: Gronausestraat 807, kadastraal bekend gemeente Lonneker, Sectie E,nrs (ged.), 5746, 5747, 5905 (ged.)

Transcriptie

1 Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten ontlenen! CONCEPT: 22 JANUARI 2016 BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM OPVANGCENTRUM ADRES PLAATS : Enschede : Gronausestraat 807, kadastraal bekend gemeente Lonneker, Sectie E,nrs (ged.), 5746, 5747, 5905 (ged.) : Enschede Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 0 Paraaf COA:

2 BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ingesteld bij Wet (Centraal Orgaan opvang asielzoekers, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 mei 2010, Stb. 2010, 203, besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding, Stb. 2010, 886), gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk aan de Sir Winston Churchilllaan 366a (Postbus 2280 ME Rijswijk), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. P.L. Siebers, lid van het bestuur, hierna te noemen: het COA; en de gemeente Enschede, te dezen ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer dr. G.O. van Veldhuizen, handelend ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede d.d...; hierna te noemen: de gemeente; overwegende: dat het COA tot kerntaak heeft de opvang en huisvesting van vreemdelingen; dat de gemeente bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen; dat de gemeente op verzoek van het COA heeft ingestemd met de vestiging van een opvangcentrum, hierna te noemen: het Opvangcentrum; dat dit Opvangcentrum zal worden gevestigd op de locatie Eschmarkerveld (postadres: Gronausestraat 807,7 534 AC Enschede, kadastraal bekend: gemeente Lonneker, Sectie E,nrs (ged.), 5746, 5747, 5905 (ged.)); dat de raad van de gemeente Enschede op 21 september 2015 heeft ingestemd met de keuze van de bovengenoemde locatie, voor de vestiging van het Opvangcentrum; dat de gemeente gelijktijdig met het sluiten van deze bestuursovereenkomst een overeenkomst tot verhuur van grond zal sluiten met het COA; dat de huurovereenkomst en deze bestuursovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn; dat het bepaalde in de bestuursovereenkomst steeds voorrang zal hebben op het bepaalde in de huurovereenkomst; dat het COA het Opvangcentrum ter plekke zal realiseren, daarbij gebruikmakend van een, te haren behoeve, nog te vestigen recht van opstal; dat dit Opvangcentrum zal dienen ten behoeve van de centrale opvang van vreemdelingen; dat het COA en de gemeente een optimaal functioneren van het Opvangcentrum in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen; dat het COA en de gemeente deze afspraken en de te treffen voorzieningen wensen te omschrijven en vast te leggen in deze bestuursovereenkomst; dat het Faciliteitenbesluit opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen (uitsluitend voor zover deze toekomstige wijzigingen en aanvullingen niet ten nadele strekken van de gemeente). verklaren te zijn overeengekomen: Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 1 Paraaf COA:

3 Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. Vreemdeling: een persoon die in het Opvangcentrum van het COA wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers b. Capaciteitsplaatsen: opvangplaatsen in een Opvangcentrum c. Opvangcentrum: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het COA aan vreemdelingen opvang wordt geboden; Hoofdstuk II Het Opvangcentrum Artikel 2 1. De gemeente stemt in met de realisatie en het gebruik van het Opvangcentrum op de overeengekomen locatie door het COA, met inachtneming van de daarvoor geldende procedures en voorschriften. 2. Het Opvangcentrum zal onder verantwoordelijkheid van het COA gebruikt worden ten behoeve van de opvang van vreemdelingen. Het COA houdt zich hierbij aan de geldende wettelijke bepalingen en regelingen. 3. Verandering in modaliteit van het opvangcentrum door het COA kan alleen na instemming van de gemeente. 4. Het COA zorgt voor een evenwichtige samenstelling van de bewonersgroep voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie. 5. Het COA en de gemeente overleggen over de fysieke inrichting van het Opvangcentrum, met als doel te bewerkstelligen dat de inrichting van het Opvangcentrum aansluit op de infrastructuur van de omgeving en dat de eventueel nadelige gevolgen van de vestiging en het gebruik van het Opvangcentrum, voor de omwonenden, zoveel mogelijk worden voorkomen c.q. beperkt. Artikel 3 1. Het COA draagt zorg voor de plaatsing, opvang en begeleiding van de vreemdelingen in het Opvangcentrum. 2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van het Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen en regelingen. Het COA zal in het bezit zijn van de benodigde vergunningen. 3. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en instellingen in het Opvangcentrum hun taken naar behoren te laten uitvoeren. 4. Het COA spant zich voorts tot het uiterste in om de overlast (in welk opzicht dan ook) van het Opvangcentrum en haar bewoners, voor de omgeving en voor de omwonenden, te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken. Artikel In het Opvangcentrum zullen gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst tegelijkertijd nooit meer dan 600 vreemdelingen worden opgevangen. 2. Om 600 vreemdelingen op te kunnen vangen zullen in het Opvangcentrum maximaal 640 capaciteitsplaatsen worden gerealiseerd, omdat er altijd spake is van frictieleegstand.. Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 2 Paraaf COA:

4 3. Ook in geval van een beroep op overmacht bijvoorbeeld voortvloeiende uit een plotselinge toename van de toestroom van vreemdelingen zal het COA zich houden aan het in lid 2 genoemde maximum van 600 bewoners in het Opvangcentrum. 4. Op verzoek van de Gemeente maar minimaal in de eerste week van elk kwartaal verstrekt het COA aan de gemeente informatie over het op dat moment daadwerkelijk in het Opvangcentrum verblijvende aantal vreemdelingen. Tevens verstrekt het COA daarbij informatie over de samenstelling van de bewonersgroep, zoals bedoeld in artikel 2, lid 4 van deze overeenkomst. 5. Bij de in het vorige lid bedoelde informatieverstrekking zal steeds het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens en aanverwante regelingen omtrent het uitwisselen van persoonsgegevens in acht worden genomen. Hoofdstuk III De organisatie in het Opvangcentrum Artikel 5 1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. 2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel. 3. Naast de wettelijk voorgeschreven verstrekkingen, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, zal het COA vanaf het moment van ingebruikname van het Opvangcentrum specifiek zorgdragen voor operationele, toereikend functionerende voorzieningen op gebied van internet en mobiele telefonie, waaronder begrepen een toereikend functionerende WiFi-voorziening; genoemde voorzieningen zullen zodanig zijn ingericht dat derden (waaronder specifiek omwonenden) hiervan geen hinder zullen ondervinden. Artikel 6 1. De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in het Opvangcentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet. 2. De verantwoordelijkheid van het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) uitvoert 1. Artikel 7 1. Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente, een bedrijfsnoodplan vast dat voor het Opvangcentrum zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen. Het plan zal door het COA in de daartoe bestemde gevallen worden gehanteerd. 2. Het in het voorgaande lid bedoelde bedrijfsnoodplan zal in ieder geval zijn vastgesteld op de datum van ingebruikname van het Opvangcentrum. 3. Het COA zal de gemeente onverwijld en volledig informeren over alle situaties waarbij het bedrijfsnoodplan in werking is gesteld. Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg, inschakelen en betrekken omwonenden Artikel 8 1 Voor wat betreft de inhoud van het zorgaanbod wordt verwezen naar Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 3 Paraaf COA:

5 1. Tot de datum van ingebruikname van het Opvangcentrum ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de communicatie naar de inwoners van de gemeente en andere betrokkenen bij de gemeente. Het COA zal de gemeente hierin ondersteunen, daar waar de gemeente hierom verzoekt, dan wel daar waar de situatie dit vereist. 2. Vanaf de datum van ingebruikname van het Opvangcentrum in de gemeente is het COA, in overleg en na (voorafgaande) afstemming met de gemeente, primair verantwoordelijk voor de informatie aan de inwoners van de gemeente en andere betrokkenen, over alle zaken met betrekking tot het Opvangcentrum. 3. Het COA vergoedt aan de gemeente een eenmalige uitkering als bijdrage in de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van voorlichting met betrekking tot de vestiging van het Opvangcentrum en op verzoek van de gemeente eveneens een bijdrage in de kosten van de subsidiering van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten behoeve van het Opvangcentrum. 4. Zowel voorafgaand aan de ingebruikname, als na de ingebruikname, rust op het COA een inspanningsverplichting om omwonenden van het Opvangcentrum de gelegenheid te bieden kennis te maken met de woonlocatie en met de bewoners van het Opvangcentrum. Artikel 9 1. Het COA en de gemeente verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van eenieder, die verband houden met de aanwezigheid van het Opvangcentrum in de gemeente. 2. Op ambtelijk niveau zal er tenminste twee keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. 3. Op bestuurlijk niveau zal er tenminste één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente. 4. Gedurende het eerste jaar na ingebruikname zal er tenminste elk kwartaal overleg op ambtelijk niveau plaatsvinden, en tenminste elk halfjaar overleg op bestuurlijk niveau. 5. De gemeente neemt initiatief voor deze overlegmomenten. 6. Indien de situatie daartoe aanleiding geeft, worden tijdens deze overleggen nadere werkafspraken gemaakt over aangelegenheden met betrekking tot het Opvangcentrum. Artikel Het COA en de gemeenten stellen gezamenlijk een overlegcommissie in die tot doel heeft de gang van zaken in, rondom en met betrekking tot het Opvangcentrum goed te laten verlopen. 2. In deze commissie hebben in ieder geval zitting: vertegenwoordigers van de gemeente, van de politie, van de door het COA aan te wijzen diensten en instellingen die in het Opvangcentrum werkzaam zijn, alsmede het lokale COA-management. 3. De overlegcommissie zal, met inachtneming van het bepaalde in lid 8 van dit artikel, in het Opvangcentrum bijeenkomen. De vergaderkosten zijn voor rekening van het COA. Het COA is belast met het voorzitterschap van deze commissie. De commissie bepaalt zelf haar vergaderfrequentie, haar agendering en haar notulering. 4. Naast deze overlegcommissie stellen het COA en de gemeente gezamenlijk een omwonendenoverleg in, ter bevordering van een goede relatie tussen (de bewoners van) het Opvangcentrum en de omwonenden, en ter voorkoming en bestrijding van hinder en overlast, in de breedst mogelijke zin. 5. In dit omwonendenoverleg hebben in ieder geval zitting vertegenwoordigers van de gemeente en van het lokale COA-management, alsmede tenminste 5 (vijf) omwonenden. Indien nodig dan wel gewenst, kunnen ook vertegenwoordigers van de politie en/of van andere, al dan niet in het Opvangcentrum werkzame, diensten en instellingen worden uitgenodigd. Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 4 Paraaf COA:

6 6. Het omwonendenoverleg zal in beginsel in het Opvangcentrum bijeenkomen, tenzij de deelnemers de voorkeur geven aan een andere vergaderplek. De vergaderkosten zijn in alle gevallen voor rekening van het COA. De gemeente is belast met het voorzitterschap van het overleg, tenzij de leden van het overleg naar behoefte anders besluiten. De commissie bepaalt zelf haar vergaderfrequentie, haar agendering en haar notulering. 7. Naast dit omwonendenoverleg, is er voor omwonenden in ieder geval een aanspreekpunt in de vorm van een vaste contactpersoon, zowel bij de gemeente als bij het COA. Deze contactpersonen nemen deel aan het omwonendenoverleg. 8. Zolang het Opvangcentrum nog niet in gebruik is genomen, komen de overlegcommissie en het omwonendenoverleg bijeen in stadsdeelcentrum Oost van de gemeente (tenzij in onderling overleg tot een andere vergaderlocatie wordt besloten). Hoofdstuk V Duur van de overeenkomst Artikel De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 10 jaar en gaat in op het moment dat de omgevingsvergunning, benodigd voor het realiseren van de bebouwing van het Opvangcentrum, wordt verleend. 2. De overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de in lid 1 genoemde periode, zonder dat daarvoor opzegging of enige andere kennisgeving vereist is. 3. Het COA kan deze overeenkomst tussentijds opzeggen met een opzegtermijn van 6 maanden. 4. De gemeente kan in verband met zwaarwegende redenen per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Indien de gemeente overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van 6 maanden. 5. Opzegging dient te geschieden bij aangetekende brief. 6. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit vangt aan op de datum van ingebruikname. De datum van ingebruikname wordt zodra deze bekend is - vastgelegd in een later toe te voegen addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage A. Hoofdstuk VI Onderwijs Artikel De gemeente neemt maatregelen die bewerkstelligen dat wordt voorzien in onderwijs aan de leerplichtige kinderen die in het Opvangcentrum verblijven. 2. De maatregelen zijn in beginsel gebaseerd op de wijzigingen van het Faciliteitenbesluit (Staatsblad nr. 347, d.d. 8 juni 1998); de Regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten Asielzoekers (OHBA) als gepubliceerd in de Staatscourant nummer 181 d.d. 23 september 1998, alsmede de reguliere onderwijswet- en regelgeving. 3. Ten behoeve van de uitvoering van dit artikel van deze overeenkomst verstrekt het COA de gemeente schriftelijke informatie met betrekking tot de van toepassing zijnde regelgeving. 4. De Eerste Opvang Anderstaligen (basisonderwijs) zal op het Opvangcentrum plaatsvinden in een op te richten dislocatie van IOK (Interzuilaire Opvang Klassen) de Globe. 5. De leerplichtige kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan, zullen hun onderwijs op de Internationale Schakelklas van Het Stedelijk Lyceum volgen. 6. Na circa zes maanden worden de bewoners van het Opvangcentrum ingeschreven in de BRP (Basisregistratie Personen) van Enschede, waaronder de leerplichtige kinderen. Kinderen die een status krijgen, worden mogelijk al eerder ingeschreven. Zodra de kinderen zijn ingeschreven in de BRP van Enschede wordt de leerplicht gehandhaafd door team Leerplicht Enschede. Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 5 Paraaf COA:

7 7. De kinderen in de leerplichtige leeftijd in het Opvangcentrum zullen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 4 weken na aankomst in het Opvangcentrum, aan het onderwijs gaan deelnemen. 8. Onder onderwijs wordt verstaan de Eerste Opvang Anderstaligen (basisonderwijs), de Internationale Schakelklas (voorgezet onderwijs) en, indien noodzakelijk, (voortgezet) speciaal onderwijs. 9. Vervoer van en naar het onderwijs wordt, indien noodzakelijk, door het COA in samenwerking met de ouders geregeld en gefinancierd. Hoofdstuk VII Werkgelegenheid en dagbesteding Artikel Het COA bevordert dat de diensten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder zijn zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden ingekocht en/of aangetrokken; dit voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds gecontracteerd door het COA of in dienst van het COA. 2. Werving van het personeel zal, met inachtneming van het personeelsbeleid van het COA, geschieden in overleg met het Werkplein Twente, locatie Enschede. Het personeel zal zoveel mogelijk bestaan uit inwoners van de gemeente en de regio. Bij gelijke geschiktheid hebben mensen die in de nabijheid van het Opvangcentrum wonen, overige inwoners van de gemeente en van de regio voorrang. Geschikte kandidaten met een uitkering, die in de nabijheid van het Opvangcentrum wonen, krijgen voorrang bij sollicitatie en trajecten van scholing en training. 3. Het COA zal zoveel mogelijk (maatschappelijke) stageplaatsen, werkervarings- en afstudeerplaatsen op het Opvangcentrum aanbieden. 4. Het COA zal zoveel mogelijk van zijn produkten lokaal inkopen, voor zover leveranciers niet reeds gecontracteerd zijn door het COA. 5. Het COA zal zoveel mogelijk dagbestedingsactiviteiten binnen het Opvangcentrum aanbieden. Daartoe zal samenwerking worden gezocht met lokale organisaties. 6. Het COA wordt door de gemeente geïnformeerd over initiatieven ter bevordering van de integratie van vreemdelingen en zal deze initiatieven ondersteunen. Artikel Het werven en begeleiden van vrijwilligers die actief willen zijn in het Opvangcentrum is een taak van het COA, in samenwerking en overleg met lokale organisaties. 2. Het COA vergoedt de kosten van vrijwilligers conform zijn vrijwilligersregeling. 3. Het COA kan daarnaast samenwerkingsverbanden aangaan met lokale organisaties van vrijwilligers, en bepaalt in overleg met hen eventuele onkostenvergoedingen. Hoofdstuk VII I Veiligheid en leefbaarheid Artikel 15 De openbare orde en veiligheid in en buiten het opvangcentrum zullen actief worden beschermd en gehandhaafd door Politie, Justitie, Coa en Gemeente. Tegen agressie door en tegen vreemdelingen dan wel het opvangcentrum zal snel en duidelijk worden opgetreden. Binnen de politie kom er een wijkagent beschikbaar als aanspreekpunt voor het COA en het Opvangcentrum. De wijkagent zal vanaf de ingebruikname van het Opvangcentrum wekelijks een spreekuur beleggen voor omwonenden, in stadsdeel Oost. In beginsel geldt dit spreekuur voor een half jaar, gerekend vanaf de datum van ingebruikname. Bij gebleken noodzaak wordt deze spreekuurfunctie voortgezet voor zolang als dit door instanties en omwonenden noodzakelijk dan wel zinvol wordt geacht. Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 6 Paraaf COA:

8 2. De verantwoordelijkheid voor een adequate personeelsbezetting voor de handhaving van de veiligheid en leefbaarheid in het Opvangcentrum ligt bij het COA. Het COA garandeert de aanwezigheid van (beveiligings)personeel, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. 3. Het COA is verantwoordelijk voor de zorg aan de bewoners van het Opvangcentrum, ook als deze bewoners problemen van sociale, psychische, fysieke of andere aard hebben. Indien iemand niet hanteerbaar is binnen het Opvangcentrum, zoekt het COA naar een oplossing, binnen de eigen keten. 4. De gemeente maakt afspraken met een vertegenwoordiging van de buurt en het stadsdeel over hoe de openbare orde en de veiligheid in de openbare ruimte zo goed mogelijk kan worden georganiseerd. Deze worden vervat in een bewonersovereenkomst tussen gemeente en de buurt. Artikel 16 Het COA informeert de gemeente tijdig en schriftelijk over eventuele ontruimingen, zodat de gemeente over haar medewerking ter zake zo nodig een eigenstandig besluit kan nemen, waarbij partijen de vigerende wet- en regelgeving in acht zullen nemen. Het COA neemt bij dit schriftelijk informeren van de gemeente omtrent ontruimingen een termijn van ten minste twee weken in acht. Hoofdstuk IX Overige bepalingen Artikel Indien en voor zover er sprake is van planschade als gevolg van de planologische beslissing om medewerking te verlenen aan de vestiging van een opvangcentrum, en als bedoeld in de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), komen partijen het volgende overeen. 2. Het COA zal in dat geval de, al dan niet na rechterlijke tussenkomst, door de gemeente vast te stellen planschadevergoedingen ex art. 6.1 Wro voldoen. 3. Indien en voor zover een belanghebbende, ten gevolge van de planologische beslissing om medewerking te verlenen aan vestiging van het opvangcentrum, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, en derhalve aanspraak heeft op een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding, kan deze belanghebbende de daarvoor bestemde procedure bij de gemeente starten. 4. Het COA is gerechtigd de vergoeding te onthouden indien de gemeente het gestelde in lid 5 en 6 niet nakomt. 5. De gemeente doet het COA zo spoedig mogelijk mededeling van het indienen van een verzoek op grond van artikel 6.1 Wro en betrekt het COA als belanghebbende partij bij het beslissen op de aanvraag en bij eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Het COA wordt in de gelegenheid gesteld om zijn mening over het planschadeverzoek en het eventueel in te winnen deskundigenadvies naar voren te brengen. 6. Indien de procedureverordening met betrekking tot artikel 6.1Wro-claims voorziet in deskundigenadvisering, vergoedt het COA aan de gemeente de kosten van een dergelijk advies. De gemeente zal de door haar op grond van dit artikel te betalen bedragen bij het COA declareren middels toezending van een gespecificeerde factuur. 7. Indien en voor zover een benadeelde recht heeft op vergoeding in de zin van nadeelcompensatie, als gevolg van de vestiging van het opvangcentrum, komen partijen overeen dat het COA dit bedrag aan de gemeente zal vergoeden. Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 7 Paraaf COA:

9 Artikel In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de gemeente en het COA. 2. Wijzigingen van deze overeenkomst zullen, na overeenstemming hierover tussen partijen, schriftelijk worden vastgelegd, en als bijlage aan deze overeenkomst worden gehecht. 3. Deze overeenkomst zal jaarlijks worden geëvalueerd, in eerste instantie in de eerdergenoemde overlegcommissie. De gemeente neemt initiatief tot deze evaluatie. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. 4. In geval van geschillen over deze overeenkomst, de uitleg en/of de uitvoering ervan, zullen partijen in eerste instantie maximale inspanningen verrichten om deze geschillen in onderling overleg op te lossen. 5. Indien dit overleg niet leidt tot een voor elke partij acceptabele oplossing, zal (zullen) het geschil (de geschillen) worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, zijnde de Rechtbank Overijssel. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Enschede Rijswijk,... (datum)... (datum) gemeente Enschede Centraal Orgaan opvang asielzoekers dr. G.O. van Veldhuizen. Drs. P.L. Siebers (burgemeester) (lid van het bestuur) Bijlage A: Schrijven COA d.d.... i.v.m datum ingebruikname opvangcentrum voor bewoning (wordt verzonden bij formele start ingebruikname) Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 8 Paraaf COA:

10 BIJLAGE A. AANTEKENEN MET BERICHT VAN ONTVANGST College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente... T.a.v. de Burgemeester,... Postbus... <postcode> <datum> <kenmerk> Bijlage A.: Addendum op de bestuursovereenkomst d.d..:... <contactpersoon> Geacht College, Indachtig het gestelde in artikel 1, sub e en artikel 11, lid 6 van de bestuursovereenkomst inzake de vestiging van het Opvangcentrum te...(adres:...) deel ik u mee dat het Opvangcentrum op [...] voor bewoning in gebruik wordt genomen. U treft dit schrijven in tweevoud aan. Ik verzoek u om binnen 2 weken een door u getekend exemplaar te retourneren aan: Centraal Orgaan opvang asielzoekers, afdeling...,t.a.v...., Postbus 3002, 2280 ME Rijswijk.... (plaats) Rijswijk,... (datum)... (datum) gemeente... Centraal Orgaan opvang asielzoekers... [..] (burgemeester) (bestuur) Overeenkomst vestiging opvangcentrum pagina 9 Paraaf COA: