SUBSIDIEREGELING SEMIOPENBARE OPLAADPUNTEN ELEKTRISCH VERVOER

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag DSB/ RIS SUBSIDIEREGELING SEMIOPENBARE OPLAADPUNTEN ELEKTRISCH VERVOER HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - de groei van het aantal elektrische auto s in Den Haag een bijdrage levert aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en het behalen van de klimaatdoelstellingen; - de groei van het aantal elektrische laadpunten een vereiste is voor de groei van de markt voor elektrische mobiliteit; - behalve oplaadpunten in de openbare straat ook oplaadpunten op semiopenbare terreinen een bijdrage kunnen leveren aan deze groei; - het stimuleren van duurzame voertuigen een maatregel is uit het Actieplan luchtkwaliteit. Besluit: I. De Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer vast te stellen. II. Een budget van ,00 beschikbaar te stellen voor de Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer. Dit budget wordt gedekt uit de middelen van het Actieplan Luchtkwaliteit (RIS ). III. Dat dit besluit in werking treedt één dag na bekendmaking. IV. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 17 van 2014 en met ingang van 24 april 2014, inclusief toelichting en bijlage, terug te vinden zal zijn op de site onder risnummer Den Haag, 22 april 2014 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de locoburgemeester, Annet Bertram Marnix Norder

2 DSB/ Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen Artikel 1. Doel van de regeling Doelstelling van deze subsidieregeling is het gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren teneinde luchtvervuiling in de stad terug te dringen en minder fossiele brandstoffen te verbruiken. De subsidie wordt verstrekt om tegemoet te komen in de kosten van aanschaf en installatie van oplaadpunten voor elektrisch vervoer op semiopenbare locaties. Artikel 2. Begripsbepalingen In deze subsidieregeling wordt verstaan onder: a. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. b. De-minimisverklaring: de verklaring van de aanvrager dat de aanvrager voldoet aan het bepaalde in de Verordening (EG) 1998/2006, L379/5, betreffende deminimissteun; c. Elektrisch voertuig: volledig elektrisch personen of bedrijfsvoertuig met minimaal drie wielen, of een Plugin Hybride motorvoertuig met minimaal drie wielen en een actieradius van tenminste 20 volledig elektrisch aangedreven kilometers, dat is voorzien van een Europese typegoedkeuring en in het kader van de Wegenverkeerswet is toegestaan op de snelweg; d. Erkend installateur: een installateur van oplaadpunten die is aangesloten bij de brancheorganisatie UNETO-VNI; e. Erkend veiligheidskenmerk: voor laagspanningsinstallaties NEN1010, oplaadmodi voor elektrische voertuigen IEC61851 en oplaadstekkers IEC62196; f. Interoperabiliteit: de oplaadpunten moeten in staat zijn tot onderlinge communicatie. Dat betekent dat alle oplaadpunten van hetzelfde type stekker en oplaadpas gebruik maken (Type 2, Mode 3); g. Locatie: adres waar een semiopenbaar oplaadpunt wordt gerealiseerd; h. Oplaadpunt: voorziening waarmee een elektrisch voertuig veilig kan worden opgeladen, met één of twee uitgangen, en waarbij de stroom door de gebruiker kan worden in- en uitgeschakeld. Hierbij geldt dat één oplaadpunt met twee uitgangen geldt als twee oplaadpunten; i. Semiopenbaar oplaadpunt: een oplaadpunt dat wordt geplaatst op een parkeerplaats met een geldende, functionele en herkenbare bestemming voor het laten parkeren van voertuigen van derden die niet bij de subsidieaanvrager in dienst zijn waarbij het oplaadpunt op vaststaande tijden of de hele dag zonder voorafgaande afspraak of bestelling toegankelijk is voor derden. Het oplaadpunt wordt geplaatst op grond, in privé-eigendom of in erfpacht. Hoofdstuk 2 - Subsidie Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en kosten 1. Het college kan op aanvraag een subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van een semiopenbaar oplaadpunt, met een maximum van vier semiopenbare oplaadpunten per locatie. 2. Indien door een aanvrager voor meerdere locaties een aanvraag wordt ingediend, dient de afstand tussen de locaties, hemelsbreed gemeten, minimaal 100 meter te bedragen. 3. De subsidiabele kosten voor de installatie van een semiopenbaar oplaadpunt bestaan uit: a. de aanschaf van het oplaadpunt; b. aanpassingen in de meterkast; c. aanleg van de bedrading; d. manuren voor het aanleggen van de bedrading, het installeren en het gebruiksklaar maken van het oplaadpunt. 4. Slechts kosten die op factuurbasis zullen worden voldaan, zijn subsidiabel. 5. Subsidie wordt verstrekt voor kosten exclusief BTW. 6. Installatie en plaatsing van oplaadpunten nadat de subsidieregeling in werking is getreden maar vóórdat een subsidieverleningsbesluit is genomen geschiedt voor risico van de aanvrager.

3 DSB/ Artikel 4. Maximale hoogte subsidie 1. De subsidie voor de aanschaf en installatie van het eerste semiopenbaar oplaadpunt op een locatie bedraagt maximaal 2.000, Per extra oplaadpunt op of nabij de in het eerste lid vermelde locatie van het eerste semiopenbaar oplaadpunt wordt een subsidie van maximaal 1.000,00 verstrekt, met een maximum van vier oplaadpunten totaal. 3. De subsidie bedraagt nooit meer dan 50% van het totaalbedrag van de aanschaf en installatie van het oplaadpunt/de oplaadpunten. Artikel 5. Criteria met betrekking tot het oplaadpunt Om voor een subsidie op basis van deze subsidieregeling in aanmerking te komen, dient het oplaadpunt aan de volgende criteria te voldoen: a. het oplaadpunt wordt aangelegd binnen het grondgebied van de gemeente Den Haag; b. het oplaadpunt is voorzien van een door Nederland erkend veiligheidskenmerk; c. het oplaadpunt wordt geplaatst door een erkend installateur; d. het oplaadpunt is toegankelijk voor Menneke-stekker (Type 2), en communicatieprotocol mode 3; e. het oplaadpunt voldoet aan landelijke interoperabiliteit. Artikel 6. Looptijd van de regeling 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 april 2014 en loopt tot en met 31 oktober Deze subsidieregeling vervalt op 15 augustus Hoofdstuk 3 - Subsidieverlening en vaststelling Artikel 7. Aanvraag subsidieverlening 1. Een aanvraag voor subsidieverlening wordt ingediend bij het college. 2. De aanvraag om subsidieverlening wordt aangevraagd door middel van een door het college beschikbaar gesteld formulier. 3. Subsidie op grond van deze subsidieregeling kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen die: a. eigenaren of erfpachters zijn van grond binnen het grondgebied van de gemeente Den Haag waarop het oplaadpunt wordt gerealiseerd, en; b. beschikken over drie of meer parkeerplekken op het terrein waarop het oplaadpunt wordt gerealiseerd. Daarbij mogen deze parkeerplekken niet belemmerd zijn, in die zin dat ze niet constant in gebruik zijn door bijvoorbeeld bedrijfswagens. 4. Aanvragen om subsidieverlening kunnen worden ingediend van 15 april 2014 tot en met 31 oktober 2014, of zoveel eerder dan dat het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is. Artikel 8. Procedure beoordeling aanvraag om subsidieverlening 1. Subsidie wordt verleend op volgorde van ontvangst van volledig ingediende aanvragen. Wanneer de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, geldt de dag waarop die aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de volledig ingediende aanvraag. 2. Indien subsidieaanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidiebudget, zoals vermeld bij vaststelling van deze subsidieregeling, overschrijden, wordt per loting beslist. Artikel 9. Subsidieverleningsbesluit Het college neemt binnen acht weken, na ontvangst van de volledige aanvraag, een subsidieverleningsbesluit. Artikel 10. Bevoorschotting In het kader van de Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer zullen geen voorschotten worden toegekend.

4 DSB/ Artikel 11. Subsidievaststellingsbesluit 1. Binnen vier maanden na het besluit tot subsidieverlening moet de aanvrager insturen: a. een volledig ingevuld formulier voor de aanvraag tot subsidievaststelling; b. een kopie / scan van de factuur van de aanschaf en installatie van het oplaadpunt; c. een kopie / scan van het betalingsbewijs van de factuur als benoemd onder b. (rekening afschrift of kwitantie van het volledige bedrag, d.w.z. de aanbetaling en de restbetaling); d. facturen voor overig gemaakte kosten die deel uitmaken van het aangevraagde subsidiebedrag; e. een de-minimusverklaring; f. een foto van het oplaadpunt met de omgeving. 2. Voor de aanvraag tot subsidievaststelling stelt het college een formulier beschikbaar. 3. Op basis van de informatie uit het eerste lid stelt het college de subsidie vast. 4. Het college kan een andere dan in de in het eerste lid genoemde termijn stellen indien daarvoor gegronde redenen zijn. 5. Het college neemt binnen 2 maanden na indiening van het vaststellingsverzoek een vaststellingsbesluit. Artikel 12. Betaling Binnen zes weken na het besluit tot subsidievaststelling wordt de subsidiebijdrage uitbetaald. Hoofdstuk 4 Overige bepalingen Artikel 13. Weigeringsgronden Het college kan de subsidie, naast de in de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking genoemde gronden, tevens weigeren als: 1. het oplaadpunt is aangeschaft en/of geïnstalleerd voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling; 2. de subsidieaanvrager reeds een subsidie voor de aanschaf en installatie van een semiopenbaar oplaadpunt heeft ontvangen; 3. niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze subsidieregeling; 4. de subsidieaanvrager een rechtspersoon is die geen de-minimisverklaring kan overleggen. Artikel 14. Verplichtingen subsidieontvanger Voor de subsidieontvanger gelden, naast de in de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking genoemde verplichtingen, de volgende verplichtingen: 1. de subsidieontvanger spant zich er voor in dat het oplaadpunt uitsluitend wordt gebruikt voor het opladen van elektrische voertuigen; 2. de parkeerplaats waar het oplaadpunt wordt geplaatst, heeft als geldende, functionele en herkenbare bestemming het parkeren van voertuigen door derden die hun voertuig op de parkeerplaats kunnen parkeren; 3. het semiopenbare oplaadpunt is in ieder geval op werkdagen gedurende de periode die is gelegen tussen uur en uur zonder voorafgaande afspraak of bestelling toegankelijk voor derden, òf dagelijks gedurende een periode van minimaal 12 aaneengesloten uren; 4. de subsidieontvanger gaat ermee akkoord dat de locatie van het semiopenbare oplaadpunt wordt opgenomen op en andere websites; 5. het oplaadpunt moet binnen drie maanden na het subsidieverleningsbesluit zijn aangelegd en operationeel zijn; 6. de subsidieontvanger meldt aan de gemeente het moment waarop het oplaadpunt beschikbaar komt voor derden; 7. de subsidieontvanger zorgt ervoor dat het oplaadpunt in ieder geval tot drie jaar na de dagtekening van de beschikking tot subsidievaststelling in werking is. 8. de subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan de subsidieverstrekker van de omstandigheid dat de subsidieontvanger verwacht niet aan de verplichtingen te kunnen voldoen, zoals gesteld in deze subsidieregeling, de beschikking tot subsidieverlening of andere vereisten.

5 DSB/ Hoofdstuk 5 - Slotbepalingen Artikel 15. Controle Gecontroleerd kan worden of de oplaadpalen waarvoor subsidie is verleend ook daadwerkelijk zijn geïnstalleerd en voor de duur van drie jaar blijvend zijn geplaatst. Artikel 16. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze subsidieregeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 17. Citeertitel Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer.

6 DSB/ Toelichting bij Subsidieregeling semiopenbare oplaadpunten elektrisch vervoer Achtergrond en aanleiding De gemeente Den Haag moet binnen het NSL in 2015 voldoen aan de normen voor de luchtkwaliteit. Hiervoor is in 2009 het Actieplan luchtkwaliteit vastgesteld. Eén van de maatregelen uit dit actieplan is het stimuleren van het gebruik van duurzame voertuigen, waaronder elektrische auto s. Met deze subsidieregeling wenst de gemeente Den Haag de aanleg van oplaadpunten voor elektrische auto s te stimuleren. Immers een goede laadinfrastructuur is een voorwaarde om elektrisch te kunnen rijden. Met de regeling kunnen semiopenbare oplaadpunten worden gerealiseerd. Semiopenbare laadpunten zijn laadpunten in bijvoorbeeld parkeergarages en op particuliere parkeerterreinen bij supermarkten of bij bedrijven in woongebieden die voor bewoners toegankelijk zijn. Uit gesprekken met eigenaren en beheerders van dergelijk parkeerterreinen blijkt dat een financiële bijdrage van de gemeente een stimulans zal zijn voor het realiseren van dergelijke laadpunten. Opzet van de regeling De subsidie is bedoeld voor rechtspersonen in Den Haag die drie of meer niet belemmerde parkeerplaatsen tot hun beschikking hebben en daar één of meer oplaadpunten voor elektrisch vervoer willen realiseren. Dat de parkeerplaatsen niet belemmerd moeten zijn betekent dat zij niet constant in gebruik mogen zijn door de aanvrager zelf, omdat daar het grootste deel van de tijd bijvoorbeeld bedrijfswagens geparkeerd staan. Het te realiseren oplaadpunt betreft een voorziening waarmee een elektrische auto veilig kan worden opgeladen en heeft één of twee stopcontacten. De stroom moet door de gebruiker kunnen worden in- en uitgeschakeld. Tevens moet het oplaadpunt interoperabel zijn. Dit betekent dat een oplaadpunt moet voldoen aan een voorgeschreven uniformiteit zodat iedereen uit Nederland (en Europa) met een standaard stekker en oplaadpas er gebruik van kan maken. Looptijd van de regeling De regeling treedt in werking op 15 april Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 oktober 2014 of zoveel eerder dan dat het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is. Het college van burgemeester en wethouders stelt bij besluit vast hoeveel budget beschikbaar is Hoogte van de subsidie De hoogte van subsidie is 50% van de aanschafkosten van het laadpunt met een maximum van 2.000,00. Het totale budget wordt vastgesteld op ,00, te dekken uit de middelen voor het bestaande NSL project openbare laadpalen. Wanneer wordt subsidie verstrekt? Om te garanderen dat het oplaadpunt op een veilige manier door gebruikers met een standaard laadpasje en een standaard stekker kan worden gebruikt dient het oplaadpunt minimaal aan de volgende criteria te voldoen: a. het oplaadpunt wordt aangelegd binnen het grondgebied van de gemeente Den Haag; b. het oplaadpunt is voorzien van een door Nederland erkend veiligheidskenmerk; c. het oplaadpunt wordt geplaatst door een erkend installateur; d. het oplaadpunt is toegankelijk voor Menneke-stekker (Type 2), en communicatieprotocol mode 3; e. het oplaadpunt voldoet aan landelijke interoperabiliteit.

7 DSB/ Procedurele aspecten van de regeling De subsidie wordt vóór het realiseren van het oplaadpunt aangevraagd bij gemeente Den Haag. De benodigde formulieren worden via ter beschikking gesteld. Een aanvraag wordt pas in behandeling genomen als alle vragen in het aanvraagformulier zijn beantwoord, de bijlagen zijn bijgeleverd en het formulier ondertekend is ingediend bij de gemeente. Het is dus in het belang van de aanvrager om in één keer een complete aanvraag in te dienen. Alleen complete aanvragen tellen immers mee in de volgorde van behandeling en beschikbaar budget. Indienen van een subsidieaanvraag kan per post of per mail: semiopenbareoplaadpunten@denhaag.nl Rechtspersonen moeten een kopie uittreksel KvK met datum inschrijving in het register overleggen. De de-minimisverklaring is nodig omdat de staatssteunregels in het EG-verdrag (artikelen 87 en 88) beperkingen stellen aan overheden als zij steun willen verlenen aan ondernemingen. Met de deminimisverklaring kan de gemeente Den Haag nagaan of het voordeel dat een onderneming door deze deminimissteun krijgt, past binnen de voorwaarden die de Europese staatssteunregels stellen. Er zal voor deze subsidie met name getoetst worden aan de volgende staatssteunregelingen: 1) de uitzondering voor lage subsidiebedragen ook wel de-minimissteun genoemd (Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006), en; 2) de Algemene groepsvrijstelling onderdeel milieu. (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Europese Commissie van 6 augustus 2008). Steun die aan deze verordeningen voldoen mogen door de gemeente worden verstrekt. Aanvrager moet na maximaal na vier maanden een vaststellingsverzoek indienen. Bij het vaststellingsverzoek moeten alle vragen van het benodigde aanvraagformulier zijn beantwoord, de bijlagen zijn bijgeleverd en het formulier ondertekend ingediend worden bij de gemeente. Gemeente Den Haag neemt uiterlijk binnen twee maanden na indiening van een vaststellingsverzoek een vaststellingsbesluit. Gestreefd wordt om deze termijn enkele dagen tot weken te laten bedragen. Uiterlijk zes weken na het vaststellingsbesluit, wordt het subsidiebedrag uitbetaald. Gestreefd wordt om deze termijn enkele dagen te laten bedragen.