Het is momenteel een erg drukke periode op school waardoor veel directies zich moesten verontschuldigen. Iemand afvaardigen blijft mogelijk.

Transcriptie

1 Verslag directieoverleg 26 april Welkom Het is momenteel een erg drukke periode op school waardoor veel directies zich moesten verontschuldigen. Iemand afvaardigen blijft mogelijk. Voor volgend jaar zijn de data van het directieoverleg reeds bekend. Namelijk op 25 oktober 2016 en op 25 april Op vraag van de directies zitten we met BUOD terug samen van 9 tot 11uur (samen met de directies uit het duaal traject zorgverbreding en remediërend leren). Als bijlage bij het verslag kan je op de infopartnerwebsite de volledige planning vinden: - Data mentorenopleiding en bijeenkomsten 1 ste jaars, 2 de jaars en opgeleide mentoren (vast engagement) - Data intervisie opgeleide mentoren (vrijblijvend engagement) We geven (onder voorbehoud) ook reeds de data door waarop er sessies met permanente evaluatie gepland staan voor de studenten. Dit zijn data waarop de student op de opleiding aanwezig moet zijn in functie van opleidingsonderdelen met permanente evaluatie en dus geen extra praktijkactiviteit kan doen. 27/10/16 Reflectief ervaringsleren (dovm) 01/12/16 Reflectief ervaringsleren (dovm) 12/01/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 02/02/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 16/03/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 30/03/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 20/04/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 04/04/17 Reflectief ervaringsleren (dovm) 11/05/17 Professioneel zelfverstaan (dovm) 18/05/17 Professioneel zelfverstaan(dovm) 25/05/17 Professioneel zelfverstaan (dovm) 01/06/17 Professioneel zelfverstaan (dovm) 2. Goedkeuring verslag Directies keuren het verslag van 27 oktober 2015 goed. We komen verder in dit verslag nog op een aantal agendapunten terug. 3. Terugblik Curriculum opleidingsaanbod: - We wijzigden een aantal opleidingsonderdelen van naam. Op de infopartnerwebsite vinden jullie het vernieuwde opleidingsschema. - Handelingsgericht omgaan met verschillen: Keuze: leren via een individueel traject: de studenten ondersteunen een leerling in een inclusietraject; een enorme leerkans. De studenten geven aan dat ze hier veel uit leren. Dit loopt voor de eerste keer, in samenwerking met UGent (via Elisabeth De Schauwer). We zullen deze samenwerking verder zetten.

2 Sessies klasmanagament en GASV: na afstemming met studenten, met directies en met collega s uit de specifieke lerarenopleiding hebben we besloten dat we deze sessies blijven inrichten. Studenten waarderen dit en geven aan dat dit een echte nood is. - We formuleerden nieuwe leerdoelen bij elk leerresultaat. Momenteel zijn we bezig met het formuleren van beoordelingscriteria bij elk leerdoel. We stemmen deze af met studenten, opleidingsadviesraad en nu met jullie. Deze criteria bestaan uit: o Minimale criteria (die bepalen of de student al dan niet slaagt) o excellerende (die bepalen in hoeverre de student de minimale criteria overstijgt) Voorbeeld van deze criteria: planmatig werken in onderwijs (inleidend niveau). 1. De bachelor omschrijft het doel en de meerwaarde van planmatig werken op individueel-, groeps- en schoolniveau. De bachelor benoemt het doel van de planinstrumenten in zijn school. De bachelor formuleert en beargumenteert positieve punten en werkpunten van de planinstrumenten en het gebruik ervan op zijn school. De bachelor verklaart de samenhang van planmatig werken op individueel niveau, groeps- en schoolniveau. De bachelor formuleert realistische verbetervoorstellen voor het doelgerichter werken met de planinstrumenten op zijn school. 2. De bachelor verklaart de uitgangspunten van handelingsgericht werken. De bachelor illustreert de 7 uitgangspunten van handelingsgericht werken met concrete voorbeelden uit zijn school. De bachelor formuleert realistische acties om handelingsgerichter te werken op zijn school. 3. De bachelor legt de cyclus van handelingsplanning uit. De bachelor illustreert de cyclus van handelingsplanning met concrete voorbeelden. N.v.t. 4. De bachelor verklaart het zorgcontinuüm. De bachelor geeft concrete voorbeelden ter illustratie van de samenhang tussen de verschillende fasen van het zorgcontinuüm. De bachelor formuleert realistische acties om de samenhang tussen de verschillende fases van het zorgcontinuüm op zijn school te bevorderen. Besproken tijdens de vergadering: - Begrijpen jullie wat er staat? Heldere taal. - Kunnen jullie begrijpen waarom dit in onze opleiding zit? Dit sluit goed aan bij de verwachtingen t.a.v. een banaba.

3 We krijgen positieve feedback van de directies. Ook de studenten uit de opleidingsraad gaven aan dat dit voor hen heel helder is. We zetten de oefening verder voor de andere opleidingsonderdelen en koppelen terug naar alle betrokkenen. Jullie zullen een overzicht krijgen bij de start van volgend academiejaar. Mentorenopleiding: Ongeveer 40 van de 55 mentoren zijn gemiddeld aanwezig tijdens de terugkomdagen. Bepaalde mentoren zijn echter weinig aanwezig en weinig betrokken: van sommige scholen zien we collega s zelden of nooit. Dit maakt duaal samenwerken niet evident. Vermoedelijk heeft dit (deels) te maken met de schoolorganisatie? Hoe kunnen we deze mentoren nog actiever betrekken? We nemen, op jullie vraag, contact op met de betrokken directies. Transparant zijn naar mentoren toe dat we dit gaan doen is belangrijk. We nemen dit op tijdens de slotdag op 10 mei Praktijk: - Opvolging van de praktijk gebeurt momenteel via verschillende kanalen: o Begeleidingsgesprekken met de mentor: wekelijks o Trajectcoaching met de mentor (ingebed in het uurrooster vanaf volgend academiejaar) o Tussentijds evaluatiegesprekken (TEVA s) zullen een nieuwe naam krijgen: tussentijdse praktijkgesprekken (mentor- student- directie + waar nodig trajectcoach). Want het is eigenlijk geen evaluatie en de huidige naam schept verkeerde verwachtingen. o Eindfeedback: samenwerking in de praktijk overlopen op het einde van de praktijk. - Praktijkfeedback waren kruisjes op basis van competenties. Vroeger namen we dat mee op de examencommissie. Nu is delibereren niet meer mogelijk op de hogeschool. Het signaleren van zorgen in het traject is voldoende mogelijk via bovenstaande acties. - Beoordeling van de competenties van de studenten gebeurt in de opleiding obv de competenties. De mentor heeft geen beoordelende rol. Feedback van een directie: voor mij zijn de studenten collega s. Ik heb graag tussentijds met hen een gesprek. Al tijdens het duaal traject als directeur duidelijk zijn of de student kansen maakt om in de school te blijven of niet => blijven doen! Is een extra punt voor de student: het is niet omdat het in de ene school met die leerlingen goed loopt dat het in alle scholen zo zou zijn en omgekeerd. Dus, dit gesprek als directie sluit zeker aan bij de visie van het duaal opleiden. Wij leggen deze wijziging (niet langer opvragen van de praktijkfeedback via het kruisjesformulier) voor op de slotdag aan de mentoren. Aanvraag extra praktijk (interims) Er zijn een heel aantal studenten die een interim gedaan hebben of aan het doen volgen. Waarvoor dank. Maar, we merken dat de studenten soms in de problemen komen qua tijd om hun opdrachten te doen. Je mag als directie steeds de vraag stellen, maar student moet met een gerust gemoed kunnen weigeren. Studenten geven aan nood te hebben aan ademruimte om de opdrachten af te ronden.

4 Als ze een heel mooie aanbieding (met perspectief) krijgen, begrijpen we het dilemma. Ze kunnen waar mogelijk voor 1 maart de overstap maken naar het avondtraject. Gevolg is wel een studieduurverlenging voor de student. Keuze is aan de student of ze gaan werken In het studiecontract staat duidelijk dat ze het duaal traject max. kunnen combineren met een job van 25%. Wij blijven hierover in gesprek gaan. Het opleidingsteam bespreekt elke aanvraag en bekijkt de combinatie met het traject van de student. Als het eens een neen is dan is dat niet persoonlijk bedoeld, maar om de student en zijn/haar leerproces te beschermen. Artevelde wil studievoortgang zien bij studenten: trissen = het vak 3x doen mag niet meer in de hogeschool. Ter informatie: 2 grensdata om traject te wijzigen (1 december en 15 maart). Praktijk voor paramedici We tonen enkele filmfragmenten van een huidige studente (vooropleiding logo) en een mentor over hun samenwerking in de praktijk. Conclusie: ze zien beiden de meerwaarde van een student met een andere vooropleiding in de klas. Wij hebben dit academiejaar veel gehoord, gezien, geleerd van de samenwerking van studenten met een andere vooropleiding via de supervisie, gesprekken met studenten, gesprekken met mentoren, We kiezen er als opleiding echt voor om te focussen op de student als ondersteuner van de orthodidactiek. Wij zijn geen verlengde van hun initiële opleiding; dit betekent dat ze geen praktijk doen als pure logo of pure ergo. We hebben het gevoel dat we dit academiejaar wel in die valkuil aan het trappen waren. Belangrijk naar de toekomst toe is dat studenten met een andere vooropleiding: - Voldoende in de klas staan! Geen aparte therapie geven (zie vooropleiding)=> dit kan een grote meerwaarde voor de school zijn, maar zo bereik je onze competenties voor onze banaba niet. - Kijken waar noden zijn in een klas om te ondersteunen => verder inzetten op coteaching. (cfr. prewaarborg) Voorstel vanaf volgend academiejaar: De student staat 1 dag in co-teaching met de mentor + ondersteunt 1 dag waar er nodig zijn (in de eigen klas of in andere klassen) als zelfstandige praktijk. Deze combinatie biedt een mooi samenspel tussen competenties om ideale leersituaties te leren. In dit verhaal is er dus geen sprake van een paramedicus als 2 de mentor. Student mag wel contact hebben met deze mensen in functie van zijn/haar leerproces. Feedback: - Dit is heel belangrijk voor het werkveld. Nog steeds komen veel paramedici binnen in de scholen om individuele therapie te geven. - Er is wel nog weerstand om paramedici in de klas. - Ook op DPB stimuleren ze dat paramedici in de klas ondersteunen. Zorgen voor de directies die er niet zijn dat ze niet zullen mee zijn op deze trein. Dus: een heel aantal vragen van het eerste directieoverleg zijn hier nu reeds behandeld.

5 ZRL duaal Paramedicus kan alleen in de klas komen staan. Ze zijn verzekerd/ het kan. Sommigen hebben het nodig om eens te voelen: wat als de mentor niet aanwezig is. Is het mogelijk dat iedereen openstaat voor logo s en ergo s op school? (dit zal ook zo zijn voor de toewijzingen in ZRL duaal: het is een kans om te verkennen wat deze mensen in de praktijk kunnen betekenen). - Het probleem zit bij de aanvaarding van de mentoren. Mentoren zijn gewoon dat de student 2 dagen bij hen is. - Kunnen we hiervoor draagvlak creëren in de school? - Belangrijk voor terugkomdagen => dan neemt de student de klas over, ook als hij/zij een andere vooropleiding heeft! - Min 1 dagdeel ook in andere klassen te ondersteunen: geen therapeut/begeleider nodig. Belangrijk dat hij/zij in staat is om een traject op te zetten, samen te werken, klassenraden te volgen,... - Organisatorisch is het belangrijk om tijdig te weten of de school een logo of ergo toegewezen krijgt. - Ik sta er als directie achter, maar ik wil graag nog eens checken bij de mentor die nu heel nabije samenwerking heeft. Te bespreken met een mentor, want zij doen dit op vrijwillige basis en moeten dit verder zien zitten. - In bubao St-Lodewijck werken paramedici enkel klasondersteunend: 1 ergo is gekoppeld aan 3 klassen. Individueel werken in MFC. o Belangrijk dat dit proces gesteund wordt door directie of voorzitter van de klassenraden (als student of als nieuwe leerkracht is dit niet evident als je niet gesteund wordt op school). o Student kan ook meedraaien in het paramedisch team op de school (soms samen met MFC) Als er ergo s en andere therapeuten zijn is het belangrijk om te kunnen aansluiten. - Wij hebben ook intensief overleg met de opleiding ergotherapie. - Vb. GON-begeleiding door logopedist. Loopt eigenlijk niet zo goed. De leerkracht verwachte dat ze kwam helpen en alle problemen kwam oplossen. De GON was niet weerbaar genoeg om daarin coachend te werken. Nu vervangen door een leerkracht met ervaring en dit lukt beter. Veel positieve signalen + bezorgdheden - Zeker brengen in de slotbijeenkomst mentoren - Directies zijn erg enthousiast dat ze met scholen BUO kunnen samenwerken (zit daar ook iemand van de pedagogische begeleiding gewoon onderwijs bij? => nog niet, maar zullen we zeker uitnodigen). - De werving van scholen verloopt goed. Er is ook al veel interesse van kandidaatstudenten. To be continued. 5. Jullie feedback en varia Op de laatste slide vinden jullie verschillende onderzoeksprojecten terug waaraan we meewerken vanuit de banaba s. Contacteer ons gerust als jullie meer willen weten.