V. Praktische proef lichamelijke opvoeding
|
|
- Nienke Boender
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 V. Praktische proef lichamelijke opvoeding 1 Concept TOETS einde zesde leerjaar De praktische proef lichamelijke opvoeding bestaat uit 12 proeven geselecteerd uit de 6 activiteitgebieden van het domein motorische competenties. Alle proeven vereisen niet meer dan de noodzakelijke materialen, zoals voorzien in het OVSG-leerplan. De OVSG-toets is gekaderd in het thema Olympische Spelen. Leerlingen krijgen na de toetsafname een Diploma Olympische sporter. 2 Instructie voor de leraar De school kiest zelf het tijdstip waarop ze de proeven uitvoeren. Het lijkt ons zinvol dat de leraar LO de verschillende proeven in zijn jaarplanning opneemt. Na het afronden van een onderdeel binnen een activiteitgebied, kan een proef van de OVSG-toets worden afgenomen. Als alternatief kan de OVSG-toets of delen ervan afgenomen worden tijdens een sportdag. Samenwerking met de schoolsportraad, de gemeentelijke sportraad (sportfunctionaris) en sportvereniging(en) en/of federaties kan ondersteunend en verrijkend zijn. We willen hierbij opmerken dat de volledige toets toch wat tijd in beslag neemt. Hoe ga je te werk? - Zorg per proef voor een aangepaste opwarming. - Aan iedere proef gaat een testpoging vooraf (uitgezonderd 8-minutenloop). - Elke proef mag 2 maal afgelegd worden (uitgezonderd 8-minutenloop) tenzij anders vermeld. - Het beste resultaat van de 2 pogingen telt als score. - De leerling is op de hoogte van de criteria waarop hij wordt beoordeeld. - Je volgt de beschrijving van de proef, de illustraties zijn ter ondersteuning. - De afname van de zwemproef gebeur in het zwembad tijdens de reguliere zwemles. - Indien de proef ondersteund wordt met een film is deze terug te vinden op - Per proef kan je de resultaten online ingeven vanaf 15 juni. Hiervoor gebruik je het cijfer 1 tot 4. Elke leerling 1 kan per proef vier verschillende scores (olympische ringen) behalen. 3 Leerlingenmateriaal rolstoel 4 Benodigde materialen De leerling beheerst méér dan de nodige vaardigheden voor de betreffende eindterm(en). De leraar noteert het cijfer 4 op het scoreblad. De leerling beheerst de nodige vaardigheden voor de betreffende eindterm(en). De leraar noteert het cijfer 3 op het scoreblad. De leerling beheerst gedeeltelijk de vaardigheden, nodig voor het behalen van de eindterm(en). De leraar noteert het cijfer 2 op het scoreblad. De leerling beheerst onvoldoende de vaardigheden voor de betreffende eindterm(en). De leraar noteert het cijfer 1 op het scoreblad. De materialen die nodig zijn voor deze toets zijn per proef terug te vinden bij media. 1 De leerling duiden we verder aan met hij. 42
2 ZWEMMEN Vanuit stand in het water met de rug tegen de rand duwt de leerling zich met twee voeten af. Hij zwemt vervolgens 25m in een stijl naar keuze. Hij stopt en voert in verticale houding drie keer een ritmische (aquatische) ademhaling uit. Vervolgens zwemt de leerling nog 25m verder in een stijl naar keuze. 50m zwemmen en 5 ritmische (aquatische) ademhalingen 50m zwemmen en 3 ritmische (aquatische) ademhalingen 50m zwemmen en minder dan 3 ritmische (aquatische) ademhalingen zwemt geen 50m en /of durft niet ritmisch (aquatische) ademhalen zwembad Aquatisch ademhalen = met het hoofd afwisselend onder en boven water gaan De leerlingen hebben in rust controle over ademhaling en spieren. 1.7 De leerlingen voelen zich veilig in het water en kunnen zwemmen De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.2 De leerlingen hebben noties over eigen constitutie en ontwikkelen een correcte lichaamshouding. 2.1* De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan hun aanpak (bij)sturen. 1.32* De leerlingen zijn bereid hun opdracht vol te houden en af te werken. 3.1* 43
3 ATLETIEK 5 staande vertesprongen na elkaar De leerling staat met twee voeten samen achter de startlijn en sprint met twee voeten samen vijf aaneengesloten sprongen (zonder tussensprong). Hij springt zo ver mogelijk. De leerling springt meer dan 9m. De leerling springt tussen 7m en 9m. De leerling springt tussen 5m en 7m. De leerling springt minder dan 5m. startlijn krijt meetlint enkele kleine matten of lange mat De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten 2.2* 2.4 De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak. 1.28* 44
4 ATLETIEK 8-minutenloop De leerling loopt op eigen tempo een traject (een omloop) gedurende 8 minuten. Op de uitgezette omloop staan om de 25 m verkeerskegels/merktekens opgesteld. Deze dienen als afstandsbaken voor de leerling die er niet in slaagt om gestaag te blijven lopen. Hij kan dan als recuperatie de afstand tussen 2 kegels (25 m) al wandelend/stappend afleggen alvorens weer het eigen looptempo aan te vatten. De leerling loopt 8 minuten zonder stoppen. De leerling loopt 8 minuten, maar stapt 1 keer 25 m. De leerling loopt 8 minuten, maar stapt 2 keer 25 m. De leerling stapt meer dan 50 m. looppiste 400 m of looptraject zonder korte bochten verkeerskegels/merktekens chronometer De leerlingen kunnen hun loopstijl en tempo aanpassen aan de afstand De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten. 2.4 De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. 2.2* De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. 1.6* De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen. 3.2* 45
5 ATLETIEK Estafette wisseltechniek Twee leerlingen vormen een duo en doen een estafetteloop waarbij ze een estafettestok doorgeven. Loper A krijgt een estafettestok. Hij loopt naar het eerste wisselpunt om daar de stok door te geven. Kort voor de wissel begint leerling B te lopen. De wissel moet plaatsvinden in het wisselvak, zonder aarzeling of stop. Leerling A geeft de stok door met de wisseltechniek: links aangeven, rechts aanpakken. Leerling A loopt uit en leerling B versnelt. Bij een tweede wisselpunt geeft leerling B de stok op dezelfde manier door aan leerling A. Bemerking: Bij deze proef speelt de afstand en snelheid geen rol, enkel het samenwerken en het doorgeven van de stok. Beoordeel de leerlingen tijdens deze proef met wisselende partners. (bevorderen van een objectievere evaluatie) De leerling als loper het stokje al lopend op de juiste manier aanbieden de wissel uitvoeren in het wisselvak De leerling als ontvanger het stokje al lopend op de juiste manier aannemen tijdig beginnen lopen De leerling voldoet aan 4 criteria. De leerling voldoet aan 3 criteria. De leerling voldoet aan 2 criteria. De leerling voldoet aan 1 criterium. estafettestok (lengte 30 cm) krijt meetlint 46
6 De leerlingen kunnen hun loopstijl en tempo aanpassen aan de afstand De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.2 De leerlingen kunnen bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken. 3.7 De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen. 3.2* De leerlingen zijn bereid tot medewerking en samenwerking met alle medeleerlingen zonder onderscheid van geslacht of etnisch afkomst. 47
7 GYMNASTIEK Touwtje springen De leerling voert twee oefeningen uit: Oefening 1: De leerling draait het springtouw voorwaarts en springt 30 keer met twee voeten samen met een tussenhup. Oefening 2: De leerling loopt over een afstand van 10m en springt ondertussen al voorwaarts draaiend in het springtouw. De leerling voert oefening 1 uit zonder tussenhup en oefening 2 uit zoals beschreven. De leerling voert oefening 1 uit met tussenhup en oefening 2 uit zoals beschreven. De leerling komt niet tot uitvoering van één van beide oefeningen. De leerling komt niet tot het uitvoeren van beide oefeningen. springtouwen met verschillende lengte De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde- en complexe bewegingssituaties. 1.1 De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.2 De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. 2.2* De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken. 3.1* 48
8 GYMNASTIEK Neksteunlendenslag Hieronder staat de beschrijving van de verschillende stappen die een opbouw vormen om een neksteunoverslag over de plint in de breedte te kunnen uitvoeren. De leerling als loper De leerling als ontvanger Stap 1: lendenslag sportraam De leerling gaat met de rug, hoofd en voeten tegen het sportraam staan. Hij doet met beide voeten een stap voorwaarts. Hij blijft met de rug en hoofd tegen het sportraam leunen. Vervolgens maakt hij een krachtige lendenslag en via een boogvorm komt hij tot stand los van het sportraam. Het hoofd verlaat als laatste het sportraam. Stap 2: vanuit vouwlig op de mat een neksteunlendenslag uitvoeren met twee helpers. De leerling gaat in vouwlig op de mat liggen. Aan weerszijde staat een helper ter hoogte van zijn bekken. Hij geeft beide helpers een hand. Vervolgens maakt hij een krachtige lendenslag, strekt de armen uit en via een boogvorm komt hij tot stand. Stap 3: vanuit hurkstand op de plint in de lengte een neksteunlendenslag uitvoeren met de leraar als helper. Na een korte aanloop stoot de leerling met twee voeten af. Hij plaatst de handen en springt tot hurkstand op de plint in de lengte. Hij maakt een rol tot vouwlig. Vervolgens maakt hij een krachtige lendenslag, duwt af op de handen en via een zweeffase komt hij in boogvorm tot stand achter de plint. Stap 4: na aanloop en afstoot een neksteunlendenslag op de plint in de breedte uitvoeren met de leraar als helper. Na een korte aanloop stoot de leerling met twee voeten af (al dan niet met springplank). Hij plaatst de handen op de plint in de breedte, heft het bekken hoog en rolt in tot vluchtige vouwlig. Vervolgens maakt hij een krachtige lendenslag, duwt af op de handen en via een zweeffase komt hij in boogvorm tot stand achter de plint. 49
9 De leerling voert neksteunlendenslag uit volgens de beschrijving van stap 4 De leerling voert neksteunlendenslag uit volgens de beschrijving van stap 3. De leerling voert neksteunlendenslag uit volgens de beschrijving van stap 2. De leerling voert neksteunlendenslag uit volgens de beschrijving van stap 1. plint van 3 of 4 delen (springplank) sportraam of muur matten helper(s) De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde- en complexe bewegingssituaties. 1.1 De leerlingen kunnen verschillende vormen van rollen uitvoeren De leerlingen hebben noties over eigen constitutie en ontwikkelen een correcte lichaamshouding. De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. 2.1* 2.2* De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak. 1.28* De leerlingen zijn bereid tot medewerking en samenwerking met alle medeleerlingen zonder onderscheid van geslacht of etnisch afkomst. 50
10 GYMNASTIEK Mini-trampolinesprong De leerling staat aan het begin van de bank. Hij loopt aan op de bank en springt vanop de bank in de minitrampoline. Hij maakt een opsprong met een gestrekt lichaam, voert een halve draai rond de lengte-as uit en landt op de valmat. De leerling voert de sprong uit zoals beschreven maar met een korte aanloop zonder bank. De leerling voert de sprong uit zoals beschreven. De leerling voert de sprong uit maar het lichaam is niet gestrekt of voert geen halve draai uit. De leerling durft de sprong niet uit te voeren. trampoline bank valmat De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. De leerlingen kennen en gebruiken hun voorkeurszijde om te wenden en te draaien rond de lengteas De leerlingen kennen de gevaren en risico s van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren. 1.3 De leerlingen kunnen bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken
11 ROLLEND EN GLIJDEND MATERIAAL Rolstoelrijden De leerling zit in de rolstoel en legt een parcours af. Hij vertrekt aan de startlijn en rijdt rechtdoor tot aan de kegel. Vervolgens maakt hij een draai rond de kegel en rijdt rechtdoor terug. Bemerking: In het leerplan lichamelijke opvoeding bij suggesties voor materialen (p 104) staat: Inventiviteit van de leraar of het schoolteam is hier zeker nodig. Bij deze proef wordt een extra inspanning gevraagd om in een rusthuis, ziekenhuis, ziekenfonds of instelling/vereniging in de buurt een rolstoel te ontlenen. De leerling voert de oefening uit zoals beschreven en in een vloeiende beweging. De leerling voert de oefening uit zoals beschreven maar niet in een vloeiende beweging. De leerling kan rechtdoor rijden maar kan niet draaien rond de kegel. De leerling komt niet tot rolstoelrijden. rolstoel krijt kegel meetlint De leerlingen kennen mogelijke vormen van rollend en/of glijdend materiaal en weten er veilig mee om te gaan. 2.5 De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.2 De leerlingen zien ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf in en zetten ze recht. 3.6* De leerlingen zijn bereid hun opdracht vol te houden en af te werken. 3.1* De leerlingen kunnen bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken
12 BALVAARDIGHEID EN SPORTSPELEN Carrétrefbal Twee teams spelen tegen elkaar. Het doel van het spel is elkaar met de bal aan te tikken. De leerlingen mogen zich niet verplaatsen met de bal in de hand. Ze mogen enkel passen geven naar elkaar. Team A gaat van start, team B probeert de bal te onderscheppen. Ze spelen samen rond een vierkant gemaakt van banken (carré). Team B mag de bal opvangen want opvangen staat voor niet aangetikt. Wanneer een leerling van team B wordt aangetikt, gaat deze in de carré staan en neemt de bal mee. Van daaruit kan hij een pas geven naar een teamlid of hij kan zichzelf vrijspelen door iemand van team A met de bal aan te tikken. Dit houdt in dat de leerlingen van zijn team die in het veld staan af en toe de bal naar hem moeten spelen. Bemerking: Zorg voor voldoende speeltijd in functie van een degelijke observatie en evaluatie. Maak de teams niet te groot. Het speelveld is de turnzaal, de speelplaats Observatiedocument: Kan beter goed zeer goed balvaardigheid spelinzicht fair-play De leerling scoort 3 keer zeer goed. De leerling scoort een combinatie van goed en/ of zeer goed. De leerling scoort een combinatie van goed en/of zeer goed en kan beter. De leerling scoort 3 keer kan beter. afgebakend terrein kleine bal (softbal handgrootte) 4 zweedse banken of carré uitgezet met tape/ krijt krijt observatiedocument 53
13 De leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties De leerlingen kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen De leerlingen kennen elementaire tactische principes, kunnen ze toepassen in verwante spelen en kunnen een eenvoudig tactisch plannetje afspreken en uitvoeren. De leerlingen passen de afgesproken spelregels toe en aanvaarden de sancties bij overtredingen. De leerlingen kunnen de functionele grepen gedifferentieerd gebruiken voor het hanteren van voorwerpen bis 1.27 De leerlingen kunnen onder verschillende sensorische prikkels die gelijktijdig worden waargenomen de relevante prikkel selecteren. De leerlingen zien ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf in en zetten ze recht * De leerlingen zijn in staat gekende oefen- en spelvormen zelfstandig op te starten en in gang te houden De leerlingen nemen deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair-play. 3.3* De leerlingen tonen spontaneïteit, expressiviteit en echtheid op een sociaal aanvaarde wijze. 3.5* 54
14 BALVAARDIGHEID EN SPORTSPELEN Frisbee gooien Twee leerlingen vormen een duo en gooien een frisbee met een backhand naar elkaar. In deze proef beoordeelt de leraar enkel het gooien van de frisbee. De werper staat in zijwaartse spreidstand achter de lijn. Hij houdt de romp recht en buigt lichtjes door de benen. Zijn schouder wijst naar de richting waar hij naartoe gooit. Hij houdt de frisbee op de volgende manier vast: de duim op de frisbee, de wijsvinger achter de rand en de overige vingers gespreid tegen de onderkant. Hij draait de frisbee naar zijn lichaam toe en gooit. De arm maakt hierbij een voorwaartse beweging evenwijdig met de grond. Zonder de ontvanger te beoordelen is het toch de bedoeling dat de frisbee kan gevangen worden door de andere leerling. De ontvanger gooit vervolgens de frisbee terug en wordt op zijn beurt beoordeeld. De leerling gooit de frisbee met de juiste techniek over een afstand van 10m. De leerling gooit de frisbee met de juiste techniek over een afstand van 8m. De leerling gooit de frisbee met de juiste techniek over een afstand van 6m. De leerling gooit de frisbee met de juiste techniek over een afstand van 4m. frisbee krijt meetlint De leerlingen kennen hun voorkeurhand en -voet en kunnen deze ook efficiënt gebruiken. 1.4 De leerlingen kunnen op verschillende manieren en met diverse tuigen werpen De leerlingen kunnen de functionele grepen gedifferentieerd gebruiken voor het hanteren van voorwerpen De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. 1.2 De leerlingen kunnen bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken
15 De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan een aanpak (bij)sturen. 1.32* 56
16 BALVAARDIGHEID EN SPORTSPELEN Indiaca Twee leerlingen staan tegenover elkaar en spelen de indiaca over de elastiek. Een leerling staat achter een lijn en start het spel met een onderhandse opslag. De andere leerling probeert de indiaca terug te slaan zonder dat deze de grond raakt. De indiaca wordt met de vlakke hand gespeeld. Bemerking: Beoordeel de leerlingen tijdens het spelen met meerdere partners of functioneer zelf als partner. (bevorderen van een objectievere evaluatie) De leerling kan de indiaca onderhands opslaan en meerdere keren terugslaan. De leerling kan de indiaca onderhands opslaan en één keer terugslaan. De leerling kan de indiaca onderhands opslaan of kan één keer terugslaan. De leerling kan de indiaca niet opslaan en niet terugslaan. indiaca( s): ±50g (aangekocht of zelfgemaakt met nylon kous, bonen en pluimen) elastiek krijt 57
17 De leerlingen kennen hun voorkeurhand en voet en kunnen deze ook efficiënt gebruiken. 1.4 De leerlingen kunnen op verschillende manieren en met diverse tuigen werpen De leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties De leerlingen kunnen bewegingsmateriaal op de geëigende manier gebruiken. 3.7 De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak. 1.28* De leerlingen kunnen hun eigen inspanningen waarderen. en die van anderen inschatten en 3.2* 58
18 RITMIEK EN EXPRESSIE Bewegingsreeks uitvoeren op het ritme van muziek De bewegingsreeks wordt samen opgebouwd en uitgevoerd met vier leerlingen. Elke leerling zoekt een beweging (2 x 8 tijden) waarbij hij de armen en benen coördineert. De beweging van de tweede leerling sluit aan op de eindbeweging van de eerste leerling. De beweging van leerling drie sluit aan op die van leerling twee, die van vier op de beweging van drie. De eindhouding van vier moet de beginhouding zijn van één. M.a.w. de stophouding van de ene leerling is de vertrekhouding van de andere leerling. In totaal loopt de bewegingsreeks gedurende acht keer acht tijden. Ze voeren deze reeks vier keren na elkaar uit. Ze worden individueel beoordeeld. De leerlingen kiezen zelf de muziek waarop ze de bewegingsreeks uitvoeren. Schema: Score Ritme Coördinatie armen en benen Variatie in beweging Aaneenschakeling stop- en vertrekhouding 4 X X X X 3 X X X 2 X X 1 X De leerling voert zijn beweging (2 x 8 tijden) uit zoals beschreven en scoort op de 4 onderdelen volgens het schema. De leerling voert zijn beweging (2 x 8 tijden) uit zoals beschreven en scoort op de 3 onderdelen volgens het schema. De leerling voert zijn beweging (2 x 8 tijden) uit zoals beschreven en scoort op de 2 onderdelen volgens het schema. De leerling voert zijn beweging (2 x 8 tijden) uit zoals beschreven en scoort op 1 onderdeel volgens het schema. geluidsinstallatie 59
19 De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren De leerlingen kunnen bewegingsvormen uitvoeren op een opgelegd ritme. De leerlingen kunnen een geschikte en duidelijke bewegingsvorm kiezen voor wat ze willen uitdrukken De leerlingen zien ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf in en zetten ze recht. 3.6* De leerlingen tonen in het bewegen een intuïtief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan hun aanpak (bij)sturen. 1.6* 1.32* De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van andere inschatten en waarderen. 3.2* 5 Toekenning van het brevet Na het uitvoeren van alle proeven noteert de leraar of leerling het resultaat op het brevet Olympische sporter. De leerling voldoet aan de eindtermen indien hij per proef minimum drie olympische ringen behaalt. Activiteitsgebied Proef 1 Proef 2 Proef 3 Zwemmen Atletiek Gymnastiek Rollend en glijdend materiaal Balvaardigheid en sportspelen Ritmiek en expressie 60
20 6 Bronnen Leerplan OVSG (1998) Lichamelijke opvoeding voor de basisschool. BLOSO (Agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie) GymFed (Gymnastiek Federatie Vlaanderen) SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport) VAL (Vlaamse atletiekliga) FEDES (Federatie Dans en sport vzw) Youtube
EINDTERMEN (ET) LICHAMELIJKE OPVOEDING LAGER ONDERWIJS
EINDTERMEN (ET) LICHAMELIJKE OPVOEDING LAGER ONDERWIJS In de linkerkolom vind je de eindtermen (https://www.onderwijsdoelen.be/lichamelijkeopvoeding-lager-onderwijs-0 ) In de rechterkolom wordt een link
Nadere informatieOntwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie
Ontwikkelingsdoelen 1. Motorische competenties Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing 1. De leerling beweegt zich doorheen diverse ruimtelijke hindernissen. 2. De leerling behoudt
Nadere informatieEindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen
Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Kids Adventure: - Kids-moeras, blote voetenpad, estafettes, kano s, lage tarzans, speleobox Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en
Nadere informatieEindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen
Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Teambuilders, Kajak & Kano, Laser battle Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en maatschappij: ik en mezelf ik en de ander ik en
Nadere informatieLichamelijke opvoeding: leerlijnen leerplandoelen en leerinhouden 1 ste 2 de 3 de graad
1 2 3 4 5 6 ALGEMENE DOELENKADERS 1 ste 2 de 3 de graad: leerlijnen (resultaatsverplichting - *inspanningsverplichting) 1 e graad 2 e graad 3 e graad kunnen onder begeleiding veiligheidsvoorschriften,
Nadere informatieEindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen
Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Junior Adventure: - Moeraspiste, blote voetenpad, hoge Tarzans, touwenparcours, waterplas (kajak), droge teambuilding Eindtermen wereldoriëntatie
Nadere informatieEindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen
Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Klimmen, Kajak & Kano, Teambuilders, Laserbattle Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en maatschappij: ik en mezelf ik en de ander
Nadere informatieOnderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Lager - Gesprek lln. Verantwoord en veilig bewegen 1.3
Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Lager - Gesprek lln Verantwoord en veilig bewegen 1.3 kennen de gevaren en risico's van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren.
Nadere informatieDOELENKADERS 1 ste 2 de 3 de graad: leerlijnen (resultaatsverplichting - *inspanningsverplichting)
Reflecteren over bewegen Zelfstandig leren Verantwoord en veilig bewegen DOELENKADERS 1 ste 2 de 3 de graad: leerlijnen (resultaatsverplichting - *inspanningsverplichting) De leraar kiest uit het doelenkader
Nadere informatieEvenwicht in het bos. 2 x 50' Doelen ET GO! OVSG ZILL. Fysieke vaardigheden - Fit in het bos Activiteit 3
Fysieke vaardigheden - Fit in het bos Activiteit Evenwicht in het bos 2 x 50' Auteur: Joktan Willem Doelen ET GO! OVSG ZILL 1 De kinderen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele
Nadere informatieSPRONG Meisjes / Jongens
Recreatief Toestelturnen D-NIVEAU SPRONG Meisjes / Jongens Oefeningen 4, 5 SPECIFIEKE RICHTLIJNEN SPRONG D-niveau (meisjes/jongens): Algemeen: - De D-sprongen worden uitgevoerd over plinten in de breedte
Nadere informatieOVERZICHTSLIJST VAN DE OEFENINGEN
OVERZICHTSLIJST VAN DE OEFENINGEN 1. Opwarmen 2. Springen en landen 3. Kruipen en zijwaarts rollen 4. Parcours met loopklossen 5. Evenwicht op plint en bank 6. Steunsprongen op bank en bok 7. Wentelen
Nadere informatieEindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen
Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Extreme - Touwenpiste, kajakpolo, natte teambuilders, via ferrata, Death Ride, Moeraspiste Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en
Nadere informatieOVERZICHT PLANNING LICHAMELIJKE OPVOEDING
OVERZICHT PLANNING LICHAMELIJKE OPVOEDING 1ste leerjaar BALVAARDIGHEDEN - Een bal op verschillende manieren gebruiken. - Een bal soepel werpen, botsen en vangen tegenover zichzelf. - Een bal gericht werpen
Nadere informatieDe toets lichamelijke opvoeding
TOETS 2010 - einde zesde leerjaar III. De toets lichamelijke opvoeding De toets lichamelijke opvoeding is een volwaardig deel van de OVSG-toets. In dit tweede deel vind je een aanbod van 3 activiteitsgebieden
Nadere informatieSPRINGEN spreidsprong (1)
SPRINGEN spreidsprong (1) 1 Ophurken en afspreiden met hulp: aanloop + afstoot met 2 voeten handen op de kast plaatsen bekken hoog heffen benen buigen en voeten op de kast plaatsen (hurkzit) handen plaatsen
Nadere informatieZelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5. Materiaal Materiaal 1.24
Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderw Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5 kunnen onder begeleiding Bevorderend/Beperkend Materiaal 1.6 kunnen met een eenvoud 1.18 kunnen
Nadere informatieTechnisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK
Technisch instapbrevet INITIATOR ATLETIEK INSTAPVOORWAARDE KANDIDAAT-CURSISTEN OPLEIDING INITIATOR Houder zijn van het Technisch Jeugdbrevet OF Wedstrijdresultaten kunnen voorleggen in minstens één werpnummer,
Nadere informatieFietsvaardigheid in groep
Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Fietsvaardigheid in groep Deel 1: opbouwen Doelgroep VOETen Leerlingen van de eerste graad Gemeenschappelijke stam: 18, 19, 20 Begeleiders
Nadere informatieParantee vzw Zuiderlaan Gent T TORBAL RICHTLIJNEN TESTPROCEDURE
Parantee vzw Zuiderlaan 13 9000 Gent T 09 243 11 70 info@parantee.be www.parantee.be TORBAL RICHTLIJNEN TESTPROCEDURE 18/2/2014 Algemeen Afmetingen torbalveld en overzicht symbolenlijst Inleiding De diploma
Nadere informatieDoelstellingen Activiteit Organisatie Materiaal/opmerkingen Opwarming: cardio-vasculaire prikkeling
Bijscholing 5 februari Gent Voorbereiding opbouw schoolslag (beenbeweging) en crawl Doelstellingen Activiteit Organisatie Materiaal/opmerkingen Opwarming: cardio-vasculaire prikkeling De lln worden in
Nadere informatieAanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten
Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren
Nadere informatie!!2015&06&22!! Betreft:!!intake!!3,!4!en!5!sportwetenschappen! Geachte!ouders!
2015&06&22 Betreft:intake3,4en5sportwetenschappen Geachteouders Uwdochter/zoonheeftgeopteerdomvolgendschooljaarderichtingSportwetenschappenaante vatten.zij/hijheeftdezestudierichtingvorigjaarnietgevolgd.
Nadere informatieEINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen
Nadere informatieInleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel
Les 1 Klassikale les Inleiding Kern zoals werpen vangen en voortbewegen met de bal. De leerlingen kunnen in looppas een bal gooien en vangen. 10 minuten - Kleine bal/stressbal - Bank zoals werpen en vangen.
Nadere informatieBIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP
BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN Inleiding In alle leerplannen en in het Ontwikkelingsplan voor de Katholieke Basisschool zitten aspecten van relationele vorming verwerkt. Soms
Nadere informatiewerpen van een softbal vangen van een softbal slaan van een softbal spelen van het eindspel het kunnen klaarzetten en variëren van leersituaties
Vak: Lichamelijk Opvoeding Leerweg: GL 2011-201 Module In methode, hoofdstuk Allround LO Basisvorming Turnen van Tjalling van de Berg Bewegingsonderwijs Bekadidact 1 Softbal: werpen van een softbal vangen
Nadere informatieOefenstof voor aquamove:
Oefenstof voor aquamove: De oefenstof wordt opgedeeld in vijf verschillende onderdelen nl.: loopoefeningen, oefeningen in het ondiepe gedeelte, oefeningen in het diepe gedeelte, partneroefeningen en spelvormen.
Nadere informatieProject Talentidentificatie
Identificatieprotocol Contact Techniek / tactiek Test: Worsteltest Met deze test wordt de manier van omgang met fysiek contact getest. Bij fysiek contact is het van belang dat men in staat is om een tegenstander
Nadere informatieOEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL
OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL NIVEAU 1 VANGEN, GOOIEN EN BEWEGEN ACCENTEN: VEELZIJDIG ONTWIKKELEN. BASISVAARDIGHEDEN VOOR IEDERE BALSPORT. BALVAARDIGHEID EN COÖRDINATIE. OOG - HAND, BALBAAN HERKENNING
Nadere informatieGEBRUIK VAN TESTEN IN DE JEUGDOPLEIDING
GEBRUIK VAN TESTEN IN DE JEUGDOPLEIDING 1. Soorten testen Fysieke testen Vaardigheidstesten (beheersing van een techniek) MET -competities (integratie van een techniek) 2. Waarom testen? Doel van de testen
Nadere informatieMethode Mini Volleyball
Methode Mini Volleyball Mini 0 Oefenstof Mini 0 A. Algemene bewegingsscholing: Coördinatieoefeningen, huppelen, buik- en rugspieroefeningen, rollen, klimmen en klauteren. Allerlei spelletjes, waarin veel
Nadere informatieDe vernieuwde spelvormen
De vernieuwde spelvormen Clinic 1 onderbouw (U9-U11-U13) Seizoen 2017-2018 Inleiding In deze syllabus wordt er vooral aandacht besteed aan de vernieuwde spelvormen voor de Start2Volley-tornooien. Wat toelichting:
Nadere informatieAlgemene basis voor het geven van handbalinitiatie op scholen/speelplein
Algemene basis voor het geven van handbalinitiatie op scholen/speelplein Inleiding Dit document bevat de opbouw van 3 algemene handbalinitiaties. Elke initiatie is bedoeld voor één van de 3 graden van
Nadere informatieLESVOORBEREIDING. ASO/TSO stage BSO/B-stroom stage. Zelfstandige stage. naam : klas : stageschool of vereniging
+ LESVOORBEREIDING naam : klas : ASO/TSO stage BSO/B-stroom stage Zelfstandige stage stageschool of vereniging datum mentor/contactpersoon klas/groep activiteitendomein Verkeer: Veilig fietsen uur lesnummer
Nadere informatieEthias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau. Clubtesten: omschrijving
Ethias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau Clubtesten: omschrijving Talentdetectie op clubniveau - 2 - Richtlijnen voor uitvoering van de testen: Inleiding Om de clubs te ondersteunen
Nadere informatieLichamelijke opvoeding in het basisonderwijs
Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs BEWEGINGSONDERWIJS Karakteristiek Kinderen bewegen veel en graag. Dat zien we bijvoorbeeld op het schoolplein tijdens het buitenspelen van de kleuters. Het
Nadere informatieExamenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3
Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 Inleiding Het belangrijkste doel van de Zwemvaardigheidsdiploma s is een oriëntatie te zijn op de actuele sporten recreatiecultuur in, op en aan het water.
Nadere informatieOnderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Kleuter - globaal. Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5
Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Kleuter - globaal Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5 kunnen onder begeleiding kleuteraangepast materiaal veilig heffen, dragen
Nadere informatieOlympische kleuterspelen
Olympische kleuterspelen Aansluiten bij het project en/of de actualiteit Hoofddoelen: -De aandacht van de kleuters kunnen vestigen op het ervaren van vriendschap en plezier bij het samen bewegen en uiteindelijk
Nadere informatie14.5. Impressie / Plattegrond
Alle groepen Materiaal: - 7 hoepels - Bank - 2 kasten - 5 5cm matten - 2 losse grote touwen - 2 springtouwen - Ringen - Wandrek - 20 pionnen - Korf - 2 meterstokken Impressie / Plattegrond Opdracht - De
Nadere informatieMICROTEACHING AANGEPASTE BEWEGINGSACTIVITEITEN Master LO
MICROTEACHING AANGEPASTE BEWEGINGSACTIVITEITEN Master LO 2009 2010 Onderwerp: Torbal Student: Elise Robeers Doelgroep: Blinden Datum: 17 november 2009 Lesdoelstelling: Opbouw naar het echte boccia + regels
Nadere informatieDe motorische ontwikkeling van het jonge kind
De motorische ontwikkeling van het jonge kind Balanceren Loopt en trekt speelgoed achter zich aan. Hij kan dit ook achteruitlopend en zowel met de linker als rechter hand Draagt tijdens het lopen in zowel
Nadere informatieLesidee: handen aan het stuur
Lesidee: handen aan het stuur DOELGROEP: 5e leerjaar KERNIDEE: Handen aan het stuur LINK NAAR ZEPPE & ZIKKI AFLEVERING: Zonder handen Hurry hurry HANDEN AAN HET STUUR (ONDERZOEK) Zet een fiets klaar waarvan
Nadere informatieMETEN MET ATLETEN IN HET SPORTIMONIUM
METEN MET ATLETEN IN HET SPORTIMONIUM Sportimonium In het Sportimonium is een sportlabo. In het sportlabo kan ik mezelf meten met atleten. Ik kan vijf eigenschappen testen aan de hand van 10 testen. Dat
Nadere informatieLES 2. GROEP: 3 t/m 8 Springen, tikspelen, jongleren. DOELSTELLINGEN:
LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Trampolinespringen: - De leerling kan met korte verhoogde aanloop in de trampoline springen. 1 voet afzetten voor de trampoline, 2 voeten in de trampoline,
Nadere informatieTESTBATTERIJ SPEELFASE jarigen
TESTBATTERIJ SPEELFASE 2 7-8-9 jarigen TECHNISCH COORDINATIEF 1. Dribbeltest Bal leiden tussen de kegels of paaltjes, heen en terug. Met beide voeten dribbelen Start aan de kegel- afsta,d = 16 m = afstand
Nadere informatieLesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8
Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen
Nadere informatieRecreatief Toestelturnen E-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 1, 2, 3
Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 1, 2, 3 SPECIFIEKE RICHTLIJNEN HERENBRUG E-niveau: Algemeen: - De oefening wordt uitgevoerd op een herenbrug van min. 1,50 m hoogte (mag aangepast
Nadere informatieSPRONG Meisjes / Jongens
Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU SPRONG Meisjes / Jongens Oefeningen 1, 2, 3 SPECIFIEKE RICHTLIJNEN SPRONG E-niveau (meisjes/jongens): Algemeen: - De E-sprongen worden uitgevoerd over plinten in de breedte
Nadere informatieLeerlijn Zwemmen en Buitenspelen (pleinactiviteiten)
Leerlijn Zwemmen en Buitenspelen (pleinactiviteiten) Leerlijnen Kerndoelen Buitenspelen 1.11. Pleinactiviteiten 1. De leerlingen nemen deel aan bewegingssituaties (kennen de benodigde bewegingsvaardigheden,
Nadere informatieDe Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.
De Strafworp - 1 - De Strafworp Doel Aanleren en verbeteren van de strafworp. De techniek is vergelijkbaar met de laatste fase van de doorloopbal en is de eerste stap in het aanleren van de doorloopbal.
Nadere informatieOnderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Lager - lesobservatie. Verantwoord en veilig bewegen 1.3
Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Lager - lesobservatie Verantwoord en veilig bewegen 1.3 kennen de gevaren en risico's van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren.
Nadere informatieLesfiche 1 voor BuSO INDIVIDUELE STUURVAARDIGHEID TESTEN EN OEFENEN.
Lesfiche 1 voor BuSO INDIVIDUELE STUURVAARDIGHEID TESTEN EN OEFENEN www.fietsometer.be DOELGROEP Alle opleidingsvormen van het buitengewoon secundair onderwijs. ONTWIKKELINGSDOELEN OV1-OV2 De leerling:
Nadere informatieTESTBATTERIJ SPEELFASE jarigen
TESTBATTERIJ SPEELFASE 2 7-8-9 jarigen TECHNISCH COORDINATIEF 1. Dribbeltest Bal leiden tussen de kegels of paaltjes, heen en terug. Met beide voeten dribbelen Start aan de kegel- afstand = 16 m = afstand
Nadere informatieNabootsen van houdingen Tweezijdigheid van het lichaam gebruiken Voorkeurshelft ontwikkelen Lichaamscontact en -houdingen, stoeispelen
6 Leerlijn en evaluatiemomenten bewegingsopvoeding 6.1 Herent 6.1.1 Bewegingsopvoeding Kleuters Bewegingsvaardigheden: globaal Bewegingsvaardigheden: grootmotorisch Globaal: behendigheid, lenigheid Gaan,
Nadere informatieSpecial Olympics Belgium. Tafeltennis: Skills. Februari Belgium
Special Olympics Belgium : Skills Februari 2016 Belgium TAFELTENNIS SKILLS Doel: Het niveau van de atleet bepalen om gelijkwaardige reeksen samen te stellen. Deze skills zijn van toepassing tijdens de
Nadere informatieTennis Fit Oefeningen
Tennis Fit Oefeningen Jeugd partner Official supplier Media partner Partner Warming-up 1 Doel Reactiesnelheid/balans/raakpunt Het verder verkleinen van het veld (namelijk gebruik maken van de helft van
Nadere informatieREK Meisjes / Jongens
Recreatief Toestelturnen D-NIVEAU REK Meisjes / Jongens Oefeningen 4, 5 SPECIFIEKE RICHTLIJNEN REK D-niveau (meisjes/jongens): Algemeen: - Er wordt in het D-niveau gewerkt op laag rek (borsthoogte) en
Nadere informatieLesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6
Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen
Nadere informatieCMV 6-7. Inhoudsopgave
CMV 6-7 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Gooien en vangen level 1 4 Estafette 6 Rollen en mikken 7 Stuiteren 8 Balparcours 10 Bovenhands mikken 11 Gooien en vangen level 2
Nadere informatieClinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen
Clinic vormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen 2016-2017 Inleiding Binnen deze clinic staan de spelvormen (het derde gedeelte binnen de jeugdtraining) centraal. De reden hiervoor ligt voor de hand. Nog al
Nadere informatieParantee-Psylos vzw Zuiderlaan Gent T Boccia
Parantee-Psylos vzw Zuiderlaan 13 9000 Gent T 09 243 11 70 info@parantee-psylos.be www.parantee-psylos.be Boccia Februari 2018 Algemeen Afmetingen bocciaveld Inleiding De diploma s boccia zijn ontwikkeld
Nadere informatieSportdag VMBO4YOU. De docenten van de VMBO4YOU begeleiden de groepen naar de onderdelen. Beste leerling uit klas 1VR, 2VR1 en 2VR2,
VMBO4YOU Sportdag VMBO4YOU De leerling gaan e individuele prestatie neerzett op de volgde onderdel: Hoogspring Sprint Verspring Kogelstot Fluitbal werp (speerwerp) Hindernisbaan De onderdel: hoogspring,
Nadere informatieBIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN
BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING In deze bijlage maken we de vergelijking tussen de Ontwikkelingsdoelen uit het Ontwikkelingsplan van de katholieke kleuterschool en de doelen
Nadere informatieLesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 3 4
Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 3 4 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen
Nadere informatieClinic SmashVolley Eurovolleycenter Vilvoorde maandag 28 november 2016
Clinic SmashVolley Eurovolleycenter Vilvoorde maandag 28 november 2016 1. Algemeen gedeelte Begin jouw algemeen gedeelte eens met een spel. Hieronder staan een aantal voorbeelden uitgewerkt die perfect
Nadere informatieLESVOORBEREIDINGSFORMULIER
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER Naam van de lesgever: Nathalie Salihu School: Opleidingsjaar: 2 de jaar leraar lager onderwijs Klas: 6 de lj. Aantal lln.: 14 + 18 Datum: 5 mei 2006 Titularis: Lestijden: van
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: HET TERREIN 2 HOOFDSTUK 2: DE SHUTTLE 2 HOOFDSTUK 3: HET NET 2 HOOFDSTUK 4: DE SPELERS 2 HOOFDSTUK 5: DE LOTING 2 HOOFDSTUK 6: DE MATCH 3
INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: HET TERREIN 2 HOOFDSTUK 2: DE SHUTTLE 2 HOOFDSTUK 3: HET NET 2 HOOFDSTUK 4: DE SPELERS 2 HOOFDSTUK 5: DE LOTING 2 HOOFDSTUK 6: DE MATCH 3 HOOFDSTUK 7: DE SERVICE 3 HOOFDSTUK 8:
Nadere informatiePraktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach.
Praktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach. De praktijktest ingangsproef voor de opleiding instructeur B kan worden afgelegd, op een bepaald moment voor de start van de opleiding. De geïnteresseerden
Nadere informatieBijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling
Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling Syntheseblad Zijn er op vlak van de motorische ontwikkeling aanwijzingen voor o Leeftijdsadequaat functioneren o Een
Nadere informatieLeer zwemmen met Fred Brevet
Leer zwemmen met Fred Brevet Fred Brevet Samen met Fred Brevet willen wij graag dat iedereen veilig én met alle plezier in het water kan bewegen. Van de kleinste spetter tot zwemmen in het grote zwembad:
Nadere informatieDRAAIBOEK KIDS ATHLETICS
DRAAIBOEK KIDS ATHLETICS Terrein en materiaal De activiteit is gericht naar aangesloten en niet-aangesloten jongeren van 5 tot 8 jaar (kangoeroes en benjamins) en gaat door naast de atletiekpiste. Gelijktijdig
Nadere informatieHOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER?
HOE BEGELEID IK HET FIETSBREVET ZILVER? Deze fiche geeft richtlijnen om de fietsvaardigheden van het Fietsbrevet Zilver te oefenen (derde en vierde leerjaar) en te testen (enkel vierde leerjaar). DOEL
Nadere informatieLessen 1 ste middelbaar
Lessen 1 ste middelbaar http://www.tourettesbenefit.com/art/art_v_050.gif Eindwerk basketbal Kim Weckx 5 Basketbal: Les 1 Lesonderwerp: kennismaking met basketbal DOELSTELLINGEN ACTIVITEITEN DIDACTISCHE
Nadere informatieBal in de hoepel gooien
Bal in de hoepel gooien Ga achter de lijn staan met een bal in je handen. Gooi de bal in de eerste hoepel vervolgens in de tweede dan de derde enz, enz. De bal mag de rand van de hoepel niet raken. Je
Nadere informatieLesonderwerp 6: baseball-golf
Lesonderwerp 6: baseball-golf 1 - Beginsituatie Dit is de zesde les golf. De lln hebben kennis van de grip, basishouding en swing-, putt- en chiptechnieken. De lln hebben de swing zodanig goed onder de
Nadere informatieOverzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen
Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet
Nadere informatieOverzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen
Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen Lesplan Na ontvangst worden de kinderen n ingedeeld in vijf groepen van zes kinderen. De kinderen nemen plaats bij het eerste station.
Nadere informatieDe inhoud van dit thema: 2 Vergelijking oude en nieuwe kerndoelen. 3 Doelen van het gymnastiekonderwijs. 4 Algemene principes bij gymnastiek
DC 24 Gymnastiek 1 Inleiding Als onderwijsassistent kun je worden ingezet ter ondersteuning bij gymnastiek. Zelf zul je geen gymnastiek geven maar je kunt wel een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld op
Nadere informatieDe nieuwe leerlijn zwemmen?
De nieuwe leerlijn zwemmen? De nieuwe leerlijn zwemmen is een onderbouwde leidraad om het zwemonderricht in zwembaden te coördineren en stroomlijnen. Het gaat om zwemmen als sport, als belangrijke vaardigheid
Nadere informatieVolleybal binnen het basisonderwijs
Volleybal binnen het basisonderwijs Voorwoord Voor u ligt HET volleybalboek voor het basisonderwijs. Aan de hand van deze uitgeschreven oefenvormen en lessen kunt u als leerkracht stoere, uitdagende volleyballessen
Nadere informatieTraining Week nummer Datum Trainingskern Oefening
: Bewegingsvaardigheden : S1-3-1 11.13.26 Uitleg De speler start op de linkervoet in vak 1, en springt op de linkervoet naar vak 3 en weer terug naar vak 1 Dit patroon herhaalt zich voor een van tevoren
Nadere informatieLet s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje
Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders Superhandig boekje 1 Inleiding SMASH! SMASH! is het nieuwe volleybalprogramma voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Met SMASH! brengen we
Nadere informatieLeskaart les 4, inleiding en ronde 1
Leskaart les 4, inleiding en ronde 1 (De eerste les na schooltijd) A. Inleiding: tippen Kinderen verdelen over hele zaal Arrangement Tippen: Kinderen hebben allemaal een goed stuitende bal Opdrachten Tippen:
Nadere informatieBIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren. c Het nemen van de vrije worp Als deel 1
c Het nemen van de vrije worp 3.11 Strafworp BIJLAGE ( 2.3c van de spelregels) Scheidsrechtersgebaren, behorende bij de spelregels zaal- en veldkorfbal Scheidsrechtersgebaren a Het toekennen van een strafworp
Nadere informatieRood 60 min Maximaal tempo Minimum 1,5-2,5 dagen 1 l water 1 yoghurt (of ander
Legende Kleur Duur Wat Min. tijd tss de trainingen Drinken tijdens training Eten na training Groen 90 min Basisuithouding: gewoon Minimum 8-12 u 1-1,5 l water of/en aquarius of 1 yoghurt (of ander tempo
Nadere informatieGraag breng ik u op de hoogte van de (on)vermogens van Elise op het gebeid van spel en bewegen.
Gegevens afzender Plaats, datum Geachte docent LO, Elise... is een leerling van de... school. Elise een. (omschrijving van karakter: vrolijk, (weinig) energiek, afwachtend, initiatiefrijk, creatief, angstig,
Nadere informatieLesidee: niet stunten op straat
Lesidee: niet stunten op straat AFSPRAAK IN HET VERKEER(KLASGESPREK) Je in groep verplaatsen heeft heel wat voordelen. Laat de leerlingen nadenken over verschillende manieren van verplaatsing (te voet,
Nadere informatieVoorbeeldspelen / -oefeningen
Ace Athletic Skills Model (ASM). Alle rechten voorbehouden. Deze afbeeldingen mogen niet gekopieerd, geproduceerd, verspreid of gebruikt worden zonder uitdrukkelijke toestemming van ASM. 1 Voorbeeldspelen
Nadere informatieSpel en oefenvormen voor hockey op school
Spel en oefenvormen voor hockey op school Joeri Beunen Hockey is de ideale sport om op school aan te bieden. De leerlingen leren met anderen omgaan in groep, worden motorisch vaardiger en verwerven inzichten
Nadere informatieLesbrief 5 VEILIG LEREN VALLEN VOOR LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS
Lesbrief 5 VLLEN IS OOK EEN SPORT VEILIG LEREN VLLEN VOOR LEERLINGEN IN HET SISONDERWIJS In deze lesbrief: Een korte uitleg Naam onderdeel Pagina Onderdeel 1: Oefenen valtechnieken 3 Lesdoel: aanleren
Nadere informatieCMV Inhoudsopgave
CMV 8-10 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Opslaan tegen de muur 4 CMV niveau 1 5 Estafette 6 Toetsen level 1 7 Uitleg CMV niveau 2 8 CMV niveau 2 9 Balparcours 10 Bovenhands
Nadere informatieWarming up. Lessen pupillen. Doel: - snelheid voetenwerk. - in tweetallen tikken op de plaats. Materiaal: - hoepels - pilonnen
Warming up A B - snelheid voetenwerk bevorderen - in tweetallen tikken op de plaats - hoepels - pilonnen A. Opdracht loopvormen: De kinderen rennen op enige afstand van elkaar door de hoepels, in iedere
Nadere informatieOntwikkelen / leren vertrekt vanuit autonome motivatie (motivatie vanuit de leerling) Ontwikkelen / leren is individueel verschillend
vertrekt vanuit autonome motivatie (motivatie vanuit de leerling) is individueel verschillend is een contextgebonden proces (probleemgestuurd binnen een concrete context) is een constructief en actief
Nadere informatieMODULE FLAGFOOTBAL TWEEDE FASE
MODULE FLAGFOOTBAL TWEEDE FASE Deze module bestaat uit vier lessen flagfootbal, waarbij jullie zelf een gedeelte van de lessen verzorgen. De bedoeling is dat jullie gelijke teams formeren. Elk team heeft
Nadere informatie1. Beenbeweging. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Materiaal:
1. Beenbeweging Meten van de snelheid van de beenbeweging. De zwemmer vertrekt in het water. 1 hand aan de boord van het zwembad/ 1 hand houdt een plank vast (bij benen rugslag: 1 hand aan de boord van
Nadere informatieBeweeg A Gebruikershandleiding
Beweeg A Gebruikershandleiding Disclaimer Gebruik van deze handleiding en Beweeg ABC is voor eigen risico van de gebruikers. Resultaten kunnen per individu verschillen. Beweeg ABC is mogelijk niet geschikt
Nadere informatieSpel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld
Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x
Nadere informatieWarming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?
Warming up Shuttle tikkertje warming up met shuttle 1 shuttle en evt. lint(en) voor de tikker(s) Alle kinderen lopen in de zaal, een tikker wordt aangewezen. Deze tikker heeft een shuttle in de hand waarmee
Nadere informatie