Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

Transcriptie

1 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Annelies van der Pol 01 September 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Vooraf Leerdoelen Eindproduct-Beoordeling Werkwijze Aan de slag Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Extra Over dit lesmateriaal Pagina 1 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

3 Vooraf Leerdoelen In deze grammaticaopdracht staat het werkwoordelijk gezegde centraal. Aan het eind van deze les: Weet je hoe je een werkwoord kunt herkennen. Kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen. Eindproduct-Beoordeling Eindproduct Je rondt deze opdracht af met de toets 'Werkwoordelijk gezegde'. De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen. Beoordeling Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord. Werkwijze Pagina 2 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

4 Groepsgrootte Deze opdracht doe je grotendeels alleen. Soms vraag je hulp of informatie aan een groepsgenoot. Benodigdheden Een computer met internetverbinding. Tijd Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig. Pagina 3 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

5 Aan de slag Stap1 Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit werkwoorden. Weet je het nog? Als je twijfelt, bestudeer dan onderstaand item uit de Kennisbank Nederlands: Grammatica: Het werkwoord Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderwerp: Grammatica: Het werkwoordelijk gezegde Maak daarna de volgende oefeningen: Werkwoordelijk gezegde kn.nu/8fcry 1 Heel wat mensen willen kinderen uit ontwikkelingslanden helpen. a. willen b. willen helpen c. wat mensen 2 Vele mensen willen geld storten op de speciale tsunamirekening. Pagina 4 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

6 a. tsunamirekening b. storten c. willen storten 3 Een grote groep vrijwilligers helpt Bandeh Atjeh weer opbouwen. a. helpt opbouwen b. helpt weer opbouwen c. helpt Bandeh Atjeh 4 Ook in India telde men heel wat slachtoffers. a. telde slachtoffers b. telde c. telde men 5 In Indonesië eten de mensen elke dag rijst. a. eten de mensen b. eten rijst c. eten 6 Doe je ook mee aan die actie? a. Doe je mee b. Doe c. Doe mee 7 We mogen natuurlijk de mensen in langdurende noodsituaties niet vergeten. a. mogen niet vergeten b. mogen c. mogen vergeten Pagina 5 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

7 8 De overlevende reizigers uit Thailand kwamen met bloedstollende verhalen terug. a. kwamen b. kwamen terug c. overlevende 9 Het water haalde de vissers snel in. a. haalde in b. haalde c. haalde snel in 10 Vele mensen konden hun familieleden niet vinden. a. konden niet vinden b. konden vinden c. vinden Werkwoordelijk gezegde kn.nu/mqkwh 1 Hij heeft de hele avond televisie gekeken. 2 Pagina 6 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

8 Volgens de buren staat het geluid wel erg hard. 3 In de vakantie mag jij er voor zorgen. 4 Hem vroegen ze niets. 5 Ronald wil graag met je meerijden. 6 Durf jij daar te blijven staan? 7 Pagina 7 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

9 Hij stond zeker een uur te wachten. 8 Hij had daar moeten staan. 9 Hij vergist zich de laatste tijd wel erg vaak. 10 Zij heeft zich opgegeven voor de wedstrijd. 11 Hij at heel vaak zijn boterhammen niet op. Pagina 8 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

10 12 Zijn voorstel keurde het bestuur niet goed. 13 Loop toch eens door! 14 Zij wast zich elke dag. 15 Hij staat daar te fluiten. 16 Houd direct op met dat stomme gelach! Stap2 Pagina 9 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

11 Het werkwoordelijk gezegde Soms is het werkwoordelijk gezegde gelijk aan de persoonsvorm. Verzin eerst twee zinnen waarin het werkwoordelijk gezegde gelijk is aan de persoonsvorm (schrijf deze zinnen op in je schrift) Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde uit de persoonsvorm plus de andere werkwoorden. Verzin twee zinnen waarin het werkwoordelijk gezegde uit meerdere werkwoorden bestaat (schrijf deze zinnen op in je schrift) Vergelijk je zinnen met de zinnen van een groepsgenoot. Vindt je groepsgenoot in jouw zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Vind jij in zijn/haar zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Stap3 Pagina 10 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

12 Het werkwoordelijk gezegde - opmerkingen Opmerking 1: Als een werkwoord gesplitst is, horen beide delen bij het werkwoordelijk gezegde. Voorbeeld: Let maar niet op mij. wg= let op Opmerking 2: Bij sommige werkwoorden hoort altijd een wederkerend voornaamwoord. Dat woord hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde. Voorbeeld: Hij vergist zich in deze som. wg= vergist zich Verzin bij iedere opmerking hierboven een ander voorbeeld (schrijf deze weer op in je schrift). 1. Voorbeeld opmerking 1: Voorbeeld opmerking 2:... Vergelijk de zinnen met de zinnen van een groepsgenoot. Vindt je groepsgenoot in jouw zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Vind jij in zijn/haar zinnen gemakkelijk het werkwoordelijk gezegde? Stap4 Pagina 11 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

13 Eindtoets Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets. De toets bestaat uit tien vragen. Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen. SCHRIJF JE CIJFER OP IN JE SCHRIFT! Klik op de volgende link om te beginnen: Succes! Werkwoordelijk gezegde kn.nu/2gc0v 1 Lieke zingt een duet tijdens de schoolvoorstelling. a. Lieke b. zingt c. zingt een duet d. tijdens de schoolvoorstelling 2 Pagina 12 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

14 Hij heeft de hele avond op haar gewacht. a. De hele avond b. heeft c. heeft gewacht d. heeft op haar gewacht 3 De brieven mogen meegegeven worden. a. mogen meegegeven worden b. mogen worden c. De brieven worden d. mogen 4 De minister zou hem gewaarschuwd hebben. a. zou gewaarschuwd hebben b. gewaarschuwd c. zou hem gewaarschuwd hebben d. gewaarschuwd hebben 5 Hij heeft een rondje om de school gefietst. a. heeft om gefietst b. rondje om de school gefietst c. gefietst d. heeft gefietst 6 Hij gaat uit in de stad. a. in de stad b. gaat c. gaat uit d. gaat uit in de stad Pagina 13 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

15 7 Hij eet zijn boterhammen niet op. a. zijn boterhammen b. eet zijn c. eet d. eet op 8 Hij wast zich 's morgens na het ontbijt. a. wast b. wast zich c. Hij wast zich d. Hij wast na 9 De leraar vergiste zich tijdens de uitleg van de som. a. vergiste b. vergiste zich c. uitleg d. vergiste uitleg 10 De honden van de boer begonnen te blaffen. a. begonnen b. begonnen blaffen c. begonnen te blaffen d. te blaffen Extra Pagina 14 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

16 Het werkwoordelijk gezegde - Extra opgave Download het werkblad werkwoordelijk gezegde Schrijf de zinnen over in je schrift. Sla steeds genoeg regels over, zodat je ruimte hebt om te onderstrepen! 1. Onderstreep in elke zin het werkwoordelijk gezegde. 2. Maak dan direct daaronder zelf een andere zin, met hetzelfde werkwoordelijk gezegde, maar met een andere persoon. 3. Maak tenslotte daaronder een derde zin, met hetzelfde werkwoordelijk gezegde maar in een andere tijd. Voorbeeld: - Ik ga morgen met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. - Jullie gaan morgen met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. - Ik ging vorige week met een paar vrienden shoppen in het winkelcentrum. Pagina 15 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

17 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Annelies van der Pol Laatst gewijzigd 01 September 2015 om 20:34 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; Leerinhoud en Nederlands; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Pagina 16 Werkwoordelijk gezegde - KGT 1