Onderzoek naar de haalbaarheid van een spronglandingstrainingprogramma van drie maanden bij basketbalspelers.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar de haalbaarheid van een spronglandingstrainingprogramma van drie maanden bij basketbalspelers."

Transcriptie

1 Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Tel: Fax: Onderzoek naar de haalbaarheid van een spronglandingstrainingprogramma van drie maanden bij basketbalspelers. AUTEUR(S) AERTS I., CUMPS E., VERHAGEN E., MATHIEU N., VAN SCHUERBEECK S. MEEUSEN R. REDACTEUR VERBEIREN K. INSTITUUT Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie ABSTRACT Dit artikel kadert in een doctoraatstudie rond screening en preventie in spronglandingssporten. Context: Het evalueren van de vertaalbaarheid en haalbaarheid van een interventieprogramma is even belangrijk geworden als het bepalen van de effectiviteit van een interventie. Doel: Het evalueren van de toepasbaarheid van een drie maanden durend spronglandingstrainingsprogramma bij basketbalspelers, aan de hand van het RE-AIM (reach/bereik, effectiveness/effectiviteit, adoption/aanvaarding, implementation/implementatie en maintenance/behoud) framework. Doelgroep: Nationale en regionale basketbalteams; 24 teams uit de 2 e nationale divisie en uit de regionale reeksen werden ad random onderverdeeld in een controle- en een interventiegroep. In totaal namen 243 sporters (15-41j) vrijwillig aan deze studie deel. Interventie: Alle oefeningen in het interventieprogramma volgden een progressieve lijn, met de nadruk op het in lijn blijven van de verschillende gewrichten (alignment) van de onderste extremiteit tijdens spronglandingen. Parameters: De parameters van de procesevaluatie van het interventieprogramma werden gebaseerd op de vijf dimensies van het RE-AIM framework. Resultaten: Het deelnamecijfer van de volledige steekproef was 100% (reach). De kans op het ontstaan van een letsel was verschillend tussen de interventie- en de controlegroep (effectiveness). Van de 12 teams in de interventiegroep, stemden acht teams (66,7%) toe om deel te nemen aan de studie (adoption). Van deelnemende coaches waren acht (66,7%) positief over het interventieprogramma en meldden dat ze het hadden geïntegreerd in hun trainingen zoals ze hadden vooropgesteld (implementation). Van de deelnemende coaches gaf 75% aan dat ze het preventieprogramma het volgende seizoen zouden verder zetten (behoud). Conclusies: De volgzaamheid van de deelnemende coaches in deze studie was groot. Daarbovenop was het programma effectief in het voorkomen van blessures aan de onderste extremiteit. Sleutelwoorden letselpreventie, sportblessures onderste extremiteit, spronglandingssporten, interventie, basketbal Datum 01/01/2016 Extra bronnen Contactadres zie bronnenlijst i.aerts@somt.nl Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht.

2 Onderzoek naar de haalbaarheid van een spronglandingstrainingprogramma van drie maanden bij basketbalspelers. AERTS I., CUMPS E., VERHAGEN E., MATHIEU N., VAN SCHUERBEECK S. MEEUSEN R. Vrije Universiteit Brussel Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie INLEIDING Basketbal is één van de populairste sporten ter wereld. Het is zelfs op weg om wereldwijd de populariteit van American football te overtreffen 1. In Vlaanderen spelen meer dan sporters 2 competitief basketbal en de populariteit van de sport blijft nog toenemen op alle niveaus, van recreatief tot professioneel 1,3. In het basketbal zijn de spelers gedurende één derde van de speeltijd bezig met bewegingen aan relatief hoge intensiteit zoals lopen en springen 4. Een vroegere studie in Vlaanderen toonde aan dat in er in het basketbal 9,8 blessures voorkomen per gespeelde uren. In het volleybal zijn dat er maar 2,8 per gespeelde uren 5. Tot 60% van de blessures bij basketbalspelers zijn blessures ter hoogte van de onderste extremiteiten 1,6. Cumps et al. 5 toonden in hun onderzoek in de Vlaamse competitie aan dat zowel acute (3,1/1.000u) als overbelastingsletsels (2,5/1.000u) aan de onderste extremiteit inherent zijn aan het basketbal. Om de inslagkracht die gegenereerd wordt bij het landen na een sprong efficiënt te absorberen, zijn goede spronglandingsbewegingspatronen essentieel. Ze lijken ook sterk gerelateerd te zijn aan het risico dat de atleet loopt om een blessure op te lopen aan de onderste extremiteit 7-9. Door de vele blessures die voorkomen binnen het basketbal en de negatieve invloed hiervan op de toekomstige deelname aan sport, dringen preventieve maatregelen zich op 5. Ondanks het feit dat er al verschillende studies gewijd zijn aan evidence-based interventies 9,14-16, is het duidelijk dat inspanningen op het gebied van de preventie van sportblessures gehinderd worden door een te beperkt begrip van de context waarin ze geïmplementeerd dienen te worden 17. We moeten de effectiviteit van blessurepreventie daarom evalueren in een real-world sportcontext onder natuurlijke en ongecontroleerde omstandigheden. Dit kan door gebruik te maken van bestaande frameworks voor gezondheidspromotie om blessurepreventief onderzoek te evalueren. Een dergelijk model is het RE-AIM evaluatie framework, opgesteld door Glasgow, Vogt & Boles 18 om de vertaalbaarheid en haalbaarheid van een interventieprogramma te evalueren. Dit framework bestaat uit vijf dimensies 18 : Reach Het percentage en de representativiteit van de personen die willen deelnemen. Effectiveness Het effect van de interventie op de parameters. Adoption De mate waarin de geïncludeerde settings de bredere populatie vertegenwoordigen en correct beschreven worden. Implementation De mate waarin de interventie zoals voorzien geïmplementeerd werd in de echte wereld. Maintenance De mate waarin het programma behouden blijft doorheen de tijd. Het evalueren van de vijf dimensies van het RE-AIM framework identificeert niet enkel de vertaalbaarheid en haalbaarheid van een programma, het legt ook zijn beperkingen bloot 18. Daarom wordt het RE-AIM framework in dit soort studies gebruikt om te bekijken of coaches een interventieprogramma kunnen en willen implementeren Het doel van onze studie was om de toepasbaarheid na te gaan van een drie maanden durend spronglandingstrainings-programma bij basketbalspelers.

3 METHODE ONDERZOEKSOPZET We voerden een gerandomiseerde controlestudie uit gedurende een volledig sportief seizoen met een interventieprogramma van drie maanden en een opvolgperiode van zes maanden. Het studieopzet werd nagekeken en goedgekeurd door de ethische commissie van de Vrije Universiteit Brussel 22. DEELNEMERS De deelnemers (n = 243) waren mannelijke (n = 129) of vrouwelijke (n = 114) basketbalspelers (Figuur 1) van alle afdelingen van de Belgische basketbalcompetitie, behalve de 1 e klasse 22. Elk team moest zijn thuisbasis in Vlaanderen hebben en Nederlands spreken. Figuur 1: Flow chart van de selectieprocedure en het aantal spelers en teams dat deelnam aan de studie. uit het interventieprogramma correct uitgevoerd moeten worden: foto s, video s en instructies voor de coach. Daarnaast werd hen een poster ter beschikking gesteld met de oefeningen van het spronglandingsprogramma en een hand-out met geschreven instructies. De oefeningen van het interventieprogramma werden gebaseerd op wetenschappelijk literatuuronderzoek, met daarbij ook studies naar preventieve programma s voor acute knieletsels 14,16,23,24. Het interventieprogramma (Tabel 1) dat we gebruikten voor deze studie (seizoen ) had als doel om de spronglandingstechniek van de spelers te verbeteren en duurde drie maanden 22. Tijdens de eerste maand lag de nadruk van de oefeningen op basistechnieken zoals lunges en zijwaartse sprongen. Daarbij lag de nadruk op het belang van het in lijn zijn van de verschillende gewrichten (alignment) van de onderste extremiteit. Tijdens de volgende maand verschoof de focus dan naar fundamentele oefeningen zoals hurksprongen, squat jumps, sprongen op één been en sprongen op een onstabiele ondergrond. In de derde en laatste maand werden de oefeningen in het programma complexer en sportspecifieker: maximale sprongen, lay-ups, loop- en snijbewegingen. Er was geen extra materiaal nodig om het interventieprogramma uit te voeren omdat elke club beschikte over de nodige zaken, zoals banken en ballen. Dit vergemakkelijkte het implementeren van het programma. T0 = voorafgaand aan de interventie, T1 = na de interventie INTERVENTIES De teams in de interventiegroep voerden het trainingsprogramma uit tijdens hun opwarming, twee keer per week gedurende 5-10 minuten. De teams in de controlegroep waren niet op de hoogte van het bestaan van de interventiegroep en kregen geen aangepaste trainingssessies. Er werd een persoonlijk bezoek gepland door één van de betrokken onderzoekers met elke coach om hen te informeren over het interventieprogramma. Tijdens dit overleg kregen de coaches van de interventieteams een DVD met gedetailleerde informatie over hoe de oefeningen

4 Tabel 1: Overzicht van het spronglandingstechniekprogramma

5 PARAMETERS De onderzoekers keken wekelijks na of de formulieren en vragenlijsten ingevuld werden en of alle oefeningen van het interventieprogramma uitgevoerd werden. Ze mochten inhoudelijke vragen rond het programma beantwoorden, maar niet tussenkomen in het programma omdat het de bedoeling was dat de coaches en spelers het zelfstandig uitvoerden. Bij de start van het programma vulden alle speler een vragenlijst in over hun demografische gegevens, hun eventuele vroegere blessures en hun huidige en vroegere deelname aan sport 5,14. Om de effectiviteit van het preventieprogramma te kunnen meten, werden alle acute en overbelastingsletsels bij spelers van het controleteam en het interventieteam tijdens het sportief seizoen van bijgehouden aan de hand van flow charts (Figuur 2) 5,22. Als een speler een blessure opliep werd dat op een formulier 25 genoteerd binnen de eerste week na het oplopen van de blessure. Om het mogelijk te maken te bekijken hoeveel uren de spelers gebasket hadden en hoe trouw ze het preventieprogramma gevolgd hadden, hielden de coaches van de interventieteams per week bij wie aanwezig was op training en wedstrijd en of het preventieprogramma werd uitgevoerd. Ook de coaches van de controleteams hielden bij wanneer elke speler aanwezig was op training en wedstrijd. Er werd bij dit onderzoek enkel rekening gehouden met de tijd gespendeerd aan het spelen van basketbal en met blessures opgelopen tijdens het basketballen. De coaches vulden een vragenlijst in na afloop van het preventieprogramma (april-mei 2011). Ze vulden een Likertschaal van akkoord tot helemaal niet akkoord in om het potentieel van de interventie qua vertaalbaarheid en haalbaarheid te kunnen evalueren. Verder beantwoordden de coaches vragen over het aantal keren dat de spelers de oefeningen uitgevoerd hadden en of ze uitgevoerd werden zoals beschreven in het programma. Ook gaven ze hun mening over de haalbaarheid om het spronglandingsblessurepreventieprogramma te integreren in hun trainingen. Het trainingsprogramma werd geëvalueerd naar vertaalbaarheid en haalbaarheid van implementatie in het echte leven aan de hand van het RE-AIM framework. GROOTTE VAN DE STEEKPROEF In Vlaanderen komt binnen het basketbal per seizoen ongeveer 78% van de blessures voor ter hoogte van de onderste extremiteit 13. Als we rekening hielden met dit cijfer, het voorspelde verschil tussen de interventie- en de controlegroep en de vermoedelijke drop-out, kwamen we op een totaal van 82 nodige spelers om een klinisch relevant effect van de interventie te kunnen bewijzen. Aangezien we ook rekening moesten houden met het feit dat we volledige teams gingen opdelen in interventie- of controlegroep (en niet de individuele atleten), startten we onze studie met de spelers van 24 teams. Figuur 2: Flow chart blessuredefinitie RECRUTERING 24 van de 110 Vlaamse teams uit de regionale competitie en uit 2 e en 3 e nationale werden via de computer ad random onderverdeeld in een controle- en een interventiegroep. Dit gebeurde voordat de teams gecontacteerd werden. Wanneer een team niet wilde meewerken, werd dit vervangen door een ander team uit dezelfde groep. Op die manier konden we toch het minimum aantal spelers bij deze studie betrekken. De gevolgde procedure was dezelfde voor de controle- en de interventieteams. Geen van de teams was op de hoogte van de andere teams. Dit was noodzakelijk om een motivationele bias te voorkomen, ook bekend als het Hawthorne effect 27.

6 RESULTATEN REACH/BEREIK 24 teams namen deel aan de studie, 12 hiervan werden ad random toegewezen aan de interventiegroep en alle 12 beslisten ze deel te nemen aan de studie. Dit is 11,8% van alle teams in de nationale competitie. Van de 12 teams in de interventiegroep beslisten 129 spelers om deel te nemen aan de studie. Tabel 2 geeft hiervan een overzicht weer. Tabel 2: Demografische gegevens van de deelnemers. EFFECTIVENESS/EFFECTIVITEIT Totaal aantal blessures. Het totaal aantal blessures aan de onderste extremiteit was 3,6/1000u in de interventiegroep en 5,4/1000u in de controlegroep. De spelers in de interventiegroep liepen dus minder risico op een blessure dan die in de controlegroep. Acute letsels aan de onderste extremiteit. De spelers van de controlegroep hadden een verhoogd risico op acute letsels t.o.v. de spelers van de interventiegroep, maar dit verschil bleek niet significant. ze het gevoel hadden dat hun spelers sterker waren en beter presteerden na het spronglandingsprogramma. De deelnemende coaches gaven aan dat de meegegeven informatie diepgaand genoeg was om de oefeningen te kunnen begrijpen en hun spelers correcte instructies te kunnen geven. Één coach maakte geen gebruik van de hand-outs omdat hij vond dat de DVD voldoende informatie bevatte. IMPLEMENTATION/IMPLEMENTATIE Van alle deelnemende teams voerde 66,7% het spronglandingsprogramma, zoals aanbevolen door de onderzoekers, minstens twee keer per week uit en waren overtuigd van de positieve effecten ervan. De vier teams die het programma niet afgewerkt hebben, werden beschouwd als dropouts. Het gemiddelde aantal gemiste sessies van het preventieprogramma per individuele speler was 2 ± 3 sessies. MAINTENANCE/BEHOUD Slechts één coach vond het programma te tijdrovend, hoewel zijn team het preventieprogramma wel helemaal afwerkte. Andere coaches vonden het spronglandingsprogramma gemakkelijk verenigbaar met hun training en zagen de uitvoering ervan als goed bestede tijd. Van de deelnemende coaches gaf 75% aan dat ze het blessurepreventieprogramma zeker wilden blijven gebruiken, voornamelijk tijdens de voorbereiding. Alle coaches die het spronglandingsprogramma in hun trainingen opnamen, gaven aan zich bewust te zijn van het belang van blessurepreventie en vonden het programma compatibel met hun normale trainingsintensiteit en strategie. Overbelastingsletsels. Er bleek geen verschil in overbelastingsletsels aan de onderste extremiteit tussen de spelers van de controlegroep en die van de interventiegroep. ADOPTION/AANVAARDING Bij de start van de studie wilden alle gecontacteerde teams meewerken (100%). Twee van de 12 teams uit de interventiegroep wilden niet langer deelnemen na de eerste follow-up (twee weken na de start) en twee andere teams vielen af in de daaropvolgende maand. Na de studie erkenden alle coaches van de overgebleven teams het belang van het integreren van blessurepreventietraining in hun trainingsschema s. Twee coaches meldden expliciet dat

7 BESPREKING BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN Op dit moment weten we nog niet veel van de mogelijkheden om blessurepreventieprogramma s die door de coach begeleid worden, te implementeren. Het belangrijkste doel van deze studie was om de vertaalbaarheid en haalbaarheid van een dergelijk programma om het aantal blessures te verkleinen, te onderzoeken aan de hand van de vijf dimensies van het RE-AIM framework 18. Onze resultaten zijn belangrijk omdat ze een combinatie maken van data over het voorkomen van blessures ter hoogte van de onderste extremiteit na het volgen van een blessurepreventieprogramma en informatie over het potentieel om een dergelijk programma te implementeren. Het is echter moeilijk om onze resultaten te vergelijken met andere studies uit de literatuur. Hoewel verschillende onderzoeksgroepen 14,24,28,29 studies uitvoerden naar het effect van coach-gestuurde interventieprogramma s, gebruikte slechts één van hen 28 al de verschillende dimensies van het RE-AIM framework. Een belangrijke bevinding is dat de aanwezigheidsgraad van de teams in de interventiegroep die het programma volledig afgewerkt hebben, 86% was. De aanwezigheidsgraad op de sessies van alle teams die bij de start bij de interventiegroep ingedeeld werden, was 60%. Dit resultaat is vergelijkbaar met andere studies 28,29. Wij hebben geen rekening gehouden met de antropometrische gegevens van de coaches. De literatuur geeft aan dat coaches die ouder en zwaarder zijn of er fysiek minder fit uitzien, de neiging hebben om minder voorgeschreven oefeningen in hun trainingen op te nemen 29. Blijkbaar kunnen dus niet enkel kennis en overtuiging de attitude van de coach t.o.v. blessurepreventie beïnvloeden, maar ook de antropometrische kenmerken van de coach zelf 28. De coaches vonden het spronglandingsprogramma makkelijk verenigbaar met hun training en vonden het de moeite om hier extra tijd aan te besteden. Van de coaches uit de interventiegroep was 75% van plan om het trainingsprogramma verder te zetten, bij voorkeur tijdens de voorbereiding. Dit geeft aan dat de coaches zich bewust zijn van het feit dat het belangrijk is dat spelers voldoende voorbereid zijn voor het voorkomen van blessures. Het trainen van de conditie tijdens de voorbereiding kan immers een positief effect hebben op blessurepreventie 18,31. In onze studie werd echter maar één seizoen onderzoek gedaan, waardoor we niet konden nagaan of de coaches dit programma consequent implementeerden in de volgende sportieve seizoenen. De spelers van de interventiegroep speelden 5009,7 uren basket (n = 90 spelers), de spelers uit de controlegroep speelden 5226,5 uren (n = 93 spelers). Bij de interventiegroep kwamen 18 blessures voor aan het onderste lidmaat, bij de controlegroep waren dat er 28. Het risico op een blessure ter hoogte van het onderste lidmaat bleek lager bij de interventiegroep dan bij de controlegroep. BEPERKINGEN Een beperking van deze studie is het feit dat de vragenlijsten die gebruikt werden voor de evaluaties gebaseerd waren op zelfrapportage. De coach van elk team hield bij hoeveel blessures voorkwamen en hoeveel de spelers aanwezig waren en het programma uitvoerden. Deze informatie van de coaches werd echter niet door de onderzoekers gecontroleerd. Wanneer de registratieformulieren niet tijdens of onmiddellijk na de training/wedstrijd ingevuld werden, moesten de coaches dit retrospectief doen binnen de week na de training/wedstrijd. De onderzoekers controleerden wel dat alle gegevens aanwezig waren en de coaches werden wekelijks opgebeld om hen eraan te herinneren de formulieren in te vullen. We mogen er dus vanuit gaan dat de gegeven info correct was. Het blessurepreventieprogramma werd geëvalueerd op effectiviteit voor wat betreft het voorkomen van blessures, vertaalbaarheid en haalbaarheid. Deze factoren zijn belangrijk om te bekijken wat het algemene effect is op de blessurepreventie in real-life situaties. Een interventie die niet voldoende aangenomen en behouden kan blijven, zal immers waarschijnlijk nooit leiden tot een significant effect op lange termijn. Het door ons gebruikte interventieprogramma was een gemakkelijk te gebruiken trainingsprogramma. De coaches gaven aan dat het gemakkelijk te integreren was in hun trainingen en dat ze van plan waren het programma te blijven gebruiken tijdens het volgende seizoen. We hebben dit echter niet kunnen nagaan, omdat onze studie slechts liep over één seizoen.

8 Een andere beperking is de hoge drop-out, waardoor uiteindelijk slechts 90 spelers in de interventiegroep en 93 spelers in de controlegroep deelnamen aan de studie. Gezien de vele metingen tijdens het seizoen, hing er meer vast aan een deelname aan de studie dan enkel het uitvoeren van het interventieprogramma. Mogelijk was de extra tijd die nodig was voor het evalueren de reden dat veel coaches niet gemotiveerd waren om deel te nemen. Toch bleek de drop-out gelijkaardig te zijn in de interventiegroep en de controlegroep. We durven dus aannemen dat bias door selectieve drop-out beperkt is gebleven. Onze resultaten gaven een verschil aan voor wat betreft het voorkomen van blessures ter hoogte van de onderste extremiteit tussen de interventiegroep en de controlegroep, wat erop wijst dat het interventieprogramma effectief zou zijn in het voorkomen van dergelijke blessures. Door de hoge dropout was ons aantal deelnemers aan de studie echter waarschijnlijk te klein om verschillen te detecteren tussen individuele groepen. We raden toekomstige onderzoekers dan ook aan om te focussen op de implementatie van een dergelijk programma op een grotere schaal om significante verschillen te kunnen optekenen tussen mannen en vrouwen en tussen acute en overbelastingsletsels. Vooraleer de effectiviteit en toepasbaarheid van dit interventieprogramma te veralgemenen, moeten we in gedachten houden dat deze studie gevoerd werd met slechts een deel van de basketbalpopulatie. Toch zijn de resultaten veelbelovend. STERKTES VAN HET BLESSUREPREVENTIEPROGRAMMA Een blessurepreventieprotocol dat actieve inbreng vraagt van kinesitherapeuten of waarvoor duur materiaal nodig is, zou de mogelijkheid op implementatie ervan in de toekomst beperken. Daarom is ons coach-gestuurd spronglandingsprogramma een belangrijke stap in de goede richting bij het voorkomen van blessures in een real-life situatie. Het werd ontwikkeld om in te spelen op reeds bekende risicofactoren voor acute en overbelastingsletsels ter hoogte van de onderste extremiteit, gerelateerd aan spronglandingen 19. Het interventieprogramma werd opgesteld op basis van informatie over blessuremechanismen en effectieve preventiestrategieën uit voorgaande studies 16,23. De uitgebreide instructies op de DVD s die aan de coaches gegeven werden, zorgden ervoor dat zij het blessurepreventieprogramma correct konden implementeren. Cumps et al. 26 implementeerden een evenwichtstrainingsprogramma voor basketbalspelers en vond dat een 20 minuten durende sessie te lang was aangezien de meeste teams maar twee tot drie keer per week trainen gedurende anderhalf tot twee uur. Het aantal oefeningen per sessie werd daarom tot een minimum beperkt en er werd geopteerd om minstens twee sessies per week te houden. Deze planning maakte het schema minder tijdrovend en makkelijker te implementeren in vergelijking met een 20 minuten durende sessie. Om het bewustzijn en de kennis rond blessurepreventie te verbeteren, zouden zowel coaches als spelers opgeleid moeten worden. Het effect van het bewustzijn rond blessurepreventie werd geminimaliseerd door de controlegroep niet te informeren over de interventiegroep en omgekeerd. Dit werd gedaan om elke vorm van motivationele bias te vermijden. Er werd dus aan de teams gezegd om hun normale trainingsregime onveranderd aan te houden. Het effect van een dergelijk programma op de lange termijn moet nog onderzocht worden. Toch kunnen we met deze resultaten concluderen dat het gebruikte preventieprogramma een positief effect zal hebben op het verminderen van het aantal overbelastingsletsels in het algemeen en acute letsels in het bijzonder ter hoogte van de onderste extremiteit. Eerdere onderzoeken 32,33 hebben ook al het belang aangetoond van het opnemen van instructies voor spronglandingstechnieken in een interventieprogramma. Wanneer we kijken naar de positieve effecten van het programma, moeten we focussen op de effectiviteit ervan op het voorkomen van blessures, maar ook op de invloed ervan op de spronglandingstechniek zelf. Spelers met een verhoogd risico op blessures lijken immers gebaat te zijn met specifieke interventieprogramma s om de spronglandingstechniek te verbeteren 16,33-35.

9 CONCLUSIE Wij gebruikten het RE-AIM framework om een spronglandingsblessurepreventieprogramma te evalueren op vertaalbaarheid en haalbaarheid. We kunnen besluiten dat het programma op zowel bereik, aanvaarding, implementatie als behoud hoog scoorde. De meeste coaches vonden het programma makkelijk implementeerbaar in hun huidige trainingsregimes en geloofden dat het uitvoeren van het programma goed bestede tijd was. Ze hadden de intentie om dit programma onderdeel te maken van hun normale trainingsroutine. Verder zagen we minder blessures ter hoogte van de onderste extremiteit bij de interventiegroep t.o.v. de controlegroep. Om deze resultaten te bevestigen en om na te gaan of er verschillen zijn tussen acute en overbelastingsletsels en tussen mannelijke en vrouwelijke spelers, is verder onderzoek op langere termijn en grotere schaal nodig. Het RE-AIM framework is een veelbelovende tool om het effect te meten van blessurepreventieprogramma in real-life situaties. BEDANKINGEN Deze studie werd financieel gesteund door de Vlaamse Overheid door de oprichting van het Onderzoekscentrum Sport, Jeugd en Cultuur. Wij bedanken alle spelers en mensen voor hun vrijwillige en succesvolle bijdrage. REFERENTIES 1. Harmer PA. Basketball injuries. Med Sport Sci. 2005; 49: Royal Belgian Basketball Federation. Accessed August Schiltz M, Lehance C, Maquet D, Bury T, Crieland JM, Croisier JL.. Explosive Strength Imbalances in Professional Basketball Players. J Athl Train. 2009; 44: Backx FJ, Beijer HJ, Bol E, Erich WB. Injuries in high-risk persons and high risk-sports: a longitudinal study of 1818 school children. Am J Sports Med. 1991;19(2): Cumps E, Verhagen E, Meeusen R. Prospective epidemiological study of basketball injuries during one competitive season: Ankle sprains and overuse knee injuries. J Sport Sci Med. 2007; 6: Dick R, Hertel J, Agel J, Grossman J, Marshall SW. Descriptive epidemiology of collegiate men's basketball injuries: National Collegiate Athletic Association Injury Surveillance System, through J Athl Train. 2007; 42: Bisseling RW, Hof AL, Bredeweg SW, Zwerver J, Muider T. Are the take-off and landing phase dynamics of the volleyball spike jump related to patellar tendinopathy? Brit J Sport Med. 2008; 42: Reeser JC, Verhagen E, Briner WW, Askeland TI, Bahr R. Strategies for the prevention of volleyball related injuries. Brit J Sport Med. 2006; 40:594-U Bahr R, Lian O, Bahr IA. A twofold reduction in the incidence of acute ankle sprains in volleyball after the introduction of an injury prevention program: a prospective cohort study. Scand J Med Sci Sports. 1997;7(3): Ferretti A, Papandrea P, Conteduca F, Mariani PP. Knee ligament injuries in volleyball players. Am J Sports Med. 1992; 20: Agel J, Olson DE, Dick R, Arendt EA, Marshall SW, Sikka RS. Descriptive epidemiology of collegiate women's basketball injuries: National Collegiate Athletic Association Injury Surveillance System, through J Athl Train. 2007; 42: Harringe M, Renstrom P, Werner S. Injury incidence, mechanism and diagnosis in top-level teamgym: a prospective study conducted over one season. Scand J Med Sci Sports 2007: Cumps E, Verhagen E, Annemans L, Meeusen R. Injury rate and socioeconomic costs resulting from sports injuries in Flanders: data derived from sports insurance statistics Brit J Sport Med. 2008; 42: Myklebust G, Engebretsen L, Braekken IH, Skjolberg A, Olsen OE, Bahr R. Prevention of anterior cruciate ligament injuries in

10 female team handball players: a prospective intervention study over three seasons. Clin J Sport Med. 2003;13(2): Zazulak BT, Hewett TE, Reeves NP, Goldberg B, Cholewicki J. The effects of core proprioception on knee injury: a prospective biomechanical-epidemiological study. Am J Sports Med. 2007; 35(3): Hewett TE, Lindenfeld TN, Riccobene JV, Noyes FR. The effect of neuromuscular training on the incidence of knee injury in female athletes: a prospective study. Am J Sports Med. 1999;27(6): Finch CF, Donaldson A. A sports setting matrix for understanding the implementation context for community sport. Brit J Sport Med. 2010; 44: Glasgow RE, Vogt TM, Boles SM. Evaluating the public health impact of health promotion interventions: The RE-AIM framework. Am J Public Health. 1999;89: Collard DCM, Chinapaw MJM, Verhagen EALM, van Mechelen W. Process evaluation of a school based physical activity related injury prevention programme using the RE-AIM framework. Bmc Pediatr 2010; Antikainen I, Ellis R. A RE-AIM Evaluation of Theory-Based Physical Activity Interventions. J Spor Exercise Psy 2011; Shubert TE, Altpeter M, Busby-Whitehead J. Using the RE-AIM Framework to translate a research-based falls prevention intervention into a community-based program: Lessons Learned. J Safety Research 2011; Aerts I, Cumps E, Verhagen E, Meeusen R. Efficacy of a 3 month training program on the jump-landing technique in jumplanding sports. Design of a cluster randomized controlled trial. Bmc Musculoskel Dis. 2010; LaBella CR, Huxford MR, Grissom J, Kim K-Y, Peng J, Christoffel KK. Effect of Neuromuscular Warm-up on Injuries in Female Soccer and Basketball Athletes in Urban Public High Schools Cluster Randomized Controlled Trial. Arch Pediat Adol Med. 2011; Soligard T, Nilstad A, Steffen K et al. Compliance with a comprehensive warm-up programme to prevent injuries in youth football. Brit J Sport Med. 2010; Walter SD, Sutton JR, McIntosh JM, Connolly C. The Etiology of Sport Injuries - a Review of Methodologies. Sports Med. 1985; 2: Heidt RS, Jr., Sweeterman LM, Carlonas RL, Traub JA, Tekulve FX. Avoidance of soccer injuries with preseason conditioning. Am J Sports Med. 2000; 28: Hewett TE, Stroupe AL, Nance TA, Noyes FR. Plyometric training in female athletes - Decreased impact forces and increased hamstring torques. Am J Sports Med. 1996; 24: Onate JA, Guskiewicz KM, Marshall SW, Giuliani C, Yu B, Garrett WE. Instruction of jump-landing technique using videotape feedback - Altering lower extremity motion patterns. Am J Sports Med. 2005; 33: Myer GD, Ford KR, Hewett TE. Methodological approaches and rationale for training to prevent anterior cruciate ligament injuries in female athletes. Scand J Med Sci Sports 2004; 14: Myer G, Chu D, Brent J, Hewett T. Trunk and hip control neuromuscular training for the prevention of knee joint injury. Clin Sports Med 2008; 27: , ix. 23. Myer GD, Ford KR, McLean SG, Hewett TE. The effects of plyometric versus dynamic stabilization and balance training on lower extremity biomechanics. Am J Sports Med. 2006; 34: Mandelbaum BR, Silvers HJ, Watanabe DS et al. Effectiveness of a neuromuscular and proprioceptive training program in preventing anterior cruciate ligament injuries in female athletes - 2-year follow-up. Am J Sports Med. 2005; 33: Knaepen K, Cumps E, Zinzen E, Meeusen R. Low-back problems in recreational self-contained underwater breathing apparatus divers: Prevalence and specific risk factors. Ergonomics 2009; 52: Cumps E, Verhagen E, Meeusen R. Efficacy of a sports specific balance training programme on the incidence of ankle sprains in basketball. J Sport Sci Med. 2007; 6: Berthelot J-M, Le Goff B, Maugars Y. The Hawthorne effect: Stronger than the placebo effect? Joint Bone Spine 2011; 78:

Extend of injury problem : incidence & severity. Etiology & Mechanisms. Developing & introducing preventive measures

Extend of injury problem : incidence & severity. Etiology & Mechanisms. Developing & introducing preventive measures R. Meeusen, I.Aerts, J. Verschueren, E. Cumps, E. Verhagen Vrije Universiteit Brussel dept. Human Physiology 1. Inleiding 2. Epidemiologie en etiologie Risico profielen 3. Ontwikkeling van screening en

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Maarten Barendrecht Sportfysiotherapeut, medische begeleiding Hellas docent MOS, MSPT bij Avans+ Nederlands Instituut voor Sportblessurepreventie Overzicht

Nadere informatie

Letselpreventie basketbal. Sempels Peter Vereecken Styn

Letselpreventie basketbal. Sempels Peter Vereecken Styn Letselpreventie basketbal Sempels Peter Vereecken Styn Expertise Sempels Peter Zelfstandige praktijk Leuven Bears Belgian National Team Basketball Topsportschool Basket Leuven Vereecken Styn Sportmedisch

Nadere informatie

1 Strategieën ter preventie van enkeldistorsies en voorstekruisbandletsels

1 Strategieën ter preventie van enkeldistorsies en voorstekruisbandletsels 1 Strategieën ter preventie van enkeldistorsies en voorstekruisbandletsels Elke Cumps, Inne Aerts, Romain Meeusen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van maatregelen die efficiënt zijn ter preventie van

Nadere informatie

e-exercise bij knie en heup artrose

e-exercise bij knie en heup artrose e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof

Nadere informatie

Voorste kruisbandletsels: beter voorkomen dan genezen!

Voorste kruisbandletsels: beter voorkomen dan genezen! Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Voorste kruisbandletsels: beter voorkomen dan genezen! AUTEURS DINGENEN B., STAES F. REDACTEUR MEYLEMANS S. INSTITUUT Katholieke

Nadere informatie

Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut]

Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Patiënt X VKB-R 2014 30 tot 40 maal grotere kans op een VKB recidief Na 12 maanden ondervindt 28%

Nadere informatie

Warming-up programma ter preventie van blessures voor tennissers

Warming-up programma ter preventie van blessures voor tennissers Warming-up programma ter preventie van blessures voor tennissers Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam School of Health Professions Opdrachtgever: Benjamin Bos Coach: Bob van den Berg Mark Winkelaar, Sven

Nadere informatie

impact from intervention strategies A case example from the baking industry

impact from intervention strategies A case example from the baking industry Prospective evaluation of the health impact from intervention strategies A case example from the baking industry Samenwerking Nick Warren, Health and Safety Laboratory Dick Heederik, IRAS, Utrecht University

Nadere informatie

VolleyVeilig: Act as one tegen blessures. Workshop

VolleyVeilig: Act as one tegen blessures. Workshop VolleyVeilig: Act as one tegen blessures Workshop Wie we zijn? Dr. Vincent Gouttebarge Senior researcher, VeiligheidNL, Amsterdam, The Netherlands Chief Medical Officer, Football Players Worldwide (FIFPRO),

Nadere informatie

VIGeZ, 2014. De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM.

VIGeZ, 2014. De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM. VIGeZ, 2014 De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM. PROJECT- DOELSTELLINGEN? Welke projectdoelstellingen staan

Nadere informatie

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer

Nadere informatie

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden Het verhogen van duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking is een van de grootste uitdagingen voor de geïndustrialiseerde landen in de komende decennia. Omdat de beroepsbevolking krimpt en vergrijst

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

ANDERS DENKEN EN ANDERS DOEN IN DE PREVENTIE VAN VOORSTE KRUISBAND LETSEL DOOR ALLI GOKELER

ANDERS DENKEN EN ANDERS DOEN IN DE PREVENTIE VAN VOORSTE KRUISBAND LETSEL DOOR ALLI GOKELER ANDERS DENKEN EN ANDERS DOEN IN DE PREVENTIE VAN VOORSTE KRUISBAND LETSEL DOOR ALLI GOKELER De preventie van voorstel kruisband letsel. Ondanks voldoende medische argumenten om preventieprogramma s in

Nadere informatie

Energieverbruik bij beginnende skiërs en snowboarders

Energieverbruik bij beginnende skiërs en snowboarders Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Energieverbruik bij beginnende skiërs en snowboarders AUTEUR Aerenhouts D., De Raedemaeker L., Clarys P. en Zinzen E. REDACTEUR

Nadere informatie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie Effects of motivational interviewing and self-determination theory in a web-based computer tailored physical activity intervention: a randomized controlled trial Master thesis Naam student: S. Friederichs

Nadere informatie

Dorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1

Dorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1 Dorine Collard (Mulier instituut) Peter-Jan Mol (KCsport) namens het SMART MOVES! consortium 1 2 Er is in toenemende mate aandacht voor de mogelijke positieve effecten van bewegen op cognitieve processen

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Effectiviteit en economische impact van beweegprogramma s op de werkplek

Effectiviteit en economische impact van beweegprogramma s op de werkplek Effectiviteit en economische impact van beweegprogramma s op de werkplek Karin Proper Afdeling Sociale Geneeskunde, EMGO+ Instituut, VUmc, Amsterdam Body@Work, Onderzoekscentrum Bewegen, Arbeid en Gezondheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek De babyboomer generatie, een langere levensverwachting en lagere geboortecijfers hebben als gevolg dat de samenleving vergrijst. Om de gevolgen van de vergrijzende samenleving, zowel vanuit bedrijfs- als

Nadere informatie

Core Stability. Wat & waarom

Core Stability. Wat & waarom Core Stability Wat & waarom Core Stability Wat verstaan we onder The core Wat is het belang van core Stability The Core Uit welke van de volgende spieren bestaat The core : a. rechte,schuine en diepe buikspieren

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent

Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent DEEL 1: PREVENTIE VAN WERKGERELATEERDE MUSCULOSKELETALE AANDOENINGEN 3 LANGDURIG ZITTEN OP HET WERK 4 BEWEGEN ALS WERK 5 WERKGERELATEERDE

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Vergelijking van de effectiviteit van Belgische en Duitse jeugdopleidingen in profvoetbalclubs

Vergelijking van de effectiviteit van Belgische en Duitse jeugdopleidingen in profvoetbalclubs Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Vergelijking van de effectiviteit van Belgische en Duitse jeugdopleidingen in profvoetbalclubs AUTEUR(S) COX S., PROF. DR.

Nadere informatie

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M. Lemmink Indoor Balteamsporten karakteristieken Volleybal explosieve bewegingen:

Nadere informatie

Osteopathie bij beginnende hardlopers

Osteopathie bij beginnende hardlopers Osteopathie bij beginnende hardlopers Zorgt een osteopathische interventie voor vermindering van het aantal aan hardloopgerelateerde klachten bij beginnende hardlopers? Flanders International College of

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Coach Information Supply

Coach Information Supply Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Information Supply AUTEUR VERTALING INSTITUUT PROF. DR. MANFRED MUCKENHAUPT PUT KOEN Katholieke Universiteit Leuven,

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Samenvatting. Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis

Samenvatting. Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis Algemene inleiding Sinds 2006 zijn er 20 verzekeringsgeneeskundige protocollen ontwikkeld

Nadere informatie

Workshop: Return to Sport Enkelbandletsel

Workshop: Return to Sport Enkelbandletsel Workshop: Return to Sport Enkelbandletsel Ton de Haan, huisarts & `brace vs balance board Kasper Janssen, sportarts Even voorstellen Sporter Promotie VUmc Brace beats balance board; prevention of ankle

Nadere informatie

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant

Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Preventie van depressie bij adolescenten: wat is de beste weg? Dr. Daan Creemers Gz-psycholoog i.o./onderzoekscoordinator K&J GGZ Oost Brabant Film: fragmenten Iedereen depressief (VPRO) - Depressie groot

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Effectevaluatie van de verspreiding van stappen : een RE-AIM analyse Ragnar Van Acker, Ilse De Bourdeaudhuij, Greet Cardon

Effectevaluatie van de verspreiding van stappen : een RE-AIM analyse Ragnar Van Acker, Ilse De Bourdeaudhuij, Greet Cardon Effectevaluatie van de verspreiding van 10.000 stappen : een RE-AIM analyse Ragnar Van Acker, Ilse De Bourdeaudhuij, Greet Cardon studiedag Sport Steunpunt CJS 10 mei 11 Achtergrond Tijdslijn 2009 Implementatiestudie

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

Chapter 8 SAMENVATTING

Chapter 8 SAMENVATTING Chapter 8 SAMENVATTING Hardlopen is wereldwijd een populaire sport. In Nederland loopt 12% van de bevolking regelmatig hard en is het de op één na populairste sport. Aangezien regelmatig sporten gepaard

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

Epidemiologie van blessures in het Nederlandse prof- en amateurvoetbal

Epidemiologie van blessures in het Nederlandse prof- en amateurvoetbal Epidemiologie van blessures in het Nederlandse prof- en amateurvoetbal Knieblessures uitgediept Door: A.M.C. van Beijsterveldt, E.T.W. van der Knaap, M.W.A. Jongert, F.J.G. Backx, J.H. Stubbe Samenvatting

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 dr. Kaatje Van Roy en prof. dr. Sara Willems Februari 2016 In opdracht van

Nadere informatie

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Het ideaal Er zijn problemen en/of risicofactoren Waarvoor een behandeling

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING BokSmart is een landelijk educatieprogramma dat gericht is op het voorkomen van blessures en in het bijzonder catastrofale blessures, in alle Zuid-Afrikaanse rugby spelers. Dit proefschrift

Nadere informatie

Ready? Set Go! Finish. Samenvatting

Ready? Set Go! Finish. Samenvatting Samenvatting Ready? Blessurepreventieve kennis vertalen naar de praktijk Regelmatig sporten en bewegen heeft positieve gevolgen voor de gezondheid, zowel voor het individu als voor de volksgezondheid in

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties,

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties, Het Effect van een Verkorte Mindfulness Training bij Ouderen op Mindfulness, Experiëntiële Vermijding, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties, Zelftranscendentie, en Quality of Life The Effects of a Shortened

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD

K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD Het is bijna zover. De eerste ploeg kan volgende week kampioen worden. Nog één wedstrijd scheiden ons van een geweldig feest De eerste prijs is binnen.. SUPPORTERS ALLEN OP

Nadere informatie

double pass education.

double pass education. Inschrijven double pass education. Master Class mentale ontwikkeling in jeugdvoetbal Een unieke opleiding die jou als coach in staat stelt om mentale ontwikkeling echt te integreren in je trainingen Een

Nadere informatie

Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector

Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector Els Wouters, senior stafmedewerker 1 Intro Voorstelling VIGeZ I. Invloed van (fysieke) leefgewoonten op gezondheid- en arbeidsgerelateerde problemen

Nadere informatie

Bestuurders workshop. Prof. Dr. Annet de Lange Tjerry Verhoeven

Bestuurders workshop. Prof. Dr. Annet de Lange Tjerry Verhoeven Bestuurders workshop Prof. Dr. Annet de Lange Tjerry Verhoeven K=25 instellingen hebben vragenlijsten ingevuld 2 2 projecten: werknemer & werkgever Werknemersproject Zelfleiderschapstraining 14 instellingen

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

The role of International Sports Federations in safeguarding the health and well-being of athletes Lessons learned from FINA s activities

The role of International Sports Federations in safeguarding the health and well-being of athletes Lessons learned from FINA s activities Samenvatting The role of International Sports Federations in safeguarding the health and well-being of athletes Lessons learned from FINA s activities Zwemmen is een universele sport met wereldwijde deelname

Nadere informatie

Literatuuronderzoek risicofactoren en preventieve maatregelen knieblessures

Literatuuronderzoek risicofactoren en preventieve maatregelen knieblessures TNO-rapport TNO/LS R10487 Literatuuronderzoek risicofactoren en preventieve maatregelen knieblessures Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL Leiden Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl

Nadere informatie

In hoofdstuk 4 hebben we het design van de gerandomiseerde gecontroleeerde studie en de economische evaluatie van HypoBewust beschreven.

In hoofdstuk 4 hebben we het design van de gerandomiseerde gecontroleeerde studie en de economische evaluatie van HypoBewust beschreven. SAMENVATTING HYPOBEWUST Een psycho-educatieve groepsinterventie voor mensen met diabetes type 1 en insulinebehandelde diabetes type 2 en problematische hypoglykemie Een van de meest impactvolle gebeurtenissen

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial

Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Electronisch affect monitoren met feedback-interventie in de behandeling van depressie: een randomized controlled trial Ingrid Kramer ima.kramer@ggze.nl Van onderzoek naar de klinische praktijk PsyMate

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

samenvatting Hoofdstuk 1

samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Hoofdstuk 1 gaat in op uitdagingen en kansen op het gebied van gezondheidsbevordering op het werk. Op de eerste plaats is er sprake van vergrijzing van de beroepsbevolking. Hierdoor zal een

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw

Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Definitie van implementatie Implementatie verwijst naar een reeks geplande, bewuste activiteiten die

Nadere informatie

Johanna van Gaalen, arts-onderzoeker Afdeling Medische Besliskunde 9 juni 2010

Johanna van Gaalen, arts-onderzoeker Afdeling Medische Besliskunde 9 juni 2010 Implementatie van internet-based zelfmanagement: wat werkt het beste? Johanna van Gaalen, arts-onderzoeker Afdeling Medische Besliskunde 9 juni 2010 Implementatie internet-based asthma selfmanagement (IBSM)

Nadere informatie

Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven

Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven Vroegtijdige interventies in de Belgische context: onderzoek en perspectieven Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen HGR-CSS Brussel, 20 juni 2014 Vroegtijdige interventie bij kinderen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Depressieve stoornissen zijn wijdverspreid, hebben nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten en hun familieleden. Deze stoornissen worden geassocieerd

Nadere informatie

COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN

COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN - wetenschappelijke eindrapportage SAMENVATTING Dr. M.H.G. de Greef Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen,

Nadere informatie

University of Groningen. Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan

University of Groningen. Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan University of Groningen Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld

Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld AUTEURS VANBEKBERGEN J., PELGRIM K. REDACTEUR MEYLEMANS S. INSTITUUT Katholieke

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester.

Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Competitie als ondersteuning in de opleiding van een sporter in plaats van een slechte leermeester. Aangezien het proces van LTAD voor sport evolueert, ontstaan gaandeweg evenveel antwoorden als nieuwe

Nadere informatie

Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen

Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen Johan de Jong Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor sportstudies Hanzehogeschool Groningen Onderwerpen - Achtergrond - Groepsinterventie

Nadere informatie

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach ONLINE WERKEN AAN VERBETERD ZELFMANAGEMENT VOOR COPD PATIENTEN Chantal Hillebregt Onderzoeker Jan van Es Instituut 1 Toename ziektelast van COPD 3 de plaats ranglijst

Nadere informatie

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren SAMENVATTING Op de Intensive Care (IC) worden fouten gemaakt, sommige met ernstige gevolgen voor de patiënt. Er is steeds meer bewijs dat deze fouten kunnen worden vermeden, of de gevolgen er van af te

Nadere informatie

De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn. Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij

De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn. Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij, Prof. dr. Geert Crombez, drs. Jolien Plaete Studiedag SWVG Integrale zorg

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Monitoren in de thuissituatie na een heup fractuur, ervaringen met de SO-HIP studie

Monitoren in de thuissituatie na een heup fractuur, ervaringen met de SO-HIP studie Monitoren in de thuissituatie na een heup fractuur, ervaringen met de SO-HIP studie Margriet Pol MSc Docent/onderzoeker Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum ACHIEVE 1 TRENDS IN SENSOR TECHNOLOGIE

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Sport Medisch Netwerk Zoetermeer Informatie bijeenkomst. Voorste kruisband ruptuur

Sport Medisch Netwerk Zoetermeer Informatie bijeenkomst. Voorste kruisband ruptuur Sport Medisch Netwerk Zoetermeer Informatie bijeenkomst 9 december 2015 Voorste kruisband ruptuur Belle van Meer AIOS Sportgeneeskunde Sportarts = specialist Per 1 januari 2016 wordt sportgeneeskundige

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Een retrospectieve zelfrapportering van ervaringen met psychisch, fysiek en seksueel in de sport voor de leeftijd

Nadere informatie

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,

Nadere informatie

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Triage Risk Screening Tool (TRST) Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van

Nadere informatie

Deelnemen aan een klinische studie in Az Damiaan. Informatie voor de patiënt SAP 12496

Deelnemen aan een klinische studie in Az Damiaan. Informatie voor de patiënt SAP 12496 Deelnemen aan een klinische studie in Az Damiaan Informatie voor de patiënt SAP 12496 Bron: clinical trial center UZ Leuven 2010 2 Inhoud Inleiding 4 Wat is een klinische studie? 5 Waarom deelnemen aan

Nadere informatie