RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 31 maart 2016 B en W-besluit nr.:

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 31 maart 2016 B en W-besluit nr.: Naam programma: Cultuur, sport en recreatie. Onderwerp: Locatie- en duurzaamheidsonderzoek Combibad De Vliet Aanleiding: In het RV Kaderbesluit Combibad De Vliet op 10 september 2015 heeft de raad het College van burgemeester en wethouders onder beslispunt h. opdracht gegeven de volgende punten nader uit te werken en de resultaten hiervan aan de raad toe te zenden: I. resultaten van de marktconsultatie met aandacht voor optimalisatie- en besparingsmogelijkheden op het gebied van PvE en investering- en exploitatiekosten, de (on)mogelijkheden voor extra (commerciële) kostendragers, de integratie van duurzaamheid en toepassing van innovaties, de wijze van aanbesteden, het stimuleren lokale werkgelegenheid en SROI. II. een afwegingsnotitie over de wijze van aanbesteden. III. resultaten van onderzoek naar (grotere) participatie van de zwemvereniging(en) in de exploitatie en de consequenties hiervan, waaronder fiscaliteiten. IV. kosten/baten analyse voor inpassing duurzaamheid Dit raadsvoorstel wordt aan u voorgelegd omdat in het Kaderbesluit (amendement) met u is afgesproken, dat op de punten locatie en duurzaamheid een nadere uitwerking aan uw raad wordt voorgelegd. Op beide punten is een raadsbesluit ook noodzakelijk voor de verdere inhoudelijke uitwerking van het project richting Uitvoeringsbesluit. Voor het punt locatie betreft dit de definitieve locatiekeuze op basis waarvan een bestemmingsplan kan worden opgesteld en de wijzigingsprocedure hiervan kan worden opgestart. Voor het punt duurzaamheid betreft dit het vastleggen van het duurzaamheidsniveau in relatie tot het financiële kader om in samenwerking met het Hoogheemraadschap Rijnland (als eigenaar van de RWZI Leiden Zuidwest) de verdere uitwerking hiervan op te pakken en te verwerken in het technisch Programma van Eisen. Doel: Met dit raadsvoorstel wordt beoogd uw raad inzake Combibad De Vliet; te informeren over de stand van zaken omtrent de uitwerking van de ontwerp- en voorbereidingsfase richting Uitvoeringsbesluit; een besluit te laten nemen omtrent het duurzaamheidsniveau voor renovatie en nieuwbouw; een besluit te laten nemen omtrent de definitieve voorkeurslocatie, alsmede in het belang van het tijdig kunnen vaststellen van het bestemmingsplan. De financiële consequenties van de voorgelegde keuzes verlopen in de meerjaren jaarlijkse exploitatielast kostenneutraal en zijn passend binnen de door de raad meegegeven financiële kaders. De financiële uitwerking hiervan zal aan de raad worden voorgelegd in het Uitvoeringsbesluit Combibad De Vliet, eind 2016.

2 Met deze besluiten worden geen onomkeerbare besluiten genomen ten aanzien van besluiten over de mogelijke nieuwe ijsbaan en / of Voetbal Vitaal. Kader: 1. RV Kaderbesluit Combibad De Vliet van 10 september RV Ambitiedocumenten Leiden Duurzaam 2030 en Uitvoeringsplan Duurzaamheidsagenda Leiden Overwegingen: De uitwerkingen van het project Combibad De Vliet verlopen op schema en binnen de gestelde kaders. Voor verdere uitwerking nemen we de volgende overwegingen als uitgangspunt: Resultaten duurzaamheidsonderzoek Adviesbureau DWA uit Bodegraven is opdracht verstrekt voor uitvoering van het duurzaamheidsonderzoek. De resultaten hiervan, inclusief de resultaten van een subsidiescan, zijn weergegeven in de rapportage Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Comibad De Vliet te Leiden van 12 februari De managementsamenvatting van dit rapport is als bijlage bijgevoegd. Onderzoeksaanpak Verschillende maatregelen zijn voor Combibad De Vliet Leiden onderzocht volgens de methodiek Trias Energetica. Hierbij zijn de maatregelen opgesplitst in de volgende categorieën: Maatregelen besparend. Maatregelen voor energie- en waterterugwinning. Maatregelen voor duurzame opwekking. De maatregelen zijn onderzocht op technische en financiële haalbaarheid. Als ruimtelijk kader is de scope van het sportpark De Vliet aangehouden, inclusief de naburige RioolWaterZuivering Leiden Zuidwest (RWZI) van het Hoogheemraadschap Rijnland en de toekomstige uitbreiding van de Warmterotonde richting Leiden. Voor dit duurzaamheidsonderzoek zijn de maatregelen gebundeld uitgewerkt in vier maatregelenpakketten. De pakketten verschillen in ambitieniveau: 1. Basis: niveau Bouwbesluit. 2. Referentie: niveau huidige stand van techniek (gebouwgebonden maatregelen met een terugverdientijd < 10 jaar). 3. Plus: referentieniveau vermeerderd met locatiespecifieke maatregelen waarvan de terugverdientijden langer mogen zijn dan 10 jaar; 4. Excellent: energieneutraal. Voor het Plus-ambitieniveau (3 de niveau) zijn verschillende subvarianten uitgewerkt: Variant met aansluiting op de warmterotonde, met en zonder aanvullende PV-panelen. Variant met aansluiting op RWZI, met en zonder aanvullende PV-panelen en eventueel met kleine windmolen. Locatiekeuze en duurzaamheid Uit het onderzoek is gebleken dat de locatiekeuze van het binnenbad geen onderscheidend effect heeft op het duurzaamheidsniveau van het Combibad. Dit betekent dat de verdere uitwerking van de te kiezen duurzaamheidsambitie los staat van de definitief te kiezen locatie. Invulling duurzaamheidsambitie korte termijn en lange termijn Voor de ambitie op korte termijn is het raadzaam alle maatregelen op locatie te nemen die leiden tot een substantiële reductie van CO2-uitstoot. Dit zijn alle pluspakketten. Met het uitvoeren van één van deze

3 maatregelenpakketten wordt een CO2-reductie van 40% tot 57% (afhankelijk van het te kiezen pakket) bereikt ten opzichte van een ontwikkeling van het zwembad conform het Bouwbesluit. Hiermee draagt het Combibad een belangrijk steentje bij in het realiseren van de gemeentelijke duurzaamheidsambitie, niet alleen voor de korte termijn (20% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 2009), maar ook voor de langere termijn (40% CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 2009). Energieneutraliteit op termijn niet uitsluiten Uit het onderzoek blijkt dat voor het Combibad energieneutraliteit niet mogelijk is, aangezien er altijd een restverbruik aan elektra resteert. De enige mogelijkheid om een energieneutrale variant te realiseren, is het plaatsen van een grootschalige windmolen. Dit wordt voor locatie De Vliet met name vanuit planologisch oogpunt als niet realistisch beoordeeld. Aansluiting op een grootschalige windmolen op een externe locatie blijft altijd mogelijk, waardoor energieneutraliteit voor de toekomst niet wordt uitgesloten. Voor realisatie van een grootschalige windmolen op een externe locatie is de aansluiting van meerdere (gemeentelijke) projecten en voorzieningen noodzakelijk. Dit valt echter buiten de huidige kaders en scope van Combibad De Vliet. Subsidiescan Er zijn verschillende subsidies en financieringsmaatregelen voor dit project mogelijk. Deze zijn echter sterk afhankelijk van de financieringsvorm en het eigendom van de installatie. Voor dit onderzoek zijn deze dan ook (nog) niet meegenomen, maar vormen ze wel een belangrijk onderdeel voor nadere uitwerking na richtinggevende keuze voor de duurzaamheidsambitie. Subsidie in de exploitatiefase met de SDE-regeling maakt het op dit moment interessant om te investeren in zonnestroom en windenergie. Dit heeft effect op de terugverdientijd van de pakketten waar PV-panelen en windenergie is voorzien. Wanneer subsidie wordt verkregen kan de economische terugverdientijd per pakket gemiddeld met 2 jaar worden verkort. Prijsindexatie De investeringsbedragen zijn gebaseerd op prijspeil Uitgaande van de jaarreeks met een gemiddeld indexatiecijfer van 1,2% per jaar (bron: BDB Bouwkostendata), dienen de investeringsbedragen voor de periode van 2015 t/m 2019 met afgerond 5% te worden opgehoogd. Uitgangspunten voor financiering extra investeringen Voor de financiering van de duurzame maatregelen is als uitgangspunt gehanteerd dat van een rendabele investering kan worden gesproken als een maatregelenpakket zich binnen 10 jaar terug verdient. In dat geval is totaalfinanciering door de gemeente mogelijk. Uitgangspunt hierbij is dat de jaarlijkse besparingen op energie minimaal moeten opwegen tegen de (gemiddelde) jaarlijkse lasten voor rente, aflossing en onderhoud. Uitgangspunt voor gemeentelijke financiering is een lineaire financiering tegen een rekenrente van 3,5%. Als afschrijvingstermijn voor de extra investering is voor de berekeningen een conservatieve termijn van 15 jaar aangehouden. Dit is gebaseerd op de gebruikelijke afschrijvingstermijn voor installaties. Eigenlijk is deze termijn aan de korte kant, omdat ook enkele bouwkundige maatregelen (zoals bijvoorbeeld triple glas) in de pakketten zijn opgenomen. Toch is hiervoor gekozen, aangezien onderdelen van de keuzepakketten die theoretisch een langere afschrijvingstermijn kennen, zoals bijvoorbeeld PV-panelen en LED verlichting, in de praktijk nog niet hebben bewezen deze langere afschrijvingstermijn ook daadwerkelijk te halen. De termijn van 15 jaar is derhalve een conservatief ingestoken termijn en sluit goed aan op het gemeentelijk afschrijvingsbeleid voor investeringen in installaties. Kosten/baten De maatregelenpakketten zijn energetisch en financieel doorgerekend. Onderstaande tabel geeft hiervan het overzicht.

4 Tabel 1 Resultaten maatregelenpakketten zonder subsidie, prijspeil Toelichti ng tabel 1. De verschill ende kolomme n geven het volgende weer: M aatregel enpakket : de naam van het pakket aan maatregelen dat is uitgewerkt. Het pakket Basis is het uitgangsniveau (= bouwbesluit c.q. niveau Kaderbesluit Combibad De Vliet). Investering: de benodigde meerinvestering ten opzichte van het Basis pakket (=krediet voor Combibad De Vliet) Economische TVT: de terugverdientijd met inbegrip van eventuele extra onderhoudskosten en rentekosten. CO2-uitstoot: de resterende CO2-uitstoot uitgedrukt in ton/jaar van het betreffende pakket. CO2-reductie: de procentuele besparing op CO2-uitstoot t.o.v. het Basis pakket. Energieverbruik: het energieverbruik van het betreffende pakket. Energiebesparing: de besparing op energieverbruik t.o.v. van het Basis pakket. Energiekosten: de jaarlijkse energiekosten gebaseerd op huidige eenheidsprijzen. Besparing energiekosten: de jaarlijkse besparing op energiekosten t.o.v. het Basis pakket. Conclusies Het Referentie pakket met maatregelen van de huidige stand van de techniek vergt een relatief beperkte meerinvestering en een terugverdientijd van 9 jaar. De CO2-reductie van 9% is beperkt en voldoet niet aan de vastgestelde korte en lange termijn duurzaamheidsambities van de gemeente. De Plus pakketten met aansluiting op de warmterotonde vergen een relatief beperkte meerinvestering en afhankelijk of er PV-panelen aan toegevoegd worden een terugverdientijd van 9 tot 15 jaar. De CO2-reductie is met 40% respectievelijk 57% aanzienlijk en passend binnen de vastgestelde korte en lange termijn duurzaamheidsambities van de gemeente. De aftakking van de hoofdleiding tot het zwembad wordt door NUON verzorgd. Om de kosten van deze aftakking terug te verdienen, zijn meer aansluitingen dan alleen het zwembad benodigd. Deze aansluitingen zijn er vooralsnog niet. Dit introduceert voor het zwembad diverse onzekerheden (leveringsgarantie, planning en energiekosten) die als risico moeten worden beoordeeld. Beheersing van deze risico s ligt buiten de invloedsfeer van het zwembad. Hierdoor wordt aansluiting op de warmterotonde voor het zwembad op dit moment niet opportuun geacht. Mocht de situatie of omstandigheden zich wijzigen, wordt bij de verdere uitwerking van het zwembad rekening gehouden met een eventuele toekomstige aansluiting op de warmterotonde.

5 De Plus pakketten met gebruik van de restwarmte van de rioolwaterzuivering vergen een forse meerinvestering met afhankelijk van het gekozen ambitieniveau terugverdientijden van 9, 10 en 15 jaar. De CO2-reductie is met 41% tot 52% passend binnen de vastgestelde korte en lange termijn duurzaamheidsambities van de gemeente. Hoogheemraadschap Rijnland heeft aangegeven positief te staan tegenover samenwerking met de gemeente inzake de warmtelevering vanuit de RWZI naar het zwembad. Uit oogpunt van (lokale) duurzaamheid, economisch voordeel en beperking van risico s heeft Pluspakket de voorkeur voor realisatie van een energiezuinig zwembad. Financiële consequenties De extra investering van het Pluspakket Warmtelevering RWZI met PV ten opzichte van het Kaderbesluit Combibad De Vliet bedraagt afgerond 1,20 mln prijspeil 2019 ( prijspeil 2015), de jaarlijkse besparing op exploitatielasten (inclusief onderhoud) is afgerond prijspeil 2019 ( prijspeil 2015). De economische terugverdientijd is 9 jaar, waardoor deze extra investering als rendabel kan worden aangemerkt. Mogelijke subsidie op opwekking middels PV maakt de rentabiliteit nog gunstiger, tot een terugverdientijd van 7 jaar De jaarlijkse kapitaallast van de extra investering (exclusief subsidies) van 1,20 mln prijspeil 2019 bedraagt voor het 1ste jaar, aflopend naar in het 15de jaar. Na deze 15 jaar is de extra investering financieel afgeschreven en resteren er geen kapitaallasten. Aangezien de jaarlijkse besparing op energielasten opwegen tegen de extra lasten van de investering, worden de wijzigingen ten opzichte van het kaderbesluit als kostenneutraal aangemerkt. Dit Pluspakket Warmtelevering RWZI met PV biedt als voordeel dat dit pakket kan worden uitgebreid met een kleinschalige windmolen op sportpark De Vliet. Met toevoeging van een kleinschalige windmolen op sportpark De Vliet wordt de zichtbaarheid van lokale opwekking van energie en toepassing van duurzaamheid nog meer versterkt. Vanzelfsprekend is nader onderzoek noodzakelijk in hoeverre de plaatsing van een kleinschalige windmolen vanuit planologisch oogpunt realistisch is. De extra investering van dit Pluspakket Warmtelevering RWZI met PV en kleinschalige windmolen ten opzichte van het Kaderbesluit Combibad De Vliet bedraagt afgerond 1,47 mln prijspeil 2019 ( prijspeil 2015). De jaarlijkse besparing op exploitatielasten (inclusief onderhoud) is afgerond prijspeil 2019 ( prijspeil 2015). De CO2-reductie van dit pakket is 52% ten opzichte van de basissituatie. De jaarlijkse kapitaallast van de extra investering van 1,47 mln bedraagt voor het 1ste jaar, aflopend naar in het 15de jaar. De economische terugverdientijd komt hiermee binnen 10 jaar en is daarmee rendabel. Mogelijke subsidie op opwekking middels PV en de kleinschalige windmolen maakt de rentabiliteit gunstiger, tot een terugverdientijd van 8 jaar. Ook voor dit pakket geldt dat de jaarlijkse besparingen opwegen tegen de extra lasten van de investering (exclusief subsidies), waardoor de wijzigingen ten opzichte van het kaderbesluit als kostenneutraal kunnen worden aangemerkt. Advies Geadviseerd wordt te kiezen voor de realisatie van een energiezuinig zwembad door uitwerking van het Pluspakket Warmtelevering RWZI met PV en hiervoor de (verdere) samenwerking te zoeken met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit pakket kenmerkt zich door een duidelijke uitstraling in lokale duurzaamheid, met name door de grote hoeveelheid zonnepanelen. Ook de warmtelevering vanuit de RWZI kan door middel van een beeldscherm in de entreehal van het zwembad goed zichtbaar worden gemaakt. De CO2-reductie van 41% past binnen de vastgestelde korte en lange termijn duurzaamheidsambities van de gemeente. De financiële consequenties van dit duurzaamheidsniveau verlopen kostenneutraal. De financiële wijzigingen die hiermee samenhangen worden meegenomen in het Uitvoeringsbesluit Combibad De Vliet, eind Resultaten locatieonderzoek

6 Bij behandeling van het RV Kaderbesluit Combibad De Vliet op 10 september 2015 heeft de raad amendement A/ /1 Toevoegen tweede optie aangenomen. In dit amendement wordt verzocht zowel locatie A als B verder uit te werken, waarbij voor locatie B ook naar het aangrenzende voetbalveld van GHC gekeken mag worden. Tevens heeft de raad in hetzelfde amendement verzocht voorzien van advies, een voorstel voor een locatiekeuze voor te leggen aan de raadscommissie, zodat hierna alleen voor de definitieve voorkeurslocatie verdere technisch gedetailleerde uitwerking kan plaatsvinden. Voor uitvoering van het amendement is locatie B opgedeeld in twee sublocaties: locatie B1 en locatie B2. Locatie B1 ligt geheel op de ligweide en locatie B2 ligt geheel op het aangrenzende voetbalveld. Reden van deze opdeling is dat een situering op zowel de ligweide als het voetbalveld de nadelen van beide locaties (B1 en B2) in zich zou herenigen. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de onderzochte locaties. Figuur 1 Overzicht onderzoekslocaties Onderstaand wordt volstaan met de hoofdconclusies. Voor nadere informatie over de resultaten van het locatieonderzoek wordt verwezen naar bijgevoegde oplegnotitie. Locatie A Als enige van de drie locaties is op deze locatie de fysieke combinatie van het gebouw voor binnen- en buitenbad mogelijk. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt heeft deze locatie dan ook een lichte voorkeur. Hier staat tegenover dat de locatie zeer krap is. Realisatie van het binnenzwembad op deze locatie noodzaakt tot sloop en herbouw van de bestaande bebouwing. Vanuit cultuurhistorie heeft deze locatie dan ook geen voorkeur. De locatie ligt dicht op de woningen van de aanpalende woonwijk. Een bezonningstudie wijst uit dat deze woningen in de middag- en avonduren in het voor- en najaar in de schaduw worden gezet door de nieuwbouw. Wat betreft milieuzonering en geluid is nader akoestisch onderzoek noodzakelijk. Het risico op planschade is bij deze locatie dan ook (veruit) het grootst. De kap van 195 bomen (waarvan 151 vergunning plichtig) lijkt voor nieuwbouw en inpassing van parkeerplaatsen onvermijdelijk. Nader onderzoek naar verblijfsplaatsen van vleermuizen is voor deze locatie noodzakelijk. Aangezien voor deze locatie zowel het gebouwtje van de gemeentewerf als de hondenschool en de postduivenvereniging moeten worden verplaatst en diverse kabels en (hoge druk)gasleidingen moeten worden verlegd, is het risico op uitlopen van de planning voor deze locatie het grootst. Voor locatie A is geen nader archeologisch onderzoek benodigd. Een fysieke combinatie met een eventueel te realiseren ijsbaan is niet mogelijk. De locatie kent een grote zichtbaarheid, kan onafhankelijk van het voetbaldossier worden ontwikkeld en biedt goede mogelijkheden de

7 beoogde synergie-effecten tussen binnenbad en buitenbad optimaal te benutten. De resultaten van het locatieonderzoek resulteren in beperkte financiële wijzigingen. Aangezien deze kostenneutraal zijn, hebben deze geen effect op de financiële kaders. Locatie B1 Deze locatie ligt verscholen achter de tafeltennishal, en heeft hierdoor vanuit stedenbouwkundig oogpunt de minste voorkeur. Extra maatregelen en kosten zijn nodig om de zichtbaarheid van het gebouw te vergroten. Nieuwbouw neemt m2 (ruim 50%) oppervlak van de ligweide af en zet tijdens de zomermaanden het buitenbad een groot deel van de dag in de schaduw. De kap van 148 bomen (waarvan 108 vergunning plichtig) lijkt voor nieuwbouw als ook voor aanleg van de benodigde parkeerplaatsen onvermijdelijk. Voor inpassing van de benodigde extra parkeerplaatsen is verplaatsing van het gebouwtje van de gemeentewerf onvermijdelijk. Locatie B1 kan onafhankelijk van het voetbaldossier worden ontwikkeld. Daarnaast is een fysieke combinatie met een eventueel te realiseren ijsbaan heel goed mogelijk, waardoor optimaal geprofiteerd kan worden van de synergievoordelen tussen zwembad en ijsbaan. Verkennend onderzoek heeft uitgewezen dat op locatie B1 als ook op locatie B2 op geringe diepte een potentieel archeologisch niveau aanwezig kan zijn. Proefsleuvenonderzoek moet nader uitwijzen in hoeverre archeologische resten daadwerkelijk aanwezig zijn. Doordat twee separate gebouwen moeten worden beheerd en geëxploiteerd, brengt dit extra kosten met zich mee ten opzichte van locatie A. Hier staat tegenover dat ten opzichte van locatie A een groot aantal kosten niet te worden gemaakt, zoals verplaatsing van de postduivenvereniging, hondenschool, kabels en leidingen als ook de herinrichting van de gehele parkeerplaats. De lagere investering ( ) en hiermee gemoeide vermindering ( ) van kapitaallasten weegt niet op tegen de jaarlijkse extra uitgaven voor beheer en exploitatie ad Hierdoor kan inpassing van het zwembad op deze locatie niet kostenneutraal binnen de kaders van het Kaderbesluit plaatsvinden. Locatie B2 Bij locatie B2 wordt de nieuwbouw van het zwembad automatisch gekoppeld aan het voetbaldossier. Dit hoeft geen probleem te zijn, aangezien volgens de bespelingsnormen van de KNVB de bespelende voetbalclub (GHC) een fors overschot aan velden heeft. Indien GHC ook na uitwerking van Voetbal Vitaal op Sportpark De Vliet gehuisvest blijft op de huidige resterende twee velden die GHC momenteel gebruikt, is het logisch dat het Combibad De Vliet deze verplaatsingskosten draagt. Locatie B2 biedt veel ruimte voor een optimale ruimtelijke inpassing. De kap van 16 bomen (waarvan 14 vergunning plichtig) lijkt voor het realiseren van de toegang naar deze locatie onvermijdelijk. Uit de bomeninventarisatie blijkt dat deze bomen in matige tot redelijke conditie verkeren, overwegend van matige kwaliteit zijn en een slechte tot matige toekomstverwachting hebben. Naast de nieuwbouw resteert op het voetbalveld voldoende ruimte voor inpassing van de benodigde extra parkeerplaatsen. Net als voor locatie B1 geldt ook voor locatie B2 een middelhoge verwachting ten aanzien van resten uit de IJzertijd/Romeinse tijd en vanaf de Late Middeleeuwen. Overigens wordt deze verwachting voor B1 hoger ingeschat, met name vanwege de oriëntatie en datering van de kreekgeul die op locatie B1 is aangetroffen. Net als voor B1 geldt ook voor B2 dat een fysieke combinatie met een eventueel te realiseren ijsbaan heel goed mogelijk is, waardoor optimaal geprofiteerd kan worden van de synergievoordelen tussen zwembad en ijsbaan. Daarentegen geldt net als voor locatie B1 ook voor locatie B2 dat voor het binnenbad en het buitenbad twee separate gebouwen moeten worden beheerd en geëxploiteerd. Ten opzichte van locatie A brengt dit aan structurele extra exploitatiekosten met zich mee. Dit kan worden gedekt uit een besparing op de kapitaallasten als gevolg van een eenmalige besparing (kapitaallasten ) op de investeringskosten ten opzichte van locatie A. Hierdoor kan inpassing van het zwembad op deze locatie kostenneutraal binnen de kaders van het Kaderbesluit plaatsvinden. Locatie B2 heeft unaniem de voorkeur van de klankbordgroep (zwemverenigingen De Zijl Zwemsport, ZVL, LZ 1886 en de Leidse Reddingbrigade, Wijkvereniging Vlietpoort, Vrienden van De Vliet en Actiecomite Red De Vliet). Advies voorkeurslocatie

8 Mede in belang van het tijdig kunnen vaststellen van het bestemmingsplan om vervolgens over te gaan tot realisatie van het Combibad, is nu de keuze voor een definitieve voorkeurslocatie opportuun. Gezien bovenstaande, luidt het advies te kiezen voor de bouw van het zwembad op locatie B2, zijnde het huidige hoofdveld van GHC. Na verplaatsing van de hoofdveldfunctie naar het andere natuurgrasveld heeft de voetbalclub GHC conform de bespelingsnormen van de KNVB nog voldoende veldcapaciteit over. Hierdoor wordt met deze keuze niet onomkeerbaar vooruit gelopen op de politieke behandeling van het programma Voetbal Vitaal. De geraamde nadelen als gevolg van het beheren en exploiteren van twee gebouwen in plaats van één gebouw voor het binnenbad en buitenbad kunnen worden gedekt door de geraamde eenmalige meevallers in de investeringskosten. Per saldo resteert een kostenneutraal effect. De wijzigingen die hiermee samenhangen worden meegenomen in het Uitvoeringsbesluit Combibad De Vliet, eind Vanzelfsprekend wordt in de verdere uitwerking van het project getracht zowel de investeringskosten als ook de negatieve effecten in de exploitatie van locatie B2 tot een minimum te beperken. Speciale aandacht krijgt hierbij het (behoud van het) aanwezige groen en in het bijzonder de eventuele noodzakelijke kap van bomen (16 stuks, waarvan 14 vergunning plichtig) zo maximaal mogelijk te beperken. Het streven is deze bomen zoveel mogelijk te behouden, dan wel de bomen - indien de staat van de boom dit toelaat en dit financieel realistisch is - te verplaatsen binnen het plangebied of anders binnen het plangebied te compenseren. Resultaten marktconsultatie Conform de opdracht uit het Kaderbesluit is in samenwerking met Servicepunt71 een marktconsultatie doorlopen. Doel van deze marktconsultatie was drieledig: 1. Het verkrijgen van een vollediger beeld van de markt, de dienstverlening, en de wijze waarop het project in de markt gezet kan worden. 2. Inzicht verkrijgen in de wijze waarop het aanbestedingsproces kan bijdragen aan een succesvolle samenwerking met de uiteindelijk te contracteren marktpartijen. 3. Inzicht verkrijgen in hoeverre het project kan worden geoptimaliseerd, de (on)mogelijkheden van commerciële kostendragers, de integratie van duurzaamheid en toepassing van innovaties en het stimuleren van lokale werkgelegenheid en toepassing van Social Return On Investment. In totaal zijn 10 marktpartijen uitgenodigd voor een bilateraal gesprek. Deze marktpartijen vormden een representatieve weergave van de markt: 2 zwembadarchitecten, 3 landelijke aannemers met ruime ervaring op het gebied van zwembaden, 2 lokale aannemers, 2 zwembadinstallateurs en 1 leverancier van zwembadinrichtingen. Deelname door marktpartijen heeft vrijblijvend plaatsgevonden, zonder verdere verplichtingen over en weer. Relevante resultaten van deze marktconsultatie worden meegenomen in de verdere projectuitwerking en te zijner tijd in de aanbestedingsdocumenten, zodat er geen verschil informatieverstrekking ontstaat tussen wel en niet gesproken marktpartijen. Op hoofdlijnen kunnen de resultaten van de marktconsultatie als volgt worden geformuleerd: De marktpartijen hebben een voorkeur voor een geïntegreerde contractvorm: Design-Build-Maintain, eventueel aangevuld met Energie. Deze contractvorm biedt het voordeel dat marktpartijen optimaal hun kennis, kunde en ervaring in het project kwijt kunnen, om hiermee tevens langjarige garanties op het gebied van onderhoud en eventueel energie af te kunnen geven. De markt erkent dat er in Nederland slechts een handvol partijen zijn met aantoonbare ervaring met dit model. Uitgaande van een gedegen en realistische uitvraag, is de verwachting dat al deze marktpartijen mee zullen doen aan de aanbesteding, waardoor concurrentie en marktwerking gewaarborgd zijn en blijven. Voorkeur gaat uit naar het vastzetten van de prijs om zodoende alleen op kwaliteit te kunnen gunnen. Hiermee krijgt de gemeente het meest optimale plan tegen het vooraf vastgestelde budget. Het verstrekken van een beperkte reken/tekenvergoeding getuigt volgens de marktpartijen van goed opdrachtgeverschap en draagt bij aan de kwaliteit van de inzendingen. In dit stadium hebben de diverse marktpartijen nog geen uitspraken kunnen doen over eventuele projectoptimalisaties en innovaties. Enerzijds is hiervoor de beschikbare informatie te beperkt, anderzijds

9 zijn marktpartijen op dit moment niet genegen specifieke kennis en kunde te delen en hiermee een aanbestedingsvoordeel uit handen te geven. Toevoeging van commerciële kostendragers door de markt is in ieder geval niet realistisch/haalbaar. De markt ziet goede mogelijkheden voor stimulering van lokale/regionale werkgelegenheid. Ten aanzien van Social Return On Investment (SROI) verzoekt de markt een realistische eis te stellen. Het gemeentelijk beleid van 5% van de aanneemsom noemt de markt niet realistisch, 5% van de direct loonkosten nog wel. Nog beter is een vast bedrag voor SROI op te nemen om een level playing field te creëren en marktpartijen op dit onderdeel volledig op kwaliteit te kunnen beoordelen. Aan de hand van het gemeentelijk aanbestedingsbeleid wordt de aanbestedingstrategie geformuleerd. De uitkomsten uit de marktconsultatie vormen hiervoor input. Evenzo worden projectspecifieke kenmerken hierin meegenomen. De aanbestedingstrategie wordt opgenomen in het voorstel Uitvoeringsbesluit. Informatie vanuit klankbordgroep Na vaststelling van het Kaderbesluit is de klankbordgroep 7x bijeen geweest. Tijdens de bijeenkomsten wordt de klankbordgroep procesmatig geïnformeerd omtrent de projectvoortgang. Daarnaast zijn meerdere onderwerpen inhoudelijk behandeld. De belangrijkste hiervan zijn: Nadere uitwerking Programma van Eisen (PvE). In samenspraak met de klankbordgroep is het functioneel en ruimtelijke PvE opgesteld. Tijdens deze uitwerkingen zijn eisen in het PvE verwoord en wensen indien passend binnen de voorafgestelde kaders benoemd. Indien de wensen buiten de (financiële) kaders vallen, zoekt de klankbordgroep intensief naar optimalisatiemogelijkheden zodat de uitwerkingen weer binnen de (financiële) kaders vallen. Meer inhoudelijke informatie hierover volgt bij de behandeling van het Uitvoeringsbesluit. Resultaten ruimtelijke inpassing locatieonderzoek. De stakeholders zijn actief meegenomen in het onderzoek naar de ruimtelijke inpassing van het nieuwe zwembad op de onderzoekslocaties. Op basis van de conceptresultaten heeft elke stakeholder een reactie op voor- en nadelen van de locaties gegeven, aangevuld met en voorkeurslocatie. Unaniem heeft de klankbordgroep haar voorkeur uitgesproken voor locatie B2. Deze reacties zijn als bijlage terug te vinden in de oplegnotitie locatieonderzoek. De bijeenkomsten van de klankbordgroep verlopen in een goede sfeer. De deelnemers hebben hun tevredenheid geuit over deze vorm van informatieverstrekking en de mate van participatie. Participatie van verenigingen in beheer en exploitatie Aan de KNZB is - als ervaringsdeskundige doch onafhankelijke organisatie - opdracht verstrekt om het traject en het proces van (verdergaande) participatie van verenigingen in het beheer en exploitatie van het Combibad inhoudelijk en procesmatig te begeleiden. Deelnemers aan dit proces zijn naast Team Sportaccommodaties als huidige en toekomstige beheerder en exploitant, de zwemverenigingen en Vrienden van De Vliet. In meerdere bijeenkomsten wordt aan de hand van diverse thema s (horeca, zwemles, beheer en toezicht) de mogelijkheden, voorwaarden en consequenties verkend en uitgewerkt. Vier scenario s zijn hierbij mogelijk, van een lichte vorm naar een vergaande vorm van participatie: meedenkend huurder. meewerkend huurder. meedenkend beheerder/exploitant. primair beheerder/exploitant. Het beoogde resultaat is een door partijen ondertekende intentieverklaring, met hierin heldere afspraken over de vorm en mate van participatie in beheer en exploitatie, aangevuld met de concrete invulling en consequenties in de vorm van roosters en effecten op de exploitatie. De resultaten van dit proces worden in de zomer van 2016 verwacht. Vanzelfsprekend vindt een fiscale toetsing op de resultaten plaats en worden eventuele consequenties hiervan ook meegenomen in het Uitvoeringsbesluit.

10 Financiën: Bij de toelichting op de resultaten van zowel het locatieonderzoek als het duurzaamheidsniveau zijn de financiële consequenties van de te maken keuzes inzichtelijk gemaakt. Conform hetgeen met de raad is afgesproken in het Kaderbesluit is hier bij de toelichting op het duurzaamheidsonderzoek een uitgebreide kosten/baten analyse aan toegevoegd. De financiële consequenties van de voorgelegde keuzes verlopen in de meerjaren jaarlijkse exploitatielast kostenneutraal en zijn passend binnen de door de raad meegegeven financiële kaders. De financiële uitwerking hiervan zal aan de raad worden voorgelegd in het Uitvoeringsbesluit Combibad De Vliet, eind Planning De uitwerkingen van het project verlopen conform de planning van RV Kaderbesluit Combibad De Vliet. Ook na dit raadsbesluit is het de verwachting dat het Uitvoeringsbesluit eind 2016 in uw raad behandeld kan worden. Oplevering van het complex eind Risico s en kansen Als onderdeel van de voorbereiding- en ontwerpfase heeft een kwalitatieve risicosessie plaatsgevonden. Naast de in het RV 0081 Kaderbesluit Combibad De Vliet benoemde risico s, zijn hier geen zwaarwegende aanvullende risico s naar boven gekomen. De onderscheiden risico s worden met adequaat risicomanagement beheerst. In meer dan wel mindere mate ligt er een (in)directe relatie met de volgende al dan niet in voorbereiding zijnde projecten: Gebiedsontwikkeling Boshuizerlaan (onder andere sloop van Vijfmeibad en Sloop en nieuwbouw Vijfmei sporthal). Tussenevaluatie 2015 van de Sportnota 'Verleiden tot bewegen'. Nieuwbouw IJsbaan Leiden. Voetbal Vitaal. Raadsbesluiten omtrent deze projecten kunnen gevolgen hebben voor het Combibad De Vliet. Uitgangspunt is dat deze gevolgen in het raadsbesluit van het desbetreffende onderwerp worden meegenomen en pas daarna worden geïmplementeerd in het project Combibad De Vliet. Tot die tijd vinden de uitwerkingen van Combibad De Vliet plaats binnen de kaders van het RV Kaderbesluit Combibad De Vliet. Resultaten van nader onderzoek naar subsidie en de financiële en planologische haalbaarheid van de toevoeging van een kleine windmolen op sportpark De vliet worden meegenomen in de uitwerking richting Uitvoeringsbesluit. Projectorganisatie Conform RV Kaderbesluit Combibad De Vliet. Inspraak/participatie: De resultaten van het locatieonderzoek zijn gedeeld met de klankbordgroep, zoals formeel ingesteld na RV Aan de afzonderlijke groeperingen van de klankbordgroep is gevraagd vrijblijvend een voorkeur voor een locatie aan te geven. Zodra de resultaten van het locatieonderzoek hier aanleiding toe gaven, is voetbalvereniging GHC actief geïnformeerd over de (hoofdlijnen van de) onderzoeksresultaten en hieruit volgende voorkeurslocatie voor het nieuwe binnenbad. Naast waardering voor deze actieve vorm van informatieverstrekking werd door GHC aangegeven dat men niet gelukkig is met deze voorkeur, maar dat men deze voorkeur wel begrijpt. Met de

11 voorzitter is afgesproken dat GHC nauw betrokken wordt bij de verdere uitwerkingen richting Uitvoeringsbesluit. Evaluatie: Niet van toepassing. Bijgevoegde informatie: 1. Managementsamenvatting duurzaamheidsonderzoek d.d. 11 februari Oplegnotitie locatie-onderzoek d.d. 17 maart 2016 RAADSBESLUIT De Raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel van 2016), mede gezien het advies van de commissie, BESLUIT: 1. Het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven om voor het Combibad De Vliet in de verdere uitwerking van de ontwerp- en voorbereidingsfase richting Uitvoeringsbesluit de volgende aanvullende kaders mee te nemen: a. Voor de duurzaamheidsambitie: I. Uit te gaan van een energiezuinig zwembad door uitwerking van het Pluspakket Warmtelevering RWZI met PV. Dit pakket heeft een terugverdientijd van 9 jaar en voldoet aan de vastgestelde korte en lange termijn duurzaamheidsambities van de gemeente. II. Voor uitwerking van dit pakket de verdere samenwerking te zoeken met het Hoogheemraadschap van Rijnland. III. Nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot verkrijging van subsidies. b. Voor de definitieve voorkeurslocatie: I. Uit te gaan van locatie B2. c. De financiële consequenties van bovenstaande besluiten, die kostenneutraal en passend binnen de door de raad meegegeven financiële kaders verlopen, in het Uitvoeringsbesluit Combibad De Vliet aan de raad voor te leggen. Gedaan in de openbare raadsvergadering van, de Griffier, de Voorzitter,