Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen."

Transcriptie

1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Scriptietitel Epidemiologisch onderzoek naar de incidentie van sportblessures bij studenten lichamelijke opvoeding: is blessurepreventief onderzoek een noodzaak? Door: Tom Soupart Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Promotor: Prof. Dr. Dirk De Clercq Begeleider: Lennert Goossens

2 Voorwoord Het uitkiezen van een onderzoeksonderwerp is voor mij een moeilijke opdracht geweest. Sinds enkele jaren staat alles in functie van mijn passie en dat is golfsurfen. Ik wenste dan ook een onderzoek te kunnen voeren in deze discipline. Na mijn ervaring op Erasmus te Lissabon, ontstond het idee om het effect van indoor training te gaan onderzoeken. In overleg met prof. D. Declercq en prof. M. Lenoir werd echter beslist om dit idee te laten rusten. De golfsurfsport is in België nog niet ver gevorderd en heeft tijd nodig om te rijpen. Het gebrek aan golven en betrouwbare proefpersonen waren de grootste struikelblokken. De tweede keuze viel op het epidemiologisch onderzoek bij onze eigen studenten. Zelf ben ik meerdere malen geblesseerd geweest tijdens mijn studieperiode en het heeft er voor gezorgd dat ik vanaf mijn eerste jaar achterop ben geraakt op het curriculum. Ik was niet voorbereid op de intensiteit van het eerste jaar en was ook niet op de hoogte van bepaalde preventiestrategieën. Zo kende ik bvb. niet het verschil tussen loop- en zaalsportschoenen wat resulteerde in een ernstige scheenbeenvliesontsteking op het einde van het academiejaar. Het is voor mij aldus een dankbaar gegeven te kunnen meewerken aan de oplossing voor dit probleem. De studenten die na mij de studie aanvatten mogen niet hetzelfde probleem ervaren, of op z n minst het risico tot een minimum beperken. Deze scriptie is het begin van een 6- jarig project van Lennert Goossens. Het was voor mij een genoegen dit onderzoek samen met hem in opstart te mogen brengen. Hij heeft mij zeer goed begeleid doorheen het verloop van de thesis en het onderzoek. Ik wens hem hiervoor hartelijk te bedanken en wens hem succes met het verdere verloop van zijn doctoraat. Onze promotor prof. D. De Clercq wens ik ook te bedanken voor zijn deskundige begeleiding en sturing van het onderzoek. Als laatste wil ik vooral mijn ouders bedanken. Zij hebben me steeds gesteund in mijn studies en projecten. Zonder hen was het overgrote deel hiervan niet mogelijk geweest. Ik hoop hen trots te maken en de opgedane kennis nuttig te gaan gebruiken in mijn verdere leven na deze studies. ii

3 Samenvatting Sportbeoefening heeft tal van voordelen, maar gaat steeds gepaard met een grotere kans op het voorkomen van blessures. Uit de literatuur blijkt dat sportblessures frequent voorkomen bij studenten lichamelijke opvoeding. De beschikbare data zijn echter beperkt. Er is nood aan epidemiologisch onderzoek dat het aantal, de ernst en de aard van de sportblessures beschrijft. 131 studenten eerste bachelor Lichamelijke Opvoeding aan de universiteit van Gent werden prospectief opgevolgd gedurende de eerste 14 weken van het academiejaar op het voorkomen van sportblessures. Op voorhand werd hun persoonlijk sportprofiel in kaart gebracht via een vragenlijst en werden ze bevraagd naar eerdere blessures en reeds toegepaste preventietechnieken. De studenten registreerden gedurende één semester elke sportblessure. Het resultaat is een incidentie ratio van 1,5 sportblessures per 1000u sportbeoefening. Er werden 46 valide sportblessures geregistreerd. Dit resulteerde in een blessurerisico van 35,11%. De meeste sportblessures hielden langer dan 3 weken aan (45,7%), ontstonden acuut (69,6%) en waren verrekkingen (34,8%) of ontstekingen (32,6%). De meest aangetaste lichaamsdelen waren de knie (19,6%) en het onderbeen (17,4%). De onderste ledematen werden opvallend meer belast met blessures (71,7%) dan romp en bovenste ledematen. Geen van de onderzochte variabelen met betrekking tot blootstellingstijd, blessurehistoriek of reeds toegepaste preventiestrategieën bleek een significante risicofactor te zijn voor het oplopen van sportblessures. Verder onderzoek moet zich richten op de uitbreiding van het huidige onderzoek naar andere opleidingsinstituten in Vlaanderen en dit met een opvolging van minstens 1 academiejaar. Welke sport beoefend wordt tijdens het oplopen van de blessure en het exacte tijdstip van het oplopen van de blessure moeten tevens opgenomen worden. Voorvermelde resultaten doen vermoeden dat blessurepreventief onderzoek bij studenten Lichamelijke Opvoeding aan de orde is. Interventies moeten zich richten op bescherming van de onderste ledematen, gebaseerd op de analyse van risicofactoren en blessuremechanismen van specifieke blessures. iii

4 Epidemiologisch onderzoek naar de incidentie van sportblessures bij studenten lichamelijke opvoeding: is blessurepreventief onderzoek een noodzaak? Inhoudstabel Voorwoord... ii Samenvatting... iii 1. Literatuurstudie Inleiding Voordelen van sport Nadelen van sport Onderzoek naar sportblessures in een populatie Blessuredefinitie Blessure incidentie en prevalentie Prospectief en retrospectief onderzoek Het type van de sportblessures De ernst van de sportblessures Sportblessures bij studenten Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Epidemiologische studies Design, subjecten en blessuredefinitie Aantal sportblessures Omstandigheden De ernst van de sportblessures De aard van de sportblessures Risicofactoren Oefenmomenten versus sportlessen Geslacht Flexibiliteit, antropometrische karakteristieken en afwijkende anatomie van de onderste ledematen Eerdere sportblessures en revalidatie Sportblessures bij adolescenten (18-25 jaar) Epidemiologische studies Design, subjecten en blessuredefinitie Aantal sportblessures De ernst van de sportblessures iv

5 De aard van de sportblessures Risicofactoren De blootstellingstijd Intrinsieke risicofactoren Contact versus Non- contact sport Georganiseerde sport versus Competitie Sportblessures bij militair opgeleide adolescenten Epidemiologische studies Design, subjecten en blessuredefinitie Aantal en omvang van sportblessures De ernst van de sportblessures De aard van de sportblessures Risicofactoren Leeftijd en fysieke activiteit Vetweefsel, BMI, grootte en flexibiliteit Eerdere blessures Geslacht Vergelijking van de sportblessures bij de verschillende populaties Aantal en omvang van sportblessures De ernst van de sportblessures De aard van de sportblessures Risicofactoren voor sportblessures Mechanisme van sportblessures Het Multifactorieel Model De exciterende gebeurtenis Een dynamisch, recursief model Van een lineair naar cyclisch model Risicocompensatie Blessurepreventie Samenvatting van de literatuurstudie en probleemstelling Methode Populatie Rekrutering Informatiebrief Informed consent Procedure Soort onderzoek v

6 Manier van dataverzameling Meetmomenten Meetinstrument Baseline vragenlijst Online blessureregistratie Opvolging van de sportblessure Blootstellingtijd Validiteit en betrouwbaarheid Data analyse Blessuredefinitie Prevalentie Incidentie ratio Bewerkingen uitgevoerd op ruwe data Statistische analyses Resultaten Validiteit Betrouwbaarheid Baseline vragenlijst en online blessureregistratie Baseline vragenlijst Dominantie Sportcarrière profiel Fysieke activiteit tijdens het voorbije jaar Letsels gedurende de voorbije 6 maanden Gebruik van preventieve strategieën afgelopen sportjaar Blootstellingstijd tijdens het eerste semester van de opleiding Aantal sportblessures Omstandigheden Incidentie ratio Prevalentie Blessurerisico De ernst van de sportblessures Diagnose Opvolging van de sportblessure De aard van de sportblessures Blessures gedurende voorafgaande 6 maanden Grove locatie vi

7 Specifieke locatie Weefsel Risicofactoren Geslacht Blessures gedurende voorafgaande 6 maanden Blootstellingstijd Preventiestrategieën Logistische regressies Discussie Interpretatie van de resultaten Vergelijking met de literatuur Beperkingen in de methodiek Motivatie van de student lichamelijke opvoeding Cohortgrootte en periode Niet significante risicofactoren Richtlijnen voor verder onderzoek Uitbreiding van het huidige onderzoek Soort sport Tijdstip van optreden van blessure Individuele eigenschappen Preventie Besluitvorming Referentielijst Bijlagen vii

8 1. Literatuurstudie 1.1. Inleiding De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 1948) omschrijft de term gezondheid als een staat van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken. Fysieke activiteit werd door Caspersen (1985) het eerst omschreven als een door skeletspier geproduceerde beweging en/of houding die gepaard gaat met een toename van het energieverbruik. Fysieke activiteit heeft een gunstige invloed op de gezondheid op lange termijn. Onder de vorm van sport verhoogt het echter het risico op blessures. De Wereldgezondheidsorganisatie omschreef in 2003 dat op globaal niveau meer dan 60% van de bevolking de minimumdrempel van 30 minuten fysieke activiteit per dag niet haalt. Deze fysieke inactiviteit wordt gezien als een risicofactor voor het ziektecijfer. Men streeft ernaar deze te beperken door de bevolking te stimuleren om te sporten en te bewegen. Adolescenten krijgen hierdoor meer mogelijkheden om deel te nemen aan bewegings- en sportactiviteiten. Volgens het centrum voor ziektecontrole en preventie speelde in 2007 in de Verenigde Staten 56,3% van de studenten op z n minst één teamsport. De grotere sportparticipatie vormt echter een gevaar in de vorm van ongevallen en blessures (Van Mechelen et al., 1996). De sportblessures zijn een last voor de maatschappij en de sportbeoefenaar Voordelen van sport Een groot aantal epidemiologische studies zijn beschikbaar over de voordelen van fysieke activiteit. Sport is een onderdeel van fysieke activiteit. Er is bewijs dat personen die fysiek actief zijn minder kans hebben om prematuur te sterven dan sedentaire personen (Myers et al., 2004; Blair et al., 1996), gemiddeld langer leven dan de algemene populatie (Schnorh, 2009), de kans reduceren op premature sterfte veroorzaakt door cardiovasculaire aandoeningen (Taylor et al, 2004), een gezondere bloeddruk hebben (Halbert, 1997; Fagard, 2001; Whelton, 2002), minder risico hebben op het krijgen van diabetes (Warburton et al., 2001; Helmrich et al., 1994), de kans verlagen op ontwikkeling van kankers zoals colonkanker en borstkanker (Lee, 2003), een betere mineralisatie hebben van de beenderen 1

9 (Warburton, 2001), minder vlug depressief worden (O Neal et al, 2000) en een hoger gevoel van zelfwaardigheid hebben (Ekeland et al, 2005) Nadelen van sport Het voorkomen van plotse dood tijdens sporten bedraagt 2,3 per atleten per jaar. Dit is een significant hoger aantal dan bij niet-sporters. Daar ziet men slechts 0,9 per niet-sporters per jaar die aan plotse dood sterven. Het zijn echter personen die reeds een cardiovasculaire aandoening hebben die extra gevoelig zijn aan deze mortaliteit (Corrado et al. 2003). Participatie aan sportactiviteiten vergroot de kans op blessures. Het is geschat dat 38% van alle kinderen en jongvolwassenen ooit een sportblessure zullen ondergaan, die moet behandeld worden door een dokter (Hawkins & Metheny, 2001). De gepaard gaande gezondheidskosten zijn een economische last voor de maatschappij. In de Verenigde Staten werden de kosten voor sportblessures geschat op 485 miljoen dollar over een periode van 4 jaar (De Loes, 2000). Recenter onderzoek van Finkelstein (2009) geeft aan dat de combinatie van zwaarlijvigheid en fysieke inactiviteit resulteert in een kost van 147 miljard dollar. In Vlaanderen onderzocht Cumps et al. (2008) de gezondheidskost voor sportblessures en kwam op een schatting van 15 miljoen euro per jaar. De sportblessure is een groot nadeel voor de sportbeoefenaar en vooral de gevolgen kunnen zwaar doorwegen. De persoon kan op korte termijn onbekwaam worden om dagelijkse taken uit te voeren. Een ernstige blessure immobiliseert de persoon voor enkele maanden en zorgt mogelijks voor nood aan een operatie en intense revalidatie (Frisch et al., 2009). Op lange termijn kan dit leiden tot een verminderde sportparticipatie in het latere leven, met eventueel functieverlies of chronische pijn. De sportblessure kan leiden tot herval of tot het einde van de carrière van de sportbeoefenaar (Caine et al., 2006). Op latere leeftijd is er meer kans op het ontwikkelen van osteoarthritis (Saxon et al., 1999) Onderzoek naar sportblessures in een populatie Onderzoek naar sportblessures bij een populatie wordt gedaan door middel van epidemiologie. Epidemiologie is de studie van de verdeling en de determinanten van gezondheidsgerelateerde gebeurtenissen in specifieke populaties en de applicatie van deze studie om gezondheidsproblemen te controleren (Last, 1988). De studies leveren data die 2

10 nodig zijn voor het onderzoeken van de oorzaken van sportblessures en voor het ontwikkelen en implementeren van preventiestrategieën (Meeuwisse, 1994; Bahr & Holme, 2003). Deze rapporteren de incidentie en/of prevalentie van sportblessures via prospectieve of retrospectieve onderzoeksmethoden. Data over het aantal, de ernst, de locatie en de aard van de blessures worden gerapporteerd Blessuredefinitie Epidemiologische studies hangen sterk af van de definitie van hetgeen ze registreren. Ook bij sportblessures is er nood aan een goede afbakening. Het vormt de basis van het onderzoek en het heeft een invloed op de resultaten. Twee definities worden algemeen gebruikt. Men kan ten eerste de sportblessure gaan registreren wanneer medische behandeling nodig is. Het nadeel is dat een groot aantal kleinere sportblessures ook geregistreerd worden. Deze vergen een grotere inspanning van het medisch personeel. Pijndrempels variëren bij verschillende atleten en zullen dus een verschil in medische consultatie veroorzaken. Een voordeel is echter dat alle sportblessures in rekening gebracht worden die een impact kunnen hebben op de gezondheid van de atleet op lange termijn (Luthje et al., 1996). Ten tweede kan men de sportblessure gaan registeren wanneer een verlies aan training- of competitietijd optreedt. Dit geeft een directe weergave van de impact van de sportblessures, maar is verschillend naar gelang de beoefende sport. Een verlies in tijd bij de ene sport, betekent niet een verlies in tijd bij een andere sport voor een gelijkaardige sportblessure (Brooks & Fuller, 2006) Blessure incidentie en prevalentie Blessure incidentie is het ontstaan van nieuwe blessures bij een populatie van individuen gedurende een afgebakend tijdsinterval (Hennekens & Buring, 1987). De drie meest gebruikte technieken zijn het registreren van het aantal sportblessures per 1000 uur sportbeoefening (ook incidentie ratio genoemd), het aantal sportblessures per 1000 blootgestelde atleten (ook klinische incidentie genoemd) en het aantal sportblessures per 1000 gespeelde wedstrijden (Brooks & Fuller, 2006). De voorkeur wordt gegeven aan incidentie ratio omdat hierbij de variaties in blootstellingstijd bij de individuen in rekening worden gebracht (Caine et al., 2008). Het verschil in incidentierapportering zorgt voor een bemoeilijking in het vergelijken van studies. Vanuit de drie verschillende technieken kunnen andere resultaten bekomen worden. 3

11 Blessure prevalentie is het aantal individuen binnen een populatie die een blessure hebben op een specifiek ogenblik in de tijd (Hennekens & Buring, 1987). Dit noemt men ook puntprevalentie. Bij periodeprevalentie spreekt men van de aanwezigheid van een blessure in een bepaalde periode, bij life time-prevalentie gaat het om de aanwezigheid ooit tijdens de levensduur. De blessure prevalentie is bij puntprevalentie afhankelijk van de tijdsduur tussen het begin van de blessure en het volledige herstel. Om die reden is het ook afhankelijk van de incidentie, mits een grotere incidentie een groter ontstaan van aantal blessures betekent en hierdoor meer kans geeft tot het voorkomen van de blessure (Gissane et al., 2001) Prospectief en retrospectief onderzoek Bij een prospectieve studie gaat men de populatie een bepaalde periode opvolgen en het ontstaan van de sportblessure registreren (Hennekens & Buring, 1987). Enkele criteria moeten worden vastgelegd om uit te maken welke gebeurtenissen binnen de definitie van sportblessure vallen. De sportblessure wordt geregistreerd via een medisch formulier en opgevolgd met betrekking tot de ernst van de sportblessure. Bij een retrospectieve studie is de methodologie hetzelfde maar de studie wordt posthoc uitgevoerd. Men gaat via bestaande data, vragenlijsten of interviews de populatie screenen op sportblessures uit het verleden (Mann, 2003). Een probleem bij prospectieve studies is het voorkomen van drop-out. Sommige proefpersonen haken af gedurende het onderzoek en dit beïnvloedt de resultaten. Wanneer een bepaalde sportblessure zelden voorkomt, dan is het prospectief onderzoek niet efficiënt. De efficientië van het onderzoek stijgt naarmate de incidentie van het probleem vergroot. Retrospectieve studies zijn veel goedkoper mits de data al verworven zijn, maar ze hebben het nadeel beroep te moeten doen op het geheugen van de proefpersoon. Deze data zijn niet altijd correct en vertonen fouten (Mann, 2003) Het type van de sportblessures Om de aard van een sportblessure te onderzoeken wordt een eerste onderscheid tussen acute en chronische (traumatisch en atraumatische) sportblessures gemaakt. Acute blessures treden op door een plotse gebeurtenis. Chronische blessures ontstaan door repetitieve belasting op biologisch weefsel wat leidt tot microtrauma in het specifieke lichaamsdeel (Frisch et al., 4

12 2009). Een tweede onderscheid wordt gemaakt in het type van sportblessure. Veel voorkomende types zijn botbreuken, verstuikingen, spier- en ligamentverrekkingen, kneuzingen, ontwrichtingen, kapselproblemen, ontstekingen en gedeeltelijke of volledige spierscheuren. Een derde onderverdeling maakt men in het verschil tussen een nieuwe of terugkerende sportblessure. Hiermee wordt de mate van herval bekeken. Een vierde en laatste onderverdeling is de locatie van de blessure op het lichaam. Grove locaties duidt men bijvoorbeeld aan als linkerkant, rechterkant, onderste ledematen en bovenste ledematen. Bij fijne lokalisering duidt men de specifieke gewrichten aan zoals knie, elleboog of enkel De ernst van de sportblessures De ernst van de sportblessure wordt door een van de volgende technieken of via een combinatie ervan onderzocht. Ten eerste wordt de duur bestudeerd. Hoe langer de sportblessure aansleept, hoe ernstiger voor de atleet. Men onderscheidt de duur van inactiviteit, van hinder en van werkonbekwaamheid. Ten tweede wordt de behandelingswijze bekeken. Er kan operatief, via medische consultatie, of met zelfbehandeling ingegrepen worden. Ten derde onderzoekt men de gevolgen. De persoon kan volledig herstellen, slechts gedeeltelijk herstellen of niet meer in staat zijn om de sport te beoefenen op het initiële niveau. 5

13 1.3. Sportblessures bij studenten Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Eigen aan de studierichting Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen is de diversiteit aan sporten die de student onderwezen krijgt. Er wordt verwacht van de student dat hij alle soorten sport kan beoefenen en dit aan een hoge intensiteit. Hierdoor wordt de student blootgesteld aan alle mogelijke risicofactoren die met deze sporten gepaard gaan. Sportblessures zijn niet zelden het gevolg. Deze zorgen voor een belemmering in participatie aan de sportactiviteiten en zijn aldus een groot probleem bij het studeren van de richting Lichamelijke Opvoeding. Het niet gevolgde vak moet mogelijks opnieuw afgelegd worden of het volledige studiejaar moet hernomen worden. Zo komt de student terecht in een sociale omgeving waarin hij zich opnieuw moet integreren. Dit kan de mentale gezondheid negatief beïnvloeden. Epidemiologische data over de incidentie en risicofactoren van sportblessures moeten verzameld worden om effectieve preventiestrategieën te kunnen ontwikkelen (Van Mechelen et al. 1996) Epidemiologische studies Epidemiologische studies werden uitgevoerd door Twellaar et al. (1996), Lysens (1984), Chan et al. (1984), Flicinski (2008) en Ehrendorfer (1998). Chan et al. onderzocht geen studenten Lichamelijke Opvoeding, maar wel een gelijkaardige populatie door eerstejaars studenten te laten deelnemen aan een fysiek fitheidsprogramma ingericht door de afdeling lichamelijke opvoeding van de universiteit van Hong Kong. Uit de tekst is niet geheel duidelijk hoe hoog de graad van sportparticipatie was bij deze subjecten. De studie van Flicinski was enkel in het Pools beschikbaar. Met betrekking tot de studie van Ehrendorfer werd enkel de samenvatting gevonden Design, subjecten en blessuredefinitie Zowel prospectieve als retrospectieve studies werden uitgevoerd waarbij zowel de incidentie als prevalentie gerapporteerd werden. Prospectieve studies werden door Twellaar et al. (1996) en Lysens et al. (1984) uitgevoerd. Respectievelijk werden 136 6

14 studenten lichamelijke opvoeding aan de Nederlandse universiteit van Tilburg en 138 studenten lichamelijke opvoeding aan de universiteit van Leuven gedurende vier jaar opgevolgd. Retrospectief bevroeg Chan et al. (1984) 1714 studenten aan de Chinese universiteit van Hong Kong, Flicinski (2008) 525 studenten aan de universiteit van Szczecin (Polen), en Ehrendorfer (1998) 150 studenten aan een Schotse universiteit. Een overzicht van het aantal uren sport dat de studenten beoefenden werd in geen van de studies gegeven. Twellaar et al. definieerde een sportblessure als elk voorval dat de sportbeoefenaar rapporteert. De keuze van de atleet om een fysiek ongemak te gaan rapporteren als een sportblessure correspondeert het best met de dagelijkse realiteit. Het aantal blessures kan echter onderschat worden omdat het beïnvloed wordt door de motivatie van de persoon om de blessure te gaan rapporteren. Chan et al., Flincinski, en Lysens et al. gaven geen definitie voor een sportblessure Aantal sportblessures Twellaar et al. rapporteerde de incidentie ratio, meerbepaald het aantal sportblessures dat voorkwam per 1000 uur sportbeoefening. De incidentie voor mannen bedroeg 1,78 en voor de vrouwen 1,44. Lysens bepaalde de incidentie op dezelfde manier en vond een gemiddelde incidentie van 1,7. Flicinski (2008) onderzocht het voorkomen van musculoskeletale pijn. Er werden 1065 sportblessures gerapporteerd verdeeld over 263 studenten. 50,5% van de mannen en 42,2% van de vrouwen kregen een sportblessure. Ehrendorfer (1998) registreerde per student gemiddeld drie blessures. In totaal werden 482 blessures geregistreerd. Chan et al. gaf geen absolute cijfers, maar wel een verdeling van de blessures naar aard, locatie en sport. 7

15 Tabel 1 Samenvatting subject, design, blessuredefinitie en aantal sportblessures bij studenten lichamelijke opvoeding Studie n type onderzoek aantal blessures Incidentie ratio (/1000u sportbeoefening) blessuredefinitie Chan et al. (1984) 1714 retrospectief Ehrendorfer (1998) 150 retrospectief Flicinski (2008) 525 retrospectief Lysens et al. (1984) 138 prospectief - 1,7 - Twellaar et al. (1996) 136 prospectief 525 M: 1,78 / V: 1,44 elk voorval dat de sportbeoefenaar rapporteert Omstandigheden Twellaar et al. rapporteerde dat meer dan de helft van de sportblessures (58,5%) optrad tijdens sportlessen, de overige 41,5% trad op tijdens buitenschoolse activiteiten. De meeste sportblessures tijdens de sportlessen gebeurden tijdens gymnastiek, atletiek en balsport. Dit was ook het geval bij Ehrendorfer (1998). Tabel 2 Incidentie ratio van sportblessures per 1000u blootstelling tijdens de sportlessen, naar 'Twellaar et al. 1996' Sportles Blootstellingstijd Aantal Blessures Blessures/1000u 95% betrouwbaarheidsinterval Gymnastiek ,21 1, Atletiek ,27 1,71-3,00 Balsport ,13 0,85-1,50 Gevechtsport ,91 0,41-2,02 Dans ,74 0,44-1,22 Zwemmen ,36 0,17-0,74 Racketsport ,17 0,04-0,67 Buiten de sportlessen werd de incidentie ratio berekend op vier verschillende niveau s: nationaal of internationale competitie (1,14), regionale competitie (2,26), lokale competitie 8

16 (1,76) en recreatieve sportdeelname (1,38). Er werd enkel een significant lagere incidentie ratio gevonden op nationaal niveau in vergelijking met regionaal niveau. De andere vergelijkingen waren niet significant verschillend. Twellaar et al. stelde dat een langere blootstellingstijd een grotere incidentie teweeg brengt. De correlatiecoëfficiënt was echter niet significant (0,21). Hij meent dit te kunnen verklaren door het verschil in blootstellingstijd aan training en wedstrijd. Sportblessures tijdens wedstrijd komen meer voor (Berson et al., 1981; Fintelman et al., 1989; Van Galen & Diederiks, 1990). Dit wordt verklaard door de intensievere speelwijze en het voorkomen van meer contactsituaties tijdens wedstrijden. Atleten die op een hoger niveau aan sport doen, spenderen meer tijd aan training dan aan wedstrijd en verkleinen hierdoor relatief hun kans op een sportblessure. Gewoonlijk zijn atleten die op een hoger niveau spelen meer ervaren en minder gevoelig voor blessures (Ekstrand et al., 1983). Flicinski (2008) vond meer blessures ter hoogte van de knie-, enkel-, voet- en schoudergewrichten bij het spelen in competitie. Tabel 3 Incidentie ratio van sportblessures per 1000u blootstelling voor sportblessures buiten de sportles, naar 'Twellaar et al., 1996' Sport Blootstellingtijd Aantal Blessures Incidentie ratio 95% betrouwbaarheidsinterval Zaalvoetbal ,33 5,00-35,53 Voetbal ,06 2,45-3,82 Gevechtsporten ,91 3,85-9,06 Atletiek ,78 2,47-5,80 Gymnastiek ,95-4,20 Chan et al. rapporteerde geen incidentie, maar gaf wel aan in welke sporten de sportblessures het meest voorkwamen. Tabel 4 Percentages van sportblessures bij de vijf meest voorkomende sporten, naar Chan, 1984 Voetbal Basketbal Fietsen Atletiek Zwemmen andere 26,10% 17,80% 11,40% 10,80% 9,80% 24,10% Lysens beschreef geen omstandigheden waaronder de sportblessures voorkwamen. Uit het abstract van Ehrendorfer kon ook niets afgeleid worden. 9

17 De ernst van de sportblessures De gemiddelde periode waarin de studenten last hadden van de blessure was bij Twellaar et al. ongeveer 50 dagen. De helft van de studenten had tot 4 weken last, 41,5% tussen de 4 weken en 3 maanden en 9,5% meer dan drie maanden. Bij Chan et al. herstelde gemiddeld 80% van de sportblessures in minder dan 10 dagen. Twellaar et al. en Chan et al. vonden de noodzaak tot een medische consultatie respectievelijk bij 68% en 13,7% van de sportblessures. De andere studies rapporteerden geen informatie omtrent de ernst van de sportblessures. Tabel 5 Percentages van sportblessures volgens type behandeling, naar 'Chan et al., 1984' Zelfbehandeling Behandeling vriend/coach Chiropractor Medische consultatie andere 47,50% 7,90% 15,90% 13,70% 15% De aard van de sportblessures Twellaar et al. vond 71% acute blessures en 29% chronische blessures. Lysens et al. vond een kleiner percentage aan acute blessures (44%) en een groter percentage aan chronische blessures (56%). Een assumptie hiervoor is de langere blootstellingstijd aan sport en een iets verschillend sportprogramma met meer balsport, gymnastiek en atletiek bij Lysens et al. De studies van Twellaar et al. en Chan et al. rapporteren beide verrekking en kneuzing als meest voorkomende sportblessures. Tabel 6 Percentage aan sportblessures voor de meest voorkomende types, naar Twellaar et al., 1996' Verrekking van ligament Kneuzing Spierpijn (myalgia) Ontsteking Ontwrichting 28,90% 20% 18,10% 10% 1% Breuk Scheur Shin-Splint Andere - 2% 3% 6% 10% - Tabel 7 Percentages aan sportblessures voor de meest voorkomende types, naar 'Chan et al. 1984' Verrekking Kneuzing Schaafwonden Krampen Overbelasting Breuk 8,60% 21% 37,10% 20,40% 6,90% 4,40% 10

18 Twellaar et al. vond 22,1% terugkerende sportblessures waarvan vooral ontwrichtingen, verrekkingen en scheenbeenvliesontstekingen. Bij Lysens et al. was dit 27% waarvan vooral peesontstekingen, verrekkingen van een spier of pees en lage rug problemen. De drie studies van Twellaar et al., Chan et al. en Lysens et al. rapporteren de blessures specifiek per gewricht (Tabel 8). Twellaar et al. en Lysens et al. rapporteren specifieker en nemen de pols, de romp, het hoofd, de nek en de arm ook in rekening. Tabel 8 Percentages van sportblessures volgens locatie op het lichaam Been en voet Knie Hand Enkel Elleboog Overige***** Twellaar et al ,7%* 12,2% 11,2%*** 20,6% 1% 26,3% Lysens et al %** 16%% 9%**** 15% 2% 24% Chan et al., ,70% 19,20% 18,10% 7,59% 6,00% 11,41% * waarvan 8,0% voet; 20,7% boven- en onderbeen ** waarvan 8,0% voet; 26% boven- en onderbeen *** waarvan 8,9% hand; 2,3% pols **** waarvan 7% hand; 2% pols ***** romp, bekken, arm, hoofd en nek De verdeling van blessures bij Lysens et al. is gelijklopend met die bij Twellaar et al. De meest voorkomende blessures bij Ehrendorfer waren aan de hand en aan de enkel. Flicinski rapporteert de meeste sportblessures aan de enkel (34,9%) en de knie (30,3%) Risicofactoren Oefenmomenten versus sportlessen De incidentie van sportblessures binnen de universiteit blijkt hoger te zijn tijdens oefensessies dan sportlessen. Men veronderstelt aangezien er tijdens oefensessies geen leraar aanwezig is. Hierdoor beoefenen de studenten vaardigheden en technieken waar ze nog niet klaar voor zijn. Het risico op sportblessures verhoogt bij dit soort oefensessies (Twellaar et al. 1996). Er is een groot verschil in risico tijdens training, competitie en al dan niet georganiseerde sport. Vanmechelen et al. (1996) vond een incidentie ratio van 2,8 bij training; 13,4 bij competitie en 2,4 tijden ongeorganiseerde sport. 11

19 Geslacht Mannen hebben meer risico op het krijgen van sportblessures dan vrouwen. Dit wordt door Twellaar et al. positief vergeleken met de data van de Nederlandse sportieve populatie (Van Galen et al., 1990). Ook Flicinski (2008) en Ehrendorfer vonden dat mannen (74%) significant meer blessures opliepen dan vrouwen. Er worden hieromtrent geen hypothesen gegeven Flexibiliteit, antropometrische karakteristieken en afwijkende anatomie van de onderste ledematen Twellaar et al. onderzochten in 1997 de risicofactoren en bekwamen volgende resultaten: Er was geen invloed van de flexibiliteit en de antropometrische variabelen op het totaal aantal blessures. Ook Lysens et al. (1984) vond geen statistisch bewijs voor de invloed van spierstijfheid, maar hij vond wel een bewijs voor een hogere flexibiliteit en hogere laxiteit van ligamenten. Deze studenten zouden meer kans hebben op verrekkingen van ligamenten en dislocaties. Twellaar et al. vond enige doch inconsistente relaties met betrekking tot de anatomische afwijkingen van de onderste ledematen. Ongelijkheid in beenlengte en malalignement van de knieën hadden geen invloed. Een ongelijke bekkenstand vertoonde een positieve relatie, maar een afwijking in de voetafrol was negatief. Twellaar haalde echter wel aan dat dit zwakke bevindingen zijn door het relatief lage aantal en de grote variëteit aan sportblessures. Lysens et al. (1984) verdeelde de populatie in drie groepen: een groep met normale voetenstand, een groep met geproneerde voeten, en een groep met holvoeten. In de groep met geproneerde voeten had een derde last van scheenbeenvliesonstekingen en 17% van patellaproblemen. In de holvoet- groep had een derde last van de achillespees en 15% had plantaire fasciitis. Lysens et al. (1984) vond evenmin significante verschillen met betrekking tot gewicht, hoogte, somatotype componenten en fitheid karakteristieken. Vrouwen met een verlaagde uithouding hadden wel een hoger risico op het oplopen van acute sportblessures. 12

20 Eerdere sportblessures en revalidatie Lysens et al. (1984) vond dat studenten met een geschiedenis aan eerdere blessures een hoog risico hadden om te hervallen. Vooral verrekkingen van ligamenten en dislocaties kwamen vaak terug. Van de 499 sportblessures traden er 79 op binnen een maand na terugkeer tot de sportactiviteiten. Dit werd deels veroorzaakt door onvoldoende revalidatie. 15 blessures waren van hetzelfde type op dezelfde locatie, 64 waren van een ander type ter hoogte van hetzelfde lichaamsdeel Sportblessures bij adolescenten (18-25 jaar) Om het aantal, de aard en de ernst van de sportblessures bij studenten lichamelijke opvoeding te kunnen evalueren, moet een vergelijking gemaakt worden met een standaardpopulatie met ongeveer dezelfde leeftijd (18-25j) die geen opleiding lichamelijke opvoeding volgt Epidemiologische studies Epidemiologische studies werden uitgevoerd door Cumps & Meeusen (2003), Van Galen en Diederiks (1990), Van Mechelen et al. (1996) en Zebas et al. (1995) Design, subjecten en blessuredefinitie In Nederland volgde Van Mechelen et al. prospectief bij 182 jongvolwassenen de sportactiviteit op en rapporteerde door middel van een logboek de sportblessures. Zebas et al. rapporteerde over een populatie van 18 tot 46 jaar aan de universiteit van Kansas retrospectief de incidentie en oorzaken van sportgerelateerde blessures bij 300 studenten met gemiddelde leeftijd van 22,9 jaar gedurende één semester. Van Galen en Diederiks voerden een algemene studie uit op de Nederlandse populatie waarbij retrospectief de sportblessures werden bestudeerd van 7909 sporters gedurende de afgelopen 4 weken. Hieruit werd de incidentie ratio berekend voor 20 tot 24 jarigen. Cumps en Meeusen (2003) analyseerden het voorkomen van sportletsels door gebruik te maken van databases afkomstig van 4 Belgische ziekenhuizen gedurende de periode van 1995 t.e.m De definitie van een sportblessure is door Van Mechelen et al. beschreven als elke blessure die het resultaat is van een sportactiviteit, waarbij de persoon moet stoppen met de sportactiviteit, niet of niet volledig kan deelnemen aan de volgende geplande sportactiviteit, 13

21 niet kan gaan werken de volgende dag of medische behandeling nodig heeft. Voor chronische blessures werd een periode van tien dagen stijfheid of pijn tijdens sportactiviteit in rekening gebracht. Bij Cumps & Meeusen werden retrospectief enkel de acute letsels en de letsels die ernstig genoeg waren om een ongevalaangifte in te dienen bij de verzekeringsmaatschappij in rekening gebracht. Prospectief werd een acuut letsel gedefinieerd als een sportongeval met een plotse, directe oorzaak waarvoor minimale (medische) verzorging noodzakelijk was bv, ijs, tape,.. en waarvoor een staking van de sportactiviteit niet noodzakelijk was. Spierkrampen en blauwe plekken werden niet geregistreerd. Een sporter had een overbelastingsletsel wanneer hij/zij klaagde van fysiek discomfort met een geleidelijk ontstaan dat pijn en of stijfheid veroorzaakte ter hoogte van het bewegingsapparaat dat tenminste aanwezig was gedurende 3 sportactieve dagen. Vangalen en Diederiks beschrijft sportblessures als ongevallen of aandoeningen die tijdens en/of door sportbeoefening ontstaan. Via specifieke vragen met betrekking tot sportverzuim of medische behandeling werd de blessure geobjectiveerd en gespecificeerd. Zebas et al. geeft geen blessuredefinitie, enkel de klassering van de sportblessure Aantal sportblessures Een totaal van 307 sportblessures werd geregistreerd bij de studie van Zebas et al. Gespreid over 300 geblesseerde studenten betekent dit dat enkele studenten meer dan één blessure ondergaan hebben. Zebas et al. geeft geen informatie over de hoeveelheid sport die deze populatie beoefende. Incidentiecijfers zijn niet beschikbaar. Van Mechelen et al. berekende de incidentie ratio (IR) en bekwam een algemene incidentie van 3,7 sportblessures per 1000 uur sportbeoefening. Dit werd berekend uit 102 blessures bij 139 subjecten gedurende één jaar. Incidentie ratio s werden ook berekend voor volgende specifieke sportcontexten: Contactsport (IR: 11), noncontactsport (IR: 2,3), training (IR: 2,8), competitie (IR:21) en ongeorganiseerde sport (IR: 2,4). Opmerkelijk zijn de verschillen tussen contact/noncontact en training/competitie. Van Galen & Diederiks bekwamen bij jarigen een incidentie ratio van 4,1. Cumps en Meeusen vergeleken het voorkomen van sportletsels bij 19 tot 29 jarigen met de algemene populatie. Ze gebruikten geen absolute cijfers gezien deze voor hen niet relevant leken om een beeld in Vlaanderen te schetsen. Door het voorstellen van procentuele verhoudingen van ongevallen, wordt een beeld gecreëerd van de bijdrage van sportletsels en letsels door andere fysieke activiteiten. Ze vonden dat 17,92% van het totale aantal sportletsels bij deze leeftijdsgroep voorkwam en 10,85% ten gevolge was van sportactiviteit. 14

22 Tabel 9 Procentuele verhouding van het aantal letsels als gevolg van de verschillende fysieke activiteiten bij jarigen, naar 'Cumps & Meeusen, 2003' Huishouden Tuinieren Sporten Verkeer Werk Spelen Onbekend Andere 19-29j 0,68% 0,19% 10,85% 0,58% 4,17% 0,10% 0,48% 0,87% Tabel 10 Samenvatting subject, design, blessuredefinitie en aantal sportblessures bij adolescenten Studie n type onderzoek aantal blessures incidentie/ prevalentie blessuredefinitie Cumps & Meeusen (2003) retrospectief De acute letsels en de letsels die ernstig genoeg zijn om een ongevalaangifte in te dienen bij de verzekeringsmaatschappij Van Galen & Diederiks (1990) 756 retrospectief 130 4,1 Ongevallen of aandoeningen die tijdens en/of door sportbeoefening ontstaan Van Mechelen et al. (1996) 182 prospectief 51 3,7 Elke blessure die het resultaat is van een sportactiviteit, waarbij de persoon moet stoppen met de sportactiviteit, niet of niet volledig kan deelnemen aan de volgende geplande sportactiviteit, niet kan gaan werken de volgende dag of medische behandeling nodig heeft Zebas et al. (1995) 300 retrospectief De ernst van de sportblessures De duurtijden van de sportblessures worden in de drie studies niet besproken. Van Galen en Diederiks geven wel het verschil in incidentie tussen medisch en niet medisch behandelde sportblessures weer. Deze zijn respectievelijk 2,2 en 2,3 voor de mannen en gelijk 1,7 voor de vrouwen. Percentages met betrekking tot de verschillende behandelingen zijn beschreven in Tabel 11. Tabel 11 Type behandeling bij 20 tot 24 jarigen, naar 'Van Galen en Diederiks, 1990' medisch EHBO zelf geen 44% 11% 19% 27% 15

23 56% van de sporters is moeten stoppen met sporten gedurende de blessuretijd, 44% is kunnen blijven doorgaan. Bij de medisch behandelde blessures is 78% moeten stoppen, bij de nietmedisch behandelde blessures was dit 39% De aard van de sportblessures Zebas et al. omschrijft de aard van de sportblessures door middel van het mechanisme van de sportblessures, de meest voorkomende blessuretypes, de types van belasting en de meest geblesseerde lichaamsdelen. Het ontstaan van sportblessures door factoren buiten het lichaam (extern) was voornamelijk door contact met de grond (80%) en intern door repetitieve activiteiten (46%). De meest voorkomende sportblessures op de totale populatie waren verrekkingen (26%). De meeste sportblessures kwamen tot stand door uitrekking (46%). De knie was het meest geblesseerde lichaamsdeel (23%). Tabel 12 Mechanisme en meest voorkomende sportblessures, naar Zebas et al., 1995 Mechanisme van blessure Meest voorkomende blessuretypes (n= 307) Extern (n=132) Verrekking van ligament (Sprain) 26% Contact met de grond of vloer/vallen 80% Ontstekingen 13% Botsingen 15% Kraakbeenirritatie/degeneratie 12% Andere 5% Nonspecifieke pijn 12% Intern (n=175) Verrekking van spier of pees (Strain) 7% Herhaling van activiteiten 46% Andere 30% Gerelateerd aan lichaam 31% Andere 23% Tabel 13 Percentages van type belasting en percentages van locatie op het lichaam bij sportblessures, naar Zebas et al., 1995 Type van belasting Locatie op het lichaam Uitrekking 46% Knie 23% Compressie 37% Lumbale wervels 13% Torsie 5% Enkel 11% Frictie 5% Voet 9% Onbekend 4% Schouder 8% Snijdend 3% Andere 46% 16

24 Van Mechelen et al. rapporteerde de drie meest voorkomende blessuretypes als verrekking of scheur van een ligament (sprain: 38,3%), verrekking van spier of pees (strain: 29,8%) en kneuzing (12,8%). Deze resultaten komen overeen met de eerdere algemene studies van Nicholl et al. (1991), Nielsen & Yee (1988) en Requa et al. (1993). De meest voorkomende geblesseerde delen bij Van Mechelen et al. zijn de enkel (21,3%), de lage rug (19,2%), de schouder (12,8%) en het bekken/knie (10,6%). De onderste ledematen en de lage rug zijn de gewichtsdragende ledematen van grotendeels alle sporten. Hiermee wordt het groter percentage van blessures aan desbetreffende lichaamsdelen gedeeltelijk verklaard. De meest aangetaste structuren bij Van Mechelen zijn de spieren (44,7%), de gewrichten (36,2%), de pezen (10,6%) en de ligamenten (8,5%). Van Galen en Diederiks rapporteerden bij de 20 tot 24 jarigen de locatie van de meeste blessures die medisch behandeld werden en niet medisch behandeld werden. Dit was respectievelijk aan de enkel (28%) en het bovenbeen (18%). Het meest voorkomende type was verstuiking (34%) en kneuzing (36%). Het type van blessure wordt bij de algemene populatie beschreven in tabel 14. Tabel 14 Procentuele verhouding van de aard van resp. medisch en niet-medisch behandelde blessures, naar 'Van Galen & Diederiks, 1990' aard medisch niet medisch verstuiking,verrekking 33,5 37,5 kneuzing, bloeduitstorting 25,5 37,5 spierscheuring 14,5 5 open wond 6,7 12 botbreuk 6,4 0,5 ontsteking van spier 4,8 0,8 overige 8,3 6,1 onbekend 0,4 0,5 Totaal 100% 100% 90% van alle sportblessures zijn acuut ontstaan, de overige 10 procent aldus chronisch. Bij Zebas et al. waren de acute (49%) en de chronische (51%) blessures bijna gelijk verdeeld. Bij Van Mechelen was dit respectievelijk 74,5% en 25,5%. 78,7% van het totaal aantal sportblessures waren nieuwe blessures. 17

25 Risicofactoren De blootstellingstijd Van Galen en Diederiks rapporteerden bij de algemene populatie de incidentie ratio s aan sportblessures naar de expositieduur. Tabel 15 Incidentie ratio en expositieduur (gem. aantal uren sportbeoefening per week) expositieduur (gem. aantal uren per week) Incidentie ratio (/1000u sportboefening) betrouwbaarheidsintervallen 1-2 uur 3,1 (2,7-3,5) 3-4 uur 3,7 (3,3-4,1) 5-6 uur 3,2 (2,8-3,7) >= 7 uur 1,2 (1,0-1,4) Intrinsieke risicofactoren BMI, VO2max, neuromotorische prestatie, spierkracht van de onderste ledematen, psychologische en psychosociale factoren, vroegere blessures en blootstellingstijd werden door Van Mechelen et al. (1996) onderzocht. De grootste hoofdeffecten waren de blootstellingstijd (OR 1 = 6,87) en de vroegere blessures (OR = 9,41). Dit werd ook bevestigd door eerdere studies (Van Mechelen, 1992; Van Galen & Diederik, 1990). Zebas et al. vond dat meer dan de helft van de blessures veroorzaakt werd door interne factoren zoals afwijkingen van de normale anatomie, afwijkende mechanische bewegingen van het lichaam en een gebrek aan kracht, flexibiliteit en coördinatie. Significante relaties tussen sportblessures en psychologische factoren werden door Van Mechelen (1996) gevonden. Personen met een hogere dominantie, een vitale uitputting of stressvolle levenservaringen vertoonden een hoger risico voor het oplopen van sportblessures. 1 Odds Ratio: De verhouding tussen de waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis voorvalt en de waarschijnlijkheid dat ze niet voorvalt. Individuen met een vroegere blessure hebben dus 9,41 keer meer kans om een blessure op te lopen. 18

26 Contact versus Non-contact sport Contactsport blijkt uit de studie van Van Mechelen een groter risico tot sportblessure te vertonen dan non-contact sport. Het aantal sportblessures kwam voor 83,3% uit contact sporten en voor 16,7% uit non-contactsporten. Van Galen en Diederik rapporteerden ook een verhoogde incidentie bij volgende contactsporten: zaalvoetbal (8,7), hockey (6,5) en voetbal (6,2). Onderzochte non-contactsporten waren joggen (3,6), fietsen (0,1) en zwemmen (1,2) Georganiseerde sport versus Competitie Competitie (13,4) blijkt uit de studie van Van Mechelen et al. een groter risico tot sportblessure te vertonen dan training (2,8). Overeenkomst werd gevonden bij de algemene populatie in Zweden (De Loes & Goldi,1988), de Nederlandse populatie (Van Galen & Diederik, 1990) en bij Nederlandse lopers in een eerdere studie door Van Mechelen in Sportblessures bij militair opgeleide adolescenten Bij een militaire opleiding wordt veel aandacht besteed aan de fysieke fitheid van de soldaat. Er is nood aan een hogere fysieke fitheid om militaire missies te kunnen volbrengen. De soldaten krijgen hierdoor bij hun opleiding een groot pakket aan fysieke trainingen en sportactiviteiten. Sportblessures komen frequent voor in deze populatie en vormen een probleem. Een geblesseerde soldaat kan niet deelnemen aan de trainingen en heeft hierdoor een verlaagde fysieke paraatheid. Onderzoek naar incidentie van blessures gebeurt in deze doelgroep om preventiestrategieën te kunnen uitbouwen en zo de gezondheid en fysieke paraatheid van de militairen te kunnen waarborgen (Jones et al., 1993). Het pakket aan fysieke trainingen dat de militairen krijgen kan vergeleken worden met dit van een opleiding lichamelijke opvoeding. Incidentiecijfers met betrekking tot sportblessures kunnen aldus vergeleken worden met de militaire populatie Epidemiologische studies Epidemiologische studies werden uitgevoerd door Almeida et al. (1999), Jones et al. ( ), Lauder et al. (2000) en Knapik et al. (1993). 19

27 Design, subjecten en blessuredefinitie Jones et al. rapporteerde in 1992 de data van twee onderzoeken uit 1984 en Respectievelijk werden 310 (1) en 2245 soldaten onderzocht. In beide studies werden antropometrische variabelen gemeten en vulden ze een vragenlijst in inzake hun sportparticipatie. Daarna werden ze prospectief opgevolgd door middel van medische rapporteringen. In de studie van 310 militairen waren de trainingen gedurende 8 weken hetzelfde, maar specifieke trainingsuren zijn niet gegeven. De gemiddelde leeftijd van de vrouwen was 21,1 en van de mannen 20,2 jaar. In 1993 rapporteerde hij ook een onderzoek bij 303 nieuwe rekruten komende vanuit twee verschillende trainingsbedrijven. De gemiddelde leeftijd was 19 jaar. Baseline data werden retrospectief via een vragenlijst verworven bij de start van de opleiding. De studenten werden daarna 12 weken prospectief opgevolgd. Ze ondergingen een training van 5-6 dagen per week waarin dagelijks 10min werd besteed aan stretchen, 20min aan gymnastiek, 20min aan drill en ceremonie en 40min aan wandelen en lopen (ongeveer 8 uur 15 minuten per week). Knapik et al. rapporteerde in 1993 retrospectief de incidentie bij 298 soldaten. De data werden over een periode van zes maanden geanalyseerd door middel van medische records. Trainingsschema s waren moeilijk te rapporteren doordat sommige schema s niet beschikbaar waren en de soldaten vanuit vier verschillende trainingsbedrijven kwamen. Wel kon er vastgesteld worden dat de trainingen bestonden uit lopen, gymnastiek, weerstandstraining, militaire oefeningen, wandelen met zware rugzakken, cross-country skiën, en sportactiviteiten zoals voetbal en softbal. Almeida et al. rapporteerde in 1999 prospectief de incidentie bij 1296 soldaten. Deze werden over een periode van 12 weken opgevolgd en geanalyseerd in relatie tot het aantal uur fysieke trainingen. Er werd meestal meer dan 14u getraind, behalve in de 4 de, 5 de, 9 de en 12 de week. De activiteiten bestonden uit looptrainingen, gymnastiek, algemene conditie oefeningen, obstakelroutes, gewichtstraining en militaire specifieke trainingen. Lauder et al. onderzocht retrospectief blessures veroorzaakt door sport of fysieke militaire training. Data van blessures voor alle leeftijden over een periode van zes jaar werden bekeken. 41% van de onderzochte populatie bevond zich in de leeftijdgroep van 20 tot 24- jarigen. De incidentie werd voor alle leeftijdscategorieën beschreven als het aantal blessures per personen per jaar. 17 verschillende sporten, één trainingscategorie en één andere categorie werden geëvalueerd. Specifieke trainingsschema s worden niet gegeven, maar er wordt wel gemeld dat de militaire populatie een fysiek zwaar eisend programma heeft. 20

Chapter 8 SAMENVATTING

Chapter 8 SAMENVATTING Chapter 8 SAMENVATTING Hardlopen is wereldwijd een populaire sport. In Nederland loopt 12% van de bevolking regelmatig hard en is het de op één na populairste sport. Aangezien regelmatig sporten gepaard

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Geleidelijk ontstane sportblessures

Geleidelijk ontstane sportblessures Geleidelijk ontstane sportblessures in Nederland Blessurecijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters 1,4 miljoen blessures op die geleidelijk ontstonden. Dat is bijna een derde (31%) van de 4,5 miljoen

Nadere informatie

Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel. Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator

Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel. Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator Overerving Fysieke activiteit vrije tijd werktijd andere o.a. huishoudelijk werk en tuinieren Gezondheidsgerelateerde

Nadere informatie

Incidentie van klachten aan het bewegingsapparaat bij leerkrachten Lichamelijke Opvoeding: literatuurstudie en epidemiologisch onderzoek

Incidentie van klachten aan het bewegingsapparaat bij leerkrachten Lichamelijke Opvoeding: literatuurstudie en epidemiologisch onderzoek Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen: Sporttraining Academiejaar 2011-2012 Incidentie van klachten aan het bewegingsapparaat bij leerkrachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding Hoofdstuk 5 Ouderen Vincent Hildebrandt 1, Claire Bernaards 1, Hedwig Hofstetter 1, Ine Pulles 2, Huib Valkenberg 3 1 TNO Gezond Leven, Leiden 2 Mulier Instituut, Utrecht 3 V eiligheidnl, Amsterdam 5.1

Nadere informatie

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen

Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, )

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, ) Sporten is hoe dan ook gezond, maar brengt ook een verhoogd risico op bepaalde letsels met zich mee. Er zijn echter enkele aandachtspunten en preventie oefeningen die dit risico sterk kunnen verlagen.

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Blessurepreventie bij joggers

Blessurepreventie bij joggers Blessurepreventie bij joggers Infosessie Jogbegeleiders 4 oktober 2014 Dr. Kris Peeters Joggen : goed voor lichaam en geest Veel voordelen Toch ook nadelen 1 Lichamelijk voordelen -> goed voor hart en

Nadere informatie

Blessurepreventie en EHBSO binnen de atletiekvereniging. Esther Schoots, sportarts

Blessurepreventie en EHBSO binnen de atletiekvereniging. Esther Schoots, sportarts Blessurepreventie en EHBSO binnen de atletiekvereniging Esther Schoots, sportarts SMA Utrecht Sportcentrum Olympos www.smautrecht.nl Programma Kennismakingsrondje Blessures, belasting/belastbaarheid, preventie

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4 Enkelblessures Samenvatting Jaarlijks lopen sporters 650.000 enkelblessures op. Dit is achttien procent van alle sportblessures die in een jaar ontstaan. Na knieblessures (20%) zijn enkelblessures daarmee

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

6,9. Presentatie door een scholier 1940 woorden 14 november keer beoordeeld

6,9. Presentatie door een scholier 1940 woorden 14 november keer beoordeeld Presentatie door een scholier 1940 woorden 14 november 2016 6,9 15 keer beoordeeld Vak LO Sportblessures Inleiding We weten allemaal dat sporten gezond is. Maar te veel sporten is ook niet goed voor je

Nadere informatie

-Door het karakter van het voetbalspel is er een relatief grote kans om geblesseerd te raken in vergijking met met andere takken van sport. -Het blessurerisico in wedstrijden ligt beduidend hoger dan bij

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Bewegen Op Voorschrift in een stedelijk sportbeleid

Bewegen Op Voorschrift in een stedelijk sportbeleid Bewegen Op Voorschrift in een stedelijk sportbeleid Lifestyle Physical Activity Dr. Lic. An Bogaerts Poort naar een Actieve Levensstijl (PortaAL) Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen KU Leuven

Nadere informatie

Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent

Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent Lennert Goossens Universiteit Gent Els Clays Universiteit Gent DEEL 1: PREVENTIE VAN WERKGERELATEERDE MUSCULOSKELETALE AANDOENINGEN 3 LANGDURIG ZITTEN OP HET WERK 4 BEWEGEN ALS WERK 5 WERKGERELATEERDE

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Zaalvoetbalblessures Blessurecijfers Samenvatting In vijfentwintig jaar tijd is het aantal Spoedeisende Hulp (SEH) behandelingen naar aanleiding van een zaalvoetbalblessure gehalveerd. Echter zaalvoetbal

Nadere informatie

Functioneel Welzijn. Nek, schouders en pols

Functioneel Welzijn. Nek, schouders en pols Functioneel Welzijn Nek, schouders en pols 1 Definitie en structuur van de nek Je nek (cervicale wervelkolom) bestaat uit 7 wervels en strekt zich van de schedel tot het bovenlichaam. 2 Oorzaken van nekpijn

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland Een retrospectieve zelfrapportering van ervaringen met psychisch, fysiek en seksueel in de sport voor de leeftijd

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50 Korfbalblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks worden 85.000 blessures opgelopen tijdens korfbal. Dit komt overeen met 4,6 blessures per 1.000 uur dat er gekorfbald wordt. Dit betekent dat het

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2013-2014 Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Onderzoek naar de effectiviteit en implementeerbaarheid van een interventie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. Artrose is een chronische progressieve gewrichtsaandoening. Men schat dat de hoge prevalentie wereldwijd verder zal toenemen vanwege de stijgende

Nadere informatie

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op,

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op, Volleybalblessures Blessurecijfers Samenvatting Volleybal is een populaire sport in Nederland, die jaarlijks door ongeveer een half miljoen Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij volleybal

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 Patella tendinopathie (ook wel jumper s knee of springersknie genoemd) is een veel voorkomende blessure in sporten waarin veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. In top- en recreatieve basketballers

Nadere informatie

Samenvatting: risk analysis of sick leave among Dutch farmers Auteur: Esther Hartman

Samenvatting: risk analysis of sick leave among Dutch farmers Auteur: Esther Hartman : risk analysis of sick leave among Dutch farmers Auteur: Esther Hartman In de agrarische sector worden arbeidskrachten aan relatief veel gezondheidsrisico s blootgesteld die kunnen leiden tot ziekteverzuim

Nadere informatie

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport

Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Evidence Based Blessurepreventie in de Sport Maarten Barendrecht Sportfysiotherapeut, medische begeleiding Hellas docent MOS, MSPT bij Avans+ Nederlands Instituut voor Sportblessurepreventie Overzicht

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding Hoofdstuk 3 Jeugd Vincent Hildebrandt 1, Claire Bernaards 1, Hedwig Hofstetter 1, Dorine Collard 2, Huib Valkenberg 3 1 TNO Gezond Leven, Leiden 2 Mulier Instituut, Utrecht 3 VeiligheidNL, Amsterdam 3.1

Nadere informatie

Gratis open inloopspreekuur

Gratis open inloopspreekuur 1 augustus 2012 In dit nummer Hierbij ontvangt u de nieuwsbrief van Praktijk chiropractie Stegeman. Wij houden u met deze nieuwsbrief op de hoogte Sport Tips Inloopspreekuur Blessures voorkomen van belangrijke

Nadere informatie

Hoofdletsels in de sport: een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller

Hoofdletsels in de sport: een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller : een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller Inhoud presentatie Onderzoekslijn Sport Blessure Informatie Systeem (BIS) Relevantie BIS Bespreking resultaten hoofdletsel

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen Gelderland-Zuid Factsheet Bewegen en sporten Onderzoek onder volwassenen en ouderen Bewegen en sporten De Volwassenen- en ouderenmonitor is eind 2012 onder ruim 22.000 zelfstandig wonende inwoners van

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 169 170 Samenvatting Samenvatting Jicht is een reumatische ziekte die wordt veroorzaakt door het neerslaan van urinezuur (in de vorm van kleine naaldvormige kristallen) in en rond de gewrichten.

Nadere informatie

Informatieavond SDV. Barneveld

Informatieavond SDV. Barneveld Informatieavond SDV. Barneveld Blessurepreventie 22-10-2012 Pieter Jansen & Arjan de Bruijn Voorstellen Pieter Jansen Voorstellen - Fysiotherapeut, master sportfysiotherapeut Fysiotherapie Vis, Wageningen

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Letselpreventieve gedrags- en kennisveranderingen bij adolescente. jongeren en leerkrachten LO in het secundair onderwijs:

Letselpreventieve gedrags- en kennisveranderingen bij adolescente. jongeren en leerkrachten LO in het secundair onderwijs: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar: 2014-2016 Letselpreventieve gedrags- en kennisveranderingen bij adolescente jongeren

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Tijdens een basketbalwedstrijd wordt er veel gesprongen. Springen verhoogt het risico op blessures. De meest voorkomende blessures bij basketbal zijn

Tijdens een basketbalwedstrijd wordt er veel gesprongen. Springen verhoogt het risico op blessures. De meest voorkomende blessures bij basketbal zijn 1 Tijdens een basketbalwedstrijd wordt er veel gesprongen. Springen verhoogt het risico op blessures. De meest voorkomende blessures bij basketbal zijn enkelblessures, gevolgd door knieblessures. Daarnaast

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Hardloopblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Veel blessures door hardlopen. Aantal hardloopblessures in 2012

Hardloopblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Veel blessures door hardlopen. Aantal hardloopblessures in 2012 Hardloopblessures Blessurecijfers Samenvatting Hardlopen is een populaire sport in Nederland, die in 212 door ongeveer 1,9 miljoen Nederlanders werd beoefend. Het is ook een sport die veel blessures veroorzaakt.

Nadere informatie

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling Polsblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks lopen sporters in Nederland gemiddeld 1. blessures aan de pols op. Voor de helft van deze blessures blijkt medische behandeling noodzakelijk. Vier op

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

17Spierklachten en ontstekingen

17Spierklachten en ontstekingen DC 17Spierklachten en ontstekingen 1 Inleiding Pijn aan je spieren is meestal niet ernstig, maar wel lastig. Het is vaak te voorkomen en er is zeker iets aan te doen. We behandelen een aantal klachten.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012 Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van Het Oranje Kruis 2013 18 december 2012 Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen vastgesteld door het College van Deskundigen Doelgroep

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20 Inhoud Voorwoord 11 Functionele anatomie 14 1.1. Inleiding 14 1.2. Het skelet 15 1.2.1. Algemeen 15 1.2.2. Namen van de botstukken 15 1.2.3. Botverbindingen 18 1.2.4. Indeling van de gewrichten 20 1.3.

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 213 214 Samenvatting SAMENVATTING Cardiovasculaire ziekten vormen een belangrijk gezondheidsprobleem in onze maatschappij. In 2008 stierven wereldwijd ongeveer 17.3 miljoen personen aan cardiovasculaireziekten,zoalsmyocardinfarct,cerebrovasculaireaccidentenenplotse

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Start to Run: Praktisch tips voor organisatie, differentiatie en blessurepreventie. Carina Glassée

Start to Run: Praktisch tips voor organisatie, differentiatie en blessurepreventie. Carina Glassée Start to Run: Praktisch tips voor organisatie, differentiatie en blessurepreventie Carina Glassée Voordelen van joggen Fysieke voordelen: Versterkt de longfunctie Positieve invloed op hart en bloedvaten

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8 Wielerblessures Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks raken er naar schatting 26.000 wielrenners geblesseerd. Het risico een wielerblessure op te lopen is kleiner dan bij veel andere sporten, maar als

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse FEET4FEET Ontstaan van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Preventie van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Waarom dit onderzoek? De Nijmeegse Vierdaagse is het grootste wandelevenement

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Chapter 11

Nederlandse samenvatting. Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Chapter 11 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van een groot vragenlijstonderzoek over de epidemiologie van chronisch frequente hoofdpijn in de Nederlandse

Nadere informatie

Ongevallen en Bewegen in Nederland. Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek. In samenwerking met:

Ongevallen en Bewegen in Nederland. Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek. In samenwerking met: 1 Ongevallen en Bewegen in Nederland Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek P.C. den Hertog 1 L.T.B. van Kampen 2 W.T.M. Ooijendijk 3 S.L. Schmikli 4 W. Schoots 1 I. Vriend 1 Uitgegeven door Stichting

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

pro personal fit medisch intakeformulier Achternaam: Voorletters: M V Adres: Telefoon: Mobiel: 06 E-mail: Beroep: Werkgever:

pro personal fit medisch intakeformulier Achternaam: Voorletters: M V Adres: Telefoon: Mobiel: 06 E-mail: Beroep: Werkgever: pro personal fit medisch intakeformulier Achternaam: Voorletters: M V Voornaam: Geboren: Adres: Plaats: Postcode: Telefoon: Mobiel: 06 E-mail: @ Beroep: Werkgever: Privacy Alle gegevens die u op dit medisch

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

6,5. Acute sportblessures. Chronische blessures. Gewone sportblessures. Werkstuk door een scholier 1914 woorden 22 september keer beoordeeld

6,5. Acute sportblessures. Chronische blessures. Gewone sportblessures. Werkstuk door een scholier 1914 woorden 22 september keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1914 woorden 22 september 2002 6,5 48 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Je spier is geen elastiekje, Je hoofd heeft geen airbag en sportherstel is geen wedstrijd. Steeds meer

Nadere informatie

LETSELS BIJ TOPHOCKEY EN DE IMPACT OP PRESTEREN

LETSELS BIJ TOPHOCKEY EN DE IMPACT OP PRESTEREN LETSELS BIJ TOPHOCKEY EN DE IMPACT OP PRESTEREN Evert Verhagen Amsterdam Collaboration on Health & Safety in Sports, Department of Public and Occupational Health Amsterdam Public Health research institute,

Nadere informatie

Langer leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012

Langer leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012 ACA Congres 2012 LICHAAMSBEWEGING EN SUCCESVOL OUDER WORDEN Meer bewegen - Afdeling Gezondheidswetenschappen, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit; - Afdeling Epidemiologie en

Nadere informatie

Preventietips voor sportblessures

Preventietips voor sportblessures .Stef Verheyden Kinesitherapie Preventietips voor sportblessures Groepspraktijk De Brug Waarom blessurepreventie? Sportbeoefening en sportblessures, jammer genoeg gaan ze al te vaak samen. Vroeg of laat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Herstel na een knieverstuiking

Herstel na een knieverstuiking Page 1 of 5 Herstel na een knieverstuiking De knieverstuiking wordt ingedeeld in drie graden, oplopend naar ernst: één = licht, twee = matig, drie = ernstig. Uitgangspunt is dat de verstuiking niet gepaard

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 1032 woorden 16 januari keer beoordeeld

6,3. Samenvatting door een scholier 1032 woorden 16 januari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1032 woorden 16 januari 2012 6,3 8 keer beoordeeld Vak LO Les 3B Trainingschema maken: Kiezen welke lichaamskenmerken je wilt verbeteren Lenigheid Duur Figuurverbetering

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten

Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Blessures door veldvoetbal

Blessures door veldvoetbal Blessures door veldvoetbal Samenvatting Veldvoetbal is een veel beoefende sport in Nederland. Alleen al om die reden verdienen blessures bij veldvoetbal de aandacht. Het totale aantal veldvoetbalblessures,

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens

Nadere informatie

Nationaal Sportonderzoek

Nationaal Sportonderzoek Motieven en belemmeringen om te sporten en bewegen naar levensfase Bron https://www.allesoversport.nl ( februari 2019) Hoe maak je de drempels om te gaan bewegen zo klein mogelijk? De motivaties en belemmeringen

Nadere informatie

Presentatie blessure preventie. John Klerkx

Presentatie blessure preventie. John Klerkx Presentatie blessure preventie John Klerkx Programma 1. Doel van de presentatie. 2. De meest voorkomende blessures. 3. Preventie (voorkomen blessures). 4. Geslacht, leeftijd, lichaamsbouw/ gezondheid.

Nadere informatie

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks lopen 7.700 bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis van 65 of ouder letsel op waarvoor behandeling op een SEH-afdeling noodzakelijk is. Bijna de helft wordt

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Overzicht Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Prof. dr. Katrien Vanderwee Prof. dr. Tom Defloor Verplegingswetenschap Universiteit Gent Hoe risico bepalen? Preventieprincipes Aanbevelingen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie