SOCIAL-PROFIT IN CIJFERS
|
|
- Nora Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kapucijnenvoer Leuven +32(0) fax: +32(0) SOCIAL-PROFIT IN CIJFERS HET AANBOD 'GEWIKT EN GEWOGEN' MIRIAM BECK ANNE VAN MEERBEECK Onderzoek in opdracht van het Vlaamse Confederatie van Social- Profit Ondernemingen (VCSPO), in het kader van het project 'Gewikt en Gewogen' Leuven November 2004
2
3 Colofon Opdrachtgever - subsidiënt Vlaamse Confederatie van Social-Profit Ondernemingen (VCSPO) Onderzoeksleiding Dr. Anne Van Meerbeeck Projectleider LUCAS Onderzoeker Miriam Beck Wetenschappelijk medewerker LUCAS Leuven, november 2004
4
5 Inhoud Inleiding 1 Deel I Nulmeting 3 Hoofdstuk 1 Socio-demografische achtergrondgegevens 5 1 Inleiding 5 2 Bevolkingsaantal, leeftijdsverdeling, aantal geboorten en levensverwachting 5 3 personen met een handicap 11 4 Psychische gezondheid 17 5 Sociale gezondheid 18 6 Financiële armoede 19 Hoofdstuk 2 Zorg voor kinderen 21 1 Inleiding 21 2 Kinderopvang Overzicht Kinderdagverblijven Opvanggezinnen Erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang georganiseerd door kinderdagverblijven Mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven Zelfstandige onthaalouders 33 3 Algemene preventieve zorgvoorzieningen Regiohuizen INLOOP-teams Infoavonden voor aanstaande ouders Pre- en postnatale consultatiebureaus Kraambezoeken Gezinsbezoeken Consultatiebureaus voor het jonge kind Medische zittingen in de kinderopvang 45 4 Bijzondere zorg en hulpverlening Hulpverlening aan kinderen in probleem- of crisissituaties Vertrouwenscentra kindermishandeling Adoptie 50
6 Hoofdstuk 3 Bijzondere jeugdbijstand 53 1 Inleiding 53 2 Private voorzieningen Begeleidingstehuizen Gezinstehuizen Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra Dagcentra Thuisbegeleidingsdiensten Diensten voor begeleid zelfstandig wonen Diensten voor pleegzorg 64 3 Gemeenschapsinstellingen 65 4 Centra voor integrale gezinszorg 68 Hoofdstuk 4 Zorg voor ouderen 71 1 Inleiding 71 2 Residentiële dienstverlening en voorzieningen Rusthuizen RVT-bedden in ziekenhuizen en rusthuizen Serviceflats Centra voor kortverblijf 88 3 Ambulante dienstverlening en voorzieningen Dagverzorgingscentra Lokale dienstencentra Regionale dienstencentra Diensten voor oppashulp Diensten voor gezinszorg Samenwerkingsinitiatieven thuiszorg en geïntegreerde diensten voor thuisverzorging Thuisverpleging Maaltijdbedeling Diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg 97 Hoofdstuk 5 Algemeen welzijnswerk 99 1 Inleiding 99 2 De autonome centra voor algemeen welzijnswerk 99 3 De centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen Teleonthaal 128 II
7 Hoofdstuk 6 Geestelijke gezondheidszorg Inleiding Psychiatrische ziekenhuizen Psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis Psychiatrische verzorgingstehuizen Beschut wonen voor psychiatrische patiënten Centra voor geestelijke gezondheidszorg 137 Hoofdstuk 7 Zorg voor personen met een handicap en gepaste tewerkstelling Inleiding Zorgvoorzieningen Ambulante diensten Semi-residentiële opvang Residentiële opvang Opmerking in verband met logeerdagen en deeltijds verblijf in zorgvoorzieningen Revalidatiecentra Individuele materiële bijstand Het persoonlijke-assistentiebudget Ondersteuning bij opleiding en tewerkstelling Gepaste tewerkstelling Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen 166 Deel II Draaiboek 169 Leidraad voor een herhaling van de meting Inleiding Zorg voor kinderen Bijzondere jeugdbijstand Zorg voor ouderen Algemeen welzijnswerk Geestelijke gezondheidszorg Zorg voor personen met een handicap en gepaste tewerkstelling 196 III
8
9 Inleiding Voorliggend rapport vormt de neerslag van een onderzoek dat LUCAS uitvoerde in opdracht van de Vlaamse Confederatie van Social-Profit Ondernemingen (VCSPO). Meer bepaald gaat het om een deelonderzoek in het kader van VCSPO s overkoepelende onderzoeksproject 'Gewikt en Gewogen'. 'Gewikt en Gewogen' wil op een wetenschappelijk onderbouwde wijze de meerwaarde afbakenen die de social-profitsector oplevert voor de bevolking, de bevoegde overheden en andere externe stakeholders. Om tot een objectieve beschrijving en analyse van de socialprofitsector en zijn meerwaarde te komen, belicht het VCSPO-onderzoek drie verschillende dimensies: de 'output', de 'middelen' en de 'effecten'. Dit rapport geeft de resultaten weer van het deelonderzoek over de 'output' van de socialprofitsector. In de beginfase van het onderzoek werd afgesproken dat er zou worden uitgegaan van het aanbod, niet van het gebruik. Met de term 'output' doelen we in dit document dus op de diensten en voorzieningen die de social-profit aanbiedt. De opzet van dit deelonderzoek is om de verscheidene diensten en voorzieningen van een aantal socialprofitdomeinen in Vlaanderen meetbaar in kaart te brengen. De sectoren die onder de loep worden genomen, zijn (1) de dienstverlening door Kind en Gezin, (2) de bijzondere jeugdbijstand, (3) de ouderenzorg, (4) het algemeen welzijnswerk, (5) de geestelijke gezondheidszorg, (6) de zorg voor personen met een handicap en de gepaste tewerkstelling. Om de 'output' van de genoemde sectoren op een meetbare en overzichtelijke manier weer te geven, hebben we gezocht naar relevante en jaarlijks beschikbare indicatoren. Onder 'indicatoren' wordt verstaan (volgens een algemeen-sociologische invulling van het begrip): een meetbare operationalisering van een meer abstract, niet-rechtstreeks waarneembaar concept (hier = 'output'). Indicatoren zijn dus meetbare gegevens die een beeld geven van wat men in kaart wil brengen, in dit geval van de aangeboden diensten en voorzieningen. Over het algemeen bleken de meest relevante indicatoren het aantal bestaande voorzieningen en hun capaciteit (bijvoorbeeld het aantal opvangplaatsen) te zijn. Onze opdracht kwam in de praktijk dan ook in grote lijnen neer op het weergeven van (1) een overzicht van alle bestaande diensten en voorzieningen per sector, en van (2) accurate, jaarlijks beschikbare cijfergegevens over hun aantal en over hun dienstverleningsvermogen.
10 Door het samenbrengen van jaarlijks opvraagbare cijfergegevens, creëerden we een 'nulmeting' van de output van de behandelde social-profitdomeinen. Het verzamelde materiaal vormt met andere woorden niet alleen een momentopname die de huidige output van de besproken deelsectoren weergeeft, maar is ook de basis van wat in de volgende jaren een meetbare tijdreeks over de output van de social-profit kan worden. Het voordeel van het werken met jaarlijks verkrijgbare, meetbare indicatoren is immers dat men de sectoren op een objectieve wijze kan volgen over de jaren heen. Op die manier wordt het mogelijk om evoluties vast te stellen, te analyseren, te interpreteren en eventueel bij te sturen. Inhoudelijk heeft het rapport twee luiken: de 'nulmeting' en het 'draaiboek'. De hoofdstukken 2 tot 7 van het eerste luik beschrijven telkens één van de socialprofitdomeinen. Elk hoofdstuk biedt een overzicht van de bestaande hulp- en dienstverlening in de besproken sector en geeft de relevante cijfers weer. Steeds worden de meest recente cijfers opgenomen (2003 of 2004). Waar mogelijk geven we ook cijfers vanaf het jaar 2000 weer, zodat reeds het begin van een tijdreeks wordt gevormd. Om het cijfermateriaal over het aanbod in de social-profitsectoren te kunnen kaderen, voegden we aan de nulmeting een hoofdstuk toe met socio-demografische achtergrondgegevens. Hoofdstuk 1 geeft onder meer cijfers over de bevolkingsaantallen, de leeftijdsverdeling en een aantal gezondheidsaspecten in Vlaanderen. Die cijfers stellen de lezer in staat het cijfermateriaal over het aanbod in de social-profit af te wegen en te plaatsen in de ruimere maatschappelijke context. Het tweede luik van het rapport is een leidraad voor een eventuele herhaling van de meting tijdens de volgende jaren. Het is een 'draaiboek' waarin we voor elke deelsector aangeven welke 'bronnen' of 'leveranciers' men kan aanspreken om in de toekomst vergelijkbare cijfers te bekomen.
11 Deel I Nulmeting
12
13 Hoofdstuk 1 Socio-demografische achtergrondgegevens 1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we een aantal cijfers mee over de socio-demografische achtergrond in Vlaanderen. Op die manier kan de lezer zich een beeld vormen van het grotere geheel waarin de cijfers uit de volgende hoofdstukken moeten worden gekaderd. Het spreekt voor zich dat het niet de bedoeling is om hier een exhaustieve beschrijving te geven van de socio-demografische kenmerken van Vlaanderen. Wel willen we enkele cijfergegevens noemen die relevant zijn voor de interpretatie van de output van de social-profitsector. Voorbeelden van belangrijke achtergrondfactoren zijn het bevolkingsaantal en de leeftijdsverdeling van de Vlaamse bevolking. Om de cijfers in verband met kinderopvang, bijzondere jeugdbijstand en ouderenzorg goed te kunnen interpreteren bijvoorbeeld, is het aangewezen een zicht te hebben over hoe groot de betreffende bevolkingsgroepen zijn. Voor de ouderenzorg is ook de leeftijdsverwachting van belang. Om de cijfers over de zorg voor personen met een handicap te kunnen plaatsen, zou het goed zijn te weten hoeveel Vlamingen een handicap hebben. In verband met de sector van de geestelijke gezondheid is het als achtergrond interessant te weten hoeveel personen er met psychische problemen kampen. Enzovoort. In de volgende paragrafen geven we een bondig overzicht van de meest relevante cijfers, voor zover die voorhanden zijn. 2 Bevolkingsaantal, leeftijdsverdeling, aantal geboorten en levensverwachting 2.1 Inleiding In deze paragraaf geven we cijfergegevens over de grootte en de leeftijdsverdeling van de Vlaamse bevolking. We beginnen met een overzichtstabel met het aantal mannen en vrouwen in de Vlaamse bevolking. Omdat het cijfermateriaal in de volgende hoofdstukken niet alleen de huidige situatie weergeeft, maar waar mogelijk ook een zicht biedt op de afgelopen jaren, tonen we de bevolkingscijfers vanaf het jaar 2000.
14 6 Hoofdstuk 1 Na de weergave van het totale bevolkingsaantal, gaan we verder met cijfers over de verdeling van de Vlaamse bevolking over verschillende leeftijdscategorieën. Die laten toe de gegevens in verband met de kinderopvang, de bijzondere jeugdbijstand en de ouderenzorg te kaderen. Tot slot vermelden we cijfers over de levensverwachting van de Vlaming. 2.2 inwoners in Vlaanderen In tabel 1.1 geven we weer hoeveel inwoners Vlaanderen heeft en in de afgelopen jaren had. Bij het interpreteren van de trends in het algemene zorgaanbod is het zinvol die cijfers in het achterhoofd te houden. Uit de tabel blijkt bijvoorbeeld dat het totale aantal inwoners in het Vlaamse Gewest de laatste jaren licht is gestegen. De verhouding tussen mannen en vrouwen is in dezelfde periode nagenoeg gelijk gebleven. Tabel 1.1: inwoners naar geslacht, Vlaams Gewest, inwoners van het Vlaams Gewest naar geslacht Mannen Vrouwen % % Totaal , , , , , , , , , , Bron: Ecodata, NIS, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, (website: Tabel 1.2 toont de spreiding van de bevolking over de verschillende Vlaamse provincies. Die gegevens maken het geïnteresseerden mogelijk het aanbod van de social-profitsector in de verschillende provincies te 'wikken en wegen'.
15 Socio-demografische achtergrondgegevens 7 Tabel 1.2: inwoners per provincie, Vlaams Gewest, inwoners van de Vlaamse provincies Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Totaal Vlaanderen Bron: Ecodata, NIS, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, (website: Leeftijdsverdeling van de Vlaamse bevolking Met betrekking tot de hoofdstukken over kinderen, jongeren en ouderen, is het relevant een zicht te hebben op de leeftijdsverdeling van de Vlaamse bevolking. Tabel 1.3 geeft het aantal inwoners van Vlaanderen weer per leeftijdscategorie. Om voldoende specifieke achtergrondinformatie te leveren voor de hoofdstukken over kinderopvang en bijzondere jeugdbijstand, geven we voor personen tot en met 19 jaar de cijfers in categorieën van 1 levensjaar mee. Vanaf de leeftijd van 20 jaar stappen we over op leeftijdscategorieën van 5 levensjaren (20-24 jaar, jaar,...). Cijfers in verband met de leeftijdsstructuur van de bevolking in Vlaanderen kunnen worden opgezocht via de link naar een Cognos-databank op de website van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie (CBGS): 1. Die databank heeft het voordeel de gegevens per afzonderlijk leeftijdsjaar ter beschikking te stellen. Ook via de website van Ecodata 2 kunnen makkelijk bevolkingsgegevens worden opgevraagd, maar alleen met leeftijdscategorieën van 5 jaar. De brongegevens waarop de beide websites steunen, worden door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) geleverd. 1 Op het webadres de link naar 'Databanken' volgen, waarna men automatisch bij de 'dynamische bevraging van databanken' komt. Door onderaan te klikken op ' inwoners naar woonplaats, leeftijd, geslacht, nationaliteit en huishoudgrootte' komt men bij een databank waar men de gezochte gegevens kan opvragen en zelf de gewenste outputtabel kan samenstellen. 2 Ecodata, NIS, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, website:
16 8 Hoofdstuk 1 Tabel 1.3: inwoners naar leeftijd, Vlaams Gewest, periode Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 0 tot 4 jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar Totaal Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 5 tot 9 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar Totaal Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 10 tot 14 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar Totaal Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 15 tot 19 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar Totaal
17 Socio-demografische achtergrondgegevens 9 Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 20 tot 44 jaar jaar jaar jaar jaar jaar Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd van 45 tot 69 jaar jaar jaar jaar jaar jaar Inwoners van het Vlaams Gewest naar leeftijd, personen vanaf 70 jaar jaar jaar jaar jaar 90+ jaar Bronnen: (1) cijfers : Cognos-databank via de website van het CBGS: (2) cijfers 2004 in categorieën van 5 jaar: Ecodata, via de webite (3) cijfers 2004 per afzonderlijk leeftijdsjaar: NIS Tabel 1.4 geeft een zicht op de leeftijdsverdeling binnen de afzonderlijke Vlaamse provincies. We onderscheiden drie leeftijdscategorieën: 0-19 jaar, jaar en 65 jaar of ouder.
18 10 Hoofdstuk 1 Tabel 1.4: inwoners per provincie, naar leeftijdscategorie, Vlaams Gewest, Leeftijdsverdeling van de bevolking per Vlaamse provincie Leeftijd Antwerpen Limburg Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Bron: Ecodata, NIS, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, (website: Levensverwachting Een laatste demografisch kenmerk komt aan bod in tabel 1.5. Die tabel bevat cijfers in verband met de levensverwachting in Vlaanderen. De stijgende levensverwachting is immers een belangrijk gegeven in het decor van het toekomstige zorgaanbod.
19 Socio-demografische achtergrondgegevens 11 Tabel 1.5: Levensverwachting naar geslacht, Vlaams Gewest, Levensverwachting in het Vlaams Gewest naar geslacht Mannen Vrouwen Bij geboorte Op 65 jaar Bij geboorte Op 65 jaar ,10 16,32 81,93 20, ,44 16,65 82,30 20, ,60 NB 82,26 NB NB = niet bekend, niet weergegeven in bron Bronnen: cijfers webstek van het Kenniscentrum Statistiek (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Planning en Statistiek); cijfers webstek van het NIS. 3 personen met een handicap Om cijfergegevens in verband met het aanbod voor personen met een handicap in hun juiste context te kunnen plaatsen, zou het goed zijn te weten hoeveel Vlamingen een 'handicap' of een 'beperking' hebben. Een antwoord geven op die vraag is evenwel moeilijker dan het op het eerste gezicht lijkt. Het is om te beginnen niet eenvoudig om eenduidig af te bakenen wat precies als een handicap moet worden beschouwd en wat niet. In welke mate moet een persoon beperkt zijn in haar/zijn dagelijks functioneren voor men van een handicap spreekt? Rekent men, naast personen met een fysieke of een verstandelijke handicap, ook alle personen met een beperkende chronische ziekte of een psychische aandoening tot de categorie van personen met een handicap of niet? Of wat met leeftijd? Rekenen we een negentigjarige die sinds kort nagenoeg blind is tot de personen met een handicap of tot de ouderen? Zo zijn er nog tientallen vragen bedenkbaar waarvan het antwoord minstens bediscussieerbaar is. Ook als men tot een eenduidige definitie komt over wat men als een handicap beschouwt en wat niet, is het niet eenvoudig om cijfers te vinden over het aantal personen dat aan de definitie voldoet. Men zou zijn toevlucht kunnen zoeken tot cijfers over het aantal personen dat ingeschreven is bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH of kortweg Vlaams Fonds) en dus door die instantie erkend is als persoon met een handicap. Zo eenvoudig is het evenwel niet. Het Vlaams Fonds hanteert bijvoorbeeld een leeftijdsgrens van 65 jaar voor nieuwe inschrijvingen, waardoor men geen zicht heeft op personen die op latere leeftijd met een handicap te kampen krijgen. Bovendien is zeker niet elke persoon met een handicap ingeschreven bij het Vlaams Fonds. Mensen die geen
20 12 Hoofdstuk 1 aanspraak kunnen of willen maken op de dienstverlening van het Vlaams Fonds bijvoorbeeld, hebben weinig redenen om zich in te schrijven. Om het nog ingewikkelder te maken, is het zelfs niet duidelijk hoeveel mensen er ingeschreven zijn bij het Vlaams Fonds. Een deel aangeslotenen zijn ten tijde van de oprichting van het Vlaams Fonds automatisch overgenomen vanuit vroegere overheidsinstanties (Fonds 81 bijvoorbeeld), wat het raadplegen van hun (niet-geïnformatiseerde) registratiegegevens sterk bemoeilijkt. Daarnaast wordt het Fonds niet altijd op de hoogte gebracht wanneer ingeschreven personen overlijden. Vooral van personen die geen rechtstreekse ondersteuning krijgen vanuit het Vlaams Fonds, wordt het overlijden vaak niet gemeld. Onder meer om die redenen is het niet mogelijk om bij het Vlaams Fonds het accurate aantal ingeschreven personen met een handicap te bekomen. Een andere poging om het aantal personen met een handicap te benaderen, is het optellen van het aantal personen dat tegemoetkomingen in het kader van de sociale zekerheid ontvangt om reden van een handicap. Daarbij zou men kunnen starten met de personen die een 'inkomensvervangende tegemoetkoming' voor personen met een handicap krijgen. In januari 2003 waren er in Vlaanderen gerechtigden 3. Dat cijfer en ook de cijfers over de aantallen personen die een integratietegemoetkoming of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ontvangen, geven evenwel een zeer partieel beeld van het reële aantal personen met een handicap in Vlaanderen. Zo zijn er ten eerste inkomensvoorwaarden verbonden aan het krijgen van een tegemoetkoming, waardoor een aantal personen met een handicap niet in aanmerking komt. De cijfers geven daarnaast ook helemaal geen zicht op de minderjarigen met een handicap. Ook de grote categorie van personen met een handicap die een inkomen hebben in het kader van de ziekteverzekering, eventueel aangevuld met een tegemoetkoming voor hulp van derden, ontvangen geen tegemoetkoming voor gehandicapten. Er zijn ook personen met een handicap die als huisvrouw of man leven en bijgevolg geen uitkering ontvangen. Nog een mogelijke invalshoek om het aantal personen met beperkingen in te schatten, zijn de cijfers over het aantal invaliden erkend door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit van het RIZIV. Die cijfers gaan over de personen die al langer dan een jaar als arbeidsongeschikt worden beschouwd. In 2001 waren er dat in België : arbeiders, bedienden en zelfstandigen (of meewerkende echtgenoten) 4. 3 Bron: (website Administratie Planning en Statistiek); de brongegevens waarop wordt gesteund, worden geleverd door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid. 4 Bron: RIZIV, Dienst Uitkeringen, Directie Financiën en Statistieken.
21 Socio-demografische achtergrondgegevens 13 Samoy noemt een cijfer voor Vlaanderen: op 30 juni 2002 waren Vlamingen erkend als 'invaliden' 5. Een vraag die hierbij evenwel kan worden gesteld is of alle mensen die een dergelijke uitkering ontvangen ook als personen met een handicap moeten worden gezien. Is een leerkracht die sinds meer dan een jaar met ziekteverlof is omwille van een burn-out, een persoon met een handicap? Een andere opmerking is dat heel wat personen met een handicap niet leven van een invaliditeitsuitkering van de ziekteverzekering. Behalve cijfers over het aantal personen met een invaliditeitsuitkering of met een tegemoetkoming voor personen met een handicap, zijn er ook cijfers die een benaderend idee geven van het aantal mensen dat leeft van een uitkering op basis van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. Ruim geschat zou het om een groep van personen gaan 6. Voorts zijn er ook om en bij de werkzoekende arbeidsgehandicapten en zijn er ongeveer personen aan de slag in een beschutte werkplaats of via een loonkostensubsidie en/of een arbeidspostaanpassing 7. Men zou kunnen redeneren dat het aantal personen met een handicap kan worden geschat door alle genoemde categorieën bij elkaar op te tellen. Toch blijft ook op die manier een belangrijk deel van de personen met een handicap buiten het gezichtsveld. Personen met een handicap die huisvrouw of man zijn, beroepsactief zijn (zonder financiële of andere ondersteuning), een pensioen op basis van arbeid of een leefloon ontvangen bijvoorbeeld, behoren tot geen enkele van de vermelde categorieën. Van hen hebben we helemaal geen accurate cijfers. Een andere manier om het aantal personen met een handicap te proberen schatten, is afgaan op de resultaten van grootschalige nationale enquêtes die peilen naar het aantal personen met een handicap zoals de Gezondheidsenquête. Een groot nadeel van die enquêtes is evenwel dat de steekproeven getrokken worden op basis van 'niet-collectieve' huishoudens. De Belgische Gezondheidsenquête maakt een uitzondering voor personen die verblijven in rustoorden voor bejaarden of in rust- en verzorgingstehuizen, maar niet voor andere 'collectieve huishoudens', zoals psychiatrische verzorgingstehuizen, tehuizen voor niet-werkenden, enzovoort. Personen die wonen in zorgvoorzieningen die specifiek gericht zijn op personen met een handicap, komen met andere woorden sowieso niet aan bod bij die enquêtes. Bijgevolg kunnen de cijfergegevens uit die grootschalige enquêtes nooit een accuraat beeld geven van de proportie personen met een handicap in de bevolking. 5 Erik Samoy, Handicap en arbeid. Overzicht van de ontwikkelingen ( ). Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, Brussel, p Ibid., p Ibid., p.17.
22 14 Hoofdstuk 1 We moeten dan ook concluderen dat geen enkele instantie met inbegrip van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap een eenduidig antwoord kan geven op de vraag hoeveel personen met een handicap er in Vlaanderen leven. Hoe dan toch proberen een raming te maken van het aantal personen met een handicap? Hoger gaven we reeds cijfers over het aantal personen met een uitkering om reden van een langdurige ziekte of een handicap. Hieronder tonen we cijfers over een aantal verschillende indicatoren afkomstig uit de Belgische Gezondheidsenquête van Het is duidelijk dat geen enkele van alle vermelde indicatoren een goede benadering geeft van het aantal personen met een handicap. De cijfers geven de lezer evenwel een vage schets, wat we verkiezen boven het volledig openlaten van de vraag naar het aantal personen met een handicap. Zoals hierboven aangegeven, hebben de cijfers uit de Gezondheidsenquête geen betrekking op personen met een handicap die in een 'collectief huishouden' wonen behalve zij die wonen in een rustoord voor bejaarden of in een rust- en verzorgingstehuis. De cijfers gelden dus enkel voor personen die in een 'niet-collectief' huishouden leven, hetzij als alleenstaande, hetzij als lid van een groter gezin. De weergegeven cijfers gelden telkens voor het Vlaams Gewest. Tabel 1.6: Geslacht Leeftijd Percentage personen dat zegt een officieel erkende invaliditeit of handicap te hebben, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 Officieel erkend (%) Aanvraag lopend (%) Geen aanvraag ingediend (%) Geen handicap (%) respondenten Man 6,6 0,5 2,6 90, Vrouw 4,5 0,7 2,4 92, ,5 0,4 0,7 98, ,9 0,2 1,4 96, ,6 0,3 1,6 94, ,3 1,1 2,2 92, ,0 0,7 2,2 89, ,7 0,1 2,1 88, ,8 0,0 5,3 83, ,8 2,4 7,9 77,9 264 Totaal 5,5 0,6 2,5 91, Bron: Belgische Gezondheidsenquête 2001.
23 Socio-demografische achtergrondgegevens 15 Tabel 1.6 toont de antwoorden die de respondenten van de gezondheidsenquête gaven op de vraag "Heeft u een invaliditeit of handicap die officieel erkend werd of waarvoor u een aanvraag voor officiële erkenning heeft ingediend?" Als volgende richtingaanwijzer voor het aantal personen met een handicap, geven we in tabel 1.7 het aantal dat zegt te lijden aan een of meer langdurige ziektes, langdurige aandoeningen of handicaps. Ook geven we de antwoordscores weer op de vraag of ze door die langdurige ziekte(s), aandoening(en) of handicap(s) belemmerd zijn in hun dagelijkse bezigheden. Tabel 1.7: Percentage personen dat zegt last te hebben van een of meer langdurige ziektes, langdurige aandoeningen of handicaps, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 Personen die last hebben van langdurige ziekte(s), aandoening(en) of handicap(s) Personen met last (%) respondenten Geslacht Leeftijd Personen die daardoor beperkt zijn in hun dagelijkse bezigheden Voortdurend Af en toe beperkt (%) beperkt (%) respond. Man 25, ,5 7, Vrouwen 23, ,1 7, , ,1 1, , ,9 3, , ,1 5, , ,9 8, , ,5 9, , ,2 8, , ,0 11, , ,2 15,1 264 Totaal 24, ,3 7, Bron: Belgische Gezondheidsenquête We vermelden tot slot nog een derde indicator die we terugvinden in de Gezondheidsenquête. Hij peilt naar beperkte mogelijkheden met betrekking tot tien dagdagelijkse functies: transfer in en uit bed, in en uit zetel, aan- en uitkleden, wassen van aangezicht en handen, zelfstandig eten, zelfstandig naar toilet gaan, urinaire incontinentie, mobiliteit, zicht en gehoor. De vraag werd enkel gesteld aan personen van 15 jaar en ouder. Op basis van hun antwoorden worden de respondenten ingedeeld in de categorieën 'geen beperking', 'matige beperking' (wanneer men voor minstens één item matig beperkt is en voor geen enkel item ernstig beperkt) en 'ernstige beperking' (een categorie voorbehouden
24 16 Hoofdstuk 1 voor personen die op minstens een item antwoorden er erg in beperkt te zijn). De resultaten van deze indicator zijn opgenomen in tabel 1.8. Tabel 1.8: Percentage personen dat zegt al dan niet functioneel beperkt te zijn, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 Geslacht Leeftijd Geen beperking (%) Matige beperking (%) Ernstige beperking (%) respondenten Man 83,1 11,8 5, Vrouwen 78,5 13,5 8, ,0 2,2 0, ,7 4,9 2, ,0 6,3 1, ,1 11,8 3, ,8 19,2 6, ,8 26,7 12, ,8 34,2 32,0 258 Totaal 80,7 12,7 6, Bron: Belgische Gezondheidsenquête De tot nog toe weergegeven indicatoren bieden in de eerste plaats een zij het zeer beperkt zicht op het aantal volwassen personen met een handicap. We voegen daarom nog een indicator toe over het aantal kinderen en jongeren met een handicap, met name het aantal kinderen in het buitengewoon onderwijs. Tabel 1.9: kinderen in het Buitengewoon Onderwijs, Vlaams Gewest, schooljaar Kleuteronderwijs Lagere school Secundair onderwijs Totaal kinderen in het buitengewoon onderwijs Bron:
25 Socio-demografische achtergrondgegevens 17 4 Psychische gezondheid De psychische gezondheid van de Vlaming is vanzelfsprekend een belangrijk achtergrondgegeven voor de sector van de geestelijke gezondheidszorg. Maar ook in het kader van de algemene welzijnszorg is het interessant na te gaan hoe het gesteld is met het psychisch welzijn van de bevolking. Een goed beeld krijgen op de psychische gezondheid in Vlaanderen is een moeilijke opdracht. In de eerste plaats speelt ook hier een definitieprobleem: wanneer is iemand psychisch gezond en wanneer niet? Het is onmogelijk hierop een kant-en-klaar antwoord te geven. Om toch enige achtergrondcijfers mee te geven, tonen we hieronder de incidentiecijfers van de meest voorkomende psychische moeilijkheden: depressie en angstproblemen. Tabel 1.10: Percentage personen dat zegt te lijden aan psychische problemen, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 % personen met typische somatische symptomen, depressie-, angst- of slaapproblemen Somatisch Depressie Angst Slaap # Respondenten Geslacht Man 5,4 6,4 4,3 16, Vrouw 9,6 9,6 6,6 23, Leeftijd ,9 6,9 4,6 10, ,0 7,6 4,6 14, ,8 5,0 3,0 15, ,7 9,5 8,1 25, ,3 6,9 5,9 22, ,4 12,1 7,0 32, ,8 11,9 6,5 34,4 228 Totaal 7,5 8,1 5,5 20, Bron: Belgische Gezondheidsenquête De cijfers zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquête van 2001 en zijn gebaseerd op de scores die de respondenten geven op een batterij van vragen over depressieve en angstsymptomen. Behalve cijfers voor (1) angst en (2) depressie, geeft de gezondheidsenquête ook informatie over het vóórkomen in de bevolking van (3) slaapproblemen en (4) somatische symptomen die gekend staan als vaak gelinkt met psychisch onwelzijn. Al die cijfers zijn opgenomen in tabel De vragen werden alleen
26 18 Hoofdstuk 1 gesteld aan personen van 15 jaar of ouder. We willen eraan herinneren dat de gezondheidsenquête geen rekening houdt met personen die in een 'collectief huishouden' wonen, zoals psychiatrische verzorgingstehuizen. 5 Sociale gezondheid Als achtergrondinformatie bij de hoofdstukken over algemeen welzijnswerk en geestelijke gezondheid geven we hier ook enkele cijfers in verband met het sociaal welbevinden van de Vlamingen. De bron van het cijfermateriaal is opnieuw de Gezondheidsenquête van Tabel 1.11 geeft weer hoeveel personen zeggen (on)tevreden te zijn met hun sociale relaties. Tabel 1.11: Tevredenheid met de eigen sociale relaties, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 Geslacht Leeftijd Personen (in %) volgens hun appreciatie van hun sociale relaties Ontevreden met sociale relaties Tevreden met sociale relaties respondenten Man 6,4 93, Vrouwen 7,0 93, ,0 98, ,0 94, ,7 93, ,9 92, ,0 93, ,0 91, ,3 89,7 232 Totaal 6,7 93, Bron: Belgische Gezondheidsenquête Voor de informatie in de volgende tabel, over de ondersteuning die mensen kunnen krijgen in geval van een probleem, werden de antwoorden gebruikt die de respondenten gaven op drie vragen. De eerste vraag is: "Zou u op buren, vrienden of familie kunnen rekenen als u onverwachts hulp zou nodig hebben?". De tweede is: "Is er in uw omgeving of in uw
27 Socio-demografische achtergrondgegevens 19 familie iemand die u in vertrouwen kan nemen, met wie u vrijuit over uw problemen kan praten?". En de derde vraag luidt: "Is er in uw omgeving of uw familie iemand die u kan helpen, als u een probleem heeft". Respondenten die op elk van deze drie vragen antwoordden met "ja", werden ondergebracht in de categorie 'sterke sociale ondersteuning', de respondenten die op minstens één van de drie vragen met "neen" antwoorden, worden beschouwd als personen met een 'zwakke sociale ondersteuning'. Tabel 1.12: Mate van ervaren sociale ondersteuning, naar geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, enquêtegegevens 2001 Geslacht Leeftijd Personen (in %) volgens de mate van sociale ondersteuning die ze krijgen Zwakke sociale ondersteuning Sterke sociale ondersteuning respondenten Man 12,1 87, Vrouwen 10,2 89, ,4 94, ,8 94, ,4 89, ,1 83, ,3 85, ,8 86, ,5 84,5 230 Totaal 11,1 88, Bron: Belgische Gezondheidsenquête Financiële armoede Via de website van de Administratie Planning en Statistiek kan men cijfers raadplegen in verband met financiële armoede in Vlaanderen. De onderstaande tabel geeft het risico op financiële armoede weer naar leeftijd en geslacht. Als 'personen in financiële armoede' beschouwt men alle personen met een netto-inkomen dat lager ligt dan 60% van het mediaan equivalent inkomen in Vlaanderen. Het 'equivalent inkomen' is een maat die rekening houdt met het aantal
28 20 Hoofdstuk 1 gezinsleden, zodat de netto-inkomens van gezinnen van verschillende groottes vergelijkbaar worden. De cijfers gelden voor het jaar Tabel 1.13: Percentage personen in financiële armoede, naar leeftijd en geslacht, Vlaams Gewest, 2001 Personen (in %) in financiële armoede Mannen Vrouwen Totaal 0-15 jaar jaar jaar jaar Totaal Bron:
29 Hoofdstuk 2 Zorg voor kinderen 1 Inleiding In dit hoofdstuk komt de dienstverlening van Kind en Gezin aan bod. We geven met name een overzicht van het aanbod van diensten en voorzieningen uit de twee grote beleidsdomeinen waarop Kind en Gezin actief is: kinderopvang en preventieve gezinsondersteuning. Wat de kinderopvang betreft, beschrijven we de volgende opvangsoorten (paragraaf 2): kinderdagverblijven; (diensten voor) opvanggezinnen; initiatieven voor buitenschoolse opvang; buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf; mini-crèches; zelfstandige kinderdagverblijven; zelfstandige onthaalouders. De afdeling preventieve gezinsondersteuning binnen Kind en Gezin heeft tot doel preventief en ondersteunend op te treden met het oog op een volwaardige ontplooiing van het kind en op het voorkómen van ernstige problemen. Bij de bespreking maken we een onderscheid tussen de algemene preventieve zorgvoorzieningen en de bijzondere voorzieningen waarop men een beroep kan doen bij probleem- of crisissituaties, bij kindermishandeling en bij adoptie. Achtereenvolgens belichten we de volgende voorzieningen: Algemene preventieve zorg (paragraaf 3) regiohuizen; INLOOP-teams; infoavonden voor aanstaande ouders; pre- en postnatale consultatiebureaus; kraambezoeken; gezinsbezoeken; consultatiebureaus voor het jonge kind; medische zittingen in de kinderopvang.
30 22 Hoofdstuk 2 Bijzondere zorg en hulpverlening (paragraaf 4) hulpverlening aan kinderen in probleem- of crisissituaties, onder meer centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning en diensten voor gezinsondersteunende pleegzorg; vertrouwenscentra kindermishandeling; adoptie. 2 Kinderopvang 2.1 Overzicht Wat? Een van de grote taken van Kind en Gezin betreft kinderopvang. Kind en Gezin organiseert zelf geen kinderopvang, maar ondersteunt en begeleidt verschillende opvangsoorten. De inspectie van Kind en Gezin controleert alle opvangvoorzieningen die bij Kind en Gezin een attest van toezicht of een erkenning hebben. Vele bestaande opvanginitiatieven worden ook gesubsidieerd. Wat de verschillende vormen van kinderopvang precies inhouden, komt aan bod bij de gedetailleerde bespreking van elke opvangvorm Cijfermateriaal Tabel 2.1 geeft voor verschillende vormen van kinderopvang het aantal voorzieningen weer met een attest van toezicht van Kind en Gezin of door Kind en Gezin erkend. Behalve het aantal opvangvoorzieningen, is het ook belangrijk na te gaan hoeveel opvangplaatsen die voorzieningen bieden. Die gegevens zijn opgenomen in tabel 2.2. Tabel 2.1: Opvangvoorzieningen Kind en Gezin aantal voorzieningen per type opvang Soort opvangvoorziening Erkend door Kind en Gezin Kinderdagverblijven Diensten voor opvanggezinnen Buitenschoolse opvang georganiseerd door een kinderdagverblijf Initiatieven voor buitenschoolse opvang
31 Zorg voor kinderen 23 Soort opvangvoorziening Met attest van toezicht van Kind en Gezin Mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven (totaal) Mini-crèches NB Zelfstandige kinderdagverblijven NB Zelfstandige onthaalouders NB = niet bekend Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2000, 2001, 2002 en Tabel 2.2: Opvangvoorzieningen Kind en Gezin aantal plaatsen per type opvang Soort opvangvoorziening Erkend door Kind en Gezin Kinderdagverblijven Diensten voor opvanggezinnen Buitenschoolse opvang georganiseerd door een kinderdagverblijf Initiatieven voor buitenschoolse opvang Totaal erkend door Kind en Gezin Met attest van toezicht van Kind en Gezin Mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven (totaal) Mini-crèches NB Zelfstandige kinderdagverblijven NB Zelfstandige onthaalouders Totaal met attest van toezicht Kind en Gezin Algemeen totaal Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2000, 2001, 2002 en 2003 en (gewone) jaarverslagen 2000, 2001, 2002 en Er zijn ook meer gedetailleerde gegevens (per provincie) beschikbaar over het aantal voorzieningen in de kinderopvang en over het aantal plaatsen dat ze bieden. Die gegevens
32 24 Hoofdstuk 2 komen in de volgende paragrafen aan bod. We geven telkens de cijfers weer voor 2000, 2001, 2002 en Kinderdagverblijven Wat? Erkende kinderdagverblijven zijn grotere opvangvoorzieningen die in de eerste plaats baby s en peuters opvangen. De kleinste erkende kinderdagverblijven hebben plaats voor 23 kinderen, de grootste voor meer dan 100. Het speelgoed, de infrastructuur en de activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en de interesses van de kinderen. Elke leefgroep heeft vaste begeleiders, opgeleid voor hun functie. De prijs van opvang in een erkend kinderdagverblijf is wettelijk geregeld en hangt af van het inkomen van de ouder(s) Cijfermateriaal De onderstaande tabellen bevatten cijfers voor 2000, 2001, 2002 en 2003 over het aantal erkende kinderdagverblijven en het aantal plaatsen dat ze bieden, per provincie. Het onderscheid tussen crèches en peutertuinen dat in de statistische jaarverslagen van Kind en Gezin wordt gemaakt, wordt aangehouden in de tabellen. Tabel 2.3: kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) en aantal plaatsen in kinderdagverblijven, per provincie, voorzien. Crèches plaatsen Peutertuinen voorzien. plaatsen Totaal kinderdagverblijven voorzien. plaatsen Antwerpen Limburg Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Bron: Kind en Gezin, Statistisch jaarverslag
33 Zorg voor kinderen 25 Tabel 2.4: kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) en aantal plaatsen in kinderdagverblijven, per provincie, voorzien. Crèches plaatsen Peutertuinen voorzien. plaatsen Totaal kinderdagverblijven voorzien. plaatsen Antwerpen Limburg Bron: Kind en Gezin, Statistisch jaarverslag Tabel 2.5: kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) en aantal plaatsen in kinderdagverblijven, per provincie, voorzien. Crèches plaatsen Peutertuinen voorzien. plaatsen Totaal kinderdagverblijven voorzien. plaatsen Antwerpen Limburg Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Bron: Kind en Gezin, Statistisch jaarverslag
34 26 Hoofdstuk 2 Tabel 2.6: kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) en aantal plaatsen in kinderdagverblijven, per provincie, voorzien. Crèches plaatsen Peutertuinen voorzien. plaatsen Totaal kinderdagverblijven voorzien. plaatsen Antwerpen Limburg Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Bron: Kind en Gezin, Statistisch jaarverslag Opvanggezinnen Wat? Een volgende opvangvorm onder de bevoegdheid van Kind en Gezin is de opvang in opvanggezinnen. Het gaat om opvang bij onthaalouders die aangesloten zijn bij een erkende dienst voor opvanggezinnen. De onthaalouder vangt de kinderen bij haar of hem thuis op. Er worden nooit meer dan 8 kinderen gelijktijdig opgevangen (de eventuele eigen kinderen van de onthaalouder inbegrepen). De onthaalouder wordt begeleid door medewerkers van een door Kind en Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen. De eerste contacten hebben de ouders met een medewerker van een dienst, die hen daarna voorstelt aan onthaalouders die bij de dienst zijn aangesloten. De ouders betalen voor de opvang aan de dienst voor opvanggezinnen, die op zijn beurt de onthaalouder vergoedt. De prijs van opvang bij een onthaalouder die aangesloten is bij een erkende dienst voor opvanggezinnen is wettelijk geregeld en afhankelijk van het inkomen Cijfermateriaal We geven hieronder cijfers weer over het aantal diensten voor opvanggezinnen en het aantal opvanggezinnen zelf, en dit voor de periode
35 Zorg voor kinderen 27 Tabel 2.7: diensten voor opvanggezinnen en aantal opvanggezinnen, per provincie, diensten voor opvanggez. Diensten voor opvanggezinnen opvanggezinnen diensten voor opvanggez. Antwerpen Limburg opvanggezinnen Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest BSD BSD = Belgische soldaten in Duitsland Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2000 en Tabel 2.8: diensten voor opvanggezinnen en aantal opvanggezinnen, per provincie, diensten voor opvanggez. Diensten voor opvanggezinnen opvanggezinnen diensten voor opvanggez. Antwerpen Limburg opvanggezinnen Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest BSD BSD = Belgische soldaten in Duitsland Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2002 en 2003.
36 28 Hoofdstuk Erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang Wat? In de erkende 'initiatieven voor buitenschoolse opvang' worden kinderen die naar de kleuterschool of de lagere school gaan, voor en na de schooluren en op vakantiedagen opgevangen. Er is 1 begeleider voor 14 kinderen. Alle begeleiders zijn opgeleid voor hun functie. Een initiatief voor buitenschoolse opvang heeft meestal meer vestigingen per gemeente zodat de afstand naar de school niet te groot is. Veel initiatieven voor buitenschoolse opvang hebben een samenwerking met andere initiatieven in de gemeente, zoals grabbelpasactiviteiten of speelpleinwerking. De prijs van de opvang door een erkend initiatief voor buitenschoolse opvang is wettelijk geregeld: er zijn minima en maxima vastgelegd waarbinnen de bijdrage die de ouders betalen moet vallen Cijfermateriaal Cijfergegevens over het aantal erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang en over het aantal opvangplaatsen binnen die initiatieven zijn opgenomen in de tabellen 2.9 en De cijfers hebben betrekking op de periode en zijn opgesplitst per provincie. Tabel 2.9: erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang en aantal opvangplaatsen, per provincie, initiatieven Erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang opvangplaatsen initiatieven Antwerpen Limburg opvangplaatsen Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2000 en 2001.
37 Zorg voor kinderen 29 Tabel 2.10: erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang en aantal opvangplaatsen, per provincie, initiatieven Erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang opvangplaatsen initiatieven Antwerpen Limburg opvangplaatsen Oost- Vlaanderen Vlaams- Brabant West- Vlaanderen Totaal Vlaanderen Brussels Gewest Bron: Kind en Gezin, Statistische jaarverslagen 2002 en Buitenschoolse opvang georganiseerd door kinderdagverblijven Wat? Ook sommige erkende kinderdagverblijven vangen kleuters en lagere schoolkinderen op voor en na de schooluren, op woensdagmiddagen, vakantiedagen en schoolvrije dagen. Erkende kinderdagverblijven die buitenschoolse opvang organiseren, starten voor de schooluren om 7 uur en stoppen na de schooluren om 18 uur. Sommige kinderdagverblijven vangen kinderen op voor enkele uren per week of op bijzondere uren (vroeg, laat of tijdens het weekend). De prijs van opvang in een erkend kinderdagverblijf is wettelijk geregeld, maar, wanneer de buitenschoolse opvang door het kinderdagverblijf in aparte lokalen wordt georganiseerd (dus niet samen met de baby s en de peuters), dan is de prijs niet wettelijk geregeld Cijfermateriaal Hieronder geven we de cijfers over de buitenschoolse opvang door kinderdagverblijven weer voor de periode , telkens per provincie.
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Nadere informatieINHOUD 5 INLEIDING 13. HOOFDSTUK 1 15 De welzijnsoverheden in België 15 1. De federale overheid 18 1.1. Sociale zekerheid 19 1.2. Sociale bijstand 20
I N H O U D INHOUD 5 INLEIDING 13 HOOFDSTUK 1 15 De welzijnsoverheden in België 15 1. De federale overheid 18 1.1. Sociale zekerheid 19 1.2. Sociale bijstand 20 2. De lokale overheid 22 3. De Vlaamse overheid
Nadere informatieDe (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen
De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen Sofie Kuppens HIVA KU Leuven Kennisplatform BUITENKANS Vóór en vroegschoolse educatie in de strijd tegen kinderarmoede 27 April 2016 Overzicht Inleiding
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997
5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie
Nadere informatie2. ONDERWIJS, VORMING EN OPLEIDING
PUBLICATIEPLAN 1. ALGEMEEN 1.1. OVERHEDEN EN INSTELLINGEN 1.1.1. Europese Commissie Helios II 1.1.2. Federale Overheden 1.1.3. Gewestelijk 1.1.4. Provinciaal 1.1.5. Regionaal 1.1.6. Intercommunaal 1.1.7.
Nadere informatieDe Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen
De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997
5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie
Nadere informatieDe Sociale plattegrond
De Sociale plattegrond Sector: Begeleiding jonge kinderen Spreker: Krista De Vos (Kind en Gezin) Kind en Gezin Kleine kinderen, wij maken er werk van! 1 Voorgeschiedenis 1919: Nationaal Werk voor het Kinderwelzijn
Nadere informatieResultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de
Nadere informatieWelzijnsbarometer 2015
OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion
Nadere informatieArbeidsgehandicapten : wie zijn ze?
1 Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze? Erik Samoy (PhD) Studiecel VFSIPH -okt 2001 2 1. Omschrijving van het begrip arbeidsgehandicapten Theoretisch kunnen arbeidsgehandicapten worden omschreven als : personen
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de
Nadere informatieI N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13
5 I N H O U D INLEIDING 11 HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 1. Welzijnszorg 13 1.1. Wat is welzijnszorg? 13 1.2. Welzijnszorg van gunst naar recht 14 1.3. De positie van de welzijnssector in Vlaanderen,
Nadere informatieKINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001
1 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap 1. Informele kinderopvang 2. Formele kinderopvang 3. De plicht tot melding aan Kind en Gezin
Nadere informatieAanvraag in het kader van de
Aanvraag in het kader van de U kunt dit aanvraagformulier gebruiken om de terugbetaling aan te vragen van niet-medische kosten of om een vergoeding te verkrijgen indien u thuis door een mantelzorger verzorgd
Nadere informatiePer 1.000 kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind 2008 68 opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.
Limburgse kinderopvang misdeeld door huidige Vlaamse Regering. Uit het antwoord vanwege Vlaams minister van Welzijn Heeren op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Els Robeyns blijkt
Nadere informatieStudiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.
In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997
5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de
Nadere informatiewww.vlaamsezorgverzekering.be
www.vlaamsezorgverzekering.be De Vlaamse zorgverzekering wil een (gedeeltelijke) dekking bieden van kosten voor niet-medische zorgen verleend aan een zorgbehoevende vernieuwde regeling vanaf 2003 om zorgverzekering
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS
Nadere informatieENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002
ENQUETE INZAKE HET GEBRUIK VAN KINDEROPVANG VOOR KINDEREN JONGER DAN 3 JAAR NAJAAR 2002 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.14.11 Wettelijk Depot 2003/4112/3 Mei 2003 Cynthia Bettens Bea
Nadere informatieG E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010
G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Riemst Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens
Nadere informatieG E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010
G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Gingelom Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens
Nadere informatieSECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN
SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN Inleiding Sectoren spelen een belangrijke rol in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de
Nadere informatieZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door:
Nadere informatieRAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE
RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven
Nadere informatieDeze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van VERA JANS datum: 12 december 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Thuisbegeleiding personen met autismespectrumstoornis - Capaciteit
Nadere informatiewegwijs in opvang voor je baby of peuter
wegwijs in opvang voor je baby of peuter 1. Opvang zoeken 1.1 Wat zijn je wensen? De opvang zorgt samen met jou voor de opvoeding van je kind. Daarom is opvang kiezen een belangrijke keuze, waar je zelf
Nadere informatieRegistratie arbeidszorg
Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft
Nadere informatieTabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996
Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatieHelft zorgverzekerden komt niet rond
Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel
Nadere informatie«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES
«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.6 - Maart 2009-373-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.6 - Maart 2009-373- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN VEERLE HEEREN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Vraag nr. 159 van 28 januari 2009
Nadere informatieResultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997
6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen
Nadere informatieG E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010
G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Zonhoven Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens
Nadere informatieWat is het basisondersteuningsbudget? Zorgkas
Wat is het basisondersteuningsbudget? Zorgkas Wat is het basisondersteuningsbudget? Het basisondersteuningsbudget (BOB) is een Vlaamse premie of tegemoetkoming voor personen met een handicap die een beperkte
Nadere informatieInhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62
Inhoud Lijst met tabellen 11 Lijst met figuren 15 Voorwoord 19 Deel 1 Inleiding 21 1 Opzet en structuur 23 Deel 2 Gezinsbeleid 29 2 Waarom zich met gezinnen bemoeien? 31 2.1 Hedendaagse gezinnen: dynamisch,
Nadere informatieG E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010
G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Sint-Truiden Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met
Nadere informatieBRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting
BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/14/039 ADVIES NR. 14/11 VAN 4 MAART 2014 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK
Nadere informatieAanvraagformulier voor mantel- en thuiszorg (te gebruiken vanaf 1 januari 2004)
Aanvraagformulier voor mantel- en thuiszorg (te gebruiken vanaf 1 januari 2004) In te vullen door de zorgbehoevende bij een aanvraag voor mantel- en thuiszorg of een verandering van zorgvorm naar mantel-
Nadere informatieKinderarmoede in het Brussels Gewest
OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013
PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013 Bijna 38 % van de werkende bevolking combineert een job met kinderen jonger dan 15 jaar Resultaten van een speciale module over de combinatie werk en gezin Van alle
Nadere informatieAanvraag van een tegemoetkoming voor mantel- en thuiszorg
Aanvraag van een tegemoetkoming voor mantel- en thuiszorg ZG/VZ/ZF/120607 In te vullen door de zorgkas ontvangstdatum Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u als zorgbehoevende een tegemoetkoming
Nadere informatiejaarverslag kinderopvang
Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2007 INHOUD VOORWOORD...1 DEEL 1: CIJFERS EN FEITEN...2 HOOFDSTUK 1. SCHETS VAN HET OPVANGLANDSCHAP...2 1. Informele
Nadere informatieHoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS
Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is
Nadere informatiejaarverslag kinderopvang 2006 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:
Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2006 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 info@kindengezin.be http://www.kindengezin.be
Nadere informatieAlgemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)
Inhoud Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Dit rapport brengt de Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen
Nadere informatieKinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012
Kinderopvang in West- West- Werkt 3, 212 foto: Landelijke Kinderopvang vzw Aanbod in kaart 17. formele kinderopvangplaatsen in West- Lieselot Denorme en Tanja Termote WES Lieselot Denorme Tanja Termote
Nadere informatieEnquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar 2004
Voorjaar Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar Stijn Van Keer Cynthia Bettens Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk
Nadere informatieHoofdstuk 5 KINDEROPVANG EN ANDERE EXTERNE OPVOEDINGSMILIEUS
Hoofdstuk 5 KINDEROPVANG EN ANDERE EXTERNE OPVOEDINGSMILIEUS 100 101 Kinderen komen al snel in contact met andere opvoedingsmilieus (kinderopvang, scholen, ) waar ze ook heel wat tijd doorbrengen. We schetsen
Nadere informatie1. Kwartiermaken. Kwartiermakenvoor mensen met een psychische kwetsbaarheid. PsycEvent Duffel 7 mei 2015
1. Kwartiermaken Kwartiermakenvoor mensen met een psychische kwetsbaarheid PsycEvent Duffel 7 mei 2015 1 Inhoudstafel 1. Kwartiermaken?? 2. Hoeveel plaats is er nodig 3. Hoe moet de plek eruit zien 4.
Nadere informatieArbeid en niet-arbeid bij personen met functiebeperkingen in de Panel Studie van Belgische Huishoudens
1 Arbeid en niet-arbeid bij personen met in de Panel Studie van Belgische Huishoudens Erik Samoy (PhD) Studiecel VFSIPH Brussel, juni 2001 1. De panel studie (PSBH) De PSBH startte in 1990 als een project
Nadere informatieKinderopvang. Jaarverslag 2005. Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02 533 12 11 http://www.kindengezin.be
Kinderopvang Jaarverslag 2005 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02 533 12 11 http://www.kindengezin.be 2 INHOUD Voorwoord Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets van het opvanglandschap
Nadere informatieResultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,
Nadere informatie25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven
Zelfstandige kinderdagverblijven Bezoekendag, 24 juni 2010 1 Dagprogramma 24 juni 2010 Voormiddag Inleiding bij het begrip zelfstandig kinderdagverblijf Kennismaking met kinderdagverblijf Ukkie-Pukkie
Nadere informatiejaarverslag kinderopvang 2008 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:
Doelgroepbereik, testresultaten en resultaten van de verwijzingen jaarverslag kinderopvang 2008 Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Kind en Gezin-Lijn: 078 150 100 info@kindengezin.be http://www.kindengezin.be
Nadere informatieDe vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).
In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.
Nadere informatieHinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen
Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse
Nadere informatieADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016
ADDEDUM bij het rapport Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV een rapport van de Cel Planning van het Aanbod van de
Nadere informatieCentrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem
Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research 21 maart 2017 Berchem 1 Belfius studies Expertise van Belfius in de lokale sector
Nadere informatieHet Inkomen van Chronisch zieke mensen
Het Inkomen van Chronisch zieke mensen een uiteenzetting door: Greet Verbergt voor t Lichtpuntje & Vlaamse pijnliga 18 april 2009 Greet Verbergt is navorser en collega van Prof. Bea Cantillon aan het Centrum
Nadere informatieNaamsesteenweg Heverlee (in te vullen door sociaal assistent)
PVT Salvenbos Aanmeldingsprocedure Naamsesteenweg 492 3001 Heverlee (in te vullen door sociaal assistent) Datum van aanmelding: Is de kandidaat op de hoogte van alle gegevens die door middel van dit aanmeldingsformulier
Nadere informatieMEDEDELING. KWMDJ002 16 maart 2009. Alle opvangvoorzieningen
Hallepoortlaan 27 B-1060 BRUSSEL Telefoon: 02 533 12 11 Fax: 02 544 02 80 www.kindengezin.be e-mail : info@kindengezin.be MEDEDELING Het ministerieel besluit over het attest van een basisopleiding levensreddend
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.
Nadere informatieGezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische
Nadere informatieInleiding. Bespreking pagina 1
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieInleiding. Johan Van der Heyden
Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be
Nadere informatieGezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van
Nadere informatieDeel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN
Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 402 Schooljaar 2016-2017 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Privaatrechtelijk Provincie
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieOmgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende
Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende 1 Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de
Nadere informatieGasten verrassen! Themafiche: Pleeggasten in 2017!
Gasten verrassen! Themafiche: Pleeggasten in 201! 1 Pleegzorg West-Vlaanderen verzorgt de begeleiding voor volwassenen met een handicap en/of een psychiatrische problematiek die in een gastgezin verblijven.
Nadere informatieCOULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen
COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen 07.03.2017 Commissie Welzijn arbeidsmarkt Terminologie buitenlandse herkomst : personen die legaal en langdurig in België verblijven, en die bij hun geboorte
Nadere informatieAanvraag van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden bij mantel- en thuiszorg
Aanvraag van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden bij mantel- en thuiszorg VSB-01-180207 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieAanvraag van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden bij mantel- en thuiszorg
Aanvraag van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden bij mantel- en thuiszorg VSB-01-180207 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatie1 Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatste verstuurde mededeling
1 Toelichting van 16 februari 2009 bij het besluit van de Vlaamse Regering dd. 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen De regie van de kinderopvang
Nadere informatieKinderopvang. Jaarverslag Kind en Gezin Hallepoortlaan Brussel 02/
Kinderopvang Jaarverslag 2004 Kind en Gezin Hallepoortlaan 27 1060 Brussel 02/533.12.11 http://www.kindengezin.be 2 KINDEROPVANG IN VLAANDEREN - 2004 INHOUD Deel 1: Cijfers en feiten Hoofdstuk 1. Schets
Nadere informatieOuderen Informatie Punt
OCMW LICHTERVELDE Sociaal Huis Ouderen Informatie Punt Tegemoetkomingen Wat, wanneer, waar en hoe aanvragen DE TEGEMOETKOMING VOOR HULP AAN BEJAARDEN VOOR WIE? De tegemoetkoming kan worden aangevraagd
Nadere informatieVERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon heeft.
B.E.L.-PROFIELSCHAAL Basis - Eerste - Lijns - profielschaal VERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon
Nadere informatieOmzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001
Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be
Nadere informatieResultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp
Nadere informatie1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001
Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van
Nadere informatieEnquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004
Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk
Nadere informatieAANVRAAG VOOR EEN TEGEMOETKOMING VOOR MANTEL- EN THUISZORG VAN DE VLAAMSE ZORGVERZEKERING
AANVRAAG VOOR EEN TEGEMOETKOMING VOOR MANTEL- EN THUISZORG VAN DE VLAAMSE ZORGVERZEKERING In te vullen door de zorgkas Ontvangstdatum: Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u een zorgbudget
Nadere informatieSimulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang
Simulatie van de vraag naar voorschoolse kinderopvang foto: Landelijke Kinderopvang vzw West-Vlaanderen komt 3.000 plaatsen in kinderopvang tekort Tanja Termote Senior researcher WES Tanja Termote De behoefte
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997
6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp
Nadere informatieTabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.
Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het
Nadere informatieJaarverslag Erkend en gesubsidieerd door het VAPH
Jaarverslag 2013 Begeleid Wonen Tienen v.z.w. Beauduinstraat 150 3300 Tienen Tel.: 016/81 48 46 E-mail: secretariaat@begeleidwonentienen.be Website: www.begeleidwonentienen.be Erkend en gesubsidieerd door
Nadere informatieZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest /
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE Vlaams Gewest 2009-2011 / 7.01.2015 7.01.2015 Zorgzwaarte 1/14 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers in november 2013 DOOR: Heidi Cloots, Herwin De Kind,
Nadere informatieInclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang
Inclusieve opvang en Centra inclusieve kinderopvang Inspiratiedag Kinderopvang VVSG 2 april 2015 Sylvia Walravens Stafmedewerker afdeling Kinderopvang Historische context Inclusieve opvang binnen Kind
Nadere informatieDeel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN
Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 394 Schooljaar 2014-2015 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Antwerpen 90 6 96 368
Nadere informatieParitair comité (privésector) Vlaamse diensten voor gezins- en. Geldig tot trimester. Begindatum geldigheid
Sector Code Omschrijving Privésector Openbare sector Paritair comité (privésector) Opmerking/omschrijving Vlaamse diensten voor gezins- en 100 Vlaamse sector van de gezinszorg Ja Ja 318.02 o.a.: bejaardenhulp
Nadere informatieWelkom bij de Vlaamse Zorgkas. Wat meer uitleg over de zorgverzekering
Wat meer uitleg over de zorgverzekering Welkom bij de Vlaamse Zorgkas Wat is de zorgverzekering? De Vlaamse Regering heeft aan het eind van de jaren negentig de zorgverzekering in het leven geroepen. Waarom?
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/096 ADVIES NR. 16/22 VAN 3 MEI 2016 OVER DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN
Nadere informatie4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 63 van ELKE VAN DEN BRANDT datum: 15 oktober 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Zelfstandige kinderopvang - Evolutie Het decreet Kinderopvang
Nadere informatieREFERENTIEKAART CIRRO GEBRUIKERS PO/OT voor invullen van acties voor jaarplan en jaarverslag
voor invullen van acties voor jaarplan en jaarverslag 03/01/2019 versie 05 (000) > Bestemd voor partnerorganisaties (PO) en organisaties met terreinwerking (OT) > Hierna vindt u de velden in te vullen
Nadere informatieRapport solidariteitsbarometer
Datum: 14-10-2014 Voor: db Document: nota Volg nr. : ph Rapport solidariteitsbarometer 1. Inleiding Met de solidariteitsbarometer wilde Ziekenzorg CM de opvattingen van de Vlaming over solidariteit in
Nadere informatie