INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne"

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne pag.: 1. to be 1 2. persoonlijk voornaamwoord 2 3. kunnen 2 4. lidwoord 2 5. aanwijzend voornaamwoord 2 6. getallen 3 7. rangtelwoorden 3 8. have got 4 9. van plan zijn dagen / maanden klokkijken present continuous tags alphabet much many 7 16a. bezittelijk voornaamwoord 7 16b. me my mine meervoud present simple korte antwoorden wel doen / niet doen some any bijwoorden onbepaalde tijd zou kunnen / zou mogen much/many little/few verleden tijd van -to be past simple (regelmatig) bijvoeglijke naamwoorden bezit: s of past simple (onregelmatig) volgorde Engels zin landen + inwoners samenvatting van de tijden 16 0

2 GRAMMATICA ENGELS BRUGKLAS 1) TO BE = ZIJN (werkwoord) engels nederlands bevestigend I am ik ben you are jij bent he/she/it is hij/zij/het is we are wij zijn you are jullie zijn they are zij zijn engels nederlands vragend Am I Ben ik? Are you Ben jij? Is he/she/it Is hij/zij/het? Are we Zijn wij? Are you Zijn jullie? Are they Zijn zij? engels nederlands ontkennend I am not I m not ik ben niet you are not you aren t you re not jij bent niet he/she/it is not he isn t he s not hij/zij/het is niet we are not we aren t we re not wij zijn niet you are not you aren t you re not jullie zijn niet they are not they aren t they re not zij zijn niet 1

3 2) PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD NL EN ik mij I it s for me jij jou you it s for you hij hem he it s for him zij haar she it s for her wij ons we it s for us jullie jullie / u you it s for you zij hen/hun they it s for them 3) KUNNEN Kunnen = can + hele werkwoord I can do it Can I do it? I can t do it He can help Can he help? He can t help We can swim Can we swim? We can t swim 4) LIDWOORD a - an a an als het woord erna begint met een medeklinker: a book, a car, a friend als het woord erna begint met een klinker (die ook als klinker wordt uitgesproken! ) an apple, an eye, an uncle Let op: a university / joenivursitie / a one-way street / wan-wee striet / a European / joeropieun / 5) AANWIJZEND VOORNAAMWOORD EN dichtbij veraf NL enkelvoud this (book) that (book) dit dat meervoud these books) those books) deze die 2

4 6) GETALLEN 0 zero 1 one 11 eleven 2 two 12 twelve 3 three 13 thirteen 4 four 14 fourteen 5 five 15 fifteen 6 six 16 sixteen 7 seven 17 seventeen 8 eight 18 eighteen 9 nine 19 nineteen 10 ten 20 twenty 10 ten 21 twenty-one 20 twenty 22 twenty-two 30 thirty 35 thirty-five 40 forty 38 thirty-eight 50 fifty 60 sixty 70 seventy 80 eighty 90 ninety 100 a hundred / one hundred 7) RANGTELWOORDEN 1 e 1st first 11 e eleventh 2 e 2nd second 12 e twelfth 3 e 3rd third 13 e thirteenth 4 e 4th fourth 14 e fourteenth 5 e 5th fifth 15 e fifteenth 6 e 6th sixth 16 e sixteenth 7 e 7th seventh 17 e seventeenth 8 e 8th eighth 18 e eighteenth 9 e 9th ninth 19 e nineteenth 10 e 10th tenth 20 e twentieth 10 e tenth 21 e twenty-first 20 e twentieth 22 e twenty-second 30 e thirtieth 35 e thirty-fifth 40 e fortieth 37 e thirty-seventh 50 e fiftieth enz 3

5 8) HAVE GOT = HEBBEN engels nederlands bevestigend I have got ik heb you have got jij hebt he/she/it has got hij/zij/het heeft we have got wij hebben you have got jullie hebben they have got zij hebben engels nederlands Ontkennend I haven t got ik heb niet you haven t got jij hebt niet he/she/it hasn t got hij/zij/het heeft niet we haven t got wij hebben niet you haven t got jullie hebben niet they haven t got zij hebben niet engels nederlands Vragend Have I got Heb ik? Have you got Heb jij? Has he/she/it got Heeft hij/zij/het? Have we got Hebben wij? Have you got Hebben jullie? Have they got Hebben zij? 9) VAN PLAN ZIJN = TO BE GOING TO Om aan te geven: - wat iemand van plan is - wat zeker wel gebeuren zal I m going to buy these shoes You re going to watch tv He s going to cross the road We re going to sell the house 4

6 10) DAGEN / MAANDEN beginnen altijd met een hoofdletter! Dagen: NL zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag Maanden: NL januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december EN Sunday Monday Tuesday Wednesday Thursday Friday Saturday EN January February March April May June July August September October November December 11) KLOKKIJKEN - op het hele uur o clock - óver het hele uur past - vóór het hele uur to 9.00 uur = at nine o clock 9.20 uur = at twenty past nine 9.40 uur = at twenty to ten 9.15 uur = a quarter past nine 9.45 uur = a quarter to ten 9.30 uur = half past nine 5

7 12) PRESENT CONTINUOUS (tegenwoordige tijd) be + werkw. + ing Ned: I am reading Ik ben aan het lezen you are reading Jij bent aan het lezen he is reading Hij is aan het lezen she is reading Zij is aan het lezen we are reading Wij zijn aan het lezen you are reading Jullie zijn aan het lezen they are reading Zij zijn aan het lezen vragend Am I reading? Ben ik aan het lezen? Are you reading? Ben jij aan het lezen? Is he reading? Is hij aan het lezen? Is she reading? Is zij aan het lezen? Are we reading? Zijn wij aan het lezen? Are you reading? Zijn jullie aan het lezen? Are they reading? Zijn zij aan het lezen? 13) KORTE VRAAGJES = TAGS Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-) Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+) It s a long walk They are nice people You aren t tired It isn t a nice film + - isn t it? aren t they? - + are you? is it? 6

8 14) HET ALFABET = THE ALPHABET a rijmt op day b rijmt op me c rijmt op me d rijmt op me e rijmt op me f spreek uit als ef g spreek uit als dzjie h spreek uit als eetsj i rijmt op my j spreek uit als dzjeei k rijmt op day l spreek uit als el m spreek uit als em n spreek uit als en o rijmt op no p rijmt op me q rijmt op you r klinkt als are s spreek uit als es t rijmt op me u klinkt als you v rijmt op me w spreek uit als double you x spreek uit als ex y klinkt als why z rijmt op red 15) VEEL = MUCH MANY much: veel + enkelvoud much water much milk many: veel + meervoud many boys many cars 16a) BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD NL EN ik mijn I my friend jij jouw you your friend hij zijn he his friend zij haar she her friend wij onze we our friend jullie jullie you your friend zij hun they their friend 7

9 16b) ME MY MINE het is voor mij het is mijn boek het is van mij (de mijne) it is for me my book mine it is for you your book yours it is for him his book his it is for her her book hers it is for us our book ours it is for you your book yours it is for them their book theirs 17) MEERVOUD hoofdregel: een vaste -s achter het woord (dus nooit een apostrof: s ) animal - animals boy - boys programme - programmes table - tables Onregelmatige vormen child children tooth foot mouse louse lady country knife wife man woman bus box beach potato tomato teeth feet mice lice ladies countries knives wives men women buses boxes beaches potatoes tomatoes 8

10 18) PRESENT SIMPLE (tegenwoordige tijd) Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Vaak worden de volgende woorden gebruikt: always never sometimes often every day usually to leave: to take: to kiss: to do / go: to try: I leave take kiss do go try you leave take kiss do go try he / she / it leaves takes kisses does goes tries we leave take kiss do go try you leave take kiss do go try they leave take kiss do go try De present simple in een ontkennende zin wordt gevormd door: don t / doesn t + hele werkwoord to take: to kiss: to do: to go: I don t take kiss do go you don t take kiss do go he / she / it doesn t take kiss do go we don t take kiss do go you don t take kiss do go they don t take kiss do go De present simple in een vragende zin wordt gevormd door: Do / Does + hele werkwoord? to take: to kiss: to do: to go: Do I take kiss do go Do you take kiss do go Does he / she / it take kiss do go Do we take kiss do go Do you take kiss do go Do they take kiss do go 9

11 Het verschil tussen de present simple en de present continuous: De present simple wordt gebruikt als iets regelmatig gebeurt. - I always cycle to school - We never come home De present continuous wordt gebruikt als iets nu bezig is of aan de gang is. - I m leaving now - Look, he is reading a book 19) KORTE ANTWOORDEN = SHORT ANSWERS Have you got the answers? Can you do this for me? Do you know her? Does she know him? Yes, I have. Yes, I can. Yes, I do. Yes, she does. 20) WEL DOEN / NIET DOEN WEL DOEN! NIET DOEN! Keep quiet. Don t run. Pick up those bags. Don t mess it up. Put your feet down. Don t say a word. 21) ENKELE, EEN PAAR = SOME / ANY bevestigende zinnen: some I ve got some stamps We ve got something I know somebody in London It s somewhere in Wales vragende zinnen: any ontkennende zinnen: not any Have you got any stamps? I haven t got any stamps Have you got anything? We haven t got anything Is anybody there? There isn t anybody there Anywhere else? I can t find it anywhere 10

12 22) BIJWOORDEN VAN ONBEPAALDE TIJD Deze bijwoorden staan: 1) vóór het hoofdwerkwoord I often miss my football match 2) na een vorm van - to be- you are always late 3) na het eerst hulpwerkwoord she has never seen this film 23) ZOU KUNNEN / ZOU MOGEN = COULD Als je iets voorstelt Mogelijkheid In beleefde vraag We could go together. (zouden kunnen) You could win a free lunch. (zou kunnen) Could I have a Coke, please? (zou mogen) 24) VEEL / WEINIG = MUCH / MANY - LITTLE / FEW much: veel + enkelvoud much water much air much milk many: veel + meervoud many boys many stamps many cars little: weinig + enkelvoud little water little air little milk a little: een beetje + enkelvoud a little water a little air a little milk few: weining + meervoud few boys few stamps few cars a few: een paar + meervoud a few boys a few stamps a few cars 11

13 25) VERLEDEN TIJD VAN - TO BE - bevestigend ontkennend I was I wasn t you were you weren t he/she/it was he/she/it wasn t we were we weren t you were you weren t they were they weren t 26) PAST SIMPLE (verleden tijd) regelmatige ww Regelmatige werkwoorden eindigen op: ed to work: to start: to watch: I worked started watched you worked started watched he / she / it worked started watched we worked started watched you worked started watched they worked started watched vragend to work: hele werkwoord I worked Did I work? you worked Did you work? he / she / it worked Did he / she / it work? we worked Did we work? you worked Did you work? they worked Did they work? ontkennend to work: hele werkwoord I worked I didn t work you worked you didn t work he / she / it worked he / she / it didn t work we worked we didn t work you worked you didn t work they worked they didn t work 12

14 27) VERGELIJKEN - BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Nederlands: groot - groter - grootst klein - kleiner - kleinst Engels: als je wilt vergelijken, zet je er of est achter het bijv. nw. stellend vergrotend overtreffend warm warmer warmest cold colder coldest fast faster fastest slow slower slowest Let op de spelling: big bigger biggest nice nicer nicest happy happier happiest easy easier easiest Uitzonderingen: good better best bad worse worst Let op: today is warmer than yesterday today is the warmest day of the year 28) BEZIT : s of This is Mr Sharp s group. (enkelvoud s ) It is Paul s car Charles s books Here is the teachers room. (meervoud op s ) Where is the boys room? These children s costumes. (meervoud niet op s s ) 13

15 29) PAST SIMPLE (verleden tijd) onregelmatige ww to go: I went Did I go? you went Did you go? he / she / it went Did he / she / it go? we went Did we go? you went Did you go? they went Did they go? hele werkwoord to go: I went I didn t go you went you didn t go he / she / it went he / she / it didn t go we went we didn t go you went you didn t go they went they didn t go hele werkwoord to find: I found Did I find? you found Did you find? he / she / it found Did he / she / it find? hele werkwoord we found Did we find? you found Did you find? they found Did they find? to find: I found I didn t find you found you didn t find he / she / it found he / she / it didn t find we found we didn t find you found you didn t find they found they didn t find hele werkwoord 14

16 30) VOLGORDE IN EEN ENGELSE ZIN Let op: plaats vóór tijd plaats tijd I work in a shop every weekend They play hockey at school on Mondays We had a party at home last night 31) LANDEN + INWONERS Land = country Great Britain England Wales Scotland Ireland The Netherlands Belgium France Germany Italy Spain Sweden Denmark Inwoner: he is British English Welsh Scottish Irish Dutch Belgian French German Italian Spanish Swedish Danish 15

17 32) SAMENVATTING VAN DE TIJDEN 1) BEVESTIGEND Ned: Engels: voorbeeld voorbeeld o.t.t. present simple I work he works I go he goes present continuous I am working he is working you are going we are going o.v.t. past simple I worked he worked I went he went past continuous I was working he was working you were going we were going v.t.t. present perfect I have worked he has worked I have seen he has seen o.t.t.t. future I will / shall work he will work 2) ONTKENNEND Ned: Engels: voorbeeld voorbeeld o.t.t. present simple I work I don t work he works he doesn t work present continuous I am working I am not working you are working you aren t working he is working he isn t working o.v.t. past simple I worked I didn t work he went he didn t go past continuous I was working I wasn t working we were going we weren t going v.t.t. present perfect I have worked I haven t worked he has seen he hasn t seen o.t.t.t. future I will / shall work I won t / shan t work he will work he won t work 16

18 3) VRAGEND Ned: Engels: voorbeeld voorbeeld o.t.t. present simple I work Do you work? he works Does he work? present continuous I am working Are you working? he is working Is he working? o.v.t. past simple I worked Did you work? he went Did he go? past continuous they were working Were they working? he was working Was he working? v.t.t. present perfect I have worked Have you worked? he has seen Has he seen? o.t.t.t. future I will / shall work Will you work? he will work Will he work? 17

Grammar Book 1KGT. Name: Class:

Grammar Book 1KGT. Name: Class: Grammar Book 1KGT Name: Class: Persoonlijke voornaamwoorden (1)... 2 Persoonlijke voornaamwoorden (2)... 2 Bezittelijke voornaamwoorden... 2 Het werkwoord zijn (be)... 2 Het werkwoord kunnen (can)... 2

Nadere informatie

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9).

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9). OPZOEKGRAMMATICA In deze Opzoekgrammatica komt een aantal grammaticale woorden en uitdrukkingen aan bod in alfabetische volgorde. Voorbeelden worden zowel in het Nederlands als in het Engels gegeven. In

Nadere informatie

Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8

Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8 Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8 Aanwijzen dit / deze (dichtbij) (enkelvoud) this house/ this map 1.4 dat / die (verder weg) (enkelvoud) that house / that

Nadere informatie

Aantekening Engels Engels Grammatica

Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening door M. 1022 woorden 26 juni 2014 5,6 25 keer beoordeeld Vak Methode Engels New interface Samenvatting grammatica engels. Present simple. Gebruik: bij een

Nadere informatie

Choices elementary GRAMMAR

Choices elementary GRAMMAR Choices elementary GRAMMAR Module 1 present simple p.15 Vorm Hele werkwoord (zonder to) Derde persoon (he/she/it) + (e)s I eat pizza. The cat eats fish. Mom washes my dirty clothes. Module 1 present simple

Nadere informatie

Grammatica overzicht Theme 5+6

Grammatica overzicht Theme 5+6 Past simple vs. Present perfect simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Ontkenningen past simple: Did not + hele ww He did not walk. Present perfect: Have/has +

Nadere informatie

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid tegenwoordige tijd SirPalsrok @meestergijs It has taken me a while to make this grammar explanation. My life has been quite busy and for that reason I had little time. My week was full of highs and lows. This past weekend

Nadere informatie

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1 Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1 Vraagzinnen: Je kunt in het Engels vraagzinnen maken door vaak het werkwoord vooraan de zin te zetten. Bijv. She is nice. Bijv. I am late. Bijv. They are

Nadere informatie

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend PRESENT SIMPLE TENSE ( onvoltooid tegenwoordige tijd ) Hoe? > hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is!! als een werkwoord eindigt op een s-klank ( s,ch x) werkw. + es!! als een

Nadere informatie

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

irregular verbs onregelmatige werkwoorden SirPalsrok @meestergijs Wanneer je een zin maakt, zul je iets moeten doen met een werkwoord. Je kan tenslotte niet het hele werkwoord gebruiken bij elk onderwerp. Bijvoorbeeld: spelen Wij spelen volleybal.

Nadere informatie

Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten. Totaal percentage (%)

Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten. Totaal percentage (%) Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten A Vocabulary 2 6 8 8 B Vocabulary 2 4 2 8 8 C Grammar 2 5 1 8 8 D Grammar 1 8 1 10 10 E Grammar 3 7 10 10 F Grammar 1 7 8 8 G Grammar 7

Nadere informatie

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! 1 Meet and greet read Lees de tekst. Wat is de prijs die je kunt winnen? early too late on time vroeg te laat op tijd Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! Do you have a special

Nadere informatie

word order woordvolgorde

word order woordvolgorde SirPalsrok @meestergijs Learn you shall word order. Attention therefore you must pay. Exercise 1: Zet de volgende zinsdelen in de juiste volgorde. 1. the first roller coaster in Russia was built in the

Nadere informatie

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord FUTURE TENSE ( TOEKOMENDE TIJD ) Hoe? 1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord Wanneer? Ad 1. Als iets in de toekomst zal gebeuren

Nadere informatie

PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd )

PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd ) PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd ) Hoe? Vervoeging Vorm van het werkwoord to be + werkwoord + ing Je kiest de vorm van to be die bij het onderwerp past Achter het werkwoord plaats

Nadere informatie

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Interactive Grammar Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Doelgroep Interactive Grammar Het programma is bedoeld voor leerlingen in de brugklas van

Nadere informatie

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate. 1 Test yourself read a Lees de vragen van de test. Waar gaat deze test over? Flash info 1 In the morning I always make my bed. A Yes. B No. C Sometimes, when I feel like it. 2 When I see an old lady with

Nadere informatie

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk?

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk? 1 Festival Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk? for the first time reach voor de eerste keer bereiken 2 Questions Lees de tekst. Beantwoord

Nadere informatie

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) PAST SIMPLE TENSE ( onvoltooid verleden tijd ) Hoe? vervoeging - werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) van bijv,

Nadere informatie

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! 1 Meet and greet read Lees de tekst Wat is de prijs die je kunt winnen? Flash info early too late on time vroeg te laat op tijd Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! Do you have

Nadere informatie

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra)

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra) Aantekening door een scholier 2562 woorden 31 oktober 2017 4,4 3 keer beoordeeld Vak Methode Engels Stepping stones Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting

Nadere informatie

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg Je ziet hier een plaatje van een man die aan het lopen is. Over de manier van lopen kun je aanvullende informatie geven. The man is walking fast. The man is walking slowly. De man loopt snel. De man loopt

Nadere informatie

possessive determiners

possessive determiners personal pronouns possessive determiners SirPalsrok @meestergijs Ik = I (altijd met een hoofdletter schrijven) I am William. I have no brothers or sisters. I play tennis and love to play videogames. I

Nadere informatie

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2 Buy Me FILE BUY ME BK Can you resist all those incredible products that all seem to be screaming: Buy Me! Every day we see them on TV during the commercial break: the best products in the world. How would

Nadere informatie

present perfect simple.

present perfect simple. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON SIX Beste leerling. Toch nog één keer een tip voor het leren van Engelse woordjes en zinnetjes. Voor het studeren geldt iets heel bijzonders: bij studeren is 3 X 1 meer

Nadere informatie

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE DUTCH THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE 4 0 0 W O R D S T O G E T S T A R T E D I N A N Y L A N G U A G E BY THE FOREIGN LANGUAGE COLLECTIVE Verbs Werkwoorden To be zijn I ik ben You jij bent He/She/It hij/zij/het

Nadere informatie

onvoltooid verleden tijd

onvoltooid verleden tijd onvoltooid SirPalsrok @meestergijs What did you do yesterday? Past Simple I went to the movies yesterday. We had to do some homework yesterday. Yesterday I visited my niece and nephew. Yesterday I fell

Nadere informatie

married getrouwd divorced gescheiden wife vrouw, echtgenote child ev / children mv kind / kinderen signature handtekening

married getrouwd divorced gescheiden wife vrouw, echtgenote child ev / children mv kind / kinderen signature handtekening Persoonlijke gegevens Dag 1 Woordenschat form formulier parents ouders place of birth geboorteplaats date of birth geboortedatum marital status burgerlijke staat married getrouwd divorced gescheiden wife

Nadere informatie

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn.

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON TWO Beste leerling! Fijn dat je aan deze tweede les begonnen bent! We hebben het nog even over de planning van het huiswerk. Leerlingen hanteren meestal de volgende regel:

Nadere informatie

De grammaticale tijden in het Engels: een overzicht

De grammaticale tijden in het Engels: een overzicht De grammaticale tijden in het Engels: een overzicht Zoals het woord al zegt, kun je aan het werkwoord zien in welke tijd de zin zich afspeelt. De uitgang van het werkwoord (dus: waar het op eindigt) verandert,

Nadere informatie

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) PAST SIMPLE TENSE ( onvoltooid verleden tijd ) Hoe? vervoeging - werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) van bijv,

Nadere informatie

much, many, (a) little/few

much, many, (a) little/few SirPalsrok @meestergijs Als je het hebt over veel van iets, dan gebruik je: a lot of lots of loads of voorbeelden He has a lot of homework to do. She has lots of friends abroad. Als je het tijdens formeel

Nadere informatie

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD 1 Grammatica les 11 THE FUTURE PERFECT TENSE DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD 11.1 FUTURE PERFECT The Future Perfect oftewel de Voltooid Tegenwoordig Toekomende Tijd bestaat uit "will" of "shall"

Nadere informatie

Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR. Basisgrammatica Engels. Walvaboek

Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR. Basisgrammatica Engels. Walvaboek Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR Basisgrammatica Engels Walvaboek VOORWOORD Het belang van grammatica Wat is taal? Taal is een communicatiemiddel waarmee je kunt lezen, luisteren, spreken en schrijven.

Nadere informatie

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2 Love & Like I Like You Come a little closer Honey, come a little closer, let me whisper in your ear. Let me tell it to you quietly, So that no one else will hear. 1 File 2 - Love & Like BK2.indd 1 22-7-2014

Nadere informatie

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Comics FILE 4 COMICS BK 2 Comics FILE 4 COMICS BK 2 The funny characters in comic books or animation films can put smiles on people s faces all over the world. Wouldn t it be great to create your own funny character that will give

Nadere informatie

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2 Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2 Every day we see them during the commercial break: the best products in the world. Whether they are a pair of sneakers, new mascara or the latest smartphone, they all seem to

Nadere informatie

Vergelijken in het Engels

Vergelijken in het Engels Vergelijken in het Engels Om te vergelijken in het Engels, moet je de verschillende trappen van vergelijking kennen. Er bestaat een stellende trap (de basis: bijvoeglijk naamwoord), een vergrotende trap

Nadere informatie

ook (niet)

ook (niet) SirPalsrok @meestergijs Hij is gek op basketbal. Zijn buurman ook. Wij hebben twee zussen. Zij ook. Ik houd van aardappelen. Mijn moeder ook. Haar vriendin vindt winkelen leuk. Ik ook. Zij willen graag

Nadere informatie

trappen van vergelijking

trappen van vergelijking SirPalsrok @meestergijs Mr. A. is tall Mr. A. is taller than Mr. B. Mr. B is taller than Mr. C. Mr. A is the tallest. Mr. C. is small Mr A. Mr. B Mr. C Mr. C. is smaller than Mr. B. Mr. B. is smaller

Nadere informatie

B1 Woordkennis: Spelling

B1 Woordkennis: Spelling B1 Woordkennis: Spelling Bestuderen Inleiding Op B1 niveau gaan we wat meer aandacht schenken aan spelling. Je mag niet meer zoveel fouten maken als op A1 en A2 niveau. We bespreken een aantal belangrijke

Nadere informatie

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord. 1 Listen a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord. 1 Leo is a kid / a teenager / a grown-up. 2 Tina is a kid / a teenager / a grown-up. 3 Martin is a kid / a teenager

Nadere informatie

News: Tours this season!

News: Tours this season! 1 Do you remember? Lees de zinnen en vul de juiste woorden in. Kies uit: like listen presenter too loud great show number next crowd singer. Let op: je houdt twee woorden over. Welcome back to the best

Nadere informatie

Litter in your town. Questions. Worksheet. Flash info

Litter in your town. Questions. Worksheet. Flash info 1 Litter in your town read Lees de tekst. Bij wie ligt het minste zwerfafval op straat? Kruis aan. Amy Zoe Richard litter problem awful zwerfafval probleem vies afvalbak afschuwelijk Is litter messing

Nadere informatie

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden:

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden: ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON FOUR Beste leerling! Nog één keer wil aandacht schenken aan de huiswerkplanning. Ik wil je aandacht vragen voor het zinnetje uit les 1: Doe nooit twee talen achter elkaar!

Nadere informatie

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen 1 Doelstellingen unit 1 Het thema van deze unit is describing people (mensen beschrijven). De leerlingen leren mensen te beschrijven aan de hand van hun kleding en uiterlijk. vragen en vertellen hoe iemand

Nadere informatie

You were living (enkelvoud + meervoud)

You were living (enkelvoud + meervoud) Past Continuous Was / were + hele werkwoord + ing I was You were He was She was It was We were You were They were Wanneer gebruik je de past continuous? 1. Als iets op een moment in het verleden aan de

Nadere informatie

The English Corner. Exercise 1. Facility Service Facilitaire Dienstverlening

The English Corner. Exercise 1. Facility Service Facilitaire Dienstverlening Exercise 1 Facility Service Facilitaire Dienstverlening Wat zou je allemaal kunnen doen binnen de Facilitaire Dienstverlening? Match de Nederlandse woorden uit de onderstaande tabel met de Engelse woorden.

Nadere informatie

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD 1 Grammatica les 12 THE FUTURE PAST TENSE DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD 12.1 FUTURE PAST Als je over het verleden praat, maar iets wilt vertellen over wat toen in de toekomst was, gebruik je ook de Future,

Nadere informatie

Help! FILE 1 HELP! BK 2

Help! FILE 1 HELP! BK 2 Help! Hello! Can you hear me? Do you know where you are? You had an accident. My name is Reep. I m a paramedic. I will examine you and see if we need to get you to the hospital. Can you move your arms?

Nadere informatie

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden SirPalsrok @meestergijs Wat is de relatie van de woorden perfect en perfectly met de rest van de zin? That s a perfect answer. She sang perfectly.

Nadere informatie

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. Puzzle a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. een beloning voor de winnaar iemand die piano speelt een uitvoering 4 wat je wil gaan doen; voornemens 5 niet dezelfde 6 deze heb je

Nadere informatie

Stars FILE 7 STARS BK 2

Stars FILE 7 STARS BK 2 Stars FILE 7 STARS BK 2 Of course you have seen X-Factor, The Voice or Got Talent on TV or via the Internet. What is your favourite act? Do you like the dancing performances or would you rather listen

Nadere informatie

In the classroom. Who is it? Worksheet

In the classroom. Who is it? Worksheet In the classroom 1 Lees wat de meester doet als hij s morgens op school komt. Lees ook wat een leerling doet. Wie van de twee doet het meest voordat de les begint? First, I go to my desk and take out my

Nadere informatie

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed Past Simple Hele werkwoord + ed OF Onregelmatig werkwoord (2 e rijtje) I You He She It walked studied played laughed worked We went You taught They knew Wanneer gebruik je de past simple? Als iets in het

Nadere informatie

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten?

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten? 1 Let s celebrate! read Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten? Let s celebrate! Guy Fawkes Night People in Britain celebrate Guy Fawkes Night. It s on the 5th of November.

Nadere informatie

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit?

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit? Engelse zinnen Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit? Schrijven in het Engels begint met het vormen van een zin. Op deze pagina bespreken we eerst de 4 soorten Engelse zinnen, nadien komt de zinsstructuur

Nadere informatie

Hulpwerkwoorden (een selectie)

Hulpwerkwoorden (een selectie) Hulpwerkwoorden (een selectie) SirPalsrok @meestergijs Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon Ik ben in staat Ik wil heel graag Ik mag Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon

Nadere informatie

Antwoorden Engels Activity book A

Antwoorden Engels Activity book A Antwoorden Engels Activity book A Antwoorden door een scholier 468 woorden 6 juli 2015 6,2 27 keer beoordeeld Vak Methode Engels Stepping stones Opdr. 1 Do The Quiz 1. H 2. I 3. S 4. T 5. O 6. R 7. Y De

Nadere informatie

INHOUD Hoe is de cursus opgebouwd? 4 Eerst dit lezen! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: weekplanning 7 Week 2: weekplanning 19 Week 3: weekplanning 29

INHOUD Hoe is de cursus opgebouwd? 4 Eerst dit lezen! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: weekplanning 7 Week 2: weekplanning 19 Week 3: weekplanning 29 INHOUD Hoe is de cursus opgebouwd? 4 Eerst dit lezen! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: weekplanning 7 On Deck: Dialoog Nieuwe woorden Enkele gemakkelijke extraatjes Uitspraak Leer uit het hoofd Grammatica?

Nadere informatie

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. 9006625806_boek.indd 1 31/08/16 15:26 1 6 test This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. living room kitchen bedroom toilet

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door Lotte 1816 woorden 19 juni keer beoordeeld. Engels grammatica. Simple Past (onvoltooid verleden tijd)

6,3. Samenvatting door Lotte 1816 woorden 19 juni keer beoordeeld. Engels grammatica. Simple Past (onvoltooid verleden tijd) Samenvatting door Lotte 1816 woorden 19 juni 2017 6,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Engels Of course! Engels grammatica Simple Past (onvoltooid verleden tijd) Vorm: werkwoord eindigt op ed (gebruik je

Nadere informatie

Things to do before you re 11 3/4

Things to do before you re 11 3/4 Counting Crows 1 Things to do before you re 11 3/4 Lees de tekst en beantwoord de vragen. - Maak deze zin af: De schrijver van de tekst vindt dat kinderen - Welke dingen heb jij wel eens gedaan? Kruis

Nadere informatie

read beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger.

read beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger. 1 What do you want to be? Lees de tekst. Kruis daarna één van de zinnen aan. De tekst gaat over beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger. grow up job future choose space groot worden baan toekomst

Nadere informatie

A2 Workshops Grammatica Heden

A2 Workshops Grammatica Heden Bestuderen Present Simple Normaal Hoe maak je de Present Simple? Kijk eerst maar even naar het volgende rijtje. I You He She It We You see see sees sees sees see see They see Je ziet dat het heel eenvoudig

Nadere informatie

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed!

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed! ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON EIGHT VOORZETSELS at three o'clock = om drie uur around three o'clock = rond drie uur by three o'clock = tegen drie uur before Saturday = voor zaterdag for a week = voor

Nadere informatie

Group work to study a new subject.

Group work to study a new subject. CONTEXT SUBJECT AGE LEVEL AND COUNTRY FEATURE OF GROUP STUDENTS NUMBER MATERIALS AND TOOLS KIND OF GAME DURATION Order of operations 12 13 years 1 ste year of secundary school (technical class) Belgium

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 2.1: My family Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: brother, sister, cousin, mother, father, aunt, uncle, grandmother,

Nadere informatie

they stay they are staying they will stay Past Simple Past Continuous Future Continuous

they stay they are staying they will stay Past Simple Past Continuous Future Continuous 74 stay (ver)blijven Present Simple Present Continuous Future I stay I am staying I will stay you stay you are staying you will stay he/she/it stays he/she/it is staying he/she/it will stay we stay we

Nadere informatie

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij 1 The secret key read Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij informatie over buslijnen een game een reclame flash info inside outside cross the road binnen(in) buiten steek

Nadere informatie

2 b) CD 1 / 5 Listen again. Luister nogmaals naar de dialogen. Wie hoort bij welk hotel? 1 Revision. Introduce yourself. Stel uzelf voor.

2 b) CD 1 / 5 Listen again. Luister nogmaals naar de dialogen. Wie hoort bij welk hotel? 1 Revision. Introduce yourself. Stel uzelf voor. 1At a hotel Part A When s breakfast? 1 Revision. Introduce yourself. Stel uzelf voor. Hi, I m / Hello, I m 2 a) CD 1 / 5 Listen to the dialogues. Luister naar de dialogen. Nummer de begroetingen in de

Nadere informatie

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8 Opfriscursus 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8 Grammar 1: Korte ja / nee antwoorden 1 Wat wordt er in het korte ja/nee-antwoord herhaald

Nadere informatie

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt.

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt. Don t you worry There s an eternity behind us And many days are yet to come, This world will turn around without us Yes all the work will still be done. Look at ever thing God has made See the birds above

Nadere informatie

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships? 1 Animal friends read Lees de tekst. Waar gaat deze tekst over? Animal friends You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships? Look at this mouse

Nadere informatie

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,

Nadere informatie

Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar?

Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar? 1 Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar? About Malala Malala Yousafzai comes from Pakistan. She was born on the 12th of July in 1997. When she was 14 years old she started a blog on the Internet.

Nadere informatie

2017 Intertaal, Almere/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Great!

2017 Intertaal, Almere/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Great! Instaptoets Great! 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Engels op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke Unit van Great! 1 u het beste kunt beginnen.

Nadere informatie

Animals 1 - Describe your Pet

Animals 1 - Describe your Pet Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Gonnie de Vries 27 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67811 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

DOWNLOAD OR READ : OEFENEN MET DE SIMPLE PAST EN PRESENT PERFECT IN HET ENGELS PDF EBOOK EPUB MOBI

DOWNLOAD OR READ : OEFENEN MET DE SIMPLE PAST EN PRESENT PERFECT IN HET ENGELS PDF EBOOK EPUB MOBI DOWNLOAD OR READ : OEFENEN MET DE SIMPLE PAST EN PRESENT PERFECT IN HET ENGELS PDF EBOOK EPUB MOBI Page 1 Page 2 oefenen met de simple past en present perfect in het engels oefenen met de simple pdf oefenen

Nadere informatie

Study Guide English 2KGT

Study Guide English 2KGT Study Guide English 2KGT Name: Class: Good to know abbreviations TB Textbook page WB Workbook page SG Study Guide page ex. exercise (opdracht) homework do study word list handout prepare bring translate

Nadere informatie

This evening on TV: Glee Lees de tekst en beantwoord de vraag. Waar speelt Glee zich af? This evening on TV: Glee. Fact sheet.

This evening on TV: Glee Lees de tekst en beantwoord de vraag. Waar speelt Glee zich af? This evening on TV: Glee. Fact sheet. 1 This evening on TV: Glee Lees de tekst en beantwoord de vraag. Waar speelt Glee zich af? This evening on TV: Glee In the Glee club, the pupils sing famous songs from Britney Spears to One Direction,

Nadere informatie

Who s that? Luister naar het verhaaltje. Kruis het juiste antwoord aan.

Who s that? Luister naar het verhaaltje. Kruis het juiste antwoord aan. two Wo s tat? Test Luister naar et veraaltje. Kruis et juiste antwoord aan. Wat zegt Racel? a I m Britis. b I m Iris. Wat zegt Mitcell? a I m from Sweden. b I m from America. Jerry is... a Mitcell s friend.

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 5.1: Shopping, culture, friends Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: restaurant, cinema, book shop, music shop,

Nadere informatie

Samenvatting Engels Informele brief maken, grammatica

Samenvatting Engels Informele brief maken, grammatica Samenvatting Engels Informele brief maken, gr Samenvatting door L. 1156 woorden 25 juni 2013 10 2 keer beoordeeld Vak Engels Own adress, without your name. if you send it abroad, also write the name of

Nadere informatie

Handleiding The very hungry caterpillar. Eric Carle

Handleiding The very hungry caterpillar. Eric Carle Handleiding The very hungry caterpillar Eric Carle In the light of the moon a little egg lay on a leaf. One Sunday morning the warm sun came up and pop! - out of the egg came a tiny and very hungry caterpillar.

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X SPEAKING & LISTENING: ALPHABET, NUMBERS, DATES & TIMES

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X SPEAKING & LISTENING: ALPHABET, NUMBERS, DATES & TIMES What are the letters of the alphabet and how do you say them? A B C eej bie sie D E F die ie ef G H I dzjie heetsj ai J K L dzjee keej el M N O em en oh P Q R pie kjoe aaa S T U es tie joe V W X vie dobbel

Nadere informatie

LESSTOF. Interactive Grammar

LESSTOF. Interactive Grammar LESSTOF Interactive Grammar 2 Lesstof Interactive Grammar INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 6 INHOUD... 13 Lesstof Interactive Grammar 3 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn programma s voor

Nadere informatie

Vergaderen in het Engels

Vergaderen in het Engels Vergaderen in het Engels In dit artikel beschrijven we verschillende situaties die zich kunnen voordoen tijdens een business meeting. Na het doorlopen van deze zinnen zal je genoeg kennis hebben om je

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Handouts - lesson 4 - #dutchgrammar - 9 april the verb. het werkwoord. regular verb conjugation

Handouts - lesson 4 - #dutchgrammar - 9 april the verb. het werkwoord. regular verb conjugation #dutchgrammar for beginners - lesson 4 1 the verb het werkwoord 2 to watch ik kijk jij kijkt u kijkt hij kijkt zij kijkt het kijkt wij jullie zij 3 most verbs end with: -en first person singular: without

Nadere informatie

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2 Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2 to Kindergarten 2 we Kindergarten 3 are Kindergarten 3 come Kindergarten 3

Nadere informatie

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum? 1 Shopping mall Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum? The Tower - Shopping mall 1 Bookshop Blackwell s Waterstones

Nadere informatie

Extra. Comparisons. Comparisons FILE 5 BUY ME BK 2

Extra. Comparisons. Comparisons FILE 5 BUY ME BK 2 I Extra 1 Comparisons Read Comparisons and choose the correct answer. 1 This is the bad / worst school day I ve ever had. 2 Much / Many people went on holiday today. 3 There is not many / much sugar left

Nadere informatie

betrekkelijke voornaamwoorden

betrekkelijke voornaamwoorden betrekkelijke voornaamwoorden SirPalsrok @meestergijs I bought a house. The house has 3 bedrooms. Mr. Schultz plays tennis. He is my English teacher Een betrekkelijk voornaamwoord kan van 2 zinnen 1 zin

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Opzoekgrammatica Spellingregels Onregelmatige werkwoorden YOUR KEY TO THE ENGLISH LANGUAGE LEIDY STEGEMAN

INHOUDSOPGAVE. Opzoekgrammatica Spellingregels Onregelmatige werkwoorden YOUR KEY TO THE ENGLISH LANGUAGE LEIDY STEGEMAN INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 To be en to have 1 HOOFDSTUK 2 De onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) 3 HOOFDSTUK 3 De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) 5 HOOFDSTUK 4 De tegenwoordige en de verleden duurvorm

Nadere informatie

passive de lijdende vorm

passive de lijdende vorm SirPalsrok @meestergijs My dad and I are playing cricket at the moment. Cricket is being played at the moment. Het gaat er niet om wie of wat iets doet. Het gaat er niet om wie of wat iets doet...maar

Nadere informatie

lidwoorden, deel 2

lidwoorden, deel 2 articles, part 2 lidwoorden, deel 2 SirPalsrok @meestergijs Er zijn twee soorten lidwoorden: Articles Bepaald lidwoord (definite article) the Onbepaald (indefinite article) a of an Het Nederlandse de of

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 1.1: On my way Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: train, tram, bus, car, bike, plane, boat, underground, stop,

Nadere informatie

WORDS 1 (8 punten) WORDS 2 (9 punten) sharp smell spicy thirsty. LANGUAGE TEST 1 vmbo-t/havo/vwo UNIT 5 FOOD KEYS

WORDS 1 (8 punten) WORDS 2 (9 punten) sharp smell spicy thirsty. LANGUAGE TEST 1 vmbo-t/havo/vwo UNIT 5 FOOD KEYS A WORDS 1 (8 punten) Write down the English translation of the following words: 1 voorzichtig - careful 2 gevaarlijk - dangerous Write down the English translation of the words in brackets. 3 My coffee

Nadere informatie

Als je zo'n zinnetje moet leren dan weet je best al wat woorden van dit zinnetje.

Als je zo'n zinnetje moet leren dan weet je best al wat woorden van dit zinnetje. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON FIVE Beste leerling! Fijn dat je er nog steeds aan werkt om je kennis van de Engelse taal te verbeteren! Daar zul je straks in de brugklas veel voordeel van hebben! HOE

Nadere informatie