PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 mei 2003 (13.05) (OR. en) 6801/03 ADD 1 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0100 (CNS) LIMITE

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 mei 2003 (13.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0100 (CNS) PUBLIC 6801/03 ADD 1 REV 1 LIMITE STAT 20 FIN 90 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP nr. Comv.: 8456/02 STAT 18 FIN 158 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen (herziening van het statuut) "Overige bepalingen" A. Wijzigingsvoorstellen die zijn overgenomen tijdens het Coreper van Bijlage I: wijzigingsvoorstel - artikel 1 sexies Bijlage II: wijzigingsvoorstellen - artikelen 1 ter en 1 bis Bijlage III: wijzigingsvoorstel - artikel 50 Bijlage IV: wijzigingsvoorstel - artikel 56 B. Door het Coreper over te nemen voorstellen Bijlage V: Voorstel artikelen 10 en 10 ter Bijlage VI: Voorstel artikel 1 quinquies Bijlage VII: Voorstel bijlage X (bepalingen voor ambtenaren die zijn tewerkgesteld in een derde land) Bijlage VIII: Voorstel RAP Bijlage IX: Voorstel artikelen 17 en 17 bis Bijlage X: Voorstel artikel 22 bis Bijlage XI: Voorstel bijlage III, artikel 3 Bijlage XII: Voorstel bijlage IX, artikel 12 (hernummerd 9 bis). 1 DK: voorbehoud voor behandeling door het Parlement. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 1 DG A NL

2 BIJLAGE I Ontwerp-artikel 1 sexies 1. De ambtenaar in actieve dienst heeft aanspraak op sociale maatregelen van de instellingen en op diensten die worden verstrekt door de in artikel 9 bedoelde organen van sociale aard. De gewezen ambtenaar kan aanspraak hebben op bepaalde sociale maatregelen. 2. De ambtenaar in actieve dienst heeft recht op arbeidsvoorwaarden die voldoen aan passende gezondheids- en veiligheidsnormen, welke gelijkwaardig zijn aan de in de betrokken lidstaat geldende eisen. 3. De overeenkomstig dit artikel vastgestelde sociale maatregelen worden door elke instelling, in nauw overleg met het personeelscomité, uitgevoerd aan de hand van een meerjarenplanning. Deze planning wordt jaarlijks in het kader van de begrotingsprocedure aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 2 BIJLAGE I DG A NL

3 BIJLAGE II Het vijfde streepje van ontwerp-artikel 1 ter wordt geschrapt. Aan ontwerp-artikel 1 bis wordt de volgende zin toegevoegd: "Deze definitie geldt ook voor degenen die zijn aangesteld door de organen van de Gemeenschap waarop dit statuut van toepassing is krachtens de besluiten waarbij zij zijn opgericht (hierna te noemen "de organen")". 1 1 L: voorbehoud. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 3 BIJLAGE II DG A NL

4 BIJLAGE III Ontwerp-artikel 50 De hogere ambtenaar in de zin van artikel 29, lid 2, kan bij besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag om redenen van dienstbelang van zijn ambt worden ontheven. Deze ontheffing heeft niet het karakter van een tuchtrechtelijke maatregel. De ambtenaar die aldus van zijn ambt wordt ontheven en niet wordt tewerkgesteld in een ander ambt dat met zijn rang overeenkomt, geniet een overeenkomstig bijlage IV berekende vergoeding. Inkomsten die de betrokkene in zijn nieuwe werkkring gedurende dit tijdvak geniet, worden in mindering gebracht op de in de vorige alinea bedoelde vergoeding, voorzover zij tezamen met deze vergoeding meer bedragen dan de laatste totale bezoldiging van de ambtenaar, vastgesteld op de grondslag van de salarisschaal die van toepassing is op de eerste dag van de maand waarover de vergoeding moet worden vastgesteld. Artikel 41, lid 3, vijfde tot en met negende alinea, is van toepassing. Na afloop van het tijdvak waarin de ambtenaar recht had op deze vergoeding, verkrijgt hij, mits hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, recht op pensioen, zonder dat de in artikel 8 van bijlage VIII bedoelde verlaging wordt toegepast. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 4 BIJLAGE III DG A NL

5 BIJLAGE IV Ontwerp-artikel 56 1 De ambtenaar kan slechts in dringende gevallen of bij buitengewone toevloed van werk worden verplicht tot het verrichten van overwerk; machtiging voor arbeid gedurende de nacht of op zon- en feestdagen kan slechts worden verleend volgens de door het tot aanstelling bevoegde gezag vastgestelde procedure. Het totale aantal aan een ambtenaar opgedragen overuren mag in geen geval meer zijn dan 150 per periode van zes maanden. Overuren welke door ambtenaren van functiegroep AD en de rangen 5 tot en met 11 van functiegroep AST worden verricht, geven geen recht op compensatie of beloning. De door de ambtenaren van de rangen AST 1 tot en met AST 4 verrichte overuren geven overeenkomstig de bepalingen van bijlage VI recht op compensatie in vrije tijd of, indien het belang van de dienst niet toestaat compensatie te verlenen in de maand volgende op die waarin de overuren werden verricht, op beloning. 1 Onder voorbehoud van overgangsbepalingen zal de uitbetaling van overuren worden beperkt zoals omschreven in dit ontwerp. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 5 BIJLAGE IV DG A NL

6 BIJLAGE V Voorstel artikel 10 1 Er wordt een Comité voor het statuut ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de instellingen van de Gemeenschappen en een gelijk aantal vertegenwoordigers van hun personeelscomités. De organen zijn gezamenlijk vertegenwoordigd, volgens de regels die door hen en de Commissie zijn overeengekomen. De procedure voor de benoeming van de leden van het Comité voor het statuut wordt in gemeenschappelijk overleg door de instellingen vastgesteld. Het comité wordt door de Commissie geraadpleegd over ieder voorstel tot herziening van het statuut; het brengt advies uit binnen de door de Commissie gestelde termijn. Behalve de taken die het krachtens het statuut verricht, kan het comité zelf voorstellen tot herziening van het statuut doen. Het comité komt bijeen op verzoek van de voorzitter, een instelling of het personeelscomité van een instelling. De notulen van de vergaderingen van het comité worden aan de aangewezen instanties toegezonden. Voorstel artikel 10 ter 1 De in artikel 24 ter bedoelde vak- en beroepsorganisaties handelen in het algemeen belang van het personeel, onverminderd de bevoegdheden van de personeelscomités. Over de in artikel 10 bedoelde Commissievoorstellen kan met de vakorganisaties overleg worden gevoerd volgens de door de Commissie na onderhandelingen vastgestelde regels. 1 De Commissie blijft bij haar voorstel en adviseert deze artikelen in het "comité van overleg" te bespreken. De delegaties van DK, I, NL, A, FIN en S handhaven voorbehouden en willen de huidige tekst van het statuut behouden. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 6 BIJLAGE V DG A NL

7 BIJLAGE VI Voorstel artikel 1 quinquies a) artikel 1 quinquies, lid 1, tweede zin, en bijlage VII, artikel 1, lid 2, onder c) Het voorbehoud van Griekenland en Italië bij de gelijkschakeling van partnerschappen buiten het huwelijk met het huwelijk, waardoor aan de partner van de ambtenaar statutaire rechten kunnen worden verleend, wordt gehandhaafd. Ook Finland blijft bij zijn voorbehoud en steunt in dit verband het amendement van het Europees Parlement. Spanje handhaaft zijn voorbehoud bij de bepaling dat "een officieel document wordt overgelegd dat door een lidstaat van de Europese Unie als zodanig is erkend en waaruit het geregistreerde partnerschap blijkt" 1. b) Voorstel artikel 1 quinquies (psychisch geweld en seksuele intimidatie) Ambtenaren die slachtoffer of getuige zijn, worden door de instelling op geen enkele manier benadeeld, op voorwaarde dat zij eerlijk gehandeld hebben. 1 E zal hierover een schriftelijk voorstel indienen. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 7 BIJLAGE VI DG A NL

8 BIJLAGE VII PRO MEMORIE bijlage X (bepalingen voor ambtenaren die zijn tewerkgesteld in een derde land) Het voorzitterschap is van oordeel dat verscheidene bepalingen van bijlage X deel uitmaken van de "onderhandelingen over de afzonderlijke onderdelen van het bezoldigingspakket", waarvan sprake in de richtsnoeren die de Raad op 19 maart heeft goedgekeurd. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 8 BIJLAGE VII DG A NL

9 Voorstel RAP BIJLAGE VIII Het Commissievoorstel betreffende arbeidscontractanten is aanvaardbaar, mits de volgende wijzigingen worden aangebracht: De maximale contractduur voor tijdelijk personeel dat uit hoofde van artikel 2, onder b) of d), van de RAP in dienst is genomen, wordt verlengd tot 6 jaar. (Eerste contract van uiterlijk 4 jaar, verlenging mogelijk voor een periode van maximum 2 jaar) 1. Na een overgangsperiode wordt bij de instellingen de categorie "hulpfunctionarissen" vervangen door arbeidscontractanten met een werkelijke diensttijd van maximum drie jaar om de taken uit te voeren die nu door de hulpfunctionarissen worden verricht. In functiegroep I kunnen de instellingen evenwel voor onbepaalde tijd arbeidscontractanten in dienst nemen voor handenarbeid en administratieve hulpdiensten, op voorwaarde dat het eerste contract een keer voor een bepaalde duur is verlengd. De Commissie stelt jaarlijks een verslag op over de tewerkstelling van arbeidscontractanten en tijdelijke personeelsleden, met opgave van het personeelsbestand, het niveau en het type ambten, de geografische spreiding en de begrotingsmiddelen per functiegroep. De instellingen, organen en andere entiteiten die arbeidscontractanten in dienst hebben, stellen elk jaar in het kader van de begrotingsprocedure een raming op voor de tewerkstelling van arbeidscontractanten per functiegroep. De voorwaarden inzake opleidingsniveau en aanwerving van tijdelijke personeelsleden, hulpfunctionarissen en arbeidscontractanten worden vastgelegd in een gedetailleerde wettelijke regeling. Er wordt gezorgd voor transparante selectieprocedures door het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen daarbij te betrekken. 1 Het vraagstuk van het tijdelijk personeel dat uit hoofde van artikel 2, onder c), van de RAP in dienst wordt genomen, zal worden behandeld in het kader van de bespreking van het advies van het Europees Parlement. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 9 BIJLAGE VIII DG A NL

10 BIJLAGE IX Voorstel artikelen 17 en 17 bis Artikel 17 De ambtenaar onthoudt zich ervan zonder toestemming informatie openbaar te maken die hem bij de uitoefening van zijn functie ter kennis komt, tenzij die gegevens openbaar zijn gemaakt of toegankelijk zijn voor het publiek. Ook na beëindiging van de dienst blijft de ambtenaar hiertoe verplicht. Artikel 17 bis 1. De ambtenaar heeft het recht van vrije meningsuiting, met eerbiediging van de beginselen van loyaliteit en onpartijdigheid. 2. De ambtenaar die enig geschrift waarvan het onderwerp betrekking heeft op de activiteit van de Gemeenschappen, alleen of in samenwerking met anderen wenst te publiceren of te laten publiceren, stelt, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 17, het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan tevoren in kennis. Wanneer het tot aanstelling bevoegde gezag kan aantonen dat de betrokken publicatie van dien aard is dat de belangen van de Gemeenschappen daardoor ernstig kunnen worden geschaad, stelt het de ambtenaar binnen dertig werkdagen schriftelijk in kennis van zijn besluit. Als binnen die termijn geen besluit in die zin wordt meegedeeld, wordt het tot aanstelling bevoegde gezag geacht geen bezwaren te maken. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 10 BIJLAGE IX DG A NL

11 BIJLAGE X Voorstel artikel 22 bis Klokkenluiden: Informatie betreffende een vermoeden van illegale activiteiten wordt schriftelijk meegedeeld (artikel 22 bis). 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 11 BIJLAGE X DG A NL

12 BIJLAGE XI Voorstel bijlage III, artikel 3 Gelijke kansen: Een jury die uit meer dan vier leden bestaat, telt ten minste twee leden van elk geslacht (bijlage III, artikel 3). 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 12 BIJLAGE XI DG A NL

13 BIJLAGE XII Voorstel bijlage IX, artikel 12, hernummerd 9 bis Tuchtregeling: Artikel 9 van het Commissievoorstel (ter herinnering) Het tot aanstelling bevoegde gezag kan, na de betrokkene te hebben gehoord, zonder raadpleging van de raad besluiten tot een schriftelijke waarschuwing of een berisping. Artikel 12 Wanneer de beschuldigde ambtenaar, in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad, ongeoorloofd gedrag zijnerzijds erkent en het in artikel 10 bedoelde rapport onvoorwaardelijk aanvaardt, kan het tot aanstelling bevoegde gezag de zaak aan de raad onttrekken, met eerbiediging van het beginsel dat de voorgenomen sanctie in verhouding moet staan tot de ernst van de fout. Wanneer de zaak aan de raad wordt onttrokken, geeft de voorzitter van de Raad zijn mening over de voorgenomen sanctie. Volgens deze procedure kan het tot aanstelling bevoegde gezag, in afwijking van artikel 9, één van de in artikel 7, lid 1, onder a) tot en met d), genoemde sancties opleggen. 6801/03 ADD 1 REV 1 pau/ngs/ih 13 BIJLAGE XII DG A NL