Groot Onderhoud FKG s Somatische zorg
|
|
- Josephus de Coninck
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Groot Onderhoud FKG s Somatische zorg WOR 716 Drs. Johan Visser Lydia van t Veer, MSc Gabriëlle Mazzola, BSc Drs. Jos van Loenhout Drs. Max Sonnen Dr. Piet Stam SiRM Strategies in Regulated Markets B.V. Nieuwe Uitleg BR Den Haag Den Haag, 20 maart 2015 Contactpersoon: Johan Visser johan.visser@sirm.nl Telefoonnummer:
2 2 2/152
3 Inhoudsopgave 1 Managementsamenvatting Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen Groot Onderhoud Specifieke onderwerpen Groot Onderhoud Onderzoeksaanpak Leeswijzer Data Data Databewerkingen Bestaande FKG s Conclusie Groot Onderhoud: Medisch inhoudelijke aanpak Inleiding Voorstellen van de begeleidingscommissie Mogelijke aanpassingen FKG s somatische zorg Conclusie Groot Onderhoud: Empirische analyses Inleiding Analyse Resultaten Conclusie Empirische analyses V&V Groot Onderhoud: Specifieke onderzoeksvragen Onderzoeksvraag1: FKG s op basis van add-on dure geneesmiddelen Onderzoeksvraag 2: Polyfarmacie Onderzoeksvraag 3: FKG voor zeldzame en dure aandoeningen Onderzoeksvraag 4: Differentiatie DDD s /152
4 6.5 Conclusie Schatten herziene modellen Inleiding Normbedragen Verevenende werking Resultaten per verzekeraar Conclusie Conclusies en aanbevelingen Groot Onderhoud: medisch inhoudelijke aanpak Groot Onderhoud: Empirische aanpak Groot Onderhoud: Specifieke onderzoeksvragen Modelschattingen Aanbevelingen Bijlagen Deelnemers begeleidingscommissie Empirische analyse Add-on: geneesmiddelen opgenomen in FKG op basis van add-on geneesmiddelen Add-on: Beschrijvende Statistieken bij 1, 3 en 5 receptregels Stapelingsziekten, Kanker en LMD Add-on: Beschrijvende statistieken onderzoeksgroepen per geneesmiddel Add-on: Aanvullende gegevens groeihormonen Orale oncolytica in 2011 & Differentiatie DDD: beschrijvende statistieken selectie FKG kinderen Differentiatie DDD: aandeel gebruikers ingedeeld in FKG Verevenende werking: Maatstaven om de verevenende werking te bepalen Normbedragen uitgangsmodel en modellen /152
5 1 Managementsamenvatting Voor het risicovereveningsmodel is het van belang dat er periodiek onderhoud plaatsvindt om de voorspellende waarde van het model te verhogen en ervoor te zorgen dat het model aan blijft sluiten bij de praktijk. Hoe beter de risicoverevening, des te kleiner de prikkel tot risicoselectie en des te meer er sprake is van een gelijk speelveld tussen verzekeraars. Het ministerie van VWS heeft in het kader van het periodiek Groot Onderhoud aan SiRM de opdracht gegeven om het vereveningskenmerk Farmacie Kosten Groepen (FKG s) nader te beoordelen. In dit onderzoek hebben we de effecten van wijzigingen in de FKG-indeling geanalyseerd. In dit onderzoek komen we tot de volgende adviezen op basis van de verschillende onderzoeksvragen: A. Is de huidige FKG-indeling nog up-to-date of zijn er aanpassingen gewenst? 1. Toevoegen van 2 nieuwe FKG s aan het model (Psoriasis en Pulmonale arteriële hypertensie) 2. Splitsing van 2 FKG s in twee verschillende groepen (Neuropathische pijn en Aandoeningen aan hersenen en ruggenmerg) 3. Toevoegen van geneesmiddelen aan een FKG (Neuropathische pijn) B. Kunnen verzekerden met add-on geneesmiddelen geïdentificeerd worden? Zo ja, kunnen verzekerden op basis van deze geneesmiddelen in een FKG worden ondergebracht? 4. Toevoegen van 2 FKG s op basis van de add-ons (Kanker add-on vanaf 2012 en Groeistoornissen) 5. Uitbreiden van de FKG TNF alfaremmers tot een FKG auto-immuunziekten C. Kan de vormgeving van het vereveningskenmerk FKG verbeterd worden door opname van de FKG Polyfarmacie? 5. Opname van een nieuwe FKG polyfarmacie is (nu) niet gewenst. Polyfarmacie kan wel een potentiële vervanger worden voor het vereveningskenmerk Generieke Somatische Morbiditeit (GSM) of op een andere manier in het model opgenomen worden, maar daarvoor is nader onderzoek vereist. D. Kan er een FKG voor zeldzame en dure aandoeningen ontwikkeld worden? 2 5/152
6 6. Zeldzame en dure aandoeningen komen niet in aanmerking voor opname in een FKG. De groepen zijn te klein en samen vormen ze een niet-homogene groep van verzekerden. E. Verbetert differentiatie van DDD (defined daily dose) grenswaarden het model? 7. Voor een aantal FKG s ( Schildklieraandoeningen, Psychose, Alzheimer & Verslaving, Depressie, Astma en Epilepsie ) zijn we nagegaan in hoeverre een aangepaste DDD-grenswaarde voor kinderen toegevoegde waarde heeft. Door het samenvoegen van de modelschatting voor polyfarmacie en deze aanpassing is het niet mogelijk om deze aanpassing te beoordelen. Naast de beantwoording van deze onderzoeksvragen hebben we ook gekeken naar de uitbreiding van de kosten met de kosten voor Verpleging en Verzorging (V&V) en daarbij het toevoegen van drie FKG s specifiek gericht op de kosten voor V&V aan het model. De deskundigen adviseren om deze FKG s voor V&V niet op te nemen. De groepen vormen geen adequate weergave van een chronische aandoening. Als gevolg van bovenstaande voorgestelde aanpassingen verbetert de verevenende werking van het risicovereveningsmodel op verschillende punten. Hiervoor hebben we 11 verschillende modellen met elkaar vergeleken. Het betreft de volgende modellen (zie tabel S1). In eerste instantie zijn alleen de modellen 1 t/m 5 geschat. Op basis van de daaruit vloeiende resultaten heeft VWS gevraagd om nog vier aanvullende modellen (modellen 6 t/m 9) te schatten, om een voorkeur uit te kunnen spreken voor een definitief model. 2 6/152
7 Tabel S1. Geschatte risicovereveningsmodel Model Kostenvariabele Aanpassingen Uitgangsmodel Basismodel: FKG1-FKG24 1 Somatische zorg Uitgansmodel met: Splitsing FKG neuropathische pijn Splitsing FKG aandoeningen van hersenen en ruggenmerg Uitbreiding FKG5a Toevoegen FKG Psoriasis Toevoegen FKG PAH Toevoegen FKG Trombo-embolische aandoeningen 2 Somatische zorg Model 1 met: Vervanging FKG Reuma door FKG auto-immuun (addon) Toevoegen FKG Kanker (add-on) Toevoegen FKG Groeihormonen 2a Somatische zorg Model 2 met: Exclusief FKG Trombo-embolische aandoeningen Uitbreiding van de FKG auto-immuunziekten 3 Somatische zorg Model 2 met: Vervanging DDD-grenzen bij 18- ers voor FKG FKG2, 3, 4, 9 en 11 FKG Polyfarmacie 4 Somatische zorg Zie model 3 + V&V 5 Somatische zorg + V&V Model 4 met 3 FKG s V&V: FKG o.b.v. desinfectanten, FKG o.b.v. urologica FKG o.b.v. middelen bij obstipatie 6 Somatische zorg Model 2a met: Vervanging DDD-grenzen bij 18- ers voor FKG FKG2, 3, 4, 9 en 11 7 Somatische zorg + V&V 8 Somatische zorg Model 6 met: GSM 9 Somatische zorg + V&V Model 7 met: GSM Model 2a met: Vervanging DDD-grenzen bij 18- ers voor FKG FKG2, 3, 4, 9 en 11 3 FKG s V&V Uit tabel S2a blijkt dat van de modellen met de somatische kosten model 3 de beste verevenende werking kent. In dit model is echter de FKG Polyfarmacie opgenomen, waarvoor de deskundigen adviseren om eerst vervolgonderzoek uit te voeren. Naast model 3 leiden ook de modellen 2, 2a, 6 en 8 tot een verbetering van de verevenende werking. Het weglaten van de FKG Trombo-embolische aandoeningen uit dit model (Model 2a) leidt niet tot een verslechtering van de verevenende werking. Het weglaten van de FKG Polyfarmacie in de modellen 6 en 8 zorgt voor een lichte verslechtering van de verevenende werking. 2 7/152
8 Tabel S2a. Resultaten verevenende werking modelschattingen (somatische kosten). Beoordelingsmaat Uitg. model Model 1 Model 2 Model 2a Model 3 Model 6 Model 8 Individueel niveau R-kwadraat, in % 22,5 22,7 25,0 25,0 25,1 25,0 25,0 GGAA, in per verz CPM, in % 24,8 24,9 26,5 26,6 26,8 26,6 26,6 Verklaarde scheefheid 66,5 66,6 67,5 67,5 67,7 67,6 68,0 (GINI), in % Verklaarde scheefheid 40,1 40,3 42,4 42,4 42,7 42,4 42,7 (THEIL), in % Subgroepniveau GGAA, in per verz Verzekeraar (26) R-kwadraat, in % 98,8 98,9 98,7 98,7 98,7 98,7 98,7 GGAA, in per verz. 25,0 24,8 25,7 25,7 25,2 25,7 25,6 Bandbreedte van het resultaat, in per verz. 212,6 211,1 216,5 215,2 204,6 214,8 212,1 Uit tabel S2b blijkt dat toevoegen van de drie FKG s voor de V&V (model 5 en opzichte van model 4) niet tot een substantiële verbetering van de verevenende werking van het model leidt. Tabel S2b. Resultaten verevenende werking modelschattingen (somatische kosten en kosten V&V). Beoordelingsmaat Model 3 Model 4 Model 5 Model 7 Model 9 (excl. V&V) (incl. V&V) (incl. V&V) (incl. V&V) (incl. V&V) Individueel niveau R-kwadraat, in % 25,1 27,5 27,5 27,4 27,4 GGAA, in per verz CPM, in % 26,8 28,0 28,1 27,9 27,9 Verklaarde scheefheid 67,7 71,0 71,1 71,1 71,1 (GINI), in % Verklaarde scheefheid 42,7 46,5 46,6 46,3 46,4 (THEIL), in % Subgroepniveau GGAA, in per verz. 569,4 678,5 677, Verzekeraar (26) R-kwadraat, in % 98,7 99,1 99,1 99,0 99,0 GGAA, in per verz. 25,2 24,8 25,4 26,6 26,6 Bandbreedte van het resultaat, in per verz. 204,6 227,6 226,3 234,0 233,6 In onderstaande alinea s geven we een korte beschrijving van het onderzoek dat uitgevoerd is om de vragen A tot en met E te kunnen beantwoorden en wat de onderzoeksresultaten zijn. 2 8/152
9 A. Aanpassingen aan de FKG-indeling De mogelijkheden voor aanpassingen aan de FKG-indeling hebben we zowel medisch inhoudelijk als empirisch onderzocht. Allereerst hebben we met een medisch inhoudelijke insteek onderzocht welke aanpassingen aan de FKG-systematiek gewenst zijn. De voorgestelde aanpassingen van de indeling komen voort uit ontwikkelingen in gebruik van geneesmiddelen en advies van medisch inhoudelijk deskundigen. Deze aanpassingen hebben we vervolgens empirisch getoetst. Naast de aanpak waarin de medische inhoud leidend is, hebben we ook een aanpak gevolgd waarin de mogelijkheden voor aanpassing van de FKG in eerste instantie empirisch zijn bepaald. Deze voorstellen zijn vervolgens medisch inhoudelijk beoordeeld. In de empirische analyse hebben we voor subgroepen van verzekerden de vervolg- en meerkosten in kaart gebracht. In plaats van een inhoudelijke keuze voor de te onderscheiden subgroepen hebben we de subgroepen van verzekerden op basis van medicijngebruik aan de hand van de hoogste gemiddelde en/of totale meerkosten geselecteerd. De medisch inhoudelijke aanpak resulteert in de volgende voorgestelde wijzigingen: Splitsing van de FKG Neuropathische pijn in Neuropathische pijn complex en Chronische pijn excl. opioïden. Hierbij hanteren we de restrictie dat verzekerden in de groep Neuropathische pijn complex niet ook in de groep Chronische pijn zonder opioïden ingedeeld kunnen worden. Splitsing van de FKG Aandoeningen aan de hersenen en ruggenmerg in MS en Overige aandoeningen aan de hersenen en ruggenmerg. Hierbij hanteren we de restrictie dat verzekerden in de FKG MS niet ook in de FKG Overige aandoeningen aan de hersenen en ruggenmerg ingedeeld kunnen worden. Toevoegen van de FKG Psoriasis Toevoegen van de FKG Pulmonale arteriële hypertensie (PAH) De aanpak, waarbij de empirische analyses uitgangspunt vormen, resulteert in de volgende wijziging. Toevoegen van de groep M01A aan de nieuw vormgegeven FKG Chronische pijn exclusief opioïden Naast dit voorstel zijn ook andere groepen gevonden waarvoor geldt dat deze groepen hoge meerkosten hebben. Deze groepen zijn echter om medisch inhoudelijke redenen dan alsnog niet toegevoegd: 2 9/152
10 B. Add-on geneesmiddelen We hebben geanalyseerd of we de verzekerden die add-on geneesmiddelen (geneesmiddelen van de lijst dure geneesmiddelen) gebruiken, kunnen identificeren, zodat we deze groepen verzekerden in een FKG kunnen opnemen. Dit betreft ook het gebruik van dure geneesmiddelen die niet overgeheveld zijn vanuit het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS), maar altijd al in de intramurale setting werden geleverd en sinds 2012 als add-on worden gedeclareerd. Verzekerden die op basis van add-on geneesmiddelen worden geïdentificeerd kunnen nauw verwant zijn aan de DBC s en daarmee aan het vereveningskenmerk Diagnose Kosten Groepen (DKG s). In dit onderzoek hebben we geanalyseerd of we verzekerden met add-on geneesmiddelen op basis van geneesmiddelengebruik en een chronische aandoening in een FKG kunnen indelen (klinische homogeniteit binnen een subgroep, afbakening op basis van minimale hoeveelheid medicijngebruik). Mogelijk kan deze groep verzekerden ook, en misschien zelfs beter, met een DKG worden gedefinieerd. In het Groot Onderhoud FKG zijn we niet op dit vraagstuk ingegaan. We adviseren om de volgende FKG s te baseren op de add-ons: De FKG Kanker op basis van add-ons (3 of meer declaraties) met de restrictie dat verzekerden in de FKG Kanker op basis van add-ons niet ook in de FKG Hormoongevoelige tumoren en de FKG Kanker op basis van GVS ingedeeld kunnen worden. De FKG Groeistoornissen vanaf modeldefinitie 2017 in de onderzoeksfase op basis van add-on gegevens. De FKG Auto-immuunziekten met de restrictie dat verzekerden niet ook in de FKG Reuma overige middelen, Psoriasis en Crohn/Colitis Ulcerosa ingedeeld kunnen worden. C. Polyfarmacie Verzekerden die meerdere geneesmiddelen gebruiken, hebben vaak hogere vervolgkosten. In het onderzoek hebben we ons gericht op de vraag of een FKG kan worden ontwikkeld voor polyfarmacie op basis van de multidisciplinaire richtlijn polyfarmacie o.a. van de NHG. Deze analyse hebben we uitgevoerd in plaats van de analyse of verzekerden met meerdere FKG s alternatieve compensatie behoeven. 2 10/152
11 Verzekerden worden ingedeeld in de FKG Polyfarmacie als zij vijf of meer verschillende chronische geneesmiddelen gebruiken 1. We adviseren om het kenmerk polyfarmacie in de huidige vormgeving niet op te nemen als FKG. Er is er onder de deskundigen geen consensus over de validiteit van het kenmerk polyfarmacie (in de huidige vormgeving) binnen de FKG-systematiek. Het kenmerk resulteert namelijk in een gelijke compensatie voor heel verschillende chronische en niet chronische aandoeningen. Ook neemt het kenmerk veel verklaringskracht over van de overige kenmerken. Wel geven de deskundigen aan dat het kenmerk polyfarmacie potentie heeft, mogelijk als vervanger van de GSM. Nader onderzoek naar de relevantie en de praktische invulling (bijvoorbeeld welke geneesmiddelen in de selectie voor polyfarmacie opgenomen worden) van het kenmerk dient gedaan te worden. In dit onderzoek moet ook aan bod komen wat de samenhang met overige vereveningskenmerken betreft. D. Zeldzame aandoeningen In een analyse naar zeldzame aandoeningen hebben we onderzocht welke groepen verzekerden op basis van medicijngebruik hoge gemiddelde meerkosten hebben. Uit deze analyse blijkt dat we verschillende groepen verzekerden op basis van medicijngebruik (ATC-5 niveau) kunnen onderscheiden met aanzienlijke gemiddelde meerkosten. De omvang van de groepen verzekerden is veelal relatief klein, waardoor deze groepen niet in aanmerking komen voor opname in een FKG. Daarbij geldt dat het medicijngebruik van de geselecteerde groepen geen indicator vormt voor een chronische aandoening. De overige onderscheiden groepen die wel een medisch inhoudelijke aandoening betreffen, zijn te klein om als individuele groep tot stabiele resultaten te leiden. Als gezamenlijke groep zijn ze niet voldoende homogeen om als FKG te kunnen worden opgenomen. De deskundigen geven aan dat de groepen met zeldzame aandoeningen op een andere wijze (bijvoorbeeld via een DKG of via een Hoge Risico Verevening (HRV), zie rapportage overcompensatie 2 ) gecompenseerd moeten worden, gezien de hoge vervolgkosten van deze subgroep. E. Aanpassen DDD grenswaarden De deskundigen hebben aangegeven dat het medisch inhoudelijk relevant is om de DDD grenswaarde voor kinderen te verlagen. We hebben in kaart gebracht of het verlagen van 1 Een geneesmiddel wordt chronisch gebruikt als aan een verzekerde minimaal drie keer per jaar hetzelfde geneesmiddel wordt verstrekt of als er minimaal één keer een hoeveelheid van een geneesmiddel wordt verstrekt voor een gebruiksduur van 90 dagen of meer. 2 Visser, J.S.; Stam, P.J.A. Het voorkomen van overcompensatie (SiRM), /152
12 de drempel op basis van de verevenende werking ook relevant is. We hebben de FKG s geselecteerd, waarin geneesmiddelen vallen die meer dan kinderen gebruiken en waar op basis van 180 DDD s minder dan 50% van de verzekerden die een geneesmiddel uit de FKG gebruiken, wordt ingedeeld. In een van de aanvullende modelschattingen zal worden nagegaan of het aanpassen van de DDD grenzen voor deze FKG s toegevoegde waarde heeft. Deze verlaging van de DDD grenzen is nu opgenomen in het model waaraan ook de FKG Polyfarmacie is toegevoegd, waardoor de effecten van deze aanpassing niet zichtbaar zijn. Aanbevelingen Naast de aanbevelingen om de FKG systematiek aan te passen op basis van de resultaten van dit onderzoek leidt onderhavig onderzoek tot de volgende aanbevelingen voor vervolgonderzoek: 1. Het kenmerk polyfarmacie heeft potentieel meerwaarde voor het risicovereveningsmodel voor de somatische zorg. Om het kenmerk in te kunnen voeren is echter vervolgonderzoek noodzakelijk, waarin een nadere duiding van de resultaten plaatsvindt. In dit onderzoek moet de samenhang met de overige kenmerken van de groep verzekerden die in de subgroep polyfarmacie wordt ingedeeld worden nagegaan. Op die manier kunnen de effecten in de wijzigingen van de normbedragen nader worden geduid. Mogelijk kan de subgroep polyfarmacie daarbij ook het kenmerk GSM vervangen. 2. De empirische analyses hebben relatief veel informatie opgeleverd. Tegelijkertijd leidt deze informatie niet of nauwelijks tot aanpassingen van de FKG-systematiek. Dat wordt met name veroorzaakt doordat in empirische analyses geen medisch homogene subgroepen zijn gevonden. De analyses zijn daarvoor mogelijk op een te hoog aggregatieniveau uitgevoerd. Het is van belang om bij een volgend groot onderhoud in een empirische analyse op ATC5 niveau na te gaan wat de verevenende werking is. De bespreking van een dergelijke analyse met deskundigen kost veel tijd. Voor deze bespreking zijn minimaal 2 aparte overleggen noodzakelijk. 3. Uit de voorstellen die we in de begeleidingscommissie hebben besproken, komt naar voren dat de deskundigen vooralsnog aanbevelen om een FKG voor Pulmonale Arteriële Hypertensie in te voeren. In deze FKG zijn minder verzekerden dan de vuistregel van verzekerdenjaren opgenomen, waardoor het risico bestaat dat deze subgroep instabiel is. De deskundigen verwachten hierbij dat de kosten voor deze subgroep relatief stabiel zullen zijn. Ook verwachten zij dat het aantal verzekerdenjaren in de komende periode verder zal toenemen. Desalniettemin is het raadzaam om de stabiliteit van de FKG Pulmonale Arteriële hypertensie in een volgend groot onderhoud nader te onderzoeken. 2 12/152
13 4. Uit de analyses is gebleken dat er verschillende groepen verzekerden met een zeldzame aandoening aanzienlijke meerkosten hebben. Deze subgroepen die we op basis van geneesmiddelengebruik kunnen onderscheiden- komen echter niet in aanmerking voor opname in een FKG. Als op zichzelf staande FKG is de omvang van de groepen te klein, waardoor de stabiliteit van de subgroep niet geborgd is. Als gezamenlijke FKG Zeldzame aandoeningen is de groep te inhomogeen om tot een adequate FKG te komen. In onderzoek zal moeten worden nagegaan op welke wijze voor deze groepen verzekerden met hoge meerkosten toch een adequate compensatie worden gegeven. Mogelijk kan dit door middel van indeling in een DKG of door middel van een systeem van Hoge Risicoverevening. 2 13/152
14 2 Inleiding 2.1 Aanleiding Met de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2006 opereren zorgverzekeraars als private ondernemingen op een concurrerende zorgverzekeringsmarkt. De zorgverzekeraars onderhandelen namens hun verzekerden met zorgaanbieders over de kosten en kwaliteit van de te leveren zorg. Verzekerden kunnen eens per jaar voor een andere zorgverzekeraar kiezen. Dit stemmen met de voeten zet zorgverzekeraars aan om zo goed als mogelijk in te spelen op de voorkeuren van hun verzekerden. Zorgverzekeraars zijn uit hoofde van de Zvw verplicht om verzekerden zorg aan te bieden voor alle zorg die valt binnen de dekking van de basisverzekering. Naast deze zorgplicht zijn zorgverzekeraars verplicht om iedereen te accepteren tegen een uniforme premie voor de basisverzekering. Zonder aanvullend overheidsbeleid ontstaat door deze acceptatieplicht en het verbod op premiedifferentiatie een prikkel tot risicoselectie. Deze prikkel brengt het gevaar met zich mee dat zorgverzekeraars onvoldoende zullen inspelen op de voorkeuren van verzekerden. Met het risicovereveningssysteem wordt beoogd om de prikkel tot risicoselectie weg te nemen. Hoe beter de risicoverevening is, des te kleiner is de prikkel tot risicoselectie en des te meer is sprake van een gelijk speelveld voor zorgverzekeraars. In dit onderzoek richten we ons op het ex-ante risicovereveningssysteem voor somatische zorg (SZ). In het onderzoek hebben we ook de mogelijkheden onderzocht om de FKGindeling van het GGZ model te verbeteren. De resultaten in deze analyses hebben we in een separate rapportage opgenomen. Het ex-ante risicovereveningssysteem voor SZ in 2015 is gebaseerd op onderstaande criteria; 1. Leeftijd 2. Geslacht 3. Aard van het inkomen (AVI) 4. Sociaal economische status (SES) 5. Regio 6. Meerjarige Hoge Kosten (MHK) 7. Diagnose Kosten Groepen (DKG s) 8. Farmacie Kosten Groepen (FKG s) 9. Hulpmiddelenkostengroepen (HKG) 10. Generieke Somatische Morbiditeit (GSM) 2 14/152
15 De FKG s maken sinds 2002 deel uit van het risicovereveningsmodel voor SZ. Voor het vereveningsmodel is het van belang dat periodiek onderhoud plaatsvindt op het vereveningscriterium FKG s. Dit onderzoek betreft een periodiek Groot Onderhoud en evalueert de aanpassingen die naar aanleiding van het Groot Onderhoud FKG s in 2011 (WOR 552) zijn doorgevoerd. In het Groot Onderhoud worden de FKG s van de risicovereveningsmodellen voor de SZ opnieuw beoordeeld. Het gaat in deze toets om zowel een medisch inhoudelijke beoordeling als een evaluatie in termen van hoogte en soort (voorspelbare) vervolgkosten en prikkelwerking. Nagegaan wordt of de homogeniteit in de groepen (en onderliggende geneesmiddelenclusters) nog voldoende is, of de restricties nog voldoen en of er veranderingen in protocollen zijn geweest. Een ander onderdeel van deze toets is dat we nagaan of de lijst met geneesmiddelen volledig is. Mogelijk zijn er nieuwe geneesmiddelen op de markt gekomen, die worden voorgeschreven voor vaker voorkomende (chronische) aandoeningen, waarvoor nog geen FKG is of zijn er nieuwe geneesmiddelen die toegevoegd zouden moeten worden aan bestaande FKG s. Tevens wordt in deze toets medisch inhoudelijk bezien of bepaald farmaciegebruik relevant is in het kader van de vanuit de AWBZ overgehevelde kosten en cliënten geriatrische revalidatiezorg en verpleging & verzorging. 2.2 Onderzoeksvragen Voor de risicovereveningsmodellen voor somatische zorg (SZ) is het van belang dat periodiek onderhoud plaatsvindt op het vereveningscriterium FKG s. Doel van het Groot Onderhoud FKG s is de toetsing of de huidige vormgeving van de FKG s in het somatische model en het model voor de geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg (gggz) nog steeds up-to-date is, of dat deze geactualiseerd moet worden. Het laatste Groot Onderhoud aan de FKG s heeft plaatsgevonden in De uitkomsten van dit onderzoek worden beschreven in het definitief onderzoeksrapport (WOR 552) en de bijbehorende oplegger (WOR 553). 2.3 Groot Onderhoud In dit onderzoek worden de bestaande FKG s opgeschoond of verder ontwikkeld. Indien de vormgeving van de FKG s verandert, dan moet het aangepaste vereveningscriterium FKG s getoetst worden aan de hand van het toetsingskader (WOR 461). Het gaat hier onder meer om de toetsingscriteria omtrent de hoogte van de daaraan gekoppelde meerkosten en de toegevoegde voorspellende waarde aan het model en prikkelwerking. 2 15/152
16 In het Groot Onderhoud hebben we twee aanvliegroutes gekozen. In de eerste aanvliegroute voeren we eerst een medisch inhoudelijke discussie over de wijzigingen die doorgevoerd zouden moeten worden. We vragen hiervoor aan inhoudelijke deskundigen welke aanpassingen en vernieuwingen in de FKG s doorgevoerd zouden moeten worden. In een vervolgstap stellen we voor de door deskundigen vastgestelde groepen vast wat de meerkosten en vervolgkosten zijn. Op basis van deze informatie vragen we de deskundigen om input of de voorgestelde aanpassingen ook doorgevoerd moeten worden. In de tweede aanvliegroute starten we met een empirische analyse van de vervolgkosten en meerkosten. We ordenen hiervoor het resultaat uit de risicoverevening van verzekerden die gebruik maken van specifieke geneesmiddelen. De groepen waarvoor de normkosten uit het risicovereveningsmodel het minst goed aansluiten bij de werkelijke kosten, leggen we voor aan de deskundigen. Vervolgens bepalen we medisch inhoudelijk met de deskundigen of de groepen duiden op een chronische aandoening en of het wellicht wenselijk is om deze groepen als FKG op te nemen in het risicovereveningsmodel. 2.4 Specifieke onderwerpen Groot O nderhoud Voor het Groot Onderhoud FKG s is, naast bovenstaande generieke probleemstelling, een aantal specifieke onderwerpen geïnventariseerd. Deze worden hieronder beschreven. 1. FKG Pulmonale arteriële hypertensie: onderdeel van onderzoek of aanpassingen aan FKG-indeling gewenst zijn Een groep patiënten met pulmonale arteriële hypertensie (PAH) heeft voorspelbaar hoge kosten. Deze groep verzekerden is goed herkenbaar op basis van een aantal geneesmiddelen. In het Groot Onderhoud is geconstateerd dat het nog niet mogelijk was om een FKG vorm te geven voor PAH, omdat de omvang van de betreffende groep nog te klein was. Door de deskundigen is aanbevolen deze patiëntenpopulatie te blijven volgen. In dit onderzoek moet daarom onderzocht worden of het mogelijk is om voor verzekerden met PAH een aparte FKG te maken. We hebben ervoor gekozen deze specifieke vraag mee te nemen in het onderdeel van het Groot Onderhoud, waarbij we onderzoeken of de huidige FKG-indeling nog up-to-date is of dat aanpassingen gewenst zijn (zie vorige paragraaf). 2. Dure geneesmiddelen Door de overheveling van dure geneesmiddelen (TNF-alfa-remmers, groeihormonen, oncolytica) van het geneesmiddelenkader (extramuraal) naar het ziekenhuiskader (intramuraal) in 2012 kunnen de daaraan gerelateerde aandoeningen (tijdelijk) niet meer genormeerd worden met FKG s op basis van extramurale farmaciedeclaraties. In dit Groot 2 16/152
17 Onderhoud onderzoeken we of, en zo ja hoe, deze verzekerden geïdentificeerd kunnen worden op basis van hun intramurale geneesmiddelengebruik (add-on s). Als blijkt dat deze verzekerden te identificeren zijn, dan moet op basis hiervan in dit onderzoek uitgezocht worden of, en zo ja hoe, de add-on s bij de FKG s ondergebracht kunnen worden. Bij het beantwoorden van deze onderzoeksvraag dient ook de in 2015 in het model opgenomen FKG Reuma: TNF-alfa-remmers te worden heroverwogen. 3. Compensatie verzekerden met meerdere FKG s (polyfarmacie) Verzekerden die tegelijkertijd meerdere geneesmiddelen gebruiken hebben vaak hoge vervolgkosten. We onderzoeken of verzekerden die op basis van de Multidisciplinaire richtlijn Polyfarmacie van onder andere het Nederlands huisartsengenootschap meerdere geneesmiddelen gebruiken onvoldoende worden verevend. 4. FKG voor zeldzame en dure aandoeningen Tijdens het Groot Onderhoud is geconstateerd dat er verschillende groepen verzekerden kunnen worden aangewezen, waarbij sprake is van specifiek geneesmiddelengebruik met hoge vervolgkosten. Voorbeelden hiervan zijn pulmonale arteriële hypertensie en bepaalde stofwisselingsziekten. Probleem hierbij is dat de omvang van deze groepen vaak te beperkt is om hiervoor een aparte FKG te definiëren. Door deskundigen is de suggestie gedaan om verschillende dure en zeldzame aandoeningen te combineren in een kostenhomogene verzamel-fkg. In het Groot Onderhoud moet de mogelijkheid bezien worden om een kostenhomogene verzamel-fkg te creëren voor zeldzame en dure aandoeningen. 5. Differentiatie DDD grenswaarden Zoals beschreven, wordt een verzekerde in beginsel bij een FKG ingedeeld wanneer hij of zij op jaarbasis meer dan 180 DDD s krijgt voorgeschreven van de geneesmiddelen behorend bij de betreffende FKG. Dit betekent dat verzekerden die geneesmiddelen gebruiken die bij verschillende FKG s horen, maar die per FKG niet ten minste 180 DDD s krijgen voorgeschreven niet in een FKG worden ingedeeld, terwijl zij mogelijk wel hogere vervolgkosten hebben. Ook wordt binnen de groep met meer dan 180 DDD s geen onderscheid gemaakt naar het aantal FKG s dat deze verzekerde heeft. Gevraagd wordt of differentiatie naar DDD s het model verbetert. De DDD grenswaarde voor kinderen kan alleen aangepast worden als dit medisch inhoudelijk relevant is. 2.5 Onderzoeksa anpak Het onderzoek is opgedeeld in vier fases, namelijk; 2 17/152
18 1. Dataverzameling en bewerking 2. Groot Onderhoud 3. Specifieke onderzoeksvragen 4. Schatten vereveningsmodel op basis van de voorgestelde wijzigingen. In de eerste fase worden de data verzameld en bewerkt. Hier wordt als startpunt het vereveningsmodel 2015 geschat op kosten De FKG s delen we in op basis van het Farmacie declaratiebestand 2011 (declaratiegegevens van geneesmiddelen-verstrekkingen uit 2011 aangeleverd door zorgverzekeraars aan ZIN). Normaal gesproken worden de geschatte normbedragen vergeleken met de normbedragen uit de Overall Toets 2015 (WOR 710) om vast te stellen of we vanuit dit model kunnen starten met de toets Groot Onderhoud. Aangezien het Overall Toets bestand nog op een aantal punten is gewijzigd, worden in dit onderzoek de modelschattingen naast de door IBMG aangeleverde gegevens gelegd. Op deze manier kan een juiste vergelijking gemaakt worden. Bij fase 2 wordt het Groot Onderhoud uitgevoerd en wordt op basis bespreking in de begeleidingscommissie (voor deelnemers zie bijlage 9.1 ) input geleverd voor mogelijke aanpassingen van de FKG s. In fase 3 gaan we in op de specifieke onderzoeksvragen. Ook hiervoor wordt om input gevraagd van de begeleidingscommissie om voorstellen te formuleren voor mogelijke aanpassingen van de betreffende FKG s. In fase 4 wordt, in samenspraak met de begeleidingscommissie, vastgesteld welke wijzigingen worden voorgesteld. Op basis hiervan wordt het vereveningsmodel opnieuw doorgerekend en worden de voorspelkracht en de verevende werking van het model bepaald. 2.6 Leeswijzer In hoofdstuk 3 worden de data en de databewerkingen beschreven die gedaan zijn in het kader van het onderzoek Groot Onderhoud FKG s Daarnaast wordt in dit hoofdstuk het startpunt bepaald voor het verdere onderzoek. Dit betreft zowel de indeling in FKG s als het schatten van het risicovereveningsmodel. Het Groot Onderhoud is gesplitst in twee delen. In hoofdstuk 4 gaan we in op de resultaten van de eerste aanvliegroute waarin als eerste stap een medisch inhoudelijke beoordeling plaatsvindt. Hoofdstuk 5 gaat in op de tweede aanvliegroute waarin als eerste stap de empirische analyse plaatsvindt. 2 18/152
19 Hoofdstuk 6 gaat in op de specifieke onderzoeksvragen binnen het Groot Onderhoud FKG s Hierbij wordt steeds zowel een medisch inhoudelijke beoordeling gegeven van de specifieke onderzoeksvraag als een verslag gegeven van de empirische analyse. Bij het verslag van de empirische analyses wordt inzicht gegeven in de prevalentie, de vervolgkosten, de normkosten en de spreidingsmaat. In hoofdstuk 7 wordt op basis van de aanpassingen die in hoofdstuk 4, 5 en 6 zijn voorgesteld het somatische risicovereveningsmodel geschat en beoordeeld op de verevende werking, normbedragen en de vervolgkosten. Het nieuwe model zal vergeleken worden met het huidige model. In hoofdstuk 8 beschrijven we de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. 2 19/152
20 3 Data 3.1 Data Voor het onderzoek zijn de volgende bestanden gebruikt: 1. Overall Toets bestand somatische zorg FAR bestand FKG ATC referentiebestand 2015 somatische zorg 4. Add-on declaratiegegevens 2012 en DDD-referentiebestand 2011 voor model 2015 somatische zorg 6. Aanvullend bestand ZIN betreffende klysma s 7. Z-index 2011 & Z-index 2013 deze zijn door ZIN opgenomen in het FAR bestand Overall Toets bestand somatische zorg 2015 Het Overall Toets bestand somatische zorg bevat alle variabelen om het risicovereveningsmodel te schatten. Het bevat per individuele verzekerde informatie over de zorgkosten uit 2012, uitgesplitst naar type zorg (de afhankelijke variabele in de modellen). Daarnaast zijn voor elke individuele verzekerde de volgende variabelen beschikbaar: Leeftijd op peildatum 30 juni 2012 Geslacht Aard van het Inkomen (AVI) 2012 Sociaal Economische Status (SES) 2012 Regiocriterium DKG s 2011 FKG s 2011 MHK HKG 2011 GSM Dit zijn de onafhankelijke variabelen (verklarende variabelen) in het risicovereveningsmodel. Per verzekerde is ook de verzekeraar bekend op basis van de 2 20/152
21 UZOVI code. Het OT 2015 bestand bestaat uit totaal records en verzekerdenjaren 3. FAR bestand 2011 Het FAR 2011 bestand is een bestand met gedetailleerde informatie over het medicijngebruik per verzekerde. Het bevat per voorschrift het soort medicijn (artikelnummer) en de voorgeschreven hoeveelheid. Het FAR 2011 bestand kan op individueel niveau gekoppeld worden met het OT 2015 bestand. Het FAR bestand 2011 bestaat uit records op receptniveau. In totaal bevat het FAR 2011 bestand receptregels. FKG ATC referentiebestand 2015 somatische zorg Het FKG ATC referentiebestand 2015 specificeert de FKG-indeling op ATC-niveau. Het betreft de FKG-indeling voor het model Per ATC-code is gedefinieerd in welke FKG deze thuishoort, en welke DDD-waarde naar toedieningsweg wordt gehanteerd. Add-on declaratiegegevens 2012 en 2013 Via Vektis zijn de add-on declaraties van het jaar 2012 en 2013 verstrekt op individueel niveau. In het bestand is onder andere de stofnaam, de hoeveelheid, het declaratiebedrag en de datum van verstrekking opgenomen per verzekerde. Deze gegevens zijn op individueel niveau te koppelen met het OT 2015 bestand. Op deze manier kunnen we verzekerden indelen op basis van het aantal receptregels en de toegediende hoeveelheid. DDD-referentiebestand 2011 voor model somatische zorg 2015 De DDD-factor 4 uit het FKG DDD referentiebestand wordt gebruikt om het aantal dagdoseringen per verzekerde per FKG te bepalen. Hiervoor vermenigvuldigen we de DDD-factor met de afgeleverde hoeveelheid van het geneesmiddel. Z-index 2011 & Z-index 2013 Er worden ook analyses uitgevoerd op geneesmiddelen die nog niet in de FKG-indeling zijn opgenomen. Voor de ATC-codes van de betreffende geneesmiddelen zijn de DDD s gebaseerd op de DDD-factor uit de Z-index lijst van We maken gebruik van de DDD- 3 Omdat niet alle verzekerden het gehele jaar bij dezelfde zorgverzekeraar ingeschreven staan, komen sommige verzekerden meerdere keren voor in het OT 2015 bestand. In de analyse wordt er gecorrigeerd naar verzekerdenjaren. 4 DDD = Daily Defined Dosis. Omdat de hoeveelheden in het FAR 2011 bestand in duizenden zijn weergegeven, is de DDD-factor uit het ZIN bestand gedeeld door Als in het ZIN bestand een DDDfactor van 1000 staat, is deze dus omgerekend naar een DDD-factor van 1. Om het aantal dagdoseringen te berekenen, is de afgeleverde hoeveelheid (in duizenden) vermenigvuldigd met de DDD-factor. 2 21/152
22 factor uit de Z-index, omdat het DDD-referentiebestand van ZIN alleen de ATC-codes bevat die zijn opgenomen in een FKG. Indien ontbrekend is deze aangevuld door ZIN. 3.2 Databewerkingen In Figuur 1 staat een schematische weergave voor het afleiden van de bestaande FKG s en voor het afleiden van nieuwe subgroepen op basis van geneesmiddelengebruik. In paragraaf 3.3 gaan we in op de stappen die gezet worden om de bestaande FKG s af te leiden. In hoofdstuk 4 bespreken we de nieuw te onderscheiden subgroepen. Figuur 1 Schematische weergave gebruikte bestanden voor het afleiden van de vervolg- en meerkosten per subgroep 3.3 Bestaande FKG s Afleiden bestaande FKG s Om de FKG-indeling te bepalen, worden in eerste instantie de receptregels uit het FAR 2011 verwijderd die niet tot het FKG ATC referentiebestand behoren. Vervolgens wordt voor iedere individuele verzekerde de dagdosering per FKG op basis van de DDD-referentietabel bepaald. De dagdoseringen worden berekend op basis van de afgeleverde hoeveelheid uit het FAR bestand en de DDD-factor uit het DDD-referentiebestand. In aanvulling op het FAR bestand hebben we voor de indeling van de FKG Crohn/ Colitis Ulcerosa gebruik gemaakt van een aanvullend DDD referentiebestand aangeleverd door ZIN, omdat er een afwijkende DDD factor voor een aantal geneesmiddelen (klysma s) 2 22/152
23 opgenomen is. De juiste DDD factor is aan het bestand gekoppeld, waardoor de FKGindeling adequaat nagebootst kan worden. Daarna worden de verzekerden in een FKG ingedeeld als er meer dan 180 DDD s van geneesmiddelen binnen de betreffende FKG op recept is afgeleverd. Voor de FKG kanker is de indeling bepaald op basis van het aantal receptregels. Verzekerden die drie of meer receptregels van geneesmiddelen binnen de FKG kanker gebruiken, worden in deze FKG ingedeeld. Op basis hiervan zijn de 24 FKG s bepaald, zoals die in het model 2015 zijn opgenomen. Voordat verzekerden definitief in een FKG worden ingedeeld, worden nog een aantal restricties toegepast. Restricties op de FKG s In dit model gelden de volgende restricties: 1. Verzekerden die zowel bij de FKG Diabetes type I als bij de FKG Diabetes type II worden ingedeeld worden alleen bij type I ingedeeld. 2. Verzekerden met FKG Diabetes type II worden ingedeeld bij FKG Diabetes type IIb indien zij niet bij de indicator Hypertensie worden ingedeeld. 3. Verzekerden met FKG Diabetes type II worden ingedeeld bij FKG Diabetes type IIa indien zij bij de indicator Hypertensie worden ingedeeld. 4. Verzekerden met FKG Diabetes I, FKG Diabetes IIa, FKG Diabetes IIb of FKG Hartaandoeningen kunnen niet bij FKG Hoog Cholesterol worden ingedeeld. 5. Verzekerden die binnen de FKG Psychose, Alzheimer en Verslaving vallen, kunnen niet ook in de FKG Depressie worden ingedeeld. 6. Verzekerden met de FKG COPD/Zware Astma kunnen niet binnen de FKG Astma worden ingedeeld. 7. Verzekerden die binnen de FKG Reuma: TNF-alfa-remmers vallen, kunnen niet ook binnen de FKG Reuma: overige middelen worden ingedeeld. Koppeling aan Overall Toets Het bestand met de uiteindelijke FKG-indeling wordt vervolgens op individueel verzekerdenniveau gekoppeld aan het OT 2015 bestand. 2 23/152
24 Van de 16.8 miljoen verzekerden in het OT-bestand kunnen 3.9 miljoen verzekerden met declaratiegegevens in het FAR 2011 bestand in een FKG ingedeeld worden (zie tabel 1). Van de 3.9 miljoen records met declaratiegegevens in het FAR 2011 bestand (die tot een FKG leiden) blijken verzekerden niet voor te komen in het OT 2015 bestand. Deze verzekerden zijn buiten de analyses gehouden. Van de 12,9 miljoen records die wel in het OT 2015 bestand voorkomen maar niet in het FAR 2011, heeft 99,98% volgens het OT bestand geen FKG toebedeeld gekregen. Dit aandeel van de verzekerden komt dus terecht niet voor in de selectie van het FAR 2011 bestand. De verzekerden die niet gekoppeld kunnen worden vanuit het FAR bestand, maar in het OT bestand wel in een FKG worden ingedeeld, worden op 105 verzekerdenjaren na, ingedeeld in de FKG Reuma: TNF alfaremmers, die gedeeltelijk op basis van de add-on declaraties wordt bepaald. Het aandeel verzekerden dat juist in een FKG wordt ingedeeld op basis van het farmaciebestand is hoger dan in het Groot Onderhoud in 2009 en Tijdens deze onderzoeken kon 5% van de verzekerden uit het FAR bestand niet aan het OT bestand worden gekoppeld. Tijdens deze onderzoeken werd van een afwijkend databestand (t.o.v. het gebruikte farmaciebestand voor het OT bestand) gebruik gemaakt. Tabel 1 Koppeling OT 2015 bestand en eigen FKG-indeling op basis van FAR 2011 (in aantal records) Gekoppeld a. in OT 2015 en FKG op basis van FAR 2011 b. in OT 2015 in FKG0, niet in FAR 2011 Niet gekoppeld a. niet in OT 2015, wel in FAR 2011 b. in OT 2015 in een FKG, niet in FAR 2011 o Behorend tot FKG Reuma: TNFalfaremmers o Behorend tot een van de andere FKG s # records % ,7% 22,9% 0,4% 0,01% Uitgangspunt analyses FAR Verwijderd uit analyse Uitgangspunt analyse Verwijderd uit analyse Daarnaast is er dit jaar voor het eerst gebruik gemaakt van de add-on declaraties om de indeling van de FKG Reuma: TNF alfaremmers voor het geneesmiddel Infliximab te bepalen. Infliximab werd in 2011 al in de intramurale setting toegediend, waardoor er vanuit het GVS geen informatie beschikbaar is voor het betreffende jaar. Aangezien de addon systematiek pas per 2012 is ingevoerd, zijn de gegevens van Infliximab gebruikers voor In 2012 worden in het OT 2015 bestand verzekerden in de FKG Reuma: TNF alfaremmers ingedeeld. Met uitzondering van 19 verzekerden, kunnen we deze groep verzekerden op basis van het add-on declaratiebestand en het FAR 2011 bestand in de FKG Reuma: TNF alfaremmers identificeren. 2 24/152
25 Tabel 2 Koppeling OT 2015 bestand en eigen indeling FKG 'Reuma: TNF-alfaremmers op basis van add-on declaraties en FAR bestand (in aantal records) # records Actie Gekoppeld c. in OT 2015 & Add-on bestand Uitgangspunt analyse Niet gekoppeld c. in OT 2015 in FKG 14 niet in Add-on bestand 19 Verwijderd uit analyse De indeling van individuen in FKG s volgens onze eigen indeling is vergeleken met de indeling, zoals vastgelegd in het OT 2015 bestand (WOR 709) 5. De verdeling van verzekerden in de FKG s op basis van het FAR 2011 en de add-on declaraties komen exact overeen met de FKG indeling op basis van WOR 709, zie tabel 3. Tabel 3 Vergelijking FKG indeling OT 2015 en FAR/Add-on declaratiebestanden FKG Omschrijving Indeling volgens FAR & Add-on 0 Geen FKG 82.03% 1 Glaucoom 0.85% 2 Schildklieraandoeningen 1.64% 3 Psychose, Alzheimer, verslaving 0.53% 4 Depressie 2.67% 5 Neuropathische pijn 0.38% 6 Hoog cholesterol 5.30% 7 Diabetes type II zonder hypert. 0.63% 8 COPD / zware astma 1.16% 9 Astma 2.16% 10 Diabetes type II met hypertensie 1.40% 11 Epilepsie 0.48% 12 van Crohn / Colitis Ulcerosa 0.20% 13 Hartaandoeningen 2.21% 14 TNF-alfaremmers 0.19% 15 Reuma 0.32% 16 Ziekte van Parkinson 0,14% 17 Diabetes type I 1,29% 18 Transplantaties 0,15% 19 Cystic F / Pancreas enzymen 0,04% 20 Hersenen / ruggenmerg aandoen. 0,07% 21 Kanker 0,09% 22 Hormoongevoelige tumoren 0,35% 23 HIV/ aids 0,08% 24 Nieraandoeningen 0,07% 5 WOR 709: Definitief eindrapport gegevensfase. (Van Vliet et al, 2014). 2 25/152
26 3.3.1 Nieuwe/aangepaste i ndeling FKG s Indeling nieuwe FKG s. Voor de voorgestelde nieuwe indelingen in FKG s kunnen we het ATC-referentiebestand en het DDD-referentiebestand niet gebruiken om de verzekerden in te delen in een FKG. Hiervoor gebruiken we de input van de deskundigen om vast te stellen welke ATC-codes mogelijk in een FKG kunnen worden ingedeeld. We gebruiken het bestand van de Z-index om af te leiden wat het aantal DDD s per verzekerde is. Indeling op basis van add-on s In dit deel van het onderzoek analyseren we of verzekerden via de add-on declaraties geïdentificeerd kunnen worden. We onderzoeken de add-on declaraties van verzekerden in de jaren 2012 en 2013 en bepalen of de gegevens gebruikt kunnen worden voor de indeling van verzekerden in een FKG. Hiertoe koppelen we de add-on declaraties uit 2012 en 2013 aan het Overall Toets bestand Op basis van de declaraties van add-on s delen we de verzekerden vervolgens in subgroepen in. Normaal gesproken gebruiken we gegevens over t-1 om af te leiden of een verzekerde in een FKG wordt ingedeeld. Door de overheveling van geneesmiddelen per 1 januari 2012 zijn deze gegevens voor 2011 niet beschikbaar. Om deze reden maken we gebruik van gegevens Het gebruik van deze gegevens betekent dat we de kosten van deze verzekerden in hetzelfde jaar als het kenmerk gebruiken. Aangezien het een kenmerk is voor gebruik van zorg, is het waarschijnlijk dat deze verzekerden ook hogere kosten maken. Om toch een inschatting te kunnen maken van de chroniciteit van de verzekerden, delen we alleen verzekerden in een subgroep in als voor deze verzekerden zowel in 2012 als in 2013 een add-on is gedeclareerd, indien dit medisch inhoudelijk relevant wordt geacht. Voor verzekerden voor wie zowel in 2012 als in 2013 een add-on gedeclareerd is, geldt dat de kosten in 2012 mogelijk ook een goede voorspelling geven voor de kosten in Immers voor deze verzekerden wordt dezelfde add-on in 2013 ook gedeclareerd. Aangezien de kosten voor de add-on over het algemeen het grootste deel van de kosten voor deze verzekerden uitmaken, geven de kosten in 2012 dan ook een goede inschatting voor de kosten in Voor de add-on s die pas in 2013 zijn overgeheveld, geven we de prevalentie weer voor de verzekerden, waarvoor een add-on gedeclareerd is in De kosten geven voor deze groep geen goede indruk voor de vervolgkosten en meerkosten. Immers de groep wordt gedefinieerd op basis van gegevens t+1 in plaats van t-1. We vergelijken het aantal 2 26/152
27 verzekerden dat de geneesmiddelen gebruikt in 2011 en 2013 om zo een indruk te krijgen of deze verzekerden op basis van de add-on geïdentificeerd kunnen worden. Daarnaast inventariseren we welk deel van de overgehevelde groep medicijnen in 2013 en 2014 en 2015 op de add-on lijst zijn geplaatst. Indien deze geneesmiddelen in 2011 en/of 2012 via het GVS werden gefinancierd, dan kunnen deze geneesmiddelen in de betreffende jaren via deze bron worden geïdentificeerd Berekening kosten Na de schatting van het risicovereveningsmodel 2015 zijn de kosten berekend voor personen met een FKG-indeling. In Tabel 4 presenteren we de kosten en normkosten voor personen met een FKG. We presenteren een aantal parameters, te weten: 1. Aantal verzekerdenjaren in een bepaalde FKG. 2. De gemiddelde kosten somatische zorg per FKG 3. De variatie coëfficiënt van de totale kosten. Deze geeft inzicht in de mate van spreiding binnen een subgroep in termen van variabele kosten somatische zorg. De variatie coëfficiënt is gelijk aan de standaard deviatie/gemiddelde. 4. De normkosten, zijnde de optelsom van de geschatte normbedragen van verzekerden in een subgroep. 5. De meerkosten, zijnde het verschil tussen de kosten somatische zorg en de voorspelde kosten. 6. De variatie coëfficiënt van de meerkosten. Deze geeft inzicht in de mate van spreiding binnen een FKG in termen van de meerkosten. De variatie coëfficiënt is gelijk aan de standaard deviatie/gemiddelde. Op basis van deze tabel rekenen we de wijzigingen in de FKG-indeling in het Groot Onderhoud 2014/2015 door. Deze tabel vormt daarmee het ijkpunt voor de wijzigingen van de FKG-indeling die in dit onderzoek worden doorgerekend. Het resultaat per FKG is niet gelijk aan 0, maar -5 euro. Dit verschil wordt verklaard door de in de risicoverevening gebruikelijke restrictie bij de schatting van de FKG-normbedragen. Deze bindende restrictie impliceert dat de normbedragen voor FKG s op macroniveau op dienen te tellen tot nul. Omdat de mogelijkheid bestaat dat verzekerden bij meer dan 1 FKG zijn ingedeeld, leidt de gehanteerde restrictie ertoe dat de normbedragen op macroniveau niet meer optellen tot nul, wat de gevonden verschillen tussen de normkosten en daadwerkelijke kosten verklaart. 2 27/152
28 3.4 Conclu sie Het risicovereveningsmodel 2015 is geschat op de beschikbare databestanden. Om de FKGindeling te bepalen, is het FAR 2011 bestand gebruikt. De FKG-indeling is gebaseerd op het FKG referentiebestand 2015 en het FKG DDD referentiebestand van het ZIN. Dit bestand bevat de meest recente DDD-factor per geneesmiddel. Het risicovereveningsmodel 2015 is geschat op het OT 2015 bestand, waarbij de FKG-indeling uit het OT 2015 bestand is vervangen door de FKG-indeling die uit het FAR 2011 bestand en de add-on declaraties is afgeleid. De normbedragen en prevalenties van de FKG s lijken consistent met eerdere schattingen en vormen het uitgangspunt voor de verdere analyses in dit onderzoek. Tabel 4 Verzekerdenjaren, vervolgkosten en resultaat van verzekerden per FKG FKG Omschrijving Aantal vz. jr. Gem. vervolgkosten Gem. normkosten Gem. resultaat CV meerkosten 0 Geen FKG ,29 1 Glaucoom ,02 2 Schildklieraandoening ,34 en 3 Psychose, Alzheimer, ,97 verslaving 4 Depressie ,37 5 Neuropathische pijn ,73 6 Hoog cholesterol ,31 7 Diabetes type II zonder ,14 hypertensie 8 COPD / zware astma ,64 9 Astma ,20 10 Diabetes type II met ,96 hypertensie 11 Epilepsie ,12 12 van Crohn / Colitis ,81 Ulcerosa 13 Hartaandoeningen ,85 14 TNF-alfaremmers ,62 15 Reuma ,80 16 Ziekte van Parkinson ,40 17 Diabetes type I ,73 18 Transplantaties ,79 19 Cystic F. / Pancreas ,36 enzymen 20 Hersenen / ,93 ruggenmerg aandoen. 21 Kanker ,58 22 Hormoongevoelige ,59 tumoren 23 HIV/ aids ,14 24 Nieraandoeningen , /152
Groot onderhoud FKG s 2011
1 Eindrapportage Groot onderhoud FKG s 2011 Dr. Piet Stam Dr. Lieke Boonen Dr. Jos van Loenhout SiRM Strategies in Regulated Markets Postbus 24355 3007 DJ Rotterdam Rotterdam, 3 mei 2011 Inhoudsopgave
Nadere informatieGedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's. Datum 29 april 2016 Status Definitief
Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's Datum 29 april 2016 Status Definitief DEFINITIEF Gedragseffecten verzekeraars vanwege FKG's 29 april 2016 Colofon Volgnummer 2016051029 Contactpersoon Afdeling
Nadere informatieBijlage : WOR adviezen
Bijlage : WOR adviezen Deze bijlage bevat de WOR adviezen met betrekking tot de onderzoeken die gedaan zijn in de periode najaar 2014 voorjaar 2015. Het betreft adviezen naar aanleiding van de volgende
Nadere informatieHet risicovereveningsmodel in de Zvw Werking en bijwerkingen
Het risicovereveningsmodel in de Zvw Werking en bijwerkingen Masterclass Nieuwe Zorg 3.0 20 april 2018 Even voorstellen Drs. René Goudriaan Heden Associate partner Equalis B.V. Associate partner SiRM Strategies
Nadere informatieBijlage bij brief Risicodragendheid zorgverzekeraars in 2016 WOR 750
Bijlage bij brief Risicodragendheid zorgverzekeraars in 2016 WOR 750 Betreft: Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2016 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening
Nadere informatieIns en Outs van de Risicoverevening. Dr. Richard van Kleef
Ins en Outs van de Risicoverevening Dr. Richard van Kleef vankleef@bmg.eur.nl Risicoverevening Wat? Waarom? Hoe? Wat betekent het voor u? Wat is risicoverevening? Het risicovereveningssysteem is onderdeel
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2015
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12203 4 mei 2015 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2015 De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,
Nadere informatieAl met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen in 2019.
WOR 931 Betreft: Aangepast advies aan de Minister voor Medische Zorg en Sport over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2019 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2016
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8944 17 februari 2016 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2016 De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2014
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28572 15 oktober 2013 Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2014 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet
Nadere informatieOndercompensatie van verzekerden met V&V-gebruik in het voorafgaande jaar
WWOR WOR 699 Ondercompensatie van verzekerden met V&V-gebruik in het voorafgaande jaar Eindrapportage Nils Ellwanger Maaike van Asselt Tom Everhardt Onderzoek voor het ministerie van Volksgezond, Welzijn
Nadere informatieOnderzoek risicoverevening 2018: Robuustheid eigen-risicomodel
WBR 787 Onderzoek risicoverevening 2018: Robuustheid eigen-risicomodel Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Definitieve eindrapportage,
Nadere informatieAl met al adviseert de WOR om alle drie de doorgerekende uitgangsmodellen toe te passen bij de risicoverevening voor 2018.
WOR 877 Betreft: Advies aan de Minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2018 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus 2017 1. Inleiding Voor u ligt
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 833 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 juni 2017 Betreft Risicoverevening 2018
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieBELEIDSREGELS VEREVENINGSBIJDRAGE ZORGVERZEKERING 2011. Het College voor zorgverzekeringen,
BELEIDSREGELS VEREVENINGSBIJDRAGE ZORGVERZEKERING 2011 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet op de artikelen 32, vijfde lid en 34, vierde lid van de Zorgverzekeringswet, Hoofdstuk 3 van het Besluit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregels Vereveningsbijdrage Zorgverzekering 2011
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2928 18 februari 2011 Beleidsregels Vereveningsbijdrage Zorgverzekering 2011 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet
Nadere informatieVerantwoording Verzekerdenraming 2016 (definitieve versie) Datum 16 oktober 2015 Status definitief
Verantwoording Verzekerdenraming 2016 (definitieve versie) Datum 16 oktober 2015 Status definitief Colofon Volgnummer Contactpersoon Afdeling Team 2015110391, definitieve opzet H.P.W.A. Creusen +31 (0)20
Nadere informatieGelezen de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2009 Z/F-2958947
BELEIDSREGELS VEREVENINGSBIJDRAGE ZORGVERZEKERING 2010 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet op de artikelen 32, vijfde lid, 34 en 96 van de Zorgverzekeringswet en Hoofdstuk 3 van het Besluit zorgverzekering,
Nadere informatieWOR 731. Risicoverevening. Vormgeving van ex ante en ex post verevening V&V-kosten
WOR 731 Risicoverevening Vormgeving van ex ante en ex post verevening V&V-kosten Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie
Nadere informatieLeeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit in het vereveningsmodel voor de variabele zorgkosten
Milliman Definitief rapport WOR 733 Milliman Onderzoek leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit in het vereveningsmodel voor de variabele zorgkosten DEFINITIEF RAPPORT Leeftijdsafhankelijke (co)morbiditeit
Nadere informatieAanpassen DKG s psychische aandoeningen voor de risicoverevening
Aanpassen DKG s psychische aandoeningen voor de risicoverevening Eindrapportage WOR 945 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl
Nadere informatieMeerwerk Onderzoek risicoverevening
WOR 796 Meerwerk Onderzoek risicoverevening GGZ (iggz t-1) rapportnr. 1449 7 juni 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen Meerwerk
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 15003 6 oktober 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2009, nr. Z/F-2958935,
Nadere informatieBijlage 1 Resultaten onderzoeken risicoverevening
Bijlage 1 Resultaten onderzoeken risicoverevening In deze bijlage ga ik in op de resultaten van de onderzoeken die zijn uitgevoerd in de periode 2016-2017. Daarbij houd ik de volgorde en speerpunten aan
Nadere informatieWOR 899. Eindrapportage Groot Onderhoud FKG s. Den Haag, 15 maart 2018
WOR 899 Eindrapportage Groot Onderhoud FKG s Den Haag, 15 maart 2018 Drs. Johan Visser Dr. Sonja Boas Dr. ir. Paul van Drunen Dr. Marloes Olde Nordkamp Dr. Piet Stam Equalis Strategy & Modeling b.v Nieuwe
Nadere informatieGroot onderhoud FKG s
Groot onderhoud FKG s Amsterdam, april 2009 In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Groot onderhoud FKG's Caren Tempelman Lucy Kok J. Peter Hop Roetersstraat 29-1018 WB Amsterdam
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVerbetering van het kenmerk MHK
Verbetering van het kenmerk MHK Eindrapportage WOR 883 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Volksgezondheid,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieRisicoverevening geneeskundige GGZ
Risicoverevening geneeskundige GGZ Verbetering model voor EPA-doelgroep en Meerjarig Hoge Kosten Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl
Nadere informatieCompensatie verplicht eigen risico
Compensatie verplicht eigen risico 2011 In dit document vindt u de antwoorden op 26 vragen over de compensatie eigen risico 2011 (bijgewerkt tot 25 augustus 2011) 1. Wanneer kom ik in aanmerking voor compensatie
Nadere informatieWOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 708
WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 708 Van Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2015 Datum september
Nadere informatieOnderzoek: Hoe werkt de risicoverevening voor verzekerden met diabetes, COPD/astma en hart- en vaatziekten?
WOR 887 Herclassificatie chronisch zieken Onderzoek: Hoe werkt de risicoverevening voor verzekerden met diabetes, COPD/astma en hart- en vaatziekten? Auteur: Drs. T (Tijs) van Gorp, Drs. A. (Ilja) Smits
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39697 4 december 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 november 2015, kenmerk 839984-141498-Z,
Nadere informatieWOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 536
WOR-advies en verslag van werkzaamheden WOR 536 Van Werkgroep Onderzoek Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van de risicoverevening 2011 Datum 22 september
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 1 september 2015 brief risicodragendheid 2016.
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieHoogopgeleiden jaar in de risicoverevening
Hoogopgeleiden 35-44 jaar in de risicoverevening Amsterdam, december 2016 In opdracht van het ministerie van VWS Hoogopgeleiden 35-44 jaar in de risicoverevening WOR 824 Marloes Lammers Lennart Kroon
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 december 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieOnderzoek risicoverevening 2016: Berekening Normbedragen
WOR 749 Onderzoek risicoverevening 2016: Berekening Normbedragen Onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 30 september 2015
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 644 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieToetsing van de werking van het risicovereveningssysteem en representativiteit van de beslisinformatie. 17 Augustus 2018
Toetsing van de werking van het risicovereveningssysteem en representativiteit van de beslisinformatie 17 Augustus 2018 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),
Nadere informatieINFORMATIE 2011. Compensatie eigen risico 2011
INFORMATIE 2011 Compensatie eigen risico 2011 Voor wie is deze folder? Iedere verzekerde van 18 jaar en ouder betaalt vanaf 1 januari 2008 een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering. Heeft u hoge
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3547 9 februari 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 15 januari 2015, kenmerk 700539-130993-Z,
Nadere informatieBeschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet
Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelen van de risicoverevening 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Wegnemen van prikkels voor risicoselectie 4
Nadere informatieMet deze brief informeer ik u over de vormgeving van de ex ante vereveningsmodellen 2015 en de voorgenomen inzet van ex post compensaties 2015.
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatie2018 Onderzoek splitsing verzekerdenbestand
2018 Onderzoek splitsing verzekerdenbestand WOR 948 Ex ante risicovereveningsmodel voor de Z 17 december 2018 1 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 6 2 Onderzoeksopzet 9 3 Data-analyse 11
Nadere informatie1 Definitief eindrapport
1 Definitief eindrapport Voorspelling extramurale Verpleging en Verzorging 3.0 Choose Steef Baeten an item. Choose Sonja an Boas item. Gabriëlle Choose an Mazzola item. Choose Piet Stam an item. Choose
Nadere informatieOnderzoek risicoverevening 2015: berekening normbedragen
WOR 711 Onderzoek risicoverevening 2015: berekening normbedragen Onderzoek voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam risicoverevening * Eindrapportage, 24 september 2014
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26839 30 september 2013 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20 september 2013, kenmerk
Nadere informatie2. Kan de minister toelichten waarom er gekozen is voor een verbetering van de bestaande vereveningskenmerken?
Beantwoording schriftelijke vragen bij de brieven Aanbieding ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit Zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2016 (Kamerstuk
Nadere informatieVanaf 2008 betaalt u een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering. Dit geldt voor iedereen van 18 jaar en ouder. Compensatie eigen risico 2012
Compensatie eigen risico 2012 Vanaf 2008 betaalt u een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering. Dit geldt voor iedereen van 18 jaar en ouder. Door de regeling Compensatie eigen risico kunt u in
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32223 7 oktober 2015 Concept voor de Regeling Risicoverevening 2016 ter zake van de vereveningsbijdrage voor Zorgverzekeraars
Nadere informatieINFORMATIE 2010. Compensatie eigen risico 2010
INFORMATIE 2010 Compensatie eigen risico 2010 Wat doet het CAK? Het CAK verzorgt het uitbetalen van de Compensatie eigen risico. Ook berekent en factureert het CAK de eigen bijdrage voor Zorg met Verblijf,
Nadere informatieVerbetering risicovereveningsmodel
WOR 800 Verbetering risicovereveningsmodel GGZ 2017: toevoeging ZVZ rapportnr. 1470 27 mei 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen
Nadere informatieOnderzoek risicoverevening 2018: uitbreiding vereveningsmodellen 2017 geschat op data van 2014 (pre-ot)
WOR 859 Onderzoek risicoverevening 2018: uitbreiding vereveningsmodellen 2017 geschat op data van 2014 (pre-ot) Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ibmg-projectteam
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 56601 9 oktober 2017 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2017, kenmerk 1224864-167311-Z,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 50466 27 september 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 september 2016, kenmerk
Nadere informatieBijlage 2: WOR-adviezen
Bijlage 2: WOR-adviezen Deze bijlage bevat de adviezen van de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening over de onderzoeken die gedaan zijn in de periode najaar 2015 voorjaar 2016. Het betreft adviezen naar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 1016 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieNiet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten
Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten Amsterdam, juni 2018 In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Niet-ingezetenen en indeling in meerjarig hoge kosten WOR
Nadere informatieBeschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet
Beschrijving van het risicovereveningssysteem van de Zorgverzekeringswet Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelen van de risicoverevening 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Wegnemen van prikkels voor risicoselectie 4
Nadere informatieCompensatie verplicht eigen risico 2009
Compensatie verplicht eigen risico 2009 In dit document staan antwoorden op 30 vragen over de compensatie eigen risico 2009 (bijgewerkt tot 21 september 2009) 1. Wanneer kom ik in aanmerking voor compensatie
Nadere informatiehoudende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2018
Besluit van houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage over het jaar 2018 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2017,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 529 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieOnderzoek risicoverevening 2016: uitbreiding vereveningsmodel 2015 voor variabele zorgkosten inclusief V&V op data 2012 (pre-ot)
WOR 738 Onderzoek risicoverevening 2016: uitbreiding vereveningsmodel 2015 voor variabele zorgkosten inclusief V&V op data 2012 (pre-ot) Onderzoek ten behoeve van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 15719 21 oktober 2009 Vierde wijziging Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2006 Het College voor
Nadere informatieGezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van PM 2010, Z/F-3009247;
Besluit van houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met actualisatie van de regels over de vaststelling van de vereveningsbijdrage Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,
Nadere informatieEen verkenning van de toegevoegde waarde van GGZ intakegegevens in het risicovereveningsmodel voor de geneeskundige GGZ
1 Een verkenning van de toegevoegde waarde van GGZ intakegegevens in het risicovereveningsmodel voor de geneeskundige GGZ Drs. Johan Visser Dr. Piet Stam SiRM Strategies in Regulated Markets Postbus 24355
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23098 21 december 2011 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2011, nr. Z/F-3096189,
Nadere informatieEen analyse van de vereveningsresultaten van geïndiceerde AWBZ-cliënten in de Zorgverzekeringswet
Een analyse van de vereveningsresultaten van geïndiceerde AWBZ-cliënten in de Zorgverzekeringswet Eindrapportage J.H. Thiel M. M. van Asselt R. Goudriaan Onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS
Nadere informatieWOR-advies Bijlage 1
WOR-advies Bijlage 1 Van Werkgroep Onderzoek Risicoverevening (WOR) Betreft Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van de risicoverevening 2010 Datum 3 september 2009 1 Inleiding Voor u ligt
Nadere informatieWOR Inleiding
WOR 815 Betreft: Advies aan de minister van VWS over de vormgeving van het ex ante vereveningsmodel 2017 Van: Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) Datum: augustus 2016 1. Inleiding Voor u ligt
Nadere informatiebeoordelingskader zorgvraagzwaarte
1 beoordelingskader zorgvraagzwaarte In dit document geven we een beoordelingskader voor de beoordeling van de zorgvraagzwaarte-indicator. Dit beoordelingskader is gebaseerd op de resultaten van de besprekingen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26386 20 december 2012 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 11 december 2012, Z-3145784,
Nadere informatieOntwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2015
Ontwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de vereveningsbijdrage voor het kalenderjaar 2015 Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Nadere informatieDatum 16 juni 2015 Betreft Risicoverevening 2016: verbetering compensatie chronisch zieken
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 2655 30 december 2008 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 december 2008, nr. Z/F-2899922,
Nadere informatieContractvormen in de curatieve GGZ
1 Contractvormen in de curatieve GGZ Drs. Marja Appelman Jan Sonneveld, MSc Drs. Johan Visser Mr. Mirjam de Bruin SiRM Strategies in Regulated Markets Nieuwe Uitleg 24 2514 BR Den Haag Den Haag, 26 februari
Nadere informatieVormgeving Hulpmiddelen Kosten Groepen WOR 631
Vormgeving Hulpmiddelen Kosten Groepen WOR 631 Onderzoek voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Dr. R.C.J.A. van Vliet 1 Dr. R.C. van Kleef Drs. E.M. van Rooijen Instituut Beleid
Nadere informatieNieuwe SiRM Strategies Uitleg 24 in Regulated Markets B.V.
1 Definitief rapportage Onverklaarde (regionale) variatie WOR 821 Drs. Choose Johan Visser item. Gabriëlle Choose Mazzola, an item. BSc. Dr. Choose Ir. Paul van item. Drunen Jori Hoendervanger, Choose
Nadere informatieVerbetering risicoverevening voor de GGZ (ZVZ t-1 en iggz t-1)
WOR 772 Verbetering risicoverevening voor de GGZ (ZVZ t-1 en iggz t-1) rapportnr. 1420 18 februari 2016 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie Zorgverzekeringen
Nadere informatieHuisartsenzorg in de risicoverevening
Huisartsenzorg in de risicoverevening Onderzoek naar een mogelijk kenmerk Eindrapportage Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 645 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 7 september 2015 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieINFORMATIE COMPENSATIE EIGEN RISICO. Compensatie eigen risico 2008
INFORMATIE COMPENSATIE EIGEN RISICO Compensatie eigen risico 2008 Compensatie eigen risico > Elke verzekerde van 18 jaar en ouder betaalt vanaf 1 januari 2008 een verplicht eigen risico van maximaal 150,-
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 810 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVoorspelbaar extreem. rapportnr mei WOR 865 Definitief Eindrapport
Voorspelbaar extreem hoge kosten GGZ rapportnr. 1569 31 mei 2017 WOR 865 Definitief Eindrapport Voorspelbaar extreem hoge kosten GGZ WOR 865 Maartje Gielen Maaike van Asselt Nils Ellwanger Onderzoek in
Nadere informatieCompensatie eigen risico is nog onbekend
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U
Nadere informatieWijziging Regeling zorgverzekering ter zake van de vereveningsbijdrage
VWS Wijziging Regeling zorgverzekering ter zake van de vereveningsbijdrage Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 september 2008, nr. Z/F-2879821, houdende wijziging van
Nadere informatieOp welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?
Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Wie doet wat in de bekostiging, verstrekking, financiering en het pakketbeheer van specialistische en? Hoe kan een specialistisch worden bekostigd?
Nadere informatieVerantwoording Verzekerdenraming Datum 3 oktober 2018 Status Definitief
Verantwoording Verzekerdenraming 2019 Datum 3 oktober 2018 Status Definitief Colofon Volgnummer 2018031271 Contactpersoon H.P.W.A. Creusen +31 (0)6 512 455 39 Afdeling Team Fondsen Risicoverevening, Beheerskosten
Nadere informatieRegeling Beleidsregels Vereveningsbijdrage Zorgverzekering 2008
CZ Regeling Beleidsregels Vereveningsbijdrage Zorgverzekering 2008 Het College voor zorgverzekeringen, Gelet op de artikelen 32, 33 en 34 van de Zorgverzekeringswet en Hoofdstuk 3 van het Besluit zorgverzekering
Nadere informatieNaast gelijk speelveld ook gelijke risico s Pas prioriteiten en randvoorwaarden aan
Naast gelijk speelveld ook gelijke risico s Pas prioriteiten en randvoorwaarden aan 1. Inleiding Coöperatie VGZ (VGZ) is een groot voorstander van een discussie, waarin reflectie plaatsvindt op de doelen
Nadere informatieWijziging van de Regeling zorgverzekering ter zake van de vereveningsbijdrage voor zorgverzekeraars in het jaar 2008
VWS Wijziging van de Regeling zorgverzekering ter zake van de vereveningsbijdrage voor zorgverzekeraars in het jaar 2008 Herplaatsing In de Staatscourant van 3 oktober 2007, nr. 191, is op pagina 9 tot
Nadere informatieEen innovatieve schattingsmethode voor de risicoverevening
Een innovatieve schattingsmethode voor de risicoverevening Verkennend onderzoek naar mogelijkheden en effecten van constrained regression Eindrapportage, 1 juni 2015 Dit onderzoek is financieel mede mogelijk
Nadere informatieDefinitief. Groot onderhoud. Sociaal economische Status (SES), Aard van Inkomen (AvI) en Personen per adres (PPA) WOR 743.
1 Definitief Groot onderhoud Sociaal economische Status (SES), Aard van Inkomen (AvI) en Personen per adres (PPA) WOR 743 Drs. Johan Visser Jori Hoendervanger (MSc) Dr. Paul van Drunen Dr. Piet Stam SiRM
Nadere informatie2011 Kwantitatieve analyse van het risicovereveningssysteem
2011 Kwantitatieve analyse van het risicovereveningssysteem Publiekssamenvatting Somatische zorg, gggz en Eigen Risico 24 februari 2017 Inleiding Met het in 2006 ingevoerde zorgstelsel is de financiering
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 186 120 25 25september 2008 Wijziging Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2008 1 Het College
Nadere informatieKwaliteit risicoverevening
Kwaliteit risicoverevening bijdrage AG aan fundamentele discussie vanuit actuarieel perspectief Kring Zorg Bijeenkomst 9 mei 2016 Agenda 1 Introductie 2 Adequaatheid 3 Volledigheid 3 Discussie Introductie
Nadere informatie