PERIODIEKE RAPPORTAGE 2011

Transcriptie

1 Arbo & Milieu Systeem Doc. nr. PRM 01-b Blad 1 van 8 Revisie 0 PERIODIEKE RAPPORTAGE 2011 REVISIE DATUM OMSCHRIJVING OPGESTELD GECONTROLEERD GOEDGEKEURD 1 Mei 2012 Rapportage 2011 J. Toes J. de Boer J. de Boer Blad Alle Revisie 1 Revisie bijlagen:

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING BASISGEGEVENS Beschrijving van de organisatie Verantwoordelijkheden Basisjaar Rapportageperiode Verificatie AFBAKENING Organisatorische grenzen Operationele grenzen BEREKENINGSMETHODIEK Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Wijzigingen berekeningsmethodiek Herberekening basisjaar & historische gegevens Uitsluitingen Opname van CO Biomassa DIRECTE - EN INDIRECTE EMISSIES Herberekening basisjaar & historische gegevens Directe & Indirecte emissies basisjaar 2010 en Trends Voortgang reductiedoelstellingen Onzekerheden Medewerker bijdrage... 9

3 1 INLEIDING In dit document is de tweede voortgangsrapportage vastgelegd van de CO₂-uitstoot over Per rapportageperiode (halfjaarlijks) wordt een voortgangsrapportage uitgebracht, waarin de veranderingen ten opzichte van dit startdocument worden weergegeven. Het referentiejaar en de voorgaande rapportageperiode(n) zullen daar steeds als uitgangspunt in worden genomen. Dit document heeft als direct doel: Inzicht verschaffen in de wijze waarop de vastgestelde CO₂ uitstoot tot stand is gekomen; Beschrijven van de voortgang van het reductieprogramma zoals vastgelegd in het energiemanagementprogramma. Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. De stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Onderhavige periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in 7.3 uit ISO Een koppelingstabel is weergegeven op deze pagina. Tabel 1: Koppelingstabel periodieke rapportage en 7.3 uit de ISO SO Periodieke rapportage A 1.1 B 1.2 C 1.4 D 2.1 E 4.2 F 3.6 G 3.5 H 3.4 I 4.2 J K L 3.1 M 3.2 N 3.1 O 4.5 P Inleiding Q 1.5 pagina 1 van 9

4 2 BASISGEGEVENS 2.1 Beschrijving van de organisatie VS&H ontwikkelt, bouwt en onderhoudt verbindingen, netwerken en installaties voor water en energie. Veiligheid, gezond en milieu staan hierbij voorop. Het is onze ambitie om onze positie in het totale bouwproces te verbreden en op ons vakgebied de beste te zijn. Met onze mensen, vooruitstrevende technieken en een klantgerichte benadering ondersteunen we de klant optimaal in zijn behoefte. Samen met onze klanten leveren wij een bijdrage aan een duurzame samenleving. 2.2 Verantwoordelijkheden De manager BPI is als directievertegenwoordiger A&M eindverantwoordelijk voor de communicatie in het directieteam en het bewaken van de voortgang; Het Hoofd A&M is verantwoordelijk voor de implementatie van de norm zoals opgenomen in het A&M-systeem; Als contactpersoon emissie-inventarisatie zijn de BU- coördinatoren van de diverse businessunits aangesteld. Voor wat betreft de inventarisatie van de emissie die gelieerd is aan de statische locaties, is de facilitair manager verantwoordelijk. 2.3 Basisjaar Hoewel in 2009 V&SH actief is gestart met het inventariseren van haar CO₂ uitstoot en daarover ook intern is gerapporteerd, is gekozen om uit te gaan van 2010 als basisjaar. Het meetsysteem is in dat jaar op een aantal punten verbeterd, waardoor een goed referentiejaar is vastgesteld om het CO₂ reductieprogramma verder vorm te kunnen geven. brandstof projecten 36% vliegreizen 4% Procentuele Verdeling Carbon Footprint 2011 Totaal ton CO2 uitstoot: verwarmingelektriciteit 2% 5% verwarming elektriciteit geel kentekengeel kenteken 32% grijs kenteken gedeclareerde kilometers 1% grijs kenteken 20% gedeclareerde kilometers Om een goede vergelijking tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt, bij een wijziging van de conversiefactoren en/of de organisatiegrenzen, het basisjaar herberekend. Als er een wijziging optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens, wordt dit beschreven in 2.3. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in 4.1. pagina 2 van 9

5 2.4 Rapportageperiode Dit document betreft de tweede periodieke rapportage; in feite wordt in deze rapportage verslag gedaan van de CO2-uitstoot over geheel Verificatie De emissie-inventarisatie is intern geverifieerd. Daarnaast heeft in het kader van het duurzaamheidsverslag Volker Wessels een externe audit plaastgevonden door KPMG. Tijdens deze audit zijn er geen tekortkomingen gesignaleerd. pagina 3 van 9

6 3 AFBAKENING 3.1 Organisatorische grenzen V&SH heeft gekozen uit te gaan van operational control, waarmee ook de CO 2 -uitstoot van lease auto s en ingehuurd materieel binnen haar directe footprint valt. Naast het gebruik van de operational control-methode wordt een grens getrokken tussen Nederlandse en buitenlandse ondernemingen. Dit is te verdedigen door te stellen dat de activiteiten in Nederland operationeel gezien los staan van de activiteiten in de buitenlandse vestigingen. V&SH heeft een businessunit in België, maar deze organisatie staat operationeel gezien op eigen benen en werkt bovendien niet voor Nederlandse instellingen waarbij de CO2- prestatieladder is gewenst. Ook de overige buitenlandse vestigingen opereren volledig in het buitenland. De volledige uitstoot van de businessunits TDS, Distributie en IPP is meegenomen in de opgestelde footprint. In het verslagjaar 2011 is besloten om CMI te verzelfstandigen. Op grond van het bovenstaande is de CO2-uitstoot van deze BU niet meer opgenomen in de voetafdruk. 3.2 Operationele grenzen Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen scope 1, 2 & 3 categorieën. Deze indeling is oorspronkelijk afkomstig uit het GHG-protocol A Corporate Accounting and Reporting Standard. De SKAO rekent business airtravel en personal cars for business travel tot scope 2. Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de invoering van de CO 2 -prestatieladder worden de scope 1 & 2 categorieën volgens de SKAO aangehouden. Als onderdeel van het energiemanagementsysteem is een Energie Audit gehouden die de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de pagina 4 van 9

7 emissiebronnen. Als binnen de organisatie, door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen, sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit-verslag en de emissie-inventaris aangepast. De energieaudit wordt voorzien in Q1 van Voor nadere details wordt verwezen naar de interne verslaglegging, de zogenaamde MARAP (managementrapportage). De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn voor V&SH in de volgende categorieën onderverdeeld: Projecten: Diesel materieel op de bouwplaats, scope 1 Diesel bedrijfsauto s, scope 1 Benzine - en diesel lease-auto s, scope 1 Elektra bouwplaats, scope 2 Gebouwen: Gasverbruik, scope 1 Elektra, scope 2 Gedeclareerde kilometers, scope 2 Vliegverkeer, scope 2 pagina 5 van 9

8 4 BEREKENINGSMETHODIEK Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO 2 -prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO 2 -prestatieladder, zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO), leidend binnen de berekeningsmethodiek. Dit hoofdstuk beschrijft de keuzes die hierbinnen gemaakt zijn in detail. 4.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek SKAO. 4.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek Alhoewel in 2011 het CO2-bewustcertificaat is verkregen heeft V&SH reeds in 2010 een CO2-voetafdruk gepuliceerd; 2010 wordt derhalve beschouwd als het basisjaar. Ten opichte van het basisjaar zijn er geen noemenwaardige wijzigingen te noemen in relatie tot de conversiefactoren of anderzijds ten aanzien van gemaakte aannames. In paragraaf 4.3 wordt genoemd welke aanpassingen c.q. aannames zijn uitgevoerd ten aanzien van de 2010 footprint om tot een volledig overzicht te komen. 4.3 Herberekening basisjaar & historische gegevens Aangaande de samenstelling van de footprint 2011: kantoor - projectlocaties is 2011 een overgangsjaar. Het uitgangspunt is verschoven naar rapporteren op basis van meterstanden (in plaats van factuur). Als de meterstand cq. factuur niet voorhanden is, dan wordt het verbruik berekend of in uiterste geval geschat. ATP gegevens (registratie vliegverkeer) over zijn herberekend en opgenomen in het totaaloverzicht van Niet-ATP gegevens (registratie vliegverkeer) over zijn herberekend op basis van de ATPgegevens en opgenomen in het totaaloverzicht van Het aantal zakelijke kilometers over is herberekend na opgave van het aantal kilometers en opgenomen in het totaaloverzicht van Ten aanzien van het benzine- en dieselverbruik in Hongarije is inzicht verkregen na opgave van het aantal liters en is opgenomen in het totaaloverzicht van Uitsluitingen GHG emissies voortkomend uit airconditioning worden niet meegenomen binnen de CO 2 - rapportage. 4.5 Opname van CO 2 Er heeft in de afgelopen jaar geen opname van CO 2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 4.6 Biomassa Er is in de afgelopen periode geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding. pagina 6 van 9

9 5 DIRECTE - EN INDIRECTE EMISSIES 5.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens Er hebben geen herberekeningen plaatsgevonden die relevant zijn voor de externe communicatie. 5.2 Directe & Indirecte emissies basisjaar 2010 en 2011 corr = gecorrigeerd naar omrekenfactoren 2011 scope onderdeel subject eenheid 2010 corr 2011 tov 2010 corr 1 gebouwen verwarming ton/jr % 2 gebouwen elektriciteit ton/jr % 1 gebouwen airconditioners ton/jr vervoer geel geel kenteken ton/jr % 1 vervoer grijs grijs kenteken ton/jr % 3 vervoer overig gedeclareerde kilometers ton/jr % 1 brandstof projecten brandstof projecten ton/jr % 3 vervoer overig vliegreizen ton/jr % % onderdeel eenheid 2010 corr 2011 Q1Q2 tov 2010 corr Totaal scope 1 projecten % Totaal scope 1 geen projecten % Totaal scope 2 projecten % Totaal scope 2 geen projecten % Nog te verwachten uitstoot (dubbel van half jaar) % aantal medewerkers medew uitstoot per medewerker ton / medew. 19,2 13,1 68% omzet binnen scope % omzet binnen scope exlc vmsc b.v % uitstoot per / omzet (binnen scope) ton/ ,1 41,4 76% uitstoot per / omzet (binnen scope) excl vmsc b.v. ton/ ,7 71,2 104% Gerealiseerd CO2 uitstoot ton/jr % uitstoot verdeling A 1 Scope 1 ton/jr Scope 2 ton/jr Scope 3 ton/jr Totaal ton/jr pagina 7 van 9

10 Scope 1 % 91% 90% Scope 2 % 5% 5% Scope 3 % 3% 4% uitstoot verdeling B 100% 100% gebouwen ton/jr vervoer geel ton/jr vervoer grijs ton/jr vervoer overig ton/jr brandstof projecten ton/jr gebouwen % 8% 8% vervoer geel % 19% 32% vervoer grijs % 14% 20% vervoer overig % 3% 4% brandstof projecten % 55% 36% 100% 100% per fte ton/medewerk 19,2 13,1 uitstoot verdeling C gebouwen ton/medewerk 1 1 vervoer geel ton/medewerk 4 4 vervoer grijs ton/medewerk 3 3 vervoer overig ton/medewerk 1 1 brandstof projecten ton/medewerk ,2 13,1 uitstoot verdeling C gebouwen ton/jr vervoer ton/jr brandstof projecten ton/jr gebouwen ton/medewerk 1 1 vervoer ton/medewerk 7 7 brandstof projecten ton/medewerk Trends De footprint van 2011 is ± 67% van de footprint van het jaar De reductie is voornamelijk gerealiseerd door : brandstof projecten (scope 1) is substantieel lager (± 66% t.o.v. het basisjaar). Een en ander is voornamelijk toe te schrijven aan andersoortige (minder energie-intensieve) projecten; Er is een duidelijke stijging waar te nemen met betrekking tot het beruik van het aantal liters benzine; dit heeft effect op de uitstoot geel kenteken. Een en ander houdt verband met het gewijzigde omslagpunt van diesel naar benzine pagina 8 van 9

11 energie kantoorlocaties is beduidend lager dan het basisjaar Dit geldt zowel voor verwarming als elcetriciteit. 5.4 Voortgang reductiedoelstellingen Aangezien besparingen tot nu toe meer uit algemene bedrijfsverbeteringen naar voren zijn gekomen, is het vooralsnog nog moeilijk om een direct verbanden te leggen met getroffen maatregelen en de vastgestelde doelstellingen; temeer omdat er in 2011 geen duidelijke reductiedoelstellingen geformuleerd waren. In het energiemanagementprogramma over 2012 zijn wel duidelijke reductiedoelstellingen verwoord. De voortgang van de reductiedoelstellingen wordt strikt gevolgd door de halfjaarrapportages alsmede de kwartaalrapportages in het kader van het A&M-jaarplan. 5.5 Onzekerheden Een direct verband leggen met de ingevoerde besparingsmaatregelen is niet eenvoudig. Vooralsnog wordt de reductie toegeschreven aan andersoortige projecten en de economische recessie. Verwacht wordt dat in 2012 deze onzekerheden zullen afnemen omdat de reductiedoelstellingen concreter zijn geformuleerd. 5.6 Medewerker bijdrage Vanuit de medewerkers zijn drie concrete ideeën ingebracht. Enerzijds is een uitgebreide voorstudie gedaan naar de mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen op V&SHgebouwen en anderzijds is er een initiatief ingediend met betrekking tot het CO 2 -neutraal printen. Het idee om zonnepanelen te plaatsen is in eerste instantie door de directie aangehouden tot het 2 e kwartaal Daarnaast is er een idee geopperd om zogenaamde donqi s (kleine type windmolen) te plaatsten op projecten. Dit in het kader van de energiezuinige bouwplaats. pagina 9 van 9