Halfjaarverslag 2013

Transcriptie

1 Halfjaarverslag 2013

2 Verslag van de hoogtepunten en activiteiten voor de eerste helft van 2013 Februari In februari vonden geen noemenswaardige gebeurtenissen plaats voor Euronav. Januari Op 31 januari 2013 bracht de vennootschap een omruilbod uit op alle uitstaande converteerbare obligaties die vervallen op 31 januari 2015 tegen nieuwe converteerbare obligaties met vervaldatum 31 januari In totaal werden obligaties (125 miljoen USD) in deze transactie aangeboden. Na de omruilng blijven nog slechts 25 miljoen USD aan obligaties die vervallen in 2015 uitstaan. Maart Één van de belangrijkste gebeurtenissen van het eerste halfjaar van 2013 was de voltooiing van de verkoop van de Cap Isabella ( dwt). Euronav verkocht de Suezmax Cap Isabella een nieuwbouw schip van Samsung Heavy Industries Ltd. aan Belle Shipholdings Ltd., een vennootschap in dewelke Peter Livanos, referentie-aandeelhouder van de vennootschap en ondervoorzitter van de raad van bestuur, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belangrijke deelneming bezit. Het schip werd terug in naaktrompbevrachting genomen voor een vaste periode van 2 jaar met 3 opties voor verlenging van één jaar naar keuze van de bevrachter. Indien het schip door de eigenaar wordt verkocht tijdens de naaktrompbevrachting en de verkoopprijs een bepaalde drempel overschrijdt, deelt euronav in de winst. Aan gezien deze transactie vóór de aankondiging van de definitieve jaarresultaten 2012 werd getekend en het resultaat is van onderhandelingen met meerdere partijen gedurende het financieel jaar van 2012, boekte de vennootschap het verlies van -32 miljoen USD nog in Belangrijker evenwel stelde deze transactie Euronav in staat haar laatste investeringskost te voldoen en de oplevering van het schip te aanvaarden met een minimaal gebruik van liquide middelen. 2

3 April De vennootschap verhuurde de Cap Diamant ( dwt) onder langetermijnbevrachtingsovereenkomst voor een periode van 8 maanden met een bijkomende optie voor verlenging van 1 maand naar keuze van de bevrachter. Mei Euronav bleef maatregelen treffen om het brandstofverbruik van haar vloot op de spotmarkt te verminderen. De vennootschap heeft op een aantal schepen een Mewis Duct schroef geïnstalleerd, een toepassing die de efficiëntie van de schroef verbetert en bewezen heeft één van de meest efficiënte energiebesparende middelen te zijn. Tevens worden diverse schepen uitgerust met elektrische brandstofverwarmers. Deze elektrische brandstofverwarmers zorgen voor een substantiële vermindering van het verbruik van scheepsbrandstof en kosten aangezien het mogelijk wordt brandstof te verwarmen wanneer het schip stilligt of tegen een trage snelheid ( slow steaming ) vaart voor een fractie van de kost voor het gebruik van standaard boilers. Juni De vennootschap plaatste haar grootste tanker, de TI europe ( dwt) in droogdok in Brest. Het schip onderging een volledige speciale inspectie. Op 24 juni 2013 tekende Euronav een verlenging van 4 jaar (tot april 2018) van haar niet-achtergestelde gewaarborgde kredietovereenkomst van 300 miljoen USD, oorspronkelijk afgesloten in Op datum van de verlenging bedroeg het uitstaande bedrag 221 miljoen USD. Deze lening zal 6 schepen blijven financieren: de VLCC s Olympia ( ) en Antarctica ( dwt) en 4 Suezmaxschepen: de Cap Felix ( dwt), de Cap Theodora ( dwt), de Felicity ( dwt) en de Fraternity ( dwt) en het terugbetalingsprofiel van 20 miljoen USD per jaar blijft ongewijzigd. 3

4 Wereldeconomie, vraag naar ruwe olie en bunkerkosten Ondanks het feit dat wereldwijd de financiële markten herstelden, bleef de wereldeconomie slechts groeien aan een gematigd tempo van 3,2% gedurende het eerste halfjaar van Hoewel sommige Westerse landen enige tekenen van verbetering vertonen, blijven de niet OESO-landen de belangrijkste drijfveer van deze groei. De Eurozone heeft haar langste recessie tot dusver overwonnen en boekte een bescheiden groei in het tweede kwartaal van dit jaar. Het herstel blijft echter kwetsbaar aangezien dit herstel wordt gedragen door slechts enkele leden van de Eurozone zoals Duitsland en Frankrijk. Andere Zuid-Europese landen zoals Spanje en Griekenland blijven het moeilijk hebben. De economie in de VS is nog steeds op weg naar herstel met een verbeterde binnenlandse consumptie. Dit herstel is grotendeels te danken aan een stijgende productie van olie en gas en aan de heropleving van de huisvestings- en arbeidsmarkt. Desalniettemin blijft ook dit herstel precair en wordt de groei van het bruto binnenlands product geraamd op 1,8% ten opzichte van 2,2% in De Japanse economie werd positief beïnvloed door een groot aantal regeringsstimuli zoals kwantitatieve geldverruiming en belastingverlagingen voor bedrijven. Het doel ervan is een verbeterde export, en tot dusver werd de voorspelling voor het Japans bruto binnenlands product naar boven bijgesteld van 1,1% naar 1,5%. De verwachtingen voor het Chinees bruto binnenlands product werden neerwaarts bijgesteld naar 7,9% in tegenstelling tot de oorspronkelijk gerapporteerde 8,1%. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan een zwakkere productie veroorzaakt door een dalend aantal orders, voornamelijk vanuit de VS en Europa. Ondanks de kwetsbaarheid van de wereldeconomie zoals hierboven uiteengezet, voorspelt het IEA toch een groei van de vraag naar olie met 0,9% in 2013 tot 90,6 miljoen vaten per dag, met een stijging van de vraag in de niet OESO-landen zoals China, die de daling van de vraag naar olie van de OESO-landen compenseert. De prijs van ruwe olie kan eveneens de wereldeconomie beïnvloeden. Gedurende het tweede kwartaal van 2013, daalde de prijs van een vat Brent-olie gemiddeld 102,56 USD in vergelijking met 112,45 USD in het eerste kwartaal. Hoewel de bunkerprijzen daalden in het tweede kwartaal van 2013 bleven ze relatief hoog met een negatieve invloed op de tijdsbevrachtings tarieven tot gevolg. De laatste jaren verminderde de import van ruwe olie in de VS met 2 miljoen vaten per dag als gevolg van de binnenlandse productie van schalie-olie. Deze schalie-olie is erg licht en vervangt bijgevolg hoofdzakelijk olie afkomstig uit West-Afrika die op haar beurt elders kan worden geëxporteerd. Het overgrote deel van de olie afkomstig uit West-Afrika, die niet langer werd geëxporteerd naar de VS, werd vervoerd naar het Verre Oosten en dus naar een regio veel verder verwijderd dan de VS met een positieve invloed op de tonmijlen als gevolg. Naarmate de binnenlandse productie in de VS stijgt, zullen de bestaande raffinaderijen in de VS geconfronteerd worden met een uitdaging aangezien de kwaliteit van de lichte olie niet bijzonder geschikt is voor veel van de meer geavanceerde raffinaderijen in de VS, vooral deze die zich bevinden in de Golf en aan de Atlantische kust die werden opgezet voor de invoer en de verwerking van zwaardere Mexicaanse en Venezuelaanse olie en blends afkomstig uit het Midden-Oosten. De operationele kosten verbonden aan fracken (1) en werken met oude oliebronnen liggen zeer hoog wat betekent dat deze vorm van oliewinning slechts zal aanhouden zolang de totale kost van de binnenlandse productie geleverd aan de raffinaderijen gelegen aan de Atlantische kust en in de Golf lager blijft dan de totale kost van de internationaal geproduceerde olie. De referentieprijs voor de internationale productie is de prijs van Brent-olie wat betekent dat het prijsverschil tussen WTI en Brent een goede indicator vormt voor de toekomstige vraag naar geïmporteerde olie in de VS. Een toenemende olieproductie in de VS zou de handel in ruwe olie mogelijks gunstig kunnen beïnvloeden aangezien lichte olie afkomstig uit de VS de olie-import vanuit West-Afrika vervangt, die dan hoogstwaarschijnlijk geëxporteerd zal worden naar een meer afgelegen bestemming zoals China of Australië. (1) Fracken = algemeen gebruikte term in het Nederlands voor wat internationaal bekend staat als «fracking». Het is een methode om schaliegas vrij te maken door millimeterscheurtjes te creëren in het brongesteente waar het gas opgesloten zit. 4

5 5

6 De tankermarkt De aanhoudende zwakke wereldeconomie in combinatie met een groeiende overcapaciteit van beschikbare tonnage bleef de markt gedurende het eerste halfjaar van 2013 onder druk zetten. Hoewel de tarieven op de spotmarkt in het eerste kwartaal van 2013 licht stegen, bleven ze op historische basis verhoudingsgewijs laag in het tweede kwartaal niettegenstaande tekenen van enige verbetering naar het einde van het tweede kwartaal toe. Het huidig onevenwicht tussen vraag en aanbod blijft de grootste uitdaging. De VLCC-vloot bleef in het eerste semester van 2013 groeien en, hoewel de vraag naar de grotere olietankers solide bleef, was deze vraag niet voldoende om de cumulatieve groei van VLCC gemiddelde dagelijkse tijdsbevrachtingstarieven (Moderne schepen) de beschikbare tonnage opgebouwd sinds 2008 op te vangen. Het aantal opleveringen van nieuwbouwschepen in de eerste 6 maanden van 2013 was aanzienlijk zowel in de VLCC als Suezmax sector met voor de VLCC s 6,6 miljoen dead weight ton (dwt) (2) geleverd tegen 2,6 miljoen dwt verschroot en voor de Suezmax-schepen 3,6 miljoen dwt (inclusief shuttles) geleverd tegen slechts 0,4 miljoen dwt verschroot. Om het onevenwicht in de tankervloot te herstellen moet de verschroting van oudere tonnage toenemen. Het verschroten van schepen van 15 jaar of ouder is verantwoord in het bijzonder gelet op de hoge kosten van de speciale inspectie (standaard procedure Suezmax gemiddelde tijdsbevrachtingstarieven (Moderne schepen) voor schepen om de 5 jaar). Afhankelijk van hoe degelijk de betreffende schepen in het verleden onderhouden werden, vereisen vele schepen naarmate ze ouder worden meer onderhoud. Vooral de derde speciale inspectie brengt hogere kosten met zich mee en deze kosten kunnen daarna om de 2,5 jaar terugkomen. Naast hogere exploitatiekosten lopen oudere schepen tevens het risico commercieel overbodig te worden gezien de voorkeur vaak gegeven wordt aan jongere tankers. Niettegenstaande bovenstaande en hoewel een hogere sloopactiviteit van fundamenteel belang is voor een mogelijke opleving van de tankermarkt, zijn reders terughoudend dit te doen. De gemiddelde tijdsbevrachtingstarieven (TCE) behaald door de vloot van de vennootschap uitgebaat binnen de TI pool, bedroegen ongeveer USD per dag over het eerste halfjaar van 2013 (eerste halfjaar 2012: USD per dag). USD/dag Min Max 5j gemiddelde Min Max 5j gemiddelde 2013 De gemiddelde TCE van de Suezmax-vloot van Euronav, die onder langetermijnbevrachtingsovereenkomsten verhuurd wordt, bedroegen USD per dag over het eerste halfjaar van 2013 (eerste halfjaar 2012: USD per dag) De gemiddelde TCE van de Suezmax-vloot die Euronav rechtstreeks uitbaat op de spotmarkt bedroegen USD per dag over het eerste halfjaar van 2013 (eerste halfjaar 2012: USD per dag) (2) Dead weight ton = draagvermogen van een schip, uitgedrukt in metrische tonnen waarin lading, brandstof, water, voorraden, passagiers en bemanning inbegrepen zijn Q 2Q 3Q 4Q 0

7 Het orderboek Een gebrek aan financieringsbronnen als gevolg van de financiële crisis in combinatie met het overaanbod aan beschikbare tonnage heeft geleid tot de laagste groei van de wereldvloot sinds Ook vandaag blijven de bestellingen van nieuwbouwschepen grotendeels uit. De industrie lijkt te hebben begrepen dat de markt enkel het dieptepunt van de cyclus voorbij kan indien geen nieuwe bestellingen meer worden geplaatst, zelfs niet voor de zogenaamde eco-schepen. Volgens het huidig orderboek zullen tussen 2013 en 2015 naar verwachting 78 VLCC s en 84 Suezmax-schepen opgeleverd worden waarvan bijna de helft tegen het einde van dit jaar. Evenwel werden reeds 11 VLCC s geannuleerd om financiële redenen en zullen er naar alle waarschijnlijkheid nog 7 volgen. Bovendien werd de levering van een groot aantal Suezmaxschepen en VLCC s uitgesteld. Met dit in het achterhoofd ziet het huidig orderboek er niet zo verontrustend uit als in het begin van het jaar. Groei VLCC wereldvloot (per jaar) Groei Suezmax wereldvloot (per jaar) Enkelwandige schepen Dubbelwandige schepen Enkelwandige schepen Dubbelwandige schepen

8 8 Aangezien naar verwachting de wereldwijde vraag naar olie zal blijven groeien, stijgen de bestellingen voor drijvende productieplatformen aan een recordtempo. Naar verwachting zullen in de komende vijf jaar 25 tot 35 orders voor FSO s geplaatst worden.

9 De markt van drijvende opslagplatformen en drijvende productie- en opslagplatformen (FSO/FPSO) Sinds het eerste semester van 2013 zijn er wereldwijd 248 productieplatformen in de aanbestedings-, onderzoeks- of planningsfase. Aangezien naar verwachting de wereldwijde vraag naar olie zal blijven groeien, stijgen de bestellingen voor drijvende productieplatformen aan een recordtempo. Naar verwachting zullen in de komende vijf jaar 25 tot 35 orders voor FSO s geplaatst worden. Diepwater is een belangrijke nieuwe bron van olie- en gasvoorziening en deze sector zal ongetwijfeld een aanzienlijk en toenemend aandeel vertegenwoordigen van de investeringen van oliemaatschappijen in exploratie en productie. De huidige FSO vloot bestaat voornamelijk uit oudere enkelwandige tankers geconverteerd tot drijvende opslagplatformen. Veel van deze schepen zijn zelfs vrij oud, met ongeveer 75% 20 jaar of ouder. Ongeveer de helft van de FSO s in gebruik bevinden zich in Zuidoost-Azië en zijn, in de komende jaren, aan vervanging toe. De offshore afdeling van Euronav werkt momenteel aan meerdere studies met verschillende klanten en werd voor twee FSO-projecten in Zuidoost-Azië gekwalificeerd. Tevens vernieuwde de offshore afdeling haar Achilles JQS -kwalificatie, het kwalificatiesysteem voor leveranciers aan de olie- en gasindustrie in Noorwegen en Denemarken. Dit zal de mogelijkheden voor de vennootschap om mee te dingen naar projecten binnen de Noord-Europese offshoremarkt verhogen. 248 projecten voor drijvende productieplatformen of opslagsystemen zijn in plannings- of studiefase ultra diepwater >1500 m diepwater m <1000 m waterdiepte Brazilië Afrika Zuidoost-Azië Golf van Mexico Noord-Europa Bron: International Maritime Associates, Inc Australië/ Nieuw-Zeeland Middellandse Zee Zuidwest-Azië /Midden-Oosten China Andere Zuid- Amerikaanse landen Canada 3 Caraïben 9

10 De vloot Euronav heeft vandaag 36 schepen in eigendom: 1 V-Plusschip, 2 FSO-schepen (beide in 50/50 joint venture), 11 VLCC s (waaronder 2 in joint venture) en 22 Suezmax-schepen (waaronder 4 in joint venture). Bij de opstelling van dit verslag is het gewogen tonnageprofiel van Euronav, met inbegrip van de schepen opgenomen onder bevrachtingsovereenkomsten, verdeeld als volgt: De Suezmax-vloot van Euronav wordt gedeeltelijk onder langetermijnbevrachtingsovereenkomsten verhuurd. De overige Suezmax-schepen worden rechtstreeks door Euronav op de spotmarkt verhandeld. De gemiddelde leeftijd van de Suezmaxvloot van Euronav bedraagt iets minder dan 8 jaar. De VLCC-vloot van Euronav wordt grotendeels uitgebaat op de spotmarkt binnen de TI pool. Met een vloot van 28 schepen beheert de TI pool één van de grootste moderne en uitsluitend dubbelwandige VLCC-vloten ter wereld. De gemiddelde leeftijd van de VLCC-vloot van Euronav bedraagt 8,5 jaar. VLCC and V-Plus in eigendom VLCC en Suezmax onder bevrachtingsovereenkomsten FSO in eigendom Suezmax in eigendom Suezmax-schepen commercieel beheerd door Euronav Totaal tonnage in beheer of eigendom dwt dwt dwt dwt dwt dwt 10

11 11

12 Verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen Hierna volgen uittreksels uit de verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen van Euronav voor de periode van zes maanden eindigend op 30 juni De verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen werden op 28 augustus 2013 door de raad van bestuur goedgekeurd. De volledige Nederlandstalige versie van de, in overeenstemming met IAS 34 opgestelde, verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen, inclusief het verslag van het college van commissarissen van het beperkt nazicht alsook de verklaring van het management omtrent het getrouw beeld van de halfjaarlijkse jaarrekeningen en het getrouwe overzicht in het tussentijds jaarverslag, zijn beschikbaar op Een Nederlandstalige versie van de volledige tussentijdse geconsolideerde rekeningen is verkrijgbaar op de website van de vennootschap Een papieren versie is tevens verkrijgbaar op eenvoudig verzoek. BALANS (in duizenden USD) ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Uitgestelde belastingvorderingen VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA PASSIVA EIGEN VERMOGEN Kapitaal en reserves Belangen van derden - - SCHULDEN OP LANGE TERMIJN Leningen op meer dan één jaar Overige schulden op lange termijn Uitgestelde belastingverplichtingen - - Personeelsbeloningen Uitgestelde overheidssubsidies - - Voorzieningen - - SCHULDEN OP KORTE TERMIJN TOTAAL PASSIVA RESULTATENREKENING (in duizenden USD) Omzet EBITDA Afschrijvingen Bedrijfsresultaat Financieel resultaat Resultaat vóór belastingen Belastingen Resultaat over de periode toerekenbaar aan Eigenaars van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen - - Gewogen gemiddelde aantal aandelen Gewone winst per aandeel (in USD) -0,79-0,40 Verwaterde winst per aandeel (in USD) -0,79-0,40 12

13 OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in duizenden USD) Resultaat over de periode Totaal niet-gerealiseerde resultaten Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode toerekenbaar aan Eigenaars van de moedermaatschappij Minderheidsbelangen - - MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (in duizenden USD) Saldo bij de aanvang van de periode Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de periode Bijdragen door en uitkeringen aan eigenaars Totaal van de wijzigingen in het deelnemingspercentage in dochterondernemingen - - Totaal aan transacties met eigenaars Saldo bij het einde van de periode KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden USD) Netto cash en cashequivalenten bij de aanvang van de periode Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Effect van wisselkoerswijzigingen Netto cash en cashequivalenten bij het einde van de periode

14 Het Euronav-aandeel Het aandelenkapitaal van Euronav bedraagt thans ,80 USD en wordt vertegenwoordigd door aandelen waaronder eigen aandelen. 8 7 Evolutie aandelenkoers (EURO) eerste halfjaar 2013 Op basis van de informatie waarover Euronav beschikte bij de opstelling van dit verslag, ziet de aandeelhouderstructuur er als volgt uit: Aandeelhouder Aantal aandelen Procent 2 januari februari maart april mei juni Saverco NV ,99% Tanklog Holdings Limited ,97% Dagelijks verhandelde volumes eerste semester 2013 Victrix NV ,30% Euronav NV-Eigen aandelen ,38% Derden ,36% Totaal ,00% januari februari maart april mei juni 14

15 Converteerbare obligaties Risico s en onzekerheden Op 4 september 2009 gaf de vennootschap achtergestelde, vastrentende, niet-gewaarborgde converteerbare obligaties die vervallen in 2015 uit voor een totale waarde van 150 miljoen USD. Gedurende het eerste kwartaal van 2012 kocht de vennootschap hiervan 68 obligaties terug. De nominale waarde bedraagt USD per obligatie en de vennootschap betaalde gemiddeld USD. Tot op datum van dit verslag werden nog geen obligaties geconverteerd. Op 31 januari 2013 bracht de vennootschap een omruilbod uit op alle uitstaande converteerbare obligaties die vervallen op 31 januari 2015 tegen nieuwe converteerbare obligaties die vervallen op 31 januari Obligaties voor een totaal van 125 miljoen USD namen deel aan de omruiling wat betekent dat na de ruiltransactie nog slechts 250 oude obligaties met een waarde van 25 miljoen USD die vervallen in 2015 blijven uitstaan. De vennootschap bezit thans 63 nieuwe en 5 oude obligaties. De voornaamste risico s en onzekerheden waaraan Euronav en de met haar verbonden ondernemingen zijn blootgesteld, alsook de strategie van de vennootschap om deze te beheren, blijven voor de rest van het jaar onveranderd ten opzichte van die opgenomen in het jaarverslag 2012 (zie hoofdstukken Interne controle en risicobeheersystemen, Beleid inzake indekking en Tonnagebelastingsregime en risico s ). Gezien het zwakke herstel van de wereldeconomie en het aanzienlijke orderboek, voorspelt het management weinig substantiële wijzigingen in de vrachttarieven. Gelet op de huidige marktomstandigheden blijft de raad van bestuur de markt alsook mogelijke indicatoren voor een bijzondere waardevermindering zoals de huidige marktwaarde van de vloot in vergelijking met de netto boekwaarde, van dichtbij volgen. Verdere informatie omtrent deze uitgifte kan worden gevonden op 15

16 Registered offices De Gerlachekaai 20 B-2000 Antwerpen - België tel fax admin@euronav.com website VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Marc Saverys De Gerlachekaai 20 B-2000 Antwerpen - België Geregistreerd binnen de jurisdictie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen - BTW BE This report is also available in English. U kunt dit verslag downloaden op onze website: