Reactie BTN op Consultatiedocument Kraamzorg Een analyse van de mogelijkheden voor vrije prijsvorming.

Transcriptie

1 Reactie BTN op Consultatiedocument Kraamzorg Een analyse van de mogelijkheden voor vrije prijsvorming. Overzicht Consultatievragen. Consultatievraag 1. Deelt u de voorlopige conclusie van de NZa dat vrije prijsvorming de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid op de markt voor kraamzorg zal bevorderen? Zo nee, waarom niet en wat is het alternatief? BTN kan zich vinden in deze voorlopige conclusie. De vraag blijft overeind hoe de wijze van vrije prijsvorming wordt ingevoerd. Indien de zorgverzekeraars op basis van eenduidige uitgangspunten de contractering met zorgaanbieders vorm geven, zal dit leiden tot meer transparantie en uiteindelijk tot meer kwaliteit. Dit alles zal leiden tot een overeenkomstige prijsstelling. Indien verschillende uitgangspunten gehanteerd worden, zal transparantie en kwaliteit veel moeilijker vormgegeven kunnen worden. Indien besloten wordt tot vrije prijsvorming dienen alle partijen zich goed voor te bereiden en dit vraagt een zorgvuldig proces en een goede overgangsperiode. Daarnaast is het essentieel dat kraamzorgaanbieders die geen contract met een zorgverzekeraar hebben gesloten, aan de verzekerden van deze zorgverzekeraar ook geen zorg mogen leveren. Indien niet gecontracteerde kraamzorgaanbieders toch zorg leveren is de klant daar uiteindelijk de dupe van omdat dit leidt tot een hogere eigen bijdrage voor de klant. Het mag niet zo zijn dat als een kraamzorgaanbieder en een zorgverzekeraar geen overeenstemming krijgen tijdens de onderhandelingen, via een omweg/achterdeur de zorg toch wordt geleverd met als resultaat dat de klant de rekening betaalt. Consultatievraag 2. Kunt u zich vinden in de door de NZa gegeven beschrijving van door kraamverzorgende geleverde zorg? Zo niet, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voorzien van een bronvermelding. BTN kan zich vinden in de beschrijving. De beschrijving is gebaseerd op het Landelijk Indicatieprotocol Kraamzorg. Consultatievraag 3. Kunt u zich vinden in de door de NZa gegeven beschrijving van samenhang tussen de verschillende ketenpartners? Zo niet, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voor zien van een bronvermelding. BTN kan zich vinden in de beschrijving dat de samenwerking tussen verloskundigen en kraamzorg niet altijd als positief ervaren wordt. BTN hoopt dat met het nader uitwerken van de keten zwangerschap en geboorte de afspraken duidelijker worden en daarmee helder wordt hoe een optimale samenwerking eruit ziet. Met betrekking tot de overdracht van ziekenhuis naar zorg thuis is BTN van mening dat hierin nog een betere afstemming plaats dient te vinden. De overdracht vindt vaak plaats tussen ziekenhuis en kraamzorg, zonder tussenkomst van een verloskundige. De Kraamzorginstelling ervaart regelmatig dat de informatie tijdens overdracht onvolledig of onjuist is. Dit vindt meestal plaats in tijden van feestdagen en vakantieperioden. Soms bestaat bij kraamzorginstelling het gevoel dat moeder en kind

2 zo snel mogelijk het ziekenhuis moeten verlaten. BTN staat voor een maximale ondersteuning in een thuissituatie maar wel op een verantwoorde wijze. De verloskundige zou hierin mogelijk een meer prominente rol moeten vervullen en de verantwoording moeten nemen of moeder en kind werkelijk wel al in de thuissituatie verzorgd kunnen worden. Consultatievraag 3b. Is er in de huidige markt al vraag naar ketenprestaties geboortezorg? Kent u initiatieven voor het aanbieden van ketenprestaties? Vergroot vrije prijsvorming bij zorginkopers de behoefte aan ketenprestaties? Vergroot vrije prijsvorming bij zorgaanbieders de prikkel om geboortezorg in de vorm van een ketenprestatie aan te bieden? Er bestaat al een bepaalde mate van ketenzorg, veelal door organisaties die zelf meer disciplines in huis hebben. Uitgangspunt bij een keten moet volgens BTN de cliënt zijn. Als de cliënt voldoende keuze heeft uit kwalitatief goede aanbieders, wordt een keten op basis van toegevoegde waarde samengesteld. Indien het uitgangspunt de organisatie is, bestaat het risico dat inkoop van geboortezorg in de vorm van een keten leidt tot marktmacht (verloskundige praktijken die met een beperkt aantal zorgaanbieders samenwerken om als keten ingekocht te kunnen worden). Hierdoor wordt dus de keuzevrijheid van de cliënt ingeperkt. De cliënt moet zelf sturing kunnen geven aan zijn keuzes en dit mag niet beperkt worden door de keteninkoop door zorgverzekeraars. Het vergroten van vrije prijsvorming kan voor zorgaanbieders een motivatie zijn om andere ketenpartners te binden om daarmee richting de zorginkoper een andere positie te kunnen innemen. Consultatievraag 4. Deelt u de inschatting van de vraagontwikkeling? Zo nee, beschikt u over cijfers die u met de NZa kunt delen? BTN deelt de inschatting van de vraagontwikkeling. Consultatievraag 5. Kunt u zich vinden in de analyse dat er beperkte mogelijkheden zijn voor substitutie? Zo nee, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voorzien van een bronvermelding. BTN is van mening dat er beperkte mogelijkheden voor substitutie zijn. Er kan slechts sprake zijn van substitutie indien de zorgverzekeraar keuzemogelijkheden geeft aan de cliënten, zowel voor het budget als keuzevrijheid over de soort zorg. Consultatievraag 6 Kunt u zich vinden in de door de NZa gegeven beschrijving van het huidige aanbod kraamzorgaanbieders? Zo nee, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voor zien van een bronvermelding? BTN kan zich vinden in de beschrijving van het huidige aanbod. Consultatievraag 7. Hebt u recente gegevens over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor kraamverzorgende die u met de NZa kunt delen? Het rapport Monitoring kraamzorg III biedt de laatste onderzochte gegevens op het gebied van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor kraamverzorgenden.

3 Consultatievraag 8. Deelt u de inschatting dat de tekorten tijdelijk en regionaal optreden? Hebt u een verklaring voor het optreden gedurende de zomerperiode? Biedt de tijdelijke regeling om opleidingskosten te kunnen declareren bij zorgverzekeraars een oplossing? Kloppen de eerste signalen dat er tot kraamverzorgende worden opgeleid? Zijn betere arbeidsvoorwaarden een optie om de tekorten op te lossen? De tekorten treden meestal tijdelijk en regionaal op. De tekorten tijdens de zomerperiode hebben vaak als oorzaak dat de kraamverzorgenden in betreffende periode ook zelf in groten getale op vakantie zijn. Andere vakanties worden meer over het jaar verspreid. Daarnaast is uit statistieken gebleken dat in de periode april/mei en juli/augustus meer kinderen worden geboren dan in de rest van het jaar. De tijdelijke regeling voor tegemoetkoming extra opleidingen heeft zeker gezorgd voor meer instroom in het beroep van kraamverzorgende. De signalen dat er kraamverzorgenden middels deze regeling opgeleid worden, zijn correct. Het imago van de kraamzorg heeft volgens BTN geen directe relatie met de huidige arbeidsvoorwaarden voor de kraamverzorgenden. Een betere voorlichting over het de inhoud van het beroep zal het beroep zeker aantrekkelijker maken. Consultatievraag 9. Kunt u zich vinden in de conclusie dat er weinig mogelijkheden voor aanbodsubstitutie zijn? Zo niet, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voorzien van een bronvermelding. BTN onderschrijft het uitgangspunt dat aanbodsubstitutie gering is. Dit heeft naar de mening van BTN niet alleen te maken met een krappe arbeidsmarkt voor kraamverzorgenden maar met name met een onaantrekkelijke markt voor ondernemers. Kraamzorg is voor ondernemers geen aantrekkelijk product gezien de kosten/batenverhouding. Er is een goed georganiseerde organisatie nodig om binnen de kraamzorgmarkt actief te kunnen zijn. Aanbodsubstitutie is alleen mogelijk als het product kraamzorg wordt opgeknipt en een deel van het product kraamzorg bijvoorbeeld elementen van huishoudelijke hulp elders kan worden ingekocht. Consultatievraag 10. Kunt u zich vinden in de conclusie dat er geen onredelijke toetredingsdrempels tot de kraamzorgmarkt zijn? Zo nee, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voorzien van een bronvermelding. De toetredingsbarrières hebben volgens BTN vooral betrekking op de aantrekkelijkheid van de markt die een ondernemer ondervindt bij het opstarten van een bedrijf. Onder aantrekkelijkheid wordt verstaan dat het product voldoende rendement oplevert om het product te exploiteren en om als organisatie te kunnen groeien. De vraag naar kraamzorg zal eerder dalen dan stijgen en de markt is al verdeeld. Het is voor een ondernemer daardoor lastiger om een marktdeel te kunnen veroveren. Door zorgverzekeraars wordt ook een drempel opgeworpen door de eis dat kraamzorgaanbieders aan allerlei keurmerken moeten voldoen (HKZ, Borstvoedingscertificaat) wat veel tijd en geld kost. Consultatievraag 11. Bent u van mening dat met de huidige prestatieomschrijving zowel de consument en de zorgverzekeraar alswel de zorgaanbieder weten wat zij inkopen respectievelijk aanbieden? Zo niet, kunt u concreet aangeven hoe de huidige prestatieomschrijving verbeterd kan worden? BTN is van mening dat de prestatieomschrijving voor de consument duidelijker gemaakt moet worden. De zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn bekend met het LIP en de hierin genoemde activiteiten. De consument dient echter op een andere manier geïnformeerd te worden. Een verwijzing naar de zorgverzekeringspolis is te marginaal. Zorgverzekeraars zouden de consumenten in eenvoudige en begrijpelijke taal moeten informeren wat er in de polis is opgenomen en wat ze kunnen verwachten. Tevens is het essentieel dat de consument naast de inhoud van de kraamzorg ook het belang van kraamzorg voldoende inziet. De insteek zou moeten zijn dat de consument de

4 noodzaak voor kraamzorg inziet en daarmee ook kraamzorg wil (laten) inkopen. Zeker als er in de toekomst mogelijk ontwikkelingen komen waarbij de consument een budget krijgt om kraamzorg zelf in te kopen is de nadruk op het belang van kraamzorg essentieel. Zorgverzekeraars spelen hierbij een grote rol. Consultatievraag 12. Kunt u zich in de geschetste analyse over de transparantie van de kwaliteit? Zo niet, wilt u de verbeteringen zo concreet mogelijk aangeven en indien mogelijk voorzien van een bronvermelding. Kraamzorgaanbieders hebben de laatste jaren veel geïnvesteerd in kwaliteitsborging, zoals certificaten HKZ, BKE en borstvoeding. Daarnaast houden alle kraamzorgaanbieders klanttevredenheidsonderzoeken. Zorgverzekeraars vragen naast deze informatie frequent aanvullende informatie over de kwaliteit van zorg. BTN deelt uw mening dan ook niet dat zorgverzekeraars weinig inzicht hebben in de kwaliteit van zorg. De transparantie richting de consumenten kan nog verbeterd worden. Hiervoor is de in ontwikkeling zijnde uniforme prestatieindicatoren kraamzorg een goed instrument. Consultatievraag 13. Vindt u dat er een landelijk registratiesysteem en landelijke richtlijnen moeten komen voor de kraamzorg? Kunt u uw antwoord motiveren? Het ontwikkelen van landelijke richtlijnen leidt tot uniformiteit bij de uitvoering van de zorg. Het gevaar van landelijke richtlijnen is echter dat het marktwerking tegenhoudt. Door uniforme richtlijnen wordt alles gestandaardiseerd en kan er sprake zijn van een eenheidsworst wat marktwerking belemmert. Vrije tarieven zouden ook tot productdiversificatie moeten kunnen leiden (bepaald level van dienstverlening voor een bepaalde prijs). Landelijke richtlijnen (met alle kwaliteitsborging en verantwoording) kunnen daarnaast ook kostenverhogend werken wat de prijs van kraamzorg kan opdrijven. Natuurlijk moet er altijd sprake zijn van een basiskwaliteit (gebaseerd op Basiskwaliteitseisen Kraamzorg en Landelijk Indicatieprotocol). Een landelijk registratiesysteem in de vorm van een registratie van aanbod in de kraamzorgsector (kraamzorgaanbieders, kleine eenmanszaken, zzp-ers) is wenselijk om zicht te hebben op de aanbieders van kraamzorg en het kaf van het koren te kunnen scheiden. Bij het uitvoeren van onderzoek in de kraamzorg blijkt steeds dat het onduidelijk is hoe de markt van aanbieders er uit ziet en is het moeilijk om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en resultaten te genereren voor de sector. Consultatievraag 14. Ziet u reden voor nadere acties om prijstransparantie op een geliberaliseerde kraamzorgmarkt? Zo nee, waarom niet? Op dit moment ziet BTN voor de consumenten nog geen aanleiding voor prijstransparantie. De inkoop wordt nog niet door de consument zelf gedaan. Echter vanuit het oogpunt van de onderhandelingen tussen kraamzorgaanbieders en zorgverzekeraars en de marktwerking (in de regio) te stimuleren, dienen kwaliteit en prijs (van alle aanbieders) transparant gemaakt te worden. Daarnaast is het de vraag welke informatie de consument op dit moment moet krijgen over de prijzen aangezien de inkoop nu grotendeels door de zorgverzekeraars plaatsvindt en de consument geen verantwoording heeft voor inkoop en daarmee ook geen afweging hoeft te maken. Consultatievraag 15. Deelt u de analyse van de NZa dat de kwaliteit nog onvoldoende transparant is op de kraamzorgmarkt? Zo nee, waarom niet? BTN deelt deze mening niet. Het Bureau Zichtbare Zorg is gestart met het project Zichtbare Zorg Kraamzorg. Doel van dit project is dat gegevens over kwaliteit van kraamzorg beschikbaar komen op Kiesbeter.nl, zodat kwaliteit van de kraamzorg transparant wordt voor de klant. Naar verwachting komen deze gegevens in 2010 beschikbaar. Daarnaast hebben kraamzorgaanbieders de laatste jaren veel geïnvesteerd in kwaliteitsborging, zoals certificaten HKZ, BKE en borstvoeding. Tevens houden

5 alle kraamzorgaanbieders klanttevredenheidonderzoeken. Zorgverzekeraars vragen naast deze informatie frequent aanvullende informatie over de kwaliteit van zorg. Consultatievraag 16. Deelt u de analyse van de NZa dat er voldoende overstapmogelijkheden zijn voor de consumenten? Zo nee, waarom niet? BTN deelt deze mening niet. Zoals gesteld in het rapport wordt kraamzorg slechts in een periode van tien dagen onmiddellijk na de bevalling geleverd. In deze al hectische periode is het praktisch niet mogelijk om binnen korte termijn een andere kraamzorgaanbieder te vinden Consultatievraag 17. Is de analyse over de prikkels van partijen om goed in te kopen volledig correct? Zo niet, kunt u concreet aangeven waar de analyse aangescherpt en verteerd kan worden? De prikkels voor zorgverzekeraars voor kwaliteit van zorg zijn wel aanwezig, echter de prikkel tot inkoop tegen een goede/scherpe prijs is nog beperkt. De consument ervaart op dit moment geen prikkels tenzij zorg wordt geboden door een niet gecontracteerde kraamzorgaanbieder waarmee de eigen bijdrage voor de consument verhoogd wordt. Consultatievraag 18. Kunt u zich vinden in de analyse over de marktverhoudingen? Zo niet, kunt u aangeven waar de analyse aangescherpt en verbeterd kan worden? Kunt u gegevens leveren die uw standpunt kunnen onderbouwen? BTN kan zich niet vinden in deze analyse. De rechten en plichten zijn niet gelijk verdeeld tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder. Consultatievraag 19. Deelt u de mening van de NZa dat er een beperkte kans bestaat op te hoge prijzen? Zo nee, kunt u aangeven waar de analyse aangescherpt of verbeterd kan worden? BTN deelt deze mening niet. De onderhandelingsmacht speelt een rol. Wanneer een zorgverzekeraar afhankelijk is van een kraamzorgaanbieder met marktmacht, zal een hoger tarief betaald worden. Echter te hoge of excessieve tarieven worden door BTN niet verwacht. Daarnaast heeft de consument op dit moment zeer gering invloed op de prijsvorming aangezien zorgverzekeraars inkopen voor de consument en de consument niet direct belang heeft bij lage of hoge prijzen. Consultatievraag 20. Deelt u de mening van de NZa dat het risico op te lage prijzen klein is, door de mogelijke toetreding van nieuwe kraamzorgaanbieders? Zo nee, kunt u aangeven waar de analyse aangescherpt of verbeterd kan worden. Bij (te) lage tarieven is het voor nieuwe aanbieders niet interessant om de kraamzorgmarkt te betreden. Er vindt dan dus (waarschijnlijk) geen of beperkte toetreding van nieuwe aanbieders plaats. Het bieden van roofprijzen kan een strategisch besluit zijn om concurrentie te bewerkstelligen en huidige aanbieders van de markt te laten verdwijnen. Consultatievraag 21. Deelt u de mening van de NZa dat er een beperkte kans bestaat op te lage prijzen gefinancierd uit alternatieve inkomstenbronnen? Zo nee, kunt u aangeven waar de analyse aangescherpt of verbeterd kan worden? BTN deelt deze mening niet. Over het algemeen zijn de reguliere kraamzorgaanbieders onderdeel van een thuiszorginstelling waarbij niet alleen AWBZ-zorg wordt geleverd maar ook Zvw-gefinancierde zorg en Wmo-zorg, waarbij de kans wel aanwezig is om lage prijzen te financieren uit alternatieve inkomstenbronnen. Uit het verleden is dit ook gebleken ondanks gescheiden boekhoudingen (zie hiervoor de voorbeelden in de WMO). Organisaties die zich alleen richten op kraamzorg hebben niet de mogelijkheid om met prijzen te stunten om markt te kopen.

6 Consultatievraag 22. Hebt u aanwijzingen of signalen dat kartelvorming in de kraamzorgmarkt plaatsvindt of zal plaatsvinden? Heeft u voorbeelden van hoe kartelvorming zou kunnen plaatsvinden of plaatsgevonden heeft? BTN heeft geen aanwijzingen dat kartelvorming in de kraamzorgmarkt plaatsvindt. Er vindt juist weinig samenwerking plaats tussen kraamzorgaanbieders, aangezien ze concurrenten van elkaar zijn. Consultatievraag 23. Deelt u de mening van de NZa dat het risico klein is dat zorgverzekeraars hun inkoopmacht onacceptabel gebruiken? Zo nee, kunt u concreet aangeven waar de analyse aangescherpt en verbeterd kan worden? BTN deelt deze mening niet. Wanneer een zorgverzekeraar afhankelijker is van een kraamzorgaanbieder krijgt deze sneller een hoger tarief. Men ziet wel dat zorgverzekeraars steeds meer criteria stellen, maar de tarieven nemen niet toe. Er is geen sprake van differentiatie. De contracten zijn voor alle kraamzorgaanbieders hetzelfde ongeacht verschillen tussen de aanbieders. Voor kraamzorgaanbieders betekent dit dat zij slechts de keuze hebben een niet passend contract te tekenen of geen contract te sluiten. Onderhandeling vindt alleen plaats op het gebied van kwaliteit en prijs, niet op basis van contractsvoorwaarden- en afspraken. Dit is ook een vorm van inkoopmacht. Consultatievraag 24. Mist u naast de hierboven genoemde anticompetitieve gedragingen nog andere gedragingen die van invloed kunnen zijn op de beslissing om een markt al dan niet vrij te geven? Zo ja, kunt u concreet aangeven met welke effecten nog meer rekening gehouden moet worden? BTN mist geen andere gedragingen. Consultatievraag 25. Deelt u het standpunt van de NZa dat afwentelgedrag in de kraamzorg niet kan voorkomen, omdat kraamzorg alleen in de eerste lijn wordt geleverd? Zo nee, kunt u aangeven waar de analyse verscherpt of verbeterd kan worden? BTN deelt deze mening. Tussen kraamzorgaanbieders onderling zou afwentelgedrag kunnen voorkomen, echter de zorgverzekeraars kunnen dit voorkomen en dit contractueel regelen. Consultatievraag 26. Bent u het eens met de analyse van de NZa dat de introductie van vrije prijsvorming geen negatieve effecten heeft op ketenzorg, maar juist een prikkel tot onderlinge samenwerking of samenwerking met andere zorgaanbieders kan geven? Zo nee, kunt u aangeven waar de analyse verscherpt of verbeterd kan worden? BTN deelt deze analyse niet. Ketensamenwerking kan alleen plaatsvinden op basis van gelijke verhoudingen met de cliënt als uitgangspunt. Zie hiervoor ook de reactie bij vraag 3b. Consultatievraag 27. Bent u het eens met de analyse van de NZa dat er bij de introductie van vrije prijsvorming bij kraamzorg een zeer gering risico op volume effecten bestaat? Al eerder is gemeld dat deze stelling volledig afhankelijk is van de uitgangspunten van vrije prijsvorming. Vrije prijsvorming kan inderdaad leiden tot volume afspraken of strategisch gedrag. Selectieve contractering kan mogelijk leiden tot volumewijzigingen.

7 Consultatievraag 28. Mist u naast de hierboven genoemde externe effecten nog andere effecten die van invloed kunnen zijn op de beslissing om een markt al dan niet vrij te geven? Zo ja, kunt u concreet aangeven met welke effecten nog meer rekening moet worden gehouden? Voor BTN is het van belang te weten wat we als sector met de kraamzorg willen. Kraamzorg in de huidige setting is een fantastisch product. De vraag blijft in welke mate we met elkaar dit product willen houden en verder uitbouwen tegen welke prijs we ervoor willen betalen. De kraamzorg kan het begin van een prachtige cyclus zijn mits blijvend goed uitvoerbaar! Bij vrije tarieven is het essentieel dat alle partijen inzicht krijgen in de relatie tussen de geleverde kwaliteit van de zorg en de afgesproken prijs. Consultatievraag 29. Deelt u de inschatting dat de administratieve lasten kunnen toenemen? Deelt u de opvatting dat deze toename verantwoord is in het kader van verantwoorde kraamzorg en monitoring? Heeft u suggesties om de toename zo beperkt mogelijk te houden? BTN deelt uw mening dat de administratieve lasten zullen toenemen. Momenteel worden de normen Verantwoorde kraamzorg opgesteld waarin de kraamzorg verplicht wordt een CQ-meting onder de kraamvrouwen te houden en de zorginhoudelijke indicatoren te meten. BTN vindt deze toename alleen verantwoord als met de uitkomsten de juiste dingen gedaan worden ten behoeve van de kwaliteitsverbetering. Er dient een goede verhouding te zijn in de kosten en baten. Consultatievraag 30. Deelt u de inschatting dat de inhoudelijke nalevingkosten momenteel op een zeer laag niveau zijn? Deelt u de inschatting dat de inhoudelijke nalevingkosten niet zullen toenemen bij tariefsliberalisatie? BTN is van mening dat alle kosten in verhouding moeten staan tot het uiteindelijk nut. BTN is van mening dat op dit moment de nalevingkosten niet laag zijn, zeker niet voor de kleinere aanbieders. Er wordt aan kraamzorgaanbieders veel informatie gevraagd wat een grote administratieve last in tijd en geld oplevert. Consultatievraag 31. Deelt u de inschatting de afname van uitvoeringslasten ( door staken van tariefsregulering) groter is dan de toename van uitvoeringslasten (door het starten van monitoring?) hebt u suggesties om de uitvoeringslasten zo beperkt mogelijk te houden? BTN kan dit vooralsnog niet in schatten. Consultatievraag 32. Bent u van mening dat onze analyse van de lastendruk (administratieve + inhoudelijke nalevingkosten + uitvoeringslasten) volledig is? Zo nee, kunt u uw aanvulling zo concreet mogelijk aangeven? BTN denkt dat de analyse redelijk volledig is maar heeft geen zicht op situationele verschillen. Consultatievraag 33. Kunt u zich vinden in bovenstaande analyse over lastendruk en veranderingskosten? Zo niet, kunt u dan concreet aangeven waar de analyse aangescherpt en verbeterd kan worden? BTN kan zich vinden in de analyse maar kan vooralsnog niet schatten wat dit voor kraamzorgaanbieders gaat betekenen.

8 Consultatievraag 34. Heeft u aanvulling op bovenstaande risico-inventarisatie? BTN is van mening dat naast de genoemde aandachtspunten er ook aandacht moet zijn voor de inkoop van geïndiceerde zorg. Een zorgverzekeraar moet verplicht worden geïndiceerde zorg volgens het Landelijk Indicatieprotocol (LIP) in te kopen. Er moet een relatie blijven bestaan tussen de kwantiteit (volgens LIP) en kwaliteit en de prijs van de zorg. Het mag niet zo zijn dat bij hoge tarieven wordt bezuinigd op het volume of andersom. Contactpersoon BTN: De heer J.C. Verschuren MBA Tel: E: jverschuren@branchebelang-thuiszorg.nl