Spelling - Taaltoets v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 26 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Spelling - Taaltoets Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Spelling - Taaltoets Vooraf Leerdoelen Vanaf 1 augustus 2012 geldt voor het havo en vwo de kernvakkenregeling. Dat houdt in dat je voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde A/B/C maar één vijf mag halen bij het eindexamen. Het eindexamen moet voldoen aan een bepaald niveau en of je dat niveau hebt, wordt de jaren ervoor aan de hand van diagnostische toetsen bepaald. Aan het eind van de havo moet dat niveau 3F zijn en aan het eind van het vwo 4F (F = referentieniveau). In dit onderdeel herhalen we nog eens de werkwoordspelling en we sluiten het af met een toets om te kijken welk niveau je nu hebt. Eindproduct Deze opdracht sluit je af met een toets referentieniveaus. Beoordeling Het eindproduct wordt beoordeeld door je docent. Bij de beoordeling let je docent op: Werkwijze Het aantal en het soort fouten dat je maakt; Wat voor een niveau je nu haalt. Groepsgrootte Deze opdracht doe je alleen. Benodigdheden Computer met internet Tijd Voor deze opdracht heb je 3 lesuren de tijd. Pagina 2

4 Stap 1 Werkwoordsvorming en persoonsvorm Bestudeer de theorie van de werkwoordspelling persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd. KB: Herhaling theorie werkwoordsvorming Maak nu de volgende oefening. Werkwoordspelling kn.nu/lfcau 1 van 6 De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) van zwakke en sterke werkwoorden. Vul het juiste antwoord in. Jij verwaarloos (t.t.) de vriendschap. Hij geloof (t.t.) dat jij hem leugens vertel (t.t.) Ik wach (v.t.) erg lang op hem. Hij bestee (t.t.) te veel tijd aan het gamen. Verzen (t.t.) je broer het cadeau nog een keer? 2 van 6 De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) van zwakke en sterke werkwoorden. Vul het juiste antwoord in. De helikopter lan (v.t.) op een strand bij Tripoli. Deze vereniging strij (t.t.).al jaren voor de rechten van dieren. Mijn broer game (t.t.).per dag toch al snel twee uur. Hij veroorloof (t.t.) zich wel erg veel. Zij verpleeg (t.t.) hem al twee maanden. Pagina 3

5 Beantwoor (t.t.) jij die nog een keer? 3 van 6 De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) van zwakke en sterke werkwoorden. Vul het juiste antwoord in. Het bevreem (v.t.) ons niet dat hij won. Het varken wroe (v.t.) met zijn snuit in de grond. Wij rekenen erop dat iedereen de club ondersteun (t.t.) Op school mun (v.t.) hij niet erg uit, maar hij slaag (v.t.) met uitstekende cijfers voor zijn examen. Hij verleen (v.t.) de scooter geen voorrang. Dat gebeur (t.t.) niet nog een keer. 4 van 6 Vul de juiste vorm van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Alle werkwoorden moeten in de verleden tijd worden geschreven Het nieuwtje (verspreiden) zich snel door de school. Hij (schrijven) het antwoord stiekem in zijn hand. De deurknop (blinken) als nooit tevoren. Die familie (verhuizen) bijna elk jaar. Het rotsblok (vallen) op een geparkeerde auto. 5 van 6 Vul de juiste vorm van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Alle werkwoorden moeten in de verleden tijd worden geschreven De leraar (worden) boos omdat jij zo vaak (lachen). Wij (kopen) zoveel omdat hij daar altijd veel van (eten). Ik (beven) enorm toen ik ( zien) wat er (gebeuren). We (gaan) met de fiets naar de volgende bestemming waarna we met trein verder (reizen). Nadat hij een uur op kop (liggen), (winnen) hij de wedstrijd uiteindelijk niet. 6 van 6 Vul de juiste vorm van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Alle werkwoorden moeten in de verleden tijd worden geschreven De vuurkorf (branden) uitstekend, maar onze kleren (stinken) daarna wel erg naar brand. Het (bedroeven) ons zeer dat de hij de wedstrijd Pagina 4

6 (afgelasten). Hij (vergroten) zijn voorsprong nadat hij als eerste over de finish (sprinten). Nadat hij geopereerd (zijn), (hebben) hij niet zoveel last meer van zijn schouder Stap 2 Deelwoorden en Engelse werkwoorden Bestudeer de theorie van de deelwoorden en Engelse werkwoorden. KB: Deelwoorden KB: Engelse werkwoorden Maak nu de volgende oefeningen. Voltooid deelwoord voor zelfstandige naamwoorden kn.nu/5cl7j 1 van 18 Dat is voor hem (snijden)... koek. a. gesnede b. gesneden c. gesnijden d. gesneedden Pagina 5

7 2 van 18 De onlang (poten)... aardappelen staan te rotten in de natte grond. a. gepoten b. gepootte c. gepote d. gepootten 3 van 18 Het (haten)... regime werd eindelijk verdreven. a. gehaatte b. gehate c. gehaten d. gehaatten 4 van 18 Hij moest voor straf de (bekladden)... tafels schoonmaken. a. beklade b. bekladden c. bekladde d. bekladen 5 van 18 Wij eten vanavond (braden)... haan met frites. a. gebrade b. gebraden c. gebraadde d. gebraadden 6 van 18 Het (vergeten)... paspoort lag nog steeds op het kastje. a. vergete b. vergeette c. vergeten d. vergeetten Pagina 6

8 7 van 18 De (verharden)... weg had nog een erg zachte berm. a. verharden b. verhardde c. verhardden d. verharde 8 van 18 Het pas (witten)... plafond vertoonde nog engele strepen. a. gewitte b. gewite c. gewitten d. gewiten 9 van 18 Het lijk van de (vermoorden)... crimineel lag daar opgebaard. a. vermoorde b. vermoorden c. vermoordden d. vermoordde 10 van 18 Deze (aantasten)... planten kunnen we beter weggooien a. aangetastte b. aangetasten c. aangetaste d. aangetastten 11 van 18 In de omgeving van de (stranden)... boot lagen honderden gymschoenen. a. gestranden b. gestrandde c. gestrandden d. gestrande Pagina 7

9 12 van 18 De met de hand (geweven)... vloerkleden lagen daar te koop. a. geweefde b. geweve c. geweven d. geweefden 13 van 18 De (opgeleggen)... straffen moesten direct na de uitspraak worden uitgevoerd. a. opgelegden b. opgelegde c. opgelegen d. opgelegdde 14 van 18 De sterk (kruiden)... gehaktballen werden door de feestgangers erg gewaardeerd, a. gerkuide b. gekruidde c. gekruidden d. gerkuiden 15 van 18 De (vergroten)... foto stond al op het kastje. a. vergrootte b. vergroten c. vergrootten d. vergrote 16 van 18 Pas maanden later werden de resten op het (verlaten)... eiland gevonden. a. verlate b. verlaten c. verlaatten d. verlaatte Pagina 8

10 17 van 18 De gisteren (afgelasten)... wedstrijd wordt volgend weekend gespeeld. a. afgelasten b. afgelastte c. afgelaste d. afgelastten 18 van 18 De (beboeten)... automobilist reed de volgende dag alweer door rood. a. beboete b. beboette c. beboeten d. beboetten Werkwoordspelling kn.nu/fs6u4 1 van 12 Na (doen) vdbn arbeid (zijn) pvtt het goed rusten. 2 van 12 Wat (willen) pvtt u (drinken) inf? 3 van 12 Pagina 9

11 Het (verbazen) pvvt me dat hij zo weinig aandacht (besteden) pvvt aan de (vrezen) vdbn ziekte. 4 van 12 (wankelen) od (lopen) pvvt hij de klas uit. 5 van 12 Wij (hebben) pvtt (genieten) vd van pas (kopen) vdbn spits. 6 van 12 De rechter (hebben) pvtt de (beschimpen) vdbn vandaal nog niet (veroordelen) vd. 7 van 12 Het net (beëdigen) vdbn Kamerlid (zijn) pvtt door de oppositie flink (bekritiseren) vd. 8 van 12 Pagina 10

12 (hoesten) od en (proesten) od (komen) pvvt hij de klas (inlopen) inf. 9 van 12 Hij (hebben) pvtt de (wandelen) odbn tak in een doos (stoppen) vd. 10 van 12 Het (vergroten) vdbn lokaal (zijn) pvvt nog niet groot genoeg. 11 van 12 Omdat de keeper zo (stuntelen) pvvt, (vergroten) pvvt hij op een eenvoudige manier de voorsprong. 12 van 12 Het (zijn) pvtt (verbazen) od hoe hij dat telkens voor elkaar (krijgen) pvtt. Stap 3 Pagina 11

13 Eindproduct Je gaat nu de eindtoets referentieniveau maken. Bereken aan het einde van de toets je niveau. Referentieniveaus (De score geeft een indicatie van het referentieniveau!): 15 of 16 vragen goed (78-87%) = 2F 17 of 18 vragen goed (88-97 %)= 3F 19 of 20 vragen goed (98-100%) = 4F Spellingtest Werkwoordspelling kn.nu/cnx5o 1 van 20 Ik ben benieuwd hoe lang ik het uithou... a. uithout b. uithoud c. uithoudt 2 van 20 Hij beoordeel... de gebeurtenis niet erg objectief. a. beoordeeldt b. beoordeelt c. beoordeeld 3 van 20 Word... je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal? Pagina 12

14 a. Wort b. Word c. Wordt 4 van 20 Heeft die scheidsrechter alweer ge... bij een thuiswedstrijd van onze club? a. gevloten b. gefluit c. gefloten 5 van 20 Ik ben in 2009 verhuis... naar Amsterdam. a. verhuisd b. verhuisdt c. verhuist 6 van 20 Beantwoor... hij de past altijd zo laat? a. Beantwoordde b. Beantwoorde c. Beantwoordden 7 van 20 Hij heeft zijn reactie maar snel gedele.... a. gedeleet b. gedeletet c. gedeledet 8 van 20 Het gebeur... de laatste tijd steeds meer. a. gebeurdt b. gebeurd c. gebeurt 9 van 20 Pagina 13

15 De lekkagevlekken zijn nog steeds zichtbaar op het pas gewi... plafond. a. gewitten b. gewitte c. gewite 10 van 20 Hij zat op de plek waar hij wel vaker uitrus... na zware arbeid. a. uitruste b. uitrusten c. uitrustte 11 van 20 Vin... je leraar het goed dat je met je iphone speelt tijdens de les? a. Vint b. Vind c. Vindt 12 van 20 Hij geloof... niet dat dat mogelijk is met dat toestel. a. gelooft b. geloogdt c. geloofd 13 van 20 Hij heeft al eerder op dat circuit gerac... in deze nieuwe auto van Porsche. a. geract b. geraced c. geracet 14 van 20 De vergro... goto laat de oorzaak van het ongeluk duidelijk zien. a. vergrote b. vergrootten c. vergrootte Pagina 14

16 15 van 20 Als je hem ondervraag..., moet je hem recht aankijken. a. ondervraagd b. ondervraagt c. ondervraagdt 16 van 20 De wedstrijd ontaar... in een schoppartij waarna hij gestaakt werd. a. ontaarden b. ontaardde c. ontaarde 17 van 20 Zij wilden de realiteit maar niet aanvaard... en wendden hun hoofd af. a. aanvaardden b. aanvaarden c. aanvaarde 18 van 20 De hondenpoep versprei... een vreselijke geur in de hal. a. verspreidde b. verspreiden c. verspreide 19 van 20 Zij heeft de bekle... stoel meegenomen naar haar nieuwe kamer. a. beklede b. bekleden c. bekleedde 20 van 20 Het niet aanvaarde voorstel boo... wel degelijk een goede oplossing voor de impasse. Pagina 15

17 a. boodt b. bood c. boot Pagina 16

18 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 26 August 2016 om 09:22 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 3; Leerinhoud en Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 3 uur en 0 minuten Gebruikte Wikiwijs Arrangementen content, VO. (2016). Spelling - Taaltoets h3. Taaltoets h3 Pagina 17