Kenmerk: /

Transcriptie

1 1 Kenmerk: / Heden, * tweeduizend zestien, verscheen voor mij, mr. Albert Berend Volders, notaris met plaats van vestiging Grootegast: de heer Antonius Jasper Cornelis van Pelt, geboren te Rijswijk op zes januari negentienhonderd zesenveertig, wonende te 9863 PW Doezum, Houtsingel 14, gehuwd, paspoort met kenmerk NU490BP33; - te dezen handelende als voorzitter van de stichting: Stichting Westerwijs, statutair gevestigd te Marum, kantoorhoudende te 9363 AN Marum, Wendtsteinweg 6/8 (correspondentieadres Postbus 46 te 9363 ZG Marum), ingeschreven in het daarvoor bestemde register bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer , handelende ter uitvoering van na te noemen besluit en als zodanig de stichting te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigende. INLEIDING De comparant, handelende als gemeld, verklaarde dat de stichting is opgericht op twintig november tweeduizend acht bij akte voor mij verleden. De statuten zijn nadien nog gewijzigd bij akte op dertig november tweeduizend elf voor een waarnemer van mij verleden. Thans heeft het bestuur van de stichting, vooruitlopende op een fusie met de stichting Stichting Penta Primair, gevestigd te Grootegast, besloten om de statuten van de stichting algeheel gewijzigd opnieuw vast te stellen, welke wijziging met name beoogd het invoeren van een Raad van Toezicht-model (hetgeen door genoemde fusiepartner reeds eerder is ingevoerd). De statutenwijziging die het mogelijk maakt om een Raad van Toezicht te vormen heeft tevens een zelfstandige betekenis voor het bestuur van de stichting Westerwijs, ook in het geval er geen besturenfusie komt met de stichting Penta Primair. Een afschrift uit de notulen van de desbetreffende vergadering is aan deze akte gehecht. In deze vergadering is de comparant aangewezen om een en ander verder te effectueren. UITVOERING Ter uitvoering van het vorenstaande verklaarde de comparant, handelende als gemeld, dat de statuten voortaan luiden zoals hierna omschreven. STATUTEN Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Westerwijs. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Marum en wordt hierna ook genoemd Stichting.

2 Begripsbepalingen Artikel 2 a. gemeente: de gemeenten die de instandhouding van de openbare scholen hebben overgedragen aan de Stichting, zijnde deze gemeenten alle gemeenten in het Westerkwartier, thans de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn; b. de raden: de gemeenteraden van de sub a bedoelde gemeenten; c. de scholen: de scholen in de sub a genoemde gemeenten, die onder het bevoegd gezag van de Stichting vallen; d. het bestuur: de directeur-bestuurder van de Stichting; e. de raad van toezicht: het intern toezichthoudend orgaan. Doel en middelen Artikel 3 De Stichting heeft ten doel het geven van openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 van de Wet op het primair onderwijs (hierna ook te noemen: WPO). Om het doel te verwezenlijken kan de Stichting gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn. Duur en boekjaar Artikel 4 1. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. 2. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Organisatie van de Stichting Artikel 5 1. De Stichting kent een directeur-bestuurder, zijnde het bestuur in de zin van de wet, hierna te noemen: 'bestuur'. 2. De Stichting kent als toezichthoudend orgaan een raad van toezicht, zoals hierna verder omschreven. 3. De Stichting kan commissies hebben. 4. De raad van toezicht houdt (met name) toezicht dan wel de (gemeente)raden voor zover de wet dat met zich meebrengt. Bestuur Artikel 6 1. Het bestuur wordt benoemd voor de duur van de aanstelling. 2. De raad van toezicht benoemt, schorst en ontslaat het bestuur zoals hierna verder omschreven. Benoeming geschiedt op grond van een vooraf vastgestelde benoemingsprocedure, waarbij is voorzien in de betrokkenheid van werknemers en ouders. 2

3 3. Bij de benoeming van het bestuur wordt verder gelet op diverse facetten die de aandacht van het bestuur vragen waarbij rekening gehouden wordt met de algemene bestuurlijke kwaliteiten en de affiniteit met de doelstelling van de Stichting. De aandachtspunten met betrekking tot de gevraagde deskundigheid en achtergrond van het bestuur worden in algemene zin vastgesteld door de raad van toezicht in een profielschets en de raad van toezicht kan deze te allen tijde desgewenst aanvullen casu quo wijzigen. 4. Personen in dienst van de Stichting kunnen niet het bestuur zijn. De functie van het bestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de GMR van de Stichting. 5. Het bestuur mag niet: a. als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van Stichting dan wel ten behoeve van een wederpartij van de Stichting; b. bestuurder zijn van een van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn; c. als gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de Stichting; d. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de Stichting of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg; e. als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de Stichting als bedoeld in onderdeel f; f. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: I. het aannemen van werken behoeve van de Stichting; II. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de Stichting; III. het doen van leveranties aan de Stichting; IV. het verhuren van (on)roerende zaken aan de Stichting; V. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de Stichting; VI. het van de Stichting verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; VII. het huren van de Stichting. 6. Het bestuur kan te allen tijde door de raad van toezicht worden geschorst. Deze schorsing vervalt indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit 3

4 tot opheffing of handhaving van de schorsing, eventueel gevolgd door ontslag als hierna bedoeld. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. Het bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering van de raad van toezicht waarin de schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan het zich doen bijstaan door een raadsman. 7. De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd het bestuur te ontslaan. Het bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich ten overstaan van de raad van toezicht te verantwoorden en kan zich daarbij doen bijstaan door een raadsman. 8. Het bestuur defungeert voorts: a. door zijn overlijden; b. door vrijwillig aftreden (bedanken); c. door zijn ontslag door de rechtbank; d. door het verstrijken van de duur van zijn arbeidsovereenkomst; e. door zijn persoonlijk faillissement of wanneer de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing wordt verklaard, door zijn ondercuratelestelling of indien zijn vermogen onder bewind wordt gesteld als gevolg van zijn geestelijke toestand. 9. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 10. De raad van toezicht is belast met het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden, bezoldiging en kostenvergoedingen van het bestuur. Taak en bevoegdheden bestuur Artikel 7 1. Het bestuur is belast met het besturen van de Stichting. Het bestuur richt zich bij dit besturen naar het belang van de Stichting, het belang van de scholen en het belang van de samenleving. 2. Het bestuur heeft alle taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze statuten of de wet aan anderen zijn toegekend. 3. Het bestuur stelt jaarlijks, na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en na overleg met de gemeenteraden de begroting van de Stichting vast. 4. Het bestuur formuleert de missie en concrete doelstellingen van de scholen, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij de scholen zijn betrokken en rekening houdend met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt. Het bestuur legt in het jaarverslag verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde missie en 4

5 doelstelling worden gehaald. 5. De Stichting doet jaarlijks aan de gemeenteraden van de gemeenten waarin de scholen zijn gelegen verslag van de werkzaamheden voor wat betreft het openbaar onderwijs, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekend gemaakt. 6. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder met name ook begrepen het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of tot zekerheidstelling van een schuld van een derde verbindt. De besluiten als hiervoor bedoeld behoeven evenwel de goedkeuring van de raad van toezicht; het ontbreken van deze goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid niet aan. 7. Voorts heeft het bestuur voorafgaande goedkeuring nodig van de raad van toezicht voor het nemen van besluiten met betrekking tot: a. het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten die niet binnen de begroting zijn opgenomen en waarvan het belang meer bedraagt dan een door de raad van toezicht vastgesteld en aan het bestuur meegedeeld bedrag of waarde; b. vaststelling en wijziging van het strategisch beleidsplan; c. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen ook kort tijdsbestek; d. ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers in dienst van de Stichting; e. een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling; f. het doen van een voorstel tot fusie, opheffing of afsplitsing van scholen; g. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de Stichting of scholen; h. het vaststellen van de jaarrekening; i. het goedkeuren van de begroting. 8. De raad van toezicht stelt het bestuursreglement vast, na voorafgaand overleg met het bestuur. Dit reglement mag niet in strijd zijn met de wet of deze statuten. De raad van toezicht kan in dit reglement bepalen dat andere dan de in de beide voorafgaande leden genoemde 5

6 besluiten aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht worden onderworpen. 9. Het functioneren van het bestuur wordt periodiek door de raad van toezicht beoordeeld. Werkwijze/taakverdeling Artikel 8 1. Het bestuur neemt grotere besluiten (als hierna bedoeld) in een vergadering waarbij de raad van toezicht ook aanwezig is. Deze vergaderingen zijn openbaar, voor zover hierna niets anders is bepaald. 2. Het bestuur kan -gemotiveerd per agendapunt- beslissen dat de openbaarheid tegen het belang van de stichting is of een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van personen oplevert. De opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling aanwezig waren als door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het bestuur de geheimhouding opheft. 3. Door de raad van toezicht wordt een reglement opgesteld waarin wordt geregeld welke besluiten als grotere besluiten worden aangemerkt. 4. Het bestuur regelt voorts zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement. Dit reglement mag niet in strijd zijn met de wet en deze statuten, en dient vooraf te worden goedgekeurd door de raad van toezicht. 5. Het bestuur, alsmede elk lid van de raad van toezicht, is bevoegd een vergadering als bedoeld in lid 1 bijeen te roepen. 6. De bijeenroeping van de vergaderingen als bedoeld onder lid 1 geschiedt schriftelijk op een termijn van tenminste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen kan de termijn van de oproeping worden beperkt tot tenminste vierentwintig uur. De vergaderingen worden gehouden ten kantore van de stichting in Marum. Indien wordt gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen. 7. Voor besluiten die niet vallen onder de categorie "grotere besluiten" kan ook op andere wijze dan in een vergadering door het bestuur een besluit worden genomen. Van elk buiten de vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering als bedoeld in lid 1, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. 6

7 8. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur met de raad van toezicht worden notulen gehouden door de daartoe door het bestuur aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of de eerstvolgende vergadering en door de voorzitter van de vergadering ondertekend. 9. De raad van toezicht kan de in lid 1 bedoelde vergadering ook gebruiken om zelf besluiten te nemen. Vertegenwoordiging Artikel 9 1. Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte, voor zover niet uit de wet anders voortvloeit. 2. Het bestuur kan besluiten tot verlening van volmacht aan derden om de Stichting binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen. Raad van toezicht Artikel Onverminderd het bepaalde ten aanzien van de gemeenteraad in deze statuten en de wet is het toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting opgedragen aan een raad van toezicht. Deze raad van toezicht bestaat uit door de raad van toezicht zelf vast te stellen aantal van tenminste vijf natuurlijke personen. 2. De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de (gemeente)raden, met dien verstande dat tenminste een derde, maar niet meer dan de helft, van de leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders, één lid wordt benoemd op bindende voordracht van de GMR, en de overige leden worden benoemd op voordracht van de raad van toezicht. De raden kunnen gemotiveerd besluiten een door de raad van toezicht voorgedragen lid niet te benoemen. De raad van toezicht dient dan een andere voordracht te doen. De raden zijn niet bevoegd leden van de raad van toezicht te benoemen die niet zijn voorgedragen. 3. De voordracht geschiedt met inachtneming van een door de raad van toezicht opgestelde profielschets waarin de noodzakelijke competenties van de raad van toezicht en de afzonderlijke leden van de raad van toezicht worden omschreven. De GMR heeft een adviesrecht ten aanzien van de profielschets voor de leden van de raad van toezicht. De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van vier (4) jaar. Aftreden geschiedt volgens een door de raad van toezicht op te stellen rooster van aftreden. Een volgens rooster 7

8 aftredend lid van de raad van toezicht is onmiddellijk herbenoembaar. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk. De in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. 4. De raad van toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan. 5. Eventuele bezoldiging van de leden van de raad van toezicht en onkostenvergoedingen aan het bestuur en leden van de raad van toezicht geschieden op basis van een door de raad van toezicht vastgesteld en op hoofdlijnen in het jaarverslag openbaar gemaakt reglement. Jaarlijks wordt door het bestuur uitdrukkelijk in de jaarrekening verwoord welke bedragen op grond van deze regeling zijn uitgegeven. 6. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de Stichting die deze mocht verlangen. De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en doen nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de Stichting; het door de raad van toezicht aangewezen lid van de raad heeft te allen tijde toegang tot alle bij de Stichting in gebruik zijnde ruimten en terreinen. 7. De raad van toezicht kan zich voor rekening van de Stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door een of meer deskundigen. 8. Een lid van de raad van toezicht defungeert: a. door zijn overlijden; b. door vrijwillig aftreden (bedanken); c. door het verstrijken van de termijn vermeld in het rooster van aftreden; d. door zijn ontslag verleend door de rechtbank; e. door zijn ontslag hem verleend door de raad van toezicht bij besluit genomen met algemene stemmen van de in functie zijnde leden van de raad van toezicht met uitzondering van het betrokken lid van die raad; f. door het verstrijken van de duur van de zittingstermijn indien geen herbenoeming plaatsvindt; g. door zijn persoonlijk faillissement of wanneer de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing wordt verklaard, door zijn ondercuratelestelling of indien zijn vermogen onder bewind wordt gesteld als gevolg van zijn geestelijke toestand. 8

9 9. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad van toezicht houdt zijn bevoegdheden, voor zover de raad van toezicht bestaat uit minimaal drie leden. Bij ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of van het enige (overgebleven) lid worden de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht waargenomen door de perso(o)n(en) die daartoe door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de Stichting statutair is gevestigd, op verzoek van een of meer belanghebbende(n) is of word(t)(en) aangewezen. 10. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de Stichting, het belang van de scholen en dat van de samenleving. Raad van toezicht; werkwijze Artikel In de vergaderingen van de raad van toezicht heeft ieder lid een stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 2. De raad van toezicht kan op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan aangenomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten de vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. 3. Elk lid van de raad van toezicht is gelijkelijk bevoegd een vergadering van de raad van toezicht bijeen te roepen. 4. De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad van toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur. De vergaderingen worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur in de gemeente waar de Stichting is gevestigd en kantoor houdt, te bepalen door degene die de vergadering bijeen riep casu quo deed roepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan de raad van toezicht niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige leden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te 9

10 verzetten. 5. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid van de raad van toezicht ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Eén lid van de raad van toezicht kan slechts één medelid ter vergadering vertegenwoordigen. 6. De voorzitter van de raad van toezicht leidt de vergaderingen van de raad van toezicht; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 7. De voorzitter van de raad van toezicht bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergadering worden gehouden, met dien verstande, dat indien één of meer leden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden. 8. Het door de voorzitter van het bestuur ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 9. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter van de raad van toezicht aangewezen persoon. De notulen worden vastgelegd in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter dan wel degene die als voorzitter van de vergadering heeft gefungeerd ondertekend. Financiën en verslaglegging Artikel Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. Het bestuur biedt jaarlijks vóór een december een ontwerp van de begroting met toelichting voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten en voor een april een ontwerp van de rekening over het afgelopen jaar van de Stichting ter overleg aan de raden aan. De rekening gaat vergezeld van een verslag van een door de raad van toezicht, op voordracht van het bestuur, aangewezen registeraccountant dat, behalve de verklaring bij de rekening, bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid. 3. Na het overleg als bedoeld in het voorgaande lid (dan wel indien dit overleg niet binnen zes weken na de aanbieding als bedoeld in het voorgaande lid heeft plaatsgevonden) stelt het bestuur, na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht, de begroting vast. Eenzelfde procedure wordt gevolgd met betrekking tot de vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening. 10

11 4. Indien de raden niet eensluidend (unaniem) zijn ten aanzien van de uitkomst van het overleg als in de voorgaande leden van dit artikel bedoeld, volgt er nader overleg tussen de portefeuillehouders onderwijs. Indien een hernieuwd oordeel door de betreffende raad (raden) geen oplossing biedt voor unanimiteit in uitkomst, wordt er een onafhankelijke commissie ingesteld, die een bindend advies ter zake uitbrengt. 5. Het bestuur brengt jaarlijks, samen met de jaarrekening, verslag uit over zijn werkzaamheden aan de raden. Het bestuur besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekend/openbaar gemaakt. Huishoudelijk reglement Artikel 13 Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de Stichting worden door het bestuur geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met deze statuten of de wet. Het huishoudelijk reglement behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. Commissies Artikel Het bestuur dan wel de raad van toezicht kan al dan niet uit zijn midden commissies instellen, die onder verantwoordelijkheid van het instellend orgaan belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het instellend orgaan behoren. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het instellend orgaan. 2. Bij reglement kunnen regels voor de werkwijze en samenstelling van de commissies worden vastgelegd. Statutenwijziging Artikel Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot statutenwijziging is voorts onderworpen aan instemming van de raden. 2. Is de vergadering van de raad van toezicht waarin een goedkeuringsbesluit tot statutenwijziging aan de orde is niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het goedkeuringsbesluit kan worden genomen, ongeacht het aantal aanwezigen. 11

12 3. Bij de oproeping tot vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken. 4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Het bestuur is bevoegd deze akte te doen verlijden. 5. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledig doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen bij het handelsregister. Ontbinding en vereffening Artikel Het bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot ontbinding is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de raden. De raden kunnen hun goedkeuring aan een ontbinding slechts onthouden indien de overheersende invloed van de overheid niet is verzekerd. Het bepaalde in het vorige artikel lid 2 van deze statuten is van overeenkomstige toepassing op een goedkeuringsbesluit van de raad van toezicht tot ontbinding van de Stichting. 2. Tenzij de raad van toezicht anders besluit, is het bestuur met de vereffening belast. 3. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het desbetreffende handelsregister. 4. De raad van toezicht stelt de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast, met de voorwaarde dat de bestemming conform het doel van de Stichting is. 5. Na de ontbinding blijft de Stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen is vereist. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de Stichting worden toegevoegd de woorden in liquidatie. 6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan het handelsregister. 12

13 Juridische fusie en splitsing Artikel Het bestuur is bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische splitsing van de Stichting. Een dergelijk besluit is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. 2. Een besluit tot juridische fusie waarbij de Stichting verdwijnt is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de raden. Een besluit tot fusie waarbij de Stichting als verkrijgende rechtspersoon optreedt is niet onderworpen aan zodanige goedkeuring. 3. Een besluit tot juridische splitsing van de Stichting ten gevolge waarvan de instandhouding van een door de Stichting in standgehouden school overgaat naar een andere rechtspersoon dan de Stichting, is onderworpen aan de goedkeuring van de raden; andere besluiten tot juridische splitsing niet. Overgangs- en slotbepalingen Artikel In alle gevallen de Stichting betreffende waarin deze statuten niet voorzien, beslist de raad van toezicht. 2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt, waaronder berichten begrepen. SLOT De comparant is mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE is verleden te Grootegast op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte en een toelichting daarop aan de comparant, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de comparant ondertekend en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend. 13