Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFSTUK I. - Definities.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFSTUK I. - Definities."

Transcriptie

1 21 OKTOBER 1998._Koninklijk besluit tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid op Hoofdstuk I van Titel II en artikel 58, eerste lid; Gelet op de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, inzonderheid de artikelen 12 en 13; Gelet op de gecoördineerde wetten van 28 mei 1979 betreffende de organisatie van de Middenstand, inzonderheid artikel 25, 2; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 1998; Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 mei 1998; Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad op 8 mei 1998 betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 augustus 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFSTUK I. - Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 "de KMO-programmawet" : de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap; 2 "de Minister" : de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft. HOOFDSTUK II. - De reglementeringen en de evaluaties. Art Wanneer de Hoge Raad voor de Middenstand of een interfederaal bureau hiervan in toepassing van artikel 3, 2, van de KMO-programmawet, de beroepsbekwaamheid wil zien opleggen of wil laten wijzigen, richt hij of het zijn vraag tot de Minister per aangetekende brief. Wanneer een interfederaal bureau op eigen initiatief de procedure wil starten, kan het pas na advies van de Hoge Raad voor de Middenstand zijn vraag indienen. De vraag wordt ondertekend door de voorzitter van de Hoge Raad voor de Middenstand en, in voorkomend geval, door de voorzitter van het betrokken interfederaal bureau. 2. Iedere vraag wordt gemotiveerd met inachtneming van de criteria vermeld in artikel 13, 4, van de KMO-programmawet. 3. De aanvrager omschrijft nauwkeurig de aard en de grenzen van de te reglementeren beroepsactiviteiten, door met name te verwijzen naar de rubrieken waaronder de activiteiten moeten worden ingeschreven in het handels- of ambachtsregister. Hij bepaalt de sectorale en/of intersectorale beroepsbekwaamheid

2 die hij wenst te zien opleggen, wijzigen of opheffen. De aanvraag omschrijft het vereiste programma, de lijst van de diploma's, brevetten en getuigschriften, evenals de duur van de praktijkervaring bedoeld in artikel 5, 3, 3, van de KMO-programmawet. Art De Minister begint iedere in de KMO-programmawet bedoelde evaluatie met een aankondiging in het Belgisch Staatsblad. In de aankondiging vermeldt hij de beroepsactiviteiten die hij zal evalueren en, in voorkomend geval, de tekst van de vraag van de Hoge Raad voor de Middenstand of van het betrokken interfederale bureau. 2. Gaat het niet om een evaluatie zoals bedoeld in artikel 13, 1, van de KMOprogrammawet, dan motiveert de Minister zijn voornemen om te evalueren. Art. 4. Vanaf de dag van de aankondiging kan iedere belanghebbende, binnen een termijn van 90 dagen, zijn opmerkingen schriftelijk meedelen aan de Minister. Art De Minister maakt een evaluatierapport en vraagt vervolgens het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand, die de betrokken interfederale bureaus en de vaste commissie "Kamers van Ambachten en Neringen", ingesteld in uitvoering van artikel 18, 2, van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, raadpleegt. Bij de vraag om advies voegt hij een exemplaar van zijn evaluatierapport, een ontwerp van besluit en, in voorkomend geval, de teksten van de vraag en alle ontvangen opmerkingen. De genoemde instanties beschikken vanaf de ontvangst van de vraag om advies over 90 dagen om hun gemotiveerd advies uit te brengen. 2. Na ontvangst van de adviezen of na het verstrijken van de termijn kan de Minister het ontwerp wijzigen of de aanvrager verzoeken om zijn vraag aan te passen. In het laatstbedoelde geval beschikt de aanvrager over een termijn van 60 dagen om de gevraagde aanpassingen door te voeren en aan de Minister mee te delen. Deze aanpassing van de aanvraag mag in geen geval een verruiming van de voorgestelde omschrijving van de beroepsactiviteiten, noch van de oorspronkelijk voorgestelde eisen tot gevolg hebben. Na het verstrijken van die termijn beslist de Minister binnen de 60 dagen over de vraag tot reglementering. 3. De Minister kan op basis van het evaluatierapport en van het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand de vraag tot reglementering afwijzen. In dat geval vermeldt hij de concrete bezwaren. Het afwijzingsbesluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een nieuwe aanvraag tot reglementering van dezelfde activiteit, ingediend binnen drie jaar na de afwijzing, is onontvankelijk. HOOFDSTUK III. - De basiskennis van het bedrijfsbeheer. Afdeling 1. - Het programma. Art. 6. Het programma van de basiskennis van het bedrijfsbeheer bedoeld in artikel 3, 1, van de KMO-programmawet bestaat uit het volgende :

3 A. Recht. I. Burgerlijk recht : - de belangrijkste burgerrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn bij de vestiging als zelfstandige; - de huurcontracten. II. Handelsrecht : - de verplichtingen van het ondernemingshoofd bij het oprichten van een onderneming; - de handelsovereenkomsten; - de verschillende ondernemingsvormen en hun hoofdkenmerken; - enige kennis van de wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. III. Bijzondere reglementeringen : De belangrijkste bepalingen inzake ruimtelijke ordening, gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen, gereglementeerde beroepen, avondsluiting en wekelijkse rustdag. IV. Sociaal statuut van de zelfstandigen : Rechten en plichten van de zelfstandige, de help(st)er, en de echtgeno(o)t(e)- help(st)er. V. Algemene kennis over het verzekeringswezen. B. Handel. I. Handelsbeleid : Begrippen inzake marktstudie en handelsstrategie betreffende het product, het assortiment, de vestigingsplaats van de onderneming, de prijzen, het cliënteel, de promotie. II. Inkoop en verkoop : 1. voorwaarden en technieken; 2. de verschillende verrichtingen die kunnen plaatshebben vanaf de prijsaanvraag bij de aankoop tot de betaling en vanaf de prijsofferte bij de verkoop tot de inkassering; 3. formulieren betreffende deze verrichtingen; 4. tussenpersonen bij verkoop. III. Betalingsvormen en betalingsmiddelen, kredietvormen en kredietmiddelen met het oog op de betaling. IV. 1. Kostenanalyse : onderzoek van de kosten van de onderneming; de begrippen inzake omzet, netto- en brutowinst en winstmarge. 2. Financieel plan : het vooraf begroten van inkomsten en uitgaven, van investeringen en financieringen. V. Voorraadbeheer. C. Boekhouden. I. Wettelijke bepalingen betreffende de boekhouding van zelfstandigen en KMO's. II. Vereenvoudigd boekhouden en inleiding tot het dubbele boekhouden : 1. grondprincipes en praktische toepassing (handelsdocumenten); 2. balans en resultatenrekening. III. BTW : 1. principes en verplichtingen; 2. het opstellen van de aangifte. IV. Begrippen inzake fiscaliteit : inkomenscategorieën, voorheffingen, voorafbetalingen, belastingaangifte. D. Algemene begrippen van informatica.

4 I. Voordelen van het inschakelen van informatica bij het beheer van KMO's. II. Enkele technische begrippen. De Minister kan het programma uitbreiden met algemene begrippen van integrale kwaliteitszorg. Afdeling 2. - De bewijsmiddelen. Art De volgende akten moeten als voldoende bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer worden aanvaard : 1 het getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer, uitgereikt in of door : a) de derde graad van het algemeen of het technisch secundair onderwijs, het kunstsecundair onderwijs of het beroepssecundair onderwijs; b) de centrale examencommissies van de Gemeenschappen of van het Ministerie van Middenstand en Landbouw; c) de centra voor middenstandsopleiding naar aanleiding van een opleiding tot ondememingshoofd overeenkomstig de regelingen betreffende de voortdurende vorming van de middenstand; d) het onderwijs voor sociale promotie; 2 ieder diploma van het hoger onderwijs; 3 een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene een versnelde cursus van ten minste 128 lesuren van bedrijfsbeheer met vrucht heeft gevolgd, gespreid over ten minste drie maanden, voor zover de naleving van die normen en de conformiteit van de lessen met het programma bepaald in artikel 6 worden bevestigd door de Minister of door diens gedelegeerde; 4 ieder diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomstig internationale verdragen als gelijkwaardig met deze in 1 tot 3 moeten worden beschouwd of die gelijkwaardig worden verklaard door de bevoegde overheid. 2. Moeten bovendien als voldoende bewijs van basiskennis van bedrijfsbeheer worden aanvaard, de volgende akten, wanneer zij werden bekomen vóór 30 september 2000 : 1 een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs met volledig leerplan van de onderwijsvormen : algemeen, technisch of kunstsecundair; een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs met volledig leerplan van de onderwijsvorm beroepssecundair, voor zover deze akte is afgegeven in een afdeling handel, boekhouding of verkoop; 2 een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene met vrucht het eerste jaar van een opleiding tot ondernemingshoofd heeft gevolgd; 3 een getuigschrift van de centrale examencommissie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw waaruit blijkt dat de betrokkene geslaagd is in een examen over de kennis bedoeld in artikel 6; 4 een diploma of getuigschrift van het onderwijs voor sociale promotie met betrekking tot de leerstof bedoeld in artikel 6; 5 een getuigschrift dat gelijkwaardig is aan één van de akten vermeld in 1 tot 4 en dat werd uitgereikt door een examencommissie van het Rijk of van een Gemeenschap. 3. De akten die niet voorkomen in 1 en 2 kunnen toch als voldoende worden beschouwd nadat de Minister de overeenstemming van het leerplan met het programma van artikel 6 heeft geverifieerd. 4. Zij die, in eigen naam of ten behoeve van een derde, het bewijs geleverd hebben aan de vereisten inzake de kennis van het bedrijfsbeheer te voldoen op basis van een

5 getuigschrift, afgeleverd krachtens de artikelen 11 of 13 van de wet van 24 december 1958, waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, en deze afgeleverd in uitvoering van de artikelen 5, 1, of 12, 1, van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, worden tevens geacht aan de vereisten gesteld bij artikel 4 van de KMO-programmawet te voldoen. Art. 8. De basiskennis van het bedrijfsbeheer kan ook worden bewezen door één van de volgende praktijkervaringen : 1 de praktijkervaring als zelfstandig ondernemingshoofd die een nijverheids-, handels- of ambachtswerkzaamheid of een land- of tuinbouwbedrijvigheid heeft uitgeoefend, of van degene die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn gebonden, het dagelijks beheer van een onderneming of een inrichting waar één van deze werkzaamheden werd uitgeoefend, op zich heeft genomen, of van de combinaties van die ervaringen. Bedoelde werkzaamheden, verricht hetzij als hoofdberoep, hetzij als nevenberoep, moeten zijn uitgeoefend gedurende een tijd waaraan ten minste het waardecijfer 15/15de kan worden toegekend, ervan uitgaande dat één jaar hoofdberoep een waarde heeft van 5/15de en één jaar nevenberoep een waarde van 3/15de. De werkzaamheid moet zijn uitgeoefend in de loop van de vijftien jaren die de datum van de ontvangst van de aanvraag om getuigschrift voorafgaan. De volgende stukken bewijzen samen de praktijkervaring van een zelfstandig ondernemingshoofd : a) de inschrijving in het handels- of het ambachtsregister of, indien het gaat om een land- of tuinbouwbedrijvigheid waarvan de uitoefening geen dergelijke inschrijving vereist, een getuigschrift van de Controleur van de Inkomstenbelastingen waarmee die activiteit en de periode van uitoefening ervan wordt bevestigd; b) een getuigschrift uitgaande van een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of van de nationale hulpkas voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen, waardoor worden bevestigd : de aansluiting van de betrokkene, de begin- en einddatum ervan en de hoedanigheid van hoofd- of nevenberoep. De volgende stukken bewijzen samen de praktijkervaring van degene die zonder arbeidsovereenkomst het dagelijks beheer van een onderneming of van een inrichting heeft waargenomen : a) het contract van filiaalbeheer of, zo het om een vennootschapsorgaan gaat, de akte van de benoeming zoals ze is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad of is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel met het oog op deze publicatie, of het bewijs van de inschrijving als zodanig in het handels- of ambachtsregister van de betrokken onderneming; b) een getuigschrift uitgaande van een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of van de nationale hulpkas voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen, waardoor worden bevestigd : de aansluiting van de betrokkene, de begin- en einddatum ervan en de hoedanigheid van hoofd- of nevenberoep; 2 de praktijkervaring van degene die gedurende minstens vijf jaar heeft deelgenomen aan de uitoefening van een handels- of ambachtswerkzaamheid, voor zover het gaat om één van de volgende hoedanigheden of de combinaties ervan : a) zelfstandig helper van een ondememingshoofd; b) bediende in een leidende functie.

6 De werkzaamheid moet zijn uitgeoefend in de loop van de vijftien jaren die de dag van ontvangst van de aanvraag om getuigschrift voorafgaan. Voor de toepassing van dit besluit worden geacht een leidende functie te bekleden : - de adjunct van het zelfstandig ondernemingshoofd, van het vennootschapsorgaan of van de met het beheer van de onderneming belaste aangestelde, indien deze functie van adjunct, wat de verantwoordelijkheid betreft, overeenkomt met die van het ondernemingshoofd, het orgaan of de bedoelde aangestelde; - het lid van de staf, belast met taken van bedrijfsbeheer en/of verantwoordelijk voor ten minste één afdeling van de onderneming. Het bureau van de Kamer van Ambachten en Neringen verifieert of de betrokkene aan deze voorwaarden voldoet. Het bewijs van praktijkervaring als zelfstandig helper wordt geleverd door de volgende stukken samen : a) een getuigschrift van de betrokken zelfstandige, dat de periode vermeldt waarin de betrokkene deze prestaties heeft geleverd, en; b) behalve voor de helpers bedoeld in artikel 7, 1 en 2, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, een getuigschrift uitgaande van een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of van de nationale hulpkas voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen, waardoor de aansluiting van de betrokkene en de begin- en einddatum ervan worden bevestigd. Het bewijs van de praktijkervaring als bediende met een leidende functie wordt geleverd door de volgende stukken samen : a) de arbeidsovereenkomst voor zover de functie waarvoor de overeenkomst werd aangegaan, overeenkomt met een leidende functie in de zin van dit besluit of een getuigschrift van de werkgever met aanduiding van de leidinggevende functie en de periode ervan; b) een rekeninguittreksel uitgereikt door de dienst van de werknemerspensioenen, of ieder ander rechtsgeldig sociaal document, waaruit duidelijk de leidinggevende functie en de periode ervan kan worden opgemaakt. HOOFDSTUK IV. - De natuurlijke personen die het bezit van de ondernemersvaardigheden kunnen bewijzen. Art Het bewijs dat de persoon die het bezit aantoont van één of meer ondernemersvaardigheden de echtgenoot is van het zelfstandig ondernemingshoofd, kan door ieder rechtsgeldig document worden geleverd. Indien degene die één of meer van dezelfde ondernemersvaardigheden bewijst, de samenwonende partner van het zelfstandig ondernemingshoofd is, dan moet uit een of meerdere gemeentelijke bewijsdocumenten van inschrijving in het bevolkingsregister blijken dat de betrokkenen op de dag van de aanvraag van het getuigschrift bedoeld in artikel 9, 1, van de KMO-programmawet gedurende minstens drie jaar samenwonen. 2. Hij of zij die één of meer van de ondernemersvaardigheden moet aantonen in de plaats van het zelfstandig ondernemingshoofd en noch diens echtgenoot, noch diens samenwonende partner, noch diens helper is, moet met het zelfstandig ondernemingshoofd verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde duur. Gaat het om de basiskennis van het bedrijfsbeheer, dan moet hij of zij die de kennis bewijst, het dagelijks bestuur van de onderneming daadwerkelijk uitoefenen.

7 Indien het gaat om beroepsbekwaamheid, dan moet hij of zij die de kennis bewijst, de dagelijkse technische leiding van de onderneming of van de betrokken activiteit daadwerkelijk uitoefenen. De arbeidsovereenkomst kan maar in aanmerking worden genomen als zij voldoende garanties biedt dat de bovenbedoelde lastgevingen daadwerkelijk worden vervuld door de betrokkene. Het bureau van de Kamer van Ambachten en Neringen verifieert of aan deze voorwaarde is voldaan. 3. Hij of zij die het dagelijks bestuur als vennootschapsorgaan waarneemt moet die functie aantonen door middel van de benoeming zoals ze is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad of is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel met het oog op deze publicatie. Is het dagelijks bestuur van de vennootschap gedelegeerd aan een persoon die geen orgaan van de vennootschap is, dan moet de gedelegeerde met de vennootschap of met de besturende vennootschap verbonden zijn door middel van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst kan maar in aanmerking worden genomen als zij voldoende garanties biedt dat de bovenbedoelde lastgevingen daadwerkelijk worden vervuld door de betrokkene. Gaat het om de basiskennis van het bedrijfsbeheer, dan moet hij of zij die de kennis bewijst, het dagelijks bestuur van de onderneming daadwerkelijk uitoefenen. Indien het gaat om beroepsbekwaamheid, dan moet hij of zij die de kennis bewijst, de dagelijkse technische leiding van de onderneming of van de betrokken activiteit daadwerkelijk uitoefenen. Het bureau van de Kamer van Ambachten en Neringen verifieert of aan deze voorwaarde is voldaan. HOOFDSTUK V. - De organisatie van de centrale examencommissies. Art De Minister richt per taalrol een centrale examencommissie in voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer. Hij bepaalt het aantal afdelingen ervan. Voor elke afdeling benoemt hij twee leden. Het ene behoort tot de sector van de voortdurende vorming van de Middenstand, het andere tot de onderwijssector. Zij worden voorgedragen door de bevoegde Gemeenschaps- of Gewestelijke overheden. Voor ieder werkend lid benoemt de Minister op dezelfde wijze een of meer plaatsvervangende leden. In voorkomend geval en voor zover het werd voorgedragen volgens identieke modaliteiten, mag een werkend lid eveneens een werkend lid van een andere afdeling van dezelfde examencommissie vervangen. 2. De Minister richt per taalrol een centrale examencommissie in voor de beroepsbekwaamheid die wordt opgelegd door een reglementeringsbesluit genomen in uitvoering van de KMO-programmawet, van de wet van 24 december 1958 waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, of van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen. Hij benoemt de twee leden ervan. Het ene behoort tot de sector van de voortdurende vorming van de Middenstand, het ander tot de onderwijssector. Zij worden voorgedragen door de bevoegde Gemeenschaps- of Gewestelijke overheden. Voor ieder werkend lid benoemt de Minister op dezelfde wijze een of meer

8 plaatsvervangende leden. Art. 11. Voor de voordracht van de leden van de centrale examencommissies beschikken de bevoegde overheden van de Gemeenschappen of Gewesten over een temmijn van zestig dagen nadat hun daarom werd verzocht. Is die termijn verstreken zonder dat de voordracht van de leden is meegedeeld, dan kan de Minister naar eigen keuze leden benoemen. Art. 12. De werkende en plaatsvervangende leden van de centrale examencommissies moeten aan de volgende voorwaarden voldoen : 1 voor de centrale examencommissie ingesteld voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer, bewijzen dat zij houder zijn van één van de akten bedoeld in artikel 7, 1; 2 voor de centrale examencommissies ingesteld voor de beroepsbekwaamheid, bewijzen dat zij houder zijn van een van de akten daartoe door Ons aangeduid in uitvoering van artikel 5, 3, 1, van de KMO-programmawet met betrekking tot de beoogde beroepswerkzaamheid, ofwel dat zij een praktijkervaring van tien jaar hebben. Deze praktijkervaring mag op de dag van de benoeming niet langer dan tien jaar zijn verstreken. Art. 13. De werkende en de plaatsvervangende leden van de centrale examencommissies zijn benoemd voor een temmijn van zes jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd. Wanneer een werkend of plaatsvervangend lid voortijdig wordt vervangen, voltooit het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger. Art. 14. De Minister benoemt voor elk van de centrale examencommissies een regeringscommissaris en een plaatsvervanger. Voor die benoemingen kiest hij onder de ambtenaren van niveau 1 van zijn departement. Art. 15. De centrale examencommissies houden zitting in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, behoudens andersluidende beschikking genomen door de Minister. Art. 16. Het secretariaat wordt waargenomen door het departement dat bevoegd is voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen. Art Zij die willen deelnemen aan een van de examens, moeten hun inschrijvingsformulier, conform het model in bijlage I of II van dit besluit, per aangetekende brief richten tot de secretaris van de centrale examencommissies. Voor ieder examen moet telkens een afzonderlijke inschrijving worden gedaan. 2. Er wordt een inschrijvingsrecht geheven van (7,5 EUR) per inschrijving. Aan dit inschrijvingsrecht moet worden voldaan door fiscale zegels te plakken op het inschrijvingsformulier en ze ongeldig te maken op de wijze zoals bepaald in artikel 13 van het besluit van de Regent van 18 september 1947 betreffende de uitvoering van het wetboek der Zegelrechten. <KB /59, art. 30, 002; Inwerkingtreding : >

9 Het inschrijvingsgeld is in geen geval terugvorderbaar. Het geeft geen recht tot inschrijving voor een volgende zitting noch voor een ander examen. Art. 18. De centrale examencommissies houden zitting en beraadslagen binnen de drie maanden na de inschrijving. Art. 19. De secretaris roept de kandidaten, de regeringscommissaris en de leden op voor de examens. Deze oproep moet geschieden tenminste tien dagen voor de dag van het examen. De kandidaten worden met een aangetekende brief opgeroepen volgens de chronologische orde van hun inschrijving. Art. 20. Alleen een regelmatig samengestelde examencommissie kan geldig zitting houden. Op straffe van nietigheid mag niemand als commissielid deelnemen aan een examen afgelegd door een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. Art. 21. De leden zitten om beurt de commissie voor. Het oudste lid zit de eerste zitting voor. De voorzitter houdt toezicht tijdens de zitting, verleent het woord en verzoekt, in voorkomend geval, een plaatsvervangend lid aan de werkzaamheden van de examencommissie deel te nemen. Art. 22. Het examen moet op een dag worden voltooid. Er worden notulen gehouden van het verloop van de zittingen en van de uitslag van de beraadslagingen. Deze notulen worden ondertekend door de leden van de commissie. Art. 23. Van het resultaat van de beraadslaging wordt kennis gegeven aan de kandidaten. Aan de examinandus die voor het examen over de basiskennis van het bedrijfsbeheer of voor het examen in beroepsbekwaamheid geslaagd is, wordt naargelang het geval een getuigschrift uitgereikt conform het model in III of IV van dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Het getuigschrift dat de ondernemersvaardigheden bevestigt en de procedure voor de Kamers van Ambachten en Neringen. Afdeling 1. - Het getuigschrift. Art. 24. Het getuigschrift bedoeld in artikel 9, 1, van de KMO-programmawet wordt afgeleverd aan het ondernemingshoofd of aan de rechtspersoon die de gereglementeerde activiteit zal uitoefenen, zelfs indien andere personen de ondernemersvaardigheden bewijzen overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, 2, en 5, 2, van dezelfde wet. Art. 25. Elke kleine en middelgrote onderneming die beroepsactiviteiten uitoefent die onderscheidenlijk zijn gereglementeerd in uitvoering van artikel 5, 1, van de KMOprogrammawet, moet een getuigschrift bezitten dat voor al deze activiteiten geldt. Art Het getuigschrift wordt uitgereikt in drie exemplaren bestemd voor respectievelijk de belanghebbende, de Kamer van Ambachten en Neringen of de

10 Vestigingsraad en de Minister. Wanneer zij worden uitgereikt bij toepassing van artikel 12, 2, vierde lid, van de KMO-programmawet, wordt een afschrift ervan naar de betrokken Kamer van Ambachten en Neringen gezonden. Het departement dat bevoegd is voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, bewaart ook een exemplaar van ieder getuigschrift en van iedere afwijzingsbeslissing. 2. De getuigschriften zijn conform met het model in bijlage V van dit besluit. De getuigschriften afgeleverd in uitvoering van de artikelen 11 of 13 van de wet van 24 december 1958, waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, en deze afgeleverd in uitvoering van de artikelen 5, 1, of 12, 1, van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen, blijven geldig. Afdeling 2. - De procedure voor de Kamers van Ambachten en Neringen. Art De secretaris registreert onmiddellijk na de ontvangst iedere aanvraag om getuigschrift bedoeld in artikel 9, 1, van de KMO-programmawet in chronologische volgorde en brengt er de datum van registratie op aan. De aangebrachte datum geldt, behoudens bewijs van het tegendeel, als datum van de indiening. 2. De aanvraag kan worden ingediend door middel van het formulier dat door de secretaris ter beschikking wordt gesteld. Nochtans wordt iedere schriftelijke aanvraag aanvaard, voor zover zij alle gegevens vermeldt die op het aanvraagformulier voorkomen. Op het aanvraagformulier mogen alleen die gegevens worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de behandeling van de aanvraag om getuigschrift. Wordt de aanvraag gedaan door een rechtspersoon, dan voegt deze naast de stukken vereist door de artikelen 7 en 8, een voor eensluidend verklaarde kopie bij van de oprichtingsakte en van alle wijzigingen daaraan zoals ze zijn gepubliceerd of neergelegd voor publicatie in het Belgisch Staatsblad. Art Te rekenen vanaf de indieningsdatum beschikt de secretaris over een termijn van 10 werkdagen om hetzij aanvullende stukken te vragen, hetzij aan de aanvrager de datum mee te delen waarop de aanvraag door het bureau van de Kamer voor Ambachten en Neringen zal worden behandeld. In de gevallen bedoeld in artikel 30, 1, beschikt de secretaris over een termijn van 15 werkdagen te rekenen vanaf de indieningsdatum om het gevraagde getuigschrift af te leveren. 2. Geen aanvraag kan worden afgewezen zonder dat de aanvrager is gehoord door het bureau of daartoe regelmatig werd uitgenodigd. De leden van het bureau en de aanvrager moeten minstens acht dagen voor de zittingsdatum worden uitgenodigd. 3. De aanvrager mag zich laten vertegenwoordigen. Het mandaat moet schriftelijk zijn, behoudens voor advocaten. Art Het bureau of de afdeling kan slechts geldig zitting houden als ten minste drie leden en de secretaris of zijn vervanger aanwezig zijn. 2. Wanneer de voorzitter afwezig is, neemt de oudste ondervoorzitter het voorzitterschap van de vergadering waar. Zijn de ondervoorzitters ook afwezig, dan

11 wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudste van de aanwezige leden. 3. De vergaderingen zijn niet openbaar. 4. De secretaris heeft als afgevaardigde van de Minister een raadgevende stem. 5. Het bureau beslist met volstrekte meerderheid van de stemmen. In geval van staking van de stemmen is de aanvraag goedgekeurd. Elke beslissing wordt gemotiveerd. 6. Zowel de aanvrager als de Minister kunnen tegen een beslissing van het bureau beroep aantekenen bij de Vestigingsraad. 7. De secretaris stelt de beslissingen op. Bij gewettigde afwezigheid wordt zijn taak uitgevoerd door de bestuursassistent, die daartoe door het bureau is aangewezen, onder het toezicht van een daartoe aangewezen afgevaardigde van de Minister. 8. De door het bureau toegekende getuigschriften en zijn afwijzingsbeslissingen worden, ten laatste binnen de tien werkdagen na het nemen van de beslissing, aan de aanvrager ter kennis gebracht. Art De secretaris levert in de plaats van het bureau het gevraagde getuigschrift af in de volgende gevallen : 1 de gevallen bedoeld in de artikelen 10 en 17, 4, van de KMO-programmawet, alsook alle andere gevallen waarin een natuurlijke persoon in het bezit van een getuigschrift zijn beroepsactiviteiten inbrengt in een vennootschap; 2 de gevallen waarin het bewijs van de ondernemersvaardigheden wordt geleverd op basis van de bewijsmiddelen voorzien in artikel 4, 3, 1 of 2, en/of artikel 5, 3, 1 of 2, van de KMO-programmawet, voor zover de aanvrager hetzij zelfstandig ondernemingshoofd is, hetzij diens echtgenoot of samenwonende partner, hetzij het dagelijks beheer van een onderneming op zich neemt zonder door een arbeidsovereenkomst gebonden te zijn; 3 de gevallen bedoeld in artikel 7, De secretaris brengt tijdens de eerstvolgende vergadering van het bureau verslag uit over de in voorgaande paragraaf bedoelde beslissingen. 3. De secretaris verbetert alle materiële vergissingen die op de getuigschriften voorkomen. Art. 31. De Minister wijst de ambtenaren aan die bevoegd zijn om toezicht te houden op de werkzaarnheden van de Kamers van Ambachten en Neringen in het kader van de hoofdstukken I en II van Titel II van de KMO-programmawet. Deze ambtenaren hebben te allen tijde toegang tot alle lokalen van de Kamer en kunnen alle gegevens van de aanvragen om getuigschriften consulteren. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen. Art. 32. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 13 en 17, 3, van de KMOprogrammawet, worden de besluiten genomen tot uitvoering van de wetten van 24 december 1958 en 15 december 1970 opgeheven. De volgende besluiten blijven echter van kracht : 1 de koninklijke besluiten genomen tot uitvoering van artikel 4, 4, van de wet van 24 december 1958, en tot uitvoering van de artikelen 2, 3, 8, of 4 van de wet van 15 december 1970, met uitsluiting van de bepalingen die verwijzen naar de procedure voor de Kamers van Ambachten en Neringen of de Vestigingsraad en van de bepalingen betreffende de door deze organen uitgereikte getuigschriften; 2 het koninklijk besluit van 27 januari 1992 betreffende de presentiegelden en de

12 vergoedingen toe te kennen aan de leden van verscheidene organen en commissies die ressorteren onder het Ministerie van Middenstand. Art. 33. De aanvragen om getuigschrift ingediend bij toepassing van artikel 11 van de wet van 15 december 1970, waarvoor op de datum van de inwerkingtreding van onderhavig besluit nog geen definitieve beslissing is getroffen, worden afgehandeld overeenkomstig de procedure die van kracht was op het ogenblik van de aanvraag. Art De bepalingen van Titel I en van Hoofdstuk I van Titel II van de KMOprogrammawet en van dit besluit treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 4, 1, dat in werking treedt op 1 januari 1999 en van artikel 26, 1, eerste alinea, dat in werking treedt op 1 september Onverminderd de bepalingen van 1, blijven de artikelen 12 en 13 van de wet van 15 december 1970 betreffende de uitoefening van de beroepsactiviteiten in de kleine en middelgrote ondernemingen van de handel en het ambacht, evenals sectie 3 van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van dezelfde wet van kracht. Art. 35. Onze Minister die de middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 oktober ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN BIJLAGEN. Art. N1. Bijlage I. Inschrijvingsformulier voor het examen over de basiskennis van het bedrijfsbeheer. (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St , p ). Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 oktober ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Art. N2. Bijlage II. - Inschrijvingsformulier voor het examen over de beroepsbekwaamheid van (het gereglementeerde beroep of categorie). (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St , p ). Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 oktober ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Art. N3. Bijlage III. - Getuigschrift. - Basiskennis van het bedrijfsbeheer. (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St , p ). Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 oktober ALBERT

13 Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Art. N4. Bijlage IV. - Getuigschrift beroepsbekwaamheid. (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St , p ). Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 oktober ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN Art. N5. Bijlage V. Vestigingsgetuigschrift. (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St , p ). Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 oktober ALBERT Van Koningswege : Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 21 DECEMBER 1974 - Koninklijk besluit tot bepaling van de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist in de kleine en middelgrote handelsen ambachtsondernemingen. Gelet

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker Ziekenhuisapotheker--erkenningsprocedure 11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker BS 08/07/2003

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 9 MAART 2001. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15; SCSZ/06/025 1 BERAADSLAGING NR. 06/010 VAN 14 FEBRUARI 2006 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN HET PERSONEELSBESTAND DOOR DE DIENST ONDERNEMINGSLOKETTEN VAN DE ALGEMENE DIRECTIE KMO-BELEID VAN DE FEDERALE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen (van toepassing

Nadere informatie

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden (B.S. 19.II.1999) Art. 1. HOOFDSTUK I. DEFINITIES Voor de toepassing

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders Bron : Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement

Nadere informatie

Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over het

Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over het Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, 29.6.2000 MH/FD/LC A D V I E S over het ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OPHEFFING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 APRIL 1999 TOT BEPALING VAN DE UITOEFENINGSVOORWAARDEN

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

Art. 3. Bij artikel 1 worden ondernemingen bedoeld waarvan het aantal tewerkgestelden een jaarlijks gemiddelde van 50 werknemers niet overschrijdt.

Art. 3. Bij artikel 1 worden ondernemingen bedoeld waarvan het aantal tewerkgestelden een jaarlijks gemiddelde van 50 werknemers niet overschrijdt. 2 DECEMBER 1960.- Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van aannemer schrijnwerker-timmerman in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.

Nadere informatie

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51;

Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 51; Koninklijk besluit van 27 september 2015 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 rechtsbron bron/reg.nr. rechtsbrondatum publicatiedatum pagina Wet - 22.12.1989 K.B. - B.S. - 30.12.1989 21382 Wet - 29.03.2012 B.S. - 06.04.2012

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Definities en algemene bepalingen

HOOFDSTUK I. - Definities en algemene bepalingen 28 FEBRUARI 2018. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de praktische organisatie van de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Beroepsregl. - vergoeding examinatoren A04 Brussel, 22.10.2009 MH/JC/JP ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over DE VERGOEDING VAN DE EXAMINATOREN VAN DE CENTRALE EXAMENCOMMISSIES

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 20 januari 2003 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

Doc. nr. N Vest.wet HA&AMB A06 Brussel, 28.6.2001 MH/FD/LC A D V I E S. betreffende

Doc. nr. N Vest.wet HA&AMB A06 Brussel, 28.6.2001 MH/FD/LC A D V I E S. betreffende Doc. nr. N Vest.wet HA&AMB A06 Brussel, 28.6.2001 MH/FD/LC A D V I E S betreffende EEN VOORONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN DE PROGRAMMAWET VAN 10 FEBRUARI 1998 TOT BEVORDERING VAN HET ZELFSTANDIG ONDERNEMERSCHAP

Nadere informatie

VR DOC.0834/4BIS

VR DOC.0834/4BIS VR 2018 2007 DOC.0834/4BIS Bijlage 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden

Nadere informatie

belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving

belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef 2 2 gearchiveerde Inhoudstafel uitvoeringbesluiten versies Franstalige Einde versie Raad van State

Nadere informatie

Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen.

Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen. Datum: 19/05/1993 (bijgewerkt 19-12-2005) B.S.: 21/05/1993 Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen. Gelet op de wet van

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2017/10293] 1 DECEMBER 2016. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar

Nadere informatie

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9) 28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 11 OKTOBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende de beroepsbekwaamheid van de veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 1 De Minister

Nadere informatie

6 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

6 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. 6 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar. Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming

Nadere informatie

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 22 FEBRUARI 1961. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur in centrale verwarming in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen]

Nadere informatie

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Boek XIII Inhoud BOEK XIII. - Overleg... 3 TITEL 1. - De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Algemene organisatie... 3 TITEL 2. - Bijzondere raadgevende commissies... 4 HOOFDSTUK

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2003 TOT INSTELLING VAN EEN HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRAND-WEERDIENSTEN EN TWEE SUPRA-PROVINCIALE OPLEIDINGSRADEN VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN.

Nadere informatie

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE

STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE STEDELIJKE SPORTRAAD IEPER dd.6/2/03 REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Gelet op het decreet van 13 juli 2001, houdende de organisatie van het overleg en de inspraak in het Gemeentelijk Cultuurbeleid. Gelet

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Decreet tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen HOOFDSTUK I Algemeen

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER Titel I. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1. De Vlaamse toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 28 FEBRUARI 1962. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van kapper in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen. Gelet op de wet

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016 Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de werking en de nadere regels volgens dewelke de Federale

Nadere informatie

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet. 11 JUNI 1998. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van 18 juli 1996 houdende erkenning van de instellingen die bemiddelen bij schulden (VERTALING).

Nadere informatie

Publicatie KB omtrent zorgkundige

Publicatie KB omtrent zorgkundige Publicatie KB omtrent zorgkundige Op 3 februari 2006 verscheen in het Staatsblad het KB van 12 januari 2006 omtrent de verpleegkundige activiteiten die zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder

Nadere informatie

Vertegenwoordiging en verkiezing van de vertegenwoordigers van de

Vertegenwoordiging en verkiezing van de vertegenwoordigers van de 20 SEPTEMBER 2002. Koninklijk besluit betreffende de oprichting, organisatie en werking van een paritair overlegorgaan in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde

Nadere informatie

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan ten allen tijde worden

De vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan ten allen tijde worden Lijst van statuten Identificatienummer: 3084/95 Ondernemingsnummer: 454488649 Datum oprichtingsacte: 24/02/1995 Benaming: (Voluit) Taekwondo-club ILYO Testelt Aarschot V.Z.W. (Afgekort) Taekwondo-club

Nadere informatie

VZW BBSF - FSBB. De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013.

VZW BBSF - FSBB. De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013. VZW BBSF - FSBB De statuten werden aangepast door de beslissing van de Algemene Vergadering van 21/11/2013. TITEL I: NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 - Naam De vereniging draagt de naam Belgische Bowlingsport

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE

Nadere informatie

Benoeming van de griffier

Benoeming van de griffier Benoeming van de griffier De voorzitter. De griffier heeft ons laten weten dat hij van zijn taak wenst te worden ontheven. Wij moeten dus overgaan tot de benoeming van een nieuwe griffier. Het Bureau heeft

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR

TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR TITEL I.- NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR 1 2 3 4 De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam "ACADEMIA OPHTHALMOLOGICA BELGICA", in het kort "AOB". Beide namen mogen afzonderlijk worden gebruikt. De zetel

Nadere informatie

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1,

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1, 11 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN GECOÖRDINEERDE STATUTEN Statuten van de vzw Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs zoals gewijzigd door de algemene vergadering op 11 september 2003. N. 4999 [S-C 46030] Interdiocesane

Nadere informatie

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 6 DECEMBER 1968.- Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van elektrotechnisch installateur in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE Stuk 7-B (1998-1999) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 17 maart 1999 DEONTOLOGISCHE CODE van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE van de

Nadere informatie

WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING

WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING 1. ALGEMENE INFORMATIE ONDERNEMINGSTYPE: NATUURLIJK PERSOON RECHTSPERSOON 2. GEGEVENS VAN DE KLANT ONDERNEMINGSNUMMER:... NATUURLIJK PERSOON

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 29 APRIL 1999. - Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde

Nadere informatie

Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, A D V I E S. over een

Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, A D V I E S. over een Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, 18.05.1998 MH/AB/LC A D V I E S over een ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT UITVOERING VAN HOOFDSTUK II VAN TITEL II VAN DE PROGRAMMAWET VAN 10 FEBRUARI 1998 TOT BEVORDERING

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. 21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU

OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU Vastgesteld door het vast bureau in zitting van 11 januari 2019 Inhoud 1. Bijeenroeping... 3 2. Informatie voor de leden van het vast bureau... 3

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP Stuk 7 8 (B.Z. 1979) - Nr. 1 ARCHIEF VLAAMSE R/4,qD =RUGBEZORGEN CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP BUITENGEWONE ZITTING 1979 13 JUNI 1979 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer W. SEEUWS C.S.

Nadere informatie

REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS (goedgekeurd bij Ministerieel schrijven van )

REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS (goedgekeurd bij Ministerieel schrijven van ) REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS (goedgekeurd bij Ministerieel schrijven van 06.05.2003) Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

Deontologische commissie huishoudelijk reglement

Deontologische commissie huishoudelijk reglement Deontologische commissie huishoudelijk reglement Goedgekeurd in de gemeenteraad van 20 februari 2006 Bekendgemaakt op 23 februari 2006 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Algemeen Artikel 1 De deontologische

Nadere informatie

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. 26 JUNI 1967. - Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. Publicatie Belgisch Staatsblad : 27-09-1967 nummer : 1967062604 bladzijde : 10121 Dossiernummer

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid op artikel 22; Opschrift Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Datum 19.07.2007 De Vlaamse Regering, Gelet op het

Nadere informatie

STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN

STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN STATUTEN VZW LET US CHANGE ETHIOPIË VZW LET US CHANGE ETHIOPIË ADRES: MINNEVELD 13, 3000 L EUVEN ONDERNEMINGSNUMMER: 0836.951.434 GERECHTERLIJK ARRONDISSEMENT: LEUVEN I. NAAM // ADRES // DOEL // DUUR Statuten

Nadere informatie

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1

STATUTEN. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde. Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 STATUTEN Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybal Bond vzw Beneluxlaan 22, 1800 Vilvoorde Koninklijke Vlaams-Brabantse Volleybalbond vzw Statuten 1 KONINKLIJKE VLAAMS-BRABANTSE VOLLEYBALBOND VZW IDENTIFICATIENUMMER:

Nadere informatie

Orde van Vlaamse Balies

Orde van Vlaamse Balies Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be REGLEMENT BETREFFENDE DE BEROEPSOPLEIDING HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING 1. ALGEMENE INFORMATIE ONDERNEMINGSTYPE: NATUURLIJK PERSOON RECHTSPERSOON BEGINDATUM VAN DE ACTIVITEIT:... /... /... 2. GEGEVENS VAN

Nadere informatie

Reglement voor de werking van de adviescomités

Reglement voor de werking van de adviescomités NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Reglement voor de werking van de adviescomités Tekst aangenomen door de algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen van 24 april 2001, gewijzigd door de algemene

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT

RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT Gelet op het koninklijk besluit van 20 februari 1964 houdende instelling van de Raad voor het Verbruik gewijzigd bij de K.B. van 2 juli 1964, 27 maart 1969,

Nadere informatie

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven. HOOFDSTUK 1 Geestelijke gezondheidszorg-beroepen Afdeling 1 Wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.78

Nadere informatie

1 "de wet" : de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten;

1 de wet : de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten; 1 JULI 2006. Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten. HOOFDSTUK I. Definities.

Nadere informatie

Titel I Benaming. Zetel. Doel. Duur.

Titel I Benaming. Zetel. Doel. Duur. STATUTEN VAN DE BELGISCHE VERENIGING VOOR VERZEKERINGSRECHT - BELGISCHE SECTIE VAN DE ASSOCIATION INTERNATIONALE DE DROIT DES ASSURANCES (AIDA Belgische Sectie) Tussen de ondergetekenden en al die welke

Nadere informatie

11 MEI 2003. - Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert.

11 MEI 2003. - Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert. 11 MEI 2003. - Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert. HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

1 "de Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid het Bestuur van het Vervoer te Land behoort;

1 de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid het Bestuur van het Vervoer te Land behoort; 16 JANUARI 1996. - Koninklijk besluit betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren. (NOTA : tekstbijwerking tot 25-08-2015)

Nadere informatie

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018 Deze statuten werden opgesteld op 15 februari 1974 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 april 1974, werden gewijzigd ingevolge een beslissing van de

Nadere informatie

2 uren gewijd aan de kennis van de giftigheid van de ontsmettingsmiddelen,

2 uren gewijd aan de kennis van de giftigheid van de ontsmettingsmiddelen, N. 2002 921 [C 2002/22180] 26 FEBRUARI 2002. Ministerieel besluit ter uitvoering van het artikel 59, 1, 1, b) en 2, 1, b) van het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende het op de markt brengen

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 9. De Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 16

Nadere informatie

Bescherming van stagiairs

Bescherming van stagiairs 21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 19 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen

Nadere informatie

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden. CAO van 5 augustus 2010 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden

Nadere informatie

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: "Olympia B.C.", v.z.w.

Art. 1.: De vereniging draagt de naam: Olympia Badmintonclub, vereniging zonder winstoogmerk, afgekort: Olympia B.C., v.z.w. Olympia Badmintonclub Vereniging zonder winstoogmerk Oogststraat 1A bus 6B 2600 Berchem Verenigingsnummer : 865787 Ondernemingsnummer : 433509034 Tel. : 03/440.34.19 e-mail : cornelis.vanlaer@skynet.be

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 56262 BELGISCH STAATSBLAD 20.07.2004 Ed. 3 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 2. De gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Omzetting in Belgisch

Nadere informatie

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter.

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1 : Doelstelling Dit huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de GECORO zijn bevoegdheid uitoefent overeenkomstig het besluit van de gemeenteraad van 17 december

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE ORDE VAN ADVOCATEN EN DE RAAD VAN TOEZICHT IN HET

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE ORDE VAN ADVOCATEN EN DE RAAD VAN TOEZICHT IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE ORDE VAN ADVOCATEN EN DE RAAD VAN TOEZICHT IN HET ARRONDISSEMENT MIDDEN-NEDERLAND. Vastgesteld op 31 oktober 2013 tijdens de jaarvergadering van Orde van Advocaten, op grond

Nadere informatie

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied. DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE

RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE OPROEPING BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING 20 maart 2018 RESILUX Naamloze vennootschap Damstraat 4, 9230 Wetteren - Overschelde RPR Gent, afdeling Dendermonde - BTW BE 0447.354.397

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL TITEL I. - ORGANISATIE VAN DE MIDDENSTAND OP HET NATIONAAL VLAK.

INHOUDSTAFEL TITEL I. - ORGANISATIE VAN DE MIDDENSTAND OP HET NATIONAAL VLAK. 4 JUNI 1979._KONINKLIJK BESLUIT TOT REGELING VAN DE TOEPASSING VAN DE WETTEN BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE MIDDENSTAND, GECOÖRDINEERD OP 28 MEI 1979. INHOUDSTAFEL TITEL I. - ORGANISATIE VAN DE MIDDENSTAND

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam Europese Vereniging voor het Bank- en Financieel Recht Belgium, verkort : E.V.B.F.R.-Belgium, internationale vereniging AEDBF-EVBFR B E U M Identificatienummer : 14916/91 Gecoördineerde statuten per 12

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S )

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S ) Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S. 3.8.2001) HOOFDSTUK I. Definities Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

(van toepassing vanaf )

(van toepassing vanaf ) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 januari 2017 tot vaststelling van de modaliteiten van het gunstregime toepasselijk op de successierechten bij overdracht van familiale ondernemingen

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE

STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE Bekrachtigd door gemeenteraad in zitting van 19 april 2007 1 STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE Hoofdstuk 1: DOELSTELLINGEN EN STRUCTUUR Artikel 1: De gemeentelijke sportraad heeft in het algemeen tot

Nadere informatie

Statuten van de v.z.w. «Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening»

Statuten van de v.z.w. «Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening» Statuten van de v.z.w. «Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening» Ter uitvoering van artikel 7 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende medische hulpverlening vormen de verzekeringsondernemingen

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie