Annotatie bij Arrest van het HvJ EG (Grote kamer) van 13 november 2007
|
|
- Frieda Claes
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Annotatie bij Arrest van het HvJ EG (Grote kamer) van 13 november 2007 Jochen Meulman* Dit artikel is verschenen in: Sociaal-Economische Wetgeving 2009, nr. 167 * Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel en geeft nie t noodzakelijkerwijs de opvatting weer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Overdrukkenreeks no. 2009/6
2 SEW 2009, 167 Arrest van het HvJ EG (Grote kamer) van 13 november 2007 m.nt. J. Meulman Trefwoord Overheidsopdrachten, Art. 43 en 49 EG, Richtlijn 92/50/EEG, Non-prioritaire diensten, Gunning zonder voorafgaande aankondiging, Verhouding tussen primair en secundair gemeenschapsrecht, Invullende werking primair recht Regeling Richtlijn 92/50/EEG; Art. 43 EG en art. 49 EG Essentie Zaak C-507/03, Commissie t. Ierland Partijen Commissie tegen Ierland Inleiding In de zaak An Post wordt licht geworpen op de vraag welke aanbestedingsrechtelijke verplichtingen er uit het EG- Verdrag voortvloeien ten aanzien van zogeheten niet-prioritaire diensten. Deze zaak werd onder het oude communautaire aanbestedingsrecht gewezen, * [1] maar heeft zeker ook belang voor de huidige rechtspraktijk. Ook het nieuwe EG-aanbestedingsrecht voor dienstopdrachten * [2] kent het onderscheid tussen prioritaire en niet-prioritaire diensten, sterker nog, de lijsten met diensten die als prioritair en niet-prioritair worden aangemerkt zijn onder de oude en de nieuwe regelingen vrijwel identiek. * [3] Onder het oulichamen in de lidstaten tot openbare aanbesteding van opdrachten voor levering van bepaalde categorieën diensten, prioritaire diensten, ook wel A-diensten genoemd. Tegelijkertijd zonderde deze Richtlijn de gunning van zogenaamde niet-prioritaire diensten, ook wel bekend als B- diensten, uit van de openbare aanbestedingsplicht. De soorten diensten die wel, respectievelijk niet als openbaar aanbestedingsplichtig worden aangemerkt werden onderscheiden in bijlage I A en bijlage I B bij de Richtlijn, onder het nieuwe recht zijn deze terug te vinden in bijlagen A en B bij Richtlijn 2001/18/EG. Ten aanzien van de A-diensten gold volgens art. 8 van Richtlijn 92/50/EEG het uitgebreide aanbestedingsregime van de art. 11 tot en met 37. Voor de onderhavige zaak is voornamelijk het lichte regime van de Richtlijn van belang dat van toepassing is op B diensten. Volgens art. 9 van de Richtlijn golden hiervoor enkel art. 14 en 16. Art. 14 bevatte niet meer dan de verplichting voor de aanbestedende dienst om de dienstopdracht en de bijbehorende contracten te omschrijven aan de hand van bepaalde technische specificaties. Art. 16 bevatte enkel de plicht om de uitslag van procedures tot gunning van in bijlage I B vermelde soorten diensten aan de Commissie kenbaar te maken. Het lichte regime bevatte dus geen verplichting tot openbare aanbesteding van B-diensten, zelfs geen verplichting om vooraf aan te kondigen dat een opdracht voor dienstverlening zou worden geplaatst. Wel was het volgens art. 43 van de Richtlijn mogelijk om het uitgebreide regime dat gold voor A-diensten ook op de B-diensten van toepassing te verklaren, maar dit diende te geschieden na een onderzoek van de Commissie en na raadpleging van twee comitologie-comités. Dit had nog niet plaatsgevonden toen de feiten die aanleiding gaven voor het geschil in de onderhavige zaak zich voordeden. De reden waarom werd besloten om voor B-diensten voorlopig te volstaan met een lichter aanbestedingsregime wordt niet geheel duidelijk uit de considerans bij de Richtlijn, waarvan de 22e overweging luidt: Overwegende dat gedurende een overgangsperiode de volledige toepassing van de onderhavige richtlijn moet worden beperkt tot opdrachten voor dienstverlening waarvoor de bepalingen van de richtlijn de mogelijkheden tot uitbreiding van het grensoverschrijdende verkeer ten volle garanderen; dat de opdrachten voor andere diensten gedurende een bepaalde tijd moeten worden gevolgd, alvorens wordt besloten de richtlijn daarop volledig toe te passen [ ] Uit deze passage wordt niet precies duidelijk of de B-diensten werden uitgezonderd van de openbare aanbestedingsplicht omdat, vanwege de aard van de deze diensten, niet mag worden aangenomen dat zij al te snel grensoverschrijdend konden of zouden worden aanbesteed. Met andere woorden; reden voor het lichtere regime zou kunnen zijn dat er onvoldoende grensoverschrijdende handel in niet-prioritaire diensten plaatsvond om de aanbesteding daarvan op communautair niveau te reguleren. * [4] Feiten De materiële vraag die in deze verdragsinbreukprocedure centraal staat, is of de Ierse regering een opdracht die zij in 1992 verleende aan de bank An Post om sociale uitkeringen te verstrekken aan uitkeringsgerechtigden, terecht onderhands, dus zonder openbare kennisgeving en een daaropvolgende gunningsprocedure, heeft verleend en of zij vervolgens terecht de gunning enkele malen heeft verlengd zonder daarbij enige vorm van transparantie te betrachten, bijvoorbeeld door publicatie van het voornemen een opdracht te plaatsen of te verlengen. * [5] Het type dienstverlening
3 dat aan de orde is valt onder bijlage I B, onder de in die bijlage onderscheiden restcategorie overige diensten. Het lichtere regime van art. 14 en 16 van de Richtlijn was hierop dus van toepassing waardoor naar de letter van de Richtlijn zelfs het aankondigen van het voornemen tot aanbesteding niet verplicht was. Dat de zaak in Luxemburg bijzonder ernstig wordt genomen, blijkt wel uit het feit dat de Grote kamer van het Hof zich over de materie boog. Dat de zaak ook buiten het groothertogdom de gemoederen bezighoudt wordt duidelijk uit de voeging van Denemarken, Frankrijk, Nederland en Finland als geprivilegieerde interveniënten. Stellingen van partijen en de conclusie van de A-G De Commissie geeft aan een klacht te hebben ontvangen van een derde over de onderhandse gunning van de opdracht aan An Post. Zij stelt zich op het standpunt dat art. 43 en 49 EG zich verzetten tegen zulke gunning, al gaat het om een dienst die onder bijlage I B valt waarvoor vooralsnog geen aanbestedingsplicht geldt. Hiertoe voert zij aan dat art. 43 en 49 EG een aanvullende functie hebben bij de toepassing en interpretatie van de Richtlijn en dat deze werking zover gaat dat een openbare kennisgeving had moeten worden gedaan alvorens Ierland de opdracht aan An Post had mogen verlenen. Hiermee wordt de meer fundamentele formeelrechtelijke vraag opgeworpen hoe de verhouding tussen primair en secundair gemeenschapsrecht is indien, zoals in casu, de werkingssfeer van een Richtlijn kan worden uitgebreid nadat zij in werking is getreden. Zoals hierboven reeds opgemerkt, was het immers mogelijk dat het toepassingsbereik van de Richtlijn kon worden verruimd, waardoor de verplichting tot het openbaar maken van een voornemen tot aanbesteding van opdrachten voor prioritaire diensten, geregeld in art. 15 van de Richtlijn, ook voor niet-prioritaire diensten zou gaan gelden. De Commissie stelt echter voor om deze mogelijkheid te passeren en de transparantieverplichting rechtstreeks op het Verdrag te baseren. Daartoe stelt de Commissie dat, hoewel de betrokken soort dienst niet onder reikwijdte van de Richtlijn valt, Ierland art. 43 en 49 EG alsmede de algemene beginselen van transparantie en non-discriminatie heeft geschonden door de opdracht aan An Post te gunnen zonder voorafgaande bekendmaking van het voornemen tot aanbesteding. De Commissie leunt bij deze interpretatie van het primaire recht op de arresten Telaustria en Telefonadress, * [6] HI* [7] en de beschikking van het Hof in de zaak Vestergaard. * [8] Uit deze zaken bleek al dat het verdragsrecht inroepbaar is naast bepalingen van secundair gemeenschapsrecht, in het bijzonder het gemeenschappelijke aanbestedingsrecht. Het primaire recht vervult hier een aanvullende taak waar de richtlijnen zwijgen. In de zaak Coname* [9] werd bepaald dat het primaire recht de aanbestedende openbare lichamen ten minste verplicht tot de inachtname van een passende mate van transparantie, zodat ondernemingen uit andere lidstaten hun interesse kunnen tonen voor een opdracht voordat de opdracht wordt gegund. Ierland beroept zich zijnerzijds echter op het lex specialis-beginsel en wijst erop dat de Commissie de op de lidstaten rustende verplichtingen ten aanzien van gunning van overheidsopdrachten op oneigenlijke wijze uitbreidt door haar aanvullende beroep op de bepalingen uit het EG-Verdrag; hierdoor komt de grotere rechtszekerheid die afgeleid recht beoogt te geven in deze materie in het gedrang. Er mag immers vanuit worden gegaan dat er geen verplichting is tot het aankondigen van het voornemen tot gunning van B-diensten. Ook wijst Ierland erop dat de Commissie geen initiatieven heeft genomen om de lacune in de Richtlijn wetgevend op te lossen, terwijl de tekst wel herhaaldelijk is gewijzigd en dat het kennelijk nu niet aangaat dezelfde materiële wijzigingen af te dwingen met een beroep op de voornoemde twee vrij-verkeersbepalingen. De Commissie pareert dit argument eenvoudigweg door te wijzen op de ondergeschiktheid van het secundaire recht aan het primaire recht. A-G Stix-Hackl begint haar onderzoek met het beantwoorden van de vraag of het primaire recht de aanbestedingsrichtlijnen in dit geval vervolledigt. Zij wijst erop dat in het arrest Coname het Hof de relevante verdragsartikelen ook van toepassing verklaarde op opdrachten die door geen van de Europese aanbestedingsrichtlijnen worden gedekt. Hieruit leidt zij af dat de verplichting om aan te besteden in beginsel wordt geregeld door art. 43 en 49 EG en dat dus ook de voorwaarden waaronder moet worden aanbesteed, worden geregeld door die bepalingen. Of aan die bepalingen invulling moet worden gegeven in de onderhavige casus, hoeft alleen te worden bepaald indien de Richtlijn geen uitputtend karakter heeft. Dat heeft de Richtlijn niet, zo concludeert de A-G. Art. 11 lid 3 regelt de mogelijkheid om zonder betrachting van enige vorm van transparantie opdrachten onderhands te gunnen, maar deze bepaling is (nog) niet van toepassing op de diensten in bijlage I B. Hierdoor is er restruimte voor aanvullende werking van het Verdrag ten aanzien van de vraag welke mate van openbaarheid er moet worden gegeven aan een voornemen tot het plaatsen van een opdracht. Hiermee rijst de vraag hoe een uit het primaire recht afgeleide verplichting tot aankondiging eruit zou moeten zien, en, in het verlengde daarvan, de vraag of het voor lidstaten steeds op voorhand voldoende duidelijk zou zijn aan welke verplichtingen zij moeten voldoen, nu uit art. 43 en 49 EG niet te destilleren is hoe in een concreet geval toepassing moet worden geven aan de transparantieplicht die in Telaustria werd onderscheiden. Daarnaast is het zo dat er ook uitzonderingsgronden bestaan; art. 11 lid 3 van de Richtlijn is hier een concreet voorbeeld van. In het geval bijvoorbeeld geen inschrijvingen zijn gedaan of in geval om redenen van bescherming van alleenrechten slechts een enkele gegadigde voor gunning in aanmerking komt, is onderhandse gunning mogelijk. * [10] Een dergelijke uitzonderingsgrond behoort dus ook tot de primaire communautaire rechtsorde, iedere andere lezing zou ertoe leiden dat de Richtlijn op dit punt in strijd zou zijn met het Verdrag. Ierland heeft zich echter niet op een uitzonderingsgrond beroepen. De A-G wijst erop dat het Hof in een procedure op grond van art. 226 EG een beroep op een uitzonderingsgrond ook niet ambtshalve mag inbrengen. Ook deze ontsnappingsroute biedt Ierland dus geen soelaas. Ierlands laatste strohalm is een appel aan het rechtszekerheidsbeginsel. De laatste opdracht die Ierland aan An Post verstrekte zonder openbare aankondiging, dateert van Pas in 2000 werd het arrest Telaustria gewezen, zodat eerst toen duidelijk werd dat het primaire recht een verplichting tot publicatie van een kennisgeving van gunning omvat. Ierland had op het moment van de laatste onderhandse gunning van de opdracht dus nog geen weet van de in Telaustria onderscheiden regel, noch had zij daarvan weet kunnen hebben. Omdat de uitleg die het Hof aan verdragsbepalingen geeft altijd met terugwerkende kracht werkt tot het moment waarop het verdragsartikel dat wordt geïnterpreteerd van kracht werd, wordt Ierland ook hier de pas afgesneden. De transparantieverplichting gold in
4 retrospect al vanaf Wel merkt de A-G op dat de onwetendheid van Ierland wellicht wel een rol zou kunnen spelen bij de boetetoemeting in het kader van een procedure onder art. 228 EG. Ook dit biedt Ierland dus geen troost. Uitspraak Het Hof gooit het over een geheel andere boeg dan de A-G en houdt het, met slechts 37 rechtsoverwegingen, extreem kort. Het wijst er, onder verwijzing naar Coname en Telaustria, in essentie enkel op dat de gunning van een opdracht zonder dat er sprake is van enige transparantie discriminerend werkt ten opzichte van ondernemingen in andere lidstaten die ook in de opdracht geïnteresseerd zouden kunnen zijn. Het ontbreken van transparantie levert daarmee indirecte discriminatie op in de zin van art. 43 en 49 EG; van een beroep op een rechtvaardigingsgrond kan in het onderhavige geval volgens het Hof geen sprake zijn, waardoor de schending al bijna kan worden vastgesteld. Bijna, want vervolgens maakt het Hof een onverwachte draai: de Commissie heeft niet genoegzaam aangetoond dat de klacht die zij ontvangen heeft afkomstig is van een buitenlandse onderneming die gegadigde zou zijn geweest voor de opdracht. Omdat hierdoor het grensoverschrijdende belang dat gemoeid zou moeten zijn met het geschil niet kan worden aangetoond en dus niet kan worden vastgesteld of het geschil een communautaire dimensie heeft, strandt de zaak alsnog op dit punt en wordt Ierland in het gelijk gesteld. Noot Vanuit puur aanbestedingsrechtelijk oogpunt biedt dit arrest weinig nieuws; dat ook bij de gunning van opdrachten die niet onder de aanbestedingsrichtlijnen vallen transparantieverplichtingen gelden die rechtstreeks uit het EG-Verdrag voortvloeien, was reeds bepaald in de zaken Coname en Telaustria. Belangwekkend is echter de manier waarop de rechtstreekse werking van art. 43 en 49 EG zich verhoudt tot de werking van Richtlijn 92/50/EEG. Het Hof maakt hier een curieuze sprong: hoewel de verplichting tot kennisgeving van aanbesteding van de niet-prioritaire diensten expliciet van de werking van de Richtlijn waren uitgezonderd, wordt via de band van de genoemde verdragsartikelen toch enige verplichting tot transparantie bij aanbesteding van B-diensten ingelezen. Het Hof geeft helaas bijzonder summiere uitleg bij de overwegingen die leiden tot zijn uiteindelijke uitspraak. Niettemin lijkt het er op dat het Hof oordeelt dat, nu Richtlijn 92/50/EEG nog niet in werking was getreden (en uiteindelijk ook nooit is getreden) voor niet-prioritaire diensten, ten aanzien daarvan gewoon onverkort het Verdrag gold. Er is, tot het moment dat de Richtlijn in volle(re) omvang in werking zal treden ten aanzien van niet-prioritaire diensten, geen ander geldend Gemeenschapsrecht dat invulling geeft aan de aanbestedingsrechtelijke beginselen van transparantie en non-discriminatie ten aanzien van de materie die de genoemde richtlijnbepalingen regelen. Met andere woorden: de tekst van de Richtlijn, met name art. 11 en 15, was van geen inhoudelijke betekenis, ook al bestond het voornemen om die twee bepalingen ook op B-diensten toe te gaan passen. Van overlapping tussen het verdrag en de Richtlijn is dus geen sprake vanwege de opgeschorte werking van de Richtlijn ten aanzien van B-diensten. Toch leidt de uitspraak tot een bepaaldelijk schizofrene situatie: de Richtlijn zelf bepaalde tot in detail wat de bekendmakingsverplichtingen waren voor zowel prioritaire als niet-prioritaire diensten en vormde daarmee voor beide categorieën een gedetailleerde invulling van het primaire gemeenschapsrecht. Art. 43 van de Richtlijn bepaalde dat de Richtlijn ook volledig op niet-prioritaire diensten van toepassing kon worden verklaard. Het lag dus kennelijk in de bedoeling van de communautaire wetgever om dezelfde eisen die van toepassing zijn op prioritaire diensten, te zijner tijd ook toepassing te laten vinden ten aanzien van niet-prioritaire. Hoewel ten aanzien van de laatste categorie de werking van de Richtlijn tot nader order is opgeschort, zijn de precieze verplichtingen waarvan verwacht mag worden dat zij gaan gelden voor niet-prioritaire diensten al wel vastgelegd, maar deze hebben geen blokkerende functie ten aanzien van art. 43 en 49 EG. Toch gelden volgens het Hof tot de tijd dat de Richtlijn in volle omvang zou gaan gelden de meer amorfe beginselen die uit het Verdrag voortvloeien. Hoewel de Commissie in 2006 wel een interpretatieve mededeling * [11] heeft gedaan waarin te vinden is welke verplichtingen gelden voor aanbestedingen die onder geen van de aanbestedingrichtlijnen vallen, wordt door het Hof niet duidelijk gemaakt wat het primaire gemeenschapsrecht nu precies voorschrijft in het voorliggende geval, dat voor 2006 speelde. Voor het Ierse standpunt is zeker ook wat te zeggen. Zou immers een lidstaat er niet van mogen uitgaan dat de invulling die in de Richtlijn is vastgelegd het primaire recht fixeert en daarmee de werking daarvan blokkeert, ook al is Richtlijn 92/50/EEG nog niet in volle omvang in werking getreden ten aanzien van niet-prioritaire diensten? Indien immers voor niet-prioritaire diensten volledig andere verplichtingen zouden gaan gelden dan de Richtlijn voorschrijft, waarom roept art. 43 van de Richtlijn dan de mogelijkheid in het leven voor de Commissie om de Richtlijn ook van toepassing te verklaren op overheidsopdrachten voor andere, in bijlage I B opgenomen diensten? Het is hiernaast ook interessant om te zien dat de zaak uiteindelijk strandt op de onduidelijkheid van de identiteit van de gegadigde voor de opdracht die zich met een klacht bij de Commissie heeft gemeld. Alleen de interesse van een buitenlandse gegadigde lijkt de zaak de benodigde interstatelijke dimensie te kunnen geven. Het arrest Parking Brixen* [12] leek nu juist aanleiding te geven om aan te nemen dat ook in zuiver interne situaties het EGaanbestedingsrecht een rol te vervullen heeft. * [13] In die zaak draaide het echter niet om B-diensten maar om A- diensten, waarvan het grensoverschrijdend belang dus kennelijk zonder meer mag worden aangenomen. Het Hof lijkt in An Post aan te willen geven dat het grensoverschrijdend belang van B-diensten daarentegen niet zonder meer mag worden aangenomen, wat op zich recht doet aan art. 43 van de Richtlijn. De bewijslast om aan te tonen dat in een individueel geval waarin B-diensten aan de orde zijn wél een interstatelijk belang aanwezig is, ligt, in het kader van een verdragsinbreukprocedure, bij de Commissie. De uitspraak wringt juridisch echter op een fundamenteel punt, dat op zich niet nieuw is, maar ook niet nader wordt verklaard in dit arrest. De verlening van niet-prioritaire diensten heeft volgens de oude en de nieuwe * [14] aanbestedingsrichtlijnen niet bij voorbaat een grensoverschrijdend karakter. Pleitbaar is dat deze categorie diensten daarmee ook niet onder de reikwijdte van art. 43 en 49 EG valt, waardoor het Verdrag in het geheel niet van toepassing is. Was het dat wel, dan zouden de in de eerder genoemde interpretatieve mededeling * [15] van de Commissie
5 neergelegde transparantiebeginselen in acht moeten worden genomen. Vraag blijft op grond waarvan nu een EGrechtelijke verplichting tot het betrachten van transparantie kan worden vastgesteld? Niet op grond van de Richtlijn en niet op grond van het primaire recht: beide staan buitenspel vanwege een vermoeden van gebrek aan interstatelijk karakter van de verlening van niet-prioritaire diensten. Anderzijds kan, zonder dat enige verplichting tot transparantie geldt, nooit objectief een grensoverschrijdend belang worden vastgesteld omdat ondernemingen geen kennis kunnen nemen van voornemens van buitenlandse openbare lichamen om opdrachten te plaatsen. Het Hof lijkt in An Post juist deze patstelling te willen doorbreken. Inderdaad lijkt hiermee bezegeld te worden dat bij toepassing van het Europese aanbestedingrecht een pre-interstatelijk effect* [16] moet worden aangenomen, op grond waarvan enkele minimumverplichtingen gelden voor openbare lichamen, waaronder de verplichting tot het publiceren van een voornemen tot het plaatsen van dienstverleningsopdrachten. J. Meulman *[1] Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening, PbEG 1992, L209/1, zoals gewijzigd bij Richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993, PbEG 1993, L199/1, Richtlijn 97/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1997, PbEG 1997, L328/1 en Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001, PbEG 2001, L285/1 (datum van intrekking: 30 januari 2006). Hierna: Richtlijn 92/50/EEG of de Richtlijn (overigens niet te verwarren met de Dienstenrichtlijn). *[2] Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, PbEG 2004, L134/114. *[3] Het ging daarbij om: hotel- en restauratiediensten, spoorwegvervoerdiensten, vervoerdiensten over het water, diensten voor ondersteunend en hulpvervoer, diensten van juridische aard, plaatsing van personeel en personeelsverschaffing, opsporings- en bewakingsdiensten, (uitgezonderd vervoer per pantserwagen), diensten voor onderwijs en beroepsonderwijs, gezondheids- en sociale diensten, diensten voor recreatie, cultuur en sport en andere diensten. *[4] Zie ook J.W.A. Bergevoet, De toepassing van het transparantiebeginsel bij niet-gereglementeerde opdrachten nader beschouwd, NTER 2008/4, p. 113 en 116. *[5] De opdracht werd initieel verleend tot 31 december 1996, maar vervolgens verlengd tot 31 december In mei 1999 is de overeenkomst opnieuw verlengd van 1 januari 2000 tot en met 31 december De overeenkomst is daarna, mede door de interventie van de Commissie, niet meer expliciet verlengd maar An Post voerde haar op ad hoc-basis uit (r.o ). *[6] HvJ EG, 7 december 2000, zaak C-324/98, Telaustria Verlags GmbH en Telefonadress GmbH t. Telekom Austria AG,Jur EG 2000, p. I *[7] HvJ EG 18 juni 2002, zaak C-92/00, Hospital Ingenieure Krankenhaustechnik Planungs-Gesellschaft mbh (HI) t. Stadt Wien, Jur EG 2002, p. I *[8] Beschikking van het HvJ EG van 3 december 2001, zaak C-59/00, Bent Mousten Vestergaard t. Spøttrup Boligselskab, Jur EG 2001, p. I *[9] HvJ EG 7 21 juli 2005, zaak C-231/03, Conzorzio Aziende Metano (Coname) t.comune di Cingia de Botti, Jur EG 2005, p. I-7287, SEW 2006, 35, p. 166 (m.nt. H.J. van Harten). *[10] De overige uitzonderingsgronden zijn: (3) gunning aan de winnaar van een prijsvraag; (4) de termijnen uit de art. 17 tot en met 20 kunnen wegens dwingende spoed niet worden gehaald; (5) gunning van onvoorziene aanvullende diensten aan een initieel begunstigde van een hoofdopdracht (mits onscheidbaar van de hoofdopdracht en mits zij noodzakelijk zijn voor vervulling van de hoofdopdracht); (6) nieuwe dienstopdrachten die een herhaling zijn van de basisopdracht (mits ook de herhalingen zijn uitgeschreven bij de oorspronkelijke opdracht en mits binnen een periode van drie jaar nadien verstrekt). Cf. art. 11 lid 3 sub c, d, e en f van de Richtlijn. *[11] Interpretatieve mededeling van de commissie over de Gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen, PbEG 2006, C179/02. Zie met name paragraaf 2.1 voor de transparantieverplichting. *[12] HvJ EG 13 oktober 2005, zaak C-458/03, Parking Brixen GmbH t.gemeinde Brixen en Stadtwerke Brixen AG, Jur EG 2005, p. I-8585, SEW 2006, 36, p. 170 (m.nt. J.M.P. Janssen). *[13] Zie E.R. Manunza: Alle aanbestedingen zijn interstatelijk, in: E.R. Manunza, L.A.J. Senden: De EU: de interstatelijkheid voorbij? Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2006, p. 71 en 79. *[14] Zie Richtlijn 2004/18/EG, art. 21, dat in essentie het equivalent is van art. 9 van Richtlijn 1992/50/EEG. *[15] Supra, noot 11. *[16] E.R. Manunza, supra, noot 13, p. 80. Copyright (C) Kluwer 2009 SEW 2009/167
Wie stelt moet bewijzen en van potentieel naar duidelijk
Wie stelt moet bewijzen en van potentieel naar duidelijk HvJ EG 13 november 2007, C-507/03 (An Post) Mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal november 2007 Op 13 november 2007 deed het Hof van Justitie (HvJ
Nadere informatieOpinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)
Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie
Nadere informatiePIANOo-congres mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht
PIANOo-congres 2008 mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht 2 Recente jurisprudentie Slechts een greep uit de actuele ontwikkelingen Vandaag bijzondere aandacht voor aanbestedingsplicht
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 13 november 2007 *
COMMISSIE / IERLAND ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 13 november 2007 * In zaak 0507/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 1 december 2003, Commissie van
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 december 2001 *
VESTERGAARD BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 december 2001 * In zaak C-59/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Vestre Landsret
Nadere informatieCIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN. Versie: 1. 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken
CIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN Onderwerp: Aanbesteden Versie: 1 Datum: Afzender: Bereik: 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken EFRO Aanleiding
Nadere informatieDe inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012
De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, maart 2013 De praktijk van vóór 1 april 2013 laat zien, dat het in voorkomende gevallen voor een
Nadere informatieIn 2007 heeft het Hof van Justitie van de EG zich in
OVERHEIDSAANBEST E D I N G E N Rechtspraak De toepassing van het transparantiebeginsel bij niet-gereglementeerde opdrachten nader beschouwd Mr. J.W.A. Bergevoet In 2007 heeft het Hof van Justitie van de
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *
ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan
Nadere informatieSchaarse besluiten: openbare toekenning van rivaliserende rechten
Schaarse besluiten: openbare toekenning van rivaliserende rechten Werkatelier VNG & Europa Decentraal, 20 september 2016 Olaf Kwast, wetgevingsjurist en oprichter Programma 13.00 Opening 13.15 Normenstelsel
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 14 oktober 2004 * betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG,
ARREST VAN 14. 10. 2004 ZAAK C-340/02 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 14 oktober 2004 * In zaak C-340/02, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 24 september
Nadere informatieIOEA nummer 29 (oktober 2004)
Raamovereenkomsten IOEA nummer 29 (oktober 2004) 1. Inleiding In deze nieuwsbrief wordt aandacht besteed aan de regeling van de raamovereenkomst, zoals deze in de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie (2006/C 179/02)
C 179/2 NL 1.8.2006 INTERPRETATIEVE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over de Gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen
Nadere informatieBijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer.
Bijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer. In deze bijlage wordt getracht antwoord te geven op de vraag wat de Europeesrechtelijke mogelijkheden
Nadere informatieDatum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 24 januari 2008 EP/MW / 8005245 Onderwerp Nadere informatie over aanbesteden
Nadere informatieInbesteding of aanbesteding?
APRIL 2006 Inbesteding of aanbesteding? Opdrachten die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een overheidsgedomineerde onderneming (met eigen rechtspersoonlijkheid) vallen in beginsel onder de
Nadere informatieS taatsbladen, nationale bladen gespecialiseerd in de bekendmaking van overheidsopdrachten, nationale en regionale kranten en vakbladen
C 179/4 NL 1.8.2006 Volgens de Commissie is het niet voldoende contact op te nemen met een aantal potentiële inschrijvers, ook al beperkt de aanbestedende dienst zich niet tot ondernemingen uit eigen land
Nadere informatieDe communautaire richtlijnen betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten:
Definitieve versie 29.11.2007 COCOF 07/0037/03-NL EUROPESE COMMISSIE RICHTSNOEREN VOOR HET VASTSTELLEN VAN FINANCIËLE CORRECTIES VOOR DOOR DE STRUCTUURFONDSEN EN HET COHESIEFONDS MEDEGEFINANCIERDE UITGAVEN,
Nadere informatieOpinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)
Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de regels inzake overheidsopdrachten in verband met de huidige asielcrisis
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.9.2015 COM(2015) 454 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de regels inzake overheidsopdrachten in verband met de huidige asielcrisis
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende
Nadere informatieConsequenties niet tijdig implementeren aanbestedingsrichtlijnen
Consequenties niet tijdig implementeren aanbestedingsrichtlijnen Inleiding Op 1 april 2013 is de Aanbestedingswet 2012 in werking getreden. Inmiddels zijn er nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen gepubliceerd
Nadere informatieDe nieuwe Aanbestedingswet is er!
Alumnidag Rechtsgeleerdheid, 25 januari 2013 De nieuwe Aanbestedingswet is er! Prof.mr. Chris Jansen Plan van behandeling aanbesteden begripsverkenning aanbestedingsrecht vragen, beginselen en andere bronnen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 21 juli 2005"
ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 21 juli 2005" In zaak C-231/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per
Nadere informatie4 Het transparantiebeginsel in het voortraject van een overheidsopdracht
4 Het transparantiebeginsel in het voortraject van een overheidsopdracht B. Brokkaar & J.M. Hebly 1 INLEIDING Een aanbesteding wordt wel omschreven als de al dan niet gelijktijdige uitnodiging van een
Nadere informatieArrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier
Journaal Warenwet 2009-8 Martin Hemmer AKD Prinsen Van Wijmen Geografische oorsprongsaanduidingen Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier Jurisprudentie Het recht om merken te gebruiken
Nadere informatieDoelstellingen en Beleidsregel uit de nota Bewust aanbesteden, aanbestedingsbeleid Houten 2005
Doelstellingen en Beleidsregel uit de nota Bewust aanbesteden, aanbestedingsbeleid Houten 2005 Doelstellingen Met het aanbestedingsbeleid beoogt de gemeente een aantal doelstellingen te realiseren. Een
Nadere informatieBESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieD1.2) Andere motivering voor de gunning van de opdracht zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in het PBEU
Advies 376 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft op 7 juli 2016 een Aankondiging in geval van vrijwillige transparantie vooraf op TenderNed gepubliceerd. Het betreft een overheidsopdracht voor diensten tot het
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 24.6.2010 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0207/2007, ingediend door Konstantinos Parisis (Griekse nationaliteit), gesteund door één
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieUit dit arrest kan worden afgeleid dat om aan de
A A N B E ST E D I N G Rechtspraak Mw. mr. drs. I.J. van den Berge De reikwijdte van het transparantiebeginsel bij de verlening van dienstenconcessies Uit dit arrest kan worden afgeleid dat om aan de eisen
Nadere informatieEen nieuwe sociale Europese interne markt
Een nieuwe sociale Europese interne markt Prof. mr. dr. E.R. Manunza Hanze Inkoopseminar 2013 On Moral Sentiments, people, profit & procurement Het thema van vandaag Solidariteit in ruime zin Bemoeilijken
Nadere informatieInkoop- & Aanbestedingsbeleid. Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting
Inkoop- & Aanbestedingsbeleid Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting 1 INLEIDING De SEV stimuleert de ontwikkeling van praktische, innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied
Nadere informatieUit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand
1 Uit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand Inleiding Over het onderdeel uit- en aanbesteden van de Wet werk en bijstand (WWB) is de nodige informatie verschenen. Mede gezien de wijzigingen die sindsdien
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie
C 91/4 NL 12.4.2008 Interpretatieve mededeling van de commissie over de toepassing van het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten op geïnstitutionaliseerde publiek-private
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN INTERPRETATIEVE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 05.02.2008 C(2007)6661 INTERPRETATIEVE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over de toepassing van het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en
Nadere informatie10/01/2012 ESMA/2011/188
Richtsnoeren en aanbevelingen Samenwerking, met inbegrip van delegatie, tussen de ESMA, de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten krachtens Verordening (EU) nr. 513/2011 inzake ratingbureaus
Nadere informatieBIJLAGE 17. Memorandum inkoopprocedures. Per email: h.uneken@regiogenv.nl Hans Uneken Regio Gooi & Vechtstreek
BIJLAGE 17 W.M. Ritsema van Eck advocaat Rapenburg 83 2311 GK Leiden T 088 040 2124 F 088 040 2186 M 06 53 294 185 E w.ritsemavaneck@legaltree.nl W www.legaltree.nl Memorandum inkoopprocedures Per email:
Nadere informatieAankondiging van een opdracht in onderaanneming
Europese Unie Publicatie van het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie 2, rue Mercier, 2985 Luxembourg, Luxemburg +352 29 29 42 670 ojs@publications.europa.eu Info & on-lineformulieren:
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/03/2017
Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieThe Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 28 maart 1996 *
ARREST VAN 28. 3. 1996 ZAAK C-318/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 28 maart 1996 * In zaak C-318/94, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur H. van Lier
Nadere informatieAdvies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.
Advies 210 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding gehouden. Op deze aanbestedingsprocedure is het ARW 2005 van toepassing verklaard. 1.2. Klager heeft op 16 januari 2015
Nadere informatie1.2. In het voorwoord van de Offerteaanvraag op pagina 3 is het volgende bepaald:
Advies 340 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een Europese openbare aanbesteding gehouden voor een overheidsopdracht voor diensten met betrekking tot de digitalisering van bouw-, milieu- en bodemdossiers.
Nadere informatieJAAN2014/164 Concessie openbaar vervoer, Bezwaar tegen voorgenomen gunning, Ve...
JAAN2014/164 Concessie openbaar vervoer, Bezwaar tegen voorgenomen gunning, Ve... Wetsbepaling(en): AWB artikel 1:3, AWB artikel 6:3 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:CBB:2014:265 Aflevering 2014 afl. 6 College
Nadere informatieSteunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-03-2004 C(2004) 706 Betreft : Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/2004 - Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij Excellentie, De Commissie
Nadere informatieEuropese Unie Publicatie van het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie
Europese Unie Publicatie van het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie 2, rue Mercier, 2985 Luxembourg, Luxemburg +352 29 29 42 670 ojs@publications.europa.eu Info & on-lineformulieren:
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:9685
ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieDe verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING
Nadere informatiede Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Amsterdam, 22 juni 2017 Betreft: Schriftelijke opmerkingen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
Nadere informatieLJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatieVERSLAG VAN DE COMMISSIE
NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de stand van de werkzaamheden in verband met de richtsnoeren betreffende staatssteun en diensten van algemeen economisch belang 1. DOEL VAN DIT VERSLAG In zijn conclusies
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatie6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 31 353 Voorstel van wet van het lid Leijten tot wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning ter bevordering van de kwaliteit van de maatschappelijke
Nadere informatieDe verdeling van schaarse publieke rechten
De verdeling van schaarse publieke rechten Inleiding Van opdrachten en concessies naar vergunningen en subsidies Bij de verdeling van vergunningen en subsidies moeten het gelijkheidsbeginsel en de transparantieverplichting
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 16.3.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0356/2010, ingediend door Vasile Stoica (ogenschijnlijk Duitse nationaliteit), over niet-handhaving
Nadere informatieRICHTLIJN VAN DE RAAD
1989L0665 NL 09.01.2008 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 21 december 1989 houdende
Nadere informatie1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK
EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.3.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN (30/2012) Betreft: Gemotiveerd advies van het Spaanse Congres van Afgevaardigden inzake het voorstel voor een richtlijn
Nadere informatiede Aanbestedingsrichtlijn gemeente Den Haag te wijzigen conform de Europese aanbestedingsrichtlijnen.
RIS116033_07-MEI-2004 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/2004.1411 RIS 116033 AANBESTEDINGSRICHTLIJN GEMEENTE DEN HAAG HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Besluit: de Aanbestedingsrichtlijn gemeente
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 25.9.2009 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 666/2008, ingediend door Gert Vercauteren (Belgische nationaliteit), over overeenkomsten
Nadere informatieHet toenemend belang van het aanbestedingsrecht voor de ondernemingsrechtpraktijk
Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Het toenemend belang van het aanbestedingsrecht voor de ondernemingsrechtpraktijk Inleiding Het aanbestedingsrecht
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig
Nadere informatieONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie begrotingscontrole 2013/2197(DEC) 3.7.2014 ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese
Nadere informatie2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE
Nadere informatieNotitie. 1 Inleiding. 2 Mogelijkheid tot contractsovername. 2.1 Van belang is dat iedere gemeente het volgende inventariseert:
Notitie voor VNG van Pels Rijcken: mr. L.R. Kiers en mr. M.C. de Vries datum 17 december 2015 betreft TSN aanbestedingsrechtelijke aspecten zaaknr 11001813 1 Inleiding Er zijn nog enkele vragen gerezen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
Nadere informatieeen gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).
KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding
Nadere informatieRechtsbescherming bij aanbesteding
ACADEMIE VOOR DE RECHTSPRAKTIJK WEBINAR ACTUALITEITEN Rechtsbescherming bij aanbesteding Waardenburg, 10 september 2015 Prof. Mr Jan M. Hebly RECHTSBESCHERMING BIJ AANBESTEDING o Breed onderwerp o Van
Nadere informatieEnkele beschouwingen over het nieuwe Europees juridisch aanbestedingskader. Prof. mr. E.R. Manunza
Enkele beschouwingen over het nieuwe Europees juridisch aanbestedingskader Prof. mr. E.R. Manunza Aandachtspunten Inleidende beschouwingen: Tendensen Duidelijkere omlijning contouren aanbestedingsrecht
Nadere informatiegemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg
IIMIM III III II III IIII BM1401251 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2014; gelet op: gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet,
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,
PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 12/03/2015
Datum van inontvangstneming : 12/03/2015 Samenvatting C-51/15-1 Zaak C-51/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het
Nadere informatieWorkshop Nieuwe aanbestedingsrichtlijnen. Stijn Bijleveld Landelijk seminar Inkoop Veiligheidsregio s 9 februari 2017
Workshop Nieuwe aanbestedingsrichtlijnen Stijn Bijleveld Landelijk seminar Inkoop Veiligheidsregio s 9 februari 2017 Programma Algemene Inleiding wie zijn wij bij Europa decentraal? Thema I Juridisch raamwerk
Nadere informatie1.2. In paragraaf II.1.5 Korte beschrijving van de opdracht of de aankoop/aankopen van de aankondiging is onder meer het volgende bepaald:
Advies 361 1. Feiten 1.1. Op 18 april 2016 heeft beklaagde een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor een raamovereenkomst met één onderneming voor diensten van postbezorging. 1.2.
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:4181
pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:4181 Instantie Datum uitspraak 12-12-2014 Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 14-1024 AKW Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatie2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in de reactie op zijn klacht over Martinair heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermeende overtreding van
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/03/2013
Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví
Nadere informatieVERDELING VAN SCHAARSE 'PRIVATE' RECHTEN PAUL HEIJNSBROEK NVVA 15 JUNI 2017
VERDELING VAN SCHAARSE 'PRIVATE' RECHTEN PAUL HEIJNSBROEK NVVA 15 JUNI 2017 JURIDISCH KADER VWEU Unierechtelijke beginselen / jurisprudentie: non-discriminatie, gelijkheid en transparantie Aanbestedingsrichtlijnen
Nadere informatieDe Hoge Raad der Nederlanden,
2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieZaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue
Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]
Nadere informatieAdvies 105. 1.2 In paragraaf 2.4 van de Offerteaanvraag staat de volgende planning:
Advies 105 1. Feiten 1.1 Beklaagde, een stichting die het bevoegd gezag vormt van een aantal scholen voor basisonderwijs, heeft op 27 maart 2014 een Europese openbare aanbesteding aangekondigd op TenderNed.
Nadere informatiePIANOo-congres 2009. WERK aan de CRISIS! Recente jurisprudentie. Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen.
2 Recente jurisprudentie PIANOo-congres 2009 WERK aan de CRISIS! mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen. Vandaag specifieke aandacht
Nadere informatieBIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van
Nadere informatieGeheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal
Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet
Nadere informatieErkenningsregeling nutssectoren
Europese Unie Publicatie van het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie 2, rue Mercier, 2985 Luxembourg, Luxemburg +352 29 29 42 670 ojs@publications.europa.eu Info & on-lineformulieren:
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE
10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met
Nadere informatieInleiding en algemeen
I Inleiding en algemeen 1 Inleiding en omschrijving aanbestedingsrecht Aanbestedingsrecht Het aanbestedingsrecht is enerzijds een onderdeel van het economisch ordeningsrecht, wat op zijn beurt valt onder
Nadere informatieOverheidsopdrachten, concessies, vergunningen en subsidies: het onderscheid vervaagt
Overheidsopdrachten, concessies, vergunningen en subsidies: het onderscheid vervaagt Najaarsvergadering NVvA 24 november 2016 Prof. mr. Pieter Kuypers Hoogleraar Europees en nationaal aanbestedingsrecht,
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
Europees Parlement 2014-2019 Commissie verzoekschriften 29.4.2016 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 1517/2012, ingediend door G.S. (Italiaanse nationaliteit), over de vrijwaring van de
Nadere informatie