Ô È Ì Î ÔËÌË ÔËÌÁ ÔËÏ. ª Æ ª ª º µ. ª ª ºø. ø ªæ ªº ªÆ ƪªº ªÆ ªª º. fi±±æ ª ªÆ. ººª ± ª ªÆ ø. fl æú Ì fi±±æ ª µøøæ

Transcriptie

1 ÔÌ Ô È Ó Í Ì Î Ï ÓÎ ÔËÌË ÔËÌÁ ÔËÏ ª Æ ª ª º µ ÔÏ ª ª ºø ø ªæ ªº ªÆ ƪªº ªÆ ªª º Ô fi±±æ ª ªÆ ººª ± ª ªÆ ø fl æú Ì fi±±æ ª µøøæ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

2 Ô ªÆ ±±Æº øø ß ±±Æº øø æ± ª ƪ ± ºªÆ ± ºªÆ ƪ ± ºªÆ Ʊ º ±±Æ æ ª ø º ªº øø µ ª Æ µø µ ª ø ª ª ±Æ ª 決ª ±Æ ± ª ± ªÆ fl flæ ª± Ʊ ª ª Æø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ ÔÏ

3

4 CONCEPTRAPPORT ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN INVENTARISEREND VELDONDERZOEK KRUISVENNENDIJK 14 TE OSPEL GEMEENTE NEDERWEERT

5 DIT RAPPORT BESTAAT UIT TWEE DELEN: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK, UITGEVOERD DOOR ECONSULTANCY BV INVENTARISEREND VELDONDERZOEK IN DE VORM VAN EEN VERKENNEND BOORONDERZOEK, UITGEVOERD DOOR ADC ARCHEOPROJECTEN

6 SAMENVATTING In opdracht van Dhr. A.G.M.N. Nabuurs te Ospel heeft Econsultancy bv een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kruisvennendijk 14 te Ospel (gemeente Nederweert). In het plangebied zal een bestaand tuinbouw- en vleesvarkensbedrijf worden uitgebreid met 3 stallen met bijbehorende erfverharding waarvoor een vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan moet worden verkregen. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit twee delen, het archeologische bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. Het inventariserend veldonderzoek heeft Econsultancy bv laten uitvoeren door ADC ArcheoProjecten. Deze rapportage omvat de resultaten van het gecombineerde onderzoek. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat in het hele plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. De archeologische resten komen voor direct aan of onder het maaiveld. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Uit het veldonderzoek komt naar voren dat het verwachtingsmodel zoals dat is opgesteld deels wordt onderschreven. In boringen 1, 2 en 4 is een deels intact podzolprofiel aangetroffen. In boring 1 is dit aanwezig onder een opgebracht dek. In de andere twee boringen kunnen archeologische waarden direct aan het maaiveld worden verwacht. De overige boringen hebben geen podzolbodem aan het licht gebracht. De zone rond boringen 6 en 7 is tot in de C-horizont verstoord. Hier is de kans op het aantreffen van archeologische waarden daarom laag. In boringen 3 en 5 is een A-C-profiel aanwezig. De reden van het ontbreken van een podzolbodem is niet bekend. Mogelijk is hier relatief diep geploegd. Er kunnen echter ook vergravingen hebben plaatsgevonden. ADC ArcheoProjecten adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een oppervlakte kartering, teneinde de gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Het betreft het gebied met een middelhoge verwachtingswaarde met een oppervlakte van 8300 m² (zie afb. 2). Dit onderzoek dient te worden uitgevoerd na rooien van de huidige bomen en vervolgens het ploegen en frezen van de grond. De oppervlaktekartering dient te worden uitgevoerd nadat de geploegde akker is uitgeregend. Dit advies geldt voor de delen van het terrein waar de bodem daadwerkelijk verstoord gaat worden. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA) of Programma van Eisen (PvE).

7 CONCEPTRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK KRUISVENNENDIJK 14 TE OSPEL GEMEENTE NEDERWEERT Project: NED.HEN.ARC Rapportnummer: Status: Conceptrapportage Datum: 26 mei 2008 Opdrachtgever: Dhr. A.G.M.N. Nabuurs Kruisvennendijk RT Ospel Tel Fax Uitvoerder: Opsteller: Kwaliteitscontroleur: Econsultancy bv Rapenstraat GJ Boxmeer Tel Fax Mail Boxmeer@Econsultancy.nl Dr. J.J.A. Wijnen Drs. M. Stiekema Paraaf: Dr. E. Lohof Paraaf: Contactpersoon: Mevr. M. van Beers Hendrix UTD Postbus MA Boxmeer Tel Fax

8 COLOFON Kruisvennendijk 14 te Ospel Een Archeologisch Bureauonderzoek Auteur(s): J.J.A. Wijnen, M. Stiekema In opdracht van: Dhr. A.G.M.N. Nabuurs Econsultancy bv, Boxmeer, juni 2008 Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISBN 978-XX-XXXX-XXX-X NED.HEN.ARC

9 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN METHODEN Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01) Beschrijving van de huidige situatie (LS02) Beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) Beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04)2 3.5 Gespecificeerde verwachting (LS05) CONCLUSIE ADVIES NED.HEN.ARC

10 LIJST VAN AFBEELDINGEN Afb. 1 Locatie van het onderzoeksgebied Afb. 2 Locatie van het plangebied Afb. 3 Locatie van het plangebied binnen de historische kaart Afb. 4 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen LIJST VAN TABELLEN Tabel 1 Archeologische perioden Tabel 2 Administratieve gegevens onderzoeksgebied SAMENVATTING In opdracht van Dhr. A.G.M.N. Nabuurs te Ospel heeft Econsultancy bv een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kruisvennendijk 14 te Ospel (gemeente Nederweert). Het verkennend veldonderzoek heeft Econsultancy bv laten uitvoeren door ADC ArcheoProjecten, waarvan de resultaten als een aparte rapportage zijn bijgevoegd. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat in het hele plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. De archeologische resten komen voor direct aan of onder het maaiveld. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Econsultancy bv adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een oppervlaktekartering en/of een verkennend/karterend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen NED.HEN.ARC

11 1. INLEIDING In opdracht van Dhr. A.G.M.N. Nabuurs te Ospel heeft Econsultancy bv een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kruisvennendijk 14 te Ospel (gemeente Nederweert). Het verkennend veldonderzoek heeft Econsultancy bv laten uitvoeren door ADC ArcheoProjecten, waarvan de resultaten als een aparte rapportage zijn bijgevoegd. In het plangebied zal een bestaand tuinbouw- en vleesvarkensbedrijf worden uitgebreid met 3 stallen met bijbehorende erfverharding waarvoor een vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan moet worden verkregen. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het omschreven gebied. Vanuit de resultaten van deze gegevens wordt een gespecificeerde verwachting opgesteld. Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is om aan de hand van beschikbare historisch-geografische, historische, geologische, geomorfologische, bodemkundige en archeologische informatie te komen tot een specifieke archeologische verwachting van het plan-/onderzoeksgebied (vanaf het Paleolithicum tot aan de Nieuwe tijd, zie tabel 1), om vervolgens vast te kunnen stellen of en waar de voorgenomen maatregelen binnen het plangebied schade kunnen toebrengen aan het (eventueel) aanwezig archeologisch erfgoed. De uitkomsten van het bureauonderzoek zijn daarmee richtgevend voor het verkennend/karterend/waarderend veldonderzoek. 1 Onderzoeksvragen Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden. Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Wat voor een geplande bodemverstorende ingreep wordt er gerealiseerd binnen het plangebied en in welke mate zullen daarmee (mogelijke) archeologische waarden verstoord worden? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (bijvoorbeeld binnen een relatief hoge dekzandkop of rug, nabij een veengebied, binnen een beekdal)? Zijn er binnen het plan-/onderzoeksgebied bekende archeologische waarden aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de locatie, omvang, aard, kwaliteit, datering en (indien bekend) de landschappelijke context hiervan? Welk vervolgonderzoek, in de vorm van veldonderzoek, is er nodig om de door het archeologisch bureauonderzoek in beeld gebrachte specifieke archeologische verwachting te toetsen? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 26 mei Meegewerkt hebben: J.J.A. Wijnen (fysisch-geografisch specialist), M. Stiekema (prospector), E. Lohof (senior prospector). 3. METHODEN Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1, in het bijzonder de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. Het bureauonderzoek wordt gerapporteerd conform LS06. Het onderzoek bestaat uit zes onderdelen (specificaties LS01 t/m LS06). In de eerste vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: Û afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik Û beschrijving van de huidige situatie Û beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen 1 Richtlijnen archeologisch bureauonderzoek en archeologisch veldonderzoek NED.HEN.ARC 1

12 Û beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens Op grond van deze onderdelen wordt een gespecificeerde verwachting van het gebied opgesteld (specificatie LS05). Hierin wordt verwoord of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht. Indien deze worden verwacht worden de (veronderstelde) eigenschappen van de waarden zo gedetailleerd mogelijk aangegeven. 3.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01) Het plangebied ligt aan de Kruisvennendijk 14 te Ospel (gemeente Nederweert) en heeft een oppervlakte van 2,2 ha. Het wordt begrensd door de Kruisvennendijk in het noorden en verder liggen er om de planlocatie percelen met grasland. Het onderzochte gebied bevindt zich binnen een straal van ca. 1,5 km rondom het plangebied. In het plangebied is de uitbereiding van het bouwblok van het bestaande tuinbouw en vleesvarkensbedrijf gepland met 1,12 ha. Hiervoor dient van de gemeente een vrijstelling te worden verkregen van het geldende bestemmingsplan. Bij de uitbereiding zal een gebied met een oppervlakte van m 2 worden bebouwd met drie stallen en m 2 zal worden verhard (zie afb. 2). De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 3.2 Beschrijving van de huidige situatie (LS02) Het plangebied is momenteel in gebruik als akkerland. 3.3 Beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) De historische situatie is op verschillende historische kaarten als volgt: Bron Kadastrale minuut uit Historische kaart uit [Grote Historische Provincie Atlas Limburg 1:25.000] Bonnekaart rond 1900 historische situatie Kavel op rand van de heide/heide Grasland/heide Akkerland/grasland/bos Het plangebied maakt op de kadestrale minuut grotendeels deel uit van een kavel dat is gelegen pal aan de rand van de Heide en is gelegen aan een onverharde weg. In de Grote Historische Provincie Atlas van Limburg met kaartmateriaal uit is de kavel in gebruik als grasland en ligt er een kavel akkerland aan de oostzijde van het plangebied. De kavels zijn gelegen aan een onverharde weg en liggen los van elkaar, omringd door heide, waar het plangebied verder uit bestaat. Vanaf de heide loopt er een pad deels over het plangebied naar het kavel akkerland. Op de Bonnekaart van rond 1900 grenst het plangebied nog steeds aan het heidegebied maar bestaat het kavel uit grasland met een houtwal en verder akkerland en aangeplant bos. 3.4 Beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04) De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Type gegevens Geologie 2 Geomorfologie 3 Gegevensomschrijving Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden Dekzandruggen al dan niet met een oud bouwland (3L5) 2 De Mulder et al., Alterra, NED.HEN.ARC 2

13 Bodemkunde 4 Veldpodzolgronden; lemig fijn zand (Hn23) Geologie Gedurende de laatste ijstijd had de wind vrij spel in het verplaatsen van zand en silt. Over een groot deel van Nederland werd een pakket dekzand afgezet. De dekzanden zijn onderverdeeld in het Oude en Jonge Dekzand. Het Oude Dekzand is afgezet tijdens het Midden-Weichselien. Er ontstonden duidelijke hoogteverschillen, waarbij gebieden met reliëfverschillen kleiner dan 1,5 meter dekzandplateaus worden genoemd en hogere delen dekzandruggen of dekzandkopjes. Het Jonge Dekzand is afgezet tijdens het Laat-Glaciaal en zorgde voor nivellering van het landschap door laagtes in het Oude Dekzand landschap op te vullen. Door middel van het gehalte aan leem zijn het Oude en Jonge Dekzand van elkaar te onderscheiden. Het Oude Dekzand is meestal lemig, terwijl het Jonge Dekzand vaak geen leem bevat. Het dekzand wordt ook wel het Laagpakket van Wierden genoemd, welke behoort tot de Formatie van Boxtel (voorheen de Formatie van Twente). Het water van de in het voorjaar smeltende sneeuwmassa s erodeerde een deel van de dekzandruggen, waarna afzettingen plaatsvond in de lagere delen van het landschap als vlaktes van verspoelde dekzanden, waarbinnen zich vaak een lokaal beeksysteem vormde. Geomorfologie Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied op een dekzandrug al dan niet met een oud bouwlanddek (3L5). Naast de afzetting door de wind zijn de afzettingen vaak verspoeld door sneeuwsmeltwater. Verspoeling en het afglijden van de ontdooide, met water verzadigde bovengrond zorgde ervoor dat er nivellering optrad van het reliëf gedurende de laatste ijstijd. Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied binnen veldpodzolgronden in lemig fijn zand (Hn23). Ze komen in het Pleistoceen voor in afvoerloze laagten of op ruggen waar de hoogste grondwaterstanden tot in de BC-horizont reiken. Ze vormen de grootste oppervlakte van onze podzolen en zijn karakteristiek voor de jonge ontginningen. Veel ervan zijn dan ook vergraven. In het plangebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden vastgesteld: Bron Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Archeologische Monumenten Kaart (AMK) waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Systeem) vondstmeldingen ARCHISII onderzoeksmeldingen ARCHISII Omschrijving middelhoge indicatieve archeologische waarde Geen Geen Geen Geen Indicatieve archeologische waarde Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waardenkaart (IKAW) van Nederland (1:50.000) bevindt het plangebied zich in een gebied met een middelhoge indicatieve archeologische waarde (zie afb. 4). Monumenten rondom het plangebied Op ca. 700 m en ca. 800 m ten westen van de planlocatie liggen monumenten met een hoge archeologische waarde bestaande uit clusters oude bebouwing van respectievelijk Waatskamp 5 en Ospel 6. Op ca m ten zuiden zijn geërodeerde restanten van wallen te herkennen behorende bij een netwerk van rechthoekige en vierkante percelen (Celtic field/raatakker) uit de IJzertijd. 7 Het is een vermoedelijk een van de weinige Celtic fields die Limburg rijk is. Waarnemingen rondom het plangebied Op ca. 450 m ten noorden is een fragment gedraaid aardewerk uit de Romeinse tijd aangetroffen. 8 4 Stichting voor Bodemkartering MNT MNT MNT ARCHIS NED.HEN.ARC 3

14 Op ca. 600 m ten westen zijn bij booronderzoek in 6 boringen scherven gevonden uit de IJzertijd (mogelijk inheems-romeins) en laat-middeleeuwse aardewerkfragmenten. Á Op ca. 700 m ten westen zijn bij proefsleufonderzoek zijn resten aangetroffen uit voornamelijk de IJzertijd bestaande uit o.a. grondsporen van spiekers, paalgaten, kuilen, handgevormd aardewerk, spinsteen, kooksteen, en resten uit het Neolithicum (bladspits en afslagkrabber) en de Middeleeuwen (greppels, kuilen en spitsporen en aardewerkfragmenten). Ô Op ca. 900 m west-noordwestelijk van de planlocatie zijn bij archeologisch booronderzoek zijn fragmenten aardewerk uit de Late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd aangetroffen en tevens een vuursteenafslag, ondetermineerbaar aardewerk en huttenleem. ÔÔ Op ca m ten zuiden zijn de geërodeerde restanten van wallen van een voor landbouwdoeleinden gebruikt systeem van landindeling uit de IJzertijd, zogenaamde Celtic fields of raatakkers over een oppervlakte van 1 km 2 gevonden door satelietverkenningú ÔÓ Op ca m ten zuiden is een fragment handgevormd aardewerk uit de IJzertijd gevonden. 13 Op ca m ten westen is bij archeologisch booronderzoek handgevormd aardewerk uit de IJzertijd en Laat- Middeleeuws handgevormd aardewerk. 14 In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken rondom het plangebied In de onmiddellijke nabijheid van het plangebied zijn geen archeologische onderzoeken uitgevoerd. 3.5 Gespecificeerde verwachting (LS05) Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Veldpodzolen zijn karakteristiek voor de jonge ontginningen. In de nabijheid zijn niet veel waarnemingen gedaan. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. De archeologische resten komen voor direct aan of onder het maaiveld. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. 15 De archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. 16 Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Afgezien van het ploegen van het terrein zijn ons bureau geen bodemingrepen bekend die voor verstoring van archeologische vindplaatsen verantwoordelijk kunnen worden gehouden. 4 CONCLUSIE Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden. Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Afgezien van het ploegen van het terrein voor agrarisch gebruik zijn ons bureau geen bodemingrepen bekend. 9 ARCHIS ARCHIS ARCHIS ARCHIS ARCHIS ARCHIS Zie bijvoorbeeld Groenewoudt Kars & Smit NED.HEN.ARC 4

15 5 ADVIES Wat voor een geplande bodemverstorende ingreep wordt er gerealiseerd binnen het plangebied en in welke mate zullen daarmee (mogelijke) archeologische waarden verstoord worden? De bodemverstorende ingreep is de bouw van 3 stallen en de aanleg van de bijbehorende terreinverharding. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (bijvoorbeeld binnen een relatief hoge dekzandkop of rug, nabij een veengebied, binnen een beekdal)? Vanuit het archeologisch bureauonderzoek kan geconcludeerd worden dat het plangebied zich binnen een (relatief hoge) dekzandrug bevindt. Vanaf het Paleolithicum waren soortgelijke locaties aantrekkelijk voor het stichten van (tijdelijke) nederzettingen en vanaf het Neolithicum in gebruik met name als akkerland. De bodem binnen plangebied zou een veldpodzolgrond moeten betreffen. Dit bodemtype is karakteristiek voor de jonge ontginningen. De archeologische resten komen voor direct aan of onder het maaiveld. De bescherming tegen verstoring is hierdoor niet het meest gunstig. Het zou gunstiger zijn geweest als er een afdekkende laag was geweest zoals een esdek bij een enkeerdgrond. Zijn er binnen het plan-/onderzoeksgebied bekende archeologische waarden aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de locatie, omvang, aard, kwaliteit, datering en (indien bekend) de landschappelijke context hiervan? Binnen een straal van 1500 m rondom het plangebied zijn enkele waarnemingen gedaan van archeologische resten en tevens op grotere afstand verwijderd van de planlocatie, met dateringen uit het Neolithicum, IJzertijd, Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd (zie tabel 1). Binnen een straal van 700 à 900 m rondom het plangebied liggen een aantal monumenten met een hoge archeologische waarde. Volgens historisch kaartmateriaal daterend uit de 19 e en 20 ste eeuw was het plangebied grotendeels in agrarische gebruik gelegen tegen een heidegebied en is niet bebouwd geweest. Het plangebied heeft vanuit de IKAW een middelhoge indicatieve archeologische waarde. Welk vervolgonderzoek, in de vorm van veldonderzoek, is er nodig om de door het archeologisch bureauonderzoek in beeld gebrachte specifieke archeologische verwachting te toetsen? Om te toetsen of er daadwerkelijk archeologische resten in het plangebied aanwezig zijn wordt aanbevolen om een inventariserend archeologisch onderzoek middels boringen te doen. Econsultancy bv adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een oppervlaktekartering en/of een verkennend/karterend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Het veldonderzoek bestaat uit het verrichten van circa 7 boringen. De boringen worden verricht met behulp van een 10 cm edelmanboor en/of een guts (diameter 3 cm) tot een diepte van 20 cm in de C-horizont. Het opgeboorde materiaal wordt beoordeeld op het voorkomen van archeologische indicatoren door het te verbrokkelen. De bodemtextuur en archeologische indicatoren worden beschreven volgens SBB 5.1 van de NITG-TNO 17 waarin onder meer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN wordt gehanteerd. Eventueel bodemvreemd materiaal wordt separaat beoordeeld. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA) of Programma van Eisen (PvE). Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. LITERATUUR Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1: Bosch, J.H.A., Nederlands Normalisatie-Instituut, NED.HEN.ARC 5

16 Bakker, H. de, & Schelling, J., 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland, Staring Centrum Wageningen. Berendsen, H.J.A. 2004: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie, Van Gorcum, Assen Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 2: Fysisch-geografisch onderzoek. Thema's en methoden, Van Gorcum, Assen Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 3: Landschap in delen. Overzicht van de geofactoren, Van Gorcum, Assen Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De fysischgeografische regio's, Van Gorcum, Assen Berg, M.M. van den & E.A. Hatzmann, 2006: Water en archeologisch erfgoed, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 30). Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport, NITG A). Bureau Militaire Verkenningen, 1844, 1: Geologisches Landesamt Nordrhein-Westfalen, 1984: Geologische Karte von Nordrhein-Westfalen 1: , Blatt C4702 Krefeld. Groenewoudt, B.J., 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 17). Hoeijmakers, H.H.C., 2008: Evaluatie Bodemsanering Hoofdstraat (ong.) Meerlo, HMB, B.V., Maasbree Kars, H. & A. Smit (red.), 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatiemechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amsterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1). Keijzer, M. de, & Van der Wal, D., 2006: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet! Onderzoek naar de beleving van cultuurhistorie in Salland en de Achterhoek door verschillende actorgroepen. Universiteit Wageningen, Vakgroep Sociaal Ruimtelijke Analyse. Kuijper, J., Gemeente atlas van de provincie Gelderland Foresta bv, Groningen. Locher, W.P., de Bakker, H. (red.) 1990: Bodemkunde van Nederland (deel 1 - algemene bodemkunde). Malmberg, Den Bosch Locher, W.P., de Bakker, H. (red.) 1990: Bodemkunde van Nederland (deel 2 - bodemgeografie). Malmberg, Den Bosch Mulder, E.F.J. de, Geluk, M.C., Ritsema, I.L., Westerhoff, W.E., Wong, T.E., 2004: De ondergrond van Nederland, Wolters-Noordhoff, Groningen. Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104, Delft. Stichting voor Bodemkartering, 1972: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 58 West/Roermond Stichting voor Bodemkartering, 1972: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 58 West/Roermond Thanos. C.S.I., & Scholte Lubberink, H.B.G., 1997: Titel onbekend. RAAP-rapport 297. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave). Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1992: Grote Historische Provincie Atlas 1 : , Limburg , Groningen NED.HEN.ARC 6

17 Afb N ŒÃ Õ Nederweert Œ ŒÃ Œ ÿ fi Œ Ÿ Heythuysen ÿ ÃÿÀ Õ fifl» Î Œ ª Û Æ ª ª º µ ÔÏ ± ø ª ø ª ± ºªÆ ±ªµ ªæ ªº ææ± Ê Ÿª±ºø NED.HEN.ARC 7

18 Afb N Î ª Û Æ ª ª º µ ÔÏ øøæ ø ª ø ªæ ªº ª ª ºø ø ªæ ªº ø ªæ ªºÂ æ ª æª Æª ÿ º ª æªæ± Ÿª ø ºª ª æ± NED.HEN.ARC 8

19 Afb. 3 Ospel - Kruisvennendijk 14 Grote Historische Provincie Atlas 1: Limburg Legenda: Planlocatie NED.HEN.ARC 9

20 Afb N Î ª Û Æ ª ª ª ÔÏ º ø ª ª øøæ flæ ª± ± ª øø溪 Ù fl Û ªÆƪ ª ª flœ ÿ ÕÛ ª º ª ª ª ºø ÿ± ª º ø ª ª øæ ª± ± ª øø溪 flœ ÿ ÕÛ ª º ª ººª ± ª º ø ª ª øæ ª± ± ª øø溪 ø ª º ø ª ª øæ ª± ± ª øø溪 ª ª øø溪ªæº ø ªÆ fiªæ± º ªæ ªº flæ ª± ± ± ª ± ø ª ø ± ºªÆ ±ªµ ªæ ªº NED.HEN.ARC 10

21 Periode Tijd in jaren Tabel 1 Nieuwe tijd 1500 na Chr. heden Late-Middeleeuwen 1050 na Chr na Chr. Vroege-Middeleeuwen 450 na Chr na Chr. Romeinse tijd 12 voor Chr na Chr. IJzertijd 800 voor Chr voor Chr. Bronstijd 2000 voor Chr voor Chr. Neolithicum (Nieuwe Steentijd) 5300 voor Chr voor Chr. Mesolithicum (Midden Steentijd) 8800 voor Chr voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd) voor Chr voor Chr. Tabel 2 Projectcode en nummer NED.HEN.ARC Toponiem Kruisvennendijk 14 Opdrachtgever Dhr. A.G.M.N. Nabuurs Gemeente Nederweert Plaats Ospel Kadastrale gegevens Kaartblad Coördinaten , , , , Bevoegde overheid Deskundige namens de bevoegde overheid ARCHIS onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code) Gemeente Nederweert, Sectie O, nrs Gemeente Nederweert Beheer en plaats documentatie Econsultancy bv, Swalmen Uitvoerder Econsultancy bv, J.J.A. Wijnen, M. Stiekema Datum 26 mei NED.HEN.ARC 11

22 ª Æ ª ª º µ ÔÏ ª ªª ª ªºªÆ ªªÆ ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ºª ±Æ ø ªª ªÆµª ª º æ±±æ± ºªÆ ±ªµ Ú Ú fi ± ŒÚ ø

23 Ó ± ± ± fl Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ ÔÏ ª ªª ª ªºªÆ ªªÆ ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ºª ±Æ ø ªª ªÆµª ª º æ±±æ± ºªÆ ±ªµ fl ª Æ Ê Ú Ú fi ± ŒÚ ø ± ºÆø ø Ê ± ø ß æ w fl flæ ª± Ʊ ª ª Ù fl ªÆ ±±Æ Ù Ó Ë ± ±é ª ªµª ª Ê fl flæ ª± Ʊ ª ª Ù ª ø ºªÆ ªÆ ª º ª ºª ª ø ª ø ±Æºª ªÆ ª º º ª Ò± ± ª æøøæ ª øøµ ±Æºª º±±Æ ººª ø ºÆ µù ± ±µ± ª ± ± ª µª ª ºø ±±µ ± ºªÆ ±±Æø øø ºª Æ ª µª ±ª ª ø ºª ª ªÆ Ú fl flæ ª± Ʊ ª ª øø øøæº ªª øø Æøµª µ ª º ±±Æ ª ª ª ª øºª ±±Æ ±ª ª º ºª ±ª ø ø ºª øº ª ª ± ª ªæÆ µ ø ºª ƪ ø ª ø º ± ºªÆ ±ªµÚ fl ±Æ ø ªÊ ºÆÚ Ú ± ± Õfi ÁÈËÛÁ ÛÍËÌÍÛÎ ÁÛÓ fl flæ ª± Ʊ ª ª ê ÌÌÛÓÁÁ ËÔ ËÔ ± æ ÔÎÔÌ ÌË fi fl ªÆ ±±Æ ø ÌÌÛÓÁÁ ËÔ Ë ø ± øæ ª± ± ªÚ

24 Ì ± º ± ø ª flº Æø ª ª ª ª ª ø ª ± ºªÆ ±ªµ ªæ ªº Ï Õø ª ø Í Ô ª º È ÔÚÔ fl ª ªª È ÔÚÓ ±ª ª ª Æøø ª È Ó Œª ø ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ È Ì ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ Ë ÌÚÔ ª ±ºª Ë ÌÚÓ Œª ø ª Ë ÌÚÌ ªÆ ƪ ø ª Á Ï ± ª Á Î flø æª ª Ô ªÆø Æ Ô ø ø 檪 º ª Ô fi ø ª Ô fi±±æ ª ª ª

25 Ï flº Æø ª ª ª ª ª ø ª ± ºªÆ ±ªµ ªæ ªº Ʊ ªÊ æ Æ Ÿª ªª ªÊ ªºªÆ ªªÆ øø Ê ª ñ ± ª Ê Æ ª ª º µ ÔÏ øºø Æø ª ª ª ª Ê ÔËÌËÈ ÒÌÍÈÁÔ øøæ æ øºê ÎË ±*ƺ ø ª Ê ÔËÌÚÁÓ ÒÌÍÈÚÁÁÓ ÔËÌÚÁÁÈÒÌÍÈÚËÎË ÔËÌÚËÍËÒÌÍÈÚÈÁÈ ÔËÌÚÈ ÒÌÍÈÚÁÓË fiª ±ª º ª ø Ê ª ªª ª ªºªÆ ªªÆ ª µ º ª ø ª ª æª ±ª º ª ø Ê»»»»»» flœ ÿ ÕÛ± ºªÆ ±ªµ ª º ªÆ ÕÛ ±ºª Ê ÓËËËÓ fl Û Æ± ª ±ºªÊ ÏÔ ËÍ Ï ªÆ ±ºª ø ±ªÆ Ê Ó Ë fiª ªªÆ ª øø º± ª ø ªÊ fl flæ ª± Ʊ ª ª ø ºª fiù fl ªÆ ±±Æ

26 Î fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

27 Í Õø ª ø ± ºÆø ø ± ø ß æ ªª fl flæ ª± Ʊ ª ª ªª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ª ±ªÆº ±±Æ ª ø ªæ ªº Æ ª ª º µ ÔÏ ª ª ªª ª ªºªÆ ªªÆ Ú ª ø ªæ ªº ø ªª ø ÆøÆ æªºæ ±Æºª ªæƪ ºÚ ÿª ± ºªÆ ±ªµ ø ±±º øµª µ ± ª æª ø ª ± æ ºª ±±Æ ª ± ª ø ª ª ºª µø æª øø ºø øæ ª± ± ª ƪ ª ºª ± ºªÆ Ʊ º ±Æºª øø ª ø Ú À ª øæ ª± ± æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ µø ª ± ºªªÆº ±Æºª ºø ª ø ªæ ªº ± ªª ƪ ø ª ± ª ºªµ ø ºÆ æª º Ú ø ø ª ø ª± øæª ºªÆ ª µª ± ø ª øø ƪµµª µ ±±Æ ª ª ø ºª µª ªºªÆ ª ª ª ø ø ª ª± ±±Æø ªæÆ µ ø øµµªæ ø ºÚ ª 決ª æ ª ª ø ªæ ªº ± ªª ª º ±º ± Ʊ º ±ª ª æª Æª ª Ú æ±ºª ß ª µøæøµ ªÆ ªµ ±±Æ ºª ± ª ± ª Ú ÿ ªÆº±±Æ ªª ª ø ªæ ªº ø ºª è fl é ªª ººª ± ª º ø ª ª øæ ª± ± ª øø溪ú ª øæ ª± ± ª ƪ ª µ± ª ±±Æ º ƪ øø ± ± ºªÆ ª øø ª ºÚ ÿª ªÆ ø ±ºª ±ø ºø ± ª ª º ªªÆºªÆ ª ±ªÆº æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ ±Æº ºªª ± ºªÆ ƪ ª Ú æ±æ ª ÔÙ Ó ª Ï ªª ºªª ø ±º ± Ʊ ª øø ª Ʊ ª Ú æ±æ Ô º øø ª ± ºªÆ ªª ± ªæÆø ºªµÚ ºª ø ºªÆª ªª æ±æ ª µ ª øæ ª± ± ª øø溪 º ƪ øø ª øø ª º ±Æºª ªÆ ø Ú ª ± ªÆ ª æ±æ ª ªææª ªª ±º ± 決ª øø ª ªæÆø Ú ª ± ª Ʊ º æ±æ ª Í ª È ± ºª Û ±Æ ± ªÆ ±±ÆºÚ ÿ ªÆ ºª µø ± ª øø ƪ ª ø øæ ª± ± ª øø溪 ºøøƱ øø Ú æ±æ ª Ì ª Î ªª flû Û Æ± ª øø ª Ú ª ƪºª ø ª ± æ檵ª ø ªª ±º ± 決ª ª 檵ª ºÚ ± ª µ ªÆ ƪ ø ª º ª ª ±ª ºÚ Æ µ ª ª ªÆ ±±µ ªÆ Æø ª ªææª øø ª ± ºª Ú fl flæ ª± Ʊ ª ª øº ªªÆ ± ªª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ª ±ªÆª º±±Æ ººª ø ªª ± ªÆ øµ ª µøæ ªÆ Ù ª ª ºª ºª ª ª ªªÆºª ªÆ ø øø ª ª ª ª ±ª ª Ú ÿª æª Æª ª ªæ ªº ª ªª ººª ± ª ªÆ ø øø溪 ª ªª ± ªÆ øµ ª ø ËÌ n ª ø æú Ó Ú ± ºªÆ ±ªµ º ª ª ±Æºª ª ±ªÆº ø Ʊ± ª ø ºª º ª æ± ª ª ªÆ ± ª ª ±ª ª ª ƪ ª ø ºª Ʊ ºÚ ª ± ªÆ øµ ªµøÆ ªÆ º ª ª ±Æºª ª ±ªÆº øºø ºª ª ±ª ºª øµµªæ ªÆª ª ºÚ øº ª ª º ±±Æ ºª ºª ª ø ª ªÆƪ øøæ ºª 決ª ºøøº ªÆµª µ ªÆ ±±Æº øø ±Æºª Ú Ãøæª ÔÚ Ã º º Æ ø ºª ªÆ ª ºª ƪ ±Æ ª ªÆ ±ºª Ú Œ à flœ ª ª º ÔÎ ø ÆÚ Û ªºª ø ÆÚ ø ªÛ ººª ªª ª Ô Î ø ÆÚ Û ÔÎ ø ÆÚ Æ±ª ªÛ ººª ªª ª ÏÎ ø ÆÚ Û Ô Î ø ÆÚ Œ± ª ª º ÔÁ ±±Æ ÆÚ Û ÏÎ ø ÆÚ ªÆ º Ë ±±Æ ÆÚ Û ÔÁ ±±Æ ÆÚ fiæ± º Ó ±±Æ ÆÚ Û Ë ±±Æ ÆÚ ª± ª ª Õ ªª º ÎÌ ±±Æ ÆÚ Û Ó ±±Æ ÆÚ ª ± ººª Õ ªª º ËË ±±Æ ÆÚ Û ÏÁ ±±Æ ÆÚ ø ª± ºª Õ ªª º Ì Ú ±±Æ ÆÚ Û ËË ±±Æ ÆÚ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

28 È Ô ª º ÔÚÔ fl ª ªª ± ºÆø ø ± ø ß æ ªª fl flæ ª± Ʊ ª ª ªª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ª ±ªÆº ±±Æ ª ø ªæ ªº Æ ª ª º µ ÔÏ ª ª ªª ª ªºªÆ ªªÆ Ù ª ø 檪 º Ô Ú ª ø ªæ ªº ø ªª ø ÆøÆ æªºæ ±Æºª ªæƪ º ª ø 檪 º Ó Ú ÿª ± ºªÆ ±ªµ ø ±±º øµª µ ± ª æª ø ª ± æ ºª ±±Æ ª ± ª ø ª ª ºª µø æª øø ºø øæ ª± ± ª ƪ ª ºª ± ºªÆ Ʊ º ±Æºª øø ª ø Ú ÔÚÓ ±ª ª ª Æøø ª ÿª º±ª ø ª ª øæ ªÆª ºª ª º± ºªÆ ±ªµ ª øø ª ª ±ª ª ø ºª ± æø ø ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ ± ª ª ºª ª ª ªªÆºª ªÆ ø Ú ÿª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ± º øø º±±Æ ººª ø ªª ªÆµª ª º æ±±æ± ºªÆ ±ªµÚ À ª øæ ª± ± æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ µø ª ± ºªªÆº ±Æºª ºø ª ø ªæ ªº ± ªª ƪ ø ª ± ª ºªµ ø ºÆ æª º Ú ø ø ª ø ª± øæª ºªÆ ª µª ± ø ª øø ƪµµª µ ±±Æ ª ª ø ºª µª ªºªÆ ª ª ª ø ø ª ª± ±±Æø ªæÆ µ ø øµµªæ ø ºÚ ª 決ª æ ª ª ø ªæ ªº ± ªª ª º ±º ± Ʊ º æª Æª ª Ú æ±ºª ß ª µøæøµ ªÆ ªµ ±±Æ ºª ± ª ± ª Ú ª øæ ª± ± ª ƪ ª µ± ª ±±Æ º ƪ øø ± ± ºªÆ ª øø ª ºÚ Ô Ãª æª ±ª ª ø ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ªª ø ø øø øµ fl ± ª ª º ± ±Æ fl ø ª ±Æ ªºªÆ ø º ª flæ ª± ± ª ª ø ª Õ Ô ª ºª ª ºª ºª æª ª º ƪ ª ø ºª Õ øø ª ƪ øæ ø Ú Ó ÿ ªÆ ºª ± ª ºª ± ºªÆ ±ªµ Æø ª ± ª ª ºÊ Û ªÆ øø ª ±±Æ øæ ª± ± ª øø溪 ª ø ªæ ªº øø ª Ù ª ± øù ø øøæ ªÆ ø ºª ± ø Ù Ù øøæº ª ºø ªÆ ªÆ ø º ª ªÆ øæ ª± ± ª øø溪 øø ª Ê Û ª µª ø ª ±Æºª ºª ª øø溪 ªÆ ±±Æº º±±Æ ƪø ø ª ø ºª ª ø ºª 決ª ƪª Û ÿ±ª µø ºª ª ªÆ ±Æ º±±Æ ø øø ø ± ªª ±Æºª æª ªÆµ º ª ºª øæ ª± ± ª øø溪 ª µ ª ±Æºª æª ± ºª Ê Û ª µª ±Æ ø øºªæ ± ºªÆ ±ªµ ±º ± ºª øø ª ª º ø øæ ª± ± ª øø溪 ª ± ø Ù Ù øøæº ª ºø ªÆ ± º±ª ºª ª µ ª æª ø ª ± ª µ± ª ± ªª ª ª ªæª ÿª ± ºªÆ ±ªµ ± º øø ± Á Ó ËÚ ªª ª ªÆµ ªææª Ê ŒÚ ø Ʊ ª ±Æ Ù Ú Ú fi ± øæ ª± ±± ª Ú ± ± ª ±Æ Ʊ ª ±Æ Ú Ó Œª ø ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ Ì À ª øæ ª± ± æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ µø ª ± ºªªÆº ±Æºª ºø ª ø ªæ ªº ± ªª ƪ ø ª ± ª ºªµ ø ºÆ æª º Ú ø ø ª ø ª± øæª ºªÆ ª µª ± ø ª øø ƪµµª µ ±±Æ ª ª ø ºª µª ªºªÆ ª ª ª ø ø ª ª± ±±Æø ªæÆ µ ø øµµªæ ø ºÚ ª 決ª æ ª ª ø ªæ ªº ± ªª ª º ±º ± Ʊ º ±ª ª æª Æª ª Ú æ±ºª ß ª µøæøµ ªÆ ªµ ±±Æ ºª ± ª ± ª Ú ÿ ªÆº±±Æ ªª ª ø ªæ ªº ø ºª è fl é ªª ººª ± ª º ø ª ª øæ ª± ± ª øø溪ú ª øæ ª± ± ª ƪ ª µ± ª ±±Æ º ƪ øø ± ± ºªÆ ª øø ª ºÚ fi ª ªª Æøø ø ÔΠƱ º± ª ø ªæ ªº ºø ±±µ ª µª ª øøæ ª ª ªºøø ø øæ ª± ± ª ƪ ª Ù ª ºø ªÆ ª ª ª± Ù ªÆ ºÙ Œ± ª ª ºÙ ººª ªª ª ª ª ª à º ª øæª Ô Ú fi ª ªª Æøø ø Á Ʊ º± ª ø ªæ ªº ª ªª øø ø ± ª ª ª ªª ± ª øæ ª± ± ª øø溪ú ± ª ±Æ µøøæ ø ªÆ øø ºø ªÆª º ºª ÔÁ ª ª Ó ª ªª ø ª ø ªæ ªº Ʊ ª ºªª ø ÆøÆ ª ªæÆ µ ª ª ª ª øø ªª ª ºª ªæ ªº ª ª ª æªæ± º ª ªª Ú fl ª ª ø ºª æ± ±±Æ ÛÌ Û ªÆ ªª øø ª ºø ºª 決ª æ ª ª ø ªæ ªº º ª ªÆ ªÆ ±±Æº Ú ÿ ªÆ ºª µø ± ª ±±Æµ± ª ø øæ ª± ± ª ƪ ª ºø ±±µ ±± Ú Ô ª Õ ªµª ø Ó ËÚ Ó fiª ª º ƪ ª ø ºª Õ øø ª ƪ øæ ø ºªÆ Ù Æ ª ª ª ø ø ÔÎ Ó ÎÙ ÆÚ ÒÓ ÎÒÓÍÓÔ ËÔÍÌ Ù ± ø ºª fiª ª º ƪ ª ± Æø æª ±ª º ª ºÚ ÿª fl ± ª ª º º±±Æ Ú ÿ ªÆ Ʊ ª ±Æ ± Ï Ó ËÚ Ì ª Õ ªµª ø Ó ËÚ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

29 Ë Ì ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ÌÚÔ ª ±ºª ª æ ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ±ª ª ø ª ª ±ºª ± ±Æ ºª flù ªÆ ª ÌÚÔÙ ª æ ± ºªÆ ª ø ª Õ Ì æ±±æ± ºªÆ ±ªµ Ú À ø ø ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ºª ª ª ªªÆºª ªÆ ø ±ø º ª ± ª ª º ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµÚ ª Æø ª ª ±±Æ ª ª º± ºªÆ ±ªµ ªÆ± ªæø ªªÆºÙ ø ªºª ± ª ±±Æ º ± ºªÆ ±ªµ ± ª ª ºª ø ø flø øµ Õ Ô Ú ª Æø ±Æ ø ª ± ª ª º ± ±Æ ª ø ª Õ ÎÚ Ãª ± ª ªª øø æª ª ª ª ª Ú ÌÚÔÚÔ fi±±æ± ºªÆ ±ªµ Õ Ì ª ø ªæ ªº Ʊ ºæ±Æ ª ª ±ªÆº ª ø º±ª ª æª ø ª ø ºª 決ª ± æ± ª ª ª ª ª 決ª ªÆ ±Æ ª Ú ºª ªÆµª ª ºª ø ª ø ª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµÚ ÿª ªÆµª ª ø ºª 決ª ± æ± ªæª Æ º±±Æ ºª 決ª ª Æ ª Ù º ª ƪ ª ø ٠決ª µ º ª ±Æ ± ª ß ª ø ª æª Æ ª Ú ª ª ª ø µ ª ø ºª ªÆ ø ª 決ª ± æ± ±ø ø ª ª º ± Ʊ º ø ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµÙ ª ø ºªÆª ª Û ø Æ µª 決ª µª ªÆµª µ ª ªÆ øø ª º ±ª ª ª ± ºª ª ø ª ø ªæ ªº ø ªÆ ±±Æº ª æª ± ª Ú ±±Æ ª ººª ª ºªª ø ª ø ªæ ªº ± ø Ô ø ƪªº ªª æ± ªÆ ø ª ª ª Ú ªÆ ø ª ª ªÆµª ª º æ±±æ± ºªÆ ±ªµ ª µª øø ºª Æø ºª ø ª ø ªæ ªº ª ±ªÆºÙ øø ª ª ª µª ±±Æ º ºªª ªª ªÆ ±Æº øø ª Æøø ºÚ ª æ±æ ª ø ºª Æø ºª ø ª ø ªæ ªº ª ª ª ª øø ± ºª øú Î ª ªÆÚ ª ª ±ªÆº ª ªª È ºª ø æ±±æ ± ª ª ÓÎ ºª Û ±Æ ± Ù ± ª ººª º Ô ª ø øø ÔÏ ä Ú ª 決ª ª Æ ª øæ ª± ± ª º ø ±Æª æª Æª ª ± ª Õfifi ÎÚÔ ø ª ßÛà øøæ ± ºªÆ ªªÆ ºª ø ºøøƺ ø ø ª ø 決ª ± ªÆ ± ª ÎÔ Ï ±Æº ª ø ªªÆºÚ Ï ª»Û ª «Û ±*ƺ ø ª æª øø º øø ºª ø º ø ºª ±µø ª ± ± Æø ªÚ ª Û ±*ƺ øø ª æª øø ºÚ ÌÚÓ Œª ø ª ÌÚÓÚÔ fi±±æ± ºªÆ ±ªµ Õ Ì ª ± ø ª ø ºª æ±æ ª ªªÆ ª ª ø æú ÌÚ Æ µø µ ±± øµ ± ø Ù ªªÆ ± ø ø º øø ª Ʊ ª Ú Œ±ª ªµµª ª ª µª ª æ±æ ª øø ª Ʊ ª Ú æ±æ ª ÔÙ Ó ª Ï ªª º± µªæææ Æ ª ª ª øø øø ª ø øú Î º µ ªÚ ª ± ºªÆ ª øú Ô ªÆ ø Æ ª ªµ ª æª ø ª ªæ ªªµ ª µ±ææª Ú æ±æ Ô ªÆ± ªª Ì º µ øµµª ª ª Ʊ º ª ª ª ªµµª øø ª Ʊ ª Ú ºªÆ ºª º± µªæææ Æ ª øø ± ªª Ù ± ª ªÙ º± µªæ ææ ª øø ø ± Ô ± Ó º µ ªÚ ÿ ªÆ± ºªÆ ± ªª Î ± Ô º µµª Û ± ªª ææ ª øø Ù º ª ± Æ ø º ª ª ª Ú øø ª ªø æª ø ª µª ª Æ º ª æ±æ ª Ô ª Ó ± Ʊ ªÆª ø º ø ª æ±æ Ï Ú æ±æ Ô ºª ø ª æ± ª ºª Æ ª øø ± ªÆ ª ªµµªÆ Ú fi±æ ª Ì ª Î µª ª ªª ø ºªÆª 決ª ± æ± Ú ÿ ªÆ æª øø ºª æ± ª ª ÓÎ ± Ì ø ª º± µªæ ªµ ª ƺ ø ºÚ ÿ ªÆ± ºªÆ º ƪ Æ ø º øø ª Ú æ±æ ª Í ª È ªª ªÆ ª µæøøæ 檪 º ª ª Ú ±µ ªÆ ªª Ï º µµª ª ª øø øø ª Ú ª ± ºªÆ ª ºªª ªÆ ø ª ªÆ ªµµª øøæ ª ± ª Ú Ãª ± ª Æ ø º øø ª Ú ªÆ ª æ±æ È ± ªª º ª ª ø ËÎ ä ªª Î º µµª ææ ª øø øø ª Ʊ ª ª ªÆºªÆ Æ ª ø ºÚ à ºª ª æ±±æ± ºªÆ ±ªµ ªª º ø ±Æª øø ª Ʊ ª º ª ª ± øæ ª± ± ª ±Æª ºª 決ª Ú Ï fi± Ó Î ±Æ ø ø ªÛ ÔÁËÁÚ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

30 Á ÌÚÌ ªÆ ƪ ø ª æ±æ ª ÔÙ Ó ª Ï ªª ºªª ø ª 決ª øø ª Ʊ ª Ú ª º± µªæææ Æ ª øø ±Æº ª1 ªÆ ƪ ªªÆº ø ºª flû ±Æ ± ± æ± ±±ÆÚ Ã ºª ª ±ª ª ºª ±ª øø Ù ºª Û ±Æ ± Ù ºª flû± ª ± ª Ú æ µ ºª ªæ ªªµ ª µ±ææª º ª øø ºª æø ø ºª flû ±Æ ± øøæ ª ± ª Ú æ±æ Ô ± ªÆ ª ªª ± ± øø ± ºª flû ±Æ ± øø ª ø Ì º µ ªÚ ºªÆ ºª flû ±Æ ± ºª ±ª øø Ù ºª fiû ±Æ ± Ù øø ª Ʊ ª Ú ºª º± µªæ ææ ª ª ª øø Ú ÿ ªÆ± ºªÆ ± ªª ± ªÆ ø øø Ù ºª ææ ª fi Û ±Æ ± Ù º ª ± ºª Æ ª Û ±Æ ± øø ª Ú ª ø Æ µª ±ªºªÆ ø ªÆ øø Ú À ºª ªµµªÆ ª º ø ºª ø ª æ±æ Ô µø ±Æºª ª ± ºªªÆº ºø ºª 決ª ªÆ ± ªæÆø Ú ª 決ª ±Æ ± ª ª ªÆ ± ªÆµª æøøæú ª ª ª øøæ ø ª ªÆ ªª ª ººª ºø Ʊ º ø ª ºªÆ ªÆ ± ªæÆø Ú æ±æ ª Ó ª Ï ªª Æ ª ø ª 決ª øø ª Ʊ ª Ú ÿ ªÆ µ ª ºªÆ ø ª øæ ª± ± ª øø溪 øø ª Ú æ±æ ª Ì ª Î ªª flû Û Æ± ª øøæ ª ± ª Ú ª Û ª fiû ±Æ ± ªÆ ± ª ± ª ºª æ± ±±Æ ± flû ±Æ ± Ú ª ª ± ªÆ ª ª ø øø Ì º µù øø溱±æ øø ª ± ª µø ±Æºª ºø ºª 決ª ª ± Ʊ ª º ª ª ªÆ ±±ÆºÚ fi ºª ª øø ø ª µ ª ± ±Æª ±Æºª ªÆ ø ºª Û ±Æ ± Ú ÿª ª ªÆ ±±µ ± ª µ ºø ºª 決ª ø ª Æø ª Ù øøæ ø ªª ª ºªµ ± ªæÆø Ú º ª ø µ ºª µø ± ª øø ƪ ª ø øæ ª± ± ª øø溪 µ ª Ú æ±æ ª Í ª È ºª 決ª ± ºª Û ±Æ ± ªÆ ±±ÆºÚ æ µ ºª ªµµªÆ ª øø º ª øø ª Ʊ ª ª ºª flû ª Û ±Æ ± Ú ª ææ ª øø º ª ºª Û ±Æ ± ø æ±æ È øøæ ª ± ª ± ª µ ªª ± ºª 決ª Ú ªø ª ºªÆ ª ªÆ ª øø ª Ʊ ª Ú ÿª ø ªÆ øø øøæ ºª 決ª ± ªæ± º ºªµ ø ºÚ ª ª øø ø ª ªæø ªªÆº ± ºª ± ªÆ ª ª º ªªÆ ± ø ª µ±ææª Æ±± ªÚ ÿª ºªµ ø ª ª ± ªÆ ±ªºª µ ªÆ ±ª ºª ø ª ª Ú æ µ ºª Æ º ª ª Ʊ ªÆª ø º ø ª º ª ºª Û ±Æ ± ø ªª øø ø æ±æ ª øø ª Ʊ ª Ú ÿª ªÆ ø ±ºª ±ø ºø ± ª ª º ªªÆºªÆ ª ±ªÆº æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ ±Æº ºªª ± ºªÆ ƪ ª Ú æ±æ ª ÔÙ Ó ª Ï ªª ºªª ø ±º ± Ʊ ª øø ª Ʊ ª Ú æ±æ Ô º øø ª ± ºªÆ ªª ± ªæÆø ºªµÚ ºª ø ºªÆª ªª æ±æ ª µ ª øæ ª± ± ª øø溪 º ƪ øø ª øø ª º ±Æºª ªÆ ø Ú ª ± ªÆ ª æ±æ ª ªææª ªª ±º ± 決ª øø ª ªæÆø Ú ª ± ª Ʊ º æ±æ ª Í ª È ± ºª Û ±Æ ± ªÆ ±±ÆºÚ ÿ ªÆ ºª µø ± ª øø ƪ ª ø øæ ª± ± ª øø溪 ºøøƱ øø Ú æ±æ ª Ì ª Î ªª flû Û Æ± ª øø ª Ú ª ƪºª ø ª ± æ檵ª ø ªª ±º ± 決ª ª 檵ª ºÚ ± ª µ ªÆ ƪ ø ª º ª ª ±ª ºÚ Æ µ ª ª ªÆ ±±µ ªÆ Æø ª ªææª øø ª ± ºª Ú Ï ± ª ªÆ øø ª ±±Æ øæ ª± ± ª øø溪 ª ø ªæ ªº øø ª ª Ù ± øù ø øøæ ªÆ ø ºª ± ø Ù Ù øøæºù ºø ªÆ ª øø溪 ª ªÆ ø Æ øø ª ±±Æ øæ ª± ± ª øø溪 ª ø ªæ ªº øø ª Ù øø溱±æ ºª ººª ± ª øæ ª± ± ª ªÆ ø ª æ ƪø ± ºªÆ ±ªµ æª ª º Ú æ±æ ª ÔÙ Ó ª Ï ªª ºªª ø 決ª Ʊ ª øø ª Ʊ ª Ú ÿ ªÆ µ ª øæ ª± ± ª øø溪 º ƪ ± ºªÆ ª øø ª º øø ª Ú ±µ æ±æ ª Ì ª ÎÙ øøæ ªª flû Û Æ± ª øøæ ª ± ª Ù ±Æºª øæ ª± ± ª øø溪 º ƪ ± ºªÆ ª øø ª º ªÆ ø Ú ª µø ± ª øø ƪ ª ªÆ ø Ù ª ª ª ªÆ ª øø ø øøæ ª ª ºª øæ ª º ø ª ø ªæ ªºÙ ººª ±± Ú ª µª ø ª ±Æºª ºª ª øø溪 ªÆ ±±Æº º±±Æ ƪø ø ª ø ºª ª ø ºª 決ª ƪª ÿ±ª ª ± º ± ª ªª ª ø ª æ± ø ª 檵ª º Ù ºª µø Ʊ± ºø ª ª ªª øø ª ª øæ ª± ± ª øø溪 ±Æºª øø ª ø Ú ª ª ±Æºª ªÆ º ƪ ± ºªÆ ª øø ª º ªÆ ø Ú ÿ±ª µø ºª ª ªÆ ±Æ º±±Æ ø øø ø ± ªª ±Æºª æª ªÆµ ª ±ªÆª ø ºª æ± ø ª ª º ± æª ± º ø ª ª ªª øø ª ª øæ ª± ± ª ƪ ª Ú º ª ºª ª ª ª ª øæ ª± ± ª øø溪 ª µ ª ±Æºª æª ± ºª Ê ª µª ±Æ ø øºªæ ± ºªÆ ±ªµ ±º ± ºª øø ª ª º ø øæ ª± ± ª øø溪 ª ± ø Ù Ù øøæº ª ºø ªÆ ± º±ª ºª ª µ ª æª ø ª ± ª µ± ª ± ªª ª ª ªæª Ÿªøº ªªÆº ±Æº ªª ± ªÆ øµ ªµøÆ ªÆ ª ±ªÆª Ù ª ª ºª ø ª ª ª ± øæ ª± ± ª øø溪 ª ø ªæ ªº øø ª Ú ª ª ø ºªÆ ±Æº ±ª ª ± ºªÆ øø º øº ª Ú fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

31 Ô Î flø æª ª fl flæ ª± Ʊ ª ª øº ªªÆ ± ªª ª øæ ªÆª º ª º± ºªÆ ±ªµ ª ±ªÆª º±±Æ ººª ø ªª ± ªÆ øµ ª µøæ ªÆ Ù ª ª ºª ºª ª ª ªªÆºª ªÆ ø øø ª ª ª ª ±ª ª Ú ÿª æª Æª ª ªæ ªº ª ªª ººª ± ª ªÆ ø øø溪 ª ªª ± ªÆ øµ ª ø ËÌ n ª ø æú Ó Ú ± ºªÆ ±ªµ º ª ª ±Æºª ª ±ªÆº ø Ʊ± ª ø ºª º ª æ± ª ª ªÆ ± ª ª ±ª ª ª ƪ ª ø ºª Ʊ ºÚ ª ± ªÆ øµ ªµøÆ ªÆ º ª ª ±Æºª ª ±ªÆº øºø ºª ª ±ª ºª øµµªæ ªÆª ª ºÚ øº ª ª º ±±Æ ºª ºª ª ø ª ªÆƪ øøæ ºª 決ª ºøøº ªÆµª µ ªÆ ±±Æº øø ±Æºª Ú ª ª ø ª ø ºª ªÆµ øø ªºª º ª ª ±Æºª ø ª ª º ªª ø ø flø øµ fl ± Ʊ Æø ø ø ª Ú ªÆø Æ fi± Ù ÚÿÚflÚÙ Ó ÎÊ flæ ª± ± ª Õ ø ºøøƺ fi±±ææª Æ ª ±ºªÙ ªÆ ª ÎÚÓÚ À ƪ Ã Û Æø ±Æ ٠ß ÎÛ ÏÌÛfl Ú ±Æ ø ø ªÛ Ù ªºªÆ ø º Ù ÔÁËÁÊ Ÿª± ª ªµÙ ø ø ª ø ± ªÆ ø溪 Ʊ º ± ªÆ ÎÔ ÏÙ ª Ú ª Ù Ú ÚflÚ Ú Õ ªµª øù Ó ËÊ Æ ª ª º µ ÔÏ ª ª Ù ª flæ ª± ± fi ƪø ± ºªÆ ±ªµ ä ± ª Æø ±Æ ø ªÙ fi± ªªÆÚ ø ø 檪 º ª fl æú Ô ± ø ª ø ª ø ªæ ªº fl æú Ó fi± ø ª fl æú Ì fi±±æ ª µøøæ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

32 ÔÔ fi Õ ÿ fi Œ ŒÃ Œ ŒÃ Œ ŸŸ ŒÃ Œ ÿ ÃÿÀ Õ Î fifl» ææ± Ê Ÿª±ºø ÔÈÎ ÔË ÔËÎ ÔÁ ª Æ ª ª º µ ÔÏ fl æú Ô ± ø ª ø ª ø ªæ ªº fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

33 ÔÓ fl æú Ó fi± ø ª fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

34 ÔÌ Ô È Ó Í Ì Î Ï ÓÎ ÔËÌË ÔËÌÁ ÔËÏ ª Æ ª ª º µ ÔÏ ª ª ºø ø ªæ ªº ªÆ ƪªº ªÆ ªª º Ô fi±±æ ª ªÆ ººª ± ª ªÆ ø fl æú Ì fi±±æ ª µøøæ fl flæ ª± Ʊ ª ª Œø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ

35 Ô ªÆ ±±Æº øø ß ±±Æº øø æ± ª ƪ ± ºªÆ ± ºªÆ ƪ ± ºªÆ Ʊ º ±±Æ æ ª ø º ªº øø µ ª Æ µø µ ª ø ª ª ±Æ ª 決ª ±Æ ± ª ± ªÆ fl flæ ª± Ʊ ª ª Æø ±Æ ÔÎÔÁ ª Æ ª ª º µ ÔÏ

36 BIJLAGE 8

37

38 VOORONDERZOEK KRUISVENNENDIJK 14 TE OSPEL GEMEENTE NEDERWEERT Project: NED.HEN.HIS Rapportnummer: Status: Eindrapportage Datum: 20 mei 2008 Opdrachtgever: T. Nabuurs Kruisvennendijk RT Ospel Tel Uitvoerder: Opsteller: Kwaliteitscontroleur: Econsultancy bv Rijksweg Noord KS Swalmen Tel Fax Mail R.J. van Lieverloo, MSc Paraaf: Drs. E. Hartingsveld Paraaf: Contactpersoon: Nutreco Marieke van Beers Postbus MA Boxmeer

39 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING GERAADPLEEGDE BRONNEN AFBAKENING ONDERZOEKSLOCATIE VOORONDERZOEK GEBRUIK ONDERZOEKSLOCATIE Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie Toekomstige situatie CALAMITEITEN UITGEVOERD(E) BODEMONDERZOEK(EN) BELENDENDE PERCELEN INFORMATIE REGIONALE ACHTERGRONDWAARDEN BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE Bodemopbouw Geohydrologie TERREININSPECTIE ZINTUIGLIJK BODEMONDERZOEK SAMENVATTING EN CONCLUSIES...6 BIJLAGEN: 1. - Topografische ligging van de locatie 2a. - Locatieschets 2b. - Foto's onderzoekslocatie 2c. - Kadastrale gegevens 3. - Boorprofielen 4. - Geraadpleegde bronnen NED.HEN.HIS

40 1. INLEIDING Econsultancy bv heeft van de heer T. Nabuurs opdracht gekregen voor het uitvoeren van een vooronderzoek aan de Kruisvennendijk 14 te Ospel in de gemeente Nederweert. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Het vooronderzoek heeft tot doel te bepalen of er aanleiding bestaat voor het uitvoeren van een bodemonderzoek conform de NEN 5740, door middel van een archiefonderzoek, een interview met de eigenaar/gebruiker, een terreininspectie en een zintuiglijk bodemonderzoek. Het vooronderzoek is verricht conform de NVN 5725 Bodem: "Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek" (VROM, 1999), aangevuld met een aantal profileringsboringen. Het veldwerk is uitgevoerd volgens de geldende NEN-normen en/of richtlijnen, waaronder de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek". Het opgeboorde materiaal is zintuiglijk beoordeeld. Econsultancy bv is gecertificeerd voor de protocollen 2001 en 2002 van de BRL SIKB In dat kader verklaart Econsultancy bv geen eigenaar van de onderzoekslocatie te zijn of te worden. Econsultancy bv werkt volgens een dynamisch kwaliteitssysteem, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Ons kwaliteitssysteem is gecertificeerd volgens de kwaliteitsborgingsnormen van de NEN-EN-ISO 9001: GERAADPLEEGDE BRONNEN De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente Nederweert aanwezige informatie (contactpersoon mevrouw W. Janssen), informatie verkregen van de huidige eigenaar (de heer T. Nabuurs) en informatie verkregen uit de op 6 mei 2008 uitgevoerde terreininspectie. Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over: het historische, huidige en toekomstige gebruik; eventuele calamiteiten; eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken; de bodemopbouw en geohydrologie; verhardingen, kabels en leidingen. Bijlage 4 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen. 3. AFBAKENING ONDERZOEKSLOCATIE VOORONDERZOEK Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en direct hieraan grenzende percelen binnen een afstand van 50 meter. De onderzoekslocatie (± m²) ligt aan de Kruisvennendijk 14, circa 1 km ten oosten van de kern van Ospel in de gemeente Nederweert (zie bijlage 1). De onderzoekslocatie omvat alleen de voorgenomen uitbreiding van het bouwblok. De percelen, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, zijn kadastraal bekend gemeente Nederweert, sectie O, nummers 11 en 12 (zie bijlage 2c) NED.HEN.HIS 1

41 Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 58 A, 2004 (schaal 1:25.000), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 31 m +NAP en zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie X= , Y= GEBRUIK ONDERZOEKSLOCATIE 4.1 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie Volgens de Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4 "Zuid Nederland ", kaartblad 58, 1990 (schaal 1:50.000), bestond de onderzoekslocatie, alsmede de omgeving ervan, destijds uit heidegebied en was hierna in agrarisch gebruik. Tot circa 1988 is dit gebruik van de onderzoekslocatie niet wezenlijk veranderd. De percelen, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, zijn bebouwd met een woonhuis en 2 varkensstallen. Het onbebouwde deel is deels verhard met klinkers, een (gebroken) puinverharding en een grindverharding. Het onverharde deel is in gebruik als siertuin en als (kerst)boomkwekerij. De onderzoekslocatie zelf is volledig onbebouwd en is grotendeels in gebruik als (kerst)boomkwekerij, siertuin en verder deels verhard met een (gebroken) puinverharding en een grindverharding. De onderzoekslocatie heeft voor zover bekend altijd een agrarische bestemming gehad. In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie. Uit het milieudossier van de gemeente Nederweert blijkt dat er in het verleden verschillende vergunningen zijn verleend voor de (gevoerde) bedrijfsactiviteiten. Tabel I geeft een opsomming van de verleende vergunningen. Tabel I. Verleende milieuvergunningen Naam aanvrager Datum vergunning Omschrijving vergunning A.G.M.N. Nabuurs 8 februari 1983 oprichten / in werking hebben van een varkensmesterij, waar tevens propaan wordt opgeslagen A.G.M.N. Nabuurs 18 september 1984 revisievergunning voor de varkensmesterij (3 varkensstallen) A.G.M.N. Nabuurs 27 januari 1987 uitbreiding / wijziging voor de varkensmesterij (2 varkensstallen) A.G.M.N. Nabuurs 29 februari 2000 revisievergunning voor de varkenshouderij A.G.M.N. Nabuurs 30 juli 2007 revisievergunning voor de vleesvarkenshouderij / tuinbouwbedrijf In de milieuvergunning van 1984 was nog een derde varkensstal gepland ten zuidwesten van de 2 bestaande stallen. Deze is echter nooit gerealiseerd. Op het terrein ten zuidwesten van de 2 varkensstallen zijn in het verleden 2 folietunnels aanwezig geweest ten behoeve van bosbessenteelt. Verder is in de schuur direct achter de meest zuidwestelijk gelegen varkensstal een lekbak aanwezig met een bovengrondse opslag van petroleum (60 liter), benzine (60 liter), dieselolie (30 liter) en smeerolie (30 liter). Uit het milieudossier van de gemeente Nederweert blijkt verder dat er op 26 oktober 1993 een milieucontrole is verricht door Buro Milieu, waaruit blijkt dat de propaantank niet op de juiste afstand van de stal is geplaatst en de opslag van vloeibare bestrijdingsmiddelen niet is voorzien van een vloeistofdichte lekbak NED.HEN.HIS 2

42 De dakbedekking van de schuur achter het woonhuis bestaat uit asbestcement golfplaten, blijkende uit de bouwvergunning, verleend 25 april Verder zijn er geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. Uit bestudering van luchtfoto's en historisch kaartmateriaal blijkt dat de verkaveling sinds 1988 niet veranderd is. Verder blijkt uit de geraadpleegde bronnen geen aanwezigheid van ophogingen, dempingen of stortingen. De tabellen IIa en IIb geven een beschrijving van de onderzoekslocatie in verschillende periodes. Tabel IIa. Historisch gebruik van de onderzoekslocatie (periode ) Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving onderzoekslocatie Bijzonderheden/directe omgeving Grote Historische Provincie Atlas, Limburg : heide / agrarisch, onbebouwd heide / agrarisch Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4, Zuid- Nederland : heide / agrarisch, onbebouwd heide / agrarisch Tabel IIb. Historisch gebruik van de onderzoekslocatie (periode 1860-heden) Bron Jaartal Kaartblad Schaal Omschrijving onderzoekslocatie Bijzonderheden/directe omgeving topografische kaart : agrarisch / heide / bos, onbebouwd agrarisch / bos / heide, Kruisvennendijk onverhard topografische kaart : bos / agrarisch, onbebouwd agrarisch / bos / heide topografische kaart : agrarisch, onbebouwd agrarisch topografische kaart : agrarisch, onbebouwd - topografische kaart A 1 : agrarisch, onbebouwd - topografische kaart A 1 : agrarisch, onbebouwd - topografische kaart A 1 : agrarisch, onbebouwd Kruisvennendijk verhard topografische kaart A 1 : agrarisch, onbebouwd - topografische kaart A 1 : bebouwd met woning en 2 stallen, agrarisch / boomkwekerij - topografische kaart A 1 : agrarisch, bebouwd - topografische kaart A 1 : agrarisch / boomkwekerij, bebouwd - topografische kaart A 1 : agrarisch / boomkwekerij, bebouwd Toekomstige situatie De opdrachtgever is voornemens het bouwblok uit te breiden en ter plekke 3 varkensstallen te bouwen op de onderzoekslocatie, welke nu nog in gebruik is als (kerst)boomkwekerij. Verder zullen de 2 huidige varkensstallen gehandhaafd blijven, evenals het woonhuis met bijbehorende siertuin NED.HEN.HIS 3