Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Rik Bosch, Pia Rosens, Charlotte Blumental. Begeleider: Helen van den Doel Opdrachtgever: Wijntje van der Ende

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Rik Bosch, Pia Rosens, Charlotte Blumental. Begeleider: Helen van den Doel Opdrachtgever: Wijntje van der Ende"

Transcriptie

1 2013 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Rik Bosch, Pia Rosens, Charlotte Blumental Begeleider: Helen van den Doel Opdrachtgever: Wijntje van der Ende [AFFECTREGULATIE IN DE VAKTHERAPIE -] Een onderzoek naar methodische praktijk en observaties van verschillende vaktherapeuten, die werken met jongeren en kinderen op het gebied van affectregulatie

2 Dankwoord Wij willen graag bedanken: Onze begeleider Helen van den Doel en onze opdrachtgever Wijntje van der Ende voor hun motivatie, kennis, inzichten en steun. Voor hun medewerking willen we ook onze respondenten bedanken: Ad de Laat, Channa de Kruijf, Leanne Nieuwenhuis, Dr. Marijke Rutten-Saris, Martina de Witte, Merlijne Patijn, Monique Engels, Nadine Spigt, Sophie Lunenborg. Zij hebben dit mogelijk gemaakt. Daarnaast willen we graag nog Jory Kroes bedanken, voor de informatie over de EBQ van Schumacher. Willem van Oort voor zijn meedenken en feedback. Beanka Meddeler voor het helpen verwoorden van deelvragen en opstellen van een plan. Bedankt!

3 Inhoud ABSTRACT INLEIDING... 2 AANLEIDING... 2 AFFECTREGULERENDE VAKTHERAPIE... 3 ONDERZOEKSVRAAG DEELVRAGEN... 5 WAT IS AFFECTREGULERENDE VAKTHERAPIE?... 5 WAT IS DE THEORETISCHE ACHTERGROND VAN AFFECTREGULERENDE VAKTHERAPIE?... 5 WAT IS HET METHODISCHE VERSCHIL TUSSEN DE VERSCHILLENDE DOELGROEPEN?... 5 HOEVEEL FASEN ZIJN ER EN HOE ZIJN DIE GEDEFINIEERD?... 5 WELKE METINGEN/OBSERVATIEFORMULIEREN WORDEN GEBRUIKT TEN AANZIEN VAN DE ONDERZOEKSVRAAG?... 6 WELKE OBSERVATIES ZIJN ER TEN OPZICHTE VAN DE ONDERZOEKSVRAAG? DATAVERZAMELING... 7 ONDERZOEKSBENADERING... 7 DATABRONNEN... 7 DATAVERZAMELINGSTECHNIEKEN RESPONDENTEN THEORETISCH REFERENTIEKADER MENTALISEREND BEVORDERENDE KINDERTHERAPIE (MBKT) EMERGING BODY LANGUAGE (EBL) AFFECT REGULATIE THERAPIE (ART) CONTACTKWALITEIT VAN SCHUMACHER (EBQ) SHARED TIME (KATINKA POISMANS) ANALYSE STRUCTURELE AANPAK CODERING TECHNIEK: VANUIT MBKT VANUIT EBL ART OVERIG: CODERING AFFECTREGULERENDE VAKTHERAPIE CODERING INTERVIEWS RESULTAAT FASE A INTERACTIEKENMERKEN: FASE B INTERACTIEKENMERKEN: FASE D INTERACTIEKENMERKEN: CONCLUSIE PERSOONLIJKE REFLECTIES DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN LITERATUURSTUDIE: MBKT... 23

4 AUTISME MENTALISEREN BEVORDERENDE KINDERTHERAPIE (MBKT) CONCLUSIE LITERATUURSTUDIE: EBL WAT IS EMERGING BODY LANGUAGE? DE SAMENHANG TUSSEN EBL EN TEKENEN LITERATUURSTUDIE: ART WAT IS AFFECT REGULATIE THERAPIE (ART)? WAT ZIJN AFFECTEN? DE HECHTINGSTHEORIE (BOWLBY) EN DE REGULATIETHEORIE (SCHORE) VITALITY AFFECTS (STERN) ONTWIKKELING VAN HET ZELF (DAMASIO) ART IN VAKTHERAPIE: HET ANALOGE PROCESMODEL (SMEIJSTERS) LITERATUUR BIJLAGE A: CONCEPTOMSCHRIJVING AFFECTREGULERENDE VAKTHERAPIE BIJLAGE B: DE INTERVIEWVRAGEN BIJLAGE C: SAMENVATTINGEN INTERVIEWS BIJLAGE D: EBQ VAN SCHUMACHER... 59

5 Abstract Dit verslag beschrijft een kwalitatief onderzoek naar de definitie van Affectregulerende Vaktherapie, door gebruik te maken van het afnemen van interviews binnen een netwerk van vaktherapeuten. Affectregulerende Vaktherapie is een methode in ontwikkeling, die in fasen verloopt en gericht is op affectregulatie en het werken aan hechtingsproblematiek bij jongeren en kinderen. We hebben het gebruik van deze behandelmethode in de praktijk deels in kaart gebracht. Doel was om de methode verder te definiëren en vast te stellen wat de waarneembare interactiekenmerken zijn per faseovergang. De methode komt voort uit drie reeds bestaande methodes: Mentaliserende Bevorderende Kindertherapie, Emerging Body Language en Affect Regulatie Therapie. In deze afzonderlijke methodes hebben wij ons in onze literatuurstudies individueel in verdiept. We merkten tijdens het afnemen van de interviews, dat het onderscheid en de overgang tussen de fasen in de praktijk niet zo duidelijk te benoemen zijn, als dat in theorie gebeurt. Het bleek dat geen enkele therapeut exact één van deze methodes, bijvoorbeeld Emerging Body Language, uitvoert zoals het beschreven staat. Dit, in combinatie met het feit dat de terminologie soms verwarrend was, wijst op een flinke scheiding tussen theorie en praktijk. Doordat wij door middel van het analyseren van de interviews de interactiekenmerken hebben geïnventariseerd, konden wij op rij zetten wat de meest typerende interactiekenmerken zijn per faseovergang. Abstract - 1

6 1. Inleiding Het eerste idee voor dit onderzoek ontstond tijdens de stageperiode van muziektherapiestudente Pia Rosens bij het orthopedagogisch behandelcentrum Ambiq te Hengelo. Daar wordt specialistische zorg geboden aan kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek voor een korte of langere periode. Onderdeel van Ambiq is het Expertise Centrum (EC), dat gespecialiseerd is in sociaal-emotionele, psychiatrische of problematiek en seksuele gedragsproblemen of trauma-gerelateerde klachten. Doel van zowel Ambiq als het EC is dat kinderen en (jong)volwassenen met een positieve blik naar zichzelf kijken, een zo normaal mogelijk leven leiden en zo lang mogelijk thuis wonen Bij Ambiq is Pia door haar stagebegeleidster, muziek- en beeldend therapeute Wijntje van der Ende, in aanraking gekomen met diens methode, Affectregulerende Vaktherapie. Geboeid en nieuwsgierig naar meer kennis en ervaring hiermee, heeft ze bij het Expertise Centrum, waar mw. Van der Ende deel van uitmaakt, aangegeven haar afstudeeronderzoek hierop te willen baseren. Muziektherapiestudent Rik Bosch en beeldende therapiestudente Charlotte Blumental sloten zich hier bij aan, gedreven door een overeenstemmende interesse in dit vakgebied. Aanleiding Vanuit het Expertise Centrum is er vraag naar meer onderzoek betreffende vaktherapie en dit komt voort uit wat de overheid in 2015 wil gaan doen. Namelijk: meer taken bij de gemeentes in Nederland leggen. Eén van deze taken en verantwoordelijkheden is de jeugdzorg. En daarbij gaat het om de provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en - reclassering, de jeugd-ggz en de zorg voor Licht Verstandelijk Beperkten (LVB). Dit houdt in dat de gemeente moet gaan bepalen welke zorg een jongere nodig heeft. De desbetreffende gemeente moet vanuit hun deskundigheid een jongere verwijzen en ze verwijzen alleen door naar instellingen die therapiën laten opnemen in de databank van het Nederlands Jeugd Instituut(NJI). Dat is vaktherapie nog niet, wat in houdt dat er geen cliënten worden doorverwezen naar vaktherapie bij Ambiq. Hieronder een gedeelte uit de Nieuwsbrief van de FVB 1, (FVB, 17 mei 2013): Instellingen, vallend onder de wet Jeugdzorg, worden op termijn ook getoetst op het stimuleren van het volgen van richtlijnen door medewerkers. Laatste onderdeel van het actieplan Jeugdzorg zijn de Richtlijnen Jeugdzorg. Omdat het hele pakket gericht is op gedragswetenschappers en jeugdzorgwerkers zijn het ook de beroepsorganisaties die deze beroepsgroepen vertegenwoordigen die partij zijn in dit programma te weten NIP (psychologen), NVO (orthopedagogen), NvMW (agogen en maatschappelijk werkers). Hierdoor is de FVB c.q. vaktherapie niet betrokken in dit richtlijnprogramma. Probleem FVB Het probleem van de FVB is dat de richtlijnen ontwikkeld worden voor de oude situatie. Op dit moment zijn de meeste vaktherapeuten die werken met jeugdzorg-cliënten niet werkzaam in jeugdzorginstellingen maar in ggz instellingen waar de cliënten vanuit de jeugdzorg naar verwezen zijn. De cliënten worden dan behandeld c.q. begeleid met financiering vanuit de basisverzekering of vanuit de AWBZ. In het kader van de transitie van jeugdzorg (van de 1 FVB staat voor Federatie Vaktherapeutische Beroepen Inleiding - 2

7 provincie naar de gemeente) en het veranderen van de financieringsstromen rondom jeugdzorg vreest de FVB dat de richtlijnen er straks zijn en iedereen vergeten is dat de richtlijnen ontwikkeld zijn in een periode dat er nog een stevig schot stond tussen jeugdzorg en GGZ kind & jeugd. Om ervoor te kunnen zorgen dat vaktherapie in de richtlijnen Zorg voor Jeugd wordt opgenomen, moet er eerst een handleiding aan het NJI geleverd worden. Affectregulerende Vaktherapie (Samenvatting van bijlage A) Introductie Affectregulerende Vaktherapie is een methode, die samen met het netwerk Vaktherapie sinds 2009 ontwikkeld wordt door W. van der Ende voor getraumatiseerde kinderen en jongeren met LVB en problematische gehechtheid. Dat is tevens haar doelgroep bij het EC. Doel is om als basis voor verwerking een verbetering van affectregulatie te bereiken. Dit houdt in dat de cliënt zijn gevoelens en emoties kan reguleren, ondanks de complexe klachten en risico s. Het is laagdrempelig, bedoeld om specifiek voor de cliënt een proces van stabilisering en contactontwikkeling teweeg te brengen, ten behoeve van verwerking. Mw. Van der Ende is zowel muziek- als beeldend therapeute en de beschrijving is gericht op vaktherapie in het algemeen. Fasen De methode bestaat uit vier fasen: Bij Fase A staat het afstemmen op de cliënt centraal en is het doel om spanning te kunnen hanteren. Bij Fase B gaat het om beurtwisselen, dus om en om. Het doel is om positief en negatief gevoel te onderscheiden, uiten en delen. Bij Fase C staat het uitwisselen van ideeën centraal. Doel is om tijdens het samenwerken samen gevoelens vorm te geven en de spanning te hanteren Bij Fase D gaat het om benoemen en mentaliseren. Mentaliseren betekent dat je kan nadenken en voelen over eigen gedachten en die van anderen. Doel is dan ook dat de cliënt zijn beleving kan benoemen, zijn gedragsverandering kan bespreken en kan mentaliseren. Gedurende de therapie doorlopen de cliënten deze fasen. Voor de therapeut is het belangrijk om aan de hand van de interactie met de cliënt, te bepalen in welke fase het therapieproces zich bevindt. De opdracht vanuit mw. Van der Ende is om de kenmerken van deze interactie per fase vast te leggen. Onderzoeksvraag In eerste instantie was er alleen contact met mw. Van der Ende en was de onderzoeksvraag op haar doelgroep toegespitst. Al snel werd bekend, dat via haar een heel netwerk van muziek- en beeldend therapeuten betrokken kon worden. Omdat deze respondenten niet allemaal met dezelfde doelgroep werken, waren wij genoodzaakt de doelgroep te verbreden. Het was namelijk nog niet zeker welke respondenten mee wilden en konden werken en zouden wij het bij de doelgroep van mw. Van der Ende houden, dan hielden wij hoogstens Inleiding - 3

8 nog één andere therapeut over. Onze uiteindelijke onderzoeksvraag luidt: Wat zijn de waarneembare interactiekenmerken per faseovergang in Affectregulerende Vaktherapie bij kind en jeugd met gedragsproblemen ontstaan vanuit verstoorde ontwikkeling? Door middel van het afnemen van interviews, zijn we begonnen met inventariseren. Ons onderzoek is explorerend. We verzamelden gegevens over wat de desbetreffende vaktherapeuten doen en deze uitkomst is het voorwerk, een hulpmiddel, voor het maken van de handleiding voor het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Het doel is dat vaktherapie aan het programma van het NJI toegevoegd wordt, zodat in 2015 de gemeentes ook gaan doorverwijzingen naar vaktherapie bij Ambiq. In het volgende hoofdstuk komen de deelvragen aan bod en deze zullen meer in context geplaatst worden door het theoretisch referentie kader wat hierop volgt. Hierna volgt de dataverzameling, waarna we onze respondenten introduceren. Dan komt het hoofdstuk Analyse, waarop het resultaat volgt. Ten slotte trekken we onze conclusies en brengen een discussie in, waarin we onze aanbevelingen geven. Aan het einde van dit verslag hebben we de literatuurstudies ingevoegd, die we afzonderlijk hebben gemaakt, betreffende de theoretische achtergrond van Affectregulerende Vaktherapie. Inleiding - 4

9 2. Deelvragen Om een context voor het onderzoek te creëren en richting aan de dataverzameling te geven, hebben we de volgende deelvragen gesteld: 1. Wat is Affectregulerende Vaktherapie? 2. Wat is de theoretische achtergrond van Affectregulerende Vaktherapie? 3. Wat is het methodische verschil tussen de verschillende doelgroepen? 4. Hoeveel fasen zijn er en hoe zijn die gedefinieerd? 5. Welke metingen/observatieformulieren worden gebruikt? 6. Welke observaties zijn er ten opzichte van de onderzoeksvraag? Wat is Affectregulerende Vaktherapie? Toen we aan het onderzoek begonnen, wisten we nog niets over de methode die we gingen onderzoeken, behalve dat het bestond. Met dank aan mw. Van der Ende, hadden we al snel een uitgebreide uitleg en handreikingen voor de theoretische achtergrond. Een korte uitleg van deze methode hebben we in het vorige hoofdstuk al gegeven, de uitgebreide versie van mw. Van der Ende staat in bijlage A (p. 34). Zij geeft daarbij zelf aan, dat de methode nog in ontwikkeling is, dit onderzoek maakt deel uit van de uitwerking en onderbouwing. Wat is de theoretische achtergrond van Affectregulerende Vaktherapie? Om een context voor het onderzoek te ontwikkelen en af te bakenen, is het belangrijk voor ons om de theoretische achtergrond van Affectregulerende Vaktherapie te onderzoeken. In haar productomschrijving noemt mw. Van der Ende drie andere methodes, die de achtergrond van haar methode vormen: MBKT, EBL en ART. Wij hebben deze drie methodes onder ons verdeeld en ze het centrale onderwerp van onze afzonderlijke literatuurstudies gemaakt. Volledige uitleg van deze methodes is in hun respectievelijke hoofdstukken te vinden. Deze en enkele van de andere theoretische achtergronden die in de interviews naar voren kwamen, beschrijven we kort in het volgende hoofdstuk. Wat is het methodische verschil tussen de verschillende doelgroepen? In ons onderzoek richtten we ons bij aanvang op jongeren met LVB, de doelgroep van mw. Van der Ende. Al snel bleek dat we ons daarmee ernstig beperkten in de mogelijke respondenten. Zodoende besloten we om de onderzoeksvraag te verbreden, door kind en jeugd met gedragsproblemen als doelgroep te noemen. Hierdoor ontstaat de vraag of er serieuze methodische verschillen zijn in de behandeling van de diversiteit binnen deze doelgroep. Veel van onze respondenten werken met LVB en/of autisme, maar een aantal ook niet. Deze deelvraag hebben we in de interviews verwerkt en komen we in het hoofdstuk Discussie en aanbevelingen op terug. Tevens hebben we Autisme Spectrum Stoornis als doelgroep extra aandacht gegeven, omdat mw. Van der Ende aan de start van het onderzoek al aan gaf bij deze doelgroep een andere aanpak te hanteren. Hoeveel fasen zijn er en hoe zijn die gedefinieerd? Deze vraag wordt beantwoord in de productomschrijving van Affectregulerende Vaktherapie (zie bijlage A, p. 34), maar hebben we opnieuw onder de loep genomen, omdat ze in de Deelvragen - 5

10 praktijk minder vast lijken te liggen dan in theorie. Bijvoorbeeld: in haar productomschrijving noemt mw. Van der Ende vier fasen, echter in ons interview met haar beschreef ze er slechts drie. Dit was aanvankelijk verwarrend voor ons. Ook deze vraag hebben we in onze interviews verwerkt en het bleek dat geen twee respondenten exact dezelfde beschrijving van de fasen hebben gegeven. Deze vraag werd uiteindelijk zo belangrijk, dat het een centraal onderwerp van onze analyse is geworden. Welke metingen/observatieformulieren worden gebruikt ten aanzien van de onderzoeksvraag? Om concrete antwoorden op de onderzoeksvraag te geven, leek het ons belangrijk om de interactie tussen cliënt en therapeut te kunnen meten. In de interviews hebben we gevraagd naar metingen die toegepast worden en observatieformulieren die gebruikt worden. Er zijn veel tests genoemd, maar geen ervan is relevant voor de onderzoeksvraag. In het hoofdstuk Discussie en aanbevelingen komen we hier nog kort op terug en geven we ons eigen idee voor meetinstrumenten die kunnen worden gebruikt. Welke observaties zijn er ten opzichte van de onderzoeksvraag? Dit lijkt de meest logische vraag, maar omdat de methodische praktijk van de verschillende respondenten nog wel verschilt, moeten we eerst antwoord hebben op alle voorgaande vragen, voordat we hier een concreet antwoord op kunnen geven. Dit is dus de laatste vraag die beantwoord wordt om tot het antwoord op de onderzoeksvraag te komen en hebben we een apart hoofdstuk aan gewijd: Resultaat. Deelvragen - 6

11 3. Dataverzameling Onderzoeksbenadering Dit is een kwalitatief onderzoek (Migchelbrink, p.56), waarbij we in gaan op twee aspecten van onderzoeksbenadering: de vergelijkende en definiërende benadering (Donk & Lanen, 2011, p.56). Wij zijn aan de ene kant op zoek gegaan naar overeenkomsten en verschillen in de praktijk met betrekking tot de onderzoeksvraag, aan de andere kant brengen wij de ervaren informatie uit de praktijk in kaart. Hiermee verduidelijken wij het veelgebruikte begrippenkader van de deelnemende vaktherapeuten en geven een gedefinieerd beeld van de daadwerkelijk gebruikte methodiek. De impliciete kennis van de vaktherapeuten is onderzocht; wij hebben de vaktherapeuten gevraagd om ons te vertellen over hun ervaring en kennis met betrekking tot de Affectregulerende Vaktherapie. Hierna hebben wij deze informatie in kaart gebracht met behulp van de definitie van mw. Van der Ende en de theoretische achtergrond van de Affectregulerende Vaktherapie. Databronnen Individuele personen Aan het onderzoek hebben tien deskundige vaktherapeuten meegewerkt (zie Respondenten). Wij hebben hun als deskundige aangesproken omdat zij in de praktijk met Affectregulerende Vaktherapie werken. Wij hebben in semi gestructureerde interviews aan hun gevraagd hoe zij de methode omschrijven en benaderen. In het onderzoek heeft mw. Van der Ende op grond vanuit haar positie in het netwerk een actieve rol gespeeld, als opdrachtgever en contactpersoon naar de respondenten. Alleen zij werkt met Affectregulerende Vaktherapie zoals het beschreven staat, maar ook de andere negen therapeutes werken vanuit dezelfde theoretische basis. Documenten Een aantal documenten komen van mw. Van der Ende en gaan over de Affectregulerende Vaktherapie. Wij hebben van haar informatie gekregen over de grondslag en de tot nu toe bekende definitie van de methode. Dit materiaal heeft zij deels ook digitaal aan ons gegeven. Andere documenten zijn ons gestuurd door de respondenten, contactpersonen uit ons eigen netwerk (onder andere LinkedIn) en de FVB. Literatuur Voor de literatuurstudies hebben wij gebruik gemaakt van het internet, boeken en tijdschriften. Wij hebben de grondslag van Affectregulerende Vaktherapie onder elkaar verdeeld en ons individueel daarin verdiept. Hierbij horen MBKT, EBL, en ART naar Meurs. Verder nemen wij betrekking tot autisme bij MBKT en de RS-index bij EBL en Vitality Affects en het Analoge Procesmodel bij ART. Praktijkgerichte literatuur en praktijkbeschrijvingen komen deels aan bod in de individuele literatuur studies maar vooral in de afgenomen semi-gestructureerde interviews. Uit deze informatiebronnen komen de resultaten naar voren die leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag. Deelvragen - 7

12 Netwerken en databanken Wij hebben gebruik gemaakt van het digitale netwerk LinkedIn en de databank van informant mw. Van der Ende om informatie over de benaderde therapeuten te krijgen. Deze informatie betreft instellingen, adressen en telefoonnummers van therapeuten uit het netwerk. Databanken voor de literatuur die we hebben gebruikt zijn HANQuest en PsychInfo. Dataverzamelingstechnieken Ondervragen In de semi-gestructureerde interviews (Bakker, Buuren, 2009) hebben wij formele, open vragen gesteld. Hiermee bedoelen we dat een aantal vragen van de onderzoeker komen. Wij hebben de interviews individueel afgenomen, waardoor we diep in konden gaan op de kennis en informatie van de therapeuten. Zo hebben wij via een gestructureerde vragenlijst naar de motieven en argumentatie kunnen vragen. Deze vragenlijst hebben wij van te voren via opgestuurd naar de therapeuten. Hierna hebben we de interviews telefonisch afgenomen, deze werden via telefoon of skype opgenomen. Het voordeel van deze aanpak is de flexibiliteit in tijd en de mogelijkheid om snel, veel interviews af te kunnen nemen. Het eerste interview hebben wij afgenomen bij mw. Van der Ende en hierna de vragen samen met onze onderzoeksbegeleidster aangepast waar nodig. Deelvragen - 8

13 4. Respondenten Verloop van de interviews Vóór we ze gingen interviewen, hebben we de respondenten per de vragenlijst opgestuurd (zie bijlage B, p. 40). Ons plan was aanvankelijk om aan de hand van videomateriaal zelf observaties te maken met betrekking tot de onderzoeksvraag. Daar hebben we tijdens het afnemen van de interviews van af gezien, omdat dat veel complicaties opleverde en de interviews zelf al meer dan voldoende materiaal leverden. Zo werden wij verrast door iedere therapeut, omdat ze vaak heel uitgebreid vertelden over alles wat ze doen. De interviews duurden gemiddeld een uur. Dit is vooral omdat onze vragen om een complete beschrijving van hun methodiek vraagt, terwijl hun praktijkervaringen vooral impliciet zijn ontwikkeld. Met andere woorden, omdat veel van hen hun methodiek nooit op papier hebben uitgewerkt, zijn er vaak nog aspecten te vinden, waar ze nog geen woorden voor hebben gevonden. Meer dan dat, in de praktijk blijken de fasen en de overgangen tussen de fasen nog niet zo concreet te zijn. Samenvattingen van de interviews staan in bijlage C. De therapeuten Aan het onderzoek hebben tien vaktherapeuten meegewerkt. Zes daarvan zijn muziektherapeuten, twee zijn beeldende therapeuten, één therapeut werkt met muziek én het beeldend medium en één therapeut werkt met alle media. Ook kwamen we nog veel andere verschillen tussen de therapeuten tegen (zie Tabel 1 op de volgende pagina). Zo verschilt de doelgroep per therapeut: met zeven keer wordt ASS het meest genoemd, daarna komen ADHD met vijf keer en LVB met drie keer vaak terug. Trauma en angst worden twee keer genoemd en een aantal stoornissen zijn één keer genoemd. Negen van de tien therapeuten tellen kinderen en jongeren tussen minimaal vier tot de achttien jaar tot hun doelgroep. De therapie wordt meestal individueel gegeven. Dit noemen negen van de tien therapeuten. Het systeem of de ouders worden door zeven therapeuten betrokken, meestal door ze aan het einde van de therapie bij een sessie uit te nodigen, soms door de ouders in bijvoorbeeld de laatste minuten van elke sessie erbij te laten zijn. In enkele gevallen zijn de ouders overal bij. Twee therapeuten noemen groepstherapie bij de deelnemers. De deelnemend therapeuten werken over heel Nederland in verschillende instellingen. Sommigen werken ook in eigen praktijk. De werkervaring met affectregulatie binnen vaktherapie verschilt per therapeut. Theoretische achtergrond De theoretische achtergrond van de therapeuten verschilt in haar details. Vier van de tien therapeuten noemen expliciet Smeijsters en zijn Analoge Procesmodel. Daarnaast worden Stern, ART en MBKT drie keer genoemd. Rutten-Saris/EBL wordt twee keer genoemd en Marijke Rutten-Saris was zelf één van de respondenten van het onderzoek. Schumacher, Meurs, ontwikkelingspsychologische stromingen, Shared Time en dynamische systeemtherapie worden per methode door twee van de tien therapeuten genoemd. Hiernaast zijn er nog een aantal methoden die één keer genoemd worden, zoals de contextuele therapie van Nagy. Deze theoretische achtergronden hebben we allemaal opgezocht en een groot deel leggen we kort uit in het volgende hoofdstuk. Respondenten - 9

14 Tabel 1: de respondenten op een rijtje Therapeut Medium Doelgroep Leeftijd Deelnemers Theoretische achtergrond Verloop Overgang Ad Muziek Leerstoornis/autisme Individueel/ouders Smeijsters, Stern, Rutten-Saris Lineair Geleidelijk Channa Muziek ASS/ADHD/Angst/Eet 4 tot 12 Individueel Smeijsters, ART, ontwikkelingsps. Vaag Smeijsters, ART, Stern,MBKT, Leanne Beeldend LVB/ASS/ADHD/Trauma/ODD/Hecht 4 tot 12 individuee/groep/systeem Bowlby Vaag Plotseling Dynamische systeemth., Marijke Alles Alles Alles Alles Tinbergen Lineair/discontinu Martina Muziek LVB met geweldsdelicten 18+ Groepen van 4/ind. Smeijsters, Stern, Damasio, leerth. Lineair Geleidelijk Merlijne Muziek ASS 5 tot 16 Individueel/ouders ART, MBKT Lineair/vaag Vaag Monique Muziek ASS/ADHD/Trauma/Ontw. 4 tot 18 Individueel/ouders Schumacher, Poismans Vaag Vaag Nadine Muziek LVB/ASS 6 tot 18 Individueel Schumacher Circulair Geleidelijk Sophie Beeldend ASS/ADHD/Angst/Licham. 5 tot 18 Systeem MBKT, EBL, Meurs, Nagy Vaag Vaag Wijntje M&B LVB/ASS/ADHD 6 tot 18 Individueel/ouders Bowlby,ART Lineair/vaag Vaag

15 5. Theoretisch referentiekader In dit hoofdstuk, zullen we kort de verschillende theoretische stromingen benoemen, die de context van dit onderzoek en de theoretische onderbouwing van de respondenten vormen. Omdat we veel verschillende therapeuten hebben gesproken, zijn we verschillende literaire verwijzingen tegen gekomen in het onderzoek. Dit hoofdstuk dient enkel ter referentie, nadere uitleg van sommige van deze onderwerpen komt in onze literatuurstudies naar voren. Mentaliserend Bevorderende KinderTherapie (MBKT) Zie literatuurstudie, p. 23, voor uitgebreide uitleg MBKT is een psychoanalytische ontwikkelings-therapie bestaande uit 3 fasen; aandachtregulatie, affectregulatie en mentaliseren (A. Bateman dec. 2002), waarbij ieder zijn eigen interventie technieken heeft. Het belangrijkste doel is het bevorderen van het ontstaan van een samenhangend zelf en een gevoel van agency, begrijpen dat je mentaal je eigen organisator bent. Het kind heeft de capaciteit om emotionele reacties uit te stellen, te moduleren en te reguleren (Tyson 2005). Emerging Body Language (EBL) Zie literatuurstudie, p. 26, voor uitgebreide uitleg EBL is een methodiek over motorische patronen. Therapeut en cliënt gaan op het moment zelf het dynamisch dialoog via de motoriek aan. De therapeut beweegt mee met de bewegingstaal van de cliënt. Hierdoor ervaart de cliënt het gezien worden en het bewustzijn over zijn eigen versterkt. De cliënt kan daardoor nieuwe patronen leren. Grondlegger dr. Marijke Rutten-Saris heeft de patronen vertaald naar beeldende elementen. Deze wordt de Rutten-Saris Index Grafische Elementen (RS index of RSIGE) genoemd. Affect Regulatie Therapie (ART) Zie literatuurstudie, p. 29, voor uitgebreide uitleg ART is een overkoepelende term voor psychotherapeutische, psychoanalytische en vaktherapeutische methodes, gericht op het reguleren van emotionele reacties, spanning en ontwikkeling van het ik in het hier-en-nu. Bij ART ligt de impliciete communicatie centraal vanuit de rechter hersenhelft, in tegenstelling tot de expliciete linguïstische communicatie vanuit de linker hersenhelft. Bijvoorbeeld gezichtsuitdrukkingen, dynamiek van de stem en lichaamshouding. Door een cliënt te helpen om te gaan met de emoties en spanningen die het werken in het medium naar voren brengt, kan de vaktherapeut de cliënt trainen in de omgang met dergelijke gevoelens. Contactkwaliteit van Schumacher (EBQ) Zie bijlage D, p. 59 EBQ is een meetinstrument, ontwikkeld door Calvet en Schumacher, om binnen muziektherapie de interactie te meten bij kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis. De kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van 8 modi, waar bij modus 0 geen contact zichtbaar is en modus 7 het hoogst bereikbare contact (zie bijlage D). Monique Kröll heeft in haar onderzoek Waar ben jij? Hier ben ik! (2003) aangetoond dat dit meetinstrument ook bij nietautisten toepasbaar is. Theoretisch referentiekader - 11

16 Shared Time (Katinka Poismans) Bron: (Poismans, 2009/1) Gebaseerd op onderzoek naar communicatie met autisten. Onbewust vindt er een pulssynchronisatie plaats in de communicatie tussen mensen; als deze verdwijnt, eindigt de communicatie 2. Autisten hebben moeite met deze puls-synchonisatie. Hier wordt in de muziektherapie van Poismans stapsgewijs aan gewerkt, dankzij het feit dat tijdsbeleving concreet wordt in de muziek. 2 Een voorbeeld hiervan is de stagnatie van een telefoongesprek bij een slechte verbinding, waarbij de gesprekspartners door elkaar praten, dan zichzelf corrigeren en tegelijk wachten tot de ander iets zegt, om uiteindelijk tegelijk weer te beginnen met praten. Theoretisch referentiekader - 12

17 6. Analyse Structurele aanpak Ondanks de structuur die we gehanteerd hebben bij het interviewen, bleek de informatie die er uit voort kwam dusdanig omvangrijk, dat het onmogelijk werd een overzicht te houden. Om de voor de onderzoeksvraag relevante informatie te filteren en onszelf in staat te stellen deze informatie overzichtelijk naast elkaar te leggen, hebben we per interview een gestructureerde samenvatting gemaakt (zie bijlage C, p. 42). Bij het samenvatten hebben we voor onszelf alle voorbeelden en anekdotes, die in de interviews naar voren kwamen, afzonderlijk opgeschreven voor latere referentie. Nu werd een ander probleem zichtbaar: verschil in terminologie en theoretische referentiekaders. Hierdoor kon het zijn dat de respondenten verschillende termen gebruikten voor hetzelfde, of dezelfde termen voor verschillende dingen. Om dit op te lossen, werd het nodig de informatie te categoriseren. Codering techniek: Omdat we werkten vanuit het referentiekader van de Affectregulerende Vaktherapie, zijnde MBKT, EBL en ART 3, hebben we de fasen van deze afzonderlijke methodes als startpunt genomen voor het categoriseren. We hebben per samenvatting elke fase een code gegeven, waarbij de letter overeen komt met de eerste letter van de methode en het getal aangeeft om hoeveelste fase het gaat. Bijvoorbeeld met E2 bedoelen we EBL fase 2 en met M1 de eerste fase van MBKT. Om de voorbeelden te categoriseren hebben we de subcodes n en i gebruikt om overzichtelijk te krijgen of het om een voorbeeld ín de fase gaat of ná de fase. Nota bene: we hebben het coderen van de samenvattingen en voorbeelden naar ons eigen inzicht gedaan: met welke fase van welke methode komt het genoemde het meest overeen? Het referentiekader van de geïnterviewde is daarbij buiten beschouwing gelaten, wat maakt dat onze analyse ter discussie staat (zie Conclusie). We leggen nu eerst deze codes uit, een voorbeeld van hoe we ze gebruikt hebben vindt u verderop in dit hoofdstuk, bij Tabel 2 en Tabel 3 (p. 16). Vanuit MBKT Aandachtsregulatie (M1) Zoals het woord al zegt gaat het om aandacht. De therapeut werkt met de cliënt aan het vermogen om contact te kunnen leggen en een veilige omgeving te creëren. De therapeut sluit aan op het profiel van de cliënt, heeft dus aandacht voor de inhoud van het spel en brengt structuur aan. Het visueel meebewegen met de cliënt valt ook onder deze fase. Affectregulatie (M2) De therapeut neemt de gevoelens van het kind serieus en gaat met de cliënt zoeken naar een eigen aandeel in enactments, een in scene gezette oorspronkelijke situatie. Daarnaast gaat het in deze fase om spelen binnen grenzen. 3 De fasebeschrijving voor ART komt uit het boek Geduldig Gereedschap (Meurs, Vliegen, & Van Lier, 2009) Analyse - 13

18 Mentaliseren (M3) Kunnen nadenken en voelen over eigen gedachten en die van anderen. Vanuit EBL Afstemmen (E1) De therapeut stemt af op de cliënt. Het gaat om gedeelde tijd, ook wel coherent timing, vanzelf iets hetzelfde doen. Muzikaal door bijvoorbeeld in dezelfde puls te spelen, maar ook verbaal en in houding. Het reguleren van de aandacht is de eerste focus en het leren signaleren en reguleren van spanning vindt plaats, zodat deze afneemt. Ervaringen van interne en externe wereld zijn voor de cliënt gelijk aan elkaar. Beurtwisselen (E2) Om en om, hetzelfde doen ná elkaar, met pauzes. Muzikaal met bijvoorbeeld ritme, maar het kan ook in een gesprek of in houding naar elkaar. De cliënt krijgt besef van eigen lichaam als bron van actie. Het differentiëren, fijn niet fijn, komt in deze fase ook aan bod doordat de therapeut aan de cliënt vraagt hoe het instrument voelt, speelt en/of klinkt. Is dat aangenaam of onaangenaam en daarna stelt de therapeut de vraag hoe aangenaam of onaangenaam, dus de intensiteit. Uitwisselen (E3) Hier voegt de cliënt eigen ideeën toe en kan hij of zij kleine passende variaties in zijn spel aanbrengen. De categorisering van de basisemoties komt aan bod en ervaringen van de interne en externe wereld zijn tot en met deze fase nog gelijk aan elkaar. Wanneer therapeut en cliënt in deze fase terecht zijn gekomen is de ervaring dat de klachten van de cliënt afnemen. Samen spelen/speldialoog (E4) Spelen met de verwachtingen die voortkomen uit de uitwisseling. Het kunnen nadenken óver en voelen van eigen gedachten en die van anderen. In deze fase worden o.a. de spanningsregulatie, differentiatie en categorisering van emoties geïntegreerd. De cliënt ziet zijn interne ervaringen los van de externe realiteit. Taak of thema (E5) In deze fase gaat het om het uitvoeren van een taak/thema en praten over het spel. Een voorstelling kunnen hebben van eigen en andermans gevoelens en mentaliseren. ART Arousal reguleren (A1) Het reguleren van spanning. De cliënt het doseren van toename en afname van intensiteit laten waarnemen. Dus de intensiteit van het spel en d.m.v. synchronisatie ook een dosering aanbrengen in spanning. Er wordt afgestemd op de Vitality Affects (uitleg hiervan op p. 30). Affect differentiëren (A2) Het verschil tussen positief en negatief gevoel herkennen. Leuk - niet leuk en aangenaam onaangenaam. De cliënt het verschil laten waarnemen. Analyse - 14

19 Basisemoties herkennen (A3) De basis emoties herkennen; Verassing, interesse, vreugde, tevredenheid, verdriet, angst en woede. In een samenspel betekenis herkennen, en deze kunnen categoriseren. Gevoel woorden geven (A4) Een koppeling maken met de interactie, woorden geven aan hetgeen dat de gevoeld wordt. Er wordt vorm gegeven aan de verbale uitdrukking van het gevoel. Affect helpen interpreteren (A5) Overeenstemming tussen hetgeen de cliënt zegt en de intensiteit van het positieve of negatieve gevoel of emotie. Overig: Deze fasen worden niet in de literatuur van EBL, MBKT en ART genoemd, noch in de beschrijving van Affectregulerende Vaktherapie, maar zijn wel in de interviews genoemd en hebben zodoende een eigen code gekregen. Observatiefase (O1) In deze fase wordt het kind geobserveerd, interventies zijn gericht op observatie, waarbij therapeutische doeleinden op de achtergrond liggen. Positieve bekrachtiging (P1) In deze fase worden doelen genoemd zoals ego-versterking, plezier ervaren en positieve ervaringen op doen. Veel van de behandelde kinderen doen in het dagelijks leven voortdurend negatieve ervaringen op. Deze fase is erop gericht om daar tegenwicht aan te bieden. Transfer (T1) Veel van de respondenten nemen één of enkele sessies om met het kind en/of de ouders de transfer te bespreken. Deze fase is voornamelijk verbaal en is er op gericht een bewuste verband te leggen tussen dat wat in de therapie is gebeurd en situaties waar de kinderen buiten de therapie in terecht komen. Codering Affectregulerende Vaktherapie Als we nu terug blikken op de oorspronkelijke beschrijving van Affectregulerende Vaktherapie (p. 3), zijn we in staat de beschreven fasen met bovenstaande codes te analyseren. Nogmaals onze samenvatting van de fase A t/m D: Bij Fase A staat het afstemmen op de cliënt centraal en is het doel om spanning te kunnen hanteren. Bij Fase B gaat het om beurtwisselen, dus om en om. Het doel is om positief en negatief gevoel te onderscheiden, uiten en delen. Bij Fase C staat het uitwisselen van ideeën centraal. Doel is om tijdens het samenwerken samen gevoelens vorm te geven en de spanning te hanteren Bij Fase D gaat het om benoemen en mentaliseren. Mentaliseren betekent dat je kan nadenken en voelen over eigen gedachten en die van anderen. Doel is dan ook dat de cliënt zijn beleving kan benoemen, zijn gedragsverandering kan bespreken en kan mentaliseren. Dit hebben wij als volgt gecodeerd: Analyse - 15

20 Tabel 2: de fasen van Affectregulerende Vaktherapie en hun codering Fase A E1 A1 Fase B M2 E2 E3 A2 Fase C M2 E4 A3 Fase D M3 E5 A4 A5 Zowel fase B als fase C in haar beschrijving komen overeen met de tweede fase van de MBKT, vandaar dat de code M2 dubbel geschreven staat. In de beschrijving vonden we weinig overeenkomsten met de eerste fase van MBKT, hoewel deze in veel interviews (inclusief die van mw. Van der Ende), wel beschreven werd. Toch hebben we de code M1 niet in deze lijst opgenomen, omdat de oorspronkelijke beschrijving voor ons het kader is van de onderzoeksvraag. Codering interviews Voor het coderen van de interviews hebben we twee verschillende stappen gezet. Allereerst hebben we de interviews samen gevat (zie bijlage) en de fasebeschrijvingen gecodeerd. Hierbij vonden we het belangrijk om niet blindelings af te gaan op termen die genoemd werden, of theorie waar naar verwezen werd, maar naar ons eigen inzicht te bepalen met welke code elke fase beschrijving het meest overeen kwam. Daaruit hebben we een schema opgesteld: Tabel 3: de codering van de praktijk van de respondenten Therapeut Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Ad M1 M1 M2/P1 M3/T1 Channa M1 M1 E2/E4 M3/E5 Leanne A1 M1 M2 Marijke E1 E2 E3 E4 E5 Martina A1 A2/A3 T1/A4/A5 Merlijne A2 A3/A4 A5 Monique Nadine O1 M1 P1 T1 Sophie A2 A3 E4/E5 Wijntje M1/E1 M1/E1 A2 A4/A5 Dit creëert een overzicht van de methodische praktijk per therapeut en de grote verschillen tussen elke respondent. Daarnaast trokken we twee andere belangrijke conclusies uit dit schema: De code M1 komt vaak voor, maar hebben we niet in de beschrijving van Affectregulerende Vaktherapie terug gevonden. Er is een verschil tussen de codering van bovenstaande productomschrijving en het interview met Wijntje van der Ende. Wij denken dat dit komt omdat enerzijds ons interview misschien niet een compleet beeld geeft van de praktijk en anderzijds dat Analyse - 16

21 de productomschrijving nog niet definitief is. Het maakt voor de analyse niet uit, omdat we uit gaan van de productomschrijving. Codering voorbeelden In de interviews hebben alle respondenten verschillende voorbeelden gegeven van observaties. Deze voorbeelden hebben we afzonderlijk gecodeerd (los van bovenstaande analyse), zodat we tot een volledige en concrete beschrijving van de observaties per fase komen (zie Resultaat). Daar hebben we nog de subcode i (tijdens de fase) en n (het eind van de fase/faseovergang) aan gegeven. Het aantal voorbeelden per code hebben we opgeteld en in een schema gezet: Tabel 4: het aantal voorbeelden met subcodes n of i per fase in alle interviews Code n i A1 1 3 A2 1 2 A3 A4 3 1 A5 E1 2 3 E2 1 1 E3 1 E4 1 1 E5 1 M1 5 6 M2 1 3 M3 1 2 P1 1 Dit schema gaf ons een index voor de voorbeelden die we per fase hadden. Het verschil tussen observaties binnen de fase en aan het eind van de fase was van belang, omdat de onderzoeksvraag specifiek spreekt over fase-overgangen. De voorbeelden met subcode i hebben we daarom niet meer gebruikt voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag in het volgende hoofdstuk. Analyse - 17

22 7. Resultaat Aan de hand van voorgaande analyse, hebben we voorbeelden en anekdotes uit de interviews gehaald, die passen bij de fasebeschrijving van de Affectregulerende Vaktherapie. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van observaties, om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te komen. Fase A interactiekenmerken: De volgende interactiekenmerken worden door de respondenten het meest benoemd: Veiligheid en vertrouwen Afstemming in tempo en/of motoriek en/of beweging Oogcontact Onder controle houden van lijf en spanning En de volgende punten worden één of twee keer genoemd: lichamelijk meer betrokken, spanning leren hanteren, ervaren en gewaarworden van gedeelde tijd, imiteren, spiegelen, beheersing en een gerichte contacthouding. Een voorbeeld van Marijke Rutten-Saris: Bijvoorbeeld alleen maar hokjes zetten bij een autist. Die vindt het heerlijk om alleen maar rastertjes te maken. En dat ik dan ga variëren met kleuren en met snelheid, ik moet bij die laag A komen, die is er niet. Dus ik moet zorgen dat dat veilig en vertrouwd is. Maar terwijl hij bezig is ga ik wel al met een gedeelte van zijn motoriek meebewegen. Fase B interactiekenmerken: Bij deze fase worden de volgende interactiekenmerken het meest genoemd: Het kind neemt initiatief, bedenkt zelf woorden voor emoties of geeft aan wat het wil Er vindt meer expressie plaats, zowel in muziek als verbaal Er is meer contact Zo wordt gesproken van cliënten die spontaan liedjes bedenken tijdens improvisaties. Er is over en weer, vraag antwoord, gedeelde tijd. Kind hoort het spel van de ander bewust, herkent imitatie en lokt uit. Andere therapeuten spreken over gradaties in dynamiek, zowel in spel als het onderscheid tussen leuk en niet leuk; ontwikkeling van fantasie, ontstaan van verhalen. Een voorbeeld van Wijntje van der Ende: Als ik een samenwerkingsvorm aanbied, dan gaat, een samenwerkingsvorm in de zin van dat wat ik al noemde, van samen krassen bijvoorbeeld. Dat doet een kind eigenlijk eerst een beetje voor zichzelf maar er komt een moment dat hij in de gaten krijgt dat hij ook wat met mij kan doen omdat ik aan het reageren ben gegaan. En het afstemmen van tempo op een bepaalde bewuste manier en na een tijdje dan gaat het kind dat ook doen. Dan heeft hij dus blijkbaar iets geïmiteerd, iets gespiegeld, en dan gaat hij het toepassen en gaat hij kijken of hij mij ook kan beïnvloeden. Fase C interactiekenmerken: Bij deze fase worden de volgende interactiekenmerken het meest genoemd: Resultaat - 18

23 Initiatief nemen Gebruik van gedifferentieerd materiaal Uitwisselen van eigen interesses, spanning en emoties De andere geïnterviewden ondersteunen deze interactiekenmerken. Zo wordt het toelaten van cliënt en therapeut in contact genoemd. Het stimuleren van eigen ideeën. Oogcontact, initiatief van de cliënt en eigen materiaalkeuze. Bij de cliënt komen gevoelens op bij het kiezen van materiaal. Het spel van een ander komt in beeld voor de cliënt en krijgt ruimte. Benoemt worden ook betrokkenheid en samen afronden, variëren, het gebruiken van alle parameters in de muziek. Leiding nemen, benoemen en verwoorden van spanning, eigen interesses, emoties en lichamelijke sensaties. In deze fase kunnen cliënten meerdere sessies werken aan een werkstuk. Zij wisselen ook, met betrekking tot concrete situaties, gevoelens uit. Voorbeeld van Merlijne Patijn: Of zelf al aangeeft van, een cliënt die heel weinig initiatieven neemt en altijd maar volgend is in zijn houding van jij bent de therapeut dus gaat zeggen wat we gaan doen. En dat hij dan zegt nou vandaag wil ik even niks want ik ben moe dan denk ik bijna van he we gaan dit bestendigen en afronden want dit is wel heel sterk dat je dit zo kan benoemen. Fase D interactiekenmerken: Het gaat hier dus om de afsluiting van de therapie. Afsluiting wordt doorgaans beschreven als het moment waarop de therapiedoelen zijn bereikt, wat verschilt per doelgroep en per persoon. Toch zijn er nog enkele interactiekenmerken die typerend zijn voor het einde van deze fase. Punten die genoemd worden zijn: Durven variëren Vertrouwen in continuïteit Initiatief tot afronden Thematischer spel Meer verwoorden Therapeut wordt ondersteuner en toehoorder Sensaties aanvoelen en herkennen. Voorbeeld van Monique Engels: Ik heb wel een cliënt gehad hier van die dacht hard en zacht spelen heel goed aan te geven. Verbaliserend kan ik teruggeven: Ja maar ik merkte en hoorde dat niet zo. Waarop de cliënt dacht en zei; Oh, maar ik denk altijd maar dat ik daar heel duidelijk in ben. Dus die lijkt mentaliserend al meer in huis te hebben terwijl eigenlijk in basis, als je het dan hebt over (her)kennen van eigen affecten, dit hoorbaar en zichtbaar niet zo is. Dat weet ik dan ook wel maar dat kan ik op die manier teruggeven. En dan vallen er kwartjes bij de cliënt, doordat er hardop gedacht wordt; Oh maar dat houdt in dat ik dat in die situatie en die situatie ook doe. Terwijl de cliënt het idee heeft van zichzelf het goed te kunnen en te weten. Daar kan je (soms) trainend in zijn. Resultaat - 19

24 8. Conclusie Onze onderzoeksvraag luidt: Wat zijn de waarneembare interactiekenmerken per faseovergang in Affectregulerende Vaktherapie bij kind en jeugd met gedragsproblemen ontstaan vanuit verstoorde ontwikkeling? In het voorgaande hoofdstuk (Resultaat), hebben we hier direct antwoord op gegeven. Dit lijkt op het eerste oog een compleet antwoord, wat ons hierbij echter opviel is dat er veel van de genoemde praktijkervaringen verloren gaat door de beperkte fasebeschrijving van Affectregulerende Vaktherapie. Omdat deze methode nog in ontwikkeling is, valt ons onmiddellijk op dat bepaalde aspecten van de praktijkmethodiek niet in deze beschrijving zijn opgenomen. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de code M1, die in de interviews veel terug kwam, maar die wij niet aan de fasen van Affectregulerende Vaktherapie hebben toegekend. In onze ogen is de waarde van dit onderzoek voor de ontwikkeling van Affectregulerende Vaktherapie daarom vooral te vinden in de interviews en onze analyse daarvan. Vanwege de grote verschillen in context van de therapeuten (zie tabel 1) is het antwoord, dat we hebben gegeven op de onderzoeksvraag, meer een opzet dan een definitieve lijst van observaties. Dit gegeven nodigt uit tot vervolgonderzoek (zie hoofdstuk Discussie en aanbevelingen). Waar we gaandeweg achter kwamen, is dat ons onderzoek eerder explorerend dan beschrijvend is. Veel van het materiaal dat we zijn tegen gekomen, heeft ons verrast en wij geloven dat dit zowel veel kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de methodiek, als dat het de verdere ontwikkeling van de praktijk van onze respondenten kan stimuleren en voeden. We merkten tijdens het afnemen van de interviews, dat het onderscheid en overgang tussen de fasen in de praktijk niet zo duidelijk te benoemen zijn, als dat in theorie gebeurt. Door het verwoorden en concretiseren van hun praktische ervaringen, hebben de respondenten mogelijk meer inzicht verkregen in hun eigen handelen en hun observaties. Daarnaast toont het verschil in praktische benadering aan, dat geen enkele therapeut exact een methode (zoals EBL of MBKT) uitvoert zoals het beschreven staat 4. Dit, in combinatie met het feit dat de terminologie soms verwarrend was, impliceert een flinke scheiding tussen theorie en praktijk. Wij verwachten dat dit verslag voor hen en andere therapeuten een bijdrage zal leveren aan hun inzicht in de genoemde theorie. Aanvullend zou de kennis over elkaars methodieken aanvullend kunnen werken voor hun eigen methodiek. 4 Marijke Rutten-Saris is hier een uitzondering op, omdat zij zelf de grondlegger is van de EBL. Conclusie - 20

25 Persoonlijke reflecties Pia Door een half jaar bezig geweest te zijn met onderzoek is mij duidelijk geworden hoe je te werk gaat en hoe dit uiteindelijk tot een resultaat komt. Wat mij gaande weg o.a. opviel was hoeveel tijd de interviews kostten, zowel qua afnemen als uitschrijven. Ondanks het tijdrovende vond ik het motiverend om de ervaringen en overtuigingen te horen. Geweldig om te merken hoe ze achter hun vak staan. Voor mij was het schrijven een leerzaam proces. Het bevestigde dat mijn enthousiasme en kwaliteiten naar mijn idee meer in de praktijk liggen maar ik vind het wel belangrijk dat ik een onderzoek inclusief literatuurstudie na mijn studie zou kunnen uitvoeren. Charlotte In dit onderzoek heb ik geleerd hoe een onderzoek opgebouwd word. Dit vooral met betrekking tot netwerken in de praktijk. Door het netwerk konden wij de therapeuten goed benaderen en redelijk snel bereiken. Daardoor hebben wij informatie voor dit onderzoek. Rik Getriggerd door mijn literatuurstudie, ben ik veel meer gaan lezen over affect en affectregulatie dan de omvang van dit onderzoek van mij gevraagd heeft. Zo heb ik me ingelezen in de geschiedenis van de filosofie en de anatomie van ons zenuwstelsel, puur uit nieuwsgierigheid en om de stof volledig te begrijpen. Dit vond ik erg leuk en leerzaam en het heeft me veel meer inzicht gegeven in de muziektherapeutische praktijk en de principes achter de theorieën die ik de afgelopen jaren geleerd heb. Door de grote puzzel, die ons onderzoek uiteindelijk is geworden, heb ik ook veel meer inzicht gekregen in die praktijk op zichzelf. Conclusie - 21

26 9. Discussie en aanbevelingen De deelvraag naar de verschillen tussen de doelgroepen hebben we niet echt kunnen beantwoorden. Zo hebben we in de literatuur gezocht naar methodische verschillen tussen autisten en niet-autisten (zie literatuurstudie MBKT), zonder resultaat. Dit zou een goed onderwerp kunnen zijn voor een vervolgonderzoek: hoe verandert de methodiek, wanneer het aangeboden wordt aan een andere doelgroep? Door wat we gehoord hebben in de interviews, verwachten wij dat daar uit komt dat er geen inhoudelijke verschillen hoeven te zijn, maar dat er wel verschil is in de manier waarop een methode aangeboden wordt. Enkele respondenten gaven aan dat autisten een andere benadering nodig hebben en soms zelfs op een andere manier de fasen doorlopen. Een andere deelvraag betrof de gebruikte meetinstrumenten. Uit de interviews kwam niet naar voren dat er metingen worden verricht ten aanzien van het verloop van de vaktherapie. Er zijn verschillende nulmetingen genoemd, maar geen daarvan leek betrekking te hebben tot onze onderzoeksvraag. Tijdens het verzamelen van data, kwamen we het interessante model EBQ van Schumacher tegen (zie Bijlage). Dit biedt een evaluatie instrument voor de kwaliteit van contact (dus interactiekenmerken) tussen therapeut en cliënt en kan zodoende veel bijdragen aan het concreet maken van dit soort observaties. In een eventueel vervolgonderzoek zou gekeken kunnen worden naar de overeenkomsten tussen de fase van Affectregulerende Vaktherapie en de modi van Schumacher. Verschillende van onze respondenten noemden Schumacher reeds als theoretische achtergrond en sommigen van hen gebruiken de modi voor hun evaluatie van de voortgang van de therapie. Hieruit zou een goed meetinstrument voor het verloop van de fasen kunnen worden ontwikkeld. Het netwerk van therapeuten waar we contact mee hebben gehad zijn gezamenlijk van plan een handleiding te schrijven voor de Affectregulerende Vaktherapie. Aan de hand van de codes uit de analyse die we niet hebben kunnen linken aan de opzet van deze methode die in de bijlage te vinden is, worden enkele onderdelen van de methode duidelijk die in de praktijk worden toegepast, maar die in de theorie onderbelicht zijn. Wij bevelen deze punten graag aan, om alsnog in de methodeomschrijving op te nemen: Veiligheid en contact in de beginfase, de basis van elke therapeutische relatie, die extra aandacht nodig heeft als het om hechting en affectregulatie gaat. Positieve bekrachtiging, het punt dat we misten in alle behandelde theorie; verschillende respondenten hebben het belang van dit onderdeel benoemd, omdat het motiveert en omdat het de cliënten de ruimte biedt om ook positieve affecten te ervaren, tegenover de negatieve ervaringen die ze voortdurend opdoen als gevolg van hun problematiek. Transfer, een ander punt dat we misten in de theorie; wij geloven dat het analoge procesmodel sterk ondersteund wordt op het moment dat de analogie in de therapie ook benoemd en besproken wordt. Discussie en aanbevelingen - 22

Projectplan Affectregulerende Vaktherapie Versie

Projectplan Affectregulerende Vaktherapie Versie Projectplan Affectregulerende Vaktherapie Versie 15-11-2015 Titel Auteurs Aanleiding Beschrijving en onderzoek affectregulerende vaktherapie in psychiatrie en orthopsychiatrie voor kind en jeugd -Wijntje

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN Mijn muzisch enthousiasme Mijn muzische durf en creativiteit Mijn relatie met en begrip van de kunsttalen Mijn muzische expressie

Nadere informatie

Eva Trajectbegeleiding

Eva Trajectbegeleiding RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Deze brochure richt zich op kinderen met FAS tussen de 4 en 14 jaar. Hierin worden vooral de begeleidingsbehoeften

Nadere informatie

hier en nu werken met het lichaam in het beeldend medium

hier en nu werken met het lichaam in het beeldend medium Belgische Vereniging voor Creatieve Therapie www.bvct-abat.be hier en nu werken met het lichaam in het beeldend medium Jan Vandromme Zorgrelaties in verandering Binnen de zorgrelatie is het gebruik van

Nadere informatie

Cursus Bewegings- en lichaam georiënteerde interventies bij vroeg getraumatiseerde

Cursus Bewegings- en lichaam georiënteerde interventies bij vroeg getraumatiseerde Cursus Bewegings- en lichaam georiënteerde interventies bij vroeg getraumatiseerde 20 juni, 21 juni, 27 juni 2019 Bewegings- en lichaam- georiënteerde interventies bij vroeg getraumatiseerde cliënten.

Nadere informatie

oudertraining contact & communicatie

oudertraining contact & communicatie oudertraining contact & communicatie gebaseerd op de Pivotal Respons Treatment (PRT) methode een aanbod van de Polikliniek in Doorwerth en de Polikliniek in Amsterdam februari 2013 centrum voor autisme

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek

Nadere informatie

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Afstudeerproject - Master Pedagogiek School of Health, Hogeschool Inholland C.C.A (Claudine)

Nadere informatie

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking S.N. Kuik (2014, ongepubliceerd) Inleiding Het in Gesprek gaan met iemand met een LVB vergt nogal wat van Gespreksvoerders.

Nadere informatie

Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen

Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen Wanneer u autisme heeft, ondervindt u problemen in het contact met anderen. Het kan zijn dat u geen contact maakt of juist veel aandacht vraagt. U kunt zich moeilijk

Nadere informatie

PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek

PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek PSYCHOLOGIE IN COACHING compacte introductie van actuele inzichten met focus op praktische toepassing vanuit eigen casuïstiek Psychologie in Coaching Deze training gaat over psychologische inzichten en

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie

Nadere informatie

therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ]

therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ] therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ] In het noorden en oosten van Nederland behandelen en begeleiden wij kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking. Therapieën

Nadere informatie

Schematherapie (ST) voor jongeren

Schematherapie (ST) voor jongeren Schematherapie (ST) voor jongeren 1 2 Voor wie is ST? Schematherapie (ST) is ontwikkeld voor het behandelen van complexe problematiek, die vergroeid is met de persoonlijkheid van de jongere. Jongeren met

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

Inhoud. Wie zijn wij? Intro (Manon) Fase 1 (Marij) Fase 2 (Martine) Fase 3 (Barbara met Bettina en Anne) Reflectie

Inhoud. Wie zijn wij? Intro (Manon) Fase 1 (Marij) Fase 2 (Martine) Fase 3 (Barbara met Bettina en Anne) Reflectie (Be)leef in de wijk RAAK project (Be)Leef in de wijk Ontwikkeling van een vaktherapeutische wijkgerichte verwijs- en behandelroute voor mensen met een lichte verstandelijke beperking Inhoud Wie zijn wij?

Nadere informatie

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Echter, soms heeft iemand extreme persoonlijke eigenschappen en vertoont hij hinderlijk gedrag. Dit kan zo ernstig zijn dat

Nadere informatie

BAAS over uw emoties

BAAS over uw emoties BAAS over uw emoties Vind de werkelijke oorzaak van uw problemen. Verwijder alles wat u tegenhoudt om te groeien als mens. Groei als mens, zonder remmingen, overwin trauma s, angsten en pijn. Word werkelijk

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

ReAttach een nieuwe schema therapie voor autisme PERSPECTIEF EN IMPLICATIES VOOR ONDERWIJS

ReAttach een nieuwe schema therapie voor autisme PERSPECTIEF EN IMPLICATIES VOOR ONDERWIJS ReAttach een nieuwe schema therapie voor autisme PERSPECTIEF EN IMPLICATIES VOOR ONDERWIJS Paula Weerkamp-Bartholomeus Het Congres 27 november 2015 Wat is ReAttach? ReAttach is een methodiek gericht op

Nadere informatie

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven.

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven. mensenkennis De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven. Postmaster opleiding spelpsychotherapie Postmaster opleiding spelpsychotherapie Kinderen

Nadere informatie

Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie

Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie onderzoek doen 4 Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie Hoe je de terugblik op een training leerzaam en effectief kunt maken Door Suzanne Verdonschot en Marjolein van Vossen Evalueren van

Nadere informatie

1.1 Het eerste telefonische contact

1.1 Het eerste telefonische contact 11 1Methodiek van starten en kennismaken Elk hulpverlenerscontact begint met kennismaken en starten. Overigens is dat nooit het eerste gesprek. Vooraf heeft de hulpvrager al naar je geïnformeerd en een

Nadere informatie

Achterbanraadpleging Vaktherapieën SIGNALEN VAN CLIËNTEN EN NAASTEN

Achterbanraadpleging Vaktherapieën SIGNALEN VAN CLIËNTEN EN NAASTEN Achterbanraadpleging Vaktherapieën SIGNALEN VAN CLIËNTEN EN NAASTEN Inhoud Aanleiding en doel Methode: vragenlijstontwikkeling, procedure en Resultaten Achtergrond respondenten Kiezen en vaktherapeutische

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts Achtergrond onderzoek

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Drive the Care Company BV

Drive the Care Company BV RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg 1 Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg Praktijk: Tineke Pilon Consequenties voor praktijk: alles is liefde 2 Definitie Gehechtheidsband Met

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. DaAr Werkmaatschappij van Stichting GGnet. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. DaAr Werkmaatschappij van Stichting GGnet. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer Gedragswaaier Een passende aanpak voor ieder kind Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer 2. Introductie van de Gedragswaaier De Gedragswaaier biedt leerkrachten in het primair onderwijs handvatten

Nadere informatie

Ontwerpfase 1. Voorlopige vraagstelling bij het project 2. Aanleiding/motivatie/verantwoording van het project

Ontwerpfase 1. Voorlopige vraagstelling bij het project 2. Aanleiding/motivatie/verantwoording van het project Ontwerpfase 1. Voorlopige vraagstelling bij het project Heeft een fysiotherapeutische behandeling gegeven in snoezelruimtes (m.b.v. aanwezig materiaal) aan kinderen en volwassenen met een meervoudige handicap

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie. Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits

Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie. Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits Storm, het Zelf en de Ander tijdens de Adolescentie Studiedag NVPP, 4 november 2016 Lidewij Gerits Casus (1) Tracy, 13 jaar Ouders gescheiden, woont met moeder en oudere broer. Moeder is een alleenstaande

Nadere informatie

De verpleegkundige relatie in een residentiële setting binnen Mentalisation Based Treatment

De verpleegkundige relatie in een residentiële setting binnen Mentalisation Based Treatment De verpleegkundige relatie in een residentiële setting binnen Mentalisation Based Treatment Psychotherapeutisch Centrum Rustenburg Brugge Els Dewitte en Katrien Top 20 november 2018 Inleiding Inhoud Rustenburg

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Rea College Pluryn. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Rea College Pluryn. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Uitgevoerd door de Wetenschapswinkel van de Universiteit Twente Laura van Neck December 2015 1 Colofon Onderzoek uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Universiteit Twente

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van de herstelondersteunende zorg binnen de afdeling creatieve therapie van het Antoni van Leeuwenhoek

Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van de herstelondersteunende zorg binnen de afdeling creatieve therapie van het Antoni van Leeuwenhoek Kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van de herstelondersteunende zorg binnen de afdeling creatieve therapie van het Antoni van Leeuwenhoek Welkom Inleiding onderzoeksthema Diagnose kanker. Alles wat

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten)

Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Dagbehandeling SOLK (Somatische Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) Deze folder geeft u informatie over de dagbehandeling SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten). Voor wie?

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam Naam student: Roos Wiggelendam Klas: 2A2 Studentnummer: 500634829 Docent: D. Kronenburg Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam Datum: 14/06/2013 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Casus Blz. 4 Leerdoelen

Nadere informatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie 31-01-2019 De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Het psychosociaal kinderteam (PST) Het psychosociaal kinderteam (PST) Het bezoek van u en uw kind aan de kinderarts is aanleiding voor de kinderarts om de zorgen en vragen rondom uw kind te bespreken in het psychosociaal kinderteam. Deze

Nadere informatie

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB mensenkennis Ik vond het een meerwaarde om binnen te kijken in een andere keuken. Het is inhoudelijk een sterke opleiding, mede door de goede organisatie en begeleiding. Postmaster opleiding diagnostiek

Nadere informatie

Gesprekstips: Open vragen

Gesprekstips: Open vragen U wilt in gesprek met uw medewerker over een onderwerp dat (onder meer) gaat over de financiële situatie van uw medewerker. Maar hoe pak je dat aan? Als u uw medewerker goed kent, dan vindt u doorgaans

Nadere informatie

Behandeling. Leven zoals jij dat wilt. Rian leerde voor zichzelf opkomen. Ondersteund door SDW

Behandeling. Leven zoals jij dat wilt. Rian leerde voor zichzelf opkomen. Ondersteund door SDW Behandeling Leven zoals jij dat wilt Rian leerde voor zichzelf opkomen Ondersteund door SDW Welke informatie vind je in deze brochure? SDW helpt je verder pagina 3 Therapie pagina 9 Onderzoek en behandelplan

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Lengersdorf B.V. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Lengersdorf B.V. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Pionieren met Cliëntenfeedback Ervaringen van hulpverleners en cliënten. Karine Van Tricht UPC KU Leuven, Context

Pionieren met Cliëntenfeedback Ervaringen van hulpverleners en cliënten. Karine Van Tricht UPC KU Leuven, Context Pionieren met Cliëntenfeedback Ervaringen van hulpverleners en cliënten Karine Van Tricht UPC KU Leuven, Context 16-12-2014 Feedback Informed Dialogical Therapy een nieuwe vorm van therapie? Het is niet

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en Peuters spelender wijs! Een praktische verdiepingscursus voor pedagogisch medewerkers in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De ontwikkeling van jonge kinderen gaat snel. Ze zijn altijd op ontdekkingstocht

Nadere informatie

Handleiding voor het afnemen van het IPPA Basis-interview en het IPPA Vervolg-interview

Handleiding voor het afnemen van het IPPA Basis-interview en het IPPA Vervolg-interview Handleiding voor het afnemen van het IPPA Basis-interview en het IPPA Vervolg-interview IPPA Basis-interview De interviewer neemt zeven IPPA Basis-interview formulieren, een IPPA Checklist, een pen of

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2011 / BLIK op WERK KEURMERK. Psychologenpraktijk Timmermans- Raaijmakers. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2011 / BLIK op WERK KEURMERK. Psychologenpraktijk Timmermans- Raaijmakers. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2011 / 2012 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie

Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie Deze PowerPoint presentatie is gemaakt door het studentlid in het bestuur van de (NVvMT), in het kader van een lezing die zij namens de NVvMT gaf aan een studievereniging. De illustraties en de functies

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

2

2 2 Inhoud 3 o o o 4 o o 5 6 7 1 8 a. 9 b. 10 11 12 a. b. 13 14 15 Soort informatie IQgegevens (IQ < 70) Eventueel: naam van document waarin de gevraagde informatie te vinden is Ontwikkelingsperspectief

Nadere informatie

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren

Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Visie Visie Definitie Motivational interviewing is: Een gespreksmethodiek die gericht is op het versterken

Nadere informatie

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Groep: 2 Leerkracht : Arianne van der Laan IB-er: Ria Ruyne Ergotherapeuten: Eelke van Haeften en Viviane

Nadere informatie

Praktische tips voor het voeren van een gesprek

Praktische tips voor het voeren van een gesprek Praktische tips voor het voeren van een gesprek David ter Avest Laura Hoekstra Mirjam Karsten Het waarachtige verhaal Vragen stellen en luisteren, we doen het de hele dag en toch staan we er zelden bij

Nadere informatie

HECHTINGSPROBLEMATIEK IN BEELD EN BEWEGING. Maartje Jaspers en Kim Rollé

HECHTINGSPROBLEMATIEK IN BEELD EN BEWEGING. Maartje Jaspers en Kim Rollé HECHTINGSPROBLEMATIEK IN BEELD EN BEWEGING Maartje Jaspers en Kim Rollé Inleiding Dit zijn wij Wie zijn jullie? Boekje Dit is de ruimte Veiligheid: Kaders zijn gesteld. Wat heb je nodig? Het tempo: Zo

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12 Westerman_v3.indd Westerman an_v3.indd v3.indd 111 111 18-07-2007 8-07-2007 13:01 13:01:1 :12 2 112 In de klinische praktijk en met name in de palliatieve geneeskunde wordt kwaliteit van leven als een

Nadere informatie

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK Dagmar Linz 1554166 Student Master of Arts Therapies Juni 2017 INLEIDING KUNSTZINNIGE THERAPIE HOSPICE ROZENHEUVEL

Nadere informatie

DOCEER EN LEERSTIJLEN 7 NOVEMBER 2015

DOCEER EN LEERSTIJLEN 7 NOVEMBER 2015 DOCEER EN LEERSTIJLEN 7 NOVEMBER 2015 Extraversion wil het liefst leren door te praten en op te gaan in zijn omgeving wil het liefst de aandacht naar de buitenwereld laten vloeien, naar objectieve gebeurtenissen

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd Inleiding Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg voor jeugd tot 18 jaar. Tegelijk bieden huisartsenpraktijken ook zorg aan jeugdigen.

Nadere informatie

Workshop Rapport maken

Workshop Rapport maken Workshop Rapport maken Deze workshop voer je in drietallen uit. Tip: Lees voordat je aan deze workshop begint paragraaf 11.3 van Gesprekscommunicatie nog eens door! Materialen 1 Wie leest dit voor? 2 Rolbeschrijving

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie