Inhoud XXV. Lijst van gebruikte afkortingen... XXVII. Literatuur... Titel I. Algemeen deel... 1

Transcriptie

1 p. Lijst van gebruikte afkortingen... Literatuur.... XXV XXVII Titel I. Algemeen deel Hoofdstuk I. Algemene begrippen van het goederenrecht Afdeling I. Onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten. 3 A. Inleiding B. De klassieke leer: een scherpe tweedeling C. De leer van het personalisme: naar een subjectivering van zakelijke rechten D. De leer van het neo-personalisme: een zakelijk recht is een (kwalitatieve) verbintenis E. Synthese van de verschillende theorieën Afdeling II. Het gesloten stelsel van zakelijke rechten (numerus clausus-beginsel) A. Algemeen uitgangspunt B. Nuancering van het numerus clausus-beginsel C. Categorisering binnen de zakelijke rechten Klassieke indeling van de zakelijke rechten a. Autonome zakelijke rechten b. Accessoire zakelijke rechten c. De demembratietheorie: beperkt zakelijke rechten als afsplitsing van het eigendomsrecht? Een alternatieve typologie van de vermogensrechten. 24 D. Kwalitatieve verbintenissen en kettingbedingen als uitzondering op het numerus clausus-beginsel? Afdeling III. Algemene kenmerken van de zakelijke rechten A. Samenloopbestendigheid van zakelijke rechten B. Volgrecht C. Zakelijke subrogatie Afdeling IV. Zakelijke en persoonlijke rechtsvorderingen A. Onderscheidingscriterium tussen persoonlijke en zakelijke vorderingen B. Samenloop tussen persoonlijke en zakelijke rechtsvorderingen Afdeling V. Herkwalificatie en conversie van zakelijke rechten Afdeling VI. De vermogensleer Kluwer Goederenrecht XI

2 A. Het begrip vermogen B. De vermogensleer Algemene uitgangspunten De eenheid en ondeelbaarheid van het vermogen gerelativeerd Afdeling VII. Naar een internationaal en Europees goederenrecht?. 59 A. De internationalisering en europeanisering van het goederenrecht B. Goederenrecht in het internationaal privaatrecht Bevoegdheidsregels Materiële verwijzingsregels Afdeling VIII. De constitutionalisering van het goederenrecht Hoofdstuk II. Indeling van de goederen Afdeling I. Zaken en goederen kwalificatie Afdeling II. Algemene beginselen op het niveau van het onderpand van zakelijke rechten A. Zakenrechtelijk eenheidsbeginsel: autonome goederen, accessoria en bestanddelen B. Zakenrechtelijk specialiteitsbeginsel Afdeling III. Roerende en onroerende goederen A. Algemeen B. Onroerende goederen Onroerende goederen uit hun aard Onroerende goederen door bestemming a. Begrip en toepassingen b. Voorwaarden i. Eigendomsvereiste bij onroerendmaking door bestemming ii. Dienstbaarheid voor de uitbating van of blijvende verbinding aan een onroerend goed iii. Bijzondere inrichting van het onroerend goed. 101 c. Gevolgen d. Einde van de onroerendmaking e. Evaluatie Onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekkinghebben C. Roerende goederen Lichamelijke roerende goederen Onlichamelijke roerende goederen Afdeling IV. Lichamelijke en onlichamelijke goederen Afdeling V. Openbare domeingoederen en private domeingoederen 118 A. Private domeingoederen B. Openbare domeingoederen Begrip Affectatie en desaffectatie Vestiging van vermogensrechten op openbare domeingoederen XII Goederenrecht Kluwer

3 Afdeling VI. 4. Toestaan van administratieve gebruiksrechten op openbare domeingoederen C. Kritische benadering van de domeinleer Vervangbare en niet-vervangbare goederen, soortgoederen en species-goederen Afdeling VII. Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen Afdeling VIII. Goederen buiten de handel en gemene goederen Afdeling IX. Goederen die aan niemand toebehoren (res nullius) Afdeling X. Cultuurgoederen Afdeling XI. Dieren als goederen? Afdeling XII. Goederen met negatieve waarde Titel II. Zakelijke rechten Hoofdstuk III. Eigendomsrecht Afdeling I. Omschrijving Afdeling II. Kenmerken van het eigendomsrecht Het eeuwigdurende karakter van het eigendomsrecht Het omvattende karakter van het eigendomsrecht De exclusiviteit (ondeelbaarheid) van het eigendomsrecht Afdeling III. Evoluties binnen het eigendomsrecht Socialisering van het eigendomsrecht Dematerialisering van het eigendomsrecht Instrumentalisering van het eigendomsrecht: het ontstaan van fiduciaire eigendomsvormen Conclusie Afdeling IV. De bevoegdheden en beperkingen van de eigenaar De gebruiksbevoegdheid van de eigenaar De genotsbevoegdheid van de eigenaar De beschikkingsbevoegdheid van de eigenaar Afdeling V. Vorderingen ter bescherming van het eigendomsrecht De revindicatie als eigendomsremedie De verklaring voor recht De vordering tot afpaling Afdeling VI. De horizontale uitgestrektheid van (onroerende) eigendom Algemeen afsluiting van onroerende goederen Afpaling A. Algemeen B. Minnelijke afpaling C. Gerechtelijke afpaling D. Afpaling en revindicatie Afdeling VII. De verticale uitgestrektheid van (onroerende) eigendom Algemeen De ruimte boven de grondoppervlakte De ruimte onder het grondoppervlak Uitzonderingen op de verticale uitgestrektheid van de eigendom: volume-eigendom Kluwer Goederenrecht XIII

4 Afdeling VIII. Privaatrechtelijke beperkingen op de uitoefening van het eigendomsrecht: rechtsmisbruik en verbod van bovenmatige burenhinder Algemeen: een incoherente eigendomsaansprakelijkheid De diverse vormen van eigendomsaansprakelijkheid A. De toenemende rol van het rechtsmisbruik in het eigendomsrecht B. De objectieve aansprakelijkheid van de bewaarder voor een gebrekkige zaak of eigenaar van een ingestort gebouw C. De leer van burenhinder Grondslag en afbakening van een foutloze aansprakelijkheidsvorm Preventieve en repressieve functie van de evenwichtsleer Verjaring van de vordering uit bovenmatige burenhinder Verhouding tussen artikel 544 BW en artikel 1382 BW Burenhinder en contractuele regelingen Voorwaarden voor de evenwichtsleer a. Bovenmatigheid van de hinder b. Nabuurschap c. Toerekenbaarheid van de hinder aan de buur Partijen in geval van overdracht Procedurele regelen bij een vordering wegens bovenmatigeburenhinder Hinder veroorzaakt door de overheid De invloed van het vergunningenstelsel op de evenwichtsleer Sanctie in geval van bovenmatige burenhinder Afdeling IX. De bescherming van het eigendomsrecht als mensenrecht tegen eigendomsinbreuken (art. 1 Eerste Protocol bijhetevrm) Overzicht van de relevante nationale en internationale bepalingen De structuur van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM Reikwijdte van de eigendomsbescherming als grondrecht De uitdeining van het onteigeningsbegrip Grondrechtelijke voorwaarden voor een geoorloofde onteigening A. De onteigening moet een wettelijke grondslag hebben B. De onteigening moet het algemeen nut dienen C. De onteigening moet sporen met het evenredigheidsbeginsel Afdeling X. De bescherming van het eigendomsrecht als mensenrecht tegen publiekrechtelijke eigendomsbeperkingen ( wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut ) Afdeling XI. De bescherming van het eigendomsrecht in de Europese Unie XIV Goederenrecht Kluwer

5 Hoofdstuk IV. Mede-eigendom en onverdeeldheid Afdeling I. Meervoudige eigendom en mede-eigendom Afdeling II. Algemeen: begripsomschrijving van mede-eigendom en onverdeeldheden Afdeling III. Toevallige mede-eigendom ( gewone mede-eigendom ) Algemeen Bevoegdheden van de deelgenoten A. Bevoegdheden van de deelgenoten op hun aandeel B. Bevoegdheden van de deelgenoten op het onverdeelde goed Verplichtingen van de deelgenoten Einde van de toevallige mede-eigendom A. Verdeling B. Andere wijzen van beëindiging Afdeling IV. Vrijwillige mede-eigendom Algemene regels A. Begripsomschrijving en toepassingen B. Verdelingsmogelijkheid bij vrijwillige mede-eigendom Bijzondere toepassing: multi-eigendom (timesharing) Tontine: quasi mede-eigendom? Afdeling V. Gedwongen mede-eigendom Algemeen Rechten en plichten van de deelgenoten Einde van gedwongen mede-eigendom Afdeling VI. Appartementsrecht Situering en historiek Algemene uitgangspunten van het appartementsrecht A. Dualistisch stelsel van appartementsmede-eigendom B. Dwingend karakter van de appartementsregels C. Uitschakeling van de natrekking (omkering van de accessoriteitsregel) Het ruime toepassingsdomein van de appartementsbepalingen A. Een gebouw of groep van gebouwen B. Het eigendomsrecht tussen de diverse delen van het gebouw of de groep is opgesplitst tussen meerdere personen 316 C. Een onderverdeling tussen privatieve delen en gemeenschappelijke delen D. Afwijking op het dwingende toepassingsdomein Complexe vastgoedprojecten tussen autonomie en unitarisme de ondersplitsing of erfdienstbaarheden Akten van de appartementsmede-eigendom A. Basisakte B. Reglement van mede-eigendom C. Reglement van orde De werking en organisatie van de vereniging van medeeigenaars A. Algemeen: afzonderlijke rechtspersoonlijkheid Kluwer Goederenrecht XV

6 B. Bevoegdheden van de vereniging van mede-eigenaars op private kavels C. Organen van de vereniging van mede-eigenaars De algemene vergadering van mede-eigenaars Desyndicus De raad van mede-eigendom De commissaris der rekeningen Rechtsvorderingen met betrekking tot appartementsmedeeigendom Eigendomsoverdracht van een kavel Afdeling VII. Muurgemeenheid ( mandeligheid ) Algemeenheden Ontstaan van een gemene muur A. Vrijwillige muurgemeenheid B. Gedwongen verkoop van een aandeel in de muur C. Gedwongen aankoop van een aandeel in de muur D. Verkrijgende verjaring Subsidiair: wettelijk vermoeden van gemeenheid en niet-gemeenheid A. Wettelijke vermoedens voor muren B. Wettelijke vermoedens voor grachten, hagen en bomen Rechten en plichten van de mede-eigenaars t.a.v. een gemene muur A. Rechten en verplichtingen ten gevolge van de gemeenmaking B. Rechten tijdens de muurgemeenheid C. Verplichtingen tijdens de muurgemeenheid Einde van de muurgemeenheid Hoofdstuk V. Vruchtgebruik Afdeling I. Begripsomschrijving, maatschappelijke actualiteit en wezenskenmerken Begrip vruchtgebruik Maatschappelijke betekenis van het vruchtgebruik Tijdelijk karakter van het recht van vruchtgebruik A. Algemeen B. Vruchtgebruik op het hoofd van een derde C. Gezamenlijk vruchtgebruik D. Opvolgend en terugvallend vruchtgebruik E. Eventueel vruchtgebruik Afbakening van het vruchtgebruik tegenover andere algemene gebruiksrechten A. Algemene problematiek van herkwalificatie: divergentie tussen het burgerlijk recht en het fiscaal recht B. Herkwalificatie van vruchtgebruik in huur C. Herkwalificatie van vruchtgebruik in erfpacht of opstal (verwijzing) Afdeling II. Vestiging van het recht van vruchtgebruik Conventioneel vruchtgebruik: voorbehoud of overdracht XVI Goederenrecht Kluwer

7 A. Eenzijdige rechtshandelingen tot vestiging van een vruchtgebruik B. Meerzijdige rechtshandelingen tot het vestigen, overdragen of voorbehoud van een vruchtgebruik Wettelijk vruchtgebruik Vruchtgebruik door verkrijgende verjaring Afdeling III. Rechten en verplichtingen van de partijen Rechten en verplichtingen bij aanvang van het vruchtgebruik A. Afgifte van het goed aan de vruchtgebruiker B. Opstellen van een staat en inventaris door de vruchtgebruiker C. Zekerheidstelling door de vruchtgebruiker Rechten en verplichtingen van de partijen tijdens de duur van het vruchtgebruik A. Rechten van de vruchtgebruiker t.a.v. het recht van vruchtgebruik B. Gebruiksbevoegdheden van de vruchtgebruiker Algemeen overzicht Oprichten van een gebouw door de vruchtgebruiker Huurcontracten en -hernieuwingen toegestaan door de vruchtgebruiker C. Genotsbevoegdheden van de vruchtgebruiker t.a.v. het bezwaarde goed D. Beschikkingsrecht van de vruchtgebruiker t.a.v. het bezwaarde goed E. Rechten van de blote eigenaar op het bezwaarde goed. 417 F. Verplichtingen van de vruchtgebruiker en blote eigenaar t.a.v. het bezwaarde goed Afdeling IV. Vruchtgebruik op bijzondere goederen Vruchtgebruik op verbruikbare zaken: oneigenlijk vruchtgebruik ( quasi-vruchtgebruik ) A. Regime van quasi-vruchtgebruik B. Conventionele modulering van quasi-vruchtgebruik Vruchtgebruik op een juridische of feitelijke algemeenheid Vruchtgebruik op een schuldvordering Vruchtgebruik op deelbewijzen in een maatschap Vruchtgebruik op aandelen Vruchtgebruik op intellectuele eigendomsrechten Afdeling V. Einde van het vruchtgebruik Gronden van beëindiging Gevolgen van de bee indiging Afdeling VI. De rechten van gebruik en bewoning als variante op het vruchtgebruik Hoofdstuk VI. Erfdienstbaarheden Afdeling I. Privaatrechtelijke erfdienstbaarheden Algemene situering van erfdienstbaarheden in het gesloten systeem van het goederenrecht Kluwer Goederenrecht XVII

8 2. Afbakening van erfdienstbaarheden tegenover andere gebruiks- en genotsrechten A. Het bijzondere en niet-exclusieve karakter van erfdienstbaarheden als onderscheidingscriterium met andere gebruiksrechten B. Erfdienstbaarheden als alternatief voor het appartementsrecht: een instrument voor de compartimentering van gebouwencomplexen C. Erfdienstbaarheden als alternatief voor opstalrechten in overbouwsituaties Wezenskenmerken van erfdienstbaarheden A. Eerste wezenskenmerk: een last op een onroerend goed ( lijdend erf ) B. Tweede wezenskenmerk: een last ten voordele van een ander onroerend goed C. Derde wezenskenmerk: heersend erf en lijdend erf behoren toe aan een verschillende eigenaar D. Gevolg indien aan ée n van de kenmerken niet is voldaan. Herkwalificatie als persoonlijk recht Indeling van de erfdienstbaarheden: voortdurend of nietvoortdurend, zichtbaar of niet-zichtbaar A. Algemeen B. Voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden 471 C. Zichtbare en niet-zichtbare erfdienstbaarheden Afdeling II. Erfdienstbaarheden door rechtshandeling of feitelijke handeling Ontstaan van erfdienstbaarheden A. Erfdienstbaarheden door verkrijgende verjaring B. Contractuele erfdienstbaarheden C. Erfdienstbaarheden ontstaan door bestemming door de huisvader Het uitoefenen van de erfdienstbaarheden A. Bijkomende lasten B. Onderhouds-, herstellings- en verbeteringswerken C. Verzwaringsverbod voor de eigenaar van het lijdende erf 489 D. Verzwaringsverbod voor de eigenaar van het heersende erf Procedurele actiemogelijkheden van de partijen Afdeling III. De wettelijke en natuurlijke erfdienstbaarheden Algemeen Wettelijke erfdienstbaarheidswegen A. Terminologie: overgang, uitweg, buurtweg, losweg, jaagpad en voetweg B. Wettelijke erfdienstbaarheid van uitweg (art BW) Algemeen begrip Voorwaarde voor een wettelijk recht van uitweg: ingeslotenheid Procedure voor het bekomen van een wettelijke uitweg 508 XVIII Goederenrecht Kluwer

9 4. Modaliteiten, rechten en plichten van de partijen bij een wettelijke uitweg Wettelijke afstanden voor beplantingen, takken en wortels Wettelijke afstanden voor lichten en uitzichten A. Wettelijke uitgangspunten B. Afwijkingen van de wettelijke afstanden Erfdienstbaarheden in verband met de waterregeling Afdeling IV. Bee indiging van de erfdienstbaarheden Duurtijd en conventionele bee indigingsgronden Vermenging Verlies van enig nut Bevrijdende verjaring ( onbruik ) Materie le onmogelijkheid Afstand Gerechtelijke onteigening Afdeling V. Wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut Begrip Toepassingen van openbare erfdienstbaarheden Co-existentie tussen private erfdienstbaarheden en publiekrechtelijke eigendomsbeperkingen Analyse van frequente openbare erfdienstbaarheden A. Buurtwegen en openbare erfdienstbaarheden van doorgang Algemeen regime Ontstaan van een buurtweg Bestaan van een buurtweg Uitdoving van een buurtweg B. Nutsleidingen Hoofdstuk VII. Erfpacht Afdeling I. Begripsomschrijving en wezenskenmerken Begripsomschrijving Actuele betekenis van het erfpachtrecht A. Gebruik van erfpacht bij publiek-private samenwerking 552 B. Fiscale aantrekkingskracht van het erfpachtrecht C. Erfpacht als zekerheidsinstrument Wezenskenmerken van het erfpachtrecht A. Duurtijd van het recht van erfpacht B. Betaling van de canon Afdeling II. Afbakening van een recht van erfpacht Erfpacht en huur Erfpacht en verkoop Erfpacht en vruchtgebruik Erfpacht en opstal (verwijzing) Afdeling III. Vestiging van een recht van erfpacht: voorbehoud of vestiging Afdeling IV. Voorwerp van het recht van erfpacht: lichamelijke of onlichamelijke onroerende goederen Afdeling V. Bevoegdheden van de erfpachter Kluwer Goederenrecht XIX

10 1. Beschikkingsrechten over het recht van erfpacht Gebruiks- en genotsrechten op het bezwaarde goed Beschikkingsrechten met betrekking tot het bezwaarde goed 573 Afdeling VI. Verplichtingen van de erfpachter Gehoudenheid tot canon Herstellingsplicht van de erfpachter Lasten van het onroerend goed Afdeling VII. Einde van het recht van erfpacht Bee indigingsgronden: algemeen Afstand Vermenging Opzegging Onteigening van het bezwaarde goed Vervallenverklaring Minnelijke beëindiging van de erfpachtovereenkomst Ontbinding van het erfpachtcontract Gevolgen van de bee indiging van de erfpacht A. Gevolgen in de verhouding tussen erfpachter en erfpachtgever B. Gevolgen in de verhouding tot derden Hoofdstuk VIII. Recht van opstal Afdeling I. Het opstalrecht als verzaking aan de natrekking Begrip en evolutie van het opstalrecht Het opstalrecht als uitsluitende mogelijkheid om te verzaken aan de natrekking Afdeling II. Zelfstandige en accessoire opstalrechten Zelfstandig opstalrecht Accessoir opstalrecht Afdeling III. Wezenskenmerken Onroerend recht Termijnbeperking tot vijftig jaar Afdeling IV. Voorwerp van het opstalrecht Het onderpand van opstal: gebouwen, grond of onroerende zakelijke rechten De goederen die afgesplitst worden Afdeling V. Vestiging van een recht van opstal Opstalrecht door overeenkomst Opstalrecht door verkrijgende verjaring Wettelijk opstalrecht Afdeling VI. Bevoegdheden en verplichtingen van de opstalhouder 613 Afdeling VII. Einde van het recht van opstal Bee indigingsgronden Gevolgen van bee indiging Afdeling VIII. Afbakening van opstal t.o.v. vruchtgebruik, erfpacht en huur Vergelijking tussen erfpacht en opstal Vergelijking tussen opstal en vruchtgebruik Vergelijking tussen opstal en huur XX Goederenrecht Kluwer

11 Afdeling IX. Opstalrecht in familiaal-vermogensrechtelijke context 623 Titel III. Ontstaan, overdracht en tenietgaan van zakelijke rechten. 627 Hoofdstuk IX. Ontstaan van zakelijke rechten Afdeling I. Algemeen: oorspronkelijke en afgeleide wijze van verkrijging Afdeling II. Verkrijgende verjaring: de algemene bezitsleer Het juridische begrip van bezit A. Wezenskenmerken van bezit B. Juridische kwalificatie van het bezit C. Onderscheid tussen bezit en detentie Niet-wezenlijke kenmerken van bezit A. Goede trouw of kwade trouw van de bezitter B. Deugdelijkheid van het bezit Voorwerp van bezit Bezitsverkrijging Afdeling III. Verkrijgende verjaring van roerende en onroerende goederen Algemene omschrijving Grondslag voor de regels inzake verkrijgende verjaring Functies van verkrijgende verjaring in het Belgische recht. 651 A. Verkrijgende functie B. Bewijsfunctie Verkrijgende verjaring van onroerende goederen A. Band tussen de verkrijgende verjaring en het hypotheekstelsel B. De grondwettelijkheid van de regels inzake verkrijgende verjaring C. Voorwaarden en termijn voor verkrijgende verjaring Voorwaarden voor dertigjarige verkrijgende verjaring Voorwaarden voor verkorte verjaring (tien of twintig jaar) van onroerende goederen Berekening van de verjaringstermijnen: bezitsvoeging, stuitingenschorsing D. Afstand van verkrijgende verjaring E. Gevolgen van het intreden van verkrijgende verjaring Verkrijgende verjaring van roerende goederen A. Voorwaarden voor artikel 2279 BW Goederen waarop artikel 2279 BW van toepassing is Personen die artikel 2279 BW kunnen inroepen: bezitter om niet of onder bezwarende titel Deugdelijkbezit Goede trouw van de bezitter Wettigetitel? B. Verkrijgende werking en bewijsfunctie van artikel 2279 BW C. Werking van de verkrijgende werking van de bezitsbescherming Kluwer Goederenrecht XXI

12 1. Vrijwillig bezitsverlies door de eigenaar Onvrijwillig bezitsverlies door de eigenaar Andere gevolgen van bezit A. Bezitsvorderingen voor onroerende goederen Ontvankelijkheids- en gegrondheidsvereisten Procedurele aspecten voor bezitsvorderingen B. Bezit te goeder trouw verleent recht op de vruchten van een goed Afdeling IV. Zaakvorming of specificatio Afdeling V. Het vinden van goederen als oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging? Het vinden van goederen die aan niemand toebehoren of waarop niemand zijn eigendomsrecht kan bewijzen A. Gemeenrechtelijk regime B. Schatvinding Het vinden van goederen die gestolen of verloren zijn door de eigenaar Hoofdstuk X. Overdracht van zakelijke rechten Afdeling I. Algemene voorwaarden inzake overdracht van zakelijke rechten Algemeen Eerste voorwaarde: geldige verbintenisrechtelijke titel Tweede voorwaarde: beschikkingsbevoegdheid van de overdrager Derde voorwaarde: zakenrechtelijke overdraagbaarheid Afdeling II. Uitgangspunten voor het overdrachtsstelsel in het Belgische recht Eerste algemeen uitgangspunt: causaal stelsel van overdracht Tweede algemeen uitgangspunt: monistisch ( fictief dualistisch ) stelsel van overdracht A. Klassiek uitgangspunt: consensualisme van het overdrachtsstelsel B. Consensualisme als verdoken leveringssysteem C. Toepassingsgevallen van de juridische leveringsplicht naar Belgisch recht Afdeling III. Derdenbescherming als uitzondering op het vereiste van consensualisme Derdenbescherming bij de overdracht van roerende goederen Derdenbescherming bij de overdracht van onroerende goederen A. Algemeen B. Welke akten moeten in de hypothecaire registers worden overgeschreven? C. Negatieve werking van de hypothecaire publiciteit bescherming van rechtmatig vertrouwen? XXII Goederenrecht Kluwer

13 1. Uitgangspunt: geen bescherming van het rechtmatig vertrouwen in de hypothecaire registers De kantmelding in de registers van overschrijving biedt geen bescherming aan het rechtmatig vertrouwen van derden Uitzonderlijke gevallen waarin het rechtmatig vertrouwen van derden in de hypothecaire registers wordt beschermd D. Wie wordt beschermd door het vereiste van hypothecaire publiciteit? Derdenbescherming bij de overdracht van schuldvorderingen op naam Derdenbescherming bij de overdracht van aandelen op naam Hoofdstuk XI. Tenietgaan van zakelijke rechten Afdeling I. Natrekking Algemeen: roerende en onroerende natrekking Onroerende natrekking A. Algemeen: het dubbele eigendomsvermoeden van natrekking B. De horizontale natrekking C. Werking van de (verticale) onroerende natrekking D. Weerlegging van het vermoeden dat de grondeigenaar de werken op eigen kosten heeft aangebracht Hypothesen Toepassingsdomein van artikelen BW E. Natrekking en openbaar domein F. Weerlegging van het vermoeden dat de gebouwen, werken en beplantingen aan de grondeigenaar toebehoren Roerende natrekking Afdeling II. Afstand van zakelijke rechten Afdeling III. Bevrijdende verjaring van zakelijke rechten Afdeling IV. Vermenging Afdeling V. Tenietgaan van het object Trefwoordenregister Kluwer Goederenrecht XXIII

14