De rol van de financiële toezichthouder in de handhaving van corporate governance codes (bij beursgenoteerde bedrijven)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rol van de financiële toezichthouder in de handhaving van corporate governance codes (bij beursgenoteerde bedrijven)"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De rol van de financiële toezichthouder in de handhaving van corporate governance codes (bij beursgenoteerde bedrijven) Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Decoster Jolien (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. C. Van der Elst Commissaris: Sien Vermeesch

2 Dankwoord Bij deze wil ik graag mijn promotor, Prof. dr. Christoph VAN DER ELST bedanken, zowel voor de mogelijkheid een masterproef onder zijn leiding te mogen maken als voor de verregaande begeleiding die ik kreeg bij het maken van deze masterproef. Ik kon immers telkens rekenen op een kritische beoordeling van mijn voorlopige versies en tips voor verdere verbetering. Een bijzonder dankwoord gaat ook uit naar Prof. dr. em. Eddy WYMEERSCH voor de vele leerrijke en verduidelijkende gesprekken die ik met hem mocht houden en die maakten dat ik weer de bomen door het bos zag in het kluwen van wetgeving, codes en andere regelgeving in verband met corporate governance. Bovendien verschafte hij kritische, maar erg nuttige inzichten uit de praktijk van het toezicht op de naleving van corporate governance - bepalingen. Het was een waar voorrecht om met deze personen te mogen samenwerken en op hun kennis een beroep te mogen doen. Jolien Decoster, Gent, 10 mei

3 INHOUD Inleiding... 6 DEEL I: BELGIË A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code B. Toepassingsgebied van de code C. Afdwingbaarheid van de code D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving E. Soort of wijze van openbaarmaking F. Wijze van toezicht G. Bevindingen in de rapporten Studie nr Studie nr Studie nr H. Besluit DEEL II: NEDERLAND A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code B. Toepassingsgebied van de code C. Afdwingbaarheid van de code D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving E. Soort of wijze van openbaarmaking F. Wijze van toezicht G. Bevindingen in de rapporten Monitoringrapport Monitoringrapport Monitoringrapport H. Besluit DEEL III: FRANKRIJK A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code B. Toepassingsgebied van de code C. Afdwingbaarheid van de code

4 D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving E. Soort of wijze van openbaarmaking F. Wijze van toezicht G. Bevindingen in de rapporten Rapport Rapport Rapport H. Besluit DEEL IV: HET VERENIGD KONINKRIJK A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code B. Toepassingsgebied van de code C. Afdwingbaarheid van de code D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving E. Soort of wijze van openbaarmaking F. Wijze van toezicht G. Bevindingen in de rapporten Developments in Corporate Governance The impact and implementation of the UK Corporate Governance and Stewardship Codes Developments in Corporate Governance The impact and implementation in the UK Corporate Governance and Stewardship Codes H. Besluit DEEL V: SPANJE A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code B. Toepassingsgebied van de code C. Afdwingbaarheid van de code D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving E. Soort of wijze van openbaarmaking F. Wijze van toezicht G. Bevindingen in de rapporten Informe anual de Gobierno Corporativo de las compañías del IBEX 35 (Ejercicio 2009) Informe anual de Gobierno Corporativo de las compañías del IBEX 35 (Ejercicio 2010) Informe anual de Gobierno Corporativo de las compañías del IBEX 35 (Ejercicio 2011) H. Besluit

5 DEEL VI: DE SITUATIE IN 3 ANDERE LANDEN UIT DE EUROPESE UNIE Afdeling I. DUITSLAND Afdeling II. ITALIË Afdeling III: PORTUGAL DEEL VII: ALGEMENE CONCLUSIE Samenvatting Bibliografie

6 Inleiding 1. Corporate governance speelt heden ten dage een niet onbelangrijke rol in het bedrijfsleven. Bedrijven opereren niet langer in een vacuüm maar interfereren daarentegen voortdurend met het maatschappelijk leven en vervullen daarin ontegensprekelijk een maatschappelijke, culturele, economische en sociale rol. De nood aan transparantie van bepaalde gegevens, beperkingen op de mogelijkheid tot uitreiking van sociaal onrechtvaardige remuneratie,... werd nog mede door de actuele slechte economische situatie onder de aandacht gebracht. Slechte economische situaties leiden vaak tot strengere regelgeving waardoor de economische vrijheid wordt beperkt Ondanks de algemene tendens van de internationale behoefte aan corporate governance-regelgeving, lijken verschillende Europese landen een andere methode te hanteren om tot dit resultaat te leiden. Anders dan in de Verenigde Staten waar de corporate governance-regelgeving volledig wettelijk werd geregeld in de Sarbanes -Oxley-Act (SOX) van 2002, wordt deze totnogtoe in Europa voornamelijk geregeld in "vrijwillige" codes. Elk land heeft een unieke mix van juridische en niet-juridische normen 2. Vaak zijn de codes niet geïntroduceerd door wetgevend initiatief, maar worden ze door hun breed maatschappelijk draagvlak als maatschappelijk bindend beschouwd en via een alternatieve wijze in de bedrijfscultuur gebracht. Europa, met als bakermat het Verenigd Koninkrijk, geeft tot op heden de voorkeur aan soft law boven hard law. Codes bieden immers het grote voordeel van de flexibiliteit, zowel wat betreft de toepassing ervan (aan de hand van het comply or explainprincipe), als met betrekking tot hun wijziging en aanpassing. Codes dienen geen lange parlementaire procedure te doorlopen opdat ze gewijzigd zouden kunnen worden. Wetgeving loopt vaak achter de feiten aan, werkt traag en heeft een verstarrend effect. 3 Zaken die de wet niet concreet en uitdrukkelijk regelt, dienen niet te worden nageleefd, hoewel deze misschien wezenlijk en noodzakelijk waren in het kader van de corporate governance. Men kan zich 1 Er bestaat een correlatie tussen welvaart en vrijheid op economisch vlak; H. BAUM, "Change of Governance in Historic Perspective: The German Experience" in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA en H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, 3. 2 E. WYMEERSCH, The enforcement of corporate governance codes, J.C.L.S. VOL. 6, PART 1, (113) B. NICHOLSON, "The role of the regulator" in K. RUSHTON (ed.), The Business Case for Corporate Governance, Cambridge, Cambridge University Press, 2008, (100) 105; M. TABAKSBLAT, "Corporate Governance Code", Bank Fin ,

7 natuurlijk de vraag stellen of deze soepele methode in de praktijk niet aanleiding geeft tot een dermate snel wijzigende situatie die maakt dat het moeilijk wordt voor de vennootschappen om deze snel wijzigende "regels" te kunnen blijven volgen. In de veronderstelling dat de regels door alle beursgenoteerde vennootschappen correct worden nageleefd, wordt natuurlijk de voorkeur gegeven aan soft law. Bij niet of onvoldoende naleving door de vennootschappen, kan wetgeving soelaas bieden door haar verplicht karakter maar dan wel met de eerder genoemde daaraan verbonden nadelen. Daarenboven blijkt de inhoud van de codes ook verschillend te zijn en gebeurt de handhaving eveneens op een andere wijze. In sommige landen zijn de codes beter ingebed met een grotere naleving in de praktijk tot gevolg. De codes verschillen met andere woorden dus zowel wat betreft hun inhoud, hun statuut als de naleving ervan. 3. Deze maatschappelijk aanvaarde en vooropgestelde regelgeving veruitwendigt zich niet per se in een volledige naleving in de praktijk door de vennootschappen. Zoals de Amerikaanse rechtssocioloog Roscoe POUND reeds het onderscheid maakte tussen "Law in Books" en "Law in Action" 4, moet ook met betrekking tot de naleving van en het toezicht op de corporate governance-regelgeving gekeken worden naar hoe dit in de praktijk werkelijk gebeurt, rekening houdend met de specifieke culturele, economische 5, sociale en historische situatie en de eigen nationale bedrijfscultuur -en structuur. "Comply or explain" biedt een pragmatische oplossing voor het probleem dat alle vennootschappen verschillend zijn en een soms algemene regelgeving die zonder onderscheid van toepassing zou zijn en voor alle vennootschappen zou gelden Regelgeving blijft natuurlijk zonder voorwerp indien ze niet wordt nageleefd in de praktijk. Het probleem van op zelfregulering gebaseerde codes bestaat er in dat men wat betreft de handhaving van deze codes volledig afhankelijk blijft van de mate van bereidwilligheid van de vennootschappen 7. De Europese regelgever heeft daar enigszins gedeeltelijk een halt aan toegeroepen door een richtlijn uit te vaardigen die alle op een 4 R. POUND, "Law in Books and Law in Action", Am. L. Rev. 1910, S. LOWE, "Is the UK model working?" in K. RUSHTON (ed.), The Business Case for Corporate Governance, Cambridge, Cambridge University Press, 2008, (222) B. NICHOLSON, "The role of the regulator" in K. RUSHTON (ed.), The Business Case for Corporate Governance, Cambridge, Cambridge University Press, 2008, (100) E. WYMEERSCH, "Implementation of the Corporate Governance Codes" in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA en H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403)

8 Europese beurs genoteerde vennootschappen verplicht een verklaring inzake corporate governance op te nemen in hun jaarverslag of in een afzonderlijk verslag waarbij verwezen moet worden naar een code, gebruik makend van het "comply or explain"-principe en met een bepaald minimum aan informatie. 8 Niettegenstaande het feit dat de corporate governancecodes vaak gebaseerd blijven op het principe van de zelfregulering, geïnitieerd vanuit het bedrijfsleven, aangevuld met de voornoemde plicht uit de Europese richtlijn, wordt daarenboven tegelijkertijd het ondernemings -en vennootschapsrecht op bepaalde, daarmee samenhangende gebieden bijgesteld waardoor sommige elementen van corporate governance sindsdien wettelijk worden geregeld 9 om op die manier alsnog de naleving ervan trachten te vergroten. Toezicht op de corporate governance-bepalingen gebeurt telkens op twee niveaus: enerzijds staan de vennootschapsorganen zelf in voor het interne toezicht op de naleving van deze bepalingen; anderzijds vindt extern toezicht plaats door overheidstoezichthouders en private organisaties. Externe monitoring en toezicht op de naleving van de corporate governance-codes door de financiële toezichthouders is mogelijk, met verschillende gradaties van handhaving in de praktijk tot gevolg 10. In het kader van deze masterproef wordt enkel de rol van de officiële toezichthouder onderzocht, althans in de mate dat deze effectief een rol speelt bij dit toezicht. Vaak is er immers geen juridisch mandaat of wettelijke basis voor de financiële toezichthouders voorhanden om een verregaande controle uit te oefenen en de kwaliteit van de gegeven informatie te beoordelen, maar die taak wordt soms indirect afgeleid uit het algemeen toezicht op de financiële markten en de beursgenoteerde ondernemingen Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad, nr. 2006/46/EG, 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, Pb.L. 16 augustus 2006, afl. 224, 1; Groenboek Comm. nr. COM (2011) 164, 5 april 2011, Het EU-kader inzake corporate governance, 3; S. NESTOR, "Regulatory trends and their impact on corporate governance" in K. RUSHTON (ed.), The Business Case for Corporate Governance, Cambridge, Cambridge University Press, 2008, (176) E. WYMEERSCH, "Implementation of the Corporate Governance Codes" in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA en H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403) E. WYMEERSCH, "Implementation of the Corporate Governance Codes" in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA en H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403) Study on Monitoring and Enforcement Practices in Corporate Governance in the Member States (Contract no. ETD/2008/IM/F2/126), 23 september 2009, 63. 8

9 5. In DEEL I tot en met DEEL V worden de systemen in België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje onderzocht. In DEEL VI worden heel summier de systemen in Duitsland, Italië en Portugal onderzocht en hun gelijkenissen en verschillen met de methodes in de eerder besproken landen. In DEEL VII volgt ten slotte de algemene conclusie. Allereerst wordt voor ieder land telkens een kort overzicht gegeven van hoe de corporate governance -regelgeving tot stand kwam en hoe deze verder evolueerde. Daarbij wordt telkens rekening gehouden met corporate governance -codes voor (beursgenoteerde) vennootschappen. In deze masterproef wordt dan ook nooit rekening gehouden met specifieke codes, zoals bijvoorbeeld corporate governance voor banken en dergelijke. Er wordt nagegaan of er maatregelen of wetgevende initiatieven werden genomen teneinde de afdwingbaarheid van de codes te verbeteren. Transparantie is een essentieel punt om te komen tot een effectief extern toezicht, daarom wordt telkens weergegeven hoe de beursgenoteerde bedrijven hun corporate governance -informatie openbaar dienen te maken. Ook wordt onderzocht hoe dat extern overheidstoezicht er uit ziet en of deze toezichthouder uitdrukkelijk de bevoegdheid kregen dergelijk toezicht uit te oefenen of niet. In de mate dat de nationale financiële toezichthouder zich effectief bezighoudt met het toezicht op de naleving van corporate governance -bepalingen en bijvoorbeeld jaarlijks rapporten opstelt over haar bevindingen, worden deze rapporten geanalyseerd en worden de belangrijkste bevindingen daaruit summier besproken. Deze weergave heeft niet alleen tot doel een zicht te krijgen op de naleving door de vennootschappen in de praktijk, maar ook en vooral omdat zo een beeld wordt geschetst van zaken waaraan de nationale toezichthouders belang hechten, hoe deze nalatigheden of flagrante schendingen melden en de eventuele maatregelen die zij nemen om dit in de toekomst te vermijden. Zo wordt nagegaan of de toezichthouders in hun rapporten alle beursgenoteerde vennootschappen onderzochten of slechts een staal daarvan. In het laatste geval is het belangrijk te kijken of dit staal significant en objectief is en een correcte samenstelling van alle vennootschappen weerspiegelt. Nadien worden de bevindingen bestudeerd: zijn de bevindingen algemeen en op marktniveau of wordt de naleving vennootschap per vennootschap bekendgemaakt? Zijn de bevindingen gedetailleerd en sterk inhoudelijk of eerder oppervlakkig? Maakt de toezichthouder een onderscheid naargelang de sector waarin de onderzochte vennootschappen zich bevinden? Maakt de toezichthouder algemene of zelfs 9

10 individuele aanbevelingen met het oog op verbetering van de naleving in de toekomst? Zijn de gemaakte aanbevelingen louter formeel of daarentegen sterk gedetailleerd? Wat staat er nu eigenlijk allemaal in die rapporten, en nog belangrijker, wat staat er vooral niet in? Vervolgens rijst de vraag hoe de supervisie door de nationale financiële toezichthouder moet worden geïnterpreteerd. Daarnaast worden ook verbanden gezocht. Misschien heeft de wijze waarop de code is ontstaan wel een invloed op de handhaving. Zo is het eventueel mogelijk dat waar de code ontstond door privé -initiatief en dus vrijwillig werd geïntroduceerd in het rechtscircuit en in het bedrijfsleven, ze beter wordt nageleefd dan dwingend door de overheid opgelegde regelgeving. Of misschien is het juist omgekeerd en lijkt de zogenaamde "zelfregulering" illusoir en lijkt het er op dat de vennootschappen zich in werkelijkheid niet aan die bepalingen houden. Ten slotte wordt nagegaan of er gelijkaardige systemen zijn op te merken tussen de onderzochte landen en of er eventueel algemene tendensen zijn bij het toezicht op de handhaving. Is er eigenlijk wel een toezicht of is dit eerder ideëel? Is er een systeem uit de onderzochte landen die de voorkeur verdient boven alle andere? Is het wenselijk dat de toezichthouders verregaande bevoegdheden krijgen met betrekking tot het toezicht op de corporate governance -bepalingen of is dit daarentegen overbodig of absoluut te vermijden? Zijn er eventueel specifieke voorstellen voor een betere handhaving? Op al deze vragen zal een antwoord worden gezocht. 10

11 DEEL I: BELGIË A. Ontstaan en ontwikkeling van de corporate governance code 6. In België bestaan twee soorten codes: de Code Daems voor beursgenoteerde bedrijven en de Code Buysse 12 voor de niet-beursgenoteerde. De Code Daems 13 van 2009 is op zijn beurt de opvolger van de Code Lippens uit De opstelling van de code was een privéinitiatief van de ondernemingen, gepubliceerd door de Commissie Corporate Governance 15 (destijds onder leiding van Maurice Lippens), met als doel zichzelf bepalingen van deugdelijk bestuur op te leggen 16. De Commissie is een zeer onafhankelijke en private organisatie opgericht door de voormalige Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en Euronext Brussel (de Beurs van Brussel) 17. Doordat de financiële toezichthouder betrokken was bij de opmaak van de code, krijgt deze een grote ondersteuning of draagvlak 18. De Code Daems kent een wettelijke verankering in de Wet van 6 april : ingevolge art 96 2, 1 van het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.) worden de beursgenoteerde ondernemingen voortaan verplicht de code inzake deugdelijk bestuur die zij toepassen, aan te duiden in hun jaarverslag. Door de 12 Code Buysse (Corporate governance aanbevelingen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen), september 2005, 49p; (consultatie 18 augustus 2012). 13 Code Daems (Belgische Corporate Governance Code 2009), 12 maart 2009, 40p; (consultatie 18 augustus 2012). (Hierna verkort de Code Daems of de Corporate Governance Code ). 14 Code Lippens (Belgische Corporate Governance Code), 9 december 2004, 40p; (consultatie 18 augustus 2012); X. DIEUX en V. VERHOESTRAETE, Belgium in H. GREGORY en I. MILLSTEIN (eds.), Corporate Governance Board structures and director s duties in 40 jurisdictions worldwide, London, Law Business Research Ltd, 2008, rporate_governance/ (consultatie 18 augustus 2012). 17 E. WYMEERSCH, Implementation of the Corporate Governance Codes in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA, H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403) E. WYMEERSCH, Implementation of the Corporate Governance Codes in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA, H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403) Wet 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank -en financiële sector, B.S. 23 april 2010 ( Hierna verkort de Wet ). 11

12 combinatie van de Code Daems en de laatstgenoemde wet ontstaat in België, althans wat betreft de beursgenoteerde ondernemingen, een spanningsveld tussen soft law en hard law. B. Toepassingsgebied van de code 7. De Belgische Corporate Governance Code is van toepassing op vennootschappen naar Belgisch recht, waarvan de effecten verhandeld worden op een gereglementeerde markt ('beursgenoteerde vennootschappen'). Gelet op de flexibiliteit ervan zal de Code echter ook dienst kunnen doen als referentiekader voor alle andere vennootschappen 20. C. Afdwingbaarheid van de code 8. De vraag naar afdwingbaarheid is een vraag naar het bestaan of de aanwezigheid van soft law of hard law. Zoals gezegd was er oorspronkelijk enkel sprake van soft law: de corporate governance code (voor beursgenoteerde vennootschappen) was een privé-initiatief en berustte op zelfregulering. Door de Wet van 6 april 2010 veranderde die situatie enigszins. Enerzijds is er nu een wettelijke verankering van de Belgische Corporate Governance Code: de vennootschappen moeten aangeven welke code zij toepassen en wanneer zij de code niet integraal toepassen, de niet-nageleefde bepalingen weergeven en de redenen voor die nietnaleving (hierdoor wordt het comply or explain -principe wettelijk verplicht). Anderzijds worden een aantal bepalingen uit de code overgenomen in de Wet van 6 april 2010 waardoor deze verplicht moeten worden nageleefd: hiervoor bestaat met andere woorden geen mogelijkheid tot explain. 21 Het Koninklijk Besluit van 6 juni 2010 houdende aanduiding van de na te leven Code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen 22 duidt de Code Daems van 12 maart 2009 aan als de enige mogelijke referentiecode voor de beursgenoteerde vennootschappen (consultatie 8 oktober 2012). 21 Study on Monitoring and Enforcement Practices in Corporate Governance in the Member States (Contract no. ETD/2008/IM/F2/126), 23 september 2009, 25; (consultatie 3 maart 2012). 22 KB 6 juni 2010 houdende aanduiding van de na te leven Code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen, B.S. 28 juni

13 D. Autoriteit belast met het toezicht op de naleving 9. In België staat de FSMA 23 (de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) in voor het toezicht op de financiële markten en genoteerde ondernemingen, de erkenning van en het toezicht op bepaalde categorieën financiële instellingen, de naleving van gedragsregels door de financiële bemiddelaars en de commercialisatie van de beleggingsproducten voor het grote publiek en het zogenaamd sociaal toezicht op de aanvullende pensioenen 24. De wetgever heeft de FSMA ook opgelegd een bijdrage te leveren aan de financiële vorming van de spaarders en beleggers. Ingevolge het befaamde Twin Peaks -model is de FSMA vanaf 1 april 2011 de opvolger van de vroegere Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) 25. E. Soort of wijze van openbaarmaking 10. Transparantie is essentieel bij het streven naar de naleving van corporate governanceregelgeving en maakt een doeltreffend extern toezicht mogelijk. Die transparantie wordt zowel voorzien in de Code Daems als in de Wet van 6 april De Code Daems eist openbaarmaking of publicatie van twee verschillende documenten: het Corporate Governance Charter en de Verklaring inzake Corporate Governance 26. 1) Het Corporate Governance Charter Dit charter wordt gepubliceerd op de website van de vennootschap en dient regelmatig te worden geactualiseerd met als doel een correct beeld te geven van het bestuur van de vennootschap. De vennootschap licht hier de belangrijkste aspecten van haar corporate governance beleid toe, meer bepaald haar bestuursstructuur, het interne reglement van de raad van bestuur en zijn comités en andere belangrijke onderwerpen (consultatie 3 maart 2012) (consultatie 18 augustus 2012). 26 X. DIEUX en V. VERHOESTRAETE, Belgium in H. GREGORY en I. MILLSTEIN (eds.), Corporate Governance Board structures and director s duties in 40 jurisdictions worldwide, London, Law Business Research Ltd, 2008, 36; (consultatie 3 maart 2012). 13

14 2) De Verklaring inzake Corporate Governance Deze verklaring vormt een specifiek hoofdstuk van het jaarverslag. De Verklaring bevat eveneens meer feitelijke informatie omtrent haar corporate governance beleid: bijvoorbeeld de bepalingen waarvan de vennootschap afwijkt en de redenen daarvoor, het remuneratieverslag, een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen en een beschrijving van de samenstelling en de werking van de raad van bestuur. De vennootschap verklaart zowel in het Corporate Governance Charter als in de Verklaring inzake Corporate Governance dat zij de code als referentiecode hanteert. Door de Wet van 6 april 2010 wordt daar iets aan toegevoegd: de beursgenoteerde vennootschappen zijn verplicht deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur op te nemen als onderdeel van hun jaarverslag. De minimuminformatie die deze Verklaring dient te bevatten is te vinden in artikel 96 2 W.Venn. Ook krachtens deze wet moeten de vennootschappen verklaren welke referentiecode zij toepassen. Door de wettelijke inbedding van een bepaling uit de Code Daems dient deze nu dus sowieso te worden gerespecteerd. F. Wijze van toezicht 12. In België is, net zoals in andere landen, sprake van een klassiek gecombineerd systeem van toezicht dat berust bij de raad van bestuur, de aandeelhouders van die vennootschap, de commissaris en de CBFA, heden ten dage de FSMA, eventueel aangevuld met andere mechanismen 27. In het kader van dit onderzoek is vooral de rol van de financiële toezichthouder, in casu de FSMA, van belang: zij draagt immers bij tot het externe toezicht op de naleving van de code. De financiële toezichthouder raadt de beursgenoteerde vennootschappen aan om zoveel mogelijk relevante informatie met betrekking tot corporate governance openbaar te maken, maar de beslissing tot openbaarmaking ligt voorlopig nog uitsluitend bij de vennootschappen zelf. De Belgische corporate governance code berust, zoals in vele andere landen trouwens, op het comply or explain -principe: de beursgenoteerde vennootschappen beslissen zelf of ze de bepalingen van de code naleven en indien ze dit niet doen, moeten ze uitleggen waarom. Het belang van dit principe en het externe toezicht door 27 f (preambule) (consultatie 3 maart 2012) 14

15 de FSMA moet echter op twee vlakken worden genuanceerd: enerzijds beperkt de controle of het toezicht zich enkel tot een verificatie van het comply or explain -principe en indien de vennootschappen geen informatie publiceren conform de code, verzoekt de FSMA dit wel te doen of uit te leggen waarom niet. De toezichthouder publiceert dan regelmatig de resultaten van haar vergelijkende onderzoek. Anderzijds is het comply or explain -principe niet meer op alle bepalingen van de code van toepassing: voor de bepalingen die werden overgenomen in de Wet van 6 april zal de mogelijkheid tot explain wegvallen en zullen die bepalingen dus verplicht moeten worden nageleefd 29. De Belgische financiële toezichthouder eigent zich dus niet de bevoegdheid toe om de naleving van de corporate governance -codes volledig na te gaan en bij niet-naleving daarvan maatregelen te nemen, maar waar de bepalingen uit de code werden omgezet in wetgeving beschikt ze wel over die mogelijkheid 30. Externe, vrijwillige monitoring gebeurt daarnaast ook nog door private organisaties zoals bijvoorbeeld Guberna 31. G. Bevindingen in de rapporten 13. Het recentste onderzoek met betrekking tot de naleving van corporate governance regels is te vinden in de Studie nr (september 2011) en de Studie nr (december 2012) van de FSMA, deze zijn op hun beurt een opvolgingsstudie van Studie nr (december 2010). De Studie nr. 38 is gebaseerd op de jaarlijkse financiële verslagen van De Studie nr. 40 is gebaseerd op de jaarlijkse financiële verslagen van 2010 en Studie nr. 42 op die van Wet 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank en financiële sector, B.S. 23 april (consultatie 3 maart 2012). 30 E. WYMEERSCH, Implementation of the Corporate Governance Codes in K. J. HOPT, E. WYMEERSCH, H. KANDA, H. BAUM (eds.), Corporate Governance in Context. Corporations, States, and Markets in Europe, Japan, and the US, Oxford, Oxford University Press, 2005, (403) (consultatie 14 februari 2013) 32 (consultatie 3 maart 2012) (consultatie 29 januari 2013) 34 (consultatie 3 maart 2012). 15

16 1. Studie nr. 38 a. Onderzoeksdomein 14. De publicatie van de jaarlijkse financiële verslagen van de Belgische beursgenoteerde vennootschappen vormde voor de financiële toezichthouder de beweegreden om deze verslagen te toetsen aan hun conformiteit met de corporate governance-regels. De toezichthouder heeft zichzelf immers voorgenomen om periodiek vergelijkingen te maken omtrent de al dan niet naleving door de vennootschappen en de mate waarin dit is gebeurd. De FSMA onderzocht in haar studie van december 2010 niet alle beursgenoteerde ondernemingen, maar slechts 122 waarvan 120 toegelaten zijn tot de Beurs van Brussel (waarvan op haar beurt 18 uit de BEL 20, 71 uit het continusegment en 31 uit de fixingmarkt) en 2 vennootschappen die op een in het buitenland gereglementeerde markt zijn genoteerd (deze worden wel in het onderzoek ondergebracht onder de noemer continumarkt ). De Studie nr. 38 heeft een beperkt onderzoeksdomein, namelijk enkel de nieuwe bepalingen die nageleefd moeten worden, worden onderzocht. Dit zijn: de beschrijving van de kenmerken van de interne controle en risicobeheerssystemen, evaluatie van de Raad van Bestuur, de comités en de individuele bestuurders, het remuneratieverslag en de verklaring van de vennootschap dat zij de code als referentiecode toepast. Het onderzoek van en de rapportering door de FSMA daaromtrent kan dan als ook als zeer minimaal en louter formeel worden beschouwd. Enerzijds worden enkel de formaliteiten met betrekking tot de publiek toegankelijke informatie gecontroleerd, anderzijds voldoet een vennootschap die uitlegt waarom ze niet de bepalingen van de code naleeft, krachtens het comply or explain - principe, reeds aan de bepalingen en kan haar dus eigenlijk niets worden verweten. In België is het toezicht dus beperkt tot een formele en weinig inhoudelijke controle. De hier besproken studie wijst eveneens op het feit dat de beursgenoteerde vennootschappen, naast de bepalingen uit de Code Daems, nu ook de Wet van 6 april 2010 dienen na te leven. Dus ook in het kader van de handhaving wordt gewezen op het belang van de combinatie van soft law en hard law in België: de bepalingen uit de code dienen normaliter te worden toegepast door de vennootschappen, maar deze vennootschappen kunnen ervoor opteren dit niet te doen waarop deze wel de redenen voor niet-naleving moeten meedelen in hun jaarlijkse verslaggeving. Voor de bepalingen die zijn overgenomen in de Wet van 6 april 2010 daarentegen, valt die mogelijkheid voor de vennootschappen weg: deze bepalingen dienen verplicht te worden 16

17 nageleefd en hier kan dus niet worden van afgeweken. Deze dualiteit heeft natuurlijk een invloed op het resultaat van het onderzoek door de toezichthouder. De toezichthouder neemt zich ook voor om aanbevelingen op te stellen met betrekking tot de toekomstig na te leven bepalingen (die althans op dat moment nog niet in werking waren). 35 b. De resultaten van het onderzoek 15. Met betrekking tot de aanwezigheid van een Corporate Governance-verklaring 36, hebben 121 van de 122 vennootschappen in het algemeen informatie over corporate governance opgenomen in hun jaarlijkse verslaggeving van De enige vennootschap die dit niet deed werd uit deze studie weggelaten. De FSMA wijst op het feit dat vanaf het jaarverslag van 2010 de vennootschappen verplicht zullen zijn om dergelijke info op te nemen. Bij een loutere verwijzing naar het Corporate Governance Charter werd, zo zegt de FSMA, geen rekening gehouden met die informatie, aangezien het Corporate Governance Charter geen deel uitmaakt van het jaarlijks verslag. Bij verwijzing naar de toelichting werd dit daarentegen wel aanvaard aangezien deze wel valt onder het jaarlijks verslag. Dit wijst op de zeer formele benadering door de FSMA: zij onderzoekt en controleert enkel de publiek toegankelijke informatie. Als geen verwijzing naar de toelichting werd opgenomen werd in deze studie ook geen rekening gehouden met de eventueel aanwezige informatie in die toelichting. Slechts 40% van de onderzochte vennootschappen neemt informatie inzake corporate governance op onder de titel Corporate Governance Verklaring, de overige 60% onder een algemene titel Corporate Governance. Ingevolge artikel 96 2 W.Venn. dienen de vennootschappen de term Verklaring inzake deugdelijk bestuur op te nemen in hun jaarverslag. Zoals gezegd, moeten de vennootschappen, zowel op grond van de Code Daems als krachtens de Wet van 6 april 2010 meedelen welke code zij hanteren. Ingevolge het reeds vernoemde KB van 6 juni 2010 wordt de Code Daems van 12 maart 2009 de enige toepasselijke. 113 van de 121 vennootschappen verklaren de Belgische Code toe te passen, waarvan 7 zelfs nog naar de oude code verwijzen. Soms is de verwijzing naar de code slechts impliciet af te 35 "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010, "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010,

18 leiden, beweert de FSMA. Eén vennootschap rapporteerde zelfs een andere code toe te passen wat, gelet op het KB van 6 juni 2010, onmogelijk geworden is. 7 vennootschappen duiden zelfs niet aan welke referentiecode zij aanwenden. 37 In het kader van de interne risico -en controlebeheerssystemen 38 merkt de FSMA op dat de Wet van 6 april 2010 minder verregaand is dan de corporate governance code. De code vereist het vrijgeven van informatie met betrekking tot de interne risico en controlebeheerssystemen in het algemeen, daar waar art 96 2, 1 ste lid, 3 W.Venn. dit slechts eist in verband met het proces van de financiële verslaggeving. Indien de ondernemingen dus voldoen aan de bepalingen van de code, voldoen ze logischerwijs automatisch aan de bepalingen van de Wet. Ook handelen de code en de Wet enkel over de wijze om risico s te reduceren en niet over de mogelijke risico s zoals geviseerd in art 96 1, 1 W.Venn. De onderzochte vennootschappen hebben zich, algemeen genomen, niet goed gehouden aan deze bepalingen. Slechts 44% van de vennootschappen nam informatie met betrekking tot de voornoemde beheerssystemen op, hoewel de BEL 20-vennootschappen deze bepaling wel beter naleefden (73%, ten opzichte van 41% en 34% van de vennootschappen uit de continumarkt respectievelijk de fixingmarkt). Dit is vrij zorgwekkend, gelet op het feit dat die vennootschappen vermoedelijk onvoldoende voorbereid zijn in geval van realisatie van bepaalde risico s. Daarenboven wijst de FSMA op de te geringe omvang van de gegeven uitleg. De toezichthouder vraagt dan ook deze systemen uitgebreider weer te geven. Wat betreft de evaluatie van de Raad van Bestuur, de Comités en de individuele bestuurders 39, deelt de FSMA mee dat als ontoereikend werden beschouwd: een verslag omtrent de evaluatie opnemen in de Verklaring inzake Corporate Governance of louter verwijzen naar het Corporate Governance Charter. Werden wat betreft dit onderzoek wel aanvaardbaar geacht: de kenmerken van de evaluatie van de Raad van Bestuur of de bestuurders, hoewel de FSMA er op wijst dat dit volgens een letterlijke lezing van de Code Daems niet is toegelaten. Men kan zich de vraag stellen of dit niet wezenlijk de waarde van de bevindingen uit deze 37 "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010, "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010, "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010,

19 studie door de toezichthouder reduceert en of zij daardoor geen vertekend beeld voorschotelt aangezien zij eenzijdig, louter voor onderzoeksdoeleinden, andere eisen oplegt die bovendien minder streng zijn dan de werkelijke. Op dit vlak is de controle blijkbaar niet louter formeel, maar integendeel aanvaardt de FSMA zaken die slechts grotendeels lijken op het voorgeschrevene, maar in werkelijkheid veel ruimer zouden moeten zijn en daar bovendien niet aan voldoen. Maar dit kan ook anders worden geïnterpreteerd, met name als een uiting van het feit dat de code moet worden geïnterpreteerd naar de geest ervan, eerder dan naar de letterlijke bewoordingen. 68 van de 121 vennootschappen geven helemaal geen informatie over de kenmerken en de werkwijze van de evaluatie, al ligt dat percentage veel lager bij de BEL 20-vennootschappen (namelijk 28%, ten opzichte van 56% en 73% bij de continumarkt, respectievelijk fixingmarkt). De toezichthouder stelt dat de oorzaak hiervoor vermoedelijk is dat de vennootschappen deze bepalingen over het hoofd hebben gezien. 7 vennootschappen verklaren dit procedé niet toe te passen maar geven daarvoor wel een motief (bijvoorbeeld door beperkte omvang wordt een informele methode gehanteerd). De overige 46 vennootschappen namen informatie over de evaluatie op in hun Corporate Governance Charter. De omvang van die gegeven informatie was van diverse aard: van eenvoudige verklaringen tot zeer gedetailleerde beschrijvingen. Het deel aangaande de remuneratie 40 is het meest omvangrijke deel van de studie. Over het algemeen worden de bepalingen inzake het opgeven van informatie over de remuneratie niet zo goed opgevolgd. Slechts de helft ongeveer van de onderzochte vennootschappen doen dit onder de daartoe bestemde titel Remuneratieverslag in de Corporate Governance Verklaring. De toezichthouder wijst er op dat indien de vennootschap niet handelde zoals verwacht wordt in de code, zij de redenen daarvoor moet meedelen. Bovendien wordt de naleving verplicht gesteld sinds het jaarverslag van 2011 (ingevolge de inwerkingtreding van artikel 96 3 W.Venn.). Ook in verband met de gevolgde procedure geeft slechts de helft van de vennootschappen een beschrijving. In het onderzochte jaarverslag dienden de vennootschappen de redenen mee te delen bij niet-handhaving. Bovendien verschilt de kwaliteit daarbij zeer erg: van zeer algemeen naar gedetailleerd. Ook hier valt die mogelijkheid weg vanaf het jaarverslag van Het merendeel van de vennootschappen 40 "Studie nr. 38. Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009, FSMA, december 2010,

20 publiceert informatie over de individuele remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders, de BEL 20-bedrijven zelfs allemaal. Slechts iets meer dan de helft (61%) van de vennootschappen deelt mee geen prestatiegebonden remuneratie en/of voordelen in natura en voordelen verbonden aan pensioenplannen toe te kennen aan niet-uitvoerende bestuurders. De toezichthouder wijst er echter op dat de Wet van 6 april 2010 minder streng is dan de code aangezien zij prestatiegebonden remuneratie wel toelaat mits de algemene vergadering daarmee heeft ingestemd. Wat betreft de vergoedingen aan de CEO en de uitvoerende managers daarentegen, bestaan er afzonderlijke informatieverplichtingen: voor de CEO dient dit individueel te gebeuren, voor de managers volstaat het dat dit globaal gebeurt. De remuneratie dient te worden opgesplitst in het basissalaris, de variabele remuneratie, het pensioen en de overige componenten. 61% blijkt de bepalingen toe te passen (waarvan 94% van de BEL 20-bedrijven). Het rapport legt precies uit wat de andere vennootschappen hierbij fout deden of wat als onvoldoende werd beschouwd. De toezichthouder wil dat de vennootschappen in de toekomst de evaluatiecriteria voor de prestaties ten opzichte van de doelstellingen, de geëvalueerde periode, de minimum behaalde prestatie opdat het mogelijk is dat een bonus wordt toegekend en de maximale bonus die in het beste geval wordt uitgekeerd, bekendmaken. 63% van de vennootschappen geven informatie over de pensioenregeling van hun CEO, waarbij onderling grote verschillen bestaan inzake de kwantiteit en kwaliteit van de gegeven informatie. Wat betreft het uitvoerend management geeft 72% informatie over hun pensioenen. Wat betreft zowel de CEO als het uitvoerend management geeft ongeveer 66% informatie over (het al dan niet aanwezig zijn van) overige componenten in de remuneratie. De FSMA beveelt om zo gedetailleerd mogelijke informatie te geven omtrent deze aspecten. Het rapport bevat eveneens een heleboel bevindingen inzake toegekende aandelen en aandelenopties. De toezichthouder vraagt ook hier meer gedetailleerde jaarverslagen aan de vennootschappen. Wat betreft vertrekvergoedingen ten slotte, diende enkel informatie te worden gegeven indien vanaf 1 juli 2009 een CEO of ander lid van het uitvoerend management werd aangesteld die bij vertrek een contractueel recht had op een vertrekvergoeding van meer dan 12, maar minder dan 18 maanden remuneratie; in dat geval moesten deze omstandigheden worden uitgelegd en verantwoord dat dergelijke hoge vergoedingen gerechtvaardigd zijn. 20

21 2. Studie nr. 40 a. Onderzoeksdomein 16. In de Studie nr. 40 onderzocht de FSMA een iets kleinere populatie dan in de Studie nr. 38, waarvan zij de opvolgingsstudie vormt. 117 vennootschappen werden onderzocht, waarvan 116 behorende tot Euronext Brussels en één genoteerd op een buitenlandse gereglementeerde markt (deze wordt in het onderzoek ondergebracht bij de categorie van de vennootschappen behorende tot de continumarkt). Van die 116 zijn er 18 uit de BEL 20, 77 uit het continusegment en 21 uit de fixingmarkt. Het aantal vennootschappen genoteerd op de fixingmarkt daalde in het jaar tussen de twee publicaties van 31 naar 21. De Studie nr. 40 zal nagaan in hoeverre de vennootschappen de aanbevelingen uitgebracht in de vorige studie hebben nageleefd. Bovendien zijn inmiddels een aantal bepalingen in werking getreden waardoor deze nu op grond van de wet verplicht dienen te worden nageleefd en voor de andere bepalingen is het comply or explain -principe nu wettelijk ingebed, waardoor de vennootschappen nu bij niet-naleving van de bepalingen dienen uit te leggen waarom ze dat deden. b. De resultaten van het onderzoek 17. Alle onderzochte vennootschappen namen informatie inzake corporate governance 41 op in hun jaarverslag van Een aantal ondernemingen verwijst nog naar het Corporate Governance Charter voor bepaalde informatie, waarmee geen rekening werd gehouden aangezien dit charter geen deel uitmaakt van het jaarlijks financieel verslag. Bij verwijzing naar de toelichting werd er daarentegen wel rekening gehouden met die informatie aangezien deze wel een onderdeel vormt van het jaarlijks financieel verslag, tenzij de informatie daar wel werd in opgenomen maar niet naar werd verwezen. In de financiële verslagen van 2010 neemt bijna 80% van de vennootschappen informatie op onder de titel Corporate Governance Verklaring, ten opzichte van 40% in het jaar daarvoor. 21% hanteert een andere benaming, tegenover 60% een jaar eerder. Niettegenstaande de goede vooruitgang op dit vlak, vraagt de FSMA toch om in de toekomst informatie op te nemen onder de titel Corporate Governance Verklaring of Verklaring inzake deugdelijk bestuur. In de studie nr. 38 werd 41 "Studie nr. 40. De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38, FSMA, september 2011,

22 vastgesteld dat de Corporate Governance Verklaring bijna nooit een onderdeel was van het verslag van de raad van bestuur; uit deze studie blijkt dat 45% van de vennootschappen de Verklaring uitdrukkelijk en volledig opneemt in het verslag van de raad van bestuur, onder die 45% bevinden zich ook de vennootschappen die in hun inhoudstafel aangeven welke rubrieken van het jaarlijks financieel verslag deel uitmaken van het verslag van de raad van bestuur. 24% van de vennootschappen geeft deze informatie via een omweg. 31% van de vennootschappen neemt de verklaring inzake deugdelijk bestuur niet op in het verslag van de raad van bestuur, opgenomen in het jaarlijks financieel verslag. De FSMA vraagt dan ook om de verklaring inzake deugdelijk bestuur op te nemen in het verslag van de raad van bestuur. Zowel de Wet als de code bepalen, zoals reeds gezegd, dat de vennootschap moet verklaren dat zij de Code van 2009 als referentiecode toepast. Uit deze studie blijkt dat alle vennootschappen verwijzen naar de Belgische Corporate Governance Code in het algemeen. Hoewel kan worden afgeleid dat de code van 2009 wordt toegepast, verwijst 5% naar de code, zonder daarbij een jaartal aan te geven. 42 Volgens de code dient de Corporate Governance Verklaring het interne controle en risicobeheerssysteem te beschrijven. Door de Wet is een deel van die beschrijving verplicht geworden, met name met betrekking tot het proces van financiële verslaggeving (artikel 96 2, 1ste lid, 3 W.Venn.). De Corporate Governance Commissie heeft richtlijnen gepubliceerd om vennootschappen te helpen aan deze bepalingen te voldoen. Er is een opmerkelijke verbetering vast te stellen op dit vlak: 92% van de vennootschappen passen deze bepalingen toe, tegenover 45% in het jaar voordien. Bovendien zijn de beschrijvingen veel uitgebreider en beter qua inhoud in vergelijking met vroeger. 43 Volgens de code moeten de vennootschappen in hun Corporate Governance Verklaring informatie geven omtrent het evaluatieproces van de raad van bestuur, zijn comités en van de individuele bestuurders. 70% van de vennootschappen geeft informatie over de evaluatie van voornoemde personen, tegenover ongeveer 40% in het jaar daarvoor. Ongeveer de helft daarvan geeft verdere informatie over de onderwerpen die aan bod komen tijdens de evaluatie. Maar van de 70% die informatie geeft, voldoet 16% niet aan de code aangezien zij 42 "Studie nr. 40. De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38, FSMA, september 2011, "Studie nr. 40. De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38, FSMA, september 2011,

23 louter verklaren dat voornoemden werden of worden geëvalueerd, wat op zich dus onvoldoende is. Uiteindelijk leven dus slechts 53% van de vennootschappen effectief de code na, wat alleszins een verbetering uitmaakt ten opzichte van 30% een jaar eerder. Ingevolge het comply or explain -principe leeft dus 66% van de vennootschappen de bepalingen na (de som van 53% en 13%). Vennootschappen die geen informatie geven en niet uitleggen waarom ze dat niet doen, leven bijgevolg de code niet na. 44 Ook in deze studie is het deel met betrekking tot de remuneratie het meest omvangrijke. 45 Volgens de Belgische corporate governance code dienen de vennootschappen een remuneratieverslag met een bepaalde inhoud op te stellen, als onderdeel van de Corporate Governance Verklaring. Vanaf boekjaar 2011 treden echter de bepalingen met betrekking tot het wettelijk voorzien remuneratieverslag in werking. Dit betekent dat ook hier de mogelijkheid om af te wijken van die bepalingen wegvalt en dus op grond van de Wet verplicht moeten worden nageleefd. Op grond van de Wet moet vanaf dan het remuneratieverslag voorbereid worden door het remuneratiecomité en vervolgens goedgekeurd worden door de algemene vergadering der aandeelhouders. Bijna alle vennootschappen (98%) geven informatie in verband met remuneratie. 70% doet dat onder een titel Remuneratieverslag in de verklaring van deugdelijk bestuur, de overige 28% doet dit onder een andere hoofding of verspreid in die verklaring. Er is een opmerkelijke verbetering in de naleving van deze bepaling: in het vorig boekjaar leefde slechts de helft deze bepalingen na, terwijl in het voor deze studie onderzochte boekjaar 70% dit reeds deed. Tevens moeten de vennootschappen de procedure voor de ontwikkeling van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau meedelen. 80% van de vennootschappen leven deze bepalingen na: 70% (ten opzichte van 55% het jaar ervoor) past ze effectief toe en 10% legt uit waarom ze dat niet doet conform het comply or explain - principe. De FSMA wijst er echter op dat vanaf boekjaar 2011 de mogelijkheid tot explain wegvalt. Volgens de code dienen de remuneratie en alle andere voordelen die aan nietuitvoerende bestuurders worden toegekend individueel bekendgemaakt te worden. Hier is slechts een minimale verbetering te zien. 95% van de vennootschappen, ten opzichte van 85% in het jaar daarvoor, leven de code na. De overgrote meerderheid (89%) publiceert de 44 "Studie nr. 40. De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38, FSMA, september 2011, "Studie nr. 40. De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38, FSMA, september 2011,

RNCI sessie 26 oktober 2009. Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag

RNCI sessie 26 oktober 2009. Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag RNCI sessie 26 oktober 2009 Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag 1 Inhoudsopgave bespreking wetsontwerp Bron: Wetsontwerp tot versterking van het deugdelijk

Nadere informatie

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Toezicht op de financiële informatie en markten Studies en documenten : nr. 29 December 2005 Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische

Nadere informatie

COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING

COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING Toelichting bij de impact van recente wetgeving op de Belgische Corporate Governance Code 2009 Nieuwe versie 12/12/2011 Commissie Corporate Governance 2011

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises Koninklijk Instituut Institut royal MEDEDELING AAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte NHJcs Uw referte Datum 19 juli 2010 Geachte confrater, Betreft: Wet van 6

Nadere informatie

De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38

De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38 Studies en documenten: nr. 42 December 2012 De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38 De FSMA heeft voor het derde jaar op rij een onderzoek gewijd aan de naleving

Nadere informatie

WERKGROEP. comply or explain PRACTICALIA. Datum: 30 november 2015. EY, De Kleetlaan 2, 1831 Diegem. Nederlands en Frans

WERKGROEP. comply or explain PRACTICALIA. Datum: 30 november 2015. EY, De Kleetlaan 2, 1831 Diegem. Nederlands en Frans WERKGROEP comply or explain PRACTICALIA Datum: 30 november 2015 Locatie: Timing: Taal: EY, De Kleetlaan 2, 1831 Diegem 14u00 17u00 Nederlands en Frans DOELSTELLING Het finale doel is om betere inzichten

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FSMA www.fsma.be Onderwerp De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38 Datum September 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Studies en documenten: nr. 38 December 2010 VOORWERP EN DOEL VAN HET ONDERZOEK

Studies en documenten: nr. 38 December 2010 VOORWERP EN DOEL VAN HET ONDERZOEK Studies en documenten: nr. 38 December 2010 Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009 VOORWERP

Nadere informatie

De wet op de corporate governance verklaring en de remuneratie van de leiders van beursgenoteerde vennootschappen

De wet op de corporate governance verklaring en de remuneratie van de leiders van beursgenoteerde vennootschappen Corporate Law M&A 26 maart 2010 De wet op de corporate governance verklaring en de remuneratie van de leiders van beursgenoteerde vennootschappen Zoals veelvuldig aangekondigd in de pers van de laatste

Nadere informatie

De informatie over corporate governance verstrekt door de Belgische op de eerste markt van Euronext Brussels genoteerde vennootschappen capita selecta

De informatie over corporate governance verstrekt door de Belgische op de eerste markt van Euronext Brussels genoteerde vennootschappen capita selecta COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Toezicht op de financiële informatie en markten Studies en documenten : nr. 27 December 2004 De informatie over corporate governance verstrekt door

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ BIJLAGE 3 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Verantwoordelijkheden...

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

Activiteitenverslag: Commissie Corporate Governance. Januari 2011 juni Inleiding

Activiteitenverslag: Commissie Corporate Governance. Januari 2011 juni Inleiding COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING Activiteitenverslag: Commissie Corporate Governance Januari 2011 juni 2012 1 Inleiding Hierbij kan u het activiteitenverslag vinden van de Commissie Corporate

Nadere informatie

Corporate Governance Wet

Corporate Governance Wet Corporate Governance Wet N E W S L E T T E R, 2 9 A P R I L 2 0 1 0 I N H O U D : Verklaring inzake deugdelijk bestuur 2 2 Op 6 april 2010 werd eindelijk de veelbesproken Corporate Governance Wet afgekondigd.

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseu rs d'entreprises

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseu rs d'entreprises Institut des Réviseu rs d'entreprises Koni nklijk Instituut Institut royal OMZENDBRIEF' 2011110 VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte DKlDS!lVB/cs

Nadere informatie

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Rapportering corporate governance Brussel, 18 november 1999 Mevrouw, Mijnheer, De Commissie voor het Bank en Financiewezen en

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX Neerlegging van de enkelvoudige jaarrekening bij de Nationale Bank van België: nieuwe modellen van de jaarrekening Ontwerpadvies van 5 juni 2019

Nadere informatie

De vergoeding van de bestuurders bekeken vanuit het standpunt van de bestuurders

De vergoeding van de bestuurders bekeken vanuit het standpunt van de bestuurders De vergoeding van de bestuurders bekeken vanuit het standpunt van de bestuurders Donderdag 25 april 2013 Brussels London www.liedekerke.com De vergoeding van de bestuurders bekeken vanuit het standpunt

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Interne controle en risicobeheer

Interne controle en risicobeheer COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING Interne controle en risicobeheer Richtlijnen in het kader van de wet van 6 april 2010 en de Belgische Corporate Governance Code 2009 Hulpdocument voor het

Nadere informatie

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid: MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE ECOPOWER CVBA HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee de CVBA Ecopower op 14 december 2012 voorafgaandelijk heeft

Nadere informatie

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering verplicht de banken tot

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises Instituut van de Bedrijfsrevisoren Koninklijk Instituut Institut royal De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte DSINH/cs Uw referte Da(Uln 2 1 JAN. 2011 Geachte Confrater, Betreft: Advies

Nadere informatie

VOLMACHT. Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei Ondergetekende:

VOLMACHT. Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei Ondergetekende: VOLMACHT Buitengewone Algemene Vergadering van Resilux NV d.d. vrijdag 20 mei 2011 Ondergetekende: (Voor natuurlijke personen: naam, voornamen, adres en rijksregisternummer) (Voor rechtspersonen: naam,

Nadere informatie

Activiteitenverslag Commissie Corporate Governance. Juni 2012 Mei 2013

Activiteitenverslag Commissie Corporate Governance. Juni 2012 Mei 2013 Activiteitenverslag Commissie Corporate Governance Juni 2012 Mei 2013 1 Inleiding Hierbij kan u het activiteitenverslag vinden van de Commissie Corporate Governance ( Commissie ) tussen juni 2012 en mei

Nadere informatie

Belangrijkste gegevens van het dossier

Belangrijkste gegevens van het dossier Advies- en controlecomité op de onafhankelijkheid van de commissaris Ref : Accom AFWIJKING 2006/9 Samenvatting van het advies dd. 21 september 2006 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel

Nadere informatie

TOEPASSINGSRICHTLIJNEN VOOR REMUNERATIERAPPORTERING

TOEPASSINGSRICHTLIJNEN VOOR REMUNERATIERAPPORTERING COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN VOOR REMUNERATIERAPPORTERING STANDAARDPRESENTATIE VAN DE REMUNERATIE VAN NIET-UITVOERENDE BESTUURDERS EN UITVOERENDE MANAGERS VAN

Nadere informatie

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen Mededeling FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen (artikel 14, eerste lid, van de wet van 2 mei 2007) Toepassingsgebied: Het toepassingsgebied

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig

Nadere informatie

Corporate Governance verantwoording

Corporate Governance verantwoording Corporate Governance verantwoording Algemeen De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van Verenigde Nederlandse Compagnie (VNC) respecteren de principes en best practice bepalingen van de Corporate

Nadere informatie

BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE

BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE 9 December 2004 2 Belgische Corporate Governance Code BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF 5 PREAMBULE 7 CORPORATE GOVERNANCE PRINCIPES 13 PRINCIPE

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur CBFA http://www.cbfa.be/ Onderwerp Vergelijkende studie van de informatie inzake corporate governance die door de genoteerde vennootschappen wordt gepubliceerd in het corporate governance charter

Nadere informatie

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Prof. dr. Stijn Goeminne, Universiteit Gent, Vakgroep Publieke Governance, Management en Financiën In het werkveld zijn de bepalingen van W.Venn. en haar uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. De Raad van Commissarissen heeft in overleg met de Raad van Bestuur het volgende Reglement vastgesteld I INLEIDING 1.1 Dit reglement

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Argenta Spaarbank nv Dienst Personenbeheer Belgiëlei 49-53, 2018 ANTWERPEN FSMA 27316 RPR Antwerpen btw BE 0404.453.574 Kenmerk: PBUBOA

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref : Accom AFWIJKING 2005/1 Samenvatting van het advies dd. 17 mei 2005 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die

Nadere informatie

1. Hernieuwing van de machtiging van de Raad van Bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal

1. Hernieuwing van de machtiging van de Raad van Bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 603 EN 604 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN In overeenstemming met artikel 603 en 604 van het Wetboek van Vennootschappen stelt de Raad

Nadere informatie

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 2 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 2 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref : Accom ADVIES 2004/1 Samenvatting van het advies goedgekeurd op 2 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid

Nadere informatie

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE

CHARTER VAN HET AUDITCOMITE CHARTER VAN HET AUDITCOMITE INLEIDING 2 I. ROL 2 II. VERANTWOORDELIJKHEDEN 2 1. Financiële reporting 3 2. Interne controle - risicobeheer en compliance 3 3. Interne audit 4 4. Externe audit: de commissaris

Nadere informatie

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering, verplicht

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

MONTEA VOLMACHT. Ondergetekende: NAAM WOONPLAATS NAAM VENNOOTSCHAP RECHTSVORM MAATSCHAPPELIJKE ZETEL ONDERNEMINGSNUMMER VERTEGENWOORDIGD DOOR

MONTEA VOLMACHT. Ondergetekende: NAAM WOONPLAATS NAAM VENNOOTSCHAP RECHTSVORM MAATSCHAPPELIJKE ZETEL ONDERNEMINGSNUMMER VERTEGENWOORDIGD DOOR MONTEA Openbare Gereglementeerde Vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Commanditaire Vennootschap op Aandelen die een openbaar beroep doet op het spaarwezen Industrielaan 27-9320 Erembodegem (Aalst)

Nadere informatie

Toelichting bij de agenda van de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas N.V. van 26 april 2012

Toelichting bij de agenda van de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas N.V. van 26 april 2012 Toelichting bij de agenda van de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas N.V. van 26 april 2012 Dit document bevat een toelichting bij de meeste punten van de agenda van de Jaarlijkse

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:

Nadere informatie

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Mededeling FSMA_2014_03 dd. 23/06/2014 Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Toepassingsgebied: Deze mededeling

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2014 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE NALEVING VAN DE BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE 2009 BIJ DE BEL 20 ONDERNEMINGEN

ONDERZOEK NAAR DE NALEVING VAN DE BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE 2009 BIJ DE BEL 20 ONDERNEMINGEN ONDERZOEK NAAR DE NALEVING VAN DE BELGISCHE CORPORATE GOVERNANCE CODE 2009 BIJ DE BEL 20 ONDERNEMINGEN Jaarverslagen 2011 (boekjaar 2010) Good corporate governance is about 'intellectual honesty' and not

Nadere informatie

SEQUANA MEDICAL. Naamloze vennootschap

SEQUANA MEDICAL. Naamloze vennootschap SEQUANA MEDICAL Naamloze vennootschap Maatschappelijke zetel: "AA Tower", Technologiepark 122, 9052 Gent, België BTW BE 0707.821.866 Rechtspersonenregister Gent, afdeling Gent FORMULIER VOOR STEMMING PER

Nadere informatie

Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID

Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID (Laatste update: 17 februari 2016) Dit document beschrijft het remuneratiebeleid van de groep Befimmo dat uitgestippeld werd

Nadere informatie

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 9 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen

Samenvatting van het advies goedgekeurd op 9 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid van het Wetboek van vennootschappen ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom ADVIES 2004/2 Samenvatting van het advies goedgekeurd op 9 juni 2004 en uitgebracht op grond van artikel 133, tiende lid

Nadere informatie

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Naamloze vennootschap De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen BTW BE 0860 409 202 RPR Antwerpen UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders

Nadere informatie

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging; Ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene Internationale controlestandaarden (ISA s) in België en tot vervanging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening Advies van 4 maart 2013 I. Inleiding II. Kennisgevingsplicht

Nadere informatie

Pas toe of leg uit regel voor institutionele beleggers. Rients Abma Directeur Eumedion 22 november 2006

Pas toe of leg uit regel voor institutionele beleggers. Rients Abma Directeur Eumedion 22 november 2006 Pas toe of leg uit regel voor institutionele beleggers Rients Abma Directeur Eumedion 22 november 2006 Agenda Achtergrond verantwoordelijkheden institutionele beleggers Code Tabaksblat Wettelijke verankering

Nadere informatie

Toelichting bij de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas SA/NV van 30 maart 2011

Toelichting bij de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas SA/NV van 30 maart 2011 Toelichting bij de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ageas SA/NV van 30 maart 2011 Dit document bevat een toelichting bij de belangrijkste punten van de agenda van

Nadere informatie

Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006.

Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006. Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006 Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006 19 Maart 2012 Inleiding Overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 juni

Nadere informatie

bijlage VIII 1. Principiële beslissing om in alle kredietinstellingen de oprichting van een auditcomité verplicht te stellen

bijlage VIII 1. Principiële beslissing om in alle kredietinstellingen de oprichting van een auditcomité verplicht te stellen HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN North Gate III - 6e verdieping Koning Albert II-laan 16-1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be www.cspe-hreb.be Advies van 7

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID

Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID Bijlage bij het corporate-governancecharter van BEFIMMO NV REMUNERATIEBELEID (Laatste update: 28 februari 2014 1 ) Dit document beschrijft het remuneratiebeleid van de groep Befimmo dat uitgestippeld werd

Nadere informatie

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE Vastgesteld door de RvC op 10 maart 2010 1 10 maart 2010 INHOUDSOPGAVE Blz. 0. Inleiding... 3 1. Samenstelling... 3 2. Taken en bevoegdheden... 3 3. Taken betreffende

Nadere informatie

S T E M M I N G S F O R M U L I E R

S T E M M I N G S F O R M U L I E R S T E M M I N G S F O R M U L I E R De ondergetekende (voor natuurlijke personen, naam, voornaam, beroep en woonplaats; voor rechtspersonen, maatschappelijke benaming, juridische vorm, zetel van de vennootschap,

Nadere informatie

WOORD VOORAF. van de bedrijven kan zorgen en hun ontwikkeling kan begunstigen. Dat is de wens van het VBO! januari 1998 INLEIDENDE OPMERKINGEN

WOORD VOORAF. van de bedrijven kan zorgen en hun ontwikkeling kan begunstigen. Dat is de wens van het VBO! januari 1998 INLEIDENDE OPMERKINGEN WOORD VOORAF De organisatie van het bestuur en de leiding van vennootschappen, beter bekend onder de benaming corporate governance, moet beantwoorden aan de verwachtingen van de aandeelhouders en aan de

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2016 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

Auditcommissie wettelijk verplicht voor organisaties van openbaar belang

Auditcommissie wettelijk verplicht voor organisaties van openbaar belang Auditcommissie wettelijk verplicht voor organisaties van openbaar belang Jos de Groot, Assurance Organisaties van openbaar belang (OOBs) dienen een auditcommissie in te stellen of als alternatief hiervoor

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ BIJLAGE 2. INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ Dit intern reglement maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap. Deze bijlage is een aanvulling op de toepasselijke

Nadere informatie

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel)

naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) naamloze vennootschap Paepsem Business Park, Boulevard Paepsem 20 B-1070 Brussel, België BTW BE 0876.488.436 (Brussel) VOLMACHT gewone en buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders die zal worden

Nadere informatie

RJ-Uiting : Nadere guidance verslag raad van commissarissen op basis van de Nederlandse Corporate Governance Code.

RJ-Uiting : Nadere guidance verslag raad van commissarissen op basis van de Nederlandse Corporate Governance Code. RJ-Uiting 2018-4: Nadere guidance verslag raad van commissarissen op basis van de Nederlandse Corporate Governance Code. Inleiding Volgens de Code corporate governance (hierna: Code ) legt de raad van

Nadere informatie

GEWONE ALGEMENE VERGADERING AGENDA

GEWONE ALGEMENE VERGADERING AGENDA Naamloze vennootschap Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht (Openbare GVV) Woluwedal 46/11 te 1200 Brussel Tel : 02.740.14.50 Website: www.homeinvestbelgium.be - email : aandeelhouders@homeinvest.be

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers

Dit document maakt gebruik van bladwijzers Dit document maakt gebruik van bladwijzers NBA-handreiking 1128 De betrokkenheid van de accountant bij de publicatie 30 oktober 2014 NBA-handreiking 1128 van persberichten NBA-handreiking 1128: van persberichten

Nadere informatie

Vergelijkende studie over de informatie die de Belgische genoteerde vennootschappen publiceren inzake "corporate governance"

Vergelijkende studie over de informatie die de Belgische genoteerde vennootschappen publiceren inzake corporate governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Toezicht op de financiële informatie en de markten voor financiële instrumenten Studies en documenten nr. 10 November 1999 Vergelijkende studie over de informatie

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING van RESILUX NV (RPR Dendermonde BTW BE 0447.354.397)

NOTULEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING van RESILUX NV (RPR Dendermonde BTW BE 0447.354.397) NOTULEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING van RESILUX NV (RPR Dendermonde BTW BE 0447.354.397) gehouden op maandag 21 mei 2012 om 15.00 uur op de maatschappelijke zetel te Damstraat 4, 9230 Wetteren

Nadere informatie

CORPORATE GOVERNANCE CHARTER

CORPORATE GOVERNANCE CHARTER CORPORATE GOVERNANCE CHARTER Oorspronkelijke versie goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 4 oktober 2007. Bijwerking goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 23 maart 2010. Aangepast naar aanleiding van

Nadere informatie

Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006.

Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006. Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006 Jaarverslag overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 Juni 2006 24 Maart 2011 Inleiding Overeenkomstig artikel 66 van de Wet van 16 juni

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITE

INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITE BIJLAGE 5 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITE Oorspronkelijke versie goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 4 oktober 2007. Huidige versie goedgekeurd

Nadere informatie

STEMMING PER BRIEF. Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering. 27 april 2011 (15:00 uur)

STEMMING PER BRIEF. Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering. 27 april 2011 (15:00 uur) STEMMING PER BRIEF Jaarlijkse Algemene Aandeelhoudersvergadering 27 april 2011 (15:00 uur) Ten laatste op 22 april 2011 per aangetekende brief met ontvangstmelding te verzenden aan: Telenet Group Holding

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/6 Advies 30/2016 van 8 juni 2016 Betreft: Advies uit eigen beweging over de mededeling door de Kruispuntbank van Ondernemingen van gegevens betreffende de functies die een persoon uitoefent binnen een

Nadere informatie

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

ADVIES /01 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN

ADVIES /01 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN ADVIES 1 2019/01 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent Onze referte Datum sg@ibr-ire.be SVB 10.01.2019 Geachte Confrater, Betreft: Beroepsgeheim Dit advies is een bijwerking

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Ontwerpadvies van 31 mei 2017 I. Inleiding 1. Wanneer een vennootschap onbeperkt

Nadere informatie

Vergelijkende studie omtrent Dealing Codes van genoteerde vennootschappen

Vergelijkende studie omtrent Dealing Codes van genoteerde vennootschappen Toezicht op de financiële informatie en markten Studies en documenten: nr. 39 Februari 2011 Vergelijkende studie omtrent Dealing Codes van genoteerde vennootschappen BELANGRIJKSTE VASTSTELLINGEN - Bijna

Nadere informatie

VOLMACHT GEWONE ALGEMENE VERGADERING te houden op vrijdag 13 mei 2016 om uur

VOLMACHT GEWONE ALGEMENE VERGADERING te houden op vrijdag 13 mei 2016 om uur NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke Zetel: Generaal De Wittelaan 11 bus B, 2800 Mechelen, België Ondernemingsnummer BTW BE 0505.640.808 RPR Antwerpen, afdeling Mechelen VOLMACHT GEWONE ALGEMENE VERGADERING

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

*** 1/5. Ondernemingsnummer

*** 1/5. Ondernemingsnummer MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE CBFA EN WAARMEE NV KBC BANK 1 HEEFT INGESTEMD (11 MAART 2010) Deze minnelijke schikking, waarvan het voorstel door de auditeur van de CBFA aan

Nadere informatie

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee Groenkracht CVBA in vereffening op 18 juni 2015

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 18 juni 2009 (OR. en) 2008/0084 (COD) LEX 1035 PE-CO S 3748/2/08 REV 2 DRS 84 COMPET 600 CODEC 1918 RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD TOT

Nadere informatie

RvC-verslagen geven weinig inzicht

RvC-verslagen geven weinig inzicht RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER B.V.

REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER B.V. REGISTRATIEDOCUMENT IBUS FONDSEN BEHEER juli 2011 - 2 - INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. WERKZAAMHEDEN VAN IBUS FONDSEN BEHEER 3 2.1 Activiteiten van IBUS Fondsen Beheer 3 2.2 Soorten belegginginstellingen

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN OP 16 MEI 2014

NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN OP 16 MEI 2014 KINEPOLIS GROUP NV Naamloze vennootschap die publiek beroep doet of gedaan heeft op het spaarwezen Eeuwfeestlaan 20 1020 Brussel Ondernemingsnummer BTW BE 0415.928.179 RPR Brussel NOTULEN VAN DE GEWONE

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ BIJLAGE 2 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Verantwoordelijkheden... 3 3.

Nadere informatie

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V.

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V. PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V. I Inleiding Keijser Capital Asset Management B.V. (de Directie ) voert de directie over Add Value Fund N.V. (hierna ook Add Value Fund of Fonds ). De Directie

Nadere informatie