Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER. Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016

Transcriptie

1 Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016

2 Programma 1. Doel en stand van zaken Bert Grotenhuis (PNH) 2. Toelichting op het rapport van Adviesbureau (RHDHV) Willem Homan 3. Toelichting op het advies van de adviesgroep Hans Luiten (vrz AG) 4. Uitwisseling/vragen

3 1.1 Doel van de technische toelichting Toelichting op het besluit van GS ZH en NH van 30 augustus over de inrichting van de MER Duinpolderweg Informatie voor de volgende momenten: Inspreekbijeenkomst op 16 september Bespreking Statencommissie PZH op 21 september Bespreking Statencommissie PNH op 22 september Optioneel: gezamenlijke Statenbehandeling 29 september PS PZH op 12 oktober

4 1.2 Waar staat het project? Tot 2012 Verkenning (verzoek gemeenten) Conclusie: er zijn problemen t.a.v. bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid Planfase (Plan MER) Bekijken van mogelijke oplossingen en trechteren tot één oplossing/voorkeursalternatief Planuitwerking (Besluit MER) Uitwerken van de gekozen oplossingsrichting op detailniveau Na 2018 Realisatie

5 1.3 Waar staat het project? Notitie Reikwijdte & Detailniveau Actualisatie Grensstreek + NOG Beter/Vaststellen Spoorvariant Tussenstap MER Onderzoeken MER Rapport + (Voorlopig) Voorkeursalternatief Q3& December 2014 Voorjaar 2016 Eind 2016 Q2-2017

6 1.4 Waar staat het project? Tussenstap April 2016 Naar voren halen en concretiseren van de Probleemanalyse September/oktober Bepalen welke kansrijke 2016 Oplossingsrichtingen worden onderzocht in de MER

7 Materiaal voor de keuze - Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) - Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Probleemanalyse Rapportage Royal-Haskoning/DHV 2016* - Advies Adviesgroep Bollenstreek-Haarlemmermeer/DPW - Rapportage RHDHV op het advies van de adviesgroep - Voorstel Stuurgroep (oplegnotitie) * van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen

8 NRD: Doelstellingen van de Duinpolderweg Hoofddoelstelling: - Verbeteren oost-west structuur tussen N206 en A4 Subdoelstellingen: - De bereikbaarheid te verbeteren in de regio s Bollenstreek en Zuid- Kennemerland en Haarlemmermeer; - Het sluipverkeer in de oost-west relaties te verminderen; - Het verbeteren van de robuustheid van het verkeersysteem; - Het verbeteren van de oversteekbaarheid van de Ringvaart Haarlemmermeer; - Het per saldo beperken van het doorgaande verkeer in de kernen Zwaanshoek, Beinsdorp, Bennebroek, Vogelenzang, Heemstede, Hillegom en De Zilk.

9 Bereikbaarheidsstudie Grensstreek 2008/ bouwstenen benoemd Noordelijke bouwsteen pakt 7 opgaven best aan Kortom: Oplossing/nieuwe verbinding moet worden gezocht in zoekgebied/ bouwsteen Noord

10 Probleemanalyse

11 Probleemanalyse: conclusies Knelpunten op gebied van bereikbaarheid: kernen Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland relatief slecht bereikbaar, met name in oost-westrichting doorstromingsproblemen: N208, N443, N444, Ringvaartbruggen, ontsluiting Hoofddorp op A4, wegennet Heemstede/Haarlem- Zuid Knelpunten op gebied van leefbaarheid en veiligheid te hoge verkeersbelasting op wegen door kernen te hoge verkeersbelasting op lokale Ringvaartbruggen fietsers op veel punten in de knel Verwachte groei verkeer verergert de problematiek

12 Probleemanalyse: verkeersstructuur Belangrijkste oorzaak knelpunten ligt in verkeersstructuur: Barrières Geen sluitend netwerk van stroomwegen Weinig regionale Ringvaartbruggen Bennebroekerweg niet ingericht op nieuwe functie Wegennet niet robuust: er zijn geen alternatieven bij een calamiteit

13 concretisering doelstellingen Hoofddoelstelling 1: Faciliteren van ruimtelijk-economische activiteiten en ontwikkelingen door verbeteren bereikbaarheid Grensstreek: Faciliteren toenemende oost-westpendel: reistijden op oostwestrelaties in 2030 gelijk of korter dan in 2010 Streven naar verbeteren van bereikbaarheid van kernen: percentage sterk vertraagde ritten in 2030 gelijk of lager dan in 2010 (bereikbaarheidsindicator) Verbeteren bereikbaarheid Hoofddorp/Nieuw-Vennep van/naar A4 en A9: voertuigverliesuren op verbindingswegen in 2030 gelijk of lager dan in 2010 Vergroten robuustheid wegennet: beoordelen alternatieven op toename voertuigverliesuren bij blokkade Elswoutbrug (N207)

14 concretisering doelstellingen Hoofddoelstelling 2: Verminderen van de verkeershinder in de leefomgeving: In overeenstemming brengen van functie, vorm en gebruik van het wegennet: op wegen met kenmerken van een erftoegangsweg dient de verkeersintensiteit onder mvt/etmaal te blijven 14

15 NRD + mogelijke Spoorvariant

16 zienswijze Hillegom op Spoorvariant

17 Voorstel voor 7 Alternatieven

18 Alternatief NRD PAS Statencie 20/4 Adviesgroep Advies t.b.v. PlanMER k Nul alternatief X X X X Noordelijk alternatief X Midden alternatief X X X Zuidelijk alternatief X X NOG Beter alternatief X Combinatie alternatief X Spoorvariant X Zienswijze Hillegom X X X Parelalternatief 2.0 X X Nieuwe N206 X X NOG Beter 2.0 X X

19 Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER Willem Homan projectmanager Adviesbureau RHDHV 8 september 2016

20 Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen 1. Ladder van Verdaas 2. Nulalternatief 3. Voorstel alternatieven

21 1. Ladder van Verdaas Stappen op de Ladder: 1. Ruimtelijke ordening 2. Prijsbeleid 3. Mobiliteitsmanagement 4. Openbaar vervoer 5. Benutting 6. Aanpassing bestaande infrastructuur 7. Aanleg nieuwe infrastructuur

22 Ladder van Verdaas: Ruimtelijke ordening Ruimtelijke spreiding wonen en werken bepaalt de omvang van de verkeersspitsen (invloed 20Ke-contour Schiphol) Concentreren woningbouw en bedrijfsterreinen op goed bereikbare plaatsen (bijv. bij OV-knooppunten) helpt Ruimtelijke plannen in studiegebied vastgesteld (Parels aan de Ringvaart, ontwikkelingen zuidflank Hoofddorp)

23 Ladder van Verdaas: Prijsbeleid Prijsbeleid kan substantieel effect hebben op verkeersdrukte ( Anders Betalen voor Mobiliteit ) Geen prioriteit op de nationale agenda Maatregelen als Spitsmijden (beloning) succesvol, maar gericht op trajecten met zeer hoge intensiteiten en gelieerd aan grootschalige ingrepen aan de weg

24 Ladder van Verdaas: Mobiliteitsmanagement Zet in op beïnvloeding van de vraag: niet verplaatsen, ander tijdstip, andere vervoerwijze, samen rijden, etc. Hiermee kan groei van het verkeer worden beperkt

25 Ladder van Verdaas: Openbaar vervoer HOV Schiphol Noordwijk in voorbereiding Schaalsprong in gebruik OV in studiegebied is complex door gespreid verplaatsingspatroon

26 Ladder van Verdaas: Beter Benutten Optimaal benutten capaciteit netwerk, o.a. door verkeersmanagement of kleine verbeteringen op kruispunten Beter benutten bestaande wegen als zelfstandig alternatief onvoldoende bereik: Er zijn geen alternatieven door fysieke barrières Betere doorstroming vergroot druk op kernen Nuttig als aanvulling op kansrijke alternatieven

27 Ladder van Verdaas: Aanpassen bestaande infrastructuur Functie, vormgeving en gebruik met elkaar in balans brengen betekent: Opwaarderen wegen door kernen tot volwaardige gebiedsontsluitingswegen: hiervoor ontbreekt de ruimte Of: Afwaarderen wegen door kernen tot volwaardige erftoegangswegen: kan alleen in combinatie met aanleg van nieuwe infrastructuur

28 Aan de orde als er ontbrekende schakels in een netwerk zijn Ladder van Verdaas: Aanleg nieuwe infrastructuur Noodzakelijk als verkeer uit kernen moet worden geweerd en er geen alternatieven zijn Kansrijk: doelbereik en effecten van alternatieven te onderzoeken in MER Combinatie met andere maatregelen uit Ladder van Verdaas heeft versterkend effect

29 2. Nulalternatief Nulalternatief is situatie in zichtjaar bij autonome ontwikkeling Dat wil zeggen: Wij kijken in de toekomst (2030) Wij moeten een beeld hebben van de situatie bij ongewijzigd beleid (inclusief projecten waarover besluit is genomen) De toekomst is onzeker: we gebruiken scenario s en modellen om inzicht in de toekomst te krijgen Wij onderzoeken aspecten bereikbaarheid en leefbaarheid in relatie tot doelstellingen bij twee toekomstscenario s Bereikbaarheid: situatie in 2030 niet slechter dan 2010 Leefbaarheid: verkeer moet echt afnemen om doel te bereiken!

30 3. Voorstel alternatieven

31 3. Voorstel alternatieven: uit NRD Vervallen NOORD is logisch i.v.m. vergunbaarheid, maar hiermee vervallen enkele belangrijke stenen uit de meccanodoos meenemen in andere alternatieven MIDDEN opgenomen in PAS Vervallen ZUID is niet wenselijk, heeft andere verkeerskundige oriëntatie Alternatieven NOG Beter en COMBINATIE kunnen vervallen door voorstellen Adviesgroep

32 Voorstel alternatieven: stikstofproblematiek Vervallen Spoorvariant logisch, nu MIDDEN is opgenomen in de PAS Verstandig om Zienswijze Hillegom als alternatief achter de hand te houden i.v.m. vergunbaarheid alternatieven in noordelijke deel. Berekeningen laten zien dat dit alternatief kansrijk is.

33 Voorstel alternatieven: Parel alternatief kleinschalige maatregelen voor de korte termijn Infrapakket voor de lange termijn

34 Voorstel alternatieven: NOG Beter 2.0 Gespreid pakket aan inframaatregelen Gericht op oplossen lokale problemen

35 Voorstel alternatieven: Nieuwe N206 Oude Combinatiealternatief plus rondweg Lisse

36

37 Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER Hans Luiten voorzitter Adviesgroep Bereikbaarheid Bollenstreek-Haarlemmermeer/DPW 8 september 2016

38 Vervolg & Inspraakmogelijkheden Wat? Wanneer? Inspraak? Oplevering MER Medio 2017 onderzoeken en Voorlopig voorkeursalternatief Uitwerking van het voorkeursalternatief Zienswijzen 2018 Zienswijzen Realisatie Na 2018

39 Vragen?

40

41 3. Nulplusalternatief Kleinschalige maatregelen aan wegennet in combinatie met flankerend beleid (mobiliteitsmanagement e.d.) Lokaal verbetering van doorstroming en veiligheid te bereiken Enige reductie van de vraag in de piekuren mogelijk Brengen geen verbetering in de verkeersstructuur Bereikbaarheid van de kernen verandert niet Leefbaarheid in kernen alleen gediend met (forse) afname van het verkeer Nuttig in combinatie met uitbreiding van infrastructuur, maar onvoldoende doelbereik als zelfstandig alternatief