulling uit de IJzertijd uit het plangebied Waterlaat te Bergeijk
Pollenonderzoek aan een kuil- en potvulling uit de IJzertijd uit het plangebied Waterlaat te Bergeijk RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 626 NOVEMBER 2012 F. VERBRUGGEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal
Nadere informatieInformatieblad. Week 24: van 10 tot en met 16 juni 2019
Informatieblad Week 24: van 1 tot en met 16 juni 219 Wist u dat? De brandnetelfamilie bestaat uit 4 soorten in België: 2 soorten brandnetels en 2 soorten glaskruid. Het brandnetelstuifmeel lijkt geen grote
Nadere informatieArcheologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen
Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :
Nadere informatieInformatieblad. Week 25: van 17 tot en met 23 juni 2019
Informatieblad Week 25: van 17 tot en met 23 juni 219 Wist u dat? Cladosporium is een kosmopolitische schimmel, die vaak voorkomt op verwelkte planten en op organische overblijfselen in ontbinding. Bij
Nadere informatieArcheologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68
Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710
Nadere informatieRAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)
RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw
Nadere informatiePalaeo-ecologisch onderzoek aan plaggen uit de wal van de Karolingische Ringwalburg van Domburg
BIAXiaal 148 Palaeo-ecologisch onderzoek aan plaggen uit de wal van de Karolingische Ringwalburg van Domburg D. van Smeerdijk November 2002 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische
Nadere informatieAIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk
AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 17: van 24 april tot en met 30 april 2017 Wist u dat? De witte pluisjes die de laatste tijd in de lucht ronddwarrelen zijn geen
Nadere informatieN76, Zwartberg, gemeente Genk
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota
Nadere informatieDEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN
Gent UZ Parking De Pintelaan 43 DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN 1. Gemotiveerd advies voor het al dan niet moeten nemen van maatregelen Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek kan een advies
Nadere informatiePapendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.
1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.
Nadere informatieHeteren-Melkweide ecologisch bezien
BIAXiaal 39 Heteren-Melkweide ecologisch bezien Plantaardige en dierlijke resten uit een geulvulling bij een prehistorische nederzetting H. van Haaster augustus 1997 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau
Nadere informatieHout uit een Romeins castellum te Leiden-Roomburg
BIAXiaal 492 Hout uit een Romeins castellum te Leiden-Roomburg K. Hänninen April 2010 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie Colofon Titel:
Nadere informatieHout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland)
Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 602 JULI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 602 Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg
Nadere informatieinfo@copijn.nl Inhoud 1 2 3 4 1 2 1 De Richtlijnen NVTB Versie 2013 kunnen gedownload worden van de site www.boomtaxateur.nl. 2.3.1 Waardecategorie A 2.3.2 Waardecategorie B 2.3.3 Waardecategorie C
Nadere informatieAanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk
Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek
Nadere informatieInformatieblad. Week n 24 : van 11 juni tot en met 17 juni 2018
Informatieblad Week n 24 : van 11 juni tot en met 17 juni 2018 Wist u dat? Op het eiland Madeira (Portugal), een populaire vakantiebestemming dankzij zijn aangenaam klimaat en rijke flora, worden in de
Nadere informatiePollenonderzoek aan een beekdal in Breda (Princenhagelaan- Procureursdreef)
Pollenonderzoek aan een beekdal in Breda (Princenhagelaan- Procureursdreef) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 575 Februari 2012 Marjolein van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 575 Pollenonderzoek aan een beekdal
Nadere informatieLandschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD
LIGGING Het plangebied is gelegen ten noorden van de kern Mariahoop. Rond 1900 was het gebied grotendeels nog bekend als heide. De veldweg in het centrum van het gebied was rond 1900 reeds aanwezig. Het
Nadere informatiePalynologisch onderzoek aan enkele grondsporen van een vindplaats uit de IJzertijd- Romeinse tijd in Heeswijk-Dinther (NB)
Palynologisch onderzoek aan enkele grondsporen van een vindplaats uit de IJzertijd- Romeinse tijd in Heeswijk-Dinther (NB) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 502 08 december 2010 H. van Haaster Colofon Titel:
Nadere informatieCultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder
Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst
Nadere informatieLocatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag
Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.
Nadere informatieBert Dijkstra. Pingo Programma Drenthe, Beheer en beleid; 23 november VBNE
Bert Dijkstra Pingo Programma Drenthe, Beheer en beleid; 23 november VBNE Aanleiding Pingoruïnes hebben diverse functionaliteiten; - Belangrijkste functies zijn natuur en agrarisch met een eigen focus
Nadere informatiePalynologisch onderzoek aan een waterkuil uit de Romeinse tijd van de vindplaats Sleidinge-Polenstraat (Oost- Vlaanderen)
Palynologisch onderzoek aan een waterkuil uit de Romeinse tijd van de vindplaats Sleidinge-Polenstraat (Oost- Vlaanderen) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEURS 529 augustus 2011 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal
Nadere informatieArcheologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat
Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een
Nadere informatiePagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn
Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016
Nadere informatieUniversity of Groningen
University of Groningen Palynologisch onderzoek aan de pingo-ruïne FRCP2-10 (Hurdegaryp; gemeente Tytsjerksteradiel; provincie Frieslân) Talebi Seyyedsaran, T.; Raemaekers, D. C. M. ; Cappers, R. T. J.;
Nadere informatieCursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.
Cursus herkennen bomen en struiken i.o.v. Wat moet je meenemen? Bomen staan soms verder van de openbare weg. Twijgen, knoppen en bladeren zitten soms vrij hoog om details te zien. Zorg dat je een verrekijker
Nadere informatieRAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding
RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische
Nadere informatieBijlage 4 Archeologisch onderzoek
39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:
Nadere informatie4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieRMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding
RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg
Nadere informatieFiguur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen
Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke
Nadere informatieAIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk
AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 13: van 27 maart tot en met 2 april 2017 Wist u dat? De jaarlijkse stuifmeelproductie van de bomen hangt af van het weer tijdens
Nadere informatieAIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk
AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 1 tot en met 10 : van 01 januari tot en met 11 maart 2018 In 2018 telt het Belgisch aerobiologisch surveillancenet 5 inzamelstations
Nadere informatieProjectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.
Projectteam Groen Advies Van Haeringenplantsoen Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H. van Atten 1 Colofon Titel Opdrachtgever Van Haeringenplantsoen inventarisatie
Nadere informatieBotanisch onderzoek op een archeologische vindplaats te Eindhoven-Blixembosch (IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd)
Botanisch onderzoek op een archeologische vindplaats te Eindhoven-Blixembosch (IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 577 Maart 2012 H. VAN HAASTER & K. HÄNNINEN Colofon Titel:
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatiememo Locatiegegevens: Inleiding
memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)
Nadere informatieArcheologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa
Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch
Nadere informatieQuick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand
Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De
Nadere informatieBetreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).
Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in
Nadere informatieDe historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Martijn Boosten & Patrick Jansen
De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten Martijn Boosten & Patrick Jansen Wageningen, mei 009 Boosten, M., Jansen, P. De historische
Nadere informatieplantenkennis loofbomen
plantenkennis loofbomen Colofon Auteurs Jan van Driel Redactie Evelien Delhez Beeld Ontwikkelcentrum, Jan van Driel Ontwerp omslag & opmaak binnenwerk Buro Gom, Jeroen Reith Inleiding Het leren herkennen
Nadere informatiePalynologisch onderzoek aan een bodemprofiel bij Lalleweer-Kobeetjedraai (gem. Delfzijl)
Palynologisch onderzoek aan een bodemprofiel bij Lalleweer-Kobeetjedraai (gem. Delfzijl) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 507 februari 2011 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal 507 Palynologisch onderzoek
Nadere informatieEEN FOSSIEL BOS BIJ ZOETERWOUDE UIT HET BEGIN VAN ONZE JAARTELLING
EEN FOSSIEL BOS BIJ ZOETERWOUDE UIT HET BEGIN VAN ONZE JAARTELLING De graafwerken, verricht voor de aanleg van een nieuwe verkeersweg ten oosten van Leiden, brachten in de loop van een groot aantal stammen
Nadere informatieDe historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Concept
De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten Concept Martijn Boosten & Patrick Jansen Wageningen, april 009 Boosten, M., Jansen, P.
Nadere informatieARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS
ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS Nota bij de onderzoeksresultaten van de archeologische begeleiding van werken te Antwerpen-Wilrijk, Boomsesteenweg (lkea) - FASE 1 (tussentijds verslag 14/04/11) Nick Van Liefferinge
Nadere informatieInheemse boomsoorten?
R. Peteïs, Vakgroep Bosbouw, Landbouwuniversiteit Wageningen Inheemse boomsoorten? In bosbeheer wordt steeds meer teruggegrepen op inheemse boomsoorten voor de ontwikkeling van meer natuurlijke en stabielere
Nadere informatieGrondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006).
Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006). Van 16 t/m 18 oktober 2006 is door Medusa Explorations bv uit Groningen in opdracht van Rijkswaterstaat een bodemonderzoek uitgevoerd in de duinen
Nadere informatieInspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda
*OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek
Nadere informatiegroenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN
groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015 opdrachtgever De Maaihoeve B.V. contactpersoon A.G.J.T. van Veluw documentstatus definitief documentversie 3 datum 10-02-2016 projectnummer
Nadere informatieVrij uit te kiezen van struikvorm 175/200 tot multistam 1000/+ Omschrijving + gebruik :
Omschrijving + gebruik : Deze e soorten zijn in hoge mate aangepast aan ons klimaat en omgeving. Naast het feit dat ze belangrijk zijn voor vele organismen, zijn de aangeprezen soorten zeer vorstresistent,
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieKleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015
Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten Astrid Withagen 12 juni 2015 Inhoud Even voorstellen Waarom een risico Bestrijding de theorie Tiengemeten Bestrijding de praktijk Inzicht in vindplaatsen en bestrijding
Nadere informatiePaleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar
Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 580 maart 2012 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal 580 Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag
Nadere informatieDe weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel
De weg terug Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel Kerkepaden in Bakel De buurtschap Geneneind was en is gescheiden van het dorp en de kerk van Bakel door een strook dekzanden en
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554
Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).
Nadere informatieNatuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1
Nadere informatieHet is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.
Document: Archeologische Quickscan (versie 2) Plangebied: Westeinde 310a, Berkhout, gemeente Koggenland Adviesnummer: 15034 Opsteller: J.T. Verduin & C.M. Soonius (senior-archeoloog) Datum: 10-07-2015
Nadere informatieADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen
ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen CATTRYSSE A., CLAEYS S., JANSSENS D. & PIETERS H. Colofon Uitgever ADEDE
Nadere informatieArcheologische MonumentenZorg
Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan
Nadere informatieBuro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver
Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2015 Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5 Historische verkenning en waardering vijver J. van Suijlekom,
Nadere informatieSLEUTELWOORDEN: paleo-ecologie, veensequentie, Holoceen, Beneden Scheldepolders
Paleo-ecologisch onderzoek van een Holocene sequentie uit het Deurganckdok te Doel (Wase Scheldepolders, Noord-België) Vanessa Gelorini, Elie Verleyen, Cyriel Verbruggen Universiteit Gent Lieselotte Meersschaert
Nadere informatieDriebergen-Rijsenberg onderzoeksgebied Bloemenheuvel
344 Driebergen-Rijsenberg onderzoeksgebied Bloemenheuvel Landschap en landgebruik in de IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd, op basis van botanisch onderzoek D.G. v. Smeerdijk L.I. Kooistra Mei 2008
Nadere informatie