De rendabiliteit van het landbouwbedrijf

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rendabiliteit van het landbouwbedrijf"

Transcriptie

1 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het landbouwbedrijf Boekjaar publicatie n 2.01 april 2003 Centrum voor Landbouweconomie

2 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het landbouwbedrijf Boekjaar 2001 Centrum voor Landbouweconomie publicatie n 2.01 april 2003

3 Als schakel tussen observatie en dienstverlening voert het Centrum voor Landbouweconomie onderzoek uit rond een breed spectrum van onderwerpen. De resultaten worden in verschillende reeksen gepubliceerd. Deze publicatie is een onderdeel van de reeks: 1. Studies en analyses 2. Verslagen 3. Informatieve documenten 4. Statistieken Contactadres: Centrum voor Landbouweconomie Treurenberg 16 4 e verdieping 1000 Brussel Beheer adressenbestand en verzendingen: Martine MULDER 02/ martine.mulder@ewbl.vlaanderen.be Meer informatie over deze publicatie: Koen MARVELLIE 02/ koen.marvellie@ewbl.vlaanderen.be Vermenigvuldiging of overname van gegevens toegestaan mits duidelijke bronvermelding.

4 DE RENDABILITEIT VAN HET LANDBOUWBEDRIJF IN 2001 (boekjaar 2001) VOORWOORD Inhoud INLEIDING 1 I. - ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE BEDRIJVEN 6 II. - STRUCTURELE GEGEVENS 8 III. - DE FINANCIELE RESULTATEN VAN HET GEHELE BEDRIJF 12 IV. - GEGEVENS OVER DE RUNDVEEHOUDERIJ 31 V. - GEGEVENS OVER DE VARKENSHOUDERIJ 37 VI. - GEGEVENS OVER DE MARKTBARE GEWASSEN 41 VII. - KAPITAAL 46 SAMENVATTING 53 Bijlage 1: Waarnemingsveld 55 Bijlage 2: Toelichting op de gegevens van de tabellen 56 Lijst der tabellen 65 Lijst der figuren 67

5 VOORWOORD Onderhavig jaarverslag betreft de resultaten die worden bekomen dankzij de medewerking van de landbouwers waarvan de bedrijven worden gekozen om deel uit te maken van het boekhoudkundig informatienet van het CLE. Dit rapport vertegenwoordigt het eindpunt van de werkzaamheden van de Afdeling "Boekhoudkundige en financiële analyses" onder de leiding van L. VANORLE, hoofd van de afdeling. De gegevens werden verzameld en verwerkt door de personeelsleden van deze afdeling. Door de regionalisering van de bevoegdheden voor landbouw werd ook het CLE en het boekhoudnet van het CLE verdeeld over het Vlaamse en het Waals Gewest. In de praktijk bleef het CLE tot 15 oktober 2002 als geheel samenwerken. Het voorliggende rapport, dat betrekking heeft op het boekjaar 2001, heeft dan ook nog betrekking op de rendabiliteit van het landbouwbedrijf in het ganse land. Het rapport zelf werd in het Frans geschreven door P. WADIN, assistent. Het werd vervolgens vertaald in het Nederlands en er werden daarbij een aantal kleine aanpassingen aangebracht zodat de Nederlandstalige versie waar mogelijk wat meer informatie verstrekt over de rendabiliteit van de Vlaamse landbouw.

6 INLEIDING De resultaten die in dit verslag worden vermeld zijn afkomstig van 987 landbouwboekhoudingen die worden bijgehouden door de Afdeling "Boekhoudkundige en Financiële Analyses" van het Centrum voor Landbouweconomie en dit tijdens het boekjaar dat loopt van 1 januari 2001 tot 31 december 2001 (oogst 2001). Ter vergelijking worden tevens de belangrijkste gegevens van de twee vorige boekjaren verstrekt, evenals de driejaarlijkse gemiddelden voor de periode tot Ter herinnering, het boekjaar 2000 was het eerste waarbij uitgegaan werd van een burgerlijk jaar. De eerste 4 maanden van 2000 komen dus voor in het boekjaar (boekjaar van 1 mei 1999 tot 30 april 2000) als in het boekjaar 2000 (boekjaar van 1 januari 2000 tot 31 december 2000). Bij het analyseren van de gegevens dient men hier terdege rekening mee te houden. Er dient te worden opgemerkt dat de waarden die worden gegeven voor de verschillende agglomeraten van bedrijven (volgens het bedrijfstype, de landbouwstreken, Vlaanderen en Wallonië, het Rijk), altijd, zoals in de vorige verslagen, gemiddelden zijn die worden berekend door een systeem van weging 1, waarbij de waargenomen waarden worden geëxtrapoleerd naar de verschillende groepen van de betrokken landbouwers van het waarnemingsveld. Het wegingssysteem werd twee jaar geleden herzien en een weinig aangepast teneinde de eindresultaten te verbeteren. Deze aanpassingen, die reeds in de twee vorige uitgaven vermeld zijn, werden uitvoerig uitgelegd in een publicatie 2. Samengevat, zijn er drie grote wijzigingen aangebracht : - opdat de typologie haar volle betekenis zou behouden betreffende de agro-economische evolutie gebruikt men in plaats van de BSS 80 (berekend als gemiddelde van de drie opeenvolgende boekjaren met het boekjaar als centraal jaar) nieuwe sets van BSS (bruto standaardsaldi) die overeenstemmen met het gemiddelde van de laatste vijf beschikbare boekjaren en die nu om de twee jaar herzien worden; het is het BSS gecentreerd op het boekjaar (gemiddelde van de jaren tot ) dat gebruikt wordt voor het boekjaar en 2000 en het is het BSS gecentreerd op het boekjaar (gemiddelde van de jaren tot 2000) dat gebruikt wordt voor het boekjaar 2001; - de grenzen van de grootteklassen werden dus aangepast en zijn nu uitgedrukt in SGE (standaardgrootte-eenheid gelijk aan EUR 3 BSS 96 of EUR 4 BSS 98 ). Bovendien is het waarnemingsveld beperkt tot de bedrijven waarvan de economische bedrijfsomvang kleiner is dan 75 SGE gezien de moeilijkheid om de Cfr. «Exploitation des résultats comptables agricoles individuels à l ensemble des agriculteurs par un système de pondération»r.goffinet, L.E.I.-Documenten nr 19 (beperkte verspreiding), juli Cfr. «De rendabiliteit van het landbouwbedrijf in 1989(90) tot 1998(99) (Geactualiseerde gewogen resultaten), Verslag A02-41, aug Hetgeen overeenkomt met ongeveer Belgische frank Hetgeen overeenkomt met ongeveer Belgische frank

7 2 bedrijven van een heel grote dimensie te vertegenwoordigen; - tenslotte, gelet op de heterogeniteit van de P.R. (productierichting) 44 met schapen, geiten en andere graasdieren, wordt deze niet meer weerhouden in het waarnemingsveld en de P.R. 601 en 606 met een overwicht van tuinbouw worden weerhouden in het waarnemingsveld van de tuinbouwbedrijven; bijgevolg zijn het de P.R. 42 en 602 tot 605 die vanaf nu worden opgenomen in de tabellen (op hun gewone plaats). Sinds het boekjaar , worden de resultaten van gespecialiseerde pluimveebedrijven (P.R ) niet meer gepubliceerd omdat hun aantal in het boekhoudnet van het C.L.E. te gering geworden is. Er wordt aan herinnerd 1, dat het waarnemingsveld slechts de landbouwbedrijven omvat (met uitsluiting van de tuinbouwbedrijven) die bij de landbouwtelling van 15 mei van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (N.I.S.) verklaren een beroeps- of gelegenheidsbedrijf te zijn (categorieën 1 tot 3) en waarvan de economische dimensie minstens gelijk is aan 4 SGE en lager dan 75 SGE. Om het wegingssysteem te kunnen toepassen, worden de bedrijven van de steekproef en van de referentiepopulatie verdeeld in 10 streken, 13 bedrijfstypes en 4 klassen van economische bedrijfsomvang (uitgedrukt in SGE). De referentiepopulatie voor het boekjaar 2001 is deze die overeenstemt met de 15 mei-telling van 2001; zij omvat bedrijven 2 verdeeld over de hiervoor vermelde strata en zoals aangeduid in bijlage 1. Vanaf de 15 mei-telling van 2001, maakt het NIS niet langer gebruik van dezelfde categorieën als voordien, maar worden de bedrijven ingedeeld volgens hun juridisch statuut. Met het oog op een zekere continuïteit weerhoudt men enkel de bedrijven met de juridische codes 1 tot en met 3 (1 voor de individuele bedrijven, 2 voor de groeperingen van fysieke personen, 3 voor de vennootschappen) zonder gebruik te maken van de code 4 (onderzoeksinstellingen, onderwijsinstellingen, religieuze verenigingen, ). 1 2 Cfr. "Actualisation du plan d'échantillonnage pour le réseau de comptabilités agricoles de l'i.e.a." R. GOFFINET, L.E.I.-Documenten nr 3 (beperkte verspreiding), juli Wat overeenstemt met 66 % van het aantal landbouwbedrijven die door het N.I.S. als beroepslandbouwbedrijf wordt geteld, hetzij 63 % in Vlaanderen en 72 % in Wallonië.

8 3 Tenzij anders vermeld zijn de gegevens die in dit rapport voorkomen voor een agglomeraat van bedrijven bekomen door weging van de waargenomen (berekende) gemiddelden in de verschillende cellen van dit agglomeraat (streek x bedrijfstype x grootteklasse) met het aantal bedrijven die in de referentiepopulatie in deze cellen voorkomen. Indien het gaat over de verhouding tussen twee gegevens (opbrengst per hectare cultuurgrond...), dan betreft het de deling van de gewogen gemiddelde waarde van de teller door de gewogen gemiddelde waarde van de noemer 1. De bestudeerde landbouwstreken zijn de volgende : Volledige benaming Afkortingen Polders Polders (Po) Zandstreek Zand (Za) Kempen Kempen (Ke) Zandleemstreek Zandleem (ZL) Leemstreek Leem (Le) Condroz Condroz (Co) Luikse Weidestreek Luikse Weidestreek (LW) Weidestreek Fagne + Famenne Fagne-Famenne (FF) Hoge Ardennen Hoge Ardennen (HA) Ardennen + Jurastreek Ardennen + Jura (AJ) Vlaanderen Vlaanderen (Vl) Wallonië Wallonië (Wl) Van deze streken situeren de Polders, de Zandstreek en de Kempen zich volledig in Vlaanderen. De Zandleemstreek is voor het grootste deel in Vlaanderen gelegen; bijna 90 % van de landbouwbedrijven in deze streek liggen in Vlaanderen. De Leemstreek is voor het grootste deel in Wallonië gelegen, slechts 20 % van de bedrijven in de Leemstreek zijn Vlaamse bedrijven. Voor de volledigheid kan worden vermeld dat de Luikse Weidestreek zich voor een klein deel tot in Vlaanderen uitstrekt, met name de Voerstreek behoort tot deze landbouwstreek. 1 Er is slechts één wegingsfactor voor de waargenomen waarden in een cel, en dat is het totaal aantal bedrijven dat volgens de landbouwtelling in deze cel voorkomt. Men moet dus, zelfs indien het gaat om een verhoudingsgetal dat slechts van belang is voor enkele van de bedrijven in de cel (melkrendement per koe,...), het gemiddelde van de noemer en van de teller van het verhoudingsgetal wegen voor het geheel van het aantal boekhoudbedrijven die in deze cel zitten. Men gaat uit van de hypothese dat de bedrijven waarvoor het beschouwde verhoudingsgetal van belang is (gemiddeld) in dezelfde mate voorkomen in de steekproef als in de populatie (de hypothese van de representativiteit die aan de basis ligt van het ganse wegingssysteem). Indien deze hypothese correct is dan is het bekomen resultaat mathematisch gelijk aan datgene dat voortkomt uit de berekening van de gemiddelden vertrekkende van alleen de bedrijven uit het boekhoudnet waar de betreffende gegevens voorkomen, en door de weging van deze gemiddelden op basis van het aantal betrokken bedrijven in het universum.

9 4 De bedrijfstypes die worden opgenomen, of de productierichtingen (P.R.), komen overeen met de diverse niveaus van de communautaire typologie 1 ; de afkortingen die in dit rapport worden gebruikt worden in de volgende lijst tussen haakjes vermeld. Codes Bedrijfstypes 1 : Gespecialiseerde akkerbouwbedrijven (akkerbouw) 411 : Gespecialiseerde melkveebedrijven (melkvee, sterk gespecialiseerd) 412 : Gespecialiseerde melkveebedrijven met jongvee (melkvee, matig gespecialiseerd) 43 : Rundveebedrijven : melk, jong- en mestvee gecombineerd (gemengd rundvee) 42 : Gespecialiseerde runderjong- en mestveebedrijven (mestvee) 501 : Gespecialiseerde varkensbedrijven (varkens) : Gespecialiseerde pluimveebedrijven + veredelingsbedrijven met diverse productiecombinaties (pluimvee) tot 605 : Bedrijven met combinaties van gewassen (combinaties van gewassen) 71 : Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren (combinaties van veeteelt - rundvee) 72 : Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op veredeling (varkens - rundvee) : Bedrijven met combinaties van akkerbouw en melkvee (akkerbouw en melkvee) : Bedrijven met combinaties van akkerbouw met graasdieren andere dan melkvee (akkerbouw en ander rundvee) 82 : Bedrijven met diverse gewassen- en veeteeltcombinaties (akkerbouw en varkens) 3 Er kan worden aangestipt dat een aantal van deze bedrijfstypes geconcentreerd zijn in Vlaanderen; bijna alle gespecialiseerde varkensbedrijven en een groot deel van de bedrijven met combinatie van gewassen (P.R. 602 tot 605), de bedrijven met veeteeltcombinaties (P.R. 71 en 72) en de bedrijven met diverse gewassen en veeteeltcombinaties (P.R. 82) bevinden zich in Vlaanderen. Een groot deel van de bedrijven met combinaties van akkerbouw en rundvee (P.R en P.R ) zijn in Wallonië gesitueerd. Voor de samenstelling van het waarnemingsveld wordt verwezen naar de tabel in bijlage De classificatie volgens de productierichting is gebaseerd op een beslissing van de E.G.-Commissie van 7 juni 1985 houdende de instelling van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L220, 17 augustus 1985). In de groep is de productierichting 502 (gespecialiseerde pluimveebedrijven) veruit het belangrijkst. De productierichting 821 (bedrijven met combinaties van akkerbouw en veredeling) is overheersend.

10 5 Aangezien de economische bedrijfsomvang van de bedrijven een belangrijke verklarende factor is van de verschillen in inkomen in de landbouw, worden vier klassen voorzien in het schema van het wegingssysteem. De limieten van deze klassen zijn als volgt (uitgedrukt in SGE) : van 4 tot minder dan 11 (B1), van 11 tot minder dan 16 (B2), van 16 tot minder dan 23 (B3) en van 23 tot minder dan 75 (B4). Op basis van deze stratificatie, benadert de gewogen gemiddelde bedrijfsomvang van het geheel van de bedrijven van het boekhoudnet steeds zeer dicht de gemiddelde bedrijfsomvang van de bedrijven zoals die voorkomen in de 15 mei-telling; de afwijking tussen deze twee types van gemiddelden zijn voor sommige bedrijfstypes en sommige streken groter, maar zij blijven aanvaardbaar (cfr. hoofdstuk I). Bij de kritische analyse van de absolute waarden die in dit document worden voorgesteld, mag men niet uit het oog verliezen dat de bestudeerde bedrijven niet willekeurig gekozen worden en dat zij, vanuit het statistisch standpunt, niet op een volmaakte wijze het bestudeerde universum vertegenwoordigen. Nochtans zou het beeld dat deze cijfers ons geven in verband met de evolutie van de opbrengsten, de kosten en de bedrijfsresultaten, voldoende betrouwbaar moeten zijn. De opbrengsten en kosten worden "exclusief B.T.W." geboekt. In bijlage 2 wordt een uitvoerige toelichting op de gegevens van de tabellen verstrekt; het lezen van deze bijdrage is voor een juiste interpretatie van de cijfers volstrekt noodzakelijk.

11 6 I.- ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE BEDRIJVEN Bij de keuze van de bestudeerde bedrijven wordt ernaar gestreefd representatieve landbouwbedrijven te vinden, met voor hun streek normale productie- en afzetomstandigheden. Het aantal bestudeerde bedrijven wordt in tabel 1 aangegeven per provincie en per landbouwstreek. In tabel 2 worden deze bedrijven ingedeeld volgens de productierichting (P.R.) en volgens de klasse van economische bedrijfsomvang. In tabel 3 wordt de gewogen gemiddelde economische bedrijfsomvang, uitgedrukt in S.G.E., van de bedrijven uit het boekhoudnet vergeleken met de gemiddelde economische bedrijfsomvang, uitgedrukt in S.G.E., die wordt waargenomen in de referentiepopulatie en wordt vastgesteld in de 15 mei-telling. Indien de gegevens van de 15 mei-telling volledig de werkelijkheid zouden weerspiegelen, dan betekent dit dat een positieve (negatieve) afwijking tussen de voormelde twee S.G.E. een overschatting (onderschatting) inhoudt van de bedrijfsomvang van de bedrijven, van het berekend inkomen... Maar indien integendeel, zoals in het algemeen verondersteld wordt, de omvang van de productiemiddelen in de tellingen wordt onderschat (in welke mate?), dan betekent geen afwijking of een negatieve afwijking zeker een onderschatting van de bedrijfsomvang van de bedrijven, terwijl een positieve afwijking een betekenis heeft die wijzigt in functie van de juistheid van de telling. Indien men de hypothese vooropstelt dat de mate van precisie waarmee de gegevens door het N.I.S. worden verzameld dezelfde is voor elke streek en voor elk bedrijfstype, dan dient de appreciatie van het effect van de in tabel 3 aangegeven afwijkingen te slaan op de extreme negatieve en positieve waarden. Zo zal, gelet op het geringe verschil tussen de gewogen gemiddelde S.G.E. en de waargenomen S.G.E. zowel in Vlaanderen als in Wallonië (minder dan 5 % hoger dan het berekend gemiddelde voor het waarnemingsveld), het arbeidsinkomen in beide streken met eenzelfde nauwkeurigheid worden gemeten. Op het niveau van de landbouwstreken daarentegen zou er een overschatting zijn voor alle landbouwstreken, meer bepaald in de zandstreek, de zandleemstreek en de Luikse Weidestreek (+ 6 %) de Fagne-Famenne (+ 8 %) alsook de Hoge Ardennen (+ 9 %). Per bedrijfstype zou er een onderschatting zijn voor de bedrijven met combinatie van gewassen (- 5 %) dit in tegenstelling tot de andere bedrijfstypes, meer bepaald voor de bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op veredeling (+ 5 %) de gespecialiseerde varkensbedrijven en de gemengde rundveebedrijven (+ 6 %) en de bedrijven met een combinatie van gewassen en melk (+ 8 %). Aangezien deze referentiehypothese niet werd geverifieerd, is het utopisch om een precies oordeel te vellen over de afwijking die voorvloeit uit de verschillen tussen de berekende en de waargenomen S.G.E. Van de 987 afgesloten boekhoudingen in 2001 worden er 78 % bijgehouden sedert meer dan 10 jaar, bijna 4 % sedert 1 jaar, ongeveer 3 % sedert 9, 7 of 2 jaar en 2 % sedert 8, 6, 4 of 3 jaar.

12 7 Anderzijds vertegenwoordigt het aantal in 2001 afgesloten boekhoudingen 3,2 % van de bedrijven van het waarnemingsveld dat werd waargenomen in de 15 mei-telling van Tabel 1.- Situering van de bestudeerde bedrijven - Boekjaar Provincies Streken Oost- West- Antwer- Vlaams Waals Vlaan- Vlaan- Hene- Luik Lim- Luxem- Namen Rijk pen Brabant Brabant deren deren gouwen burg burg Polders Zandstreek Kempen Zandleemstreek Leemstreek Condroz Luikse Weidestreek Fagne+Famenne Hoge Ardennen Ardennen+Jura Vlaanderen Wallonië Totaal Tabel 2.- Verdeling van de bestudeerde bedrijven per productierichting (P.R.) en per klasse van economische bedrijfsomvang - Boekjaar P.R. Klassen van economische bedrijfsomvang Codes Benaming B1 B2 B3 B4 Totaal Akkerbouw Melkvee sterk gespecialiseerd Melkvee matig gespecialiseerd Gemengd rundvee Mestvee Varkens Pluimvee Combinaties van gewassen Combin. veeteelt-rundvee Varkens-rundvee Akkerbouw en melkvee Akkerbouw en ander rundvee Akkerbouw en varkens Totaal Tabel 3.- Vergelijking tussen de gemiddelde gewogen bedrijfsomvang van de bestudeerde bedrijven voor het boekjaar 2001 (a) en de gemiddelde bedrijfsomvang van bedrijven van het waarnemingsveld op basis van de gegevens van de landbouwtelling van 15 mei 2001 (b) SGE SGE Streken (a) in % Bedrijfstypes (a) in % (a) (b) van (b) (codes) (a) (b) van (b) Polders Zandstreek Kempen Zandleemstreek Leemstreek Condroz Luikse Weidestreek Fagne+Famenne Hoge Ardennen Ardennen+Jura Vlaanderen Wallonië

13 8 Totaal II.- STRUCTURELE GEGEVENS Voor wat betreft het boekjaar 2001, worden in tabel 4 per streek en in tabel 5 per productierichting de gemiddelde gewogen cijfers, per bedrijf, opgenomen met betrekking tot de oppervlakte, het grondgebruik, de veebezetting en de arbeidskrachten.voor het geheel van de bedrijven wordt de evolutie van de gewogen gemiddelden van de structurele gegevens weergegeven in tabel 6 voor de 3 laatste boekjaren, dit samen met de driejaarlijkse gemiddelden van deze gegevens. aan te halen. Het is interessant de voornaamste kenmerken van de gespecialiseerde bedrijven Het akkerbouwbedrijf met 1,25 VAK bewerkt 52 ha waarvan meer dan 90 % voor de akkerbouw is bestemd, meer dan één vierde van deze oppervlakte is bestemd voor hakvruchten. Het gespecialiseerde melkbedrijf met 1,46 VAK houdt ongeveer 50 koeien met bijhorend jongvee op 37 ha waarvan bijna drievierde blijvende of tijdelijke weide is. Het middelmatig gespecialiseerd melkbedrijf met 1,50 VAK houdt ongeveer 47 koeien met hun gevolg op 40 ha waarvan meer dan de helft weide is. Het mestveebedrijf met ongeveer 1,40 VAK houdt 60 zoogkoeien met hun gevolg op 48 ha, waarvan meer dan drie kwart weiden. Het gemengd rundveebedrijf met 1,64 VAK beschikt over praktisch eenzelfde aantal melkkoeien (29) als zoogkoeien (28) op 49 ha waarvan meer dan de helft weiden. Het varkensbedrijf met 1,44 VAK houdt 132 zeugen en beschikt over bijna 690 mestvarkensplaatsen op 14 ha.

14 9 Tabel 4.- Structurele gegevens per streek en voor het Rijk - Boekjaar Zand- Zand- Leem- Luikse Fagne Hoge Arden- Vlaan- Wallo- Omschrijving Polders Kempen leem- Condroz Weide- + Arden- nen + Rijk (x) streek streek streek streek Famenne nen Jura deren nië Beteelde oppervlakte(ha) Specificatie van de beteelde oppervlakte (in %) 4 Teeltgronden Grasland en kunstweiden Boomgaarden Specificatie van de teeltgronden (in %) 7 Granen Hakvruchten Groenvoeders Overige gewassen Veebezetting (aantal dieren per bedrijf) 12 Melkkoeien Zoogkoeien Kalveren en jong rundvee Stieren en mestvee Mestvarkens Fokzeugen Leghennen (xx) Slachthennen (xx) Arbeidskrachten (aantal per bedrijf) 22 Niet omgerekend Omgerekend tot V.A.K (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2. (xx) In 100 dieren

15 10 Tabel 5.- Structurele gegevens per bedrijfstype - Boekjaar Melkvee Melkvee Combi- Combi- Akker- Akker- Akker- sterk matig Gemengd naties naties Varkens bouw bouw en Akker- Omschrijving bouw gespe- gespe- rund- Pluim- van van - en rundvee bouw ciali- ciali- vee Mestvee Varkens vee gewas- vee- rundvee melkvee ander en seerd seerd sen teelt dan varkens rundvee melkvee (x) Beteelde oppervlakte(ha) Specificatie van de beteelde oppervlakte (in %) 4 Teeltgronden Grasland en kunstweiden Boomgaarden Specificatie van de teeltgronden (in %) 7 Granen Hakvruchten Groenvoeders Overige gewassen Veebezetting (aantal dieren per bedrijf) 12 Melkkoeien Zoogkoeien Kalveren en jong rundvee Stieren en mestvee Mestvarkens Fokzeugen Leghennen (xx) Slachthennen (xx) Arbeidskrachten (aantal per bedrijf) 22 Niet omgerekend Omgerekend tot V.A.K (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2. (xx) In 100 dieren

16 11 Tabel 6.- Driejaarlijkse gemiddelde structurele gegevens Boekjaren tot 2001 en driejaarlijkse (rekenkundige) gemiddelden (Ø) (x) Omschrijving Ø Beteelde oppervlakte(ha) Specificatie van de beteelde oppervlakte (in %) 4 Teeltgronden Grasland en kunstweiden Boomgaarden Specificatie van de teeltgronden (in %) 7 Granen Hakvruchten Groenvoeders Overige gewassen Veebezetting (aantal dieren per bedrijf) 12 Melkkoeien Zoogkoeien Kalveren en jong rundvee Stieren en mestvee Mestvarkens Fokzeugen Leghennen (xx) Slachthennen (xx) Arbeidskrachten (aantal per bedrijf) 22 Niet omgerekend Omgerekend tot V.A.K (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2. (xx)in 100 dieren

17 12 III.- DE FINANCIELE RESULTATEN VAN HET GEHELE BEDRIJF A. Toelichting bij de gegevens De gegevens over de opbrengsten, de kosten en de financiële resultaten vormen het belangrijkste gedeelte van dit verslag. Voor een goed begrip van deze gegevens wordt de aandacht gevestigd op de volgende punten : 1) Voor de onbetaalde handenarbeid van het bedrijfshoofd en van de overige gezinsleden is een normaal loon 1 gerekend, terwijl voor de vergoeding van het kapitaal een normale rente 2 in de kosten is opgenomen. 2) Het ondernemersloon (vergoeding voor bedrijfsleiding) is niet in de kosten begrepen. Bijgevolg is dit loon begrepen in de winst. Is er verlies, dan is de bedrijfsleiding niet vergoed. 3) De waarde van de melkproducten en van de marktbare gewassen, voortgebracht en verbruikt in het eigen bedrijf, is begrepen zowel in de opbrengsten als in de kosten. 4) De bedrijfsresultaten worden uitgedrukt met behulp van de volgende criteria : a. Netto-resultaat (winst of verlies) : is het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten. b. Arbeidsinkomen van het gezin : toegerekende lonen voor de handenarbeid van het bedrijfshoofd en van de gezinsleden vermeerderd met de winst of verminderd met het verlies. c. Totaal arbeidsinkomen : betaalde lonen en toegerekende lonen vermeerderd met de winst of verminderd met het verlies. Indien het netto-resultaat, t.t.z. de winst of het verlies, als het beste criterium kan gelden voor de beoordeling van de rendabiliteit, omdat het aangeeft in welke mate de totale opbrengsten al of niet toereikend zijn om de totale kosten te dekken, krijgt het nettoresultaat een des te sterker theoretisch karakter naarmate de niet-betaalde of toegerekende kosten belangrijker zijn. Het is zonder meer duidelijk dat de toegerekende lonen op familiale bedrijven een aanzienlijk deel van de totale kosten vertegenwoordigen. Daarom is het o.i. belangrijk om naast de winst of het verlies, ook het arbeidsinkomen van het gezin te beklemtonen. Voor het familiaal bedrijf beantwoordt het gezinsarbeidsinkomen beter aan de werkelijkheid dan de winst of het verlies. Daarenboven is het arbeidsinkomen van het gezin in boekhoudkundig opzicht juister dan het netto-resultaat, omdat het onafhankelijk is van het aantal gerekende uren gezinsarbeid en van het loon waartegen deze uren gewaardeerd zijn. 1 2 zie toelichting op het gegeven nummer 33 in bijlage 2. zie toelichting op de gegevens nummers 36, 42 en 43 in bijlage 2.

18 13 Het totaal arbeidsinkomen laat toe bedrijven te vergelijken welke in verschillende mate beroep doen op betaald personeel. Daar de vergoeding voor bedrijfsleiding niet in de kosten begrepen is (zie punt 2, hiervoor), omvat het arbeidsinkomen niet alleen de vergoeding voor de gepresteerde handenarbeid, maar ook de vergoeding voor de bedrijfsleiding. Het verband tussen de opbrengsten, de kosten, het netto-resultaat (winst of verlies), het arbeidsinkomen van het gezin en het totaal arbeidsinkomen wordt hierna grafisch voorgesteld. 1ste geval : Er is winst O p b r en g s t e n Overige kosten Arbeidskosten betaald personeel Arbeidskosten bedrijfshoofd en gezinsleden Winst Arbeidsinkomen van het gezin Totaal arbeidsinkomen 2de geval : Er is verlies O p b r e n g s t e n Overige kosten Arbeidskosten betaald personeel Arbeidskosten bedrijfshoofd en gezinsleden Verlies Arbeidsinkomen van het gezin Totaal arbeidsinkomen

19 14 B. Gegevens van het boekjaar 2001 De toegepaste schikkingen sinds de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van 1992 werden aangepast aan Agenda 2000 wat wijzigingen teweegbrengt t.o.v. het boekjaar Wanneer men 2001 met 2000 gaat vergelijken ziet men dat de compensaties voor de granen en de braaklegging stijgen per productie-eenheid, terwijl deze voor de oliehoudende en eiwithoudende gewassen dalen; het percentage verplichte braaklegging voor de professionele producenten (vroeger algemene regeling) wordt vastgesteld op 10 %, hetzij hetzelfde als het vorige boekjaar. Het eenheidsbedrag van de zoogkoeienpremies en de premies mannelijke runderen zijn verhoogd terwijl de toegelaten veedichtheid per ha voederteelten van 2,0 naar 1,9 gegaan is. De steun toegekend aan bedrijven getroffen door de crisis in de rundveesector, werd geboekt in het boekjaar In de boekhouding worden, zoals in het verleden reeds het geval was, al deze toelagen, compensaties en premies geboekt bij de overige opbrengsten. De gemiddelde gewogen resultaten die betrekking hebben op de opbrengsten, de kosten en de financiële resultaten van het ganse bedrijf worden in tabel 8 gegeven per streek alsook voor het Rijk. In tabel 9 worden ze gegeven per productierichting. In tabel 7 wordt een samenvatting gegeven van deze resultaten. Indien men zich beperkt tot de toelichting omtrent het bekomen gemiddelde arbeidsinkomen per arbeidseenheid per gespecialiseerd bedrijfstype, dan kan men vaststellen dat in 2001 het inkomen EUR per arbeidseenheid heeft bereikt in het varkensbedrijf, EUR in het akkerbouwbedrijf, EUR in het sterk gespecialiseerd melkveebedrijf ( EUR in het matig gespecialiseerd melkveebedrijf), EUR in het gemengd rundveebedrijf en EUR in het gespecialiseerd mestveebedrijf. Per landbouwstreek verschilt het inkomen volgens de belangrijkheid van de verschillende technisch-economische productierichtingen die er voorkomen. Het arbeidsinkomen per arbeidseenheid bedraagt gemiddeld EUR in Vlaanderen, EUR in Wallonië en EUR voor het Rijk.

20 15 Tabel 7.- Vergelijking van het netto-resultaat van het bedrijf (winst of verlies) en van het arbeidsinkomen per arbeidseenheid - Boekjaar Netto-resultaat Arbeidsinkomen per arbeidseenheid in % van de totale kosten Rijk= Streken Polders Zandstreek Kempen Zandleemstreek Leemstreek Condroz Luikse Weidestreek Fagne+Famenne Hoge Ardennen Ardennen+Jura Vlaanderen Wallonië Het Rijk Bedrijfstype Akkerbouw Melkvee sterk gespecial Melkvee matig gespecial Gemengd rundvee Mestvee Varkens Combinaties van gewassen Combin. veeteelt-rundvee Varkens-rundvee Akkerbouw en melkvee Akkerbouw en ander rundvee Akkerbouw en varkens

21 16 Tabel 8.- Opbrengsten,kosten en financiële resultaten van het gehele bedrijf per streek en voor het Rijk - Boekjaar Zand- Zand- Leem- Luikse Fagne Hoge Arden- Vlaan- Wallo- Omschrijving Polders Kempen leem Condroz Weide- + Arden- nen + deren Rijk (x) streek streek streek streek Famenne nen Jura nië Beteelde oppervlakte(ha) Opbrengsten,in /ha beteelde oppervlakte 26 Marktbare gewassen Rundvee + voedergewassen Varkens Pluimvee Overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten,in /ha beteelde oppervlakte 33 Berekende lonen Betaalde lonen Werk door derden Werktuigkosten Aangekocht veevoeder Veevoeder eigen bedrijf Aangekochte meststoffen Zaad- en pootgoed Bestrijdingsmiddelen Grond- en gebouwenkap Overige kosten Totale kosten Resultaten, in /ha beteelde oppervlakte 46 Netto-resultaat Arbeidsinkomen gezin Totaal arbeidsink.(a.i) Resultaten,in 49 Gemiddeld A.I. per V.A.K Opbrengst/1000 kosten (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2. Tabel 9.- Opbrengsten,kosten en financiële resultaten van het gehele bedrijf per bedrijfstype - Boekjaar

22 Melkvee Melkvee Combi- Combi- Akker- Akker- Akker- sterk matig Gemengd naties naties Varkens bouw bouw en Akker- Omschrijving bouw gespe- gespe- rund- Pluim- van van - en rundvee bouw ciali- ciali- vee Mestvee Varkens vee gewas- vee- rundvee melkvee ander en seerd seerd sen teelt dan varkens rundvee melkvee (x) Beteelde oppervlakte(ha) Opbrengsten,in /ha beteelde oppervlakte(xx) 26 Marktbare gewassen Rundvee + voedergewassen Varkens Pluimvee Overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten,in /ha beteelde oppervlakte(xx) 33 Berekende lonen Betaalde lonen Werk door derden Werktuigkosten Aangekocht veevoeder Veevoeder eigen bedrijf Aangekochte meststoffen Zaad- en pootgoed Bestrijdingsmiddelen Grond- en gebouwenkap Overige kosten Totale kosten Resultaten,in /ha beteelde oppervlakte(xx) 46 Netto-resultaat Arbeidsinkomen gezin Totaal arbeidsink.(a.i) Resultaten,in 49 Gemiddeld A.I. per V.A.K Opbrengst/1000 kosten (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2. (xx) In 1000 per arbeidseenheid voor de varkensbedrijven (P.R. 501).

23 18 C. Vergelijking met vorige boekjaar In tabel 10 worden de gemiddelde opbrengsten, kosten en financiële resultaten van het geheel der bestudeerde bedrijven (zie kolom het Rijk van tabel 8) voor het boekjaar 2001 (gaande van 1 januari 2001 tot 31 december 2001) vergeleken met de gegevens van het boekjaar Gemiddeld voor het Rijk en t.o.v vertonen de resultaten voor het boekjaar 2001 een stagnatie van de opbrengsten en een zeer geringe toename van de kosten met 0,9 %. Voor het Rijk, gaat het arbeidsinkomen per arbeidskracht van EUR in 2000 naar EUR in 2001, hetzij een verlaging van 402 EUR of 1,6 %. Tabel 10.- Vergelijking van de gemiddelde financiële resultaten van het gehele bedrijf Boekjaren 2000 en (x) Omschrijving Verschil Beteelde oppervlakte(ha) Opbrengsten,in /ha beteelde oppervlakte 26 Marktbare gewassen Rundvee + voedergewassen Varkens Pluimvee Overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten,in /ha beteelde oppervlakte 33 Berekende lonen Betaalde lonen Werk door derden Werktuigkosten Aangekocht veevoeder Veevoeder eigen bedrijf Aangekochte meststoffen Zaad- en pootgoed Bestrijdingsmiddelen Grond- en gebouwenkap Overige kosten Totale kosten Resultaten,in /ha beteelde oppervlakte 46 Netto-resultaat Arbeidsinkomen gezin Totaal arbeidsink.(a.i) Resultaten,in 49 Gemiddeld A.I. per V.A.K Opbrengst/1000 kosten (x) Deze nummers verwijzen naar de toelichting in bijlage 2.

24 19 Per streek en per bedrijfstype worden deze verschillen weergegeven in tabel 11. Voor meer gedetailleerde gegevens in verband met de rundveehouderij, de varkenshouderij en de akkerbouwgewassen wordt respectievelijk verwezen naar de tabellen in de hoofdstukken IV, V en VI. 1. Rendabiliteit per productiesector geschetst. Op beknopte wijze wordt hierna de rendabiliteit in de belangrijkste productiesectoren * Bij de akkerbouwgewassen (zie tabellen 26 tot 29) kunnen, afhankelijk van de teelt, verschillende ontwikkelingen worden vastgesteld in vergelijking met het boekjaar 2000 (oogst 2000). In het algemeen stijgen de kilogramopbrengsten voor de belangrijkste graansoorten, bij de verkoopprijzen wordt er, afhankelijk van de beschouwde graansoort, een stijging of een daling waargenomen, terwijl de directe kosten (zaden, meststoffen, bestrijdingsmiddelen...) lichtjes stijgen. Zo stijgt de kilogramopbrengst en de prijs van wintertarwe respectievelijk met 4 en 2 %, wat een verhoging van de geldopbrengst per hectare met 6 % betekent. Voor de wintergerst neemt de kilogramopbrengst toe met 13 % terwijl de prijs daalt met 5 %, hetgeen een vermeerdering van de geldopbrengsten per ha betekent van 7 %. Voor de suikerbieten zijn de kilogramopbrengsten gedaald met 13 %, het suikergehalte blijft ongewijzigd terwijl de gemiddelde prijs stijgt met 10 % (tengevolge een aanzienlijke daling van de hoeveelheden die buiten de quota gevaloriseerd werden); dit alles heeft ertoe geleid dat de geldopbrengst met 4 % per ha is afgenomen. De aardappelteelt wordt gekenmerkt door een gemiddelde geldopbrengst die veel hoger is dan het vorige boekjaar. Bij een iets lagere kilogramopbrengst stijgt de verkoopprijs met 50 % tegenover vorig boekjaar; bijgevolg stijgt de geldopbrengst per ha met 42 %. Wat de directe kosten betreft (pootgoed, meststoffen, bestrijdingsmiddelen,...) wordt een lichte stijging van 2 % vastgesteld. Uiteindelijk neemt het bruto saldo 1 met 82 % toe. Uiteindelijk zijn in 2001 op de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven betere resultaten behaald dan in Op het gemiddeld gespecialiseerd akkerbouwbedrijf stijgt het arbeidsinkomen per arbeidseenheid (A.E.) met 14 %. Dit inkomen ligt 25 % hoger dan het inkomen dat op het gemiddeld landbouwbedrijf wordt behaald (tabel 7). Tenslotte kan worden gewezen op het feit dat de toename van het inkomen op de akkerbouwbedrijven zeer sterke individuele schommelingen kan verbergen afhankelijk van het aandeel aardappelen in het teeltplan van de bedrijven enerzijds en de oppervlakte niet geoogste teelten tengevolge van de slechte weersomstandigheden gedurende het herfstseizoen van 2001 anderzijds. Opmerkelijk is dat de rendabiliteit van de Vlaamse gespecialiseerde akkerbouwbedrijven duidelijk achterblijft in vergelijking met deze in Wallonië. In 2001 bedraagt het arbeidsinkomen per A.E. in Vlaanderen EUR dat is 28 % minder dan in Wallonië. 1 Totale opbrengst (hoofdproduct plus bijproduct) min operationele kosten (zaad, meststoffen, werk door derden...).

25 20 * In de rundveesector (zie tabellen 19 tot 22) is de rendabiliteit er globaal gezien op achteruit gegaan, daar de betere resultaten voor de melk, ruimschoots overtroffen worden door een daling van de resultaten behaald in rundvleessector. De melkproductie per koe blijft stijgen (+ 0,9 %) ten opzichte van het voorgaande boekjaar terwijl de prijs van de melk, geleverd aan de zuivelfabriek, stijgt met 6 %, het vetgehalte van de melk blijft stabiel. Voor de rundvleesproductie zijn de verkoopprijzen over het algemeen gedaald. Deze prijsdaling werd echter niet gecompenseerd door een verhoging van de bestaande premies en door de vergoedingen afkomstig van de overheid die toegekend werden naar aanleiding van de crisis in de rundveesector In de rundveebedrijven variëren de resultaten volgens de verschillende specialisaties. Zo stijgt het arbeidsinkomen per A.E. met 11 % in de sterk gespecialiseerde melkveebedrijven (P.R. 411), in de matig gespecialiseerde melkveebedrijven (P.R. 412) daalt het arbeidsinkomen per A.E. met 2 %. Op het eerste bedrijfstype ligt het arbeidsinkomen per A.E. 6 % onder het niveau van het gemiddeld (nationaal) bedrijf en voor het tweede bedrijfstype is dit 26 %. In de bedrijfstypes waar de vleesproductie belangrijk is, stijgt het arbeidsinkomen per arbeidseenheid met 3 % in de gemengde rundveebedrijven (P.R. 43), aangezien deze blijkbaar beter vergoed werden tijdens de recente crisis in de rundveesector. In de gespecialiseerde mestveebedrijven (P.R. 42) daalt het arbeidsinkomen per arbeidseenheid met EUR, hetzij met 14 %. In deze laatste bedrijven bedraagt het arbeidsinkomen per A.E EUR wat 59 % van het inkomen van het gemiddeld (nationaal) bedrijf vertegenwoordigt, of het laagste van alle bedrijfstypes. Op de Vlaamse gespecialiseerde melkveebedrijven (P.R. 411) bedraagt het arbeidsinkomen per A.E EUR, dat is 14 % meer dan in Wallonië. Op de matig gespecialiseerde melkveebedrijven (P.R. 412) bedraagt het arbeidsinkomen per A.E EUR of 26 % meer dan in Wallonië. Voor de bedrijven waar men het accent legt op de productie van rundvlees (P.R. 42 en P.R. 43) zijn de verschillen in arbeidsinkomen per A.E. vrij beperkt. * De gespecialiseerde varkensbedrijven bekomen in 2001 een minder goed resultaat dan in het boekjaar 2000; het arbeidsinkomen per arbeidseenheid daalt van EUR naar EUR, wat een verlaging van 14 % inhoudt. Zowel de biggenprijzen als de mestvarkensprijzen stijgen in het begin van het boekjaar Vervolgens dalen de biggenprijzen continu tot aan het einde van het boekjaar wat resulteert in een aanzienlijke daling als men de prijzen van december 2001 vergelijkt met de prijzen van december Ten opzichte van het vorig boekjaar daalt op de gespecialiseerde varkenshouderijen het aantal fokzeugen met 7,7 %, het aantal mestvarkens neemt met 6,5 % af. Het uiteindelijk resultaat is dat op de gespecialiseerde varkensbedrijven het inkomen lager is dan Vooral de bedrijven met vetmesting behalen minder goede resultaten. 2. Rendabiliteit per landbouwstreek Voor de landbouwstreken is de rendabiliteit van de landbouwbedrijven voor een groot deel een weerspiegeling van de rendabiliteit van de producties die in de streken belangrijk zijn. Op basis van de steekproefresultaten stijgt het arbeidsinkomen per A.E. in alle landbouwstreken waar de gewassen en/of de melkproductie belangrijk zijn: de toename bedraagt 26 % in de Hoge Ardennen, 8 % in de Luikse Weidestreek en 3 % in de Condroz en de Leemstreek Het arbeidsinkomen per A.E. blijft stabiel in de Polders en vermindert in alle andere streken: met 3 % in de Zandstreek, 4 % in de Ardennen +Jura, 5 % in de Zandleemstreek, 6 % in de Kempen en met 9 % in de Fagne + Famenne. Ten slotte wordt het hoogste gemiddeld inkomen bereikt in de Kempen en het laagste in de Fagne + Famenne.

26 21 Op het gemiddeld landbouwbedrijf in Vlaanderen is het arbeidsinkomen per A.E. ten opzichte van het voorbije boekjaar gedaald (- 4 %); dit is vooral toe te schrijven aan de slechtere resultaten van de varkenshouderij. In Wallonië neemt het inkomen toe met 3 % dankzij de zeer goede resultaten van de akkerbouwgewassen. Tenslotte is het gemiddeld arbeidsinkomen per A.E. op het Waalse landbouwbedrijf 16 % lager dan het nationaal gemiddeld inkomen; op het Vlaamse landbouwbedrijf is het 11 % hoger dan het nationaal gemiddeld inkomen. Deze situatie is vergelijkbaar met het vorige boekjaar maar wel minder uitgesproken. Tabel 11.- Vergelijking van het gemiddeld arbeidsinkomen per volwaardige arbeidskracht, per streek, per bedrijfstype en voor het Rijk. - Boekjaren 2000 en Arbeidsinkomen per volwaardige arbeidskracht Verschil % Streken Polders Zandstreek Kempen Zandleemstreek Leemstreek Condroz Luikse Weidestreek Fagne+Famenne Hoge Ardennen Ardennen+Jura Vlaanderen Wallonië Het Rijk Bedrijfstype Akkerbouw Melkvee sterk gespecial Melkvee matig gespecial Gemengd rundvee Mestvee Varkens Combinaties van gewassen Combin. veeteelt-rundvee Varkens-rundvee Akkerbouw en melkvee Akkerbouw en ander rundvee Akkerbouw en varkens

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS. Foto : DGARNE DDV

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS. Foto : DGARNE DDV NL DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Foto : DGARNE DDV 2010 2 Produktiefactoren* Aantal bedrijven 15.500 waarvan 73% voltijds Tewerkstelling 25.839 personen in de landbouwsector, namelijk 18.846 arbeidseenheden

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Update : Februari 2014 Opmerking Om redenen van administratieve vereenvoudiging berust de enquête van 2011 niet meer op de landbouwers die hebben deelgenomen aan de landbouwtelling

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN Els Bernaerts, Els Demuynck VLAANDEREN UW VARKENS ANDEEL S GESTEGEN STIJGING RUNDVEE TABEL BASIS INBOUWWAARDE BELANG KOSTEN DRIJVENFAK GROENTEN AGRARISCHE MILJARD ERINGSKAART MELK MILJOEN LANDBOUWBEDRIJVEN

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW Landbouwtoets Eeklo uitgevoerd in opdracht van provincie Oost-Vlaanderen INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Situering van het landbouwgebruik...

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING 631.16 HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING Proefstation voor de Akker- en Weidebouw OVERDRUK UIT LANDBOUWVOORLICHTING 16. 6. 288-292. 'S-GRAVENHAGE, JUNI 1959 HET GEBRUIK

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013 ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 2015 Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013 Entiteit: Departement Landbouw en Visserij Afdeling: Monitoring en Studie

Nadere informatie

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2003 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.05 Centrum voor januari 2005 Landbouweconomie

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102

Nadere informatie

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008 Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Tom Coulier Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008 Tom Coulier december 2009 Rapport, 85

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Blik op de productierekening 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto toegevoegde waarde 5. Meer informatie 6. Overzicht

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 FOCUS 214 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 213 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

Landbouwenquête van mei

Landbouwenquête van mei Statistisch Product Landbouwenquête van mei Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Deze statistieken komen rechtstreeks uit de jaarlijkse enquêtes in mei (de vroegere landbouwtelling).

Nadere informatie

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009 Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Andy Oeyen Boris Tacquenier Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009 Andy Oeyen Boris Tacquenier

Nadere informatie

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

Rendabiliteit van sojateelt in Vlaanderen. Jef Van Meensel 23/11/2017 ILVO ILVO

Rendabiliteit van sojateelt in Vlaanderen. Jef Van Meensel 23/11/2017 ILVO ILVO Rendabiliteit van sojateelt in Vlaanderen Jef Van Meensel 23/11/2017 ILVO Focus Heeft soja een plaats in m n teeltplan? Bedrijfseconomisch Technisch Focus Heeft soja een plaats in m n teeltplan? Bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw Eindverslag

Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw Eindverslag Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw Eindverslag Dr. ir. Mieke Calus, Dr. Valerie Vandermeulen, Dr. Elke Rogge, Lara Emde, Dr. ir. Joost Dessein, Dr. ir. Ludwig Lauwers, Dr. ir. Guido Van

Nadere informatie

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse granen voor de korrel

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse granen voor de korrel Studie Rentabiliteits- en kostprijsanalyse granen voor de korrel Resultaten van bedrijven uit het Landbouwmonitoringsnetwerk September 2012 Stijn Jourquin Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid

Nadere informatie

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007 Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Tom Coulier Els Demuynck Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007 Rentabiliteitsrapport

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2013 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2010-2012 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw

Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw An Van den Bossche, Dirk Van Lierde Centrum voor Landbouweconomie (CLE) Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij,

Nadere informatie

Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015

Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015 Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015 Belangrijkste resultaten Het vertrouwen van de landbouwers daalt in België, vooral in de melkveesector. De evaluatie van het financieel resultaat loopt

Nadere informatie

Productierekening 2005

Productierekening 2005 Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening

Nadere informatie

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 14 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 14 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie 1. Blik op de conjunctuurindex 2. Landbouw per deelsector 3. Tuinbouw

Nadere informatie

De Vlaamse Landbouwconjunctuurindex

De Vlaamse Landbouwconjunctuurindex De Vlaamse Landbouwconjunctuurindex Methodologie en Resultaten enquête voorjaar 2007 Juni 2007 Bas Leen, Van Gijseghem Dirk VLAAMSE OVERHEID Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie

Nadere informatie

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economie Research (voorheen LEI wageningen UR) m L ; I āīŕ 1 I SL WAGENINGEN

Nadere informatie

Statistisch Product. Raming van de oogst en pachten in de landbouw

Statistisch Product. Raming van de oogst en pachten in de landbouw Metadata Statistisch Product Raming van de oogst en pachten in de landbouw De enquête naar de raming van de oogst gecombineerd met de schatting van de oppervlaktes via de landbouwenquête van mei laat toe

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Staatssteun N 657/ België Steun voor door de BSE-crisis getroffen veehouders

Staatssteun N 657/ België Steun voor door de BSE-crisis getroffen veehouders EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.11.2001 C (2001)3276fin Betreft: Staatssteun N 657/2001 - België Steun voor door de BSE-crisis getroffen veehouders Excellentie, Bij brief van 8 oktober 2001 heeft de Belgische

Nadere informatie

Het Vlaamse. LandbouwMonitoringsNetwerk: Wat & Hoe?

Het Vlaamse. LandbouwMonitoringsNetwerk: Wat & Hoe? Het Vlaamse LandbouwMonitoringsNetwerk: Wat & Hoe? November 2007 Roger De Becker (Red.) VLAAMSE OVERHEID Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Koning Albert II laan 35,

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2 NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2019 N 2 Deze notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Van: N. Lemlijn Aan: de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Boeren met buren NR 010 Steller: E. Paree Datum: 1 maart 2013 Nr.: RIB-NL-1305 Het compendium voor de leefomgeving i heeft

Nadere informatie

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE Omschakeling naar biologische varkenshouderij 1 www.vlaanderen.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Omschakeling naar biologische varkenshouderij in Vlaanderen... 3 2.1

Nadere informatie

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Rapport JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Auteur Veerle Vermeyen

Nadere informatie

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid

Nadere informatie

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. 57.620/PC4/VK Brussel, 3 december 1992. MEDEDELING D. 104. Betreft :Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. I. INLEIDING. In het raam van de a posteriori controle, is het van

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen

Nadere informatie

Agrariërs op de grondmarkt

Agrariërs op de grondmarkt Agrariërs op de grondmarkt Augustus 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen Het samenspel van vraag en aanbod van landbouwgrond de agrarische grondmarkt mondt uit in een bepaalde hoeveelheid verhandelde

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Megabedrijven in de landbouw,

Megabedrijven in de landbouw, Indicator 30 januari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal megabedrijven in

Nadere informatie

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke 15 De bedrijfsbegroting Bedrijfsbegroting naam leerling : oke test Omschrijving melkvee Aantal eenheden Per eenheid in euro's Bruto opbrengst Saldo Totaal saldo Berekende rente per eenh. Totaal of % Waarde

Nadere informatie

Financiële Analyse. D.E. Momelkveebedrijf. Pinkenlaan AB KOEDORP :52. Versie: Check FM 2_0 2017_06_11

Financiële Analyse. D.E. Momelkveebedrijf. Pinkenlaan AB KOEDORP :52. Versie: Check FM 2_0 2017_06_11 Financiële Analyse D.E. Momelkveebedrijf Pinkenlaan 12 1234 AB KOEDORP 15-06-2017-8:52 Versie: Check FM 2_0 2017_06_11 Inhoud 1 Structuur van het bedrijf 2 Totaal bedrijfsresultaat 3 Beschikbare liquide

Nadere informatie

Overlevingsstrategieën voor een multifunctionele landbouw in verstedelijkte gebieden

Overlevingsstrategieën voor een multifunctionele landbouw in verstedelijkte gebieden Overlevingsstrategieën voor een multifunctionele landbouw in verstedelijkte gebieden DEEL II: Bijlage II - 1 1 Ruimtelijke structuur van België 1.1 Kenmerken en de interne dynamiek van de landbouw De ruimtelijke

Nadere informatie

Financiële Analyse. Frank de Boer. Aston Martinnlaan NB. Oud-Beijerland :56. Versie: Check FM 2_0 2016_09_05

Financiële Analyse. Frank de Boer. Aston Martinnlaan NB. Oud-Beijerland :56. Versie: Check FM 2_0 2016_09_05 Financiële Analyse Frank de Boer Aston Martinnlaan 70 3261 NB Oud-Beijerland 31-10-2016-15:56 Versie: Check FM 2_0 2016_09_05 Inhoud 1 Structuur van het bedrijf 2 Totaal bedrijfsresultaat 3 Beschikbare

Nadere informatie

Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen. Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie

Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen. Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri

Nadere informatie

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n

O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n Boekjaar 2006 L a n d b o u w m o n i t o r i n g s n e tw e r k

Nadere informatie

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies Dr.ir. A.Calus POVLT Beitem-Rumbeke 21-01-2010 POVLT - Beitem (Rumbeke) 1 Kaart Scheldemondprovincies 21-01-2010 POVLT - Beitem (Rumbeke) 2 Kaart Zeeland

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

INTERREGIONALE LANDBOUWERS DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ INTERREGIONALE LANDBOUWERS Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2005

Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2005 Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2005 Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Ellipsgebouw Koning Albert II laan 35 bus 40 1030 Brussel Els Bernaerts

Nadere informatie

Vertrouwensindex landbouw

Vertrouwensindex landbouw 2012 Vertrouwensindex landbouw 2 Inhoud 1. VOORWOORD................................................................ 4 2. METHODOLOGIE.............................................................. 5 3.

Nadere informatie

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2002 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.03 juni 2004 Centrum voor Landbouweconomie Ministerie

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2007 2009 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck

Nadere informatie

Beantwoording raadsvraag

Beantwoording raadsvraag Beantwoording raadsvraag Onderwerp Dierenaantallen Datum 15 april 2016 Nummer RV-1615 Steller vraag Benny Munsters Fractie CDA Portefeuillehouder N. Lemlijn Steller M. van der Heijden Datum afdoening 28

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart I. Vastgoedactiviteit in België Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart In het 2de trimester van 2013 waren er in ons

Nadere informatie

2-1") Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?.

2-1) Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?. 2") 269 ' v DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT TEELBEDRIJVEN IN 969 EN, Interne nota 70 5? Ci'! ;'?.'" < (ffi v '. ê / ' " \ \ ' Februari 972 Niet voor publikatie Nadruk verboden DE FINANCIËLE

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Deze brochure is een uitgave van:

Deze brochure is een uitgave van: Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Bezuidenhoutseweg 73 Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl Rijksoverheid april 2009 Regionale landbouwcijfers

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen April - juni 2014

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen April - juni 2014 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen April - juni 2014 n 21 T/2 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9 101,4

Nadere informatie

Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw

Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw Wijkers en blijvers in de Vlaamse land- en tuinbouw In opdracht van Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie UGent en ILVO Mieke Calus Valerie Vandermeulen Elke Rogge Lara Emde Joost

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

Vlaanderen is landbouw HET LANDBOUW MONITORINGS- NETWERK / LMN. Een bedrijfseconomische boekhouding voor land- en tuinbouwers

Vlaanderen is landbouw HET LANDBOUW MONITORINGS- NETWERK / LMN. Een bedrijfseconomische boekhouding voor land- en tuinbouwers Vlaanderen is landbouw HET LANDBOUW MONITORINGS- NETWERK / LMN Een bedrijfseconomische boekhouding voor land- en tuinbouwers COLOFON Datum 31/01/2015 Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Verantwoordelijke

Nadere informatie

INVESTERINGSNIVEAU VAN LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN IN VERSCHILLENDE GEBIEDEN. L.W. Vink en CG. J. van Oostrom. SÏAUii^^büOUW

INVESTERINGSNIVEAU VAN LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN IN VERSCHILLENDE GEBIEDEN. L.W. Vink en CG. J. van Oostrom. SÏAUii^^büOUW NN31545.0 139 OTA 739 mei 1973 Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding Wageningen INVESTERINGSNIVEAU VAN LAND- EN TUINBOUWBEDRIJVEN IN VERSCHILLENDE GEBIEDEN L.W. Vink en CG. J. van Oostrom

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Inleiding De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) begint steeds meer vorm te krijgen. Op 12 oktober 2011

Nadere informatie

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW Resultaten 2017 van het LMN INHOUD 1. Blik op innovatie 2. Innovatie bij Vlaamse landen tuinbouwbedrijven 3. Kenmerken van innoverende bedrijven 4. Besluit

Nadere informatie

VERVENNOOTSCHAPPELIJKING IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

VERVENNOOTSCHAPPELIJKING IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUSRAPPORT VERVENNOOTSCHAPPELIJKING IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Evolutie 3. Parameters 4. Oprichting en overname 5. Vennootschapstypes 6. Beweegredenen en belemmeringen

Nadere informatie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie Handleiding bij de BASsistent Mestproductie 2010 Doorheen het programma kan u enkel de groene cellen invullen door een tekst of getal te typen of de juiste mogelijkheden te kiezen in de keuzeboxen. Handleiding

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term gemeente ook een brandweerintercommunale bedoeld. KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 APRIL 2014 TOT BEPALING VAN DE VERDEELSLEUTEL VAN DE BIJKOMENDE FEDERALE DOTATIE AAN DE PREZONES EN AAN DE HULPVERLENINGSZONES. 1 (B.S. 25.06.2014) en erratum B.S. 26.02.2015

Nadere informatie

Gevolgen invoering Minas in 1998 op bedrijfsvoering en economie in de veehouderij

Gevolgen invoering Minas in 1998 op bedrijfsvoering en economie in de veehouderij Gevolgen invoering Minas in 1998 op bedrijfsvoering en economie in de veehouderij J.H. Wisman D.W. de Hoop Projectcode 63539 Mei 2001 Rapport 2.01.06 LEI, Den Haag I Het LEI beweegt zich op een breed terrein

Nadere informatie

TON PRIJS KOSTEN EVOLUTIE VLAANDEREN WINTERTARWE S HANDEL AARDAPPELAREA AREAAL SUIKERHOUDENDE EURO OPPERVLAKTE SALDO PROVINCIES

TON PRIJS KOSTEN EVOLUTIE VLAANDEREN WINTERTARWE S HANDEL AARDAPPELAREA AREAAL SUIKERHOUDENDE EURO OPPERVLAKTE SALDO PROVINCIES Els Bernaerts, Els Demuynck SALDO PRODUCTIEVOLUME BEDRIJVEN GRANENAKKERBOUW AARDAPPELEN AKKERBOUW PRODUCTIE GEWASSEN PRODUCTEN PROVINCIES UITVOER AANDEEL IALISEERDE PRIJS HANDEL KORRELMAÏS CULTUURGROND

Nadere informatie

Meer zicht op de cijfers

Meer zicht op de cijfers Meer zicht op de cijfers Analyse technische en economische resultaten K&K bedrijven in vergelijking met andere praktijkbedrijven November 2001 Rapport 8 Koeien & Kansen; Pioniers duurzame melkveehouderij

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw

Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw Studie Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011 Wim Raes, Els Bernaerts, Els Demuynck, Andy Oeyen en Boris Tacquenier Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Van stal tot akker: de link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw

Van stal tot akker: de link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw Van stal tot akker: de link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw Vakgroep landbouweconomie, Universiteit Gent Overzicht presentatie Belang van sector Situatie Evolutie Uitdagingen Belang agrovoedingscomplex

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX OPNIEUW DALEND 1. Index opnieuw dalend Na drie opwaartse rondes daalt de conjunctuurindex van de Vlaamse

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie