Nieuwsbrief van d.d

Transcriptie

1 Nieuwsbrief van d.d Nummer: Is een oproepcontract gunstig? In verband met de huidige economische situatie overwegen wij enkele vacatures op te vullen met werknemers met een oproepcontract. Klopt het dat dit een heel flexibel arbeidscontract is? Geen werk, geen geld? De interesse naar oproepovereenkomsten neemt onder de huidige economische omstandigheden toe. Het meest gebruikte alternatief (de uitzendovereenkomst) is weliswaar ook flexibel, maar relatief duur. Toch kunnen er haken en ogen zitten aan een oproepcontract. Wat is een oproepcontract (ook wel nul urencontract genoemd)? Dat is een arbeidsovereenkomst waarbij wordt afgesproken dat de werknemer (oproepkracht) wordt opgeroepen op het moment dat er werk voor hem is en dat deze in beginsel bereid is aan die oproep gehoor te geven en het aangeboden werk uit te voeren. In de meeste gevallen wordt in het oproepcontract niet afgesproken voor hoeveel uren de oproepkracht per week of per maand zal worden opgeroepen, want dat is afhankelijk van het werkaanbod. Commentaar: Arbeidsovereenkomst en vermoeden. Belangrijk om te realiseren is dat een oproepcontract een arbeidsovereenkomst is. Dit betekent onder meer dat de oproepkracht ook recht heeft op vakantie, loondoorbetaling bij ziekte en bijvoorbeeld ontslagbescherming geniet. Bovendien is in de wet bepaald dat als een kracht voor minder dan drie uur wordt opgeroepen, er in beginsel toch voor drie uur moet worden betaald. Een groot nadeel van het oproepcontact is dat het flexibele contract na verloop van tijd toch een soort vast dienstverband kan gaan worden door het rechtsvermoeden

2 van de omvang van de arbeidsovereenkomst. Dit is het gemiddelde gewerkte aantal uren in een periode van drie maanden. Hoe meer een oproepkracht werkt, hoe meer u aan die oproepkracht vast kan komen te zitten. Niet het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomst staat is dus bepalend, maar het feitelijke arbeidspatroon. Hoe gaan we dus in deze tijd (van géén schaarste) ons personeel aannemen? Het beste is om alle nieuwe personeelsleden nu aan te nemen met een jaarcontract en deze maximaal 2* 1 jaar te verlengen. Na deze 3 jaar moet u gewoon met droge ogen de arbeidsovereenkomst met uw werknemer niet meer verlengen en zeggen dat hij/zij terug mag komen na 3 maanden plus 1 dag om vervolgens deze werknemer weer aan te nemen voor dezelfde cyclus van 3* 1 jaar. Wat zijn vooral uw voordelen? 1. Deze werknemer hoeft u niet te verzekeren tegen ziekte, aangezien het risico voor u minder dan 1 jaar is en dit risico kunt u dan ook wel zelf lopen of slechts indekken met een Stop Loss verzekering. 2. Uw premie WIA wordt/blijft voor de grote ondernemers 0% omdat deze werknemers via u nooit in de WIA terecht zullen komen. Zoals u weet wordt uw premie 5 jaar hoger indien één van uw werknemers een WIA uitkering zal ontvangen. 3. Als u van uw werknemer afscheid wilt nemen dan is uw ontslagvergoeding altijd minder dan 12 maanden. Wat zijn de nadelen? 1. U moet na 3 jaar ook afscheid nemen van goed personeel 2. U moet weer nieuw personeel opleiden 3. Deze nadelen kunnen wij misschien opvangen door een Internetsite te openen om daar vraag en aanbod op neer te zetten zodat uw collega deze werknemer even voor 3 maanden en 1 dag in dienst zal nemen en dat hij/zij daarna weer terug kan nemen. Commentaar:

3 Misschien moeten de ondernemers deze casus toch eens serieus met al hun collega s bespreken en zorgen dat de goede werknemers na 3 maanden plus 1 dag weer terug kunnen keren bij hun oude werkgever. Op deze namier is het niet nodig gebruik te maken van de zeer kostbare regeling via uitzendbureau of Payroll bedrijf. Eventueel kunnen ook wij zorgdragen voor beheer van een internetsite waar alle ondernemers hun personeel kunnen aanbieden en opvragen, maar dit kan natuurlijk ook gedaan worden op landelijk niveau via het Vakcentrum of via de Franchisevereniging. Ik zit dan vooral te denken aan een puntensysteem om te zorgen dat er toch een bepaalde druk zal komen van de ondernemers om niet alléén personeel weg te zetten maar ook om terug te nemen voor 3 maanden en 1 dag. Alléén de politiek kan ervoor zorgen dat werknemers weer gewoon een vaste baan kunnen krijgen bij een werkgever en deze verantwoordelijkheid wordt politiek niet genomen, sterker nog de kosten voor ontslag/ziekte en aansprakelijkheid bij ziekte etc. van een werknemer worden steeds groter voor de werkgevers, zodat een oplossing nu echt noodzakelijk is om de politiek te dwingen om maatregelen te nemen. Einde aan rechtszaak tegen Deloitte in VS inzake boekhoudfraude Ahold In de Verenigde Staten is een einde gekomen aan een rechtszaak tegen Deloitte. De beleggers, die stelden dat Deloitte verantwoordelijkheid droeg voor de boekhoudfraude die in 2003 aan het licht kwam bij supermarktconcern Ahold, zien af van een hoger beroep in de kwestie. Dat heeft een woordvoerder van Deloitte donderdag gezegd, zo meldt het ANP. Op 6 januari van dit jaar werd bekend dat een Amerikaanse rechter een schadeclaim van de beleggers had afgewezen. Deloitte is volgens hem zelf slachtoffer van de fraude bij Ahold en onderdeel US Foodservice. Beleggers hadden tot 4 april de tijd om in hoger beroep te gaan, maar zien daarvan af. De beleggers, die zich lieten vertegenwoordigen door het Amerikaanse kantoor Entwistle & Capucci, spanden de rechtszaak in 2005 aan tegen Deloitte. Naheffingsaanslag parkeerbelasting vernietigd omdat parkeerkaartje in hoger beroep alsnog kan worden overgelegd

4 Ov - Uitspraak Hof Amsterdam - [ ] - 08/01135 (BI1805) - [ ] Een man heeft pas in hoger beroep originele betaalbewijzen overgelegd waaruit blijkt dat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan. De heffingsambtenaar stelt dat de betaalbewijzen buiten beschouwing moeten blijven omdat dit bewijsmiddel tijdens de procedure voor de Rechtbank overlegd had kunnen worden. Dit standpunt is volgens het Hof in strijd met de herkansingsfunctie die het hoger beroep biedt. Het Hof vernietigt de naheffingsaanslag. Commentaar; Via internet is het natuurlijk makkelijk om alsnog achteraf een parkeerkaart van een ander over te nemen. Marktplaats.nl? Vertraagde aanslag, dan geen heffingsrente Dat de ene rechter de andere nog niet is, blijkt uit een uitspraak van de rechter in Den Haag. Deze besliste vorige maand dat belastingplichtigen geen heffingsrente hoeven te betalen als een aanslag vertraagd is door laksheid van de fiscus. De rechter deed uitspraak in een zaak waarbij een ondernemer in juli 2006 zijn aangifte had ingediend, maar pas ruim een jaar later een voorlopige aanslag ontving. De rechter vond dat dit binnen drie maanden na indiening van de aangifte had moeten gebeuren. Daarom hoeft de ondernemer slechts over drie maanden heffingsrente te betalen, in plaats van over een periode van ruim een jaar. Blijft een aanslag uit en verwacht u belasting te moeten (bij)betalen, dan kunt u ook altijd om een voorlopige of een nadere voorlopige aanslag verzoeken. U staat dan sterker als een aanslag uitblijft en u rente moet betalen. Commentaar: Bovenstaand nieuwsbericht komt van het Vakcentrum. Dit is zeker géén gelopen race en in bovenstaande procedure beschikte de inspecteur over veel nadere informatie en is dus ook feitelijk. Dezelfde Rechtbank Den Haag komt op met een geheel andere uitspraak en besliste dat de belastingdienst niet onzorgvuldig handelde en dat de belastingplichtige zelf had verzuimd een verzoek te doen een nadere voorlopige aanslag op te leggen. Schenk liever dit jaar dan volgend jaar aan uw (klein)kinderen Per 1 januari 2010 treedt de nieuwe Successiewet in werking. Die wet kent lagere tarieven voor de schenk- en erfbelasting dan de huidige wet. Maar dat geldt niet voor

5 schenkingen tot zo n door ouders aan hun kinderen. Die kosten onder de huidige wet minder aan belasting. Een schenking van dit jaar valt (na aftrek van de vrijstelling) geheel in het 5% tarief, volgend jaar is dat het basistarief van 10%. Dat is dus twee keer zoveel! Een schenking van kost dit jaar (na aftrek van de vrijstelling) aan schenkingsrecht, in 2010 is dat U kunt dergelijke schenkingen voordeliger dit jaar doen! Dat geldt ook voor schenkingen aan uw kleinkinderen. Subsidie: BTW belast of BTW vrij De ondernemer die een subsidie toegekend krijgt voor zijn bedrijfsactiviteiten, moet die extra vergoeding ook voor de omzetbelasting in aanmerking nemen. Niet alle subsidies zijn BTW belast. Een prijssubsidie is wél belast, een exploitatiesubsidie niet. Het Europese Hof van Justitie heeft de scheidslijn tussen deze twee subsidievormen enkele jaren geleden duidelijk getrokken: er is sprake van een prijssubsidie als er een rechtstreeks verband bestaat tussen de subsidie en de prestatie waarvoor die subsidie is toegekend. Dat verband is aanwezig als de afnemers van die prestatie de klanten van de gesubsidieerde ondernemer voordeel hebben gehad van de subsidie. Uw kind op de payroll van uw bedrijf. Helpt uw zoon of dochter af en toe mee in uw bedrijf? Waarom zet u uw kind dan niet op de payroll? Dankzij de algemene heffingskorting én de arbeidskorting kan uw zoon of dochter (in 2009) belastingvrij verdienen. Bij u in de zaak volledig aftrekbaar, bij het kind belastingvrij te incasseren. Let op de samenloop met de kinderbijslag. Als uw kind van 16 jaar of ouder per kwartaal niet meer dan bijverdient, blijft een korting op de kinderbijslag achterwege. In de zomermaanden wordt dat bedrag met verhoogd. Uw studerend kind van 18 jaar of ouder, met studiefinanciering, mag in totaal aan fiscaal inkomen hebben voordat een korting plaatsvindt. Werkkleding: bedrijfslogo per kledingstuk vereist De fiscale definitie van werkkleding is erg zuinig: het moet gaan om kleding die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen. Bij twijfel, als de werkkleding al te veel op vrijetijdskleding lijkt, heeft de fiscale wetgever een duidelijke grens getrokken: de kleding moet voorzien zijn van een of meer duidelijk zichtbare, aan de onderneming (van de werkgever) gebonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen tenminste 70cm2. En dat beeldmerk mét die omvang moet op elk afzonderlijk kledingstuk zijn aangebracht, zo heeft de belastingrechter beslist.

6 Fulltime baan, en ook fulltime ondernemer De ondernemer die in aanmerking wil komen voor de fiscale faciliteiten voor zelfstandigen zoals de MKB-winstvrijstelling, de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek, de meewerkaftrek, de fiscale oudedagsreserve moet aan het urencriterium voldoen. Hij moet aantonen dat hij per jaar meer dan uren besteedt aan werkzaamheden voor zijn onderneming. Is de ondernemer geen starter meer, dan geldt een zwaardere eis: de ondernemer moet dan niet alleen uren voor de onderneming hebben gewerkt, maar ook tenminste de helft van zijn totale werktijd. Die extra eis maakt een combinatie met fulltime dienstbetrekking problematisch. Maar niet onmogelijk, zo blijkt uit een recente uitspraak van Hof Den Haag. Starter: voorbereidingstijd telt mee voor urencriterium Steeds meer mensen kiezen er voor om ondernemer te worden, ook in deze crisistijd. Dat komt vooral door de fiscaal aantrekkelijke positie van het ondernemerschap. Een zelfstandige kan volop fiscale gunstregelingen benutten, en betaalt daardoor veel minder belasting dan zijn collega-belastingplichtige in loondienst over hetzelfde inkomen kwijt is. De sleutel voor al die gunstregelingen is het urencriterium: de startende ondernemer moet per jaar ten minste uur in én voor zijn onderneming werken. Een recente uitspraak van Hof Den Haag maakt het een stuk eenvoudiger om aan die eis te voldoen. Vervangingsvoornemen inzake assurantieportefeuille aannemelijk gemaakt Hof Arnhem 7 april 2009, 07/00132 Belanghebbende, een bv, exploiteerde in 1999 een assurantiebemiddelingsbedrijf. Het pand waarin zij haar onderneming exploiteerde in eigendom toebehorend aan haar dga A vertoonde ernstige bouwkundige gebreken. In verband hiermee voert A een slepende civiele procedure. Wegens met de procedure verband houdende geestelijke en lichamelijke klachten bij A en ter voorkoming van schade aan haar assurantieportefeuille heeft belanghebbende deze portefeuille en goodwill in 1999 verkocht. A is in dienst getreden bij de overnemer met een non-concurrentiebeding voor vijf jaren voor een bepaald gebied. De vorming van een vervangingsreserve ter zake van de vervreemdingswinst is door de inspecteur en Rechtbank Arnhem niet toegestaan. In hoger beroep heeft belanghebbende echter succes. Het hof acht belanghebbende namelijk erin geslaagd aannemelijk te maken dat ultimo 1999 een vervangingsvoornemen bestond. Dat eind 1999 haar daartoe de financiële middelen ontbraken en dat belanghebbende uiteindelijk niet binnen vier jaren daadwerkelijk tot vervanging is overgegaan, acht het hof niet van doorslaggevende betekenis. (Hoger beroep gegrond.)

7 Schoolgeld voor Stebo in Den Haag geen buitengewone uitgaven Mevrouw X ging in beroep omdat de inspecteur niet het volledige schoolgeld van haar aan PDD-NOS (pervasieve ontwikkelingsstoornis) lijdende zoon als persoonsgebonden aftrek had toegelaten. De Commissie voor Indicatiestelling had beslist dat mevrouw X een keuze kon maken of haar zoon gesubsidieerd speciaal onderwijs zou volgen of regulier onderwijs met een zogenoemde rugzak. Op de zitting kwam vast te staan dat mevrouw X van die indicatiestelling geen gebruik had gemaakt maar voor haar zoon had gekozen voor regulier onderwijs zonder leerlinggebonden financiering. De zoon bezocht het Junior College van de particuliere school voor VMBO, HAVO en VWO Stebo in Den Haag. Stebo verklaarde dat de zoon enkele uren remedial teaching per week kreeg, maar geen medische of paramedische behandeling. Rechtbank Den Haag verwees naar een arrest van 15 oktober 1997 en besliste dat mevrouw X niet aannemelijk had gemaakt dat haar situatie in betekenende mate afweek van die in het arrest en ook niet dat in het schoolgeld een medische of paramedische component was begrepen. De Rechtbank zag geen reden de uitgaven voor onderwijs van de zoon op Stebo voor een hoger bedrag als uitgave wegens ziekte of invaliditeit in aanmerking te nemen, dan de inspecteur al had gedaan. De Rechtbank verklaarde het beroep van mevrouw X ongegrond Dubbele aftrek verplichtingen wordt ongedaan gemaakt De Hoge Raad besliste in een arrest van 27 februari 2009 dat een lijfrenteverplichting zowel in box I als in box III in aftrek kon worden gebracht. De staatssecretaris heeft op vragen van de Tweede-Kamerleden Omtzigt, De Nerée tot Babberich en Cramer over de gevolgen van het arrest geantwoord dat het arrest in beginsel ook geldt voor andere persoonsgebonden ftrekposten. De staatssecretaris is echter van mening dat daarmee nog niet is gezegd dat ook alimentatieverplichtingen als schuld in aanmerking genomen kunnen worden. Daarbij speelt namelijk ook de vraag of familierechtelijke verplichtingen tot de grondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen kunnen behoren. De staatssecretaris vindt het in ieder geval niet wenselijk dat wanneer een periodieke gift als persoonsgebonden aftrekpost in aanmerking kan worden genomen, de met de gift corresponderende verplichting ook invloed heeft op de grondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen. De staatssecretaris zal een voorstel tot wetswijziging indienen waardoor alle verplichtingen waaruit betalingen voortvloeien die als persoonsgebonden aftrekpost in aanmerking kunnen worden genomen, niet als schuld in box III in aanmerking worden genomen. Het is de bedoeling dat de wijziging vóór 31 december 2009 (eerstvolgende peildatum voor box III) in werking treedt. Hoogachtend,

8 R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden k.v.k. nummer telf. nr fax. Nr Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en adres wijzigen: