Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Transcriptie

1 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Empyro B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen glasvezel versterkte kunststof tank voor opslag pyrolyse-olie Locatie : Boortorenweg 7, Hengelo Datum ontvangst aanvraag : 23 april 2014 Datum beschikking : 13 juni 2014 Kenmerk : 2014/ Projectnummer : Z-HZ_WABO

2 Colofon Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax postbus@overijssel.nl 2

3 1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Onderwerp Wij hebben op 23 april 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Empyro. Het betreft het wijzingen van een aantal voorschriften voor de opslag van pyrolyse-olie in bovengrondse tanks. De aanvraag gaat over de Boortorenweg 7 te Hengelo. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2014/ (OLO-nummer ). Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu). 1.2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: de omgevingsvergunning te verlenen voor het opslaan van pyrolyse-olie in een bovengrondse tank van Glasvezel Versterkt Kunststof (GVK) (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo). dat alle delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning; aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen achter het tabblad Voorschriften milieu; de voorschriften , , , en van de oprichtingsvergunning d.d. 7 februari 2012 (kenmerk 2012/ ) uitsluitend van toepassing te verklaren op opslag in metalen opslagtanks. 1.3 Ondertekening en verzending Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening Deze beschikking is verzonden aan de aanvrager. Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: - de gemeente Hengelo; - de gemeente Enschede; - Dagelijks bestuur van Waterschap Vechtstromen; - Dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Twente; - ILT; - Rijkswaterstaat Oost-Nederland. 3

4 1.4 Rechtsmiddelen Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Daarnaast wordt een kennisgeving gepubliceerd in Hengelo s Weekblad. De dag na de bekendmaking treedt de beschikking in werking. Binnen zes weken na bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van de beschikking niet. Hebben u of derde belanghebbenden er belang bij dat de werking van deze beschikking wordt geschorst, dan kan om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. 4

5 INHOUDSOPGAVE Beschikking Omgevingsvergunning BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Besluit Ondertekening en verzending Rechtsmiddelen 4 Voorschriften Milieu EXTERNE VEILIGHEID Opslag pyrolyse-olie in glasvezel versterkte kunststof tanks 7 Procedurele Overwegingen PROCEDURELE ASPECTEN Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Procedure Adviezen SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING Activiteitenbesluit Coördinatie met de Waterwet Milieueffectrapport 12 Inhoudelijke Overwegingen Milieu TOETSINGSKADER MILIEU Toetsing milieuneutraal of -vriendelijke verandering BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) Algemeen Concrete bepaling beste beschikbare technieken Conclusies BBT EXTERNE VEILIGHEID Algemeen 15 BIJLAGE 1 : BEGRIPPEN

6 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Voorschriften Milieu Aanvrager : Empyro B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen glasvezel versterkte kunststof tank voor opslag pyrolyse-olie Locatie : Boortorenweg 7, Hengelo Datum ontvangst aanvraag : 23 april 2014 Datum beschikking : 13 juni 2014 Kenmerk : 2014/ Projectnummer : Z-HZ_WABO

7 2. EXTERNE VEILIGHEID 2.1 Opslag pyrolyse-olie in glasvezel versterkte kunststof tanks Voor een glasvezelversterkte kunststof tank dient vergunninghouder te beschikken over een certificaat, afgegeven door een door het bevoegd gezag geaccepteerde instantie, waaruit blijkt dat de tank voldoet aan de BRL-K21011/02 "GVK tanks voor de bovengrondse opslag van chemicaliën" Een tank moet zijn voorzien van een overvulbeveiliging en een niveaumeetinstallatie. De tank mag slechts voor 95% worden gevuld. Het vullen van een tank moet zonder lekken en morsen geschieden Een tank met de daarbij behorende leidingen en appendages voor de opslag van pyrolyse-olie moet zijn uitgevoerd, geïnstalleerd en worden gerepareerd of vervangen overeenkomstig de hierna genoemde paragrafen van de BRL-K903/08: - Deel I: paragrafen 5.1 t/m 5.7; - Deel II: paragrafen 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.14 en 5.15; - Deel III: hoofdstukken 3, 4, 6, 8 en 11. De installateur dient in het bezit te zijn van een certificaat volgens BRL-K903 Hoofdgebied F. Vergunninghouder mag in afwijking van bovenstaande andere gelijkwaardige maatregelen treffen. Onder gelijkwaardig wordt verstaan dat de alternatieve maatregelen minstens evenveel bijdragen aan de veiligheid van de installatie. De gelijkwaardigheid moet ter beoordeling aan het bevoegd gezag worden voorgelegd. 7

8 8

9 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen Aanvrager : Empyro B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen glasvezel versterkte kunststof tank voor opslag pyrolyse-olie Locatie : Boortorenweg 7, Hengelo Datum ontvangst aanvraag : 23 april 2014 Datum beschikking : 13 juni 2014 Kenmerk : 2014/ Projectnummer : Z-HZ_WABO

10 3. PROCEDURELE ASPECTEN 3.1 Gegevens aanvrager Op 23 april 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Empyro. 3.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: in plaats van vier roestvast stalen tanks voor de opslag van pyrolyse-olie (3 x 1500 m3 en 1 x 250 m3) wordt een glasvezelversterkte kunststof tank (250 m3) geplaatst. Daarnaast is op basis van nieuw onderzoek aangetoond dat pyrolyse geen brandbare vloeistof is (wel corrosief). empyro vezoekt daarom een aantal voorschirften uit de bestaande vergunning hier op aan te passen. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - het veranderen van de inrichting (wabo artikel 2.1. onder e). Naast deze activiteiten moet beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels wordt aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. Ten tijden van de oprichtingsvergunning is een beoordeling gemaakt of een NBwet vergunning noodzakelijk was. Er is destijds geconcludeerd dat voor de bedrijfsactiviteiten een NB-wet vergunning niet noodzakelijk was. De aangevraagde wijzigingen leiden niet tot een andere emissie van stikstof. Een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet is daarom nu niet aan de orde. Ook andere stelsels hoeven niet te worden aangehaakt. 3.3 Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Wet milieubeheer* 7 februari / oprichting Wabo 18 april / uitbreiding met stookinstallatie De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. 3.4 Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 28.4 van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPCinstallatie behoort. 3.5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 10

11 3.6 Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 20 mei 2014 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in het Hengelo s weekblad. 3.7 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: - de gemeente Hengelo; - de gemeente Enschede; - Dagelijks bestuur van Waterschap Vechtstromen; - Dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Twente; - ILT; - Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Naar aanleiding hiervan hebben wij geen adviezen ontvangen 4. SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING 4.1 Activiteitenbesluit In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. Empyro wordt aangemerkt als een type C inrichting. De aangevraagde wijziging (opslag pyrolyseolie in glasvezel versterkte kunststof tank) heeft geen betrekking op activiteiten die vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. 4.2 Coördinatie met de Waterwet Empyrio beschikt over een waterwetvergunning. De aangevraagde wijziging heeft betrekking op een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort, maar leidt niet tot het lozen van stoffen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet. Aanpassing van de vergunning op grond van de Waterwet is daarom niet noodzakelijk. 11

12 4.3 Milieueffectrapport De voorgenomen activiteit valt niet onder een categorie genoemd in de C-lijst of D-lijst van het Besluit milieueffectrapportage. Dit betekent dat er geen mer- of mer-beoordelingsplicht aan de orde is. 12

13 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Inhoudelijke Overwegingen Milieu Aanvrager : Empyro B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen glasvezel versterkte kunststof tank voor opslag pyrolyse-olie Locatie : Boortorenweg 7, Hengelo Datum ontvangst aanvraag : 23 april 2014 Datum beschikking : 13 juni 2014 Kenmerk : 2014/ Projectnummer : Z-HZ_WABO

14 5. TOETSINGSKADER MILIEU 5.1 Toetsing milieuneutraal of -vriendelijke verandering De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan in samenhang met het verbinden van voorschriften aan de vergunning, voldoet. Milieugevolgen van de wijziging hebben feitelijk alleen betrekking op externe veiligheid. Toetsing gevolgen voor milieu De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. In plaats van pyrolyse-olie op te slaan in een metalen tank, wordt deze stof nu opgeslagen in een kunststof tank. Aan de kunststoftank worden eisen gesteld wat betreft constructie, installatie, onderhoud en keuring. Daarmee wordt een vergelijkbaar veiligheidsniveau gehaald als met een metalen tank die moet voldoen aan de PGS 29. De wijziging leidt daarom niet tot andere of grotere gevolgen voor het milieu. Toetsing andere inrichting Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. Toetsing milieueffectrapport In paragraaf 4.4 is al aangegeven dat er geen mer-plicht aan de orde is. 6. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) 6.1 Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Vanaf januari 2013 moet bij het bepalen van BBT rekening worden gehouden met BBT-conclusies en bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT. 14

15 6.2 Concrete bepaling beste beschikbare technieken Binnen de inrichting worden één of meer van de activiteiten uit bijlage 1 van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies uitgevoerd. En wel de volgende: het produceren in bulk van organische chemicalien. (RIE categorie 4). Bij het bepalen van de beste beschikbare technieken voor de aangevraagde wijziging hebben we rekening gehouden met de BBT-conclusie Op- en overslag. Bij het bepalen van de beste beschikbare technieken hebben wij rekening gehouden met de PGS 29. Dit is een informatiedocument over BBT, dat is aangewezen in bijlage 1 van de Mor. Bij het verlenen van de oprichtingsvergunning heeft een toetsing aan de BREF Op- en overslag plaatsgevonden. De gewijzigde opslag (in een kunststof tank) hebben wij opnieuw ambtshalve getoetst aan de BREF. De aanvraag heeft betrekking op een aantal afwijkingen van van PGS 29, Aangezien het gaat om opslag in een kunststof tank en pyrolyse-olie niet meer wordt gezien als brandbare vloeistof, betekent dit dat de PGS 29 voor deze situatie niet strikt als BBT-document gevolgd kan en moet worden. In het hoofdstuk Externe veiligheid gaan wij hier inhoudelijk op in. Wij concluderen de aangevraagde wijziging voldoet aan BBT. 6.3 Conclusies BBT De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de beste beschikbare technieken (BBT) ter voorkoming van emissies naar de lucht, de bodem, het water en externe veiligheid. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf. 7. EXTERNE VEILIGHEID 7.1 Algemeen Bij Empyro B.V. wordt pyrolyse-olie opgeslagen in bovengrondse tanks. In de oprichtingsvergunning zijn vier tanks vergund, drie tanks van 1500 m 3 en een tank van 250 m 3. In de onderhavige aanvraag wordt aangegeven dat Empyro B.V. de opslag vooralsnog wil beperken tot een tank van 250 m 3. Het bedrijf wil echter wel de mogelijkheid open houden om op termijn alsnog de drie tanks van 1500 m 3 te plaatsen. Daarnaast zijn metalen tanks vergund en vraagt Empyro B.V. nu aan om een glasvezelversterkte kunststof tank (GVK-tank) te plaatsen als alternatief voor een metalen tank. Bij de oprichtingsvergunning is pyrolyse-olie beschouwd als brandbare vloeistof. Nieuwe inzichten, met name gebaseerd op het artikel "Guidelines for transportation, Handlingand Use of Fast Pyrolysis Bio-oil (bijlage bij de aanvraag)" geeft aan dat de soort pyrolyse-olie die Empyro produceert, niet brandbaar is. Vanwege het corrosieve karakter is pyrolyse-olie echter nog steeds een gevaarlijke stof. De opslag kan daarom een risico vormen voor de omgeving. Deze risico's van opslag zijn in de oprichtingsvergunning afgedekt door voor te schrijven dat de opslag moet voldoen aan de richtlijn PGS 29. Nu pyrolyse-olie niet meer wordt gezien als brandbare vloeistof en bovendien wordt opgeslagen in een GVK-tank, zijn de bestaande voorschriften niet meer toereikend en is aanpassing of aanvulling noodzakelijk. Dit heeft betrekking op de voorschriften , , en Deze voorschriften hebben uitsluitend betrekking op de opslag van pyrolyse-olie in metalen tanks. Wij hebben in het dictum van deze vergunning bepaald dat deze voorschriften uitsluitend van toepassing zijn op metalen tanks. 15

16 Voor de opslag in GVK-tanks hebben wij aan deze vergunning voorschriften verbonden. Voor een GVK-tank dient door de leverancier een certificaat te zijn afgegeven waaruit blijkt dat de tank voldoet aan de BRL-K21011/02 "GVK tanks voor de bovengrondse opslag van chemicaliën". De installatie van een GVK tank dient te worden uitgevoerd conform de daarvoor geldende regels uit de BRL 903/08 Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties (REIT) hoofdgebied F. Andere voorschriften voor de opslag van pyrolyse-olie (zoals de opvang van product of bluswater) zijn al opgenomen in de oprichtingsvergunning. Zolang de opslag van pyrolyse-olie zich beperkt tot 1 tank, is de aanwezigheid van 1 blusmonitor voldoende. Wanneer alsnog de opslag wordt uitgebreid, is een tweede blusmonitor noodzakelijk. Tijdens onderhoud aan het bluswatersysteem, dienen aanvullende maatregelen te worden getroffen, om steeds voldoende bluswater beschikbaar te hebben. Dit is in de aanvraag nader uitgewerkt. Conform de aanvraag zal Empyro aan de oostzijde een brandkraan realiseren. Dit stelsel van voorzieningen geeft voldoende invulling aan het brandweeradvies dat bij de oprichtingsvergunning is ontvangen. 16

17 BIJLAGE 1 : BEGRIPPEN BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT): Voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die - kosten en baten in aanmerking genomen - economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld. 17