HANDLEIDING BPV HANDLEIDING BEROEPS PRAKTIJK VORMING

Transcriptie

1 HANDLEIDING BEROEPS PRAKTIJK VORMING Handleiding voor deelnemers van de eindterm gerichte opleidingen, versie augustus

2 Inhoud 1 Inleiding Voorbereiding op de stage NTI stagevoorbereidingsdagen Het verkrijgen van een stageplaats Start stage BOL en BBL Praktijkwerkplan (PWP) Erkenning van het leerbedrijf Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Stageadviseur Begeleiding tijdens stage Kennismakingsgesprek Voortgang evaluaties Urenoverzicht BPV Ernstige problemen tijdens de beroepspraktijkvorming Het einde van de stage Een voortijdig einde van de stage Beoordeling van de stage Het stage-evaluatieverslag BPV Het beoordelingsgesprek Opsturen van documenten naar stagebureau Vaststelling beoordeling Bezwaarprocedure Bijlage Bijlage

3 1 Inleiding Voor u ligt de handleiding Beroeps Praktijk Vorming van het NTI MBO-College. Het is raadzaam dit document eerst goed door te lezen voordat u start met het zoeken van een stageplaats. In dit document komen de belangrijkste zaken aan bod die nodig zijn om uw beroepspraktijkvorming (of stage) zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Mocht u vragen hebben over de stage, dan kunt u uiteraard altijd contact opnemen met uw mentor. Daarnaast willen we u wijzen op de handleiding werkbegeleider. Deze heeft u ontvangen in de eerste leszending. Zodra u een stageplaats heeft ontvangen kunt u dit document overhandigen aan uw stagebegeleider binnen het leerbedrijf. Heeft u deze handleiding niet ontvangen, geef dit dan aan bij uw mentor. 3

4 2 Voorbereiding op de stage 2.1 NTI stagevoorbereidingsdagen Als u meer wilt weten over de stage dan adviseren wij u om een stagevoorbereidingsdag bij te wonen. Deze dag wordt vier á vijf keer per jaar georganiseerd bij het NTI in Leiden. Op deze dag komen zaken aan bod die uw stageperiode helpen te vergemakkelijken zoals: het zoeken van een leerbedrijf, het werken met het Praktijk Opdrachten Boek (hierna genoemd POB), de beoordeling, evaluaties etc. Oud-studenten van het NTI zullen op deze dag aanwezig zijn om hun ervaringen rondom de stage met u te delen. Ook zullen stageadviseurs u vertellen wat hun rol is tijdens de stage, wat u van hen kan verwachten en wat u kunt doen als u problemen tegen komt tijdens de stage. Kortom, deze dag is een must voor iedereen die zijn stage goed voorbereid wil beginnen! Op de digitale leeromgeving kunt u lezen wanneer de stagevoorbereidingsdagen plaats vinden. 2.2 Het verkrijgen van een stageplaats Het is mogelijk dat de eigen werkplek als leerbedrijf dient. Dit kan wanneer tenminste een deel van de praktijkleerdoelen of alle praktijkleerdoelen uit het POB op de werkplek kunnen worden behaald. Indien de werkplek niet voldoet, moet naar een ander leerbedrijf gezocht worden. Biedt de eigen werkplek gedeeltelijk de mogelijkheid om leerdoelen te behalen, dan kan de eigen werkplek gedeeltelijk als leerbedrijf dienen maar moet er tevens een tweede leerbedrijf worden gezocht waar de overige leerdoelen kunnen worden behaald. De beroepspraktijkvorming kan alleen succesvol worden afgerond bij een erkend leerbedrijf. Een erkenning is een waarborg van kwaliteit van werken en leren in de praktijk. Een erkend leerbedrijf is in staat de deelnemer een echte arbeidssituatie te bieden en de juiste begeleiding te geven. Bedrijven of instellingen die nog niet erkend zijn, kunnen een erkenning aanvragen bij het landelijk orgaan van het beroepsonderwijs van de betreffende sector. Voor de sector Gezondheidszorg, Dienstverlening, Welzijn & Sport is dat Calibris, voor de sector Economie & Administratie is dat Ecabo. Voor de sector Horeca, Toerisme/Recreatie en Bakkerij is dat Kenwerk en voor de uiterlijke verzorgingsbranche is dat het KOC. Voor meer informatie over (het aanvragen van) erkenning van een stagebedrijf kunt u terecht op of Het stagebureau van het NTI MBO-College kan de erkenning, of een uitbreiding van de erkenning, ook voor het leerbedrijf aanvragen. De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor het zoeken naar een leerbedrijf. Dit kan door een leerbedrijf telefonisch te benaderen, aan te schrijven of door persoonlijk langs te gaan. Op studentennet+ is ook een stagebank beschikbaar dat deelnemers kan helpen bij het zoeken naar een geschikte stageplaats. Daarnaast zijn er op de digitale leeromgeving een aantal weblinks te vinden naar websites waarop gezocht kan worden naar stageplaatsen. Indien een deelnemer bij het stagebureau van het NTI MBO-College kan aantonen dat hij/zij niet in staat is een leerbedrijf te vinden, dan kan het stagebureau helpen bij het vinden van een leerbedrijf. Het NTI MBO-College kan echter niet de garantie geven dat een leerbedrijf passend voor de deelnemer zal worden gevonden! 4

5 3 Start stage Het moment waarop met de stage kan worden begonnen is afhankelijk van de leerroute die de deelnemer volgt. 3.1 BOL en BBL BOL-opleiding Bij een BOL-opleiding kan de deelnemer beginnen met de stage na ontvangst van het POB. Dit POB is opgenomen in de tweede leszending van de opleiding. De deelnemer kan in een eerder stadium op zoek gaan naar een leerbedrijf. Hierbij kan de deelnemer gebruik maken van het praktijkwerkplan (hierna te noemen PWP) dat is opgenomen in de eerste leszending. Echter de stage kan pas beginnen nadat de theorie uit de eerste leszending met een voldoende resultaat is afgerond. Indien een doorstoomopleiding wordt gevolgd, kan de stage worden geregeld direct na inschrijving voor deze doorstoomopleiding. BBL-opleiding Bij een BBL-opleiding kan direct na ontvangst van het studiemateriaal voor de eerste periode met de stage worden gestart. Bij een BBL-opleiding is de werkplek altijd het leerbedrijf, omdat een BBL-opleiding slechts gevolgd kan worden indien de deelnemer werk heeft dat aansluit bij de opleiding. Bij inschrijving van een BBL-opleiding dient er altijd een kopie van een arbeidsovereenkomst te worden toegevoegd aan het PWP. Uit deze overeenkomst moet blijken dat de deelnemer tijdens het volgen van de opleiding werkzaam is in een functie die relevant is voor de BBL-opleiding. Wordt hier niet aan voldaan dan kan de deelnemer niet voor de BBL-opleiding worden ingeschreven. 3.2 Praktijkwerkplan (PWP) Als de deelnemer een leerbedrijf heeft gevonden dient hij/zij, voordat de stage daadwerkelijk begint, het PWP op te sturen naar het stagebureau. Per stageplaats moet er een PWP, volledig ingevuld en ondertekend, toegezonden worden naar het stagebureau. De deelnemer ontvangt één PWP in de eerste leszending en kan een extra PWP downloaden via de digitale leeromgeving. Het PWP omvat de volgende informatie: Een algemene toelichting op de beroepspraktijkvorming; Drie stageformulieren; Een overzicht van de praktijkleerdoelen die gedurende de stage moeten worden behaald. Wanneer een mogelijk leerbedrijf is gevonden, moet worden nagegaan of alle leerdoelen daar kunnen worden behaald. Dit kan met behulp van het overzicht van de praktijkleerdoelen (stageformulier 2 van het PWP). Op dit overzicht wordt genoteerd welke leerdoelen wel en welke leerdoelen niet kunnen worden behaald. De deelnemer dient het PWP samen met de stagebegeleider van het leerbedrijf in te vullen. 3.3 Erkenning van het leerbedrijf Eén van de onderwerpen in het PWP is de erkenning van de stageplaats als leerbedrijf voor de betreffende MBO opleiding. Dit is een wettelijk vereiste. De deelnemer kan op de website van 5

6 het betreffende kenniscentrum nalezen of de stageplaats erkend is als leerbedrijf voor zijn of haar opleiding. Ook kan de deelnemer via het bedrijvenregister van het kenniscentrum zoeken naar geschikte, erkende leerbedrijven (meer informatie hierover is terug te vinden in het PWP). Indien het leerbedrijf is erkend, stuurt de deelnemer de volgende documenten per post naar het stagebureau: Een volledig ingevuld en ondertekend PWP; Een bewijs van erkenning van het leerbedrijf door het betrokken kenniscentrum (het relatienummer van het kenniscentrum volstaat ook). De deelnemer bewaart een kopie van deze documenten. Besluitvorming over erkenning stageplaats Het stagebureau controleert na ontvangst van het PWP of het leerbedrijf erkend is voor de betreffende opleiding. Indien de stageplaats niet is erkend als leerbedrijf voor de opleiding, dan kan het leerbedrijf zelf een erkenning aanvragen bij het betrokken kenniscentrum. Een deelnemer kan ook een verzoek om erkenning doen bij het NTI MBO-College. Het stagebureau zorgt ervoor dat een erkenning wordt aangevraagd bij het betrokken kenniscentrum. De erkenning van een leerbedrijf is noodzakelijk. Zonder deze erkenning kan er geen beoordeling van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden. Dit betekent dat de deelnemer het examenonderdeel beroepspraktijkvorming niet kan afsluiten en er geen diploma kan worden behaald. Het starten van een stage bij een niet erkend leerbedrijf is dus op eigen risico. 3.4 Beroepspraktijkvormingsovereenkomst Wanneer het PWP is goedgekeurd door het stagebureau, worden gemaakte afspraken vastgelegd in een bpv-overeenkomst (bpvo). De bpvo moet ondertekend worden door het leerbedrijf, de deelnemer en het NTI MBO-College. Voor de BBL-deelnemers dient de bpvo ook getekend te worden door het kenniscentrum. Deze ondertekening wordt door het NTI-MBO College verzorgd. Het staat het stagebedrijf vrij aanvullende afspraken op papier te zetten, bijvoorbeeld om een vorm van geheimhouding vast te leggen. De deelnemer vult de overeenkomsten in, ondertekent deze zelf en laat ze ondertekenen door de rechtgeldige vertegenwoordiger van het leerbedrijf. Het is belangrijk dat de begin- en (verwachte) einddatum van de stage worden ingevuld. Ook moet er op worden gelet dat niet het adres van het hoofdkantoor wordt ingevuld, maar juist het adres van de vestiging waar de stage gaat plaatsvinden. De deelnemer stuurt alle exemplaren naar het stagebureau. Het stagebureau ondertekent de overeenkomsten en draagt er zorg voor dat twee exemplaren naar de deelnemer worden verzonden. De deelnemer overhandigt één exemplaar aan de begeleider en behoudt één exemplaar zelf. Het derde exemplaar wordt bewaard in het archief van het NTI MBO- College. Het kenniscentrum bewaart 1 exemplaar van de overeenkomst van een BBLdeelnemer. 3.5 Stageadviseur Het stagebureau benoemt na goedkeuring van het PWP een stageadviseur voor de deelnemer. De stageadviseur neemt dan contact op met de deelnemer en/of leerbedrijf om een afspraak voor een kennismakingsgesprek te maken bij het leerbedrijf met de stagiair en de stagebegeleider. De stageadviseur van het NTI MBO-College heeft de opdracht ondersteuning te bieden tijdens de stage. Het is zijn/haar taak om de stagiair(e) en begeleiders van de leerbedrijven te informeren en te adviseren over alle zaken die verband houden met de stage. 6

7 De stageadviseur bewaakt de voortgang van het leerproces van de deelnemer op afstand. De stageadviseur is een deskundige uit het betrokken vakgebied. Gedurende de stage kunnen de stagiair, de stagebegeleider en beoordelaars terecht bij de stageadviseur. 7

8 4 Begeleiding tijdens stage 4.1 Kennismakingsgesprek Bij aanvang van de stage zal er een kennismakingsgesprek plaatsvinden met de stagiair, het leerbedrijf en de stageadviseur van het NTI MBO-College. Het doel van dit kennismakingsgesprek is het bespreken van de verwachtingen van de stageadviseur van het NTI MBO-College, de stagiair en de verwachtingen van het leerbedrijf. In het kennismakingsgesprek met de stageadviseur van het NTI MBO-College komen de volgende punten naar voren: Het vereiste niveau en kwaliteit; Zijn de opdrachten uitvoerbaar?; De verwachtingen t.a.v. de stage; De globale tijdsbelasting per onderdeel; Het opzetten van een tijdschema; In welke situaties kan worden teruggevallen op de stageadviseur?; Screening deskundigheid begeleiders en beoordelaars binnen leerbedrijf d.m.v. een quickscan; Borging scheiding rol begeleider en beoordelaar. In navolging van het gesprek, bespreekt de stageadviseur met de stagebegeleider de rol en taken van beiden en de onderlinge afstemming hiervan. De stageadviseur stelt de stagebegeleider op de hoogte van relevante ontwikkelingen. Ook wordt, indien gewenst, informatiemateriaal van het NTI MBO-College overhandigd aan de stagebegeleider. Halverwege de stageperiode neemt de stageadviseur telefonisch contact op met de stagebegeleider. Er wordt gevraagd naar de bevindingen over de bpv-opdrachten van de betreffende NTI MBO opleiding en de voortgang van de stagiair. Ook als de stagiair zijn stage voortzet bij een tweede leerbedrijf neemt de stageadviseur zo spoedig mogelijk telefonisch contact op met de (nieuwe) stagebegeleider van het leerbedrijf. In principe brengt de stageadviseur geen bezoek bij een tweede leerbedrijf. 4.1 Voortgang evaluaties De stagebegeleider draagt zorg voor de dagelijkse/wekelijkse begeleiding van de stagiair(e) met als doel alle praktijkleerdoelen te behalen. In dit kader voert de stagebegeleider geregeld evaluatiegesprekken met de stagiair(e). De stagebegeleider informeert de stageadviseur tweemaandelijks met behulp van het document Stage-evaluatievoortgang BPV per , over de voortgang van de uitvoering van de praktijkopdrachten en de professionele ontwikkeling van de stagiair(e). Het document is te downloaden via de digitale leeromgeving. Dit bericht wordt door de stageadviseur doorg d naar het stagebureau waar het wordt gearchiveerd. Indien hieruit blijkt dat er zich ongewenste ontwikkelingen voordoen, dan neemt de stageadviseur hierover in eerste plaats contact op met de stagebegeleider met als doel de knelpunten op te lossen. 4.2 Urenoverzicht BPV De deelnemer dient tijdens de stage een urenoverzicht bij te houden van de uren die hij/zij tijdens de stage heeft gelopen. Dit urenoverzicht moet aan het eind van de stage, samen met het POB, de eindevaluatie (zie 5.3) en document beoordeling, te worden opgestuurd naar het stagebureau. Het urenoverzicht BPV moet geparafeerd worden door het leerbedrijf. Het 8

9 document Urenoverzicht BPV is als bijlage toegevoegd aan dit document en is tevens te downloaden via de digitale leeromgeving. 4.3 Ernstige problemen tijdens de beroepspraktijkvorming Indien zich tijdens de beroepspraktijkvorming problemen voordoen, zal de stageadviseur eerst proberen, d.m.v. telefonisch en/of contact, deze problemen op te lossen. Indien de stageadviseur er op deze wijze niet in slaagt de problemen op te lossen, informeert hij/zij het stagebureau over de situatie. Afgesproken kan worden dat de stageadviseur één of meerdere gesprekken bij het leerbedrijf voert om de problemen op te lossen. De stageadviseur meldt het stagebureau of de gesprekken tot een positief resultaat hebben geleid. Indien dit niet het geval is, zal het stagebureau vervolgens overleggen met de leidinggevende van de stagebegeleider over de situatie. In principe zal in dit stadium geen oplossing meer mogelijk zijn op basis van de gemaakte afspraken. Een mogelijke oplossing kan dan het zoeken naar een nieuw leerbedrijf zijn. 9

10 5 Het einde van de stage De beroepspraktijkvorming eindigt op de datum zoals genoemd in de bpv-overeenkomst. De beroepspraktijkvorming kan, met instemming van de drie betrokken partijen, worden verlengd. 5.1 Een voortijdig einde van de stage De stage kan om de volgende redenen voortijdig eindigen: Bij onderling goedvinden van de partijen. De onderlinge overeenstemming wordt vastgelegd in een door de drie partijen ondertekend document; Na schriftelijke toezegging van het NTI MBO-College aan het leerbedrijf. Indien het NTI MBO-College zich, na overleg met de stagiair(e), ervan heeft overtuigd dat het leerbedrijf de voor haar uit de bpv-overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet of op onvoldoende wijze nakomt, dan wel zich zodanige omstandigheden voordoen, dat van de stagiair(e) redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat de beroepspraktijkvorming wordt voortzet; Na schriftelijke aanzegging van het leerbedrijf aan het NTI MBO College, nadat overleg heeft plaatsgevonden met het NTI MBO College en de stagiair(e), indien zich zodanige omstandigheden voordoen, dat van het leerbedrijf het doen voortduren van deze overeenkomst redelijkerwijs niet kan worden verlangd. 5.2 Beoordeling van de stage De beroepspraktijkvorming kan worden afgesloten wanneer alle afgesproken leerdoelen zijn behaald en de opdrachten uit het POB zijn uitgevoerd en zijn afgetekend door de beoordelaars. Dit geldt ook wanneer een deel van de leerdoelen en/of opdrachten bij een tweede leerbedrijf zijn behaald/uitgevoerd. De stagiair(e) neemt het initiatief om een afspraak te maken met de twee beoordelaars van het leerbedrijf voor het beoordelingsgesprek waarin de beroepspraktijkvorming en het POB worden beoordeeld met behulp van het beoordelingsdocument. Dit is een los document dat u bij uw POB heeft ontvangen. Bij sommige opleidingen is het beoordelingsdocument onderdeel van het POB. Wij willen u er wel op attenderen dat de beoordelingsformulieren volledig ingevuld (met pen) dienen te worden en voorzien zijn van handtekeningen van de beoordelaars van het leerbedrijf. Niet volledig ingevulde beoordelingsdocumenten kunnen niet in behandeling worden genomen. 5.3 Het stage-evaluatieverslag BPV Ter afronding van de stage moet een stage-evaluatieverslag over de stage geschreven worden. Dit verslag is bedoeld als een korte samenvatting van het leerproces van de deelnemer tijdens de stage. Dit verslag is voorwaardelijk voor de eindbeoordeling van de beroepspraktijkvorming. Dit houdt in dat als dit evaluatieverslag met een onvoldoende wordt beoordeeld of het verslag niet is ingeleverd er géén eindbeoordeling van de beroepspraktijkvorming zal worden gegeven. De beoordeling vindt plaats op basis van een aantal criteria. Alle onderdelen dienen met een voldoende te worden beoordeeld. Het document criteria beoordeling stage-eindevaluatieverslag is als bijlage toegevoegd aan dit document en te downloaden via de digitale leeromgeving. 10

11 5.4 Het beoordelingsgesprek Het doel van het beoordelingsgesprek is om vast te stellen of de deelnemer startbekwaam is als professioneel beroepsbeoefenaar. De beoordelaars van het leerbedrijf richten zich bij de beoordeling onder andere op: de mate van ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding; het toepassen van theoretische kennis; het behalen van het vereiste niveau als geheel; de mate waarin de weergave van de praktijk correct is; de mate waarin de weergave van de uitgevoerde opdrachten correct is; de volledigheid van de uitgevoerde bpv-opdrachten; voldoende niveau van uitwerking van de opdrachten; de mate waarin de opdrachten aan de taalkundige eisen voldoet. Het stage-eindevaluatieverslag kan ook een leidraad vormen tijdens het beoordelingsgesprek. Na afloop van het beoordelingsgesprek vullen de beoordelaars het beoordelingsformulier in. Indien een onvoldoende waardering wordt gegeven, zal de deelnemer en het leerbedrijf hier een toelichting over ontvangen. De uitslag van de beroepspraktijkvorming is pas officieel nadat de Examencommissie MBO een besluit over de waardering van de beroepspraktijkvorming heeft genomen. 5.5 Opsturen van documenten naar stagebureau Het urenoverzicht BPV dient samen met een kopie POB, beoordelingsdocument(en) BPV en het stage-evaluatieverslag te worden opgestuurd naar het stagebureau. Deze documenten blijven in het bezit van het NTI. Het is ook mogelijk alle documenten te scannen en digitaal (op cd-rom of usb-stick) aan te leveren. Een kopie van het stage-eindevaluatieverslag wordt opgestuurd naar de stageadviseur. 5.6 Vaststelling beoordeling Binnen drie weken na ontvangst van de documenten stelt de voorzitter van de Examencommissie MBO of plaatsvervanger de waardering voor de beroepspraktijkvorming vast. De vaststelling vindt plaats door ondertekening van het beoordelingsformulier. 5.7 Bezwaarprocedure Indien de beoordelaars van de stage tot een besluit komen waarmee de deelnemer het niet eens is, dan kan de deelnemer binnen twee weken na ontvangst van het schriftelijke besluit een bezwaarschrift indienen bij de Examencommissie van het NTI MBO-College. De deelnemer stuurt het bezwaarschrift, met de aantekening Voorzitter Examencommissie NTI MBO-College op de envelop naar het stagebureau van het NTI MBO-College. De gehele procedure is opgenomen in het examenreglement van het NTI MBO-College. 11

12 Bijlage 1 Urenoverzicht - BPV Na beëindiging van de stage (na het eindgesprek), dient u dit document samen met een kopie van het de bpv-opdrachten (POB), het stage-eindevaluatieverslag en de beoordelingsformulieren op te sturen naar het NTI, t.a.v. het Stagebureau. 12

13 Urenoverzicht - BPV Stagebegeleid(st)er Cursist Cursistnummer Graag aangeven hele of halve dag (1 of ½) 13

14 14

15 15

16 16

17 Bijlage 2 Criteria beoordeling stage-eindevaluatieverslag Ter afronding van de stage dient u een stage-evaluatieverslag over de stage te schrijven. Het is de bedoeling dat u in dit verslag een korte samenvatting geeft van uw leerproces. Evalueren betekent: kritisch kijken naar uzelf of kunnen reflecteren. Globaal bestaat evalueren uit drie onderdelen waarop u antwoord probeert te geven, namelijk: 1) Wat ging goed? 2) Wat kon beter? 3) Wat was onbekend of onduidelijk? Hoe gaat u te werk bij het schrijven van dit verslag? Iedere stage bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Bij ieder onderdeel beschrijft u aan de hand van de drie bovenstaande vragen hoe u te werk bent gegaan. De onderdelen, die als leidraad dienen bij het schrijven van het verslag, ziet u hieronder bij criteria beoordeling stage-eindevaluatieverslag. Uiteraard staat het u vrij om een individuele aanvulling te schrijven om leuke, gekke, bijzondere anekdotes of ontroerende zaken te beschrijven die u tijdens de stage hebt meegemaakt! Beoordeling stageverslag Dit verslag is voorwaardelijk voor de eindbeoordeling van uw stage. Dit houdt in dat als dit evaluatieverslag met een onvoldoende wordt beoordeeld of als u het verslag niet ingeleverd hebt er géén eindbeoordeling van uw BPV zal plaatsvinden. De beoordeling vindt plaats op basis van de onderstaande criteria. Alle onderdelen dienen met een voldoende te worden beoordeeld. Criteria beoordeling stage-eindevaluatieverslag Onderdeel Criteria ten aanzien van de lay-out: maximaal 2-3 A-4; getypt, lettertype pt; tekst is in correct Nederlands getypt; Er is een titelblad met naam, opleiding, datum stageperiode en cursistnummer. Beschrijving van het leerbedrijf en uw afdeling met o.a. omschrijving bedrijf, doelgroep, producten etc. Werken met het Praktijk Opdrachten Boek (POB) Individuele leerdoelen, wat wilde u leren tijdens uw stage? Attitude naar collega s en begeleiders Attitude t.a.v. de doelgroep: patiënten, cliënten, bewoners etc. Toepassen van theoretische kennis tijdens de stage Omgang feedback/kritiek Eindconclusie: kwamen uw verwachtingen uit, heeft u geleerd wat u wilde leren, wat is er niet tijdens de stage aan bod gekomen etc. Totaal beoordeling Voldoende/ onvoldoende 17