Concept verslag vergadering van het Algemeen Bestuur RDOG HM d.d. 14 december 2016

Transcriptie

1 AB-17-01a Concept verslag vergadering van het Algemeen Bestuur RDOG HM d.d. 14 december 2016 Aanwezig Mw. L. Leijendekkers, Bodegraven-Reeuwijk Dhr. F.Q.A. van Trigt, Hillegom Mw. C. Dijkstra, Gouda Dhr. F. Schoonderwoerd, Kaag en Braassem, later Dhr. I.G. Mostert, Katwijk Mw. L. Sleeuwenhoek, Krimpenerwaard Mw. R. van Gelderen, Leiden Dhr. J. Gardeniers, Leiderdorp De heer A.D. de Roon, Lisse Mw. J.W.M. Pietersen, Nieuwkoop Mw. M.J. Fles, Noordwijk Dhr. A. Gotink, Noordwijkerhout Dhr. M. den Boer, Oegstgeest Dhr. A. van Kempen, Teylingen Mw. I.C.J. Nieuwenhuizen, Voorschoten Mw. J.M. Nieboer, Waddinxveen Mw. E.G.E.M. Bloemen, plv. vz, Zoeterwoude Dhr. M. van der Vorm, RDOG HM Dhr. H. van Dinther, RDOG HM Mw. M. Hoogenkamp, RDOG HM, notulen Afwezig De heer J.A. de Jager, Alphen ad Rijn De heer A. Muller, plv. lid, Zuidplas Dhr. J.M.M. de Gouw, RDOG HM Dhr. P. Haasbeek, RAV HM 1. Opening, welkom, vaststellen agenda Mevrouw Bloemen, plaatsvervangend voorzitter, opent de vergadering en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Voorafgaand aan de vergadering van het Algemeen Bestuur RDOG HM geeft mevrouw Bloemen de heer Den Boer de gelegenheid een terugkoppeling te geven van het vooroverleg Portefeuillehoudersoverleg Publieke Gezondheid (PPG). Daarnaast vraagt mevrouw Bloemen aan de aanwezige portefeuillehouders of zij in kunnen stemmen met de benoeming van de heer Den Boer als voorzitter van het PPG. De aanwezigen stemmen hiermee in. A. Terugkoppeling vooroverleg PPG De heer Den Boer dankt de aanwezigen eerst voor het gestelde vertrouwen in hem om het PPG als voorzitter te (gaan) leiden. Hierna vertelt de heer Den Boer waarom er na de officiële uitnodiging voor het PPG op 14 december besloten is om toch eerst met de bestuurlijke trekkers van de 7 portefeuilles, de beoogde voorzitter en de secretaris bijeen te komen. Dit om de verwachtingen van het PPG te duiden en de bestuurlijke afspraken over de verdere uitwerking in 2017 aan te scherpen. Dan geeft de heer Den Boer een korte terugblik van het vooroverleg. Er is gesproken over dat de bestuurlijke trekkers in het PPG ambtelijk zullen worden ondersteund vanuit de gemeenten. Voor een aantal portefeuilles is de ambtelijke vacature al ingevuld. Voor de ondersteuning van de secretaris van het PPG is een profiel opgesteld en zal een vacature worden opengesteld. Totdat deze persoon er is komt de ondersteuning vanuit de RDOG. In het bijzonder is stil gestaan om een 8 e portefeuille, financien, in te richten en hiervoor een bestuurlijke trekker te benoemen. Er is geconstateerd dat er naast bestuurlijk en ambtelijk er ook een buitenwereld is waar we mee te maken hebben en dat nog bedacht moet worden hoe wordt omgegaan met de advisering van belangrijke thema s voor de 19 gemeenten vanuit adviesraden voor het sociaal domein, de VRHM en het ministerie. In de komende tijd zal hier nog aandacht aan worden besteed. Er is verder geconstateerd dat er zich in 2017 onderwerpen kunnen aandienen die niet direct binnen de 8 portefeuilles vallen. Als dat aan de orde is zal bepaald worden wie op dat moment het onderwerp kunnen en willen oppakken. Er is aandacht besteed aan de vergaderplanning van het PPG en er is afgesproken dat de gereserveerde data en tijd voor de vergadering van het AB RDOG HM (12.00 tot uur) gebruikt zullen worden voor het PPG en het AB RDOG HM (het idee om ook een deel van de ochtend te reserveren vervalt). Er is gesproken over de samenwerking in de verschillende gremia. In GezondGerelD is vastgesteld dat in de afgelopen periode zowel in het bestuurlijk overleg in Midden Holland als in het PHO maatschappij Holland Rijnland over dezelfde thema s is gesproken. Voornemen is dat in de toekomst de onderwerpen Kenmerk: Verslag AB RDOG HM d.d. 14 december

2 die gelden voor Hollands Midden besproken gaan worden aan één tafel, namelijk het PPG. Wens is bovendien om het aantal bestuurlijke overleggen terug te brengen. Er gaat nog een doorlichting komen om vast te stellen welke mogelijkheden er met de komst van het PPG ontstaan om minder te vergaderen. Ten slotte is in het vooroverleg geconstateerd dat het goed is dat er een scheiding in de rollen opdrachtgever/opdrachtnemer is gemaakt. Het dossier GezondGeregelD is in diverse gemeenteraden al besproken en de reacties die de raden teruggeven is dat het goed is dat de scheiding in de rollen is aangebracht. De gemeenteraden hebben nu meer het gevoel als opdrachtgever inhoudelijk te kunnen sturen op de publieke gezondheid. B. De samenwerkingsafspraken gemeenten/veilig Thuis In het toetsingskader stap 2 is opgenomen dat er samenwerkingsafspraken tussen gemeenten en Veilig thuis moeten zijn over een aantal concrete zaken. Die afspraken zijn voor een deel gemaakt in de bijeenkomsten tussen Veilig Thuis en de lokale teams in de hele regio, voor een deel vragen deze om aanvulling. De portefeuillehouders Publieke Gezondheid Hollands Midden stellen de samenwerkingsafspraken gemeenten/veilig Thuis vast. C. Mensenhandel financiering zorgcoördinatie en begeleiding Mevrouw Nieboer reageert op voorliggende besluiten. Spreekster heeft begrepen dat er ambtelijk veel over dit onderwerp is overlegd en dat zij er niet uit kwamen of er een besluit genomen moet worden dat het een taak gaat worden van de RDOG of dat er besloten moet worden dat de financiering van de aanpak ondergebracht wordt in de begroting van het Veiligheidshuis Hollands Midden. Spreekster is van mening dat bullet 2 van voorliggende besluiten nu niet door het AB genomen kan worden. De RDOG kan wel aan de gemeente vragen om de financien tot 1 januari 2018 beschikbaar te stellen vanuit de portefeuille WMO, maar het is aan de gemeente zelf waaruit zij de financien willen financieren. Mevrouw Bloemen reageert hierop dat voorliggende besluiten nu niet door het AB RDOG, maar door de gezamenlijke portefeuillehouders PPG genomen worden. Daarna zal er actie moeten worden ondernomen om voorliggende besluiten verder uit te werken. De heer Van der Vorm reageert hierop dat het niet vreemd is dat de rol van de RDOG en het PPG wat door elkaar heen lopen. In de vorige vergadering van het AB RDOG op 2 november heeft het AB besloten om een gedeelte van de kosten 2016 te financieren vanuit de begroting RDOG HM. Ambtelijk advies was om de financien 2017 voor deze taak niet via de begroting van de RDOG te laten lopen, maar om dit te organiseren via de begroting van het veiligheidshuis. Dat is ook zo opgepakt. Het voorstel dat voorligt is om de financien 2017 via het veiligheidshuis te laten lopen en de RDOG HM heeft verder geen rol meer. De vraag die nu voorligt is of er nu een besluit genomen kan worden om de financien tot 1 januari 2018 beschikbaar te stellen vanuit de portefeuille WMO zodat in de komende weken ook de begroting 2017 van het Veiligheidshuis definitief vastgesteld kan worden. Mevrouw Pietersen vindt het onduidelijker worden want als dit onderwerp met de voorlopige pet PPG besproken wordt vraagt spreekster of dit een publieke gezondheidstaak is of een veiligheidstaak en uit welke begroting moet deze taak dan gefinancierd worden. De heer De Roon reageert dat hij enige moeite heeft met het onderdeel van voorliggend voorstel om de financien vanuit de portefeuille WMO beschikbaar te stellen. Dat gemeenten de middelen beschikbaar stellen is één vraagstuk, maar uit welk budget de middelen afkomstig zijn is aan het college van de betreffende gemeente. Spreker dringt er op aan om de tweede bullet van voorliggend besluit iets aan te passen door de woorden vanuit de portefeuille WMO te schrappen. Mevrouw Dijkstra onderstreept voorgaande spreker en is van mening dat het aan het college zelf is waaruit zij de financien voor de zorgcoördinatie en begeleiding bekostigen. Mevrouw Bloemen constateert dat de portefeuillehouders PPG de zorgcoördinatie en begeleiding van aanpak mensenhandel belangrijk vinden en van mening zijn dat deze taak dient voortgezet te worden en dat het akkoord is om de organisatie van de financien bij het Veiligheidshuis neer te leggen, maar er wordt niet besloten uit welk potje de middelen komen. De heer Van der Vorm zal bovengenoemde uitkomst aan de manager van het Veiligheidshuis melden. De portefeuillehouders Publieke Gezondheid Hollands Midden besluiten: De aanpak mensenhandel voor de regio Hollands Midden voort te zetten in De financiën tot beschikbaar te stellen (= ,-), verdeeld op basis van inwonertal over gemeenten. De financiering van de aanpak onder te brengen in de begroting van het Veiligheidshuis Hollands Midden. 2

3 7. Ter informatie communicatie over gezondheidsrisico s kunstgras met rubbergranulaat Mevrouw Bloemen nodigt de heer Du Chatinier, wethouder Alphen aan den Rijn en met sport in zijn portefeuille, uit voor een korte toelichting over genoemd onderwerp. De heer Du Chatinier bedankt de voorzitter en ook het DB voor de geboden gelegenheid om nu te bespreken hoe GGD en gemeenten zich gezamenlijk voorbereiden op de discussie die naar verwachting naar aanleiding van de uitkomsten van het RIVM onderzoek gevoerd zal worden. Hoop is dat er sprake zal van heldere adviezen voor gemeenten. Als er minder heldere adviezen zijn is het belangrijk dat gemeenten snel onderling hun beleid afstemmen. De heer Du Chatinier doet het voorstel om er voor te zorgen om samen met de GGD en ambtelijke ondersteuning van uit de sportwereld de portefeuillehouders volksgezondheid en sport in de regio Hollands Midden en vise versa te informeren met alle documenten die voor dit onderwerp beschikbaar zijn. Met als doel: a. Informatie uitwisselen, beter dubbel dan geen b. Elkaar weten te vinden. Dat bij noodzaak er contact is tussen de portefeuillehouders volksgezondheid en sport over de gemeentegrenzen heen. De heer Du Chatinier meldt verder dat VSG recent heeft bericht dat de resultaten van het onderzoek RIVM in de week van 19 december 2016 worden verwacht en dat tegelijkertijd de resultaten van het onderzoek naar rubbertegels (speelplaatsen) worden gepresenteerd. De heer Schoonderwoerd vraagt of vanuit de VSG aan het RIVM is gevraagd om het rapport van het onderzoek te duiden en richtlijnen mee te geven hoe met de uitslag om te gaan, met als doel de rust te bewaren. De heer Du Chatinier reageert hierop bevestigend. Hij zegt toe dat hij het document van de VSG met duiding aan de portefeuillehouders zal doorsturen. In dat document worden namelijk allerlei handreikingen gedaan. Mevrouw Leijendekkers vraagt of de informatie via een centraal punt gedeeld kan worden zodat er geen bom ontstaat. Mevrouw Pietersen merkt op dat de informatie van de VSG al rechtstreeks aan de gemeenten wordt aangeboden en spreekster ziet niet de noodzaak om die informatie ook nog eens via andere kanalen te ontvangen. De heer Du Chatinier antwoordt dat het puur een geste is, uit voorzorg, liever de informatie dubbel. Waarop mevrouw Pietersen de suggestie doet om het overzichtelijk te houden en een persoon te benoemen in de regio wie de vraagbaak kan zijn bij vragen over volksgezondheid of sport. De heer Du Chatinier reageert hierop dat voor collegiaal overleg hij zich beschikbaar stelt en ook voor ambtelijk overleg met de GGD. De heer Van der Vorm vult nog aan dat ook vanuit de GGD en gepland is om een bericht naar gemeenten te sturen naar aanleiding van de rapportage. De inhoud hiervan wordt uiteraard afgestemd met gemeenten. De contacten daarvoor zijn al gelegd. Hierna vat de heer Du Chatinier zijn voorstel nogmaals samen om met de ondersteuning van de GGD en zijn bestuurssecretaresse er voor te zorgen dat informatie eenduidig, kort en krachtig wordt samengevat en dat helder wordt gecommuniceerd waar de relevante informatie te vinden is. Spreker stelt zich als coördinator beschikbaar. Doel is nu afspraken te maken over het delen van de informatie met elkaar, zodat als de noodzaak daar is de portefeuillehouders elkaar weten te vinden. Deze lijn wordt bevestigd. Tot slot bedankt mevrouw Bloemen de heer Du Chatinier. 2. Conceptverslag vergadering AB RDOG HM d.d. 2 november 2016 Het conceptverslag van de vergadering van het AB RDOG HM d.d. 2 november 2016 wordt zowel tekstueel, inhoudelijk als naar aanleiding van besproken, goedgekeurd en vastgesteld. De besluitenlijst d.d. 2 november 2016 is conform het verslag en wordt goedgekeurd en vastgesteld. 3. Mededelingen / ter kennisname / ingekomen post Het AB neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. Hierna meldt mevrouw Dijkstra dat in het conceptverslag van de auditcommissie RDOG HM d.d. 18 november 2016 opgenomen is dat de gemeenten gecompenseerd worden voor de extra lasten van de komst van statushouders. Dit is maar ten dele waar. De gemeenten worden namelijk beperkt gecompenseerd voor de extra lasten van de komst van statushouders. 4. Ter bespreking concept kadernota 2018 RDOG HM De heer Van der Vorm meldt dat in voorliggende versie ten opzichte van de versie naar het DB een belangrijk verschil zit, namelijk dat er op ambtelijk advies in voorliggende kadernota alle financiële consequenties ten gevolge van de agenda RDOG HM 2020 er uit zijn gehaald. Dit maakt het nu mogelijk om op eenvoudige wijze te schetsen hoe de financien van de RDOG in 2018 er uit gaan zien. Het 3

4 gesprek over de wijzigingen financiering van enkele GGD-taken t.g.v. RDOG 2020 staat op de agenda van het PPG op 1 februari In maart 2017 moet er definitief besloten worden over de kaders voor de ontwerpbegroting 2018 en ligt de afweging voor of een deel of alle wijzigingen ten gevolge van de wijzigingen RDOG 2020 hier alsnog in verwerkt worden. Mevrouw Nieboer vraagt om in de kadernota meer aandacht te besteden voor de taken in schil 3 en 4, desnoods in een apart hoofdstuk. Dit zijn namelijk ook taken die bij de GGD horen. De heer Van der Vorm antwoordt dat de taken in schil 3 vaak subsidieproducten zijn die per gemeente wisselen en de taken in schil 4 zijn overige taken. Omdat het heel diverse taken zijn is nu geen uitgebreide beschrijving opgenomen. Mevrouw Leijendekkers verwoordt dat het verschil van de taken in schil 3 en 4 is dat de gemeenten bij de taken in schil 3 weten waarom zij die aanbesteden bij de GGD en met de taken in schil 4 de gemeente weinig mee te maken heeft. Voor de taken in schil 1 en 2 zijn de effecten voor de gemeente in kaart gebracht en is volgens spreekster schil 3 en 4 niet zo noodzakelijk voor de gemeente. Mevrouw Van Gelderen reageert dat de portefeuillehouders alert moeten zijn bij zo n vraag omdat nu de rollen duidelijk en helder verdeeld zijn tussen de financiële en inhoudelijke ambtenaren. Het tegemoetkomen aan het verstrekken van informatie is nodig, maar moet wel relevant zijn met de taak van de ambteanaar. De heer Van Kempen ondersteund mevrouw Nieboer omdat de kadernota 2018 de kaders schetst voor de begroting Daar horen ook de schillen 3 en 4 bij en spreker doet de suggestie om bij de kadernota 1 paragraaf op te nemen dat de schillen 3 en 4 ook van invloed zijn op de begroting De heer Van der Vorm reageert en zegt toe dat bij de kadernota zoals die binnenkort wordt verzonden naar de gemeente een paragraaf wordt opgenomen over de schillen 3 en 4. Met een toevoeging van een paragraaf over de schillen 3 en 4 bij de kadernota 2018 besluit het AB RDOG HM de concept kadernota 2018 aan te bieden aan de colleges B&W van de deelnemende gemeenten met het verzoek om voor eind maart 2017 een zienswijze te geven. 5. Ter vaststelling plan van aanpak JGZ-zorg statushouders Mevrouw Sleeuwenhoek vraagt wat precies nodig is voor de kinderen van statushouders boven op de gebruikelijke zorg die nu wordt gegeven. Een korte berekening kwam op 700,- euro extra per kind. Spreekster vraagt waar het getal van 510 kinderen vandaan komt en wat is de totale taakstelling als regio. Mevrouw Pietersen reageert dat de notitie beschrijft alsof de GGD er alleen voorstaat en dat aan elk gezin opnieuw door een individuele GGD medewerker uitgelegd moet worden waar de Nederlandse jeugdgezondheidszorg voor staat en vraagt of dit niet efficiënter en collectiever kan door beter verbinding te leggen met wat gemeenten moeten doen om statushouders beter te doen landen. Ook voor bij de inzet van tolken. De heer Van der Vorm antwoordt op bovenstaande vragen. Het getal van 510 kinderen is een schatting op basis van de aantallen statushouders die elke gemeente geacht wordt te huisvesten. Het uitvoeren van de JGZ-taken voor kinderen van statushouders is veel tijdrovender dan voor kinderen die hier geboren zijn, bijvoorbeeld vanwege taalproblemen, en omdat er bij het eerste contact meer moet worden uitgezocht dan bij pasgeboren Nederlandse kinderen. De complexiteit van werkzaamheden wordt ook bepaald door het land waaruit de kinderen afkomstig zijn en hoe de gezondheidszorg ter plaatse was. Zo is het achterhalen van de vaccinatiestatus voor kinderen uit Oost Afrika complexer dan voor de kinderen uit Syrië. Het is een plicht voor de JGZ om voor elk kind systematisch te onderzoeken wat voor aanbod er is geweest en wat er moet gebeuren om te komen tot een volledige vaccinatiestatus. Mevrouw Pietersen reageert hierop en vraagt of het niet eenvoudiger en goedkoper is om het RVP bij de kinderen uit te voeren dan uit te zoeken of de kinderen wel, niet of voldoende gevaccineerd zijn. De heer Van der Vorm kan op deze vraag niet antwoorden. Daarover zou een arts een uitspraak kunnen doen. Zijn inschatting is dat dit geen gebruikelijke werkwijze is. De heer Mostert reageert en vindt het wat te simplistisch gedacht. Er zijn net te veel verschillende mensen uit verschillende landen waardoor het niet zo simpel is om collectief aandacht te besteden aan de statushouders. Spreker doet de oproep om snel en eenduidig individueel aandacht te geven aan de statushouders zodat zij zo snel mogelijk in de maatschappij kunnen integreren. Dat kan niet in groepsverband. Mevrouw Van Gelderen vraagt of Veilig Thuis voldoende capaciteit heeft voor de extra inzet van Veilig Thuis in de periode dat de vluchtelingen in de AZC s verblijven. De heer Van der Vorm antwoordt dat voor verschillende andere taken, die niet in voorliggend stuk worden benoemd, geldt dat de komst van statushouders wat extra werk met zich meebrengt. Voor IZB, voor sommige gezondheidsbevorderingstaken, TBC-screening en voor Veilig Thuis, maar dat er bij hem nog geen signalen bekend zijn dat er complicaties ontstaan t.g.v. de komst van groepen statushouders. 4

5 Spreker zal de vraag van mevrouw Van Gelderen meenemen en voor een update zorgen bij de schriftelijke mededelingen voor het AB d.d. 1 februari Met inachtneming van bovenstaande stelt het AB RDOG HM het plan van aanpak JGZ voor statushouders en de bijbehorende begrotingswijziging vast. 6. Ter vaststelling 1 e begrotingswijziging 2017 RDOG HM Het AB RDOG HM besluit de 1 e begrotingswijziging 2017 RDOG Hollands Midden voor een zienswijze aan de gemeenten aan te bieden. 8. Rondvraag en sluiting De heer Gotink meldt dat het dossier GezondGeregeld als hamerstuk de gemeenteraad zal passeren, maar doet de suggestie om voor de toekomst gebruik te maken van infographic. Hierna sluit de plaatsvervangend voorzitter de vergadering. 5