Verslag van informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen langs het Oude Maasje en de Capelsche Haven op 21 juni 2016

Transcriptie

1 Verslag van informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen langs het Oude Maasje en de Capelsche Haven op 21 juni 2016 Plaats Notulist : Zalencentrum Zidewinde te Sprang-Capelle : Marieke Pfaff Welkom Namens het waterschap heet Huub Hieltjes, lid van het dagelijks bestuur, de aanwezigen welkom. Hij vertelt waarom we bijeen zijn voor het project Verbetering Regionale Keringen, deelgebied Boezemkades en licht de taken van het waterschap op het gebied van waterveiligheid toe. Wat is waterveiligheid? Naast schoon water, voldoende water, gezonde natuur en bevaarbare rivieren is een van de kentaken van waterschap Brabantse Delta droge voeten. Dit houdt aan de ene kant waterveiligheid in (bescherming tegen overstromingen) en aan de andere kant het voorkomen van wateroverlast. Waterveiligheid is voor iedereen van groot belang en dat is de laatste jaren alleen nog maar belangrijker geworden. Het gebied achter de dijk wordt namelijk steeds dichter bevolkt en er zijn meer bedrijven gevestigd. Dat moet beschermt worden tegen water. Wat doet het waterschap aan waterveiligheid? Het werk is veelomvattend. Van aanleggen, onderhouden en controleren van dijken en sluizen tot het bestrijden van muskusratten tot het verbeteren van dijken om ons te beschermen tegen water. Het project Verbetering Regionale Keringen is specifiek bedoeld om de waterveiligheid van onze dijken te verbeteren. Waarom zijn we bij elkaar? Door de veranderingen in de inrichting van het gebied achter de dijken (meer economie en bevolking) is de veiligheidsnorm waaraan de dijken moeten voldoen strenger geworden. Na toetsing in 2013 is gebleken dat ongeveer 65 kilometer dijk en ruim 80 sluizen, gemalen en in- en uitlaten in het werkgebied van waterschap Brabantse Delta verbeterd moeten worden. Het verbeteren en aanpassen van dijken, sluizen en gemalen is een behoorlijke opgave. Waarom wil het waterschap de omgeving betrekken bij het project? Gezien de impact op de omgeving die bij dit soort werkzaamheden komt kijken, vindt het waterschap het belangrijk om de omgeving erbij te betrekken. Wat vindt de omgeving belangrijk, waar moet rekening mee worden gehouden? Zijn er misschien meerdere oplossingen mogelijk om aan de opgave te voldoen? Graag willen wij dat samen met direct betrokkenen bespreken want het is belangrijk dat de uiteindelijke oplossing past in de omgeving en bij de functie van het gebied. De adviezen van de omgeving neemt het bestuur van het waterschap mee bij het maken van de uiteindelijke keuze.

2 Hoe gaan we dat doen? Dit doen we door te starten met informatiebijeenkomsten. Daarnaast nodigen wij betrokkenen uit plaats te nemen in het dijkinspiratieteam. Het dijkinspiratieteam is een groep afgevaardigden die in een kleiner comité en op een meer gedetailleerder niveau meedenken en praten over de opgave die er ligt. Film dijkverbetering Samen werken aan onze dijken/ totale project en doorloop Vervolgens wordt een film vertoond over de dijkverbetering. Toelichting deelgebied Boezemkades Leon van Rijthoven, projectmanager van het dijkverbeteringsproject, geeft een toelichting op de dijkverbeteringsopgave voor het deelgebied Boezemkades. Leon licht de opgave toe aan de hand van onderstaande kaart. In 2013 zijn de dijken getoetst aan de nieuwe normen uit de Verordening water van de provincie Noord- Brabant. Op de kaart staan de dijken die op basis van deze toetsing zijn afgekeurd met rood aangegeven. Inmiddels worden er aanvullende onderzoeken gedaan voor de dijken die in 2013 zijn afgekeurd. Met dit nadere onderzoek krijgen we een beter beeld van de opbouw van de dijken. Meer op detailniveau wordt gekeken welke stukken dijk echt verbeterd moeten worden. Pas nadat onderzoek is afgerond, is de daadwerkelijke opgave bekend. Daarbij geven deze gegevens ons meer inzicht in de mogelijke oplossingen. Het kan dus zijn dat er nog rode lijnen verdwijnen ten opzichte van de kaart die nu getoond wordt. Naar verwachting is hier eind juli meer over bekend. Op dit moment gaat het waterschap uit van 4,8 km dijk die verbeterd moet worden. Afhankelijk van de onderzoeksresultaten kan deze lengte nog aangepast worden. -2-

3 Naar aanleiding van deze toelichting zijn de volgende vragen gesteld: Vraag: Waarom biedt de keersluis Schipdiep/Keizersveer niet voldoende bescherming tegen hoogwaterveiligheid? Deze kan toch gesloten worden als de waterstanden te hoog worden? Antwoord: Dat klopt, de hoogte van de waterkeringen is dan ook voldoende. De delen van de waterkering die niet voldoen, hebben een knelpunt met stabiliteit en/of piping (dit is het fenomeen dat de grondwaterstroom onder de dijk zand meevoert, waardoor de dijk verzwakt wordt). Dit speelt vooral wanneer water voor langere periode hoog staat. Vraag: Is het mogelijk dat de keersluis eerder gesloten wordt, zodat de waterstand minder hoog wordt? Antwoord: Of dat mogelijk is en of het een positieve bijdrage aan de waterveiligheid levert zou onderzocht moeten worden. Vraag: Langs sommige dijken liggen sloten, langs andere niet. Langs de Veerweg ligt een vrij diepe sloot. Moet die sloot niet dicht? Antwoord: naar dat soort oplossingen wordt inderdaad gekeken. Daarnaast zijn er andere oplossingen en we willen met u bepalen wat de beste oplossing is. Vraag: Wat gebeurt er met de vervuilde waterbodem van het Oude Maasje? Antwoord: Dat is afhankelijk van de keuze of we ter plaatse van de waterbodemverontreiniging dijkverbeteringsmaatregelen gaan uitvoeren. Vraag: Wordt op dit moment het Oude Maasje over het Zuiderkanaal gebaggerd? Antwoord: Rijkswaterstaat baggert het Oude Maasje vanaf de westzijde tot aan de Capelsche Haven. Vraag: Waarom heeft u ons nu al uitgenodigd, terwijl het onderzoek naar de afgekeurde delen van de dijk nog niet is afgerond? Antwoord: De resultaten uit de toetsing van 2013 zijn vastgesteld door de Provincie Noord-Brabant en waterschap Brabantse Delta en vormen daarmee het vertrekpunt voor de verbeteringswerkzaamheden. Het waterschap heeft er voor gekozen om al tijdens het nadere onderzoek met de omgeving in gesprek te gaan, om deze vanaf het begin mee te nemen in het traject. Vraag: Kan het zijn dat de rode lijnen helemaal worden goedgekeurd en dat er dan dus geen dijkverbetering nodig is? Antwoord: Dat is niet waarschijnlijk. Het nadere/aanvullende onderzoek houdt in dat er binnen de rode lijnen op meer locaties grondonderzoek is gedaan dan in Daarom kan het wel zo zijn dat delen binnen de rode lijnen alsnog worden goedgekeurd. Hierover is naar verwachting eind juli meer bekend. Vervolgtraject en planning Fase 1. Samen op zoek naar kansrijke oplossingen Start medio 2016 tot eerste kwartaal 2017 Tijdens diverse informatiebijeenkomsten en de bijeenkomsten van de dijkinspiratieteams wordt gezamenlijk (waterschap, grondeigenaren, andere belanghebbenden, gemeenten en provincie Noord- Brabant) gezocht naar de meest optimale oplossing om aan de gestelde opgave te voldoen. Aan het eind van deze fase wordt de uitkomst gepresenteerd aan het algemeen bestuur van het waterschap. Het bestuur beslist welke oplossing verder wordt uitgewerkt. Fase 2. Uitwerking van de gekozen oplossing Start tweede kwartaal 2017 (duurt ca. 2 jaar) In het eerste jaar wordt het bedrijf geselecteerd dat de gekozen oplossing verder zal uitwerken. Zij maken een voorlopig ontwerp en daarna een definitief ontwerp. Op basis hiervan wordt het Projectplan Waterwet geschreven. Het Projectplan Waterwet wordt tweemaal ter inzage gelegd. Na deze periode is het plan definitief. Ook in deze fase wordt de omgeving betrokken. Keuzes worden samen gemaakt. -3-

4 Fase 3. Uitvoering van de werkzaamheden Start 2019 In deze laatste fase worden de werkzaamheden voorbereid, afgestemd met de betrokkenen en vervolgens uitgevoerd. Hoeveel tijd er nodig is om de werkzaamheden uit te voeren, is afhankelijk van de oplossing die gekozen is. In de loop der tijd komt hier meer duidelijkheid over. Met elkaar in gesprek. Hoe pakken we dat aan? Wat zijn de mogelijkheden? Anneke den Tenter, omgevingsmanager en aanspreekpunt voor mensen uit de omgeving tijdens het project, geeft een toelichting hoe het waterschap de omgeving bij het project wil betrekken. Samen met direct betrokkenen werkt het waterschap aan de dijken. De adviezen uit de omgeving worden meegenomen gedurende het hele proces. Op welke wijze moet de dijk worden aangepast? Zijn er andere mogelijkheden, wat zijn de gevolgen? Hoe gaan wij dat doen? 1. Informatiebijeenkomsten De eerste informatiebijeenkomst heeft als voornamelijk doel de omgeving te informeren over het project en informatie bij betrokkenen in te winnen. Dit doen we in werkgroepverband. Tijdens de tweede bijeenkomst zullen de uitkomsten van het proces worden gepresenteerd. Deze uitkomsten zijn het resultaat van onder meer de adviezen van de betrokkenen. 2. Dijkinspiratieteam Het dijkinspiratieteam is een groep afgevaardigden die in een kleiner comité en op een meer gedetailleerder niveau meedenkt en praat over de opgave die er ligt. Het dijkinspiratieteam adviseert het bestuur van het waterschap. In het dijkinspiratieteam worden bijvoorbeeld de mogelijke varianten voor de dijkverbetering besproken. Voor de zomervakantie is de eerste bijeenkomst van het dijkinspiratieteam. 3. Meekoppelkansen We bieden het hele traject de mogelijkheid om koppelkansen bij ons aan te dragen. Koppelkansen zijn bijvoorbeeld een aanlegsteiger of picknicktafel op/aan de nieuwe dijk. Het gaat om plannen in de omgeving van bewoners, eigenaren en ondernemers, die een toegevoegde waarde hebben door samenwerken (bijvoorbeeld werk met werk maken, verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit). Plannen die aangedragen worden, toetsen wij op haalbaarheid: is er financiële dekking aanwezig bij de aandrager, past het in de planning van het project en is er maatschappelijk draagvlak. Wij nodigen u uit om mee te denken over mogelijke koppelkansen. Introductie werkgroepen Anneke den Tenter geeft aan dat het waterschap hecht aan de mening van de aanwezigen over verschillende onderwerpen. In kleine groepen worden deze onderwerpen besproken. De volgende vragen zijn gesteld: Vraag: De Capelsche Haven heeft er belang bij dat water niet hoger komt, in verband met de aanleghoogte van onder andere aanmeervoorzieningen. Blijft water in de keersluis op hetzelfde niveau, of kan het water nog hoger komen door de dijkverbetering? Antwoord: Het project gaat uit van dezelfde hoogwaterstand als in de huidige situatie. De bedoeling is niet hogere waterstanden toe te staan en om meer water te bergen. Vraag: Blijft het agrarisch gebruik van de kades gelijk aan de huidige situatie? Antwoord: Wat mag op en nabij de waterkering is vastgelegd in de Keur zoals bijvoorbeeld het beweiden met schapen mag wel maar met koeien niet. Bomen op de dijk mogen ook niet. Er gebeuren nu soms dingen die niet mogen. -4-

5 Ruimtelijke kwaliteit Steven Slabbers Voorafgaand aan de werkgroep geeft Steven Slabbers van Bosch Slabbers landschapsarchitecten een inspirerende toelichting over wat bedoeld wordt met ruimtelijke kwaliteit. Werkgroepen Na de pauze wordt in drie werkgroepen rondom een kaart van het projectgebied gepraat over de thema s: Ruimtelijke kwaliteit Kenmerken van het gebied Bereikbaarheid Mogelijke oplossingen Het besprokene is hieronder beknopt samengevat. Groep 1 De diepgang en beschoeiing van de Capelsche Haven heeft aandacht nodig. De Veerweg heeft een slechte onderhoudsstaat. Er is gesproken over de bomen langs het Oude Maasje. De aanwezige agrariërs hebben de wens dat er geen nieuwe bomen komen. De bestaande bomen geven overlast in de vorm van schaduwdruk en bladval. Onderhoud is gewenst om overlast te voorkomen. Er zijn wensen om de wateraanvoer en -afvoer van het achterland te verbeteren. Voor de uitvoering van het project wordt voorgesteld lokaal grond te winnen om het grondtransport te beperken, de dijkverbetering zou bij voorbeeld gecombineerd kunnen worden met de aanleg van een ecologische verbindingszone, waaruit grond vrijkomt. De wens is dat tijdens de uitvoering zo min mogelijk over agrarische gronden wordt gereden. Gevraagd wordt of de keersluis Schipdiep eerder gesloten kan worden, zodat het water minder hoog komt. Dit heeft echter een keerzijde voor de scheepvaart, omdat de keersluis dan vaker gesloten moet worden. De deelnemers staan achter het doel van het project, want dan wonen en werken ze veilig achter de dijk. Groep 2 In de groep zijn veel verschillende belangen vertegenwoordigd: een agrariër, een bewoner en een ondernemer aan de Kerkvaart. De aanwezigheid van de gemeente wordt door de deelnemers gemist. Zij zien graag dat de gemeente plaatsneemt in het dijkinspiratieteam. Verzocht wordt rekening te houden met de scheepvaartklasse bij beoordeling, te weten: Klasse V voor sluiting van de keersluis en klasse II na sluiting. Verzocht wordt rekening te houden met opstuwing naar de Capelsche Haven. Het waterpeil mag niet verder omhoog. Gevraagd is of het kierbesluit Haringvliet is genomen en of dat effect heeft op de bevaarbaarheid van dit gebied? Antwoord: Het Kierbesluit is genomen, maar dat heeft geen effect op dit gebied. De deelnemers vragen om echt iets van het project te maken en serieus te kijken of initiatieven van anderen meegenomen kunnen worden in de dijkverbetering. Voorbeelden die genoemd worden zijn: met de boeren oplossingen zoeken om kwel te verminderen door een sloot achter de dijk aan te leggen en afrasteringen onderhouden. Huub Hieltjes bevestigt: Veilig wonen is één en we willen er samen wat moois van maken. De Veerweg is gevaarlijk voor fietsers. Volgens de aanwezigen is in het verleden slib uit de Capelsche Haven aan de westzijde van de haven op het land gebracht. De invloed van het getij is hier zichtbaar in de kruipruimte. De afwatering van de agrarische percelen is onvoldoende en de wens is dit te verbeteren. -5-

6 Groep 3 In groep 3 zijn vertegenwoordigers van de Jachthaven Aquapelle, eigenaren van bedrijven aan de Capelsche Haven en enkele agrariërs aanwezig. Doordat een ecologische verbindingszone is aangelegd en door steenbestorting langs de oevers op andere plaatsen kun je niet meer langs de kant aanleggen in het Oude Maasje. Het is twee uur varen naar de Biesbosch en de recreatievaart wil graag meer aanlegsteigers in het gebied zelf. Ze hoeven niet perse aan de wal te kunnen. Als de keersluis gesloten is, loopt de waterstand volgens de aanwezigen toch verder op. In de haven zijn alle afmeerpalen al verhoogd en ze willen in de toekomst niet te maken krijgen met nog hogere waterstanden. Het Oude Maasje is heel mooi vanaf het water, met bomen langs de kant. Als die bomen weg zouden moeten, wordt het gebied veel minder interessant, ook omdat langs de Capelsche Haven geen bomen staan. Waterscooters op het Oude Maasje komen tot aan de Capelsche Haven. De deelnemers zouden graag zien dat snel varen niet meer is toegestaan. Snel varen staat namelijk op zeer gespannen voet met de natuurlijke waarden in het gebied. Er wordt aandacht gevraagd voor de kolonie reigers bij de Eendenkooi. Die kolonie wordt door de aanwezigen gewaardeerd. Als de Capelsche Havendijk aan de oostzijde verbeterd moet worden zien de aanwezigen graag dat er een fietsroute over de dijk komt, omdat de Veerweg te smal is voor auto s en fietsers. Ten noorden van het viaduct moeten de fietsers dan weer van de dijk af. Het zou mooi zijn als het fietspad door een bomenrij van de weg wordt gescheiden. De gemeente zou dan ook moeten aanhaken om de Veerweg op te knappen. De onderhoudsstaat van de Veerweg is slecht. Gevraagd wordt of er in de toekomst nog plek is voor de boeren in de polder. Antwoord: De dijkverbetering heeft hier geen effect op de toekomst van de boeren in de polder. Opgemerkt wordt dat de parkeerplaats bij de Capelsche Haven net zo hoog ligt als de voorkomende hoogwaterstanden. Volgends de aanwezigen kan de dijk daarom op die locatie niet falen. Langs de Capelsche Havendijk aan de westzijde is de beschoeiing slecht. De vaarweg moet in het vaarseizoen open blijven tijdens de werkzaamheden. Buiten het vaarseizoen zijn stremmingen voor de recreatievaart acceptabel, als dit op tijd wordt gecommuniceerd. Gevraagd wordt om de deelname van de gemeente Waalwijk in het dijkinspiratieteam. In de Sprangsloot (buiten het plangebied) zit een bevernest. Voor de recreatievaart is een wens het Zuiderkanaal uit te diepen zodat ze naar Waalwijk kunnen varen. De agrariërs en recreatievaarders hechten eraan dat ook in de toekomst koeien en schapen op de dijk staan. Naar aanleiding van de gesprekken in de werkgroepen hebben verschillende deelnemers zich aangemeld voor het dijkinspiratieteam. Afsluiting Huub Hieltjes dankt de deelnemers voor hun aanwezigheid en sluit de bijeenkomst. -6-