Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding 1 e en 2 e lijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding 1 e en 2 e lijn"

Transcriptie

1 Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding 1 e en 2 e lijn NETWERK LACTATIEKUNDIGEN UTRECHT STAD & OMGEVING 3e druk, herzien: juni 2012 Niets uit deze Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding mag vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Netwerk Lactatiekundigen Utrecht Stad & Omgeving Deze richtlijn is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Het Netwerk Lactatiekundigen Utrecht Stad & Omgeving stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van onjuistheden of onvolledigheid in deze richtlijn.

2 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 4 Inleiding... 7 A Scholingsbeleid ten aanzien van borstvoeding...10 B Borstvoedingsrichtlijn Voorlichting en voorbereiding tijdens de zwangerschap Borstvoeding na de bevalling Borstvoeding in de kraamtijd Fysiologie en opbouw van de melkproductie Aanlegtechniek, voedingshoudingen en toepassingen Rooming-in Voeden op verzoek Bijvoeden, flessen en spenen Afkolven en bewaren van moedermelk Borstvoeding na de kraamperiode Continuïteit van de zorg rondom borstvoeding Evaluatie van de zorg rondom borstvoeding De meest voorkomende problemen bij de moeder Ingetrokken/vlakke tepels Pijnlijke tepels Stuwing Te veel moedermelk Te weinig moedermelk Verstopt melkkanaaltje/dreigende borstontsteking Mastitis Spruw Van kunstmatige zuigelingenvoeding over naar borstvoeding Borstvoeding na een borstoperatie De meest voorkomende problemen bij de baby De slaperige baby De onrustige baby Het weigeren van de borst Het steeds loslaten van de borst Geelzucht Darmkrampen Stille ondervoeding Advies weegbeleid Borstvoeding in bijzondere situaties Sectio De meerling De premature baby De dysmature baby De baby van de diabetische moeder De baby met schisis De baby met het Syndroom van Down De allergische baby Perinatale sterfte

3 3 INHOUDSOPGAVE.. 10 Borstvoeding op de lange termijn Groei en ontwikkeling van de borstgevoede baby Borstvoeding en werk of studie buitenshuis Beginnen met vaste voeding Het afbouwen van de borstvoeding Tandjes krijgen Seksualiteit en zwangerschap Tandemvoeden Borstvoeding en leefstijl Borstvoeding en anticonceptie Bijlagen I Wanneer tijdelijk geen borstvoeding II De wijze van afkolven en materiaalkeuze III Afkolfschema IV Alternatieve voedingsmethoden V Landelijke adressen borstvoedingsorganisaties en andere belangrijke adressen VI Boeken/brochures VII Reglement Lactatiekundig Netwerk Utrecht Stad & Omgeving VIII Beslisboom Jack Newman: Bij onvoldoende groei

4 4 VOORWOORD VOORWOORD Stichting Zorg voor Borstvoeding De Stichting Zorg voor Borstvoeding is in 1996 door UNICEF Nederland opgericht om de wereldwijde borstvoedingscampagne Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) in Nederland te realiseren. Dit gezamenlijk initiatief van Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gebaseerd op de overtuiging dat een kwaliteitssysteem in de gezondheidszorg de ouders de beste garantie geeft op consistente zorg voor borstvoeding van hoge kwaliteit. Het programma dat Zorg voor Borstvoeding aanbiedt berust op kwaliteitsonderzoek waarbij internationale criteria gelden. Het gaat om een samenhangend geheel van beleid, deskundigheidsbevordering en vaardigheden. Niet alleen de procedures die de instelling hanteert, worden beoordeeld, maar ook de praktijk zoals zorgverleners en cliënten deze ervaren. De instelling die het UNICEF Zorg voor Borstvoeding certificaat behaalt, geeft daarmee een duidelijk signaal: hoge kwaliteit van zorg is ons heel wat waard en we staan voor de continuïteit daarvan. Deze keuze heeft een positief effect op de partners in de ketenzorg en komt het welslagen van de borstvoeding aantoonbaar ten goede. In Nederland zijn de borstvoedingscijfers laag, hoewel er sinds 1996 een duidelijke stijging valt waar te nemen. Het BFHI is in 1991 door UNICEF en de WHO gelanceerd. Aanleiding waren de herhaalde uitspraken op VN bijeenkomsten dat borstvoeding beschermd, bevorderd en ondersteund dient te worden, zoals bijvoorbeeld terug te vinden is in de Conventie over de Rechten van het Kind. In Nederland heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid in het IGZ-Bulletin een duidelijk standpunt over het belang van borstvoeding geformuleerd. Het borstvoedingsprogramma BFHI is een vertaling naar de praktijk van internationale beleidsuitspraken: de gezondheidszorg krijgt een instrument om de best mogelijke zorg te verlenen in de begeleiding bij borstvoeding. Ook in Nederland werkt een groeiend aantal instellingen aan de hand van de Tien Vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding, die de grondslag vormen voor een goed beleid en wetenschappelijk aantoonbaar effectief zijn. Deze instellingen kunnen dan het UNICEF Certificaat Zorg voor Borstvoeding behalen. Voor de periode na de kraamtijd zijn ook uitgangspunten ontwikkeld: de Zeven Stappen voor ondersteuning van borstvoeding in de JeugdGezondheidsZorg (JGZ), zodat ook de JGZ het certificaat kan verwerven.

5 5 VOORWOORD 10 VUISTREGELS vuistregel 1: De instelling dient een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier te hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers. vuistregel 2: Alle betrokken medewerkers leren de vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid. vuistregel 3: Alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven. vuistregel 4: Moeders worden binnen 1 uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding. vuistregel 5: Aan vrouwen wordt uitgelegd hoe zij hun baby aan moeten leggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden. vuistregel 6: Pasgeborenen krijgen geen andere voeding dan moedermelk, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie. vuistregel 7: Moeder en kind mogen dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven. vuistregel 8: Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd. vuistregel 9: Aan pasgeborene die borstvoeding krijgen, wordt geen speen of fopspeen gegeven. vuistregel 10: De vorming van borstvoedingsbegeleidingsgroepen wordt aangemoedigd en vrouwen worden bij het beëindigen van de zorg naar deze groepen verwezen. 7 STAPPEN JEUGDGEZONDHEIDSZORG stap 1: stap 2: stap 3: stap 4: stap 5: stap 6: stap 7: De instelling dient een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier te hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers. Alle betrokken medewerkers leren de vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid. Alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven. Vrouwen die borstvoeding geven, worden daarin gestimuleerd en ondersteund met aandacht voor preventie en oplossing van problemen. Aan vrouwen wordt uitgelegd dat het kind tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden over het algemeen geen andere voeding nodig heeft dan moedermelk en dat de borstvoeding, gecombineerd met andere voedingsmiddelen, daarna kan doorgaan zolang moeder en kind dat wensen. Vrouwen worden voorgelicht over de mogelijkheden het geven van borstvoeding te combineren met werk of studie buitenshuis. De instelling onderhoud contacten met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en zij verwijst de ouders naar borstvoedingsorganisaties.

6 6 VOORWOORD Borstvoeding TNO Preventie en Gezondheid in Leiden voert parallel aan het werk van Zorg voor Borstvoeding regelmatig een evaluatieonderzoek uit om te kijken naar het effect van het certificeringsprogramma. De eerste peiling is gedaan eind 2000/begin In een afsluitend TNO rapport zijn de gegevens over de hele periode van 2000 tot 2003 samengevoegd en op meer details geanalyseerd. Eind 2004/begin 2005 zijn opnieuw gegevens verzameld. In de rapportage zijn de borstvoedingspercentages voor 2005 weergegeven; de resultaten van de peiling worden ook vergeleken met die van voorgaande jarenin dit rapport wordt ook gekeken naar de combinatie borstvoeding - kunstvoeding en met name naar de verhouding: meer borstvoeding dan kunstvoeding of andersom. Bovendien is er aandacht voor een aantal vuistregels. Borstvoedingcijfers borstvoedingscijfers De resultaten zijn bekend geworden van de meest recente peiling melkvoeding van zuigelingen, uitgevoerd door TNO, Kwaliteit van Leven in Leiden. De borstvoedingpercentages zijn in 2010 niet gestegen. Op basis van 1448 ingevulde vragenlijsten (de respons was 40% van de uitgezette lijsten) kunnen we concluderen dat het startpercentage in vergelijking met de peiling van 2007 gedaald is van 81 naar 75%. Ook de afname in de eerste maand is nog steeds aanzienlijk. Van de 109 kinderen van vijf maanden oud kregen 23 (21%) borstvoeding en 75 (69%) kunstmatige zuigelingenvoeding; met zes maanden kregen nog maar 30 (18%) van de 167 kinderen moedermelk als enige melkvoeding. De spreiding bij deze laatste twee groepen is volgens TNO: 21% plus of min 8, 18% plus of min 6. Tabel 1 Percentages uitsluitend met moedermelk gevoede zuigelingen bij de geboorte (1edag) en op de leeftijd van 1 tot en met 6 (voltooide) maanden. 1 Lanting et al.,2002(a); 2 Lanting et al., 2002 (b) 3 Lanting et al., 2003; 4 Lanting et al.,2006 * In 2007 kon door een relatief laag aantal deelnemers in deze groep geen gerfundeerde conclusie worden getrokken #: 3 maanden werd gedefinieerd als 13 ± 2 weken; ^: 6 maanden werd gedefinieerd als 26 ± 4 weken. Leeftijd kind 2000/ (n=3.335) 2001/ (n=2.874) 2002/ (n=2.792) (n=3009) 2007 (n=2768) 2010 (n=1448) 1e dag 75,2 79,7 80, mnd 53,4 52,3 56, mnd 39,2 43,3 44, mnd 32,4 35,0 31, mnd 22,8 26,7 25, mnd 16,6 23,4 30, mnd 18,5 16,8 17,6 20 * 18

7 7 INLEIDING INLEIDING Vuistregel 1 en stap 1 in de JeugdGezondheidsZorg: De instelling dient een beleid ten aanzien van borstvoeding op papier te hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers. Begin 2003 is het project Regionaal Zorgprogramma Borstvoeding vanuit de deelnemende organisaties binnen de Stichting Rhijnhuysen in gang gezet. Dit is in 2011 overgenomen door het Netwerk Lactatiekundigen Utrecht Stad & Omgeving (nadat de Stichting Rhijnhuysen is opgeheven). Het doel van dit project was en is nog steeds om zowel intra- als extramuraal tot ketenzorg op het gebied van borstvoeding te komen. Dit krijgt onder meer gestalte door een richtlijn te ontwikkelen en up-to-date te houden die voor alle participerende organisaties eenduidig van uitvoering is. Alle betrokken medewerkers van de participerende organisaties worden door middel van scholing geïnformeerd, waarna men conform de richtlijn zal handelen. Het borstvoedingsbeleid van de participerende organisaties wordt gezamenlijk zo ver ontwikkeld, dat zij allen individueel in aanmerking komen voor het UNICEF/WHO certificaat Babyvriendelijke instelling die de stichting Zorg voor Borstvoeding uitreikt. Uitgangspunten Het borstvoedingsbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: De WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) en UNICEF (het Kinderfonds van de Verenigde Naties) hebben in 1991 het BFHI gelanceerd om te bevorderen dat kinderen waar ook ter wereld vanaf de geboorte uitsluitend borstvoeding kunnen krijgen. Instellingen die kraamzorg verlenen wordenaangemoedigd te zorgen voor een beleid dat de borstvoeding beschermt en ondersteunt. Dit beleid wordt verwoord in de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding en de Zeven Stappen voor ondersteuning van borstvoeding in de JeugdGezondheidsZorg (JGZ). Deze internationale beleidsuitgangspunten vormen de basis van het borstvoedingsbeleid van het Regionaal Zorgprogramma Borstvoeding. De adviezen en richtlijnen in de richtlijn zijn van toepassing op de begeleiding van de moeder met de gezonde, op tijd geboren zuigeling. Voor zuigelingen die onder verantwoording van een kinderarts of andere specialist vallen, kunnen andere richtlijnen gelden. Ook dan geldt echter, wanneer de gezondheid van de moeder en haar baby het toelaten, de adviezen in de richtlijn gevolgd kunnen worden. Wat de kans van slagen vergroot bij het geven van borstvoeding. Aan ouders die te kennen hebben gegeven borstvoeding te gaan geven, wordt geen voorlichting over kunstmatige zuigelingenvoeding gegeven, noch over flessen en spenen, tenzij op nadrukkelijk verzoek van de cliënt zelf. Deze producten worden ook niet door de instelling of medewerkers gratis verstrekt of verspreid. De participerende organisaties en hun medewerkers nemen geen reclamemateriaal, gratis monsters van babyvoeding of cadeautjes aan; evenmin worden deze verspreid door deze organisaties.

8 8 INLEIDING De participerende organisaties zijn van mening dat als de ouders een bewuste keuze hebben gemaakt voor kunstmatige zuigelingenvoeding, deze uiteraard gerespecteerd dient te worden. Het niet door de cliënt expliciet uiten van de wens kunstmatige zuigelingenvoeding te gaan geven, wordt door de kraamzorgverpleegkundige en kraamverzorgende opgevat als een vanzelfsprekende keuze voor borstvoeding. Aandachtgebieden In het borstvoedingsbeleid zijn onder andere de volgende aandachtsgebieden opgenomen: voorlichting over borstvoeding in de prenatale periode; voorlichting en begeleiding van borstvoeding tijdens de kraamperiode en daarna; motivering van de ouder(s) tijdens de prenatale periode en in de kraamperiode; scholing en advisering van alle medewerkers over borstvoeding. Praktijk Het bepalen van het borstvoedingsbeleid en de introductie van de richtlijn is de verantwoordelijkheid van de lactatiekundige(n). Na de introductie bij de nu aanwezige zorgmedewerkers, zal de lactatiekundige de borstvoedingsrichtlijn een vaste plaats geven in het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers. De continuïteit van de kwaliteit van zorg voor borstvoeding wordt ook door haar bewaakt. Elke medewerker in de zorg krijgt deze richtlijn, in handzaam formaat, in haar bezit. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij werken volgens deze richtlijn, tenzij de verloskundige/(huis)arts/kinderarts een ander beleid voorschrijft. Om te komen tot een optimale acceptatie van deze richtlijn, is het concept ter beoordeling voorgelegd aan (delegaties van) alle betrokken disciplines en aan de stichting Zorg voor Borstvoeding. Om de richtlijn up to date te houden, wordt het elke twee jaar geëvalueerd binnen het Netwerk Lactatiekundigen Stad Utrecht & Omgeving en tegen de achtergrond van de actuele ontwikkelingen gehouden. Structuur van de richtlijn De richtlijn is gebaseerd op de internationaal breed aanvaarde beleidsuitgangspunten: de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding en de Zeven Stappen voor ondersteuning van borstvoeding in de JeugdGezondheidsZorg. Deze beleidsuitgangspunten worden uitgewerkt in de hoofdstukken 1 t/m 6. In de hoofdstukken 7 t/m 10 wordt ingegaan op praktijksituaties. Ter informatie zijn twee hoofdstukken toegevoegd over Borstvoeding en Leefstijl en Borstvoeding en Anticonceptie : paragraaf 11 en 12. De hoofdstukken zijn opgebouwd uit een of meerdere paragrafen waarbij een zelfde structuur is gehanteerd: doelstelling, algemeen (met achtergrondinformatie), zorgprobleem en zorgactie(s). Als laatste is een aantal bijlagen toegevoegd.

9 9 INLEIDING Hoewel er veel over elk onderdeel geschreven kan worden, is alleen de meest concrete (achtergrond) informatie weergegeven, van belang voor zorgverleners. De zorgacties zoals beschreven in deze richtlijn worden door de betrokken medewerkers verricht, tenzij expliciet een andere functionaris is vermeld. Wij hopen dat deze borstvoedingsrichtlijn in de komende jaren haar bijdrage kan leveren aan een goed borstvoedingsklimaat, zodat borstvoeding een zo goed mogelijke start maakt, waardoor een zo groot mogelijke kans bestaat dat de baby (in het eerste halfjaar) uitsluitend de natuurlijke en volledige voeding ontvangt die uniek van samenstelling is en noodzakelijk is voor zijn/haar ontwikkeling. Netwerk Lactatiekundigen Utrecht Stad & Omgeving Begin 2003 werd de wens uitgesproken door het management AZ, MMC, TSU en Vitras om samen te werken op het gebied van de Zorg voor borstvoeding om uiteindelijk te komen tot keten zorg: een Regionaal Zorgprogramma Borstvoeding. Op 31 maart 2003 werd een initiatiefbijeenkomst gehouden waarvoor de lactatiekundigen van de betreffende organisaties waren uitgenodigd evenals een vertegenwoordiging van de vakgroep kindergeneeskunde van de toenmalige Antonius MesosGroep(AMG). Het resultaat van deze bijeenkomst was de start van het project Netwerk Lactatiekundigen Utrecht Stad & Omgeving. Dit project werd tot 2010 begeleid door het Project bureau Rhijnhuysen, waarbij het de opdracht had meegekregen: Ontwikkel en implementeer een richtlijn borstvoeding, scholing- en voorlichtingsprogramma (gerelateerd aan de 10 vuistregels en de 7 stappen JGZ van de stichting Zorg voor Borstvoeding ) ten behoeve van Het Regionaal Zorgprogramma Borstvoeding met als eindresultaat het behalen van het UNICEF/WHOcertificaat per participerende organisatie. Het borstvoedingsprotocol: Identiteit en kwaliteit 2002 RST Zorgverleners van de Reformatorische Stichting Thuiszorg (RST) heeft als uitgangspunt gediend bij het ontwikkelen van deze onderhavige in e herziene versie Richtlijn Begeleiding bij Borstvoeding. Inmiddels in 2012 participeren de volgende instellingen: St. Antonius Ziekenhuis Diakonessenhuis GG&GD Utrecht Thuiszorgorganisatie Vitras/CMD TSN-kraamzorg UMC Utrecht locatie WKZ Verloskundigen Praktijk Zeist YUNIO Kraamzorg regio Utrecht Utrecht, juni 2012 Voor het reglement van het Lactatiekundig Netwerk Utrecht Stad & Omgeving. zie bijlage VII.

10 10 A SCHOLINGSBELEID TEN AANZIEN VAN BORSTVOEDING A scholingsbeleid ten aanzien van BORSTVOEDING Vuistregel 2 + stap 2 in de JeugdGezondheidsZorg: Alle betrokken medewerkers leren de vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid. Doelstelling Alle betrokken medewerkers in de kraam- en kindzorg (kraamverzorgenden, kraamzorgverpleegkundigen, obstetrie&gynaecologie verpleegkundigen, kinderverpleegkundigen, verpleegkundigen JGZ, consultatiebureauartsen, verloskundigen en kinderartsen): leren de vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het borstvoedingsbeleid; worden regelmatig bijgeschoold om hun kennis en vaardigheden up to date te houden. Algemeen De deelnemende organisaties bieden elke nieuwe medewerker een bijscholing Borstvoeding aan. Daarna wordt regelmatig een opfriscursus over borstvoeding gegeven aan medewerkers. De medewerker krijgt periodiek schriftelijke informatie over borstvoeding toegestuurd. Probleem Alle betrokken medewerkers hebben behoefte aan een eenduidig beleid op het gebied van borstvoeding en de uitvoering hiervan. Procedure De nieuwe medewerker ontvangt tijdens de inwerkperiode de borstvoedingsrichtlijn; Binnen zes maanden na indiensttreding wordt de medewerker de bijscholing borstvoeding aangeboden; De cursus wordt aangeboden aan alle betrokken medewerkers in de kraamen kindzorg: Voor medewerkers met een meer-urencontract is de bijscholing verplicht; Aan medewerkers met een 0-urencontract wordt de bijscholing (dringend) aanbevolen. De cursus wordt gegeven door verpleegkundigen, artsen en/of lactatiekundige. De cursus duurt 1 dag en circa 3 uur thuisstudie. De cursus wordt afgesloten met een toets. De toets wordt thuis gemaakt met een open boek. De medewerker ontvangt bij een positief resultaat van de toets het certificaat Borstvoeding. Dit certificaat wordt uitgereikt door de instelling zelf. Het cursusmateriaal is ontwikkeld met als leiddraad het boek Begeleiding bij Borstvoeding van Adrienne de Reede. De cursisten wordt aangeraden dit boek aan te schaffen; De instellingen zijn zelf verantwoordelijk om jaarlijk hun vaste medewerkers (kraamverzorgenden, verpleegkundigen en artsen) om de borstvoedingskennis up-to-date te houden.

11 11 VOORLICHTING EN VOORBEREIDING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP B RICHTLIJN 1 voorlichting en VOORBEREIDING tijdens de ZWANGERSCHAP Vuistregel 3 + stap 3 in de JeugdGezondheidsZorg: Alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en praktijk van borstvoeding geven. Doelstelling De aanstaande ouders zijn voorgelicht over de voordelen van borstvoeding en voorbereid op de wijze waarop ze hun baby gaan voeden. Algemeen De aanstaande ouders kiezen zelf op welke manier ze hun baby gaan voeden. Het is de taak van de zorgverleners daarover heldere voorlichting te geven zodat zij komen tot een persoonlijke, weloverwogen keuze. Tijdens de zwangerschapscontrole dient de verloskundige/(huis)arts/gynaecoloog aandacht te besteden aan de voeding van de baby. Een positieve keuze voor borstvoeding verdient ondersteuning door nadere uitleg over de voordelen van uitsluitend moedermelk tot ongeveer 6 maanden. Tevens dient men praktische informatie te geven en adressen waar ouders voor meer ondersteuning terecht kunnen. Daarbij mogen de zorgverleners niet de indruk wekken dat kunstmatige zuigelingenvoeding, wat betreft samenstelling, gelijkwaardig is aan borstvoeding. Het is van belang dat de voorlichting tijdens de zwangerschap leidt tot een weloverwogen voedingskeuze op grond van voldoende en feitelijke informatie. Het uiteindelijke besluit verdient uiteraard respect. Prenatale Borstvoeding Anamnese (PBA) Bij een goede begeleiding van de borstvoeding is een PBA van belang. Tijdens de intake door de kraamverzorgende van de kraamzorgorganisatie en door de verloskundige van de verloskundigepraktijk is het gewenst dat de PBA afgenomen. Hierin is aandacht voor: voorlichting omtrent de voordelen van borstvoeding; voorlichting omtrent de praktijk van borstvoeding; lichamelijke aspecten zoals vlakke/ingetrokken tepels, borstoperatie, diabetes etc.; emotionele aspecten, zoals opgedane ervaringen met een eerder kind; psychosociale aspecten, persoonlijke belevingen, overtuigingen; adressen van organisaties voor meer ondersteuning; voldoende feitelijke informatie om tot een weloverwogen voedingskeuze te komen; respect voor de voedingskeuze.

12 12 VOORLICHTING EN VOORBEREIDING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Algemene voorlichtingsbijeenkomst De aanstaande ouders worden uitgenodigd voor het bijwonen van een van de voorlichtingsavonden over borstvoeding die tenminste drie maal per jaar worden georganiseerd door de betrokken ziekenhuizen, jeugdgezondeheidszorg en kraamzorgorganisaties. De bekendmaking van deze bijeenkomsten vindt plaats door middel van een advertentie in de regionale nieuwsbladen en aanplakbiljetten in de wachtkamers van de betrokken verloskundigenpraktijken/ poliklinieken (ziekenhuizen) en consultatiebureaus. Tijdens deze bijeenkomsten wordt algemene voorlichting gegeven over het geven van borstvoeding. Het doel van deze voorlichtingsbijeenkomsten is om ouders een weloverwogen voedingskeuze te laten maken. Inhoud voorlichting informatie over borstvoeding: de beschermende werking van colostrum; de unieke samenstelling en beschermende werking van moedermelk; de gezondheidsvoordelen voor de baby bij uitsluitend borstvoeding gedurende de eerste 6 maanden; de gezondheidsvoordelen voor de moeder; de emotionele waarde van het geven van borstvoeding; de bevrediging van zuigbehoefte van de baby. informatie over de praktische kant van borstvoeding: de zuigreflex; het voeden op verzoek (zie paragraaf 3.4); rooming-in (zie paragraaf 3.3); vraag en aanbod van melkproductie (zie paragraaf 3.4); het aanleggen van de baby; de voedingshoudingen en het aanleggen van de baby (zie paragraaf 3.1); extra ondersteuning door informatieavonden, minicursussen van borstvoedings- organisaties VBN, LLL, (zie paragraaf 6.1); borstvoeding en werk/studie buitenshuis. informatie over de borsten: vlakke/ingetrokken tepel; tepelvoorbereiding; zorgdragen voor een goede hygiëne. informatie over kunstmatige zuigelingenvoeding: het verschil tussen borstvoeding en kunstmatige zuigelingenvoeding; het verschil in zuigtechniek. Zorgprobleem De aanstaande ouders hebben geen of onvolledige informatie ontvangen omtrent voedingsmogelijkheden; De aanstaande ouders hebben geen voedingsbesluit genomen.

13 13 VOORLICHTING EN VOORBEREIDING TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Zorgacties De verloskundige/(huis)arts/gynaecoloog: besteedt aandacht aan de voedingskeuze tijdens de zwangerschapscontroles; heeft schriftelijk vastgelegd hoe de inhoud en logistiek van de prenatale voorlichting over borstvoeding is geregeld; attendeert op de mogelijkheden voor extra ondersteuning door lactatiekundigen; attendeert op de mogelijkheden voor informatie door de borstvoedingsbegeleidingsgroepen van VBN en LLL. De lactatiekundige van de betrokken ziekenhuizen/kraamzorgorganisaties en jeugdgezondheidszorg: organiseert tenminste drie maal per jaar een voorlichtingsbijeenkomst over de keuze borstvoeding/kunstvoeding voor aanstaande ouders; geeft extra ondersteuning op verzoek. De administratie van de kraamzorgorganisatie stuurt bij inschrijving toe de folder 2 x 10 dingen die je moet weten over borstvoeding ; Stichting Zorg voor Borstvoeding. De kraamzorgverpleegkundige: neemt tijdens de intake (3 e trimester) de PBA af; noteert bijzonderheden, met toestemming van de zwangere vrouw, op het registratieformulier en/of in het Zorgplan Kraamzorg; geeft aan de zwangere vrouw, die besloten heeft borstvoeding te gaan geven en aan de zwangere vrouw die nog geen keuze heeft kunnen maken, voorlichting, informatie en advies aan de hand van de checklist, over: de voordelen van borstvoeding; de praktijk van borstvoeding geven; de voorbereiding van de borsten. wijst de zwangere vrouw op de informatie over borstvoeding in het Kraamzorgdossier/Groeigids; geeft de zwangere vrouw de folder de eerste weken en meer weten over borstvoeding van borstvoedingsorganisatie VBN/LLL; attendeert de zwangere vrouw op minicursussen VBN en LLL; attendeert de zwangere vrouw op de mogelijkheden voor extra ondersteuning door lactatiekundigen.

14 14 BORSTVOEDING NA DE BEVALLING 2 BORStvoeding na de bevalling Vuistregel 4: Moeders worden binnen 1 uur na de geboorte van hun kind geholpen met het geven van borstvoeding. Doelstelling Ongestoord huid op huid contact direct na de bevalling bevordert het hechtingsproces tussen moeder en kind; Door gebruik te maken van de sterke zoek-en-zuigreflex van de baby binnen 1 uur na de geboorte komt de melkproductie sneller op gang. Algemeen Direct na de geboorte is het lichaamscontact tussen de moeder en de baby erg belangrijk. Beiden verkeren in optimale alertheid en zoeken intensief contact met elkaar. De meeste pasgeborene vertonen duidelijk zoek- en zuiggedrag en vinden na enige tijd zelf de borst, soms is hulp welkom. Kennismaking en contact tussen beiden blijven het belangrijkste. Het aanleggen van de baby binnen 1 uur na de geboorte heeft een positieve invloed op: de baarmoedercontracties, waardoor de uitdrijving van de placenta wordt bevorderd en het bloedverlies afneemt; het hechtingsproces (huid op huidcontact); het stimuleren van hormoonafgifte (huid op huidcontact); de zoek- en zuigreflex van de baby, die het sterkst is tot ongeveer 1 uur na de geboorte; de directe intake van alle immunologische voordelen van colostrum; het voorkomen van fysiologische geelzucht: colostrum heeft een laxerende werking zodat het bilirubinerijke meconium wordt uitgescheiden voordat de bilirubine wordt geresorbeerd in het bloed van de baby; het oefenen van de zuigtechniek alvorens de borsten voller zijn de toename van melkproductie. Zorgprobleem Onrust en spanning in het eerste kennismakingscontact kan de zoek- en zuigreflex verstoren en de hormoonafgifte belemmeren, waardoor de melkproductie wordt vertraagd; Na de eerste kennismaking heeft de moeder hulp nodig om de baby aan de borst te leggen; De scheiding van moeder en baby kan de relatie en de voeding bemoeilijken.

15 15 BORSTVOEDING NA DE BEVALLING Zorgacties zorg voor emotionele begeleiding in de periode voor, tijdens en na de partus. leg de gezonde baby, afgedroogd en toegedekt, direct (doch uiterlijk binnen 1 uur) na de geboorte op de blote buik van de moeder; het lichaam van de moeder is een ideale warmtebron; stimuleer de moeder om de baby aan te leggen, observeer deze vaardigheid en bied zonodig hulp aan. Algemene adviezen zorg voor een rustig en ongestoord contact tussen ouder(s) en baby (adviseer de ouders bijvoorbeeld te wachten met bellen naar familie en vrienden) respecteer de privacy van de ouder(s); de baby en de moeder blijven tijdens de verzorging in directe nabijheid van elkaar; na een gecompliceerde bevalling duurt de scheiding tussen de moeder en de baby zo kort mogelijk.

16 16 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD 3 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD 3.1 FYSIOLOGIE EN OPBOUW VAN DE MELKPRODUCTIE 3 3 Bronnen: Begeleiding bij borstvoeding; A. de Reede, 2009; ISBN Medication and Mothers Milk, ed. 2010,- Thomas Hale, Ph.D. Borstvoeding: hoe werkt het?; VBN via Vraagbaak borstvoedingsarchief; Nanny Gortzak via Doelstelling De zorgverlener heeft kennis van de fysiologische factoren die de melkproductie beïnvloeden. Zij is tevens op de hoogte van de wisselwerking tussen psychische en fysiologische factoren die nodig is voor een ongecompliceerde borstvoedingservaring. Algemeen Voor het welslagen van de borstvoeding is het nodig dat ouders goed worden begeleid. Deze begeleiding bestaat uit het verstrekken van de juiste informatie en het bieden van ondersteuning bij problemen. Anatomie van de borst De borsten bestaan uit klierweefsel, vet en ondersteunend bindweefsel. Ongeveer 15 tot 25 trossen melkliertjes, de alveoli, monden uit in melkkanalen. Een aantal melkkanalen voegen zich zoals de wortels van een boom samen, zodat de tepel uiteindelijk minder melkopeningen heeft dan er klierweefselsegmenten in de borst zijn. Zowel de tepel als de tepelhof zijn rijkelijk voorzien van zenuwen. Deze gevoeligheid is van groot belang omdat daardoor de reflexen van het voeden gestuurd worden. Rond de tepelhof bevinden zich de klieren van Montgomery: het zijn talgkliertjes die de huid van tepel en tepelhof soepel houden tijdens de borstvoedingsperiode door extra vetafscheiding. Klierweefsel bestaande uit alveoli en kleine melkkanaaltjes (ducti) Vet tussen het klierweefsel Klierweefsel Vet onder de huid Melkkanaaltje Tepelhof Tepel met verschillende kanaalopeningen Fysiologie van de melkproductie Tijdens de laatste zwangerschapsmaanden hebben veel vrouwen last van vochtafscheiding uit de borsten. Anderen hebben hier totaal geen last van en het zegt niets over de mate van succes bij het geven van borstvoeding. Pas na de geboorte van de baby en de placenta kan de melkproductie echt beginnen. Hormonen en reflexen spelen hierbij een grote rol:

17 17 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD Prolactine Op de eerste plaats gaat het om prolactine, het hormoon dat nodig is voor de aanmaak van moedermelk uit bloed. Tijdens de zwangerschap is het gehalte aan prolactine ongeveer 20 keer zo hoog als daarvoor. Na de bevalling houden borstvoedende moeders gedurende de eerste weken een hoge prolactinespiegel. Deze hogere waarde neemt geleidelijk af, zodat na ongeveer zes maanden het prolactinegehalte nog maar weinig verhoogd is. Toch kan ze nog volop borstvoeding geven. Dit geeft aan dat de melkproductie niet afhankelijk is van de hoogte van de prolactinespiegel. Vraag en aanbod Voor een goede melkproductie is het veel belangrijker dat de voeding regelmatig wordt afgenomen. Hoe vaker de baby drinkt, hoe meer melk er aangemaakt wordt. Veel vraag stimuleert het aanbod. Als de borsten niet regelmatig effectief geleegd worden, treedt er spanning op in het melkklierweefsel. Vooral gedurende de eerste periode na de bevalling mogen de borsten niet te vol blijven. In de moedermelk zelf lijkt dan een opeenhoping van peptiden te ontstaan die de productie van moedermelk belemmeren. Dit mechanisme wordt de belemmeringfactor genoemd. De productie neemt af en in ernstige gevallen kan er zelfs atrofie van het melkklierweefsel ontstaan. Naast de afremming van de melkproductie wordt door spanning in de borst ook de toeschietreflex belemmerd: de spiercellen die de voeding naar buiten moeten stuwen, kunnen zich niet meer krachtig samentrekken. Oxytocine en de toeschietreflex Bij de moedermelkproductie speelt ook oxytocine een rol. Het wordt gemaakt in de hypofyseachterkwab. Dit hormoon heeft verschillende functies: Het zorgt ervoor dat de geproduceerde melk gegeven kan worden. Onder invloed van oxytocine trekken de spiercellen rond de alveoli zich met kracht samen. De voeding wordt daardoor naar de melkuitgangen in de tepel gestuwd. Dit noemen we de toeschietreflex; Daarnaast veroorzaakt het een gevoel van loomheid bij de moeder waardoor zij gemakkelijker tot rust komt en ontspannen kan voeden; Ook verhoogt het de pijndrempel en bevordert het de hechting aan het kind. Onder invloed van hetzelfde hormoon trekt de baarmoeder zich samen; dit kan de eerste dagen na de bevalling vooral tijdens het voeden leiden tot de klacht van naweeën.

18 18 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD In principe is bij dit hormoon een prikkeling van de tepel de belangrijkste stimulans. Sommige vrouwen ervaren de toeschietreflex vooral in de eerste weken of maanden als een tintelend, prikkelend gevoel, anderen voelen alleen wat spanning in de borst en weer anderen merken niets. De borst waar de baby niet aanligt, kan gaan lekken. Het functioneren van de toeschietreflex kan door emoties beïnvloed worden, zowel in positieve als in negatieve zin. Zo kan de melk spontaan toeschieten bij de gedachte aan de baby en kan het toeschieten belemmerd worden door pijn en spanning. Ook vrouwen die hun melk gedurende langere tijd afkolven, ervaren soms problemen bij het toeschieten van de melk (zie zorgacties bij belemmerde of afwezige toeschietreflex). 4 Bron: Voormelk en achtermelk; Nanny Gortzak 2004 via ecoparents.com/voorachter.html Voormelk en achtermelk 4 Voormelk is de eerste melk die tijdens een voeding gedronken wordt. Het is de melk die al wat langere tijd in de borst zit. Deze melk bevat relatief minder vet dan de achtermelk, de melk die als laatste uit de borst komt. De achtermelk wordt dan ook langzamer verteerd dan de voormelk. De borsten maken voortdurend melk aan. Hierbij geldt dat hoe leger de borst is, hoe sneller er melk wordt aangemaakt. Deze melk wordt opgeslagen in de melkklieren en melkkanalen. De melk die net gemaakt is, bevat veel vet. De vetdeeltjes die in de melk voorkomen en die de melk calorierijk maken, plakken aan elkaar of aan de wanden van de melkproducerende cellen. Wanneer de borst niet geleegd wordt, dan wordt dit vet geleidelijk weer opgenomen in het omringende borstweefsel. Hierdoor wordt de melk minder vet. Hoe langer de melk in de borst zit, hoe lager het vetgehalte. De baby zal in het begin van een voeding dus eerst de minder vette melk krijgen. Maar door de toeschietreflex komt er nieuwe, vette melk in de borst die zich vermengt met de nog aanwezige melk. Er is dus geen scherpe overgang tussen voor- en achtermelk. Naarmate er echter meer tijd tussen een voeding zit, zal het verschil tussen voormelk en achtermelk groter zijn. Dus: hoe vaker er gevoed wordt, hoe meer vet er nog in de melk zit die zich in de melkkanalen bevindt en hoe sneller de baby deze vettere melk kan drinken. Opbouw van de melkproductie De gezonde, voldragen pasgeborene heeft de eerste dagen voldoende aan het colostrum, totdat de melkproductie goed op gang is. Vaak aanleggen bouwt de melkproductie op en oefent de baby in het drinken (er wordt geen opbouwschema gehanteerd). Hoe lang een baby drinkt, is heel verschillend en kan per voeding wisselen. Hierbij spelen de toeschietreflex, de activiteit en eetlust van de baby een rol. De behoefte aan moedermelk neemt toe als de baby groeit. Vraag en aanbod kunnen daardoor tijdelijk uit balans zijn (zie regeldagen, paragraaf 3.4: voeden op verzoek ).

19 19 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD De melkproductie wordt gestimuleerd door: huid op huid contact; frequent aanleggen, minimaal 8 voedingen per 24 uur (let op voedingssignalen); het legen van de borsten; het geven van nachtvoeding; elke zuigbehoefte van de baby aan de borst te bevredigen; de baby te laten drinken totdat hij voldaan is. Zorgprobleem de moeder is niet op de hoogte van de werking van de borst en de opbouw van de melkproductie. Zorgacties geef de moeder informatie over de werking van de borst, het op gang komen van de melkproductie en het in stand houden daarvan. Algemene adviezen pas de eerder genoemde stimulerende maatregelen toe; als de baby binnen 6 uur na de bevalling niet effectief aan de borst heeft gedronken, starten met kolven (zie hoofdstuk 5). Zorgprobleem Er is sprake van een belemmerde of afwezige toeschietreflex. Zorgacties achterhaal de oorzaak van het probleem door middel van observatie en anamnese; geef de moeder informatie over bevorderende en belemmerende factoren ten aanzien van het toeschieten van de melk. Algemene adviezen zorg voor de nabijheid van de baby (lijfelijk, foto, geluidsopname); zorg voor ontspanning (ontspannen gaan zitten, schouders laten hangen, een paar keer diep in en uit ademen, massage van borst, rug en schouders, iets te eten of te drinken, een muziekje); pas warmte toe (warme douche, een comfortabele warme omgeving, warme kompressen op de borst voor de voeding of de kolfsessie); als er sprake is van pijn, kan een pijnstiller verlichting geven; indien geen verbetering optreedt ondanks deze maatregelen kan oxytocine neusspray (= synthetische vorm van oxytocine) een hulpmiddel zijn. Dit wekt de toeschietreflex op. Vaak is een paar keer al genoeg om het lichaam aan te leren om zelf de toeschietreflex op te wekken. Dit middel moet voorgeschreven worden door een arts.

20 20 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD 3.2 AANLEGTECHNIEK, VOEDINGSHOUDINGEN EN TOEPASSINGEN Doelstelling De moeder kan de baby zelf aanleggen en is op de hoogte van de variabele voedingshoudingen. Algemeen De moeder legt de baby zelf aan. De zorgverlener kan eventueel bijsturen, zodat de moeder zelf ervaart hoe ze de baby naar zich toe kan brengen. Het aanleren van een goede aanlegtechniek en -houding bevordert de zelfredzaamheid en geeft vertrouwen in het geven van borstvoeding. Belangrijk is om de eerste dagen dezelfde voedingshouding te kiezen die past bij de situatie. Een ontspannen houding met voldoende ondersteuning voor moeder en baby is het uitgangspunt. De techniek van het aanleggen De baby is goed aangelegd als de mondholte gevuld is met borstweefsel en de tepelhof in het verlengde van de tepel ligt. De tong maakt peristaltische, ritmische golfbewegingen onder de tepel en tepelhof, waardoor een vacuum ontstaat waardoor de melk gaat stromen. Zodra de mond gevuld is met melk, slikt de baby en haalt vervolgens adem. Deze cyclus herhaalt zich eens per seconde. Juiste positie van de tepel in de mond Goed aangelegd De baby is goed aangelegd als deze drinkt met de mond wijd open en deze mooi sluit rond de tepel en een groot deel van de tepelhof. De lippen zijn naar buiten gekruld en de tong ligt onder de tepelhof en is zichtbaar voor de hulpverlener. De kin drukt iets in, zodat het neusje de borst raakt, maar niet indrukt. De wangen zijn bol, de baby smakt niet en de moeder heeft geen pijn. Na het snelle, ritmische zuigen, om de toeschietreflex op te wekken, verandert het zuigpatroon in diepe regelmatige teugen en drinkt de baby echt melk. Slikken is te zien en te horen. De kaakspieren zijn volop in beweging. Het rustige tempo van zuigen, slikken en ademen blijft zich in een vaste volgorde herhalen totdat opnieuw de melk toeschiet. Aan het eind van een voeding worden de pauzes langer, voelt de borst soepel aan, is de baby tevreden en laat zelf los. C-greep Aandachtspunten een ontspannen en goed gesteunde lichaamshouding voor moeder en kind; de baby ligt met het hoofd en lichaam in een lijn, buik tegen buik; de moeder ondersteunt haar borst met 4 vingers onder de borst en de duim aan de bovenkant (= C-greep; de tepel wijst dan recht naar voren > zie tekening C-greep); de baby heeft de mond ter hoogte van de tepel; de tepel wijst richting bovenlip, zodat de tong onder de tepelhof komt; de zoekreflex wordt gestimuleerd door met de tepel het onderlipje te prikkelen, totdat de baby de mond wijd opent (hapreflex) en kan aanhappen; pas als de mond wijd open is, trekt de moeder de baby dichter tegen zich aan; de baby wordt naar de borst gebracht;

21 21 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD wanneer het neusje in het borstweefsel lijkt te verdwijnen, wordt de houding van de baby gecorrigeerd door de heupjes dichter naar de moeder te brengen; de snelle zuigbewegingen om de toeschietreflex op gang te brengen en het oprekken van tepel/tepelhof kan tijdelijk gevoelig zijn; bij aanhoudende pijn wordt het vacuüm verbroken (pink in de mondhoek) en opnieuw aangelegd; sommige pasgeborene hebben de eerste dagen voldoende aan 1 borst, ze drinken zeer frequent (10-12 keer per 24 uur) maar al gauw zijn ze in staat om 2 borsten leeg te drinken; biedt altijd 2 borsten aan. Voedingshoudingen Madonnahouding Madonnahouding voeden in zittende houding, ook: madonnahouding een rechtop zittende houding, de baby ligt op de onderarm; een kussen op schoot brengt de baby op de goede hoogte (mond tegenover de tepel); de arm van de baby achter de rug van de moeder, de baby in zijligging tegen de moeder aan (buik tegen buik). toepassingen: algemene houding. Zijligging doorgeschoven in zittende houding, ook: Engelse houding een zittende houding, de baby ligt op rechterarm en de moeder steunt het hoofd met de rechterhand; de linker borst wordt aangeboden door linkerhand. toepassingen: beginhouding waarbij de moeder goed kan bijsturen. liggend op de zij voeden de moeder ligt goed op haar zij, eventueel gesteund door een kussen in de rug/knieën; de schouder onder het kussen; de baby ligt op de zij, met de buik tegen de buik van de moeder aan; samen vormen zij een V; de tepel zit ter hoogte van de mond van de baby; zodra de baby aanstalten maakt om te happen, de vrije arm gebruiken om de baby dichterbij te brengen; een opgerolde handdoek als rugsteuntje voor de baby gebruiken. toepassingen: in de beginsituatie; bij een nachtvoeding; na een sectio; als de moeder last heeft van hechtingen.

22 22 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD Bakerhouding zittend voeden met de baby onder de arm, ook: baker/rugbyhouding een rechtop zittende houding; een kussen naast en gedeeltelijk op de schoot van de moeder; de baby ligt op een kussen naast de moeder, met de beentjes onder de arm van de moeder door; de onderarm ondersteunt de rug van de baby en het hoofdje rust in de hand van de moeder. toepassingen: bij zware borsten; bij vlakke tepels; na een sectio; bij stuwing; bij een moeilijk drinkende baby (ziek, prematuur, baby met neurologische afwijkingen, syndroom van Down). zittend met de baby rechtop op schoot een rechtop zittende houding, de baby zit rechtop op schoot; eventueel een kussen op schoot bij de moeder om de baby op de goede hoogte te brengen; de baby drinkt in zittende positie; de kaak van de baby wordt ondersteund door de rechterhand en het hoofdje door de linkerhand. toepassingen: bij een te grote melkproductie; bij een heftige toeschietreflex; bij een kind met schisis, syndroom van Down, prematuur; als het kind een luchtweginfectie heeft. Rugligging liggend op de rug voeden de moeder ligt op de rug; de baby ligt op de buik van de moeder waarbij het hoofdje van de baby wordt ondersteund. toepassingen: bij een heftige toeschietreflex; bij een te grote melkproductie. Biological Nurturing (BN) Moeder leunt ontspannen achterover en de baby ligt op zijn buik over de buik van zijn moeder. Het lichaam van de moeder ondersteunt de hele voorzijde van de baby, beiden zijn ontspannen waarbij aangeboren (voedings-)reflexen gestimuleerd worden en de baby meestal in staat is om zichzelf goed aan te leggen. De houding van de moeder maakt dat ze zelf ontspant, wat voeden prettiger en beter laat verlopen. Biological Nurturing BN is eenvoudig en makkelijk toe te passen. Als moeders geen instructie krijgen over voedingshoudingen is het een manier van voeden die ze van nature zelf kiezen. Vanuit biologisch standpunt gezien hebben zowel moeders als baby s een aangeboren vermogen tot borstvoeding. Bij BN maak je gebruik van dit natuurlijke vermogen.

23 23 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD Zorgprobleem de moeder is niet op de hoogte van de juiste aanlegtechniek en de verschillende voedingshoudingen. Zorgacties geef de moeder informatie over de juiste aanlegtechniek en de verschillende voedingshoudingen; bied (binnen 6 uur na de bevalling) nogmaals assistentie aan bij het aanleggen van de baby aan de borst; draag zorg voor zorgvuldige observatie en rapportage van: de voedingshouding, de aanlegtechniek; de zuigtechniek van de baby (beweging van de wangen, tongbeweging, tong over de onderkaak, drinkgeluiden, zuigkracht); het contact tussen moeder en kind (indien mogelijk huid op huidcontact). Algemene adviezen wees geduldig tijdens de begeleiding van borstvoeding (eerste dagen zijn oefendagen); stimuleer de moeder om zelf aan te leggen en complimenteer haar; zorg voor een ontspannen houding en omgeving, zodat alle aandacht gericht is op moeder en baby (vermijd te veel prikkels, telefoon, bezoek, et cetera.); moeder en baby blijven zoveel mogelijk bij elkaar (zie paragraaf rooming-in, paragraaf 3.3); als de baby binnen 6 uur post partum niet efficiënt aan de borst heeft gedronken, starten met kolven (zie hoofdstuk 5).

24 24 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD 3.3 ROOMING-IN Vuistregel 7: Moeder en kind mogen dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven. Doelstelling Door rooming-in zijn moeder en baby dag en nacht samen. De moeder herkent en begrijpt de signalen van de baby en reageert op de behoefte aan lichaamscontact en voeding. Het samenzijn bevordert de hechting, zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de moeder. Algemeen Moeder en kind verblijven vanaf de geboorte dag en nacht in dezelfde kamer. Pasgeboren baby s verkeren in een staat van afwisselend lichte en diepe slaap en perioden van wakker zijn. Een baby die wil drinken zal zuigbewegingen maken en de handjes naar de mond brengen en als laatste gaan huilen. Voor het geven van borstvoeding is het nodig om deze signalen te herkennen en de Baby naar behoefte te voeden. Ook als moeder en baby gescheiden zijn door extra zorg, is het belangrijk om het samenzijn te bevorderen. Voordelen van rooming-in bevordert de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de moeder; bevordert het herkennen en inspelen op voedingssignalen; bevordert het voeden op verzoek (8-12 keer per 24 uur); stimuleert de melkproductie; hierdoor vermindert de kans op stuwing; hierdoor vermindert de kans op geelzucht (icterus) door de laxerende werking van colostrum; hierdoor leert de baby drinken aan een zachte, soepele borst; het voortdurend samenzijn vormt een belangrijke basis voor de verzorging. 1 Uit: Borstvoeding Natuurlijk ; G. de Jonge, kinderarts: borstvoeding en veilig slapen, nr 1, 2004 Veiligheid 1 Rooming-in betekent dat de baby in de directe nabijheid van de moeder verblijft. Maar in het kader van de veiligheid slaapt de baby zeker de eerste 5 maanden niet samen met de ouders in één bed. Na de voeding wordt de baby teruggelegd in de wieg (maar niet onder een dekbedje) die op de slaapkamer van de ouders staat. Het samen slapen in één bed verhoogt het risico voor een plotseling, onverwacht overlijden van een zuigeling, jonger dan vijf maanden. Dit risico wordt extra groot in combinatie met een of meer van de volgende omstandigheden: er is tevoren alcohol gedronken; er is een slaapmiddel gebruikt; er is door de ouder(s) gerookt; een samenslapende ouder is zwaarlijvig (dik).

25 25 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD Zorgprobleem de ouder(s) zijn niet op de hoogte van de voordelen en het in de praktijk brengen van rooming-in; de moeder en de baby zijn gescheiden doordat een van beiden extra zorg nodig heeft. Zorgacties geef informatie over: rooming-in met betrekking tot de voedingssignalen en het voeden op verzoek, ook in de nachturen; veiligheid in bed (waterbed), ventilatie, warmte, roken; verzorging van de baby en stimuleer ouder(s) om hun baby zelf te verzorgen. als moeder en baby gescheiden zijn, oplossingen zoeken om het samenzijn te realiseren of na te bootsen (foto, videoverbinding, geurdoekjes, etc.) en de melkproductie te verhogen en in stand te houden (kolven; zie hoofdstuk 5).

26 26 BORSTVOEDING IN DE KRAAMTIJD 3.4 VOEDEN OP VERZOEK Vuistregel 8: Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd. Doelstelling De baby krijgt borstvoeding op verzoek en er worden geen beperkingen opgelegd in tijdsduur en frequentie. Algemeen Borstvoeding is een proces van vraag en aanbod. De voortgang van de melkproductie is afhankelijk van een regelmatige afname. Een actieve baby bepaalt zelf de frequentie en het volume van de inname. Er zijn baby s die met name na een gecompliceerde partus, zelf niet om een voeding vragen. Voor deze baby s geldt een minimale inname van 8 voedingen. Bij het hanteren van een voedingsschema loopt de baby het risico te weinig colostrum te krijgen en daardoor slaperig en geel (icterisch) te worden. De moeder heeft dan meer kans op stuwing, kloven, onvoldoende melkproductie en borstontsteking. Baby s die op verzoek gevoed worden, nemen in de eerste weken sneller in gewicht toe. Ook bij voeden op verzoek ontstaat een voorspelbaar voedingsritme, meestal 6-8 voedingen per 24 uur. Aandachtspunten bij voeden op verzoek: 0-10 dagen na de geboorte: leg de baby binnen 1 uur na de geboorte aan; zorg voor rooming-in (zie paragraaf 3.3); voed minimaal 8 x per 24 uur; let op hongersignalen van de baby (zie paragraaf 3.3); overdag: maximaal 3 uur pauze tussen de voedingen; s nacht: maximaal 5 uur pauze tussen de voedingen; bied beide borsten aan; bij meer dan 10 tot 12 voedingen per 24 uur kan volstaan worden met 1 borst per voeding; bevredig elke zuigbehoefte aan de borst. na 10 dagen na de geboorte: voed op verzoek zonder beperkingen in tijdsduur en frequentie; de baby bepaalt zelf de voedingsduur; zorg voor rooming-in (zie paragraaf 3.3); minimaal 6 x per 24 uur; bied beide borsten per voeding aan om te voorkomen dat er te lange tijd tussen de voedingen zit; laat de eerste borst goed leeg drinken tot de baby de borst loslaat en wissel van borst zodra het regelmatige drinken vertraagt en de borst soepel aanvoelt. Verschoon de baby en bied de tweede borst aan. na 4 tot 8 weken: voed op verzoek; minimaal 6 voedingen tot een gewicht van gram;

Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven

Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven Borstvoeding Benodigdheden Voedingskussen/kussen Moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven De baby wordt,wanneer de toestand van het kind dit toelaat, op

Nadere informatie

Het is belangrijk dat de baby binnen 1 uur na de geboorte aan de borst wordt gelegd

Het is belangrijk dat de baby binnen 1 uur na de geboorte aan de borst wordt gelegd Borstvoeding Het LangeLand ziekenhuis is in het bezit van het keurmerk van Baby Friendly Nederland. Dit houdt in dat wij werken volgends de 5 standaarden van Baby Friendly. Het is belangrijk dat de baby

Nadere informatie

Borstvoedingsbeleid New Care Kraamzorg

Borstvoedingsbeleid New Care Kraamzorg Borstvoedingsbeleid New Care Kraamzorg New Care Kraamzorg hanteert dit borstvoedingsbeleid wat gebaseerd is op de 10 vuistregels die de WHO (Wereldgezondheidsorganistatie) en UNICEF hebben ontwikkeld voor

Nadere informatie

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding U gaat naar huis, samen met uw baby naar uw eigen vertrouwde omgeving. In deze folder kunt u meer lezen over het geven van borstvoeding. U kunt

Nadere informatie

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING Waarom kiezen voor borstvoeding Voordelen voor de baby Voordelen voor de moeder Nadelen?... Basis van borstvoeding Borstvoeding, een kwestie van hormonen: Toeschietreflex oxytocine

Nadere informatie

B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o

B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o Standaard 1 Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting, Ketenzorg B1.1 Hanteert de organisatie een beleid met betrekking tot voeding en voorlichting over pijnbestrijding bij de partus waarin alle

Nadere informatie

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding Zorg voor borstvoeding certificering Postbus 2047 2930

Nadere informatie

checklist borstvoeding

checklist borstvoeding checklist borstvoeding Inleiding U gaat binnenkort bevallen, of u bent bevallen en verblijft samen met uw kind in het OLVG (op de kraam- of kinderafdeling). U heeft besloten borstvoeding te gaan geven.

Nadere informatie

Signalen dat het kind niet goed is aangelegd Voeden: hoe lang en wanneer

Signalen dat het kind niet goed is aangelegd Voeden: hoe lang en wanneer Borstvoeding Als de baby zijn voeding uit de borst krijgt, noemen we dit borstvoeding. De voedingsstoffen in borstvoeding zijn precies afgestemd op wat de baby nodig heeft. Borstvoeding beschermt de baby

Nadere informatie

Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting (indien de organisatie zwangeren bereikt), Ketenzorg

Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting (indien de organisatie zwangeren bereikt), Ketenzorg Standaard 1 Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting (indien de organisatie zwangeren bereikt), Ketenzorg B1.1 Hanteert de organisatie een beleid met betrekking tot voeding en voorlichting over

Nadere informatie

Borstvoeding in het SKB

Borstvoeding in het SKB 1/7 Verloskunde Borstvoeding in het SKB Inleiding Borstvoeding is de beste start voor uw baby. Medewerkers van de afdeling Vrouw-kind in het SKB zullen daarom het geven van borstvoeding stimuleren. Hierbij

Nadere informatie

Borstvoeding. borstvoeding. Geachte (aanstaande) ouders,

Borstvoeding. borstvoeding. Geachte (aanstaande) ouders, Borstvoeding Geachte (aanstaande) ouders, U heeft één van de delen van de serie GroeiGids in handen. De GroeiGids bestaat uit zeven handzame boekjes: Kinderwens Zwanger Borstvoeding Kraam 0-4 jaar 4-12

Nadere informatie

AZ Sint-Lucas, een hart voor borstvoeding

AZ Sint-Lucas, een hart voor borstvoeding AZ Sint-Lucas, een hart voor borstvoeding Betrouwbare zorg betekent voor een babyvriendelijk ziekenhuis dat 1. het een beleid heeft over zuigelingenvoeding volgens de internationale borstvoedingsrichtlijnen

Nadere informatie

Praktische informatie bij de start van borstvoeding

Praktische informatie bij de start van borstvoeding Gynaecologie / Verloskunde Kraamafdeling Praktische informatie bij de start van borstvoeding i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Inleiding U gaat uw baby borstvoeding geven; de beste voeding voor

Nadere informatie

BORSTVOEDINGSBELEID. Borstvoedingsbeleid Kraamburo ZorgSaam. Versie 2.1

BORSTVOEDINGSBELEID. Borstvoedingsbeleid Kraamburo ZorgSaam. Versie 2.1 BORSTVOEDINGSBELEID Borstvoedingsbeleid Kraamburo ZorgSaam Versie 2.1 Het borstvoedingsbeleid van Kraamburo ZorgSaam is gebaseerd op de 10 vuistregels die de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) en UNICEF

Nadere informatie

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Kraamzorg en Ziekenhuis

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Kraamzorg en Ziekenhuis Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Kraamzorg en Ziekenhuis Indicatoren Standaard 1 - Beleid, scholing, prenatale informatie en ketenzorg De tekst in licht grijs is niet van

Nadere informatie

B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o

B1.2 Zijn het beleid en aanverwante protocollen in overeenstemming met de meest recente wetenschappelijke inzichten? ja o nee o Standaard 1 Beleid en WHO-code, Scholing, Zwangerenvoorlichting, Ketenzorg B1.1 Hanteert de organisatie een beleid met betrekking tot voeding en voorlichting over pijnbestrijding bij de partus waarin alle

Nadere informatie

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Verloskundige Praktijken

Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Verloskundige Praktijken Uittreksel van de nieuwe Baby Friendly Nederland Standaarden voor Verloskundige Praktijken Indicatoren Standaard 1 - Beleid, scholing, prenatale informatie en ketenzorg De tekst in licht grijs is niet

Nadere informatie

HANDLEIDING BEGELEIDING BIJ BORSTVOEDING 1 E EN 2 E LIJN WERKGROEP BORSTVOEDING AMSTERDAM EN AMSTELLAND

HANDLEIDING BEGELEIDING BIJ BORSTVOEDING 1 E EN 2 E LIJN WERKGROEP BORSTVOEDING AMSTERDAM EN AMSTELLAND HANDLEIDING BEGELEIDING BIJ BORSTVOEDING 1 E EN 2 E LIJN WERKGROEP BORSTVOEDING AMSTERDAM EN AMSTELLAND September 2013 2 LOGO S 3 INLEIDING INLEIDING Vuistregel 1 en stap 1 in de Jeugdgezondheidszorg:

Nadere informatie

Borstvoeding aan de rand prematuur

Borstvoeding aan de rand prematuur 1/7 Vrouw-kindeenheid Borstvoeding aan de rand prematuur Inleiding Met deze folder willen wij u informeren over borstvoeding bij de rand premature baby. Deze borstvoeding kan namelijk anders verlopen dan

Nadere informatie

Uitbreiding & verbreding

Uitbreiding & verbreding Uitbreiding & verbreding De noodzakelijke aanpassingen van het borstvoedingsbeleid voor het ziekenhuis BABY FRIENDLY NEDERLAND April 1, 2016 Opgesteld door: Caroline Kruger Uitbreiding & verbreding De

Nadere informatie

BORSTVOEDING. in een babyvriendelijk ziekenhuis

BORSTVOEDING. in een babyvriendelijk ziekenhuis BORSTVOEDING in een babyvriendelijk ziekenhuis BORSTVOEDING in een babyvriendelijk ziekenhuis Voorwoord Betrouwbare zorg betekent voor een babyvriendelijk ziekenhuis dat we een moedervriendelijk beleid

Nadere informatie

Ketenprotocol. Borstvoeding bij gezonde zuigeling. Auteurs: V. Botterman, J.R. van der Burg, C. Moerman

Ketenprotocol. Borstvoeding bij gezonde zuigeling. Auteurs: V. Botterman, J.R. van der Burg, C. Moerman Ketenprotocol bij gezonde zuigeling Auteurs: V. Botterman, J.R. van der Burg, C. Moerman Datum: 5 oktober 2016 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel

Nadere informatie

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen Borstvoeding Informatie voor kraamvrouwen Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Visie Borstvoeding 3 Voordelen van borstvoeding voor de baby 4 Voordelen

Nadere informatie

Borstvoeding. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? Wanneer voor het eerst voeden?

Borstvoeding. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? Wanneer voor het eerst voeden? Borstvoeding Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom borstvoeding? 1 Wanneer voor het eerst voeden? 1 Hoe moet ik aanleggen? 2 Voedingshoudingen 3 De baby van de borst nemen 3 Tepel-

Nadere informatie

Borstvoeding. de beste start. Informatiebrochure patiënten

Borstvoeding. de beste start. Informatiebrochure patiënten Borstvoeding de beste start Informatiebrochure patiënten 3 1. De beste start...4 2. Voordelen...4 2.1 Voor de baby...4 2.2 Voor de moeder...5 3. Samenstelling van borstvoeding...5 4. Starten met borstvoeding...6

Nadere informatie

INHOUD BORSTVOEDING: PROBLEMEN 1. PROBLEEMSTELLING INLEIDING 25/11/13 BIJ HET AANHAPPEN, GEVOLGEN EN BEHANDELING. Inleiding

INHOUD BORSTVOEDING: PROBLEMEN 1. PROBLEEMSTELLING INLEIDING 25/11/13 BIJ HET AANHAPPEN, GEVOLGEN EN BEHANDELING. Inleiding BORSTVOEDING: PROBLEMEN BIJ HET AANHAPPEN, GEVOLGEN EN BEHANDELING Joke Muyldermans Vroedvrouw MSc, lactatiekundige IBCLC Vzw De Bakermat 2 Inleiding INHOUD Basisprincipes van het drinken aan de borst

Nadere informatie

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Borstvoeding voor een twee- of meerling 1/6 Kindergeneeskunde Borstvoeding voor een twee- of meerling Inleiding Deze folder geeft u informatie over borstvoeding in het algemeen, en borstvoeding bij een twee- of meerling in het bijzonder. Voordelen

Nadere informatie

Borstvoeding. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie. Informatie voor aanstaande moeders KRAAMAFDELING TELEFOON 020-512 45 42 KINDERAFDELING

Borstvoeding. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie. Informatie voor aanstaande moeders KRAAMAFDELING TELEFOON 020-512 45 42 KINDERAFDELING Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

Je begeleidt een kraamvrouw bij het geven van borstvoeding aan de pasgeborene

Je begeleidt een kraamvrouw bij het geven van borstvoeding aan de pasgeborene 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 Opdrachtformulier Je begeleidt een kraamvrouw bij het geven van borstvoeding aan de pasgeborene Naam student: Datum: Opdracht 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en

Nadere informatie

Informatiebrochure voor ouders. Borstvoeding. De beste start

Informatiebrochure voor ouders. Borstvoeding. De beste start Informatiebrochure voor ouders Borstvoeding De beste start 1. De beste start... 4 2. Voordelen... 4 2.1 Voor de baby 2.2 Voor de moeder 3. Samenstelling van borstvoeding... 4. Starten met borstvoeding...

Nadere informatie

Borstvoeding voor een twee- of meerling

Borstvoeding voor een twee- of meerling 1/5 Vrouw-kindeenheid Borstvoeding voor een twee- of meerling Inleiding Deze folder geeft u informatie over borstvoeding in het algemeen, en borstvoeding bij een twee- of meerling in het bijzonder. Voordelen

Nadere informatie

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee Afdeling verloskunde Patiënteninformatie Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Vuistregels 3 Vragen 4 Nog even op een rijtje 1 Inleiding Deze folder

Nadere informatie

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN Ziekenhuis Rivierenland hanteert de visie dat borstvoeding als beste start wordt beschouwd voor bijna alle kinderen. Verpleegkundigen

Nadere informatie

WEGWIJZER BORSTVOEDING

WEGWIJZER BORSTVOEDING CLIENTENBROCHURE WEGWIJZER BORSTVOEDING Geachte cliënt, Met borstvoeding geeft u uw baby de beste start. De samenstelling en de beschermende eigenschappen van moedermelk spelen een belangrijke rol bij

Nadere informatie

ja / nee O smak geluidjes O wakker worden En voeden op verzoek

ja / nee O smak geluidjes O wakker worden En voeden op verzoek Vitamine K:.. tijd: Dag: 1 - Datum: - van.. tot uur Gewichtsafname: Welke informatie 1 e 24 uur m.b.t. borstvoeding bijzonderheden Binnen 1 uur aangelegd na geboorte ja / nee Was er 1 uur ongestoord huidcontact

Nadere informatie

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee

Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee Afdeling verloskunde Patiënteninformatie Borstvoedingsbeleid MC Zuiderzee versie 02 1 Inleiding Deze folder geeft u informatie over het borstvoedingsbeleid van MC Zuiderzee.

Nadere informatie

Borstvoeding Borstvoeding

Borstvoeding Borstvoeding Borstvoeding 2 Inleiding Van harte gefeliciteerd met uw zwangerschap! Tijdens de zwangerschap (of misschien al daarvoor) maakt u een keuze welke voeding u uw kindje wilt geven; borst- of flesvoeding. Hiervoor

Nadere informatie

Borstvoeding is... INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Borstvoeding is... INFORMATIE VOOR PATIËNTEN Borstvoeding is... INFORMATIE VOOR PATIËNTEN 2 INHOUDSTAFEL 1. Beste ouders 4 2. Waarom kiezen voor borstvoeding? 5 3. Prenatale lessen over borstvoeding 5 4. Op het Verloskwartier 6 5. Op de Kraamafdeling

Nadere informatie

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen versie 02

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen versie 02 Borstvoeding Informatie voor kraamvrouwen Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen versie 02 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Visie Borstvoeding 3 Voordelen van borstvoeding voor de baby

Nadere informatie

Het gedrag van een pasgeboren baby en borstvoeding

Het gedrag van een pasgeboren baby en borstvoeding Workshop Het gedrag van een pasgeboren baby en borstvoeding Elke baby is anders Elke moeder is anders Elke vader is anders Iedereen met zijn eigen behoeftes. Baby s laten op hun eigen manier zien als ze

Nadere informatie

Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby. Vrouw - Moeder - Kind centrum

Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby. Vrouw - Moeder - Kind centrum 00 Borstvoeding geven aan uw te vroeg geboren baby Vrouw - Moeder - Kind centrum Borstvoeding Uit allerlei onderzoeken blijkt dat borstvoeding goed is voor alle baby s. Ook voor premature baby s (prematuur

Nadere informatie

Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod

Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod Borstvoeding Inhoudsopgave Inleiding... 1 Voordelen borstvoeding... 1 Vraag en aanbod... 1 Huid-op-huid contact... 2 Colostrum... 2 Rooming-in... 2 Aanleggen van de baby... 2 Liggend voeden... 3 Hoe vaak

Nadere informatie

Lactatiekundige. Hulp bij borstvoeding

Lactatiekundige. Hulp bij borstvoeding Lactatiekundige Hulp bij borstvoeding Inleiding Borstvoeding (leren) geven gaat niet altijd zonder problemen. In de meeste gevallen is begeleiding van de kraamvrouw door de verpleging voldoende. Als dit

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding 2. Starten met borstvoeding Het op gang komen van de lactatie is een natuurlijk proces, dat start tijdens de zwangerschap. Na de geboorte van de placenta

Nadere informatie

Op zowel de kraamafdeling als de kinderafdeling wordt gewerkt volgens de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding.

Op zowel de kraamafdeling als de kinderafdeling wordt gewerkt volgens de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding. Borstvoeding Inleiding Van harte gefeliciteerd met uw zwangerschap! Tijdens de zwangerschap (of misschien al daarvoor) maakt u een keuze welke voeding u uw kindje wilt geven; borst- of flesvoeding. Hiervoor

Nadere informatie

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk

Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk Model plan-van-aanpak voor verbetering van het borstvoedingsbeleid van de verloskundige praktijk met als uitgangspunt de Tien vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding Zorg voor borstvoeding certificering

Nadere informatie

Borstvoeding in het SKB

Borstvoeding in het SKB 1/17 Vrouw-kindeenheid Borstvoeding in het SKB Inleiding Borstvoeding is de beste start voor uw baby. Medewerkers van de afdeling Vrouw-kind in het SKB zullen daarom het geven van borstvoeding stimuleren.

Nadere informatie

Borstvoeding geven, gewoon doen?! Annet Mulder Lactatiekundige ZGT / lactatiekundige praktijk

Borstvoeding geven, gewoon doen?! Annet Mulder Lactatiekundige ZGT / lactatiekundige praktijk Borstvoeding geven, gewoon doen?! Annet Mulder Lactatiekundige ZGT / lactatiekundige praktijk Onderwerpen Gezondheidseffecten voor moeder en kind Aanleggen Wat is normaal? Wat als het anders gaat dan gedacht?

Nadere informatie

Geboortecentrum. Tips bij borstvoeding. Gezien vanuit uw kindje

Geboortecentrum. Tips bij borstvoeding. Gezien vanuit uw kindje Geboortecentrum Tips bij borstvoeding Gezien vanuit uw kindje Tips bij borstvoeding Als je besluit om je kindje borstvoeding te geven dan wil je dit ook zo goed en prettig mogelijk doen voor je kindje,

Nadere informatie

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft.

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft. Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft www.nwz.nl Inhoud Opname op de afdeling verloskunde 3 Het team van de afdeling verloskunde 4 Hoe draagt u zelf bij aan veilige zorg? 5 Ontwikkelingsgerichte

Nadere informatie

De voeding bij een baby die geboren wordt met een lip-, kaak- en of gehemelteschisis

De voeding bij een baby die geboren wordt met een lip-, kaak- en of gehemelteschisis De voeding bij een baby die geboren wordt met een lip-, kaak- en of gehemelteschisis De geboorte van een baby met schisis roept zowel bij ouders en verpleegkundigen vaak vragen op over de manier waarop

Nadere informatie

Borstvoeding, de beste start!

Borstvoeding, de beste start! Borstvoeding, de beste start! Algemene informatiefolder borstvoeding Inleiding De verloskundigenpraktijk stimuleert het geven van borstvoeding, want borstvoeding is de optimale start voor je baby. Borstvoeding

Nadere informatie

Om het specifieke beleid bij de elke vuistregel te beschrijven worden zij hieronder nader toegelicht.

Om het specifieke beleid bij de elke vuistregel te beschrijven worden zij hieronder nader toegelicht. Het beleidsplan is opgesteld volgens de tien vuistregels van UNICEF en de WHO. Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen er zorg voor te dragen: 1. dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben,

Nadere informatie

Borstvoeding in het SKB

Borstvoeding in het SKB 1/16 Vrouw-kindeenheid Borstvoeding in het SKB Inleiding Borstvoeding is de beste start voor uw baby. Medewerkers van de afdeling Vrouw-kind in het SKB zullen daarom het geven van borstvoeding stimuleren.

Nadere informatie

Welke voeding gaat u uw baby geven?

Welke voeding gaat u uw baby geven? Welke voeding gaat u uw baby geven? Inleiding Nu u zwanger bent, heeft u veel keuzes te maken. Zo gaat u bijvoorbeeld kiezen welke voeding u aan uw baby gaat geven. De beste voeding voor uw baby is borstvoeding.

Nadere informatie

Andriesje wil 8 tot 12x per dag eten

Andriesje wil 8 tot 12x per dag eten Andriesje wil 8 tot 12x per dag eten zijn maagje is nog heel klein borstvoeding verteert sneller hoe meer hij drinkt, hoe sneller de melkproductie op gang komt Andriesje geeft aan dat hij honger heeft

Nadere informatie

Te weinig borstvoeding

Te weinig borstvoeding 1/5 Vrouw-kindeenheid Te weinig borstvoeding Inleiding Deze folder geeft u informatie over de oorzaken van te weinig borstvoeding en wat u daar zelf aan kunt doen. Voordelen van borstvoeding Borstvoeding

Nadere informatie

Afdeling Verloskunde, locatie WKZ. Borstvoeding geven aan een meerling

Afdeling Verloskunde, locatie WKZ. Borstvoeding geven aan een meerling Afdeling Verloskunde, locatie WKZ Borstvoeding geven aan een meerling 1 Inleiding Voor u ligt de katern van de afdeling Verloskunde en Neonatologie van het UMC Utrecht. Dit katern geeft u informatie over

Nadere informatie

Inleiding Tien vuistregels Bijzondere eigenschappen van moedermelk

Inleiding Tien vuistregels Bijzondere eigenschappen van moedermelk BORSTVOEDING 350 Inleiding Deze folder bevat algemene informatie over het beleid met betrekking tot borstvoeding in het Sint Franciscus Gasthuis. Dit beleid is afgestemd op de tien vuistregels voor het

Nadere informatie

Verloskunde/Kindergeneeskunde

Verloskunde/Kindergeneeskunde Verloskunde/Kindergeneeskunde Borstvoeding geven Inleiding Borstvoeding heeft veel voordelen voor zowel moeder als kind. Borstvoeding is de meest geschikte voeding voor baby s. Deze folder informeert u

Nadere informatie

Ik wil de eerste dagen 8 tot 12 keer aan de borst

Ik wil de eerste dagen 8 tot 12 keer aan de borst Ik wil de eerste dagen 8 tot 12 keer aan de borst omdat mijn maagje niet groter dan een knikker is; omdat ik vaak kleine beetjes voedsel beter kan verteren; hoe meer en hoe vaker ik drink, hoe meer melk

Nadere informatie

Informatiebrochure voor ouders. Borstvoeding. De beste start

Informatiebrochure voor ouders. Borstvoeding. De beste start Informatiebrochure voor ouders Borstvoeding De beste start 1. De beste start... 4 2. Voordelen... 4 2.1 Voor de baby 2.2 Voor de moeder 3. Samenstelling van borstvoeding... 4. Starten met borstvoeding...

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding en diabetes PATIËNTEN INFORMATIE Borstvoeding en diabetes Algemeen Door middel van deze folder informeert het Maasstad Ziekenhuis u over het geven van borstvoeding bij Diabetes Mellitus aan uw baby. Het geven van

Nadere informatie

KNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015

KNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015 1 5 KNOV-Visie Voeding van de pasgeborene Utrecht 015 6 1 7 8 9 10 11 1 1 1 15 16 17 18 19 0 1 5 6 7 8 9 0 1 5 6 7 8 9 0 CLIËNTE De cliënte en haar partner maken een geïnformeerde keuze over de voeding

Nadere informatie

I N F O R M A T I E. o v e r Borstvoeding

I N F O R M A T I E. o v e r Borstvoeding I N F O R M A T I E o v e r Borstvoeding Aanstaande ouders Van harte gefeliciteerd met uw zwangerschap! Tijdens de zwangerschap (of misschien al daarvoor) maakt u een keuze welke voeding u uw kindje wilt

Nadere informatie

Borstvoeding. Folder: 469 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September 2015 1-12

Borstvoeding. Folder: 469 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September 2015 1-12 Borstvoeding Folder: 469 Dit is een uitgave van het Flevoziekenhuis Afdeling Verloskunde September 2015 1-12 2-12 Borstvoeding Voordelen voor moeder en kind Moedermelk wordt door het lichaam gemaakt met

Nadere informatie

Borstvoeding geven aan een meerling

Borstvoeding geven aan een meerling Borstvoeding geven aan een meerling Afdeling verloskunde Over Alrijne Zorggroep Het Diaconessenhuis Leiden en Rijnland Zorggroep (Rijnland Ziekenhuis en de verpleeghuizen Leythenrode en Oudshoorn) zijn

Nadere informatie

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod Borstvoeding Inleiding U gaat uw baby borstvoeding geven. In deze folder vindt u informatie die u kan helpen bij het geven van borstvoeding. Wij gaan in deze folder uit van gezonde zuigelingen: baby s

Nadere informatie

Borstvoeding. Verloskunde en Kindergeneeskunde

Borstvoeding. Verloskunde en Kindergeneeskunde Verloskunde en Kindergeneeskunde Borstvoeding Het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis stimuleert het geven van borstvoeding. Borstvoeding heeft veel voordelen voor zowel moeder als kind. Deze folder is bedoeld ter

Nadere informatie

Borstvoeding en diabetes

Borstvoeding en diabetes Borstvoeding en diabetes 1 Door middel van deze folder informeert het van Weel Bethesda ziekenhuis u over het geven van borstvoeding bij Diabetes Mellitus. Diabetes en borstvoeding kunnen in de meeste

Nadere informatie

Borstvoeding in het TweeSteden ziekenhuis

Borstvoeding in het TweeSteden ziekenhuis Borstvoeding in het TweeSteden ziekenhuis Het TweeSteden ziekenhuis wil kwalitatief goede zorg bieden ten aanzien van de borstvoeding. U kunt rekenen op de juiste begeleiding bij het aanleggen en het kolven.

Nadere informatie

Leren drinken. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Leren drinken. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar Leren drinken Moeder en Kind Centrum Beter voor elkaar 2 Inleiding U krijgt deze informatie omdat uw kind nog wat moeite heeft met leren drinken. Goed kunnen drinken vraagt een goede coördinatie van zuigen,

Nadere informatie

Borstvoeding. Goede begeleiding werkt!

Borstvoeding. Goede begeleiding werkt! Borstvoeding Goede begeleiding werkt! U heeft gekozen, of overweegt te kiezen, voor borstvoeding. Een natuurlijke keuze: borstvoeding is goed voor uw baby en voor uzelf. Borstvoeding geven lukt meestal

Nadere informatie

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod Huid op huid contact Colostrum

Borstvoeding Inleiding Voordelen borstvoeding Vraag en aanbod Huid op huid contact Colostrum Borstvoeding Inleiding U gaat uw baby borstvoeding geven. In deze folder vindt u informatie die u kan helpen bij het geven van borstvoeding. Wij gaan in deze folder uit van gezonde zuigelingen: baby s

Nadere informatie

Borstvoedingspaspoort

Borstvoedingspaspoort Borstvoedingspaspoort Voor u ligt het borstvoedingspaspoort Een document waarmee wij willen proberen om de borstvoedingsperiode voor u en uw kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit paspoort zorgt

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding

PATIËNTEN INFORMATIE. Borstvoeding PATIËNTEN INFORMATIE Borstvoeding Inhoud Borstvoeding... 4 De 10 vuistregels... 4 Borstvoeding in het algemeen... 5 Hoe komt borstvoeding op gang?... 5 De belangrijke rol van de partner... 6 De eerste

Nadere informatie

Borstvoeding voor een couveusebaby

Borstvoeding voor een couveusebaby 1/5 Kindergeneeskunde Borstvoeding voor een couveusebaby Inleiding Een vroeggeboorte komt meestal onverwacht. Ook na een gewone zwangerschap kan het gebeuren dat uw kindje meteen na de geboorte in een

Nadere informatie

BORSTVOEDING. Van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw baby en welkom op de kraamafdeling van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis!

BORSTVOEDING. Van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw baby en welkom op de kraamafdeling van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis! BORSTVOEDING Van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw baby en welkom op de kraamafdeling van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis! U heeft ervoor gekozen uw baby borstvoeding te geven. In deze folder

Nadere informatie

Borstvoeding. Waarom en hoe?

Borstvoeding. Waarom en hoe? Borstvoeding Waarom en hoe? Inhoud 1. Waarom borstvoeding? 2. Beleid volgens de 10 internationale vuistregels 3. Hoe werkt borstvoeding? 4. De start en het vervolg 5. Voedingshoudingen 6. Hoe weet u dat

Nadere informatie

Borstvoeding. Waarom en hoe?

Borstvoeding. Waarom en hoe? Borstvoeding Waarom en hoe? Inhoud 1. Waarom borstvoeding? 2. Beleid volgens de 10 internationale vuistregels 3. Hoe werkt borstvoeding? 4. De start en het vervolg 5. Voedingshoudingen 6. Hoe weet u dat

Nadere informatie

Borstvoeding bij uw te vroeg geboren baby. Afdeling C3 / D3 IJsselland Ziekenhuis

Borstvoeding bij uw te vroeg geboren baby. Afdeling C3 / D3 IJsselland Ziekenhuis Borstvoeding bij uw te vroeg geboren baby Afdeling C3 / D3 IJsselland Ziekenhuis Inhoudsopgave Inleiding 1. Waarom borstvoeding bij te vroeg geboren baby s? 3 2. Kolven 5 3. Borstvoeding 8 4. Prematurenstappenplan

Nadere informatie

borstvoeding, het gaat lukken Gertie Roberts lactatiekundige IBCLC

borstvoeding, het gaat lukken Gertie Roberts lactatiekundige IBCLC borstvoeding, het gaat lukken Gertie Roberts lactatiekundige IBCLC Belangrijke info waar kun je terecht met vragen: verloskundige, gynaecoloog kraamverzorgster jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau)

Nadere informatie

Borstvoeding. Sophia Kinderziekenhuis

Borstvoeding. Sophia Kinderziekenhuis Borstvoeding Sophia Kinderziekenhuis Inhoudsopgave Algemene informatie 3 - Waarom borstvoeding? 3 - Vuistregels 3 - Voordelen en van borstvoeding 4 Tijdens de zwangerschap 4 - Voorbereiding op borstvoeding

Nadere informatie

Kunstvoeding geven aan uw baby

Kunstvoeding geven aan uw baby Kunstvoeding geven aan uw baby Verloskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Inleiding Borstvoeding is de meest natuurlijke en daarom de meest geschikte voeding die u uw baby kunt geven. Wanneer u om medische redenen

Nadere informatie

Borstvoedingsbeleid verloskundig collectief Noordwest Twente

Borstvoedingsbeleid verloskundig collectief Noordwest Twente Borstvoedingsbeleid verloskundig collectief Noordwest Twente Inhoudsopgave Inleiding pag. 2 Borstvoedingsbeleid pag. 3 De 10 vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding pag. 3 Uitwerking van de

Nadere informatie

Borstvoeding 1 Afkolven 1 Stappenplan voor borstvoeding bij een premature baby 2 Meer informatie 5 Tot slot 6 Belangrijke telefoonnummers 6

Borstvoeding 1 Afkolven 1 Stappenplan voor borstvoeding bij een premature baby 2 Meer informatie 5 Tot slot 6 Belangrijke telefoonnummers 6 Borstvoeding voor te vroeg geboren baby s Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Borstvoeding 1 Afkolven 1 Stappenplan voor borstvoeding bij een premature baby 2 Meer informatie 5 Tot

Nadere informatie

Net bevallen De eerste 6 weken na je bevalling

Net bevallen De eerste 6 weken na je bevalling Jij & je baby Net bevallen De eerste 6 weken na je bevalling Kijk op deverloskundige.nl deverloskundige.nl/netbevallen Deze folder geeft informatie over de periode na de bevalling: de kraamperiode. Wat

Nadere informatie

Kinderafdeling Kraamafdeling. Borstvoeding. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Kinderafdeling Kraamafdeling. Borstvoeding. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Kinderafdeling Kraamafdeling Borstvoeding Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Inhoudsopgave Inleiding Voorbereiding in de zwangerschap op het geven

Nadere informatie

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby Uw baby is geboren tussen 35 en 37 weken (randprematuur) of geboren met een te laag gewicht voor de duur van de zwangerschap (dysmatuur). Omdat

Nadere informatie

Borstvoeding geven met een tepelhoed

Borstvoeding geven met een tepelhoed Borstvoeding geven met een tepelhoed Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Een tepelhoed is een hulpmiddel bij het geven van borstvoeding. Het is een opzetstuk dat

Nadere informatie

Borstvoeding en diabetes mellitus

Borstvoeding en diabetes mellitus Borstvoeding en diabetes mellitus Inhoudsopgave Inleiding...4 Waarom borstvoeding...4 Borstvoeding en diabetes mellitus...4 Antenataal kolven...5 Starten met geven van borstvoeding...5 Aandachtspunten

Nadere informatie

Meerlingen en borstvoeding

Meerlingen en borstvoeding Meerlingen en borstvoeding Ziekenhuis Gelderse Vallei Als zwangere komt u al voor veel keuzes te staan. De voeding van uw baby's is zo'n belangrijke keuze. Deze folder geeft informatie over borstvoeding

Nadere informatie

Borstvoeding aan de rand prematuur

Borstvoeding aan de rand prematuur 1/9 Vrouw-kindeenheid Borstvoeding aan de rand prematuur Inleiding Met deze folder willen wij u informeren over borstvoeding bij de rand premature baby. Deze borstvoeding kan namelijk anders verlopen dan

Nadere informatie

Borstvoedingstips. Informatiebrochure

Borstvoedingstips. Informatiebrochure Borstvoedingstips Informatiebrochure 2 Geachte mevrouw Onlangs hebt u samen met uw baby de kraamafdeling van het SintAndriesziekenhuis verlaten. Onder het motto Alle tips zijn welkom geven we graag volgende

Nadere informatie

Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen

Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen 1 Borstvoeding voor te vroeg geboren kinderen Inhoudsopgave (Klik op het onderwerp om verder te lezen) Borstvoeding 2 Afkolven 2 Afkolven voor een premature

Nadere informatie

Wat maakt borstvoeding zo bijzonder? Voordelen voor je baby Voordelen voor jezelf Gefeliciteerd met je baby!

Wat maakt borstvoeding zo bijzonder? Voordelen voor je baby Voordelen voor jezelf Gefeliciteerd met je baby! Wat maakt borstvoeding zo bijzonder? is de beste voeding voor je baby want borstvoeding: is altijd goed samengesteld is precies warm genoeg heb je altijd bij je. Voordelen voor je baby heeft voordelen

Nadere informatie

Criteria en Interne Beoordeling voor de verloskundige praktijk

Criteria en Interne Beoordeling voor de verloskundige praktijk Criteria en Interne Beoordeling voor de verloskundige praktijk 1 Inhoud 1. De weg naar het certificaat 'Zorg voor Borstvoeding 2 2. Het borstvoedingbeleid 7 3. De Internationale Criteria voor 'Zorg voor

Nadere informatie

Borstvoeding Inleiding Voorbereiding in de zwangerschap op het geven van borstvoeding

Borstvoeding Inleiding Voorbereiding in de zwangerschap op het geven van borstvoeding Borstvoeding Inleiding Ziekenhuis de Tjongerschans stimuleert het geven van borstvoeding. Want borstvoeding is de beste start voor jouw baby. Borstvoeding is een samenspel tussen moeder en kind. Maar het

Nadere informatie

Lactatiekundige zorg Professionele begeleiding bij borstvoeding

Lactatiekundige zorg Professionele begeleiding bij borstvoeding Lactatiekundige zorg Professionele begeleiding bij borstvoeding 1 Het Van Weel-Bethesda ziekenhuis hecht veel waarde aan de zorg voor en begeleiding van de borstvoeding. Daarom heeft het ziekenhuis lactatiekundigen

Nadere informatie