WERKEN IN EEN NETWERKOMGEVING

Transcriptie

1 WERKEN IN EEN NETWERKOMGEVING Naam Nr Klas Pc Datum 1. COMMUNICATIE TUSSEN COMPUTERS 1.1 EEN SITUATIE OP KANTOOR Els, Erik en Miek zijn tewerkgesteld op de administratieve dienst van de firma Boekenwurm. Els houdt alle gegevens van de klanten bij, Miek beheert de leveranciersgegevens en Erik staat in voor de briefwisseling. Elk heeft zijn taak en beschikt hiervoor over een eigen computersysteem waarop Microsoft Office is geïnstalleerd. Dit wil echter niet zeggen dat ze op eilandjes leven! Ze hebben mekaar nodig! Als Erik een bericht moet zenden naar alle klanten, heeft hij de adressen nodig. We bekijken enkele methoden om de klantengegevens door te geven aan mekaar. Els drukt de klantenadressen af en bezorgt hem de lijst. Wat zijn de nadelen van deze werkwijze? Els wil de klantengegevens wel op een diskette zetten en doorgeven aan Erik. Wat zijn de nadelen van deze werkwijze? De firma koopt een cd-writer aan. Die kan op elke computer aangesloten worden. Wat zijn de nadelen van deze werkwijze? Deze manier van gegevensuitwisseling leidt onvermijdelijk tot fouten. Klantengegevens moeten immers voortdurend aangepast worden. Terwijl Els al over de laatste gegevens beschikt, zijn de anderen nog aan het werken met de oude adressen. Het is duidelijk dat de firma naar een andere oplossing moet uitkijken. Gegevensuitwisseling kan veel efficiënter verlopen als de computers onderling met elkaar verbonden zijn! V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 1

2 1.2 VAN OFF-LINE NAAR ON-LINECOMMUNICATIE Gegevensuitwisseling tussen computers via externe opslagmedia zoals diskettes, magneetbanden en cd's, noemt men off-line communicatie. Gegevensuitwisseling via een verbinding tussen computers noemt men onlinecommunicatie. Twee of meer computers die met elkaar verbonden zijn zodat on-linecommunicatie mogelijk is, vormen een netwerk. Zoek een woordenboek met terminologie over Internet. Wat betekent LAN en wat is het? Wat betekent WAN en wat is het? Wat voor een soort netwerk is het Internet? 2 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving

3 2 SOORTEN NETWERKEN 2.1 ONDERDELEN VAN EEN NETWERK Om een lokaal netwerk te maken moet je natuurlijk over een aantal computers beschikken. Voor on-linecommunicatie zijn de volgende onderdelen of componenten onmisbaar: netwerkkaarten: in elke computer moet een netwerkkaart zitten, deze verbindt het moederbord met de kabel en verzorgt de gegevensuitwisseling tussen de pc en de kabels. netwerkkabels: deze zorgen voor de koppeling tussen de verschillende onderdelen van het netwerk. Meestal gebruikt men coaxkabel (zoals voor kabeltelevisie) of twisted-pairkabel (een bundel van twee aan twee om elkaar gewikkelde draden zoals bij een telefoonkabel). netwerkbesturingssysteem: zoals een stand-alone computer niet zonder systeemprogrammatuur kan werken, zo kan ook een netwerk niet functioneren zonder programmatuur die zorgt voor de afhandeling van de verschillende netwerkfuncties en diensten. Bekijk de afbeeldingen van netwerkkaarten en kabels in de on-linecursus "Initiatie in netwerken". Tracht daarna de onderdelen te herkennen in het materiaal dat aangeboden wordt door de leraar! 2.2 INDELING VAN NETWERKEN Naargelang van de netwerkbesturing In een evenknienetwerk (peer to peer network) nemen alle werkstations een gelijkwaardige plaats in en vervullen ze elk een deel van de netwerktaken. Elk werkstation kan rechtstreeks communiceren met om het even welk ander werkstation. Dit soort netwerk kan bijna niet beveiligd worden. In een server gestuurd netwerk wordt het beheer van het netwerk aan één krachtige computer, de server, toevertrouwd. De communicatie tussen de werkstations moet steeds via de server plaatsvinden. Via de server wordt bepaald wie toegang heeft tot bepaalde apparatuur en programmatuur. Dit houdt in dat een dergelijk netwerk redelijk goed beveiligd kan worden. I V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 3

4 Een voorbeeld Gebruiker A wil een bestand op zijn harde schijf ter beschikking stellen van gebruiker C. Markeer de verbindingen die hiervoor nodig zijn. Leid hieruit af om welk soort van netwerk het gaat. Figuur 1 A soort netwerk:.. F B E C D Figuur 2 A soort netwerk:.. F B G E C D 4 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving

5 2.2.1 naargelang van de opstelling van de onderdelen Naargelang van de opstelling van de netwerkonderdelen ten opzichte van de bekabeling (=topologie), onderscheiden we drie soorten netwerken: een busnetwerk, een ringnetwerk en een sternetwerk. In een busnetwerk zijn de server en werkstations rechtstreeks aangesloten op een centrale kabel (de bus). Deze kabel wordt aan beide uiteinden afgesloten met een weerstand. Ieder bericht dat op de kabel wordt gezet, gaat beide richtingen uit tot het einde van de kabel en wordt door ieder station ontvangen. De stations kunnen aan het adresseringsgedeelte van de informatie zien of het voor hen bestemd is. Alleen het station waarvoor het bericht bestemd is, leest het bericht volledig in het intern geheugen in. De weerstanden halen het bericht weer van de kabel. In een ringnetwerk zijn de computers gekoppeld aan één kabel die in een ringvorm is geplaatst. Een bericht wordt van station naar station gestuurd. Ieder station ontvangt het bericht, ziet aan de adressering of het voor hem bestemd is en stuurt het weer door. Het volledige bericht wordt ingelezen door de bestemmeling en voorzien van een soort bewijs van ontvangst. Het station dat het bericht op de kabel zette, haalt het er ook weer af. In een sternetwerk vertrekt vanuit elke computer een kabel naar een centraal apparaat, hub genoemd. Alle berichten lopen via dit centrale knooppunt. De hub ziet aan het adresseringsdeel waar een bericht naar toe moet en zorgt daarvoor. Raadpleeg de on-linecursus en noteer bij elke figuur om welk soort netwerk het gaat! Figuur 1 Figuur 2 soort netwerk:.. soort netwerk:.. Figuur 3 soort netwerk:.. V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 5

6 Welk netwerk(en) kan volledig uitvallen als één kabel defect is? Ringnetwerk O Busnetwerk O Sternetwerk O Vergelijk onderstaande netwerkopstelling met de schema's op de vorige pagina. Om welk soort netwerk gaat het hier? Benoem de netwerkonderdelen (kadertjes). 6 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving

7 3 HET NETWERK IN ONZE KLAS 3.1 DE OPSTELLING VAN DE NETWERKONDERDELEN Hoeveel computers zijn opgesteld in de klas? Met welk besturingssysteem zijn de computers uitgerust? Op welke pc staat het netwerkbesturingsprogramma? Beschrijf de bekabeling van het netwerk: Hoeveel printers zijn opgesteld? Met welke computers zijn deze printers rechtstreeks verbonden? Deze computers zullen de afdruktaken moeten delen met alle andere computers. Het zijn de printservers! Ga na welke andere randapparaten in de klas opgesteld staan en op welke computers ze aangesloten zijn. 3.2 SOORT NETWERK Leid af uit bovenstaande beschrijving om welk soort van netwerk het hier gaat? Naargelang van de netwerkbesturing: evenknienetwerk O servergestuurd netwerk O Naargelang van de opstelling van de onderdelen ten opzichte van de kabel(s): ringnetwerk O busnetwerk O sternetwerk O V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 7

8 3.3 SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN HET NETWERK Stel het netwerk schematisch voor: teken voor elke computer een vierkantje en zet hierin het nummer van de computer, teken voor elke printer een cirkeltje en zet hierin het nummer van de printer, stel de hub voor met een rechthoek. Bedenk zelf een symbool voor andere apparaten die aangesloten zijn op het netwerk. Vervolledig de legende bij het schema! Zet een kruisje bij jouw computer. Kleur de server geel. Geef de printservers een rode rand. ONZE COMPUTERKLAS LEGENDE Werkstation Server Printer Printserver Hub 8 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving

9 4 TOEGANG EN TOEGANGSRECHTEN 4.1 TOEGANG TOT HET NETWERK Start je computer op Na het opstarten van de computer, verschijnt een aanmeldingsvenster op het beeldscherm. Voor netwerkgebruikers betekent aanmelden: het werkstation kenbaar maken aan de server. Een veel gebruikte term hiervoor is inloggen. Het aanmeldingsvenster vraagt een gebruikersnaam en een wachtwoord. Gebruikersnaam en wachtwoord vormen samen de zogenaamde account. Vraag de nodige gegevens aan je leraar en noteer ze in onderstaand venster. Gebruikersnaam Wachtwoord.... OK Annuleren Log in met je eigen gebruikersnaam en wachtwoord Bij het intypen van je wachtwoord, verschijnen sterretjes op het scherm. Personen die stiekem je wachtwoord willen lezen, zien dus niet wat je typt! Typ echter geen fouten en let op het gebruik van hoofdletters en kleine letters. Voor de computer is "olvi" niet hetzelfde als "OLVI". Wanneer je op de knop OK klikt of op de entertoets drukt, treedt de netwerkprogrammatuur in werking: er wordt gecontroleerd of de gebruikersnaam bekend is en of het ingevoerde wachtwoord past bij de gebruikersnaam. Als de account niet voldoet aan deze voorwaarden, wordt de toegang tot het netwerk geweigerd. Je kan dan geen gebruik maken van de netwerkdiensten. Wanneer je op de knop Annuleren klikt of op de Esc-toets drukt, log je niet in op het netwerk en kan je geen gebruik maken van de netwerkdiensten. Je kan wel met je computer werken. Deze doet nu dienst als stand-alone computer. Log in als gebruiker Leerkracht1 met het wachtwoord Leer1 Noteer het resultaat: Verklaar: V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 9

10 4.2 NETWERKDIENSTEN Open de toepassing Windows Verkenner Zoek in het linker deelvenster 'Netwerkomgeving' en klik op om de onderliggende mappen te zien. Maak vervolgens de onderliggende mappen zichtbaar. Je ziet nu de namen van alle computers die aangesloten zijn op het netwerk. Mijn netwerklocaties Volledig netwerk Microsoft Windows netwerk OLVI1 server1 pc01. (naam van het domein) (naam van de server) (naam van een werkstation) Maak nu ook de onderliggende mappen van de server zichtbaar. Je ziet nu een aantal mappen die op de server staan. Noteer enkele voorbeelden. server1 (de naam van de server) Zoek en open de map '6V' door erop te dubbelklikken Open het document 'Tekst.doc' door erop te dubbelklikken. Noteer de titel: In een netwerk kunnen de gebruikers toegang krijgen tot gemeenschappelijke gegevensbestanden. 10 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving

11 Typ onderaan het document je volledige naam en druk het document af. Met welke printer wordt het document geprint? Sluit het document zonder het op te slaan. Onderzoek hoe je de inhoud van een cd die in de server zit, kunt bekijken In een netwerk kunnen de gebruikers toegang krijgen tot gemeenschappelijke randapparaten. Even nadenken! In een lokaal zijn de computers verbonden met elkaar in een netwerk. Pc1 is de server, pc6 is de printserver, mijn werkstation is pc10. Alle toestellen werken correct en de kabels zijn goed aangesloten. De printer staat aan, bevat het nodige papier en de inktpatronen werden net vernieuwd. Ik ben klaar met het intypen van een document en wil dit afdrukken. Het lukt niet! Noem 3 mogelijke oorzaken! Op alle computers moet een nieuw antivirusprogramma geïnstalleerd worden. Deze toepassing staat op een cd-rom, zij is te groot voor diskettes. Hoe zou jij de installatie uitvoeren? 4.3 TOEGANGSRECHTEN Open het document Tekst.doc dat op de server staat in de map 6V. Typ je naam onderaan de tekst. Probeer het gewijzigde document Tekst.doc te bewaren in de map 6V op de server: Beschrijf het resultaat:. Probeer het gewijzigde document op te slaan in dezelfde map, onder de naam Tekstx.doc (x = je klasnummer) Beschrijf het resultaat:. Probeer het document op te slaan in je persoonlijke map op de server: Beschrijf het resultaat:. Sluit Microsoft Word! Open Windows Verkenner. Probeer te zien wat er in de map Leerkrachten zit? Beschrijf het resultaat:. V.Cools - Werken in een netwerkomgeving 11

12 Op de server zijn alle mappen en bestanden niet even toegankelijk voor alle gebruikers. De netwerkbeheerder bepaalt welke gebruikers toegang krijgen en welke toegangsrechten de gebruikers krijgen. We onderscheiden drie soorten van toegangsrechten: 1. Leesrecht :de gebruiker mag de map of het bestand openen en lezen 2. Wijzigrecht :de gebruiker mag in de map of het bestand schrijven 3. Volledig recht :de gebruiker krijgt alle controle over de map of het bestand Beschrijf welk toegangsrecht jij hebt op de volgende mappen die op de server staan: Leerkrachten 6V Je persoonlijke map VOORDELEN EN NADELEN VAN EEN NETWERK! Synthetiseer uit het voorgaande een drietal voordelen van het gebruik van een netwerk: Welke nadelen zijn er verbonden aan het gebruik van een netwerk? 12 V.Cools - Werken in een netwerkomgeving