12 e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart

Transcriptie

1 gemeente Smallingerland 12 e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart In de Luwte III In de Luwte II In de Luwte I ONTWERP November 2011

2

3 gemeente Smallingerland 12 e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart Kuiper Compagnons Van Nelleweg 6060 Postbus BC ROTTERDAM telefoon Faxnummer werknummer : datum : November 2011

4

5 INHOUDSOPGAVE A. TOELICHTING 1. INLEIDING PLANBESCHRIJVING De structuur De invulling Wonen Verkeer en parkeren Groen en water Beeldkwaliteit Milieuaspecten Industrie- en wegverkeerslawaai Milieuhinder Bodem en water JURIDISCHE ASPECTEN B. BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Deel uit het beeldkwaliteitplan en aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden Akoestisch onderzoek industrielawaai Grondwateronderzoek C. VOORSCHRIFTEN Paragraaf I Artikel 1 Paragraaf II Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Technische bepalingen Aanvullende begripsbepalingen Bestemmingsbepalingen Woongebied 8 W8- Rioolpersleiding -Mn(r)- Hoogspanningverbinding -Mn(v)-

6 Paragraaf III Artikel 5 Aanvullende bepalingen Slotbepaling D. BIJLAGE BIJ DE VOORSCHRIFTEN Relevante voorschriften uit het vigerende plan Drachtstervaart E. PLANKAART

7 A. Toelichting

8

9 1 1. INLEIDING Het voorliggende uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan betreft een uitwerking en wijziging van een gedeelte van het bestemmingsplan Drachtstervaart dat is vastgesteld op 3 juli Het plan heeft betrekking op het gebied In de Luwte II. Op afbeelding 1 zijn de verschillende woongebieden in Drachtstervaart met benaming opgenomen. Op afbeelding 2 is de geografische ligging van het plangebied ten opzichte van Drachten aangegeven. Het plangebied maakt deel uit van een groter gebied dat in het bestemmingsplan Drachtstervaart is bestemd als "Uit te werken Woondoeleinden 3 UW3-". Het plangebied wordt aan de zuidzijde begrensd door het tweede en tiende uitwerkingsplan. De westelijke begrenzing komt overeen met de grens van het vijfde uitwerkingsplan. De noordzijde wordt begrensd door de bestemmingsgrens van de bestemming "Uit te werken Woondoeleinden -UW3-" uit het moederplan. De oostgrens wordt gevormd door de daar aanwezige hoogspanningsverbinding. Een fragment van de plankaart van het bestemmingsplan Drachtstervaart is opgenomen als afbeelding 3. Hierop zijn tevens de gebieden van de eerdere uitwerkingen aangegeven. In het bestemmingsplan Drachtstervaart is bepaald, dat realisering van de bestemmingen "Uit te werken Woondoeleinden 3 -UW3-" dient te geschieden met inachtneming van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dit betekent dat in dit gebied uitsluitend mag worden gebouwd overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan. Het voorliggende uitwerkingsplan is met dat doel opgesteld. Het uitwerkingsplan maakt het mogelijk om (woon)bebouwing in het plangebied te realiseren en om het plangebied voor de te realiseren functies in te kunnen richten. Het 12e uitwerkingsplan is tevens een wijzigingsplan omdat burgemeester en wethouders gebruik maken van hun bevoegdheid het bestemmingsplan Drachtstervaart op onderdelen te wijzigen. In een eerder stadium is voor voorliggend plangebied een uitwerkings- en wijzigingsplan vastgesteld (4e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaar, d.d. juni 2010). Voorliggend 12e uitwerkingsplan vervangt het 4e uitwerkingsplan in het geheel. Op basis van het bepaalde in lid 3 van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening is het college van burgemeester en wethouders bevoegd een eerder vastgestelde uitwerking te herzien voor zover de daarin opgenomen bestemmingen niet zijn verwezenlijkt. De opgenomen bestemmingen in voorliggend plan zijn nog niet gerealiseerd. Op basis daarvan heeft het college de bevoegdheid tot het opnieuw vaststellen van een uitwerkingsplan voor voorliggend gebied. Uitsluitend op één aspect heeft een bijstelling plaatsgevonden ten opzichte van het 4e uitwerkings- en wijzigingsplan. Onder andere met het oog op de mogelijkheden van vergunningsvrij bouwen is het

10 2 noodzakelijk met het bestemmingsplan zeker te stellen dat er geen onacceptabel woonklimaat ontstaat als gevolg van bouwwerkzaamheden aan de gevel. In een toegevoegde gebruiksbepaling is nadrukkelijk gesteld dat de woningen niet op een zodanige wijze mogen worden gebruikt dat er geen sprake meer is van een geluiddove gevel. Tevens is in de begripsbepalingen het begrip geluiddove gevel aangepast aan de huidige regelgeving. De toelichting is met betrekking tot bovengenoemde aangepast. In de Luwte II In de Luwte I In de Luwte III Afbeelding 1: Benaming deelgebieden woongebied Drachtstervaart. Dit uitwerkingsplan heeft betrekking op het deelgebied In de Luwte II.

11 Afbeelding 2: Ligging van het deelgebied In de Luwte II. 3

12 4 12 Afbeelding 3: Fragment van de plankaart van het vastgestelde bestemmingsplan Drachtstervaart met tevens de begrenzingen van het 12 e uitwerkingsplan.

13 5 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. De structuur De binnen de begrenzing van het plangebied van het onderhavige uitwerkingsplan geprojecteerde structuur van wegen, woningen, groen en water is in overeenstemming met hetgeen daarover in het bestemmingsplan Drachtstervaart is bepaald. In de navolgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan. Het 12e uitwerkingsplan is tevens een wijzigingsplan omdat burgemeester en wethouders gebruik maken van hun bevoegdheid het bestemmingsplan "Drachtstervaart" op onderdelen te wijzigen. De wijzigingen hebben betrekking op het wijzigen van het tracé van de als zodanig bestemde rioolpersleiding (artikel 25, lid 1 onder g). Ten opzichte van het bestemmingsplan "Drachtstervaart" is de rioolpersleiding anders komen te liggen. De enigszins gewijzigde ligging is op de plankaart behorende bij deze uitwerking getekend. Een tweede wijziging heeft betrekking op het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering. In het bestemmingsplan Drachtstervaart is in artikel 1 lid 4 onder i bepaald dat ter plaatse van de aanwijzing geluidswering wordt uitgegaan van realisering van een geluidswal en/of geluidsafschermende bebouwing met een hoogte van ten minste 12,5 m. Met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid, waarmee de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen met ten hoogste 20% gewijzigd mag worden (artikel 25 lid 1 onder c), wordt de minimale hoogte gewijzigd naar 10 m. De op de plankaart aangegeven aanwijzingen maken het mogelijk het stedenbouwkundig ontwerp te realiseren, zoals dat in de verkavelingschets in afbeelding 4 is aangegeven. Opgemerkt wordt dat dit stedenbouwkundig ontwerp niet zeer gedetailleerd in het kaartbeeld en de voorschriften van dit uitwerkingsplan is vastgelegd. De uiteindelijk te realiseren situatie kan daarom op onderdelen afwijken van de in afbeelding 4 weergeven indicatieve verkaveling. Het plangebied omvat het gebied In de Luwte II. Kenmerkend is de structuur van het langgerekte wooneiland welke parallel ligt aan de Drachtstervaart. Aan de noordkant van het gebied wordt rijbebouwing voorgestaan die het gebogen tracé van de straat volgt. De rijbebouwing is gedacht in meerdere rijtjes waar tussen openingen richting de Drachtstervaart aanwezig zijn. Aan de zuidzijde heeft de bebouwing een open karakter met vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen. Met insteekhaventjes liggen vrijwel alle woningen hier aan het water.

14 Afbeelding 4: Indicatieve verkavelingsschets In de Luwte II. 6

15 De invulling Wonen Het plangebied van dit uitwerkingsplan valt geheel binnen de in het bestemmingsplan Drachtstervaart opgenomen bestemmingen "Uit te werken woondoeleinden -UW 3-" (artikel 5). In artikel 5 wordt gesteld dat de woongebieden binnen de bestemming "Uit te werken woondoeleinden 1, 2, 3 en 4" in de verkaveling de vorm zullen hebben van meerdere wooneilanden. Deze wooneilanden dienen onderling gescheiden te worden door een watergang van gemiddeld ca. 10 meter. De verkaveling biedt de mogelijkheid zoveel mogelijk woningen aan het water te situeren en daarmee een wervend en hoogwaardig woonmilieu te creëren. Binnen de uit te werken woonbestemmingen geldt dat een gedifferentieerd woningbouwprogramma gerealiseerd moet worden welke een belangrijke bijdrage levert aan de beeldkwaliteit. Voor de bestemming "Uit te werken woondoeleinden 1, 2, 3 en 4" geldt dat ten hoogste 25% van de woningen mag worden gestapeld. Voor de bestemmingen "-UW 1-" en "-UW 3-" geldt dat er geen gestapelde woningen gebouwd mogen worden. In voorliggend uitwerkingsgebied worden geen gestapelde woningen mogelijk gemaakt. Op het aspect beeldkwaliteit wordt in paragraaf 2.3. van deze toelichting ingegaan. De geprojecteerde woningen in het onderhavige uitwerkingsplan liggen binnen de zonegrens industrielawaai van het bedrijventerrein De Haven. Deze woningen mogen alleen gebouwd worden indien voldaan wordt aan de wettelijke eisen met betrekking tot geluidhinder. In paragraaf zal op het aspect geluid nader worden ingegaan. Binnen de bestemmingen "Uit te werken woondoeleinden 1, 2, 3 en 4" dienen in totaal ten minste 630 woningen en mogen ten hoogste 810 woningen gerealiseerd worden. Binnen het plangebied van het onderhavige uitwerkingsplan wordt uitgegaan van realisering van een deel van dit woningbouwprogramma. Voor de realisering van de overige woningen is reeds (of zal) een uitwerkingsplan gemaakt (worden). Het onderhavige uitwerkingsplan maakt de bouw van in totaal ten hoogste 145 woningen mogelijk. Bij de woningen wordt uitgegaan van een onderverdeling van: circa 55% rijwoningen; circa 32% twee-onder-één-kapwoningen; circa 13% vrijstaande woningen, al dan niet geschakeld.

16 8 Om redenen van flexibiliteit is in de voorschriften van dit uitwerkingsplan een hoger maximaal aantal woningen gehanteerd dan in het huidige bouwplan. Voor "-UW 3-" geldt dat de hoogte van de gebouwen niet meer dan 16 meter mag bedragen. In het uitwerkingsplan is opgenomen dat de hoogte maximaal 12,5 m mag bedragen. Verder geldt onder andere het volgende: - gevels van woningen langs de Drachtstervaart dienen een geluiddove gevel te hebben voor zover de geluidbelasting door industrielawaai meer bedraagt dan 55 db(a); - ter plaatse van de milieuzone zijn geen milieugevoelige functies, waaronder woningen, toegestaan; - woonstraat hebben een breedte van ten minste 4,20 meter; - elke woning dient evenwijdig aan de desbetreffende straat of weg te worden geplaatst op een afstand van tenminste 2 en ten hoogste 7 m uit de grens van het openbaar gebied; - bijgebouwen liggen tenminste 5 meter achter de voorgevel van de woning. Bovenbeschreven bepalingen van het uitwerkingsplan passen binnen het kader zoals is gegeven in het bestemmingsplan Drachtstervaart. Met dien verstande dat een volledig geluidsdove gevel bij de woningen langs de Drachtstervaart niet noodzakelijk bleek om te voldoen aan de eisen welke op basis van de Wet geluidhinder gesteld worden. Alleen op de verdieping is een geluidsdove gevel noodzakelijk. Voor de oostelijk gelegen rij woningen bleek ook op de verdieping een geluiddove gevel niet noodzakelijk (zie verder onder paragraaf 2.4.1). Middels een vrijstelling kan de vestiging van een praktijkruimte worden toegestaan, welke dient voor de uitoefening van een beroep gericht op de verlening van diensten in (een gedeelte van) een woning of als uitbreiding aansluitend aan een woning Verkeer en parkeren In de beschrijving in hoofdlijnen in artikel 1 van het bestemmingsplan Drachtstervaart is met betrekking tot de ruimtelijke structuur gesteld dat de woongebieden met de bestemmingen "Uit te werken woondoeleinden 1, 2, 3 en 4" ontsloten dienen te worden door ontsluitingswegen. Deze ontsluitingswegen moeten gerealiseerd worden binnen 10 meter van de op de plankaart van het bestemmingsplan aangegeven aanwijzing

17 9 ontsluitingsweg. De ontsluiting van In de Luwte II is gelegen in de zuid-oosthoek van het wooneiland en ligt net buiten het uitwerkingsgebied. In aansluiting op de ontsluitingsweg zorgen de zogenaamde woonpleinen voor de verder ontsluiting van de woningen. De woonstraat en woonpleinen worden ingericht als verblijfsgebied waar een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur geldt. Parkeren bij woningen moet in beginsel op eigen terrein gebeuren. Er geldt een parkeernorm van minimaal 1,2 parkeerplaatsen per woning in de openlucht. Een garage met oprit geldt als 1 parkeerplaats, een garage zonder oprit als 0,7 parkeerplaats, een carport als 0,8 parkeerplaats en een tuinparkeerplaats als 0,5 parkeerplaats Groen en water In het bestemmingsplan Drachtstervaart is gesteld dat het woongebied zal bestaan uit meerdere wooneilanden, welke van elkaar gescheiden worden door watergangen met een breedte van gemiddeld circa 10 meter. Op de plankaart van dit uitwerkingsplan is de ligging van de waterpartijen weergegeven; in de voorschriften is bepaald dat deze watergangen circa 10 meter breed zijn. In plangebied zijn geen specifieke groenvoorzieningen aanwezig. Groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en dergelijke zijn uiteraard wel mogelijk binnen de woonbestemming Beeldkwaliteit Algemeen In de voorschriften van het bestemmingsplan Drachtstervaart is in artikel 1, lid 6 opgenomen dat een beeldkwaliteitplan door de gemeenteraad wordt opgesteld om een woonwijk met een hoge beeldkwaliteit te realiseren. Het op 5 november 2002 door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteitplan en de Aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden voor het deelplan In de Luwte II - Drachtstervaart (10 november 2009) vormen het kader voor de toetsing van bouwplannen door de welstandscommissie. In het beeldkwaliteitplan is de ambitie geformuleerd een bijzonder aantrekkelijk en leefbaar woongebied, dat bovendien aantrekkelijk is voor dagtoerisme, tot stand te brengen. Een hoge stedebouwkundige en architectonische kwaliteit draagt bij aan de realisatie van deze ambitie.

18 10 In het stedebouwkundig plan wordt gestreefd naar een afwisseling van enerzijds lange zichtlijnen, openheid en ruimte en anderzijds geborgenheid, intimiteit en diversiteit in samenhang. Het eerste komt tot uitdrukking in de vaarten en daaraan parallel gelegen bebouwing. Het tweede in de havenkommen en groene hoven. Het stedebouwkundig plan geeft de aanzet tot duurzame architectuur en stedebouw. Het plan bestaat uit een aantal deelgebieden met een geheel eigen karakter. Het plangebied van het onderhavige uitwerkingsplan is een onderdeel van de woongebieden aan de noordzijde, omgeven door water. Voor de architectonische vormgeving is een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd. De ligging aan het water is hierin een bepalend element. Gestreefd wordt naar een hoogwaardige architectuur met heldere bouwmassa s, in een lichte en luchtige structuur. Per deelgebied zijn richtlijnen gegeven voor de vormgeving van de beeldkwaliteit. De richtlijnen voor In de Luwte I, II en III zijn in bijlage 1 opgenomen. Aan vullend op deze richtlijnen zijn meer gedetailleerde richtlijnen opgesteld voor het gebied In de Luwte II. In de Luwte II In de aanvullende notitie wordt specifiek voor het gebied In de Luwte II het volgende aangegeven. Langs de Drachtstervaart is een min of meer aaneengesloten bebouwingswand geprojecteerd, met ten zuiden daarvan bebouwing die ruimtelijk gezien een relatie heeft met de bebouwing van Waterzoom I. De bebouwingswand is een meanderende bebouwingswand, waarbij de weg de ene keer ten zuiden van de het bouwblok is gesitueerd en de andere keer juist ten noorden daarvan. De meanderende bebouwingswand in combinatie met de verspringende weg biedt de mogelijkheid een gevarieerd beeld te realiseren met een afwisseling tussen voor- en achterkanten. Deze afwisseling tussen voor- en achterkanten zal dusdanig worden opgebouwd, dat aan de zijde van de Drachtstervaart -van west naar oost gezien- een geleidelijke overgang tussen privé (achterkant) en openbare oevers (voorkant) wordt gerealiseerd, tot aan de geplande passantenhaven, waar de oevers geheel openbaar zullen zijn. Deze variatie in de bebouwingswand aan de noordzijde van het eiland, maakt het minder noodzakelijk de hoven sterk verschillend uit te voeren. De meest zuidelijke woningen van de hoven, de woningen die in/aan het water staan vragen om een zeer specifieke behandeling die recht doet aan de verbijzonderde plek. Daarbij zal een relatie worden gelegd met de hoven van Waterzoom I. Dit houdt in dat van west naar oost gezien de woningen in de hoven opeenvolgend van rood naar blauw naar geel/oranje worden uitgevoerd. De vierde, meest oostelijke plek kan dan in een groentint.

19 11 Het meest oostelijke plandeel van In de Luwte II speelt samen met de invulling van Waterlandhof een belangrijke rol in de oriëntatie naar-, van en op het eiland. Het is dan ook de bedoeling de hier geplande woningen in eenzelfde architectuurstijl als de woningen van Waterlandhof uit te voeren. Aan de westzijde van het eiland In de Luwte II kan dan een relatie met de crescentwoningen van In de Luwte III gelegd worden. Tenslotte zijn er nog de plandelen tussen de hoven te benoemen. Deze onderdelen zouden zowel projectmatig als particulier ontwikkeld kunnen worden. Aangezien deze planonderdelen niet als structuurbepalend zijn te benoemen, zullen ongeacht de wijze van ontwikkelen (particulier/projectmatig) hier niet al te stringente uitwerkingsregels worden voorgeschreven. Verbijzonderd in deze zone is de centraal op het eiland gelegen 'Middenhof', waar meer specifieke regels voor worden gegeven. Voor het gehele gebied geldt dat het thema Scandinavië het leidend motief zal zijn. Per deelgebied zijn verder aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden gegeven (zie bijlage 1) Industrie- en wegverkeerslawaai In artikel 5, lid A2, sub d van het bestemmingsplan Drachtstervaart is aangegeven waaraan een uitwerkingsplan moet voldoen. Dit artikel stelt dat in de uitwerking van het bestemmingsplan voldaan moet worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde eisen met betrekking tot de maximaal toelaatbare geluidsbelasting op gevels aan woningen en aan de verleende ontheffing. Industrielawaai Het plangebied van het voorliggende uitwerkings- en wijzigingsplan ligt geheel binnen de 50 db(a) contour van het industrieterrein De Haven. In de opzet van het woongebied is voorzien in het nemen van alle mogelijke geluidsbeperkende maatregelen ter reductie van de geluidhinder veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten op het industrieterrein. Er zijn maatregelen aan de bron getroffen door de vergunde geluidsruimte van bedrijven terug te brengen. Als overdrachtsmaatregel is in het bestemmingsplan "Drachtstervaart" een geluidswal en/of afschermende bebouwing opgenomen. Ondanks deze maatregelen werd plaatselijk de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) overschreden. De daardoor benodigde hogere waarden zijn verleend door Gedeputeerde Staten.

20 12 In dit uitwerkings- en wijzigingsplan wordt een andere verkaveling mogelijk gemaakt ten opzichte van de uitgangspunten van het bestemmingsplan Drachtstervaart. De afschermende voorziening langs de Drachtstervaart hoeft niet meer geheel aaneengesloten te worden uitgevoerd. Ook hoeven de noordelijke gevels van deze woningen niet geheel als geluiddove gevel te zijn uitgevoerd. Door deze wijzigingen kan geen gebruik worden gemaakt van de door Gedeputeerde Staten op 10 mei 2001 verleende hogere waarden. Voor de realisatie van het plan zijn daarom nieuwe hogere waarden nodig. Door de wijziging van de Wet geluidhinder op 1 januari 2007, is sinds die datum het college van Burgemeester en wethouders bevoegd gezag voor het verlenen van een benodigde hogere waarde. Het college van Burgemeester en wethouders is van plan de benodigde hogere waarde te verlenen. Met het ontwerp uitwerkingsplan zal ook het ontwerp besluit hogere waarden in procedure gebracht worden. Zoals hiervoor aangegeven, is de nieuwe verkaveling vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk. Deze nieuwe verkaveling moet voldoen aan de Wet geluidhinder. Door het Servicebureau "De Friese Wouden" is het voor deze beoordeling noodzakelijke geluidsonderzoek uitgevoerd (Akoestisch onderzoek In de Luwte II, industrieterrein De Haven en Tussendiepen 20 november 2009, zie bijlage 2). In mei 2010 is door het Servicebureau opnieuw de geluidsbelasting als gevolg van industrielawaai op de eerstelijns woningen berekend (zie bijlage 2). Het industrieterrein De Haven is niet in zijn geheel gezoneerd op grond van de Wet geluidhinder. Het zuidelijke deel van de Tussendiepen en een strook langs de Noorderhogeweg zijn niet gezoneerd. Een hogere waarde wordt alleen verleend voor het gecumuleerde geluid van bedrijven op het op grond van de Wet geluidhinder gezoneerde deel van een industrieterrein. Dit houdt in dat o.a. het geluid van de bedrijven op het niet gezoneerde deel van de Tussendiepen geen rol speelt bij de vraag of wordt voldaan aan de maximaal te verlenen hogere waarde van 55 db(a). Wel speelt het geluid van deze bedrijven een rol bij het wel of niet verlenen van de hogere waarde, met name in het kader van de beoordeling of bij de woningen een goed woon- en leefklimaat aanwezig is. Uit het geluidsrapport van 20 november 2009 blijkt dat door het geluid afkomstig van het gezoneerde industrieterrein bij alle gevels op alle woonlagen kan worden voldaan aan de maximaal te verlenen hogere waarde van 55 db(a) als etmaalwaarde. Ook de bedrijven op het niet gezoneerde deel van de Tussendiepen veroorzaken echter een gevelbelasting op deze woningen. Uit het geluidsrapport blijkt dat het gecumuleerde geluid (gezoneerde en niet gezoneerde delen industrieterrein) op de verdiepingen maximaal 58 db(a) bedraagt. In verband met het garanderen van een goed woon- en leefklimaat is het daarom

21 13 ongewenst dat deze gevels op de verdiepingen te openen delen bevatten. Ook voor de bescherming van de belangen van de bedrijven op het gezoneerde deel van het industrieterrein is het onwenselijk dat moet worden getoetst aan een verleende hogere waarde op de verdiepingen. In de hogere waarde wordt daarom de eis opgenomen dat de noordgevels van de woningen direct ten zuiden van de Drachtstervaart vanaf de eerste verdieping moeten zijn uitgevoerd als zgn. geluiddove gevels. Deze eis is ook verankerd in dit uitwerkings- en wijzigingsplan. Deze eis houdt in dat bij deze woningen aan de noordkant vanaf de eerste verdieping in principe geen te openen delen aanwezig mogen zijn. Onder een geluiddove gevel wordt op basis van de Wet geluidhinder verstaan: 1. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 db onderscheidenlijk 35 db(a); 2. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. Bovengenoemde definitie is opgenomen als begripsbepaling in de voorschriften. Deze situatie geldt voor de twee westelijk gelegen rijtjes woningen. Voor de oostelijk gelegen rij woningen geldt een andere situatie. Uit de geluidsberekeningen van mei 2010 blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van het gezoneerde industrieterrein op de noordgevel van deze woningen lager is dan op de andere woningen (maximaal 53 db(a)). Voor deze woningen wordt een geluiddove gevel op de verdieping niet noodzakelijk geacht. De bedrijven op het gezoneerde industrieterrein worden hiermee niet belemmerd. Bij het maximaal benutten van de geluidsruimte zoals is afgebakend middels de geluidszone rond het industrieterrein blijft de belasting op de gevels van de woningen (als gevolg van het gezoneerde industrieterrein) onder de 55 db(a). Op grond van de in 2001 verleende hogere waarde moesten ook de noordgevels op de begane grond zijn uitgevoerd als geluiddove gevel. Deze eis was in het bijzonder gebaseerd op het voorkomen dat door de realisatie van het bestemmingsplan Drachtstervaart de zonering van het gehele industrieterrein De Haven (dus inclusief de thans nog niet gezoneerde delen) onmogelijk zou worden. Hiermee werd rekening gehouden vanwege het beleid van de provincie Fryslân waarbij zonering van deze delen van het industrieterrein in beginsel bij een wijziging van het bestemmingsplan zou moeten worden doorgevoerd. Uit latere jurisprudentie blijkt dat het zoneren van deze delen op grond van de huidige Wet geluidhinder niet mogelijk is.

22 14 Uit het geluidsrapport van 20 november 2009 blijkt dat bij alle woningen in het plangebied op de begane grond wordt voldaan aan de maximaal te verlenen hogere waarde van 55 db(a). Hiermee is het mogelijk de vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijke open delen op de begane grond in de noordgevel (voordeuren) te realiseren. Daarom wordt in de nieuw te verlenen hogere waarde niet als eis gesteld dat de begane grond als geluiddove gevel wordt uitgevoerd. Wel is de eis opgenomen dat ook op de begane grond wordt voldaan aan het in het Bouwbesluit opgenomen binnenniveau, waarbij bij de bepaling van de daarvoor benodigde gevelwering moet worden uitgegaan van het gecumuleerde geluid. De gevels vanaf de 1ste verdieping dienen geluidsdoof te worden uitgevoerd met uitzondering van de meest oostelijke rij woningen. Voor deze woningen zal net als voor de begane grond ook voor de verdieping de geluidwering van de woningen gebaseerd moeten worden op de cumulatieve geluidsbelasting van de gezoneerde en niet gezoneerde bedrijven. Wegverkeerslawaai De woningen zijn geprojecteerd aan straten waarvoor een 30 km/uur regime geldt hiervoor geldt geen onderzoekplicht vanuit de Wet geluidhinder Milieuhinder In verband met de bedrijvigheid ten noorden van de Drachtstervaart is in het uitwerkingsplan een zone Milieuhinder opgenomen. In de voorschriften is aangegeven dat ter plaatse van deze zone geen woningen gerealiseerd mogen worden Bodem en water In verband met de grondstromen binnen het plangebied is een bodemkwaliteitskaart opgesteld. Hieruit blijkt dat de bodem, met uitzondering van de bekende gevallen van ernstige bodemverontreiniging (voornamelijk de vuilstort, het woonwagenkamp, oliehandel Smeding en Hooghiemstra/Van der Velde), niet tot licht verontreinigd is met onder andere PAK, minerale olie en zware metalen. Op het huidige terrein van metalenhandel S. de Wit zijn wat hogere waarden aan zware metalen aangetroffen. De gehaltes zijn niet dusdanig dat sanering noodzakelijk is.

23 Ook naar de kwaliteit van het grondwater is een verkennend onderzoek uitgevoerd. Hierbij is gebleken dat het grondwater, met uitzondering van de verontreinigde locaties, eveneens licht verontreinigd is. De aard van het onderzoek en de resultaten daarvan bieden echter onvoldoende statistische zekerheid om te dienen in het kader van de bouwvergunning. Derhalve is geconcludeerd dat een volledig onderzoek naar de kwaliteit van het grondwater overeenkomstig de NEN 5740 noodzakelijk is. Een dergelijk onderzoek is inmiddels uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn als bijlage 3 bij deze toelichting gevoegd. 15

24 16

25 17 3. JURIDISCHE ASPECTEN In het onderhavige uitwerkingsplan wordt een deel van het gebied gedetailleerd, dat in het bestemmingsplan Drachtstervaart bestemd is als "Uit te werken woondoeleinden UW3-". Het uitwerkingsplan met onder meer bestemmings- en bebouwingsbepalingen vormt daarbij geen bestemmingsplan, doch treedt in de plaats van de globale bestemming en maakt daarom deel uit van het bestemmingsplan Drachtstervaart; de voorschriften van genoemd bestemmingsplan zijn dan ook op het uitwerkingsplan van toepassing. De voor de uitwerking meest relevante voorschriften uit het bestemmingsplan zijn opgenomen als bijlage D bij de voorschriften (artikel 1: Beschrijving in hoofdlijnen, artikel 2: Begripsbepalingen en artikel 5: Uit te werken woondoeleinden 1, 2, 3 en 4), artikel 15: Rioolpersleiding, artikel 17: hoogspanningsverbindingen en artikel 25: Wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders. Voorliggend 12e uitwerkings- en wijzigingsplan vervangt het eerder opgestelde 4 e uitwerkings- en wijzigingsplan in het geheel. In voorliggend plan is het begrip geluiddove gevel geactualiseerd aan de hand van het begrip uit de Wet geluidhinder. Hiermee wordt de begripsbepaling voor geluiddove gevel uit het bestemmingsplan Drachtstervaart aangevuld. Voorliggend 12e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan bevat één bestemming welke niet in het bestemmingsplan Drachtstervaart voorkomt. De nieuwe bestemming is Woongebied 8 W8. Deze bestemming is opgenomen in de voorschriften van dit uitwerkingsplan en bepaalt wat en hoe er ten dienste van deze bestemming mag worden gebouwd. Voorts zijn de bestemmingen "Rioolpersleiding -Mn(r)-" en "Hoogspanningsverbinding -Mn(v)-" (voor de gedeelten die zich in het onderhavige uitwerkingsplan bevinden) voor een deel aangepast en opgenomen in de voorschriften van dit uitwerkingsplan. De aanpassingen in deze artikelen behelzen het toevoegen van de zinsnede "van het bestemmingsplan "Drachtstervaart" en artikel 2 "-W8-" van het " 12e uitwerkingsplan, tevens wijzigingsplan van het bestemmingsplan Drachtstervaart". Tevens maakt voorliggend plan gebruik van de wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders uit het bestemmingsplan Drachtstervaart (artikel 25 lid c en g) voor het wijzigen van respectievelijk het tracé van de rioolpersleiding en de voorgeschreven maatvoering.

26 18