Installateurshandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Transcriptie

1 Installateurshandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

2 Belangrijke aanwijzingen Lees vóór installatie en inbedrijfstelling eerst de installateurs- en gebruikershandleiding. De warmtepompboiler dient door een vakman volgens de geldende voorschriften aangesloten te worden. Lees voor de installatie eerst deze handleiding goed door. Alle geleverde producten voldoen aan de betreffende veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen door vakmensen uitgevoerd worden. Onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaren opleveren. De gegevens in deze handleiding hebben in de regel betrekking op het EV-type warmtepompboiler met elektrische interne bijstook, dat wil zeggen: het type dat in serie geïnstalleerd wordt met een externe mechanische ventilator. Voor het open systeem (zonder V) met interne ventilator zijn de opmerkingen betreffende de luchtzijdige aansluiting niet van toepassing. Uitzonderingen worden expliciet vermeld.

3 Inhoud 1 Introductie Aanwijzingen Opstelling Aansluiting Koud- en warmwateraansluiting Aansluiten van de luchtleidingen Elektrische aansluiting Extra warmtewisselaar Elektrisch bijverwarmen (E) Ventilator Alusta Vent-O-systeem (optioneel) Aansluiten kabels Technische gegevens Installatiechecklist Eerste ingebruikname Storing Onderhoud De beschermingsanode Het luchtfilter De condensor Bijlage 1 Elektrisch schema van de Techneco warmtepompboiler...11 Leverancier: Techneco BV Kleveringweg LZ Delft T: F: E: techneco@techneco.nl W: Installateurshandleiding BL_wit.doc Versie 4 25/2/2005

4

5 1 Introductie 1.1 Aanwijzingen Verwijder de warmtepompboiler tijdens transport niet uit de houten kist. Vervoer de boiler, indien mogelijk, rechtop! Schroef de drie schroeven aan de onderkant van de pallet los om de boiler van de pallet af te halen. In de boiler kan een transportbeugel (Figuur 1) geplaatst worden. Let op: deze transportbeugel zit los in het apparaat. Trek hier dus niet aan! Een bijgeleverde draagbeugel kan aan de andere kant van de boiler op de warmwateraansluiting gemonteerd worden. De boiler is dan draagbaar. Draag het apparaat bij weinig (manoeuvreer)ruimte kortstondig schuin of horizontaal. In dit geval dient de boiler vóór ingebruikname minstens een uur rechtop te staan. Let op: nooit het apparaat optillen bij de zwarte kap aan de bovenzijde of bij de condensorkap! Verwijder na plaatsing beide beugels, en bedek de gaten van de transportbeugel met het witte isolatiemateriaal van de warmtepompboiler. 2 Opstelling De warmtepompboiler levert tijdens bedrijf een bepaalde geluidsproductie (zie punt 11 van de technische gegevens). Plaats de warmtepompboiler daarom niet in of nabij een slaapkamer of verblijfsruimte mits er voldoende aan geluidsisolatie is gedaan. Houd rondom de boiler een ruimte vrij van 20 cm, en aan de bovenkant een ruimte van 50 cm. De zwarte afdekkap aan de bovenkant van de boiler moet van alle zijden goed bereikbaar zijn met een schroevendraaier. Aan de fundering worden geen aparte eisen gesteld. Plaats eventueel onder de rubbervoeten een plaat waardoor de drukbelasting op de vloer wordt verkleind (zie tabel voor de drukbelasting per rubbervoet op pagina 10). Plaatsing op de rubbervoeten zorgt tevens voor een vermindering van de geluidsoverdracht aan de vloer. Kantel de boiler samen met een tweede persoon en bevestig de drie rubbervoeten aan de onderkant van de boiler. Plaats onder deze rubber voeten de meegeleverde trillingsdempers. Zet vervolgens de boiler waterpas met behulp van de verstelbare rubbervoeten.. Figuur 1 Zijaanzicht Techneco warmtepompboiler. 1

6 3 Aansluiting De warmtepompboiler mag alleen door een vakman volgens de geldende voorschriften aangesloten worden. 3.1 Koud- en warmwateraansluiting Volg altijd de voorschriften van het plaatselijk waterbedrijf. De warm- en koudwateraansluitingen zijn 1 gasbuitendraad. De circulatiewateraansluiting is 3/4 gasbuitendraad. Sluit de verschillende appendages aan zoals aangegeven in Figuur 2. Let daarbij goed op de volgorde van de koudwater inlaatcombinatie. Als een warmtepompboiler in bedrijf is, ontstaat condenswater. Dit wordt via een slang afgevoerd. Deze slang, die vlak onder het bovenste gedeelte, aan de achterkant van de warmtepompboiler naar buiten komt, kan naar behoefte verlengd worden. Deze afvoer moet lager liggen dan de warmwateraansluiting van de warmtepompboiler. Vermijd bij de warmwateraansluiting zoveel mogelijk warmteverlies: - houd de afstand tussen de boiler en de tappunten zo kort mogelijk; - zorg voor een goede isolatie van de warmwaterleidingen; - zie bij voorkeur af van een circulatieleiding. Als er toch een circulatieleiding wordt aangesloten, monteer dan een klok voor schakeling van de circulatiepomp en een terugslagklep om natuurlijke circulatie te voorkomen. De aansluiting voor een circulatieleiding bevindt zich op de boiler tussen de koud- en warmwateraansluiting en is gemarkeerd met een sticker. Alle gebruikelijke leidingmaterialen kunnen gebruikt worden Figuur 2 Aansluitschema voor de waterleidingen. 2

7 3.2 Aansluiten van de luchtleidingen. De aansluitflenzen van de luchtinlaat en -uitlaat hebben een diameter van 150 mm (Figuur 3). Om condensvormig te voorkomen moet de luchtuitlaatleiding dampdicht geïsoleerd worden. Gebruik hiervoor standaard thermisch isolatiemateriaal met een dikte van minimaal 25 mm. De ventilatorbox dient in het uitgaande ventilatiekanaal te worden opgenomen (Figuur 4, pagina 3). De luchtleiding vlak boven de warmtepomp dient van flexibel materiaal te zijn (minimale lengte 250 mm), zodat de kap van de warmtepomp eenvoudig verwijderd kan worden. Indien gebruik wordt gemaakt van het speciale Techneco koppelstuk, dient dit op de flens aan de luchtinlaatzijde gemonteerd te worden. Hierdoor wordt het luchtfilter eenvoudig bereikbaar. In de luchtinlaat van de kap dient een Techneco BL luchtfilterzak aangebracht te worden. Het luchtvolumedebiet door de warmtepomp dient in bedrijfstoestand minimaal 125 m 3 /h te zijn. Dit volumedebiet dient bij inschakeling van de warmtepomp automatisch bereikt te worden. In een nieuwbouwwoning wordt geadviseerd minimaal de middenstand van de standaard ventilator toe te passen. 3.3 Elektrische aansluiting De warmtepompboiler kan op ieder geaard stopcontact (230 V, 50 Hz, 16 A) aangesloten worden. Sluit het E-type altijd aan op een aparte groep. De maximale nominale stroom voor dit type is circa 9 A. De warmtepompboiler wordt pas in werking gesteld wanneer de installatie geheel voltooid is, zowel waterzijdig als luchtzijdig, en de boiler met water gevuld is. Controleer of de pressostaatknop "gereset" is. Verwijder de zwarte kap van het apparaat. Aan de bovenzijde van de pressostaat zit een groene knop (Figuur 10, pagina 7). Druk deze in. Als er een klik voelbaar is, is de pressostaat gereset. 3.4 Extra warmtewisselaar De warmtewisselaar kan op standaard wijze worden aangesloten op het CV-systeem (Figuur 2). Zie voor oppervlakten tabel 1, pagina Elektrisch bijverwarmen (E) Het water in de warmtepompboiler wordt in principe opgewarmd door de warmtepomp. Daarnaast is een warmtepompboiler met typeaanduiding E uitgerust met een elektrisch bijverwarmingselement, die in het bovenste gedeelte de boiler is geplaatst. Indien er sprake is van een groot warmwaterverbruik en de capaciteit van de warmtepomp niet groot genoeg blijkt, kan het elektrisch element met schakelaar B inschakelt worden (Figuur 11, pagina 9). Als de compressor loopt en de watertemperatuur lager dan 63 C is, wordt het elektrisch element automatisch in bedrijf gesteld. Het schakelt weer uit wanneer het water opgewarmd is tot een temperatuur van 63 C. Het gebruik van deze bijverwarming is minder economisch. Figuur 3 Bovenaanzicht van de warmtepompboiler (maten in mm). 3

8 0 I Elektrische bijverwarming Blomberg made in Germany vrij van FCKW Handleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler 3.6 Ventilator Zie voor de aansluiting van de ventilator de desbetreffende handleiding. Techneco levert een ventilator op maat, afhankelijk van de luchtweerstand van het ventilatiesysteem. Het is belangrijk om bij de bepaling van de capaciteit van de ventilator ook het weerstandsverlies van de warmtepompboiler in rekening te brengen (Figuur 5). Techneco is niet verantwoordelijk voor (berekening van) overige weerstandsverliezen in het ventilatiesysteem. Zorg ervoor dat de ventilator altijd aanstaat wanneer de warmtepompboiler in bedrijf is en op een stand staat waarbij er minimaal 125 m 3 /h lucht over de verdamper van de warmtepompboiler stroomt. Het is mogelijk om met behulp van een extra kabel de ventilator automatisch naar de hoogstand te schakelen wanneer de compressor van de warmtepompboiler in bedrijf komt. Techneco kan u hierover inlichten. Luchtw eerstand Techneco BL w arm tepom pboiler (Inclusief filter en 2x250 m m flexibel kan aal) 140 Figuur 4 De warmtepompboiler opgenomen in het ventilatiesysteem. De externe ventilator zit aan de luchtuitlaatzijde. Drukverlies in Pa Luchtdebiet in m 3 /h Figuur 5 Luchtweerstand Techneco BL warmtepompboiler. 4

9 3.7 Alusta Vent-O-systeem (optioneel) Aan de warmtepompboiler kan optioneel een Alusta Vent-O-staat worden aangesloten. Dit is een vraaggestuurd ventilatiesysteem. De Vent-Ostaat regelt dat er, met precies de juiste ventilatiecapaciteit, uitsluitend in ruimten geventileerd wordt waar daadwerkelijk mensen verblijven. De Vent-O-staat stuurt het toerental van de mechanische afvoer aan, zodat het debiet hiervan gelijk is aan de som van de toevoer. Het resultaat is een constante balans tussen toe en afvoer. Voor overige informatie: Alusta BV ( 3.8 Aansluiten kabel Aan de achterkant van de warmtepompboiler kan een aansluitdoosje gemonteerd worden. Hierin kan de Alusta Ventostaat worden aangesloten. Voer de bedrading door het gat aan de onderzijde van het aansluitdoosje Aansluiten op warmtepompboiler en Vent-Osysteem. Wit en bruin op WPIN (potentiaal vrij), 0,75 mm 2 Geel en groen op WPUIT (13 Vac), 0,75 mm 2 Afscherming (grijs) op aarde Vent-O-staat. Groen op Aux 13 Vac op nul (2) Geel op WPUIT (NO) Draad van Ventostaat van Aux 13 Vac (1) op WPUIT (Com) VENTOSTAAT 230V Rooster 1-8 Mech. Pers afzuigunit CV WPU schakelaar Alarm I/O 1-4 (t.b.v. ventilatieschakelaars) Reset (Warmtepomp Uit) Externe voeding Figuur 6 De Alusta Vent-O-staat Mech. afzuigunit Pers schakelaar CV I/O 1-4 (t.b.v. ventilatieschakelaars Wit Bruin Geel WPI (Warmtepomp In) Warmtepomp Uit (NO NC COM) Reset Figuur 7 Aansluiten op warmtepompboiler en Vent-O-systeem. Warmtepompboiler Wit WPin bruin geel WPuit groen Warmtepomp In Aarde/afscherming Zwart AUX Uit Groen Alarm Externe voeding (AUX 13 Vac) WPin NO NC Com Programmeerbare poort com1 Auxpoort com2 Programmeerpoort com1 Auxpoort com2 Alusta Ventostaat WPuit AUX 13Vac Figuur 8 Aansluiten Vent-O-staat. 5

10 4 Technische gegevens 1. Warmtepomp Nominaal vermogen zuigercompressor 385 W Nominaal vermogen elektrisch bijstookelelement 1,5 kw Verdamper Condensor-warmtewisselaar van vertind koper Koudemiddel-droogfilter Thermostatisch expansieventiel Koudemiddel R134A (vulgewicht circa 0,9 kg) Vaste temperatuurinstelling van 58 C Aansluiting condenswaterafvoer 10 mm Coëfficiënt of performance (COP) warmtapwaterbereiding 2,34 Netto stilstandsverlies 45,2 Watt 2. Boiler Materiaal: dubbel geëmailleerd St 37-2 Geïsoleerde magnesium beschermingsanode Wateraansluiting: 1 gasbuitendraad Circulatieleiding: 3/4 gasbuitendraad Maximale werkdruk: 6 bar 3. Isolatie 50 mm dik CFK-vrij PUR-schuim 4. Mantel Standaard: wit recyclebare PE-kunststof 5. Elektrische aansluiting 230 V / 50 Hz / 16 A Stroomkabel van 1,5 meter lang met gegoten, geaarde steker 6. Elektriciteitsverbruik 230 V / 50 Hz / 16 A Stroomkabel van 1,5 meter lang met gegoten, geaarde steker 7. Luchtzijdig (V) Gesloten mechanisch ventilatiesysteem Extra ventilatorbox (standaard Orcon MVS 8/14, optioneel zwaarder type) met een debiet van 125 m 3 /h of 250 m 3 /h bij 125 Pa Aansluitflenzen op boiler van 150 mm Minimale lengte van geïsoleerde flexibele luchtleiding is 250 mm Luchtdrukverlies over de warmtepomp ± 70 Pa bij 225 m 3 /h, zie ook grafiek op pagina 10. Vermogen 73 Watt Aansluitspanning 230 V Vollaststroom 0,36 A Gewicht 3 kg 7b. Optioneel zwaardere ventilatorbox Orcon MVS-8/14T Maximale luchthoeveelheid 400 m 3 /h Toerental 1400 Omw/min Vermogen 106 Watt Aansluitspanning 230 V Vollaststroom 0,62 A Gewicht 3,5 kg 7c. Optioneel gelijkstroomventilator Orcon MVS-9G Maximale luchthoeveelheid 300 m3/h Toerental 3000 Omw/min Vermogen 31 Watt Aansluitspanning 230 V Vollaststroom 0,1 A Gewicht 3,5 kg 8. Veiligheidsvoorzieningen Compressor met oververhittingbeveiliging Hoge druk pressostaat in het koudecircuit (23 bar) Temperatuurbeveiliging in boiler (73 C) 9. Controle Alle systemen zijn gecontroleerd in de fabriek 10. Goedkeuringen Voldoet aan CE norm 11. Geluidsproductie volgens fabrieksopgave Type E, 59 dba bij luchttemperatuur 15 0C en watertemperatuur 45 0C Type EV, 44 dba bij luchttemperatuur 20 0C en watertemperatuur 45 0C 12. Opwarmtijden zonder elektrische bijverwarming (10 o C naar 55 o C) BL 160 EV circa 10 uur BL 200 EV circa 13 uur BL 250 EV circa 14 uur BL 300 EV circa 16 uur Deze waarden zijn gemiddelden en gelden bij een luchttemperatuur van 20 C en een luchtdebiet van 150 m 3 /h. 7a. Specificaties Orcon MVS-8/14 Maximale luchthoeveelheid 350 m 3 /h Toerental 1400 omw/min 6

11 Type Inhoud El. bijverwarming Type luchtbron Ventilator (inclusief) Interne warmtewisselaar Hoogte Diameter Gewicht Drukbelasting per rubber voet op vloer BL 160 EV 160 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 141 cm 65 cm 95 kg 0,43 N/mm 2 BL 200 EV 200 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 160 cm 65 cm 105 kg 0,48 N/mm 2 BL 250 EV 250 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 160 cm 65 cm 115 kg 0,53 N/mm 2 BL 250 EVW 250 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 1,1 m cm 65 cm 135 kg 0,62 N/mm 2 BL 300 E 300 l 1,5 kw Omgevingslucht Intern 184 cm 65 cm 130 kg 0,60 N/mm 2 BL 300 EW 300 l 1,5 kw Omgevingslucht Intern 1,3 m cm 65 cm 160 kg 0,74 N/mm 2 BL 300 EV 300 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 184 cm 65 cm 130 kg 0,60 N/mm 2 BL 300 EVW 300 l 1,5 kw Ventilatielucht Extern 1,3 m cm 65 cm 160 kg 0,74 N/mm 2 Figuur 10 Doorsnede van de Techneco warmtepompboiler (E,V,W). 7

12 5 Installatiechecklist Staat de boiler waterpas? Zijn de stelvoetjes geplaatst? Zijn de trillingsdempers geplaatst? Zijn de waterleidingen correct aangesloten? Is het uitlaatventilatiekanaal goed geïsoleerd? Zijn de laatste delen van de luchtleidingen net boven de zwarte kap van de boiler flexibel? Is het Techneco luchtfilter in de luchtinlaatflens geplaatst? Is het inlaatventilatiekanaal eenvoudig te verwijderen en weer terug te plaatsen voor reiniging of vervanging van het luchtfilter? Stroomt er een volumedebiet van minimaal 125 m 3 /h door de warmtepomp wanneer deze in bedrijf is (dus wanneer de compressor draait)? Is de afvoer van het condenswater aangesloten? Is de boiler volledig met water gevuld? Is de boiler elektrisch aangesloten? Indien de warmtepompboiler volledig correct geïnstalleerd is kan worden overgegaan tot de eerste ingebruikname. 8

13 6 Eerste ingebruikname 1. Schakel de warmtepomp aan door schakelaar A op stand I te zetten (Figuur 11). 2. Toon de gebruiker waar het condenswater wordt afgevoerd. 3. Leg de gebruiker de werking van het elektrisch bijverwarmingselement uit. 4. Toon de gebruiker de plaats van het luchtfilter en hoe dit vervangen wordt. 5. Overhandig de gebruiker de installateurshandleiding en de gebruikershandleiding. Indien niet direct warm water wordt afgenomen is het water in de boiler in tien tot zestien uur volledig opgewarmd. 7 Storing Wordt het water niet warm, controleer de volgende punten. Indien de compressor niet draait 1. Zit de stekker in het stopcontact? 2. Staat de aan/uit schakelaar A in de stand I? 3. Staat er spanning op het stopcontact? 4. Heeft de overdrukbeveiliging (pressostaat) het apparaat uitgeschakeld? Door tegen de groene reset -knop op de pressostaat onder de zwarte kap te duwen kan de warmtepomp weer ingeschakeld worden. De pressostaat zit achter de zwarte kap (Figuur 10, pagina 7). 5. Heeft de temperatuurbeveiliging (type E en W) het apparaat uitgeschakeld? Dit gebeurt wanneer de watertemperatuur in de boiler de 73 C heeft bereikt. Verwijder het bedieningspaneel. Duw op de rode "reset"-knop. Plaats paneel weer terug. Het apparaat kan weer ingeschakeld worden. De compressor draait. Staat het ventilatiesysteem aan en in de hoogste stand? Zo ja, wacht u enige uren en stel vast of de watertemperatuur alsnog stijgt. Het kan zijn dat er tijdelijk zeer veel warm water gebruikt is of dat er sprake is geweest van een niet opgemerkte stroomuitval. 0 I E-type Blomberg made in Germany vrij van FCKW Figuur 11 Het bedieningspaneel. 9

14 8 Onderhoud 8.1 De beschermingsanode De in de boiler ingebouwde beschermingsanode dient elke 2 jaar na ingebruikname gecontroleerd te worden. Indien de kortsluitstroom tussen de anode en het boilervat kleiner is dan 1 ma dan dient de anode vervangen te worden. 8.2 Het luchtfilter Let op: Beschadig de condensor niet! Plaats de condensor na de reinigingsactie weer terug, draai alle bouten aan en bevestig de condensorkap. "Reset" de pressostaat (zie hoofdstuk 7, pagina 11). De warmtepompboiler is verder onderhoudsvrij. Een standaard geplaatst Techneco BL luchtfilter (bij Techneco te bestellen) voorkomt vervuiling van de verdamper door de lucht die uit het ventilatie aanvoerkanaal komt. Vervang dit filter ieder half jaar. Instructie voor het vervangen van het luchtfilter. 1. Als u voor de warmtepompboiler staat, bevindt het luchtfilter zich in de aanvoerleiding aan uw linker kant. 2. Zorg dat de warmtepompboiler uit staat. 3. Maak de snelkoppeling van de flexibele aanvoerleiding los. 4. Haal het flexibele deel van de flens van de warmtepompboiler af. 5. Trek het zakfilter (naar boven) uit de warmtepomp boiler. 6. Plaats nu het nieuwe zakfilter. 7. Sluit de flexibele aanvoerleiding weer aan op de warmtepompboiler d.m.v. de snelkoppeling. 8. Zet, indien gewenst, de warmtepompboiler weer aan. Indien het filter niet overmatig vervuild is en uitklopbaar is, is vervanging niet noodzakelijk. 8.3 De condensor Indien met het water vuil in de boiler terecht komt kunnen afzettingen zoals kalk op de condensor ontstaan. Dit heeft een negatief effect op de warmteafgifte aan het water. Indien een grenswaarde wordt overschreden wordt de warmtepompboiler door de ingebouwde pressostaat uitgeschakeld. De condensor moet dan gereinigd worden. Verwijder hiervoor de condensor uit de boiler nadat men deze heeft laten leeglopen. De leidingen naar de condensor hoeven niet gedemonteerd te worden. Verwijder de kap van de condensor en draai daarna de bouten van de condensorflens los. Haal de condensor voorzichtig uit het boilervat en voer de noodzakelijke reiniging uit. Ter ontkalking kan de condensor in een emmer met een ontkalkoplossing geplaatst worden. 10

15 Bijlage 1 Elektrisch schema van de Techneco warmtepompboiler N L PE Q1 H1 B1 > 2 1 > P F1 X1 X2 5 A S2 X3 1 2 X4 > B3 C1.2 C1.1 C F2 M M 1 ~ 1 ~ M1 M2 R F2 > A1 Aanloopregeling compressor K1 Relais B1 Thermostaat 58 C M1 Compressor B3 Thermostaat 63 C M2 Ventilator ( E, open uitvoering) C1.1 Bedrijfscondensator compressor Q1 Hoofdschakelaar C1.2 Aanloopcondensator compressor R1 Elektrisch bijverwarmingselement (E) C2 Condensator axiaalventilator (open type) S2 Schakelaar E-element F1 Pressostaat (23 bar) X1,2 Vrijgave aansluiting F2 T-begrenzer (73 C, E, W) X3,4 Bedrijfsmelding tapwaterbedrijf 230V H1 "In bedrijf"-aanduiding Figuur 12 Elektrisch schema van de Techneco warmtepompboiler. 11

16 WPB en gasketel in serie geplaatst. Het is mogelijk de warmtepompboiler in serie te plaatsen met een gasketel. Gasketels met zonneboilerkeur zijn geschikt voor de aanvoer van voorverwarmd water. De maximale aanvoertemperatuur van het water naar de gasketel is belangrijk (zie hiervoor de technische gegevens van de gasketel).om de aanvoertemperatuur te regelen kan gebruik gemaakt worden van een thermosstatisch mengventiel. Mogelijk moet ook de doorstroom begrenzing van de gasketel vergroot worden. Voorbeeld 1 Mengventiel ingeregeld op maximale aanvoertemperatuur van de ketel. In het mengventiel wordt koud water bijgemengd voordat het de ketel ingaat. Voorbeeld 2 Mengventiel ingeregeld op uitgaande watertemperatuur van de warmtepompboiler. Vanuit het mengventiel gaat het warme water met een minimum ingestelde temperatuur direct door. Is het water vanuit de boiler te koud dan wordt het via het mengventiel naar de ketel geleid en verder verwarmd. 12