Gebruiksaanwijzing XTM XC-153

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing XTM XC-153

2 2

3 Inhoudsopgave blz 1. Uitpakken Belangrijke voorzorgsmaatregelen Installatie 2.2 In gebruik nemen 3. Machine lay-out Bedieningspaneel Uitleg van de knoppen op het bedieningspaneel Functie van C Functie van S Functie van de numerieke toetsenbord Functie van de batchknop Functie van de ADD knop Functie van de speed knop Functie van de Mode knop 5. Biljetdetectie Echtheid detectie Functie van de UV toets Functie van de MG/MT toets 5.2 Doorvoer detectie Functie van de DD toets Fuctie van de DEN toets 6. Handmatig of automatisch tellen Foutmeldingen Errors tijdens het tellen 7.2 Errors tijdens het opstarten 8. Onderhoud Onderhoud voor sensoren 8.2 Onderhoud voor rollers 3

4 1. Uitpakken 1. Neem de machine uit de doos. 2. Verwijder het piepschuim en de plasticzak. 3. Sluit de machine aan met bijgeleverd netsnoer (zie voorzorgsmaatregelen wat betreft de locatie van de machine). 4. Schakel de machine aan ( met de knop aan de rechter achterzijde). Er is een pieptoon te horen. De machine zal nu zichzelf initialiseren en de sensoren testen. Indien er geen fouten zijn gevonden geeft het display 0 en 100 aan. Verschijnt er een afwijkende melding, zie pagina 15 voor uitleg foutmeldingen. 4

5 2. Belangrijke voorzorgsmaatregelen 2.1 Installatie. Voorkom schokken en stoten van de machine. Zorg dat de machine op een rechte stabiele ondergrond staat. De machine mag niet blootgesteld worden aan direct zonlicht en chemicaliën. Voorkom dat de machine in een omgeving staat met hoge temperaturen. De machine niet in een ruimte zetten met zeer grote temperatuur schommelingen en hoge luchtvochtigheid. De machine ook niet in een zeer stoffige ruimte plaatsen, (i.v.m. de zeer gevoelige sensoren). Zet de machine niet aan terwijl deze is geopend. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de machine terecht kunnen komen zoals paperclips, elastieken, etc. 2.2 In gebruik nemen. Gebruik het meegeleverde netsnoer en sluit de machine aan op de gespecificeerde aansluitspanning. Zet de machine aan, deze is meteen klaar voor gebruik. Plaatst de biljetten in een rechte stapel op de hopper. 5

6 3. Machine Lay-out 6

7 nummer Onderdeel Functie 1 Hopper Invoer voor biljetten. 2 Stacker Uitvoer biljetten. 3 Biljet begeleiders Schuif de begeleiders tegen de biljetten aan voor een stabiele doorvoer. 4 Start sensor Detecteert de aanwezigheid van de biljetten in de hopper. 5 Stacker sensor Detecteert de biljetten in de stacker. 6 Bedieningspaneel Voor het uitlezen van informatie en instellen van functies. 7 Teller display Deze indicator geeft de hoeveelheid getelde biljetten weer. Van 0 tot Batch display Geeft de batch grootte aan (zie pag. 9). Display geeft ook indien nodig de foutmeldingen weer. 9 Hoofdschakelaar Aan\uit zetten van de machine. 10 Computer aansluiting (rs- 232c) Aansluiting voor optionele apparaten als printer 11 Aansluiting extern display Als optie kan er een extern display worden aangesloten. 7

8 4. Bedieningspaneel 4.1 Omschrijving bedieningspaneel: De functie van C (reset knop): Zet alle display informatie op 0. Hiermee kunnen fout meldingen gereset worden zodat de machine opnieuw opstart. Bijvoorbeeld: in geval van een vastgelopen biljet, welke handmatig is verwijderd uit de machine De Functie van S (start knop): - Herstarten nadat bijvoorbeeld een verdacht biljet is gedetecteerd. - Start wanneer de machine op handmatig starten staat ingesteld, zie pag 14. 8

9 4.1.3 De functie van de numerieke toetsenbord : 0 ~ 9 Hiermee kan aangegeven worden hoeveel biljetten geteld moeten worden. Bijvoorbeeld: wanneer 90 biljetten geteld moeten worden, drukt u op 9 en 0. Het getal 90 verschijnt op het display. Nu kunnen er batches gemaakt worden van 90 biljetten. De machine stopt automatisch wanneer deze 90 biljetten geteld heeft. Ook wel batchen genoemd De functie van de Batch knop : Onder deze knop staan een aantal vooringestelde batch waarden. Wanneer de batch knop 1 keer wordt ingedrukt, verschijnt 100 op het display. Bij herhaaldelijk indrukken ziet u de waarde stijgen van 5>10>20>25>50 en dan weer 100. Om de batch functie uit te schakelen dient de C knop ingedrukt te worden De functie van de ADD knop: Wanneer ADD is ingeschakeld, kan elke batch bij elkaar opgeteld worden. Het is een cumulatieve functie, die in het geheugen wordt opgeslagen waardoor het mogelijk is om verschillende stapels biljetten bij elkaar op te tellen De functie van de SPEED knop : De tel snelheid varieert van : HIGH : 1500 biljetten p/min. MIDDLE : 1200 biljetten p/min. LOW : 1000 biljetten p/min. * LET OP Wanneer detectie aanstaat (UV en of MG/MT), zal de machine zich automatisch instellen op LOW (1000 biljetten/min). Op de hogere snelheden is het niet mogelijk om op te detecteren op echtheid.. * Wanneer de machine wordt uit geschakeld zal deze de laatst ingestelde snelheid onthouden wanneer deze weer aangezet wordt. * In mode DIFF en AMOUNT (zie pag. 10), wordt de snelheid automatisch begrenst op 1200 biljetten/min. 9

10 4.1.7 Functie van de MODE knop: Met MODE functie kan de machine op verschillende manieren gebruikt worden. Door op deze knop te drukken loopt u door de drie mogelijkheden heen. 1. DIFF : Een groen lampje naast DIFF zal oplichten. In deze modus is het mogelijk om biljetten die anders zijn, er tussenuit te halen. De machine kijkt naar het eerste biljet wat er doorheen gaat, die wordt als standaard ingesteld. Bijvoorbeeld: wanneer u een stapel biljetten hebt van 20,- is het mogelijk dat er een biljet van 10,- of 5,- tussen zit. Mocht er een ander biljet tussen zitten, dan stopt de machine. Op het display verschijnt Df, het bovenste biljet in de stacker wijkt af van de rest. Om door te gaan, druk op S. 2. AMOUNT Een groen lampje naast AMOUNT zal oplichten. In deze modus telt de machine de waarde van de biljetten. De machine kan gemixt tellen. Op het display komt de totaal waarde in beeld te staan. Totaal waarde en hoeveelheid biljetten uitlezen van elk soort biljet. Wanneer de machine in AMOUNT staat kunt u voor elk soort biljet uitlezen hoeveel er geteld zijn met de totaal waarde. Door op 0 te drukken op het numerieke toetsenbord ziet u op het scherm de waarden langskomen. Optioneel: Totaal waarde afdrukken via een printer. Wanneer de machine in AMOUNT staat, kan een rapport afgedrukt worden via een mini printer. De mini printer wordt aangestuurd door een seriële RS-232c interface en is bij uw leverancier te verkrijgen. 3. Counting mode Counting mode is ingeschakeld wanneer het groene lampje niet brandt. In deze modus worden alleen het aantal biljetten geteld. 10

11 5. Biljet detectie Verder vindt u op het bedieningspaneel nog een aantal knoppen die verantwoordelijk zijn voor het detecteren van uw biljetten. Biljetdetectie is in 2 groepen verdeeld: 1. echtheid detectie 2. doorvoer detectie Echtheid detectie De machine kan op twee manieren detecteren of het biljet vals is. 1. MG/MT magnetisme 2. UV (ultraviolet licht) Functie van de UV toets Schakelt de Ultraviolette detectie aan/uit. Wanneer UV is ingeschakeld, licht het groene lampje op Functie van de MG/MT toets Schakelt de magnetisme detectie aan/uit. Wanneer magnetisme is ingeschakeld, licht het groene lampje op. 11

12 5.2 Doorvoer detectie Deze functie draagt zorg dat de machine de biljetten juist telt. Er zijn twee soorten detectie: 1. DD (Dimension Detectie) 2. DEN (Density Detectie) Functie van de DD toets Zie ook DIFF functie ( pag. 10). De DD functie is alleen in te stellen in de counting mode (pag. 10). Detecteert de fysieke afmeting van het biljet. Wanneer DD is ingeschakeld, kijkt de machine naar de afmeting van het biljet. Dit geldt echter alleen wanneer gebruik wordt gemaakt van biljetten met dezelfde waarden. Zodat vreemde biljetten er tussenuit gehaald kunnen worden. LET OP: deze functie werkt alleen met vreemde biljetten die fysiek kleiner zijn dan de gewenste biljetten. 12

13 5.2.2 Functie van de DEN toets Meet de hoeveelheid licht dat door een biljet schijnt. Deze detectie zorgt ervoor dat de machine een waarschuwing geeft wanneer deze twee biljetten tegelijk pakt. Er zijn vier niveaus waarop de densiteit ingesteld kan worden: AUTO, HIGH MIDDLE, LOW In de AUTO mode, detecteert de machine het eerste biljet wat door de machine gaat, dit wordt als standaard gebruikt voor de andere biljetten. Wanneer HIGH, MIDDLE en LOW wordt gebruikt is afhankelijk van de biljet soort. HIGH : dik, donker en vieze biljetten MIDDLE : reguliere biljetten LOW : dunne en lichte biljetten 13

14 5. Handmatig of automatisch tellen Standaard staat de machine ingesteld op automatisch tellen. De machine start automatisch met tellen wanneer een stapel biljetten in de hopper wordt gelegd. Wanneer de machine op handmatig staat ingesteld, kunnen de biljetten in de hopper geplaatst worden, door op de S knop te drukken begint de machine met de telling. Het instellen van handmatig en automatisch. Zet de machine aan met de S knop ingedrukt, de machine start nu op in het service menu. Door op de BATCH knop te drukken kan handmatig tellen worden ingeschakeld. Door opnieuw de BATCH knop in te drukken wordt automatisch tellen weer ingeschakeld. Zet de machine uit door de gegeven op te slaan. LET OP : In Servicemenu alleen de batch knop gebruiken, andere knoppen kunnen de machine ontregelen. 14

15 7.1 Errors tijdens het tellen. Een overzicht van de error codes. 7. Fout meldingen Nr Melding uitleg 1 Jan Jam Error Fdn Chn Sh Sh2 5 hf hf2 6 Db Db2 7 df df2 Doorvoer error Ketting error Short error Half error Dubbel error Different error Beschrijving en uitleg Biljet is vastgelopen in de machine. verwijder het vastgelopen biljet. Doorvoer error. Controleer de status van de biljetten in de hopper. Detecteert een biljet welke 30% afwijkt van de lengte, of 2 biljetten half over elkaar controleer de biljetten in de stacker. Detecteert dat een biljet korter is dan 50% van de standaard afmeting of er is een beschadigd biljet door de machine gegaan. Controleer de status van het biljet in de stacker. Een half biljet is gedetecteerd in de horizontale richting. Controleer de status van het biljet in de stacker. De machine heeft twee biljetten gedetecteerd die aan elkaar vast zitten. Of er is een vuil biljet gedetecteerd. controleer de status van de biljetten in de stacker. draai aan de afstel schroef een klein beetje naar (-), zodat de biljetten weer goed worden ingenomen. indien de DD functie is ingeschakeld. Geeft aan dat er een biljet is gedetecteerd die een andere waarde heeft. Wanneer de DD functie is uitgeschakeld, detecteert de machine dat er een verticaal verschil is van 12mm. 15

16 8 Sev Skew error Er is een biljet scheef door de machine gegaan, hierdoor kan deze niet gecontroleerd worden. Controleer de status van het biljet CF UC StA Counterfeit error Uncertain Stacker error 12 Bat Batch count error 13 Nor No response from CPU 14 ACE COM error with a DDU 15 ddu No response from DDU 16 Xx2 Zoals bijv CF2, Db2 Geeft aan dat er een biljet verdacht is. Op het display knippert een lampje bij UV, of MG/MT. Dit geeft aan op welk kenmerk de machine een afwijking heeft geconstateerd. Tel het biljet opnieuw, blijft de machine de CF error geven, dan is het mogelijk dat het biljet vals is. De machine is niet in staat om de waarde van het biljet te bepalen. controleer de status van het biljet op beschadigingen. Er bevinden nog biljetten in de stacker, deze dienen verwijderd te worden. Een batch error is geconstateerd. Tel de biljetten in de stacker opnieuw. Neem contact op met uw leverancier. Neem contact op met uw leverancier Neem contact op met uw leverancier Wanneer een 2 achter een foutmelding staat, betekend dit dat de machine twee biljetten ipv 1 biljet niet goed heeft verwerkt. De bovenste twee biljetten in de stacker dienen opnieuw geteld te worden. 16

17 7.2 Errors tijdens het opstarten 1 E01 Start sensor error E02 E03 E04 E08 E09 End sensor error IR sensor error IR level Difference error Serial EEPROM error Detecteert tijdens het opstarten dat er nog biljetten in de hopper liggen. Of de startsensor is vuil. Verwijder de biljetten of maak de sensor schoon met een kwast. Detecteert tijdens het opstarten dat er nog biljetten in de stacker liggen. Of de End sensor is vuil. Verwijder de biljetten uit de stacker of maak de sensor schoon met een kwast. De IR sensor detecteert tijdens het opstarten een biljet in de machine. Of de IR sensor is vuil. verwijder het biljet uit de machine. Indien er gen biljet in zit, neem dan contact op met uw leverancier. Detecteert tijdens het opstarten dat er een verschil is tussen de linker en rechter IR sensor. verwijder het biljet uit de machine. Indien er gen biljet in zit, neem dan contact op met uw leverancier. Machine detecteert een probleem in de EEPROM start de machine opnieuw op door deze uit te schakelen met de hoofdschakelaar, en na een paar seconden weer in te schakelen. 6 E>9 Hardware error Neem contact op met uw leverancier. 17

18 8. Onderhoud 8.1 Onderhoud voor sensoren Wanneer de start sensor en end sensor vuil zijn; gebruik een kwast of een droge doek om deze schoon te maken. Sensoren 8.2 Onderhoud rol Wanneer de rollen vuil zijn; gebruik een vochtige doek met schoonmaak alcohol om de rollen schoon te maken. Rollen 18

19 19

20 UW DEALER/ UW LEVERANCIER: Merlin Technology Scheendijk VB Breukelen T F