7 Werkloos ARBEID EN PRODUCTIE. actieve opdracht. Maak de actieve opdracht bij dit hoofdstuk.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7 Werkloos ARBEID EN PRODUCTIE. actieve opdracht. Maak de actieve opdracht bij dit hoofdstuk."

Transcriptie

1 ARBEID EN PRODUCTIE 7 Werkloos 1 Een ruime arbeidsmarkt De concurrentiepositie De conjunctuur Meer kans op werk Werkloos... en dan? 180 Rekentrainer 184 Samenvatting en begrippen 186 Adviestoets en vervolg van leerroute Eindtoets Hoofdstuk 7 actieve opdracht Werknemers verliezen om uiteenlopende redenen hun baan. Velen van hen schrijven zich in bij het UWV WERKbedrijf. Ze zijn dan werkloos. Als ze aan de voorwaarden voldoen, krijgen ze een uitkering. Het UWV WERKbedrijf registreert de gegevens over de werkloosheid. Maar hoe presenteer je deze gegevens in grafieken? Je helpt het UWV WERKbedrijf bij het presenteren van cijfers over de werkloosheid in grafieken. Maak de actieve opdracht bij dit hoofdstuk. 163

2 Hoofdstuk 7 Werkloos 1 Een ruime arbeidsmarkt Deze paragraaf gaat over drie vormen van werkloosheid en hun oorzaken. 1 Regionale verschillen Gepke is werkloos. Zij woont in de provincie Groningen, en dat verkleint haar kans op een baan. Want Groningen heeft maar weinig bedrijven. De vraag naar arbeid is daar lager dan het aanbod van arbeid. Als Gepke verhuist naar een regio met een lager werkloosheidspercentage, stijgen haar kansen op een baan. Daar is geen regionale werkloosheid. 2 Stille seizoenen Ronald werkt op het strand van Noordwijk in de bediening van een restaurant. Als het mooi weer is, komen er veel mensen naar het strand en wordt het restaurant druk bezocht (afb. 2). Maar in de herfst en winter is Ronald werkloos, want het restaurant is dan weggehaald. Dit is een voorbeeld van seizoenwerkloosheid. afb. 2 afb. 1 Werkloosheid per provincie (2010, in procenten van de beroepsbevolking) 5,3 6,7 5,7 6,3 3,9 6,9 5,1 5,5 5,1 4,0 5, ,9 1 Bekijk afbeelding 1. Welke provincie heeft het hoogste werkloosheidspercentage? Groningen. 2 Welke provincie heeft het laagste werkloosheidspercentage? Utrecht. 3 In sommige provincies zijn maar weinig bedrijven. Hoe heet de werkloosheid die daarvan het gevolg is? Regionale werkloosheid. 4 Gepke kan haar kans op een baan verbeteren. Wat moet ze daarvoor doen? Bijv. verhuizen naar de provincie Utrecht. 5 Kleur in afbeelding 1 de provincie waarin jij woont geel. Wat is het werkloosheidspercentage in deze provincie? Eigen antwoord. 6 Bij wat voor bedrijf werkt Ronald? Een restaurant op het strand. 7 Waarom is er in de zomer volop werk in dit bedrijf? Bijv. er komen veel mensen naar het strand en zij willen daar wat eten en drinken. 8 In welk seizoen ligt dit bedrijf stil? In de winter. 9 In sommige bedrijven ligt de productie een deel van het jaar stil. Hoe heet de werkloosheid die daarvan het gevolg is? Seizoenwerkloosheid. 10 Bekijk afbeelding 3. In welk bedrijf komt seizoenwerkloosheid voor? A Het landbouwbedrijf. B Het transportbedrijf.

3 ARBEID EN PRODUCTIE afb. 3 A B 15 Bekijk het staafdiagram (afb. 4). Nederlandse bedrijven investeren in China. Vergelijk de investeringen in 2005 en Welke bewering over deze investeringen is juist? A In 2009 waren zij veel minder dan in B In 2009 waren zij net zo veel als in C In 2009 waren zij veel meer dan in Verplaatsen van productie Als je in Nederland een T-shirt koopt, dan is dit shirt vaak in China gemaakt. Vroeger had Nederland een eigen kledingindustrie, maar de meeste van die fabrieken bestaan niet mee r. De werknemers zijn hun baan kwijtgeraakt door het verplaatsen van productie naar het buitenland. Dit is een oorzaak van structurele werkloosheid. afb. 4 Investeringen in China vanuit Nederland 12 11,5 EURO S MILJARD , Wat is er gebeurd met de kledingindustrie in Nederland? Bijv. die bestaat bijna niet meer. 12 Wat is er gebeurd met de werknemers in de kledingindustrie? Bijv. die zijn hun baan kwijt. 13 Hoe heet de werkloosheid van de ontslagen medewerkers? Structurele werkloosheid. 14 Wat is de oorzaak van hun werkloosheid? Bijv. het verplaatsen van de productie in Nederland naar het buitenland. 4 De juiste opleiding Marieke is reisadviseur. Ze is werkloos, want er is weinig vraag naar mensen met dit beroep. Dat komt doordat steeds meer mensen zelf hun vakantiereis uitstippelen. Als Marieke was opgeleid tot Verzorgende, had ze direct een baan gehad, want er is veel vraag naar mensen met die opleiding. Het aanbod van arbeid van haar past niet bij de vraag naar arbeid. Dit is een oorzaak van structurele werkloosheid. afb. 5 Werkloosheid en vacatures (2010) PERSONEN werkloosheid 111 vacatures 16 Welk beroep heeft Marieke? Reisadviseur. 17 Waarom kan ze geen baan vinden? Er is weinig vraag naar mensen met dit beroep. 18 Waarom is er weinig vraag naar reisadviseurs? Steeds meer mensen stippelen zelf hun vakantiereis uit. 19 Met welke opleiding had ze direct een baan gehad? Verzorgende. 20 Waarom heeft ze met die opleiding meer kans op een baan? Er is veel vraag naar mensen met die opleiding. 165

4 Hoofdstuk 7 Werkloos 21 Hoe heet de werkloosheid van Marieke? Structurele werkloosheid. 22 Bekijk het staafdiagram (afb. 5). Hoe zie je dat er structurele werkloosheid is? Er zijn werklozen en tegelijk vacatures. 23 Bekijk het staafdiagram nog een keer. Stel, alle vacatures worden vervuld door werklozen. Hoeveel mensen zijn er dan nog werkloos? = Hoe heet de werkloosheid van Merit? Structurele werkloosheid. 29 Bekijk afbeelding 7. Waarom wordt dit product steeds minder verkocht? Bijv. veel muziek wordt via internet gedownload of verkocht. 30 Welke bedrijven ontslaan hierdoor personeel zodat er structurele werkloosheid ontstaat? Bijv. muziekwinkels. 5 Verouderde producten Merit is werkloos. Het laatst werkte ze bij een bedrijf dat wegenkaarten maakte. Maar omdat steeds meer weggebruikers navigatieapparatuur gebruiken, kopen zij geen wegenkaarten meer (afb. 6). Als zo n oud product plaats moet maken voor een nieuw product, ontstaat er werkloosheid. Dit is een voorbeeld van structurele werkloosheid. afb. 7 afb. 6 6 Handige apparaten Tjeerd werkte in de keuken van restaurant Boszicht. Hij wreef de glazen op met een glazendoek. Hij kreeg ontslag toen een glazenwasmachine werd gekocht. De glazen komen glanzend uit deze machine tevoorschijn (afb. 8). Tjeerd is werkloos door de toepassing van deze arbeidsbesparende productietechniek. Dit is een oorzaak van structurele werkloosheid. 24 Waarom is Merit haar baan kwijtgeraakt? Er worden minder wegenkaarten gekocht. 25 Wie zijn de kopers van wegenkaarten? Weggebruikers. 26 Een wegenkaart is een verouderd product. Welk nieuw product is daarvoor in de plaats gekomen? Navigatieapparatuur. 27 In welk bedrijf is werkloosheid ontstaan? A B Bij de maker van navigatieapparatuur. Bij de maker van wegenkaarten. afb

5 ARBEID EN PRODUCTIE 31 Wat voor werk deed Tjeerd in het restaurant? Hij poetste de glazen. 32 Waarom was er iemand nodig voor dit werk? Bijv. dat werk werd met de hand gedaan. 33 Waardoor werd Tjeerd overbodig? Door de aankoop van een glazenwasmachine. 34 Hoe komen de glazen nu aan hun glans? Dat gaat machinaal met de glazenwasmachine. Thuiswerkopdracht Bericht over structurele werkloosheid In de krant staan regelmatig berichten over ontslagen. Als de mensen dan geen nieuwe baan vinden, kan er sprake zijn van structurele werkloosheid. Dat hangt af van de oorzaak van de ontslagen. Je zoekt een krantenbericht op waarin sprake is van structurele werkloosheid. Je gaat het bericht bewerken, samenvatten, toelichten en voorzien van jouw commentaar. 35 Wat is het nadeel hiervan voor Tjeerd? Hij is zijn baan kwijt en werkloos. 36 Hoe heet de werkloosheid van Tjeerd? Structurele werkloosheid. 37 Wat is de oorzaak van deze werkloosheid? De toepassing van een arbeidsbesparende productietechniek. Gebruik werkblad vmbo-b 7.1 bovenbouw. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 186. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. Aantekeningen Maak rekentrainer 7A op bladzijde

6 Hoofdstuk 7 Werkloos 2 De concurrentiepositie In deze paragraaf leer je hoe de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven van invloed is op de werkgelegenheid. 1 Werkgelegenheid in gevaar Candle Light is een kaarsenfabriek in Nederland. In Roemenië staat een andere kaarsenfabriek. Het is een belangrijke concurrent voor Candle Light. De loonkosten van de Roemeense concurrent zijn lager. Hierdoor zijn hun kaarsen goedkoper en aantrekkelijker voor de consument. Candle Light verkoopt steeds minder kaarsen. Sluiting van de fabriek dreigt. afb. 10 afb. 9 2 Lagere loonkosten De directie van Candle Light wil de lonen verlagen. Als de loonkosten dalen, kan de prijs van de kaarsen omlaag en kan de fabriek beter concurreren. Maar de werknemers nemen geen genoegen met het loon dat de werknemers in Roemenië verdienen, want daar kunnen ze in Nederland niet van leven. De directie verwacht dat er ontslagen vallen als de lonen niet omlaaggaan Bekijk afbeelding 9. Wat zijn de kosten per kaars bij de Roemeense fabrikant? 0,30. 2 Wat zijn de kosten per kaars bij Candle Light? 0,45. 3 Waardoor verschillen de kosten per kaars tussen beide fabrikanten? De lagere loonkosten in Roemenië. 4 Waarom zullen veel consumenten de kaarsen van de Roemeense fabrikant kopen? Deze kaarsen zijn goedkoper. 5 Wat dreigt er voor de Nederlandse fabriek? Sluiting van de fabriek. 6 Bekijk afbeelding 10. Waarom is de productie van vliegtuigen in Nederland gestopt? Bijv. de buitenlandse vliegtuigfabrikanten produceren goedkoper. afb De directie van Candle Light wil de lonen verlagen. Wat gebeurt er na een loonsverlaging? Streep de foute woorden door. De loonkosten gaan omhoog omlaag. De prijs van de kaarsen kan omhoog omlaag. De concurrentiepositie wordt beter slechter.

7 ARBEID EN PRODUCTIE 8 Bekijk afbeelding 11. Waarom wijzen de werknemers het voorstel van de directie af? Bijv. ze kunnen niet leven van 345 per maand. 9 Welke waarschuwing geeft de directie? Er gaan ontslagen vallen. 10 Bekijk afbeelding 12 en los de rebus op. De oplossing afb. 12 is: Verlies kost banen. 11 De directie koopt nieuwe, moderne machines. Wat gebeurt er met de machinekosten? Die stijgen. 12 Waarom dalen de loonkosten bij Candle Light? Er zijn minder werknemers nodig. 13 Bekijk afbeelding 13. Met welk bedrag dalen de kosten per kaars door het gebruik van de nieuwe machines? 0,45 0,35 = 0,10 14 Wat gebeurt er na de aanschaf van de machines? Streep de foute woorden door. De prijs van de kaarsen kan omhoog omlaag. De concurrentiepositie wordt beter slechter. De werkgelegenheid daalt stijgt. 15 Wat is beter voor de werkgelegenheid? A B Doorgaan met de bestaande machines. Investeren in nieuwe, moderne machines. 16 Gebruik je antwoord op vraag 15. Waarom is deze 3 Nieuwe machines Stel, de directie van Candle Light koopt nieuwe, moderne machines. Dan stijgen de machinekosten, dat is waar. Maar de loonkosten dalen, want er zijn minder werknemers nodig. De prijs van de kaarsen kan flink omlaag. Candle Light is nu beter opgewassen tegen de Roemeense concurrent en de werkgelegenheid blijft voor een deel behouden. afb. 13 werkwijze beter voor de werkgelegenheid? Bijv. als de fabriek op de oude manier doorgaat, verliest iedereen zijn baan. 4 Verlenging bedrijfstijd Stel, Candle Light laat de machines ook op zaterdag werken. Hierdoor stijgt de productie van kaarsen. De bedrijfskosten worden verdeeld over meer kaarsen. Hierdoor dalen de kosten per kaars en kan de prijs van de kaarsen omlaag. De concurrentiepositie van Candle Light wordt sterker. De werkgelegenheid gaat weer groeien. afb

8 Hoofdstuk 7 Werkloos 17 Wat gebeurt er met de productie van Candle Light als de machines ook op zaterdag werken? De productie van kaarsen stijgt. 18 Wat gebeurt er bij verlenging van de bedrijfstijd met de kosten per kaars? De kosten per kaars dalen. 19 Bekijk afbeelding 14. Hoeveel dalen de kosten per kaars? 0,35 0,27 = 0,08 20 Waardoor dalen de kosten per kaars? De bedrijfskosten worden verdeeld over meer kaarsen. 21 Wat gebeurt er bij een langere bedrijfstijd? Streep de foute woorden door. De concurrentiepositie wordt sterker zwakker. De werkgelegenheid krimpt groeit. 22 Bekijk het staafdiagram (afb. 15). Stel, de directie van Candle Light verdubbelt de bedrijfstijd en verlaagt de prijs van de kaarsen. Hoeveel was de totale winst vóór de verlenging van de bedrijfstijd? 10 miljoen 0,04 = Hoeveel was de totale winst na de verlenging van de afb. 15 AANTAL KAARSEN MILJOEN bedrijfstijd? 20 miljoen 0,03 = Productie Candle Light bestaande bedrijfstijd WINST PER KAARS IN EURO S Winst Candle Light 0,04 0,03 verlengde bedrijfstijd afb. 16 EURO S 5 Lagere belastingen en sociale premies Bedrijven kunnen beter concurreren als ze minder belasting hoeven te betalen. De overheid kan bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting verlagen. Dan blijft er voor de bedrijven meer winst over. De overheid kan ook de loonheffing en sociale premies verlagen, want daardoor dalen de loonkosten, terwijl de nettolonen gelijk blijven Daling van de loonkosten (per werknemer en per maand) oude loon loonheffing en sociale premies nieuwe loon nettoloon 24 Welke maatregel van de overheid verbetert de concurrentiepositie van de bedrijven? Bijv. een verlaging van de belastingen. 25 Welke belasting betalen de bedrijven over hun winst? Vennootschapsbelasting. 26 Welke betalingen aan de overheid horen bij de loonkosten? Loonheffing en sociale premies. 27 Bekijk het staafdiagram (afb. 16). Hoe is het nieuwe loon veranderd in vergelijking met het oude loon? A De loonheffing en sociale premies zijn gedaald. B Het nettoloon is gedaald. 28 Wat is er veranderd in de loonkosten? De loonkosten zijn gedaald. 29 Wie hebben financieel voordeel van de daling van de loonheffing en de sociale premies? A De werkgevers. B De werknemers. 170

9 ARBEID EN PRODUCTIE 6 Korter werken De vakbond wil een kortere werkweek bij Candle Light. Als iedere werknemer korter gaat werken, ontstaan er nieuwe arbeidsplaatsen. Door arbeidsduurverkorting (adv) wordt het werk verdeeld over meer personen. De mensen met adv krijgen minder loon, want ze werken minder uren. Bij elkaar werken de werknemers net zo veel als voorheen. Daardoor blijven de totale loonkosten gelijk en blijft de concurrentiepositie van Candle Light hetzelfde. Thuiswerkopdracht Een prijzenoorlog Bedrijven voeren onderling een concurrentiestrijd. Dat gebeurt soms met sterke prijsverlagingen. Eén bedrijf begint ermee en de andere bedrijven volgen. Zoiets kan uitgroeien tot een prijzenoorlog. Je onderzoekt welke bedrijven in een prijzenoorlog verwikkeld zijn (geweest), wie er voordeel van hebben, wie er nadeel van ondervinden en of er slachtoffers zijn gevallen in deze oorlog. afb. 17 Gebruik werkblad vmbo-b 7.2 bovenbouw. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 186. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. Aantekeningen 30 Wat wil de vakbond van Candle Light? Een kortere langere werkweek. 31 Bekijk afbeelding 17. Wat gebeurt er met de werkgelegenheid door de arbeidsduurverkorting? Er ontstaan nieuwe arbeidsplaatsen. 32 Stel, er werken bij Candle Light zestien mensen en de adv is voor iedereen vier uur per week. Hoeveel uur wordt er per week minder gewerkt door deze zestien mensen? 16 4 uur = 64 uur 33 Hoeveel banen van 32 uur per week ontstaan er? 64 : 32 = 2 banen 34 Waarom gaan de werknemers minder verdienen? Bijv. ze werken minder uren per week. 35 Waarom verbetert de concurrentiepositie van Candle Light niet? De totale loonkosten blijven gelijk. Maak rekentrainer 7B op bladzijde

10 Hoofdstuk 7 Werkloos 3 De conjunctuur In deze paragraaf leer je waarom er ontslagen vallen als het slecht gaat met de economie. En je leert wat er tegen helpt. 1 Opdrachtgevers van Kooistra Aannemer Kooistra heeft allerlei opdrachtgevers. Hij bouwt woningen voor particulieren, dat zijn consumenten. Hij bouwt fabrieken en kantoren voor bedrijven en hij bouwt bruggen en politiebureaus voor de overheid. Hij bouwt ook voor opdrachtgevers in het buitenland. Zijn bedrijf draait goed als deze klanten veel geld bij hem besteden. 8 In afbeelding 19 wordt kaas geproduceerd. Voor welke twee groepen klanten produceert Nederland afb. 19 kaas? Consumenten in Nederland en klanten in het buitenland. afb Wat bouwt aannemer Kooistra voor particulieren? Bijv. woonhuizen. 2 Wat bouwt hij voor bedrijven? Bijv. fabrieken en kantoren. 3 Wat bouwt hij voor de overheid? Bijv. bruggen en politiebureaus. 4 Welke opdrachtgevers heeft Kooistra nog meer? Opdrachtgevers in het buitenland. 5 Welke vier groepen klanten heeft Kooistra? 1 consumenten, 2 bedrijven, 3 overheid, 4 klanten in het buitenland. 2 De economie draait goed Kooistra heeft een grote stapel bouwopdrachten voor meer dan een jaar vooruit. Sommige opdrachtgevers willen niet zo lang wachten, en daarom zoekt Kooistra extra personeel. Ook mensen die al lang werkloos zijn, neemt hij in dienst. Als de bestedingen stijgen, stijgt de werkgelegenheid en daalt de werkloosheid. afb Bekijk afbeelding 18. Tot welke groep klanten hoort de opdrachtgever van dit bouwwerk? De overheid. 7 Wanneer draait Kooistra s bedrijf goed? Als zijn opdrachtgevers veel geld bij hem besteden. 9 Hoe merkt Kooistra dat de economie goed draait? Bijv. hij heeft een grote stapel bouwopdrachten.

11 ARBEID EN PRODUCTIE 10 Hoe lang vooruit heeft hij werk? Meer dan een jaar. 11 Waarom zoekt hij extra personeel? Bijv. zijn klanten willen niet zo lang wachten op de bouw. 12 Streep de foute woorden door. Als de bestedingen stijgen: daalt stijgt de werkgelegenheid. daalt stijgt de werkloosheid. daalt stijgt het aantal vacatures. 16 Welk soort werkloosheid was er in 2009? Conjuncturele werkloosheid. 17 In 2009 gaven de consumenten minder geld uit aan afb. 22 buitenlandse vakanties (afb. 22). Bij welke groep werknemers kan dan werkloosheid ontstaan? Bijv. personeel op Schiphol, medewerkers van een reisbureau. 13 Bekijk afbeelding 20. Past deze afbeelding bij goede tijden of bij slechte tijden in de economie? Bij goede tijden. 3 De economie draait slecht De bestedingen kunnen ook lager worden. Dat gebeurt als de consumenten minder geld uitgeven, als de bedrijven en de overheid afb. 21 PROCENTEN minder investeren en als de buitenlandse opdrachtgevers minder kopen. Bedrijven moeten dan hun productie verminderen. Ze ontslaan de mensen waarvoor geen werk is. Hun werkloosheid heet conjuncturele werkloosheid. Totale bestedingen in Nederland (groei in procenten ten opzichte van het vorige jaar) 2, , , , , , , , , , Welke gevolgen hebben dalende bestedingen? Streep de foute woorden door. De productie daalt stijgt. De werkloosheid daalt stijgt. 15 Bekijk het staafdiagram (afb. 21). Wat waren de twee beste jaren voor de economie? 2006 en Het buitenland Veel bedrijven in Nederland verkopen hun producten in het buitenland. Als de export stijgt, gaat het goed met deze bedrijven. Ze hebben veel werkgelegenheid en ze maken veel winst. Maar de export kan ook dalen. Dan moeten deze bedrijven mensen ontslaan en daalt hun winst. 18 Wat betekent export? A Aankoop van producten in het buitenland. B Verkoop van producten aan het buitenland. 19 Wat is gunstig voor de Nederlandse economie? A De export daalt. B De export stijgt. 20 Wat gebeurt er als een bedrijf meer exporteert? Streep de foute woorden door. Het bedrijf maakt meer minder winst. De werkgelegenheid in dit bedrijf daalt stijgt. 21 Wat gebeurt er als de export van Nederland daalt? Er vallen ontslagen bij bedrijven die exporteren en hun winst daalt. 173

12 Hoofdstuk 7 Werkloos 22 Stel, de export van de producten in afbeelding 23 stijgt. In welke bedrijven stijgt dan de afb. 23 afb. 24 werkgelegenheid en de winst? Bijv. melkveebedrijven en zuivelfabrieken. 5 De ommekeer Stel, de overheid verhoogt de kinderbijslag en verlaagt de loonheffing. Dan kunnen de consumenten meer geld uitgeven. De overheid kan de economie ook stimuleren door de vennootschapsbelasting te verlagen. Dan kunnen de bedrijven meer investeren. Als de bestedingen stijgen, stijgen de productie en de werkgelegenheid. 24 Welke overheidsmaatregel stimuleert de bedrijven om meer te investeren? Bijv. het verlagen van de vennootschapsbelasting. 25 Bekijk afbeelding 24. De machine stelt de economie van Nederland voor. Wat doet de overheid boven op de machine? Bijv. de overheid stimuleert de economie met geld. 26 Let op de wijzer van de bestedingenmeter. In welk vlak staat de wijzer dankzij de overheid? In het groene vlak. 27 Waarom is de stand van de bestedingenwijzer gunstig? De bestedingen zijn hoog. 28 Let op de wijzer van de werkmeter. In welk vlak staat de wijzer dankzij de hoge bestedingen? In het groene vlak. 29 Let op de buis die naar het vat met werk loopt. Streep het foute woord door. Hogere bestedingen leiden tot meer minder werk. 6 Overheidsbestedingen Werklozen die een baan vinden, gaan meer verdienen. Hierdoor gaan hun bestedingen omhoog. De overheid kan ook de eigen bestedingen verhogen, bijvoorbeeld door een nieuwe metrolijn te laten aanleggen. De totale bestedingen gaan dan verder omhoog. De bedrijven hebben meer werk, waardoor de werkloosheid daalt. afb Welke twee overheidsmaatregelen stimuleren de consument om meer geld uit te geven? Bijv. de kinderbijslag omhoog en de loonheffing omlaag. 174

13 ARBEID EN PRODUCTIE 30 Bekijk afbeelding 25. Leg uit waarom de aanleg van de metrolijn goed is voor de werkgelegenheid. Er ontstaan extra arbeidsplaatsen. 31 Werkloze bouwvakkers kunnen aan de slag bij de metrolijn. Wat verandert er dan in hun inkomen? Hun inkomen stijgt. 32 Leg je antwoord op vraag 31 uit. Loon is hoger dan een uitkering. Thuiswerkopdracht Werkloos In slechte tijden zijn er meer werklozen dan in goede tijden. Maar de werkloosheid is nooit helemaal weg. Jij gaat een werkloze interviewen. Je onderzoekt waarom deze persoon geen betaalde baan heeft. Je onderzoekt ook hoe deze persoon naar werk zoekt en hoeveel kans hij of zij heeft om weer een baan te krijgen. 33 Bekijk nog eens in afbeelding 24 de buis naar het vat Gebruik werkblad vmbo-b 7.3 bovenbouw. met bestedingen. Streep in de volgende bewering het foute woord door. Meer inkomen leidt tot hogere lagere bestedingen. 34 Bekijk afbeelding 24 nog een keer. Deze tekening is een economische kringloop die bestaat uit de volgende stappen: 1 De bestedingen stijgen. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 186. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. Aantekeningen 2 De bestedingen stijgen verder. 3 De inkomens stijgen. 4 De werkgelegenheid groeit. In welke volgorde vormen deze stappen deze economische kringloop? Begin met nummer Maak rekentrainer 7C op bladzijde

14 Hoofdstuk 7 Werkloos 4 Meer kans op werk In deze paragraaf leer je hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar afgestemd kunnen worden. 1 Kinderopvang Tamara is werkloos en ze solliciteert bij een ICT-bedrijf. Het bedrijf heeft een baan voor haar, want zij voldoet aan de eisen van opleiding en ervaring. Maar Tamara heeft opvang nodig voor haar peuter. Daarom brengt ze haar kind naar de kinderopvang (afb. 26). Dat kost veel geld, maar de overheid betaalt mee. Door de subsidie van de overheid kan ze de baan accepteren en gaat de werkloosheid omlaag. afb Waarom zou ze de nieuwe baan niet accepteren als ze de kinderopvang zelf moest betalen? Bijv. ze kan geen missen van het salaris. 6 Waarom betaalt de overheid mee aan de kosten van opvang? De overheid wil minder werkloosheid. 7 Hoeveel betaalt Tamara per maand aan kinderopvang na ontvangst van de subsidie van de overheid? : 12 = 800; = 200 afb. 27 Kosten kinderopvang (één kind) (bij een inkomen van bruto per jaar, 2011) kosten kinderopvang per jaar tegemoetkoming overheid Waarom krijgt Tamara een baan aangeboden door het ICT-bedrijf? Zij heeft de juiste opleiding en ervaring voor de baan. 2 Welk probleem heeft Tamara als ze de baan aanneemt? Ze heeft opvang nodig voor haar kind. 2 Flexibele werktijden Erwin is een topsporter en werkloos. Hij kan niet rondkomen van zijn sportinkomsten. Hij zoekt een baan die hij kan combineren met een paar uur training overdag. Het ICT-bedrijf biedt Erwin een deeltijdbaan aan van vier uur per werkdag met een flexibele begintijd en eindtijd. Erwin neemt deze baan aan en de werkloosheid daalt. afb Hoe lost ze dit probleem op? Ze brengt haar kind naar de kinderopvang. 4 Bekijk de tabel (afb. 27). Tamara verdient bruto per jaar met haar nieuwe baan. Hoeveel kost de kinderopvang haar per maand zonder tegemoetkoming van de overheid? : 12 = per maand 176

15 ARBEID EN PRODUCTIE 8 Waarom zoekt Erwin een baan? Hij verdient niet genoeg met zijn sport. 9 Waarom kan hij maar een deel van de dag werken? Hij traint op werkdagen een paar uur overdag. 10 Hoe heet een baan van minder dan 38 uur per week? Een deeltijdbaan. 11 Hoe heten werktijden die kunnen wisselen? Flexibele werktijden. 12 Waarom stemt de directie in met wisselende afb. 29 werktijden? Streep het foute woord door. Het aantal vacatures in het bedrijf daalt stijgt als Erwin de baan neemt. 15 Waarom kan het ICT-bedrijf Emmery goed gebruiken? A Ze heeft een zichtbare handicap. 13 Bekijk afbeelding 28. Stel, je hebt later een baan en B Ze heeft verstand van administratief werk. een gezin. Hoe heet de door jou gewenste baan en werktijd? A Voltijd met vaste werktijden. B Deeltijd met vaste werktijden. C Deeltijd met flexibele werktijden. 14 Leg je antwoord op vraag 13 uit. Eigen antwoord. 3 Aangepaste arbeidsomstandigheden Emmery heeft een handicap, ze kan niet lopen (afb. 29). Ze is werkloos en ze zoekt een kantoorbaan, want ze heeft veel verstand van 16 Emmery kan niet lopen. Waarom is dat een belemmering voor deze baan? Ze kan de trap naar het kantoor niet op. 17 Emmery krijgt de baan toch. Wat doet het bedrijf hiervoor? Er komt gelijkvloers een nieuwe ingang. 18 Waarom doet het bedrijf die moeite voor haar? Streep het foute woord door. Het aantal vacatures in het bedrijf daalt stijgt als Emmery de baan neemt. 19 Bekijk afbeelding 30. Heike is slechtziend. Toch heeft ze een baan bij de bediening van de telefooncentrale. Wie zorgt voor de noodzakelijke aanpassingen van de telefooncentrale? administratief werk. Het ICT-bedrijf kan haar goed gebruiken, maar Emmery kan de trap naar het kantoor niet op. Het bedrijf laat gelijkvloers een nieuwe ingang maken. Emmery krijgt de baan en de werkloosheid daalt. A B C afb. 30 De overheid. Heike. Het ICT-bedrijf. 177

16 Hoofdstuk 7 Werkloos Meer opleiding Tewis is werkloos. Hij heeft het diploma Bedrijfsadministratief medewerker. Het ICTbedrijf heeft geen vacature voor deze functie, maar wel voor een financieel administratief medewerker. Tewis kan de baan krijgen als hij de opleiding voor financieel administratief medewerker wil volgen. Het ICT-bedrijf betaalt de kosten. Tewis neemt de baan en de werkloosheid daalt. afb. 31 Opleidingen mbo-administratie opleiding passend werk Administratief medewerker eenvoudig uitvoerend (niveau 1) administratief werk (bijv. kopiëren, post verzorgen) Bedrijfsadministratief gegevens invoeren op de medewerker (niveau 2) computer Financieel administratief gegevens invoeren medewerker (niveau 3) en verwerken op de computer; betalingen en ontvangsten bewaken 20 Welke opleiding heeft Tewis? Bedrijfsadministratief medewerker. 21 Bekijk afbeelding 31. Welk niveau heeft deze opleiding? Niveau Voor welke functie is er een vacature bij het ICTbedrijf? Financieel administratief medewerker. 23 Welk niveau heeft het diploma voor deze functie? Niveau Tewis is niet opgeleid voor deze functie. Waarom wordt hij toch aangenomen? Hij wil de opleiding volgen. 25 Welke hulp krijgt Tewis daarbij van het bedrijf? Het bedrijf betaalt de kosten. 26 Bekijk het cirkeldiagram (afb. 32). Stel, je gaat zonder vmbo-diploma van school af. Hoeveel procent van de vacatures vraagt naar de opleiding alleen basisonderwijs? 5%. 27 Stel, je haalt na het vmbo-diploma ook het mbodiploma. Hoeveel procent van de vacatures vraagt naar deze opleiding? 41%. afb. 32 afb % Gevraagde voltooide opleiding in vacatures 5% 41% 21% alleen basisonderwijs vmbo/onderbouw havo-vwo havo/vwo/mbo hbo en universiteit 5 Herscholing Marjan is vlot en handig, en toch vindt ze geen baan. Dat komt door haar problemen met de Nederlandse taal. Het lukt haar niet om een goede brief te schrijven. Ze wordt nooit uitgenodigd voor een gesprek. Het UWV WERKbedrijf regelt voor Marjan een sollicitatietraining. Haar volgende sollicitatie is een succes. Ze wordt aangenomen en de werkloosheid daalt. geagte mijn heer ik wil wel bij u werke en ik ben heel goet ik wil graag feel gelt verdiene mischien kent u mij zegge hoe feel groetjes marjan 28 Marjan heeft al veel gesolliciteerd. Waarom wordt ze nooit gevraagd voor een gesprek? Door de slechte sollicitatiebrief. 29 Bekijk de brief van Marjan (afb. 33). Wat mankeert er aan deze brief? Bijv. hij staat vol taalfouten, hij bevat te weinig gegevens.

17 ARBEID EN PRODUCTIE 30 Hoe leert ze een betere brief schrijven? Met een sollicitatietraining. 31 Welke instantie regelt deze scholing? Het UWV WERKbedrijf. 32 Wat is het resultaat van haar scholing? Bijv. zij vindt een baan, en de werkloosheid daalt. 6 Geen discriminatie Zaineb heeft het diploma Bedrijfsadministrateur. Hij heeft vaak tevergeefs gesolliciteerd, maar eindelijk krijgt hij een baan bij het ICT-bedrijf. Er zijn bedrijven die hem niet aannemen vanwege zijn naam. Dat heet discriminatie en dat mag niet. Als de overheid discriminatie strenger aanpakt, daalt de werkloosheid. Thuiswerkopdracht Mijn toekomst op de arbeidsmarkt Welke baan wil je later hebben? En hoe groot is de kans dat je deze baan ook werkelijk krijgt? Dat zal de toekomst leren. Je onderzoekt hoe groot je kansen op de arbeidsmarkt zullen zijn. Je bedenkt wat je sterke punten zullen zijn. En bij de zwakke punten bedenk je of je daar al iets aan kunt verbeteren. En zo ja, op welke manier. Gebruik werkblad vmbo-b 7.4 bovenbouw. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 186. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. afb. 34 Verdeling van bevolkingsgroepen tussen 15 en 65 jaar (2010) Aantekeningen 58% 42% 69% 31% allochtonen* autochtonen met baan zonder baan * Allochtonen: ieder die in het buitenland is geboren en ieder die ten minste één ouder heeft die in het buitenland geboren is. 33 Welk nadeel heeft Zaineb door zijn naam? Hij heeft minder kans op een baan. 34 Niemand mag worden afgewezen vanwege zijn afkomst. Hoe heet het, als dat toch gebeurt? Discriminatie. 35 Bekijk de cirkeldiagrammen (afb. 34). Hoeveel procent van de autochtonen heeft een baan? 69%. 36 Hoeveel procent van de allochtonen heeft een baan? 58% 37 Wat kan de overheid doen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Werkgevers die discrimineren strenger aanpakken. Maak rekentrainer 7D op bladzijde

18 Hoofdstuk 7 Werkloos 5 Werkloos... en dan? Deze paragraaf gaat over de gevolgen van werkloosheid. In plaats van deze paragraaf in je boek, mag je ook de vervangende paragraaf op je epack maken. Overleg hierover met je docent. 1 Het ontslag De winkeldeuren blijven dicht. Binnen staat het personeel verslagen bij elkaar. De directie heeft zojuist het nieuws verteld: Meublo bv is failliet en iedere medewerker is op staande voet ontslagen. Sommigen willen demonstreren of staken, dat gebeurt vaker bij een massaal ontslag. Maar het heeft geen zin meer, iedereen is zijn baan kwijt. afb Naar het UWV WERKbedrijf Rinus gaat direct na zijn ontslag bij Meublo bv naar het UWV WERKbedrijf. Dat is een instantie van de overheid die veel weet van de arbeidsmarkt. Ze helpt werklozen bij het vinden van werk. Het UWV WERKbedrijf schrijft Rinus in als werkzoekende zonder baan. Hij telt nu mee in de werkloosheidscijfers van Nederland. Economen noemen dat de geregistreerde werkloosheid. afb Wat is er aan de hand met Meublo bv? Het bedrijf is failliet. 2 Wat betekent dit voor het personeel? Iedereen is ontslagen. 3 Wie brengt dit slechte nieuws? De directie. 4 Bekijk afbeelding 35. De werknemers reageren heel verschillend op hun ontslag. Wat zou jij als werknemer van Meublo bv denken bij het horen van dit nieuws? Eigen antwoord. 5 Hoe willen sommigen protesteren tegen hun ontslag? Met een demonstratie of een staking. 6 Welke instantie van de overheid weet veel van de arbeidsmarkt? Het UWV WERKbedrijf. 7 Wat doet Rinus direct na zijn ontslag bij Meublo bv? Hij gaat naar het UWV WERKbedrijf. 8 Bekijk afbeelding 36. Wat doet Rinus bij het UWV WERKbedrijf? Bijv. hij leest de vacatures. 9 Welke hulp biedt het UWV WERKbedrijf aan Rinus? Hulp bij het vinden van een baan. 10 Hoe wordt Rinus geregistreerd bij het UWV WERKbedrijf? Als werkzoekende zonder baan. 11 Hoe noemen economen de groep werkzoekenden zonder baan die staat ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf? Geregistreerde werkloosheid. 180

19 ARBEID EN PRODUCTIE 12 In 2010 waren er werklozen. Hoeveel mannen waren er toen werkloos? Gebruik het cirkeldiagram (afb. 37) : = afb. 37 Verdeling van de werkloosheid (2010) afb. 38 EURO S 49% 51% mannen vrouwen 3 Het inkomen Nadat Rinus ontslagen is, verdient hij geen loon meer. Daarom vraagt hij een werkloosheidsuitkering aan bij het UWV WERKbedrijf. Als de werkloosheid van Rinus voldoet aan de voorwaarden, krijgt hij een WW-uitkering. Deze uitkering is tijdelijk en bedraagt 75 procent van zijn loon. Vanaf de derde maand is de uitkering 70 procent van zijn loon Inkomen van Rinus voor en na ontslag (per maand) 16 Wat zijn kenmerken van de WW-uitkering? Zij is blijvend tijdelijk. Zij is de eerste twee maanden 70% 75% van het loon. Zij gaat na de tweede maand omhoog omlaag. 17 Bekijk het staafdiagram (afb. 38). Hoeveel loon verdiende Rinus per maand bij Meublo bv? Hoe hoog is zijn WW-uitkering de eerste twee maanden per maand. 19 Hoeveel WW krijgt Rinus na twee maanden? per maand. 20 Met welk bedrag daalt zijn WW-uitkering na twee maanden? = 90 afb Scholing Rinus is na een tijdje nog steeds werkloos. Het UWV WERKbedrijf vertelt hem dat zijn kansen op een baan verbeteren door herscholing, omscholing of bijscholing. Herscholing is het opfrissen van eerder geleerde vakkennis, bijscholing is het uitbreiden van bestaande vakkennis, en omscholing is het leren van een ander vak loon WW-uitkering 2 maanden WW-uitkering na 2 maanden 13 Wat voor uitkering vraagt Rinus aan? Een werkloosheidsuitkering. 14 Wie beoordeelt of hij daar recht op heeft? Het UWV WERKbedrijf. 15 De werkloosheid van Rinus voldoet aan de voorwaarden. Welke werkloosheidsuitkering krijgt hij? Een WW-uitkering. 21 Welke instantie vertelt Rinus hoe hij zijn kans op een baan kan verbeteren? Het UWV WERKbedrijf. 181

20 Hoofdstuk 7 Werkloos 22 Bekijk afbeelding 39. Op welke drie manieren kan Rinus zijn kans op een baan verbeteren? Herscholing, omscholing en bijscholing. 23 Stel, Rinus kiest voor een brandweeropleiding. Wat voor scholing krijgt hij dan? A Bijscholing. B Herscholing. C Omscholing. 24 Bekijk tekening A in afbeelding 40. Wat voor soort scholing krijgt deze kok? A Bijscholing. B Herscholing. C Omscholing. 25 Bekijk tekening B in afbeelding 40. Wat voor soort scholing krijgt deze kok? A Bijscholing. B Herscholing. C Omscholing. afb. 40 afb. 41 EURO S Inkomen van Rinus na de WW-periode (per maand) loon 913 bijstand als alleenstaande 26 Wanneer stopt de WW-uitkering voor Rinus? 0 bijstand met verdienende partner A Als de WW-periode is afgelopen. B Als Rinus 65 jaar is. 27 Stel, Rinus is een alleenstaande. Welke uitkering krijgt hij na de WW-periode als hij nog steeds werkloos is? Bijstand. 28 Bekijk afbeelding 41. Hoe hoog is de bijstand voor een alleenstaande? 913 per maand. 29 Hoeveel gaat Rinus er financieel per maand op achteruit vergeleken met zijn loon bij Meublo bv? = Stel, Rinus heeft een partner die genoeg verdient. Hoeveel bijstand krijgt hij dan? Stel, Rinus zoekt nog steeds naar een baan, maar staat niet meer ingeschreven als werkloos bij het UWV WERKbedrijf. Hoe heet zijn werkloosheid? Verborgen werkloosheid. 5 Na de WW-periode De WW-uitkering van Rinus stopt na enige tijd. Werklozen zonder WW-uitkering krijgen bijstand, of zij krijgen niets als ze een partner hebben die genoeg verdient. Veel werklozen zonder uitkering staan niet ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf. Ze tellen niet mee in de werkloosheidscijfers van Nederland. Economen rekenen hen bij de verborgen werkloosheid. 6 Zorgen voor de overheid Meer werkloosheid leidt tot meer werkloosheidsuitkeringen en dat kost de overheid extra geld. Als de regering niet voldoende geld heeft voor de uitkeringen, staat ze voor een lastige keuze. De regering kan de werkloosheidsuitkeringen verlagen, en de WWperiode verkorten. Dat gaat ten koste van de werklozen. De regering kan ook de WW-premie verhogen, dat gaat ten koste van de werkenden. 182

21 ARBEID EN PRODUCTIE afb. 42 Aantallen WW-uitkeringen en bijstandsuitkeringen EURO S WW-uitkeringen bijstandsuitkeringen 32 Wie betaalt de werkloosheidsuitkeringen? De overheid. 33 Stel, de werkloosheid in Nederland stijgt en de regering heeft niet genoeg geld. Voor welke keus staat de regering dan? Streep de foute woorden door. De WW-uitkering verhogen verlagen. De WW-periode verkorten verlengen. De WW-premie verhogen verlagen. 34 Stel, de regering verlaagt de WW-uitkering. Welke groep gaat er dan op achteruit? De werklozen. 35 Stel, de regering verhoogt de WW-premie. Welke groep moet dan geld inleveren? De werkenden. 36 Waarom is dat een lastige keuze voor de regering? De regering maakt zich niet populair met deze maatregelen: niet bij de werkenden of niet bij de werklozen. Thuiswerkopdracht De bijstandsuitkering Iedereen die werkloos is en geen recht heeft op een WW-uitkering, kan in aanmerking komen voor bijstand. Hoeveel geld krijgt hij of zij? Je zoekt op internet naar deze bedragen. Niet iedereen krijgt evenveel. Je geeft je mening over de verschillen in de bijstand tussen verschillende groepen bijstandsontvangers. Gebruik werkblad vmbo-b 7.5 bovenbouw. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 186. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. Maak de adviestoets bij dit hoofdstuk. Maak in overleg met je docent de eindtoets bij dit hoofdstuk. Aantekeningen 37 Bekijk het lijndiagram (afb. 42). In welke periode daalden de uitgaven van de overheid aan de WWuitkeringen? In welke jaren stegen de uitgaven van de overheid aan de WW-uitkeringen? 2001, 2002, 2003, Maak rekentrainer 7E op bladzijde

22 Hoofdstuk 7 Werkloos Rekentrainer 7A Het werkloosheidspercentage Alle rekenvaardigheden op een rij: nr. 26 op blz. 221 Bereken het werkloosheidspercentage (rond af op één decimaal). beroepsbevolking ,0% ,6% ,3% 788 duizend 54 duizend 6,9% 5,45 miljoen 0,45 miljoen 8,3% Bereken het werkloosheidspercentage (tip: bereken eerst het aantal werkloze werkzoekenden) (rond af op één decimaal). werkloze werkzoekenden werkloosheidspercentage beroepsbevolking werkenden werkloze werkzoekenden werkloosheidspercentage ,3% ,6% ,5% ,6% ,9% Bereken het werkloosheidspercentage (tip: bereken eerst de beroepsbevolking) (rond af op één decimaal). werkenden werkloze werkzoekenden beroepsbevolking werkloosheidspercentage ,8% ,7% ,1% ,1% ,1% 7B Berekening van de kosten per product Alle rekenvaardigheden op een rij: nr. 33 op blz. 223 Bereken de kosten per product. loonkosten per jaar overige kosten per jaar productie per maand kosten per product , , , , ,46 Bereken de kosten per product. loonkosten per maand overige kosten per maand productie per jaar kosten per product , , , ,50 7C Miljarden en miljoenen Alle rekenvaardigheden op een rij: nr. 6 op blz. 216 w Bereken in miljarden. 2,3 miljard miljoen = 2,7 miljard 6 miljard miljoen = 6,25 miljard 3,2 miljard 700 miljoen = 2,5 miljard miljoen = 42 miljard Bereken in miljoenen. 10,4 miljard + 25 miljoen = miljoen 4 miljard miljoen = miljoen 1,8 miljard 2 miljoen = miljoen 5 0,25 miljard = miljoen 184

23 ARBEID EN PRODUCTIE Bereken in miljarden, miljoenen of eenheden. 35% van 6 miljard = 2,1 miljard 2,5% van 3,6 miljard = 90 miljoen 12% van 3,4 miljard = 0,408 miljard 6,5% van 2,4 miljard =156 miljoen 57 miljard : 6 = 9,5 miljard 11,4 miljard : 19 =600 miljoen 3,15 miljard : 7 miljoen = miljard : 16 miljoen = D Groei en krimp in procenten Alle rekenvaardigheden op een rij: nr. 9 op blz. 217 Hoeveel procent is de werkloosheid gestegen tussen 2008 en 2010? Onder mannen: (5,0 3,2) : 3,2 100 = 56% Onder vrouwen: (6,0 4,7) : 4,7 100 = 28% In 2010 bestond de beroepsbevolking uit mannen en vrouwen. Hoeveel werklozen waren er in 2010? Onder mannen: : = Onder vrouwen: : = PROCENTEN Werkloosheid in procenten van de beroepsbevolking 8 7,8 7 6,8 6,0 6 5,5 5,7 5,2 5 4,4 4,7 5,0 4,5 4 3,5 3 3, mannen vrouwen Gebruik het staafdiagram bij je berekeningen. Wie hebben meer kans op werkloosheid: mannen of vrouwen? Leg je antwoord uit. Vrouwen, want het werkloosheidspercentage onder vrouwen is in alle jaren hoger dan dat onder mannen. Hoeveel procent is de werkloosheid gedaald tussen 2005 en 2008? Onder mannen: (5,5 3,2) : 5,5 100 = 42% Onder vrouwen: (7,8 4,7) : 7,8 100 = 40% 7E De WW-uitkering Alle rekenvaardigheden op een rij: nr. 24 op blz. 220 Bereken de WW-uitkering van de volgende werknemers. loon per maand WW eerste 2 maanden (75% van het loon) rest WW-periode (70% van het loon) Marin Chaïm , ,10 Daan ,50 877,80 Iris ,75 686,70 Danny , ,70 Maud , ,40 185

24 Hoofdstuk 7 Werkloos Samenvatting en begrippen Samenvatting 1 Een ruime arbeidsmarkt 2 De concurrentiepositie Oorzaken van werkloosheid: weinig bedrijven in de regio (regionale werkloosheid); stille periodes in bedrijven (seizoenwerkloosheid); veranderingen in de productie (structurele werkloosheid). Structurele werkloosheid ontstaat bijvoorbeeld door: het verplaatsen van productie; het plaatsmaken van oude producten door nieuwe producten; het investeren in arbeidsbesparende apparaten; het niet bij elkaar passen van het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. De werkgelegenheid bij bedrijven: daalt bij een zwakke concurrentiepositie; stijgt bij een sterke concurrentiepositie. De concurrentiepositie stijgt door: lagere lonen; modernere machines (lagere loonkosten); lagere belastingen en sociale premies (lagere loonkosten); een langere bedrijfstijd (de bedrijfskosten dalen per product). Door adv (arbeidsduurverkorting): wordt het werk verdeeld over meer personen; daalt de werkloosheid. 3 De conjunctuur Als aanbod van arbeid en vraag naar arbeid niet gelijk zijn, zijn er tegelijkertijd: werkzoekenden; vacatures. Er ontstaat conjuncturele werkloosheid als de bestedingen dalen. De bestedingen dalen als: de consumenten minder geld uitgeven; de bedrijven minder investeren; de overheid minder investeert; de export daalt. Het gaat dan slecht met de economie. 186

25 ARBEID EN PRODUCTIE De economie verbetert als: consumenten meer geld verdienen; de bedrijven meer geld uitgeven; de export stijgt. De overheid bestrijdt de conjuncturele werkloosheid door: verlaging van belastingen en sociale premies; verhoging van toeslagen en subsidies; hogere uitgaven voor bijvoorbeeld de infrastructuur. 4 Meer kans op werk Werklozen hebben meer kans op werk door: betaalbare en goede kinderopvang; meer mogelijkheden voor deeltijdwerk; aangepaste werktijden; een aangepaste werkplek; betaalbare en goede scholing; sollicitatietraining; bestrijding van discriminatie. De werkloosheid daalt door de inspanning van: de werklozen; de werkgevers; de overheid. Het UWV WERKbedrijf: verzamelt de vacatures in de regio; helpt werklozen bij het zoeken naar werk; regelt de werkloosheidsuitkering. Vormen van scholing: herscholing; omscholing; bijscholing. Na ontslag daalt het inkomen naar: een WW-uitkering; een bijstandsuitkering; geen uitkering (als de partner voldoende verdient). De WW-uitkering is tijdelijk. Bij stijging van de werkloosheid is de overheid meer geld kwijt aan werkloosheidsuitkeringen. De overheid kan dan: de uitkeringen verlagen; de WW-periode verkorten; de WW-premies verhogen. Ga verder met begrippen op de volgende bladzijde. 5 Werkloos... en dan? De werkloosheid kun je indelen in: geregistreerde werkloosheid (geregistreerd bij UWV WERKbedrijf); verborgen werkloosheid (niet geregistreerd). 187

26 Hoofdstuk 7 Werkloos Begrippen 1 Een ruime arbeidsmarkt regionale werkloosheid De werkloosheid in een bepaald gebied ligt beduidend boven het gemiddelde. seizoenwerkloosheid Werkloosheid door het verdwijnen van werkgelegenheid in bepaalde periodes. structurele werkloosheid Werkloosheid die ontstaat door veranderingen bij de productie. 2 De concurrentiepositie concurrentie De strijd tussen producenten om de gunst van de klant. arbeidsduurverkorting (adv) De vermindering van het aantal arbeidsuren per werknemer. 3 De conjunctuur bestedingen De uitgaven voor de aankoop van producten. conjuncturele werkloosheid Werkloosheid die ontstaat door de daling van de bestedingen. 4 Meer kans op werk 5 Werkloos... en dan? geregistreerde werkloosheid Werkloze werkzoekenden die zijn ingeschreven bij een UWV WERKbedrijf. verborgen werkloosheid Werkloze werkzoekenden die niet zijn ingeschreven bij een UWV WERKbedrijf. 188

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

7 Werkloos ARBEID EN PRODUCTIE

7 Werkloos ARBEID EN PRODUCTIE ARBEID EN PRODUCTIE 7 Werkloos 1 Een ruime arbeidsmarkt 126 2 De concurrentiepositie 128 3 De conjunctuur 130 4 Meer kans op werk 132 5 De overheid grijpt in 134 6 Werkloos... en dan? 136 Rekentrainer

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

5.1 Wie is er werkloos?

5.1 Wie is er werkloos? 5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

5.2 Wie is er werkloos?

5.2 Wie is er werkloos? 5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald

Nadere informatie

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken. Samenvatting door een scholier 1221 woorden 5 januari 2004 5,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4: werk, werk, werk 4.1 Het aanbod van arbeid Beroepsbevolking: het aantal mensen

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1 Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken

Nadere informatie

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1. Boekverslag door S. 1058 woorden 18 januari 2015 7.6 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Maatschappijleer Werk Paragraaf Werk: als je iets doet, omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Goed

Nadere informatie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie 5.1 Aan de slag! Arbeid = werk Vacature = een advertentie voor een baan geplaatst door een werkgever Solliciteren = jezelf voorstellen / presenteren aan een werkgever Sollicitatiebrief = jezelf voorstellen

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart 2003 7,2 8 keer beoordeeld Vak Economie 1 Veel jongeren kiezen voor een baantje naast school. Ook hebben veel jongeren vakantiewerk. Ze verdienen niet

Nadere informatie

Vormen van werkloosheid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vormen van werkloosheid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 23 August 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73708 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven. Boekverslag door Een scholier 1354 woorden 17 december 2002 7.6 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie PW Hoofdstuk 4 4.1 Beroepsbevolking: Het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar, dat

Nadere informatie

Arbeid = arbeiders = mensen

Arbeid = arbeiders = mensen Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%

Nadere informatie

Vormen van werkloosheid vmbo-b34

Vormen van werkloosheid vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 27 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73708 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. HET GROTE ONDERNEMERSSPEL 1 B 2 A 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Loonkosten in twee jaar:

Nadere informatie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid. 1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder gestegen. Meer mannen én vrouwen werkloos. Aantal jonge werkzoekenden toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder gestegen. Meer mannen én vrouwen werkloos. Aantal jonge werkzoekenden toegenomen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-066 20 oktober 2011 9.30 uur www.cbs.nl Werkloosheid verder gestegen Sterke stijging werkloosheid in derde kwartaal 2011 Toename zowel bij mannen als

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL COMPEX 2006

Examen VMBO-GL en TL COMPEX 2006 Examen VMBO-GL en TL COMPEX 2006 tijdvak 1 dinsdag 23 mei totale examentijd 2,5 uur ECONOMIE CSE GL EN TL COMPEX Vragen 1 tot en met 29 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-049 22 juli 9.30 uur Werkloosheid licht gedaald Werkloosheid in met 5 duizend afgenomen In afgelopen maanden vooral daling werkloosheid onder mannen

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector Paragraaf 3.1 Betaalde en onbetaalde arbeid Je kunt werken bij de overheid en bij ondernemingen. Als je werkt verdien je geld hiermee kun je goederen en diensten kopen. Als je werkt krijg je geld voor

Nadere informatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid daalt voor de zesde maand op rij. Lichte daling aantal werkzoekenden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid daalt voor de zesde maand op rij. Lichte daling aantal werkzoekenden Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-059 16 september 2010 9.30 uur Werkloosheid daalt voor de zesde maand op rij www.cbs.nl Vanaf maart gemiddeld 6 duizend werklozen per maand minder Minder

Nadere informatie

Nog meer werkloosheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73815

Nog meer werkloosheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73815 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 March 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73815 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opgelopen tot 6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opgelopen tot 6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-012 16 februari 2012 9.30 uur Werkloosheid opgelopen tot 6 procent In januari hogere werkloosheid dan de piek in februari 2010 Vooral toename aantal

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H5 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H5 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H5 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 5 Hoe werkt de arbeidsmarkt? Paragraaf

Nadere informatie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wat houdt het arbeidsvolume in? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid blijft afnemen. Opnieuw kleine daling werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid blijft afnemen. Opnieuw kleine daling werkloosheid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-055 19 augustus 2010 9.30 uur Werkloosheid blijft afnemen Aantal werklozen licht gedaald Evenveel mannen als vrouwen werkloos Daling werkzoekenden alleen

Nadere informatie

Vraag naar arbeid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vraag naar arbeid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73798 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-044 23 juni 2011 9.30 uur Meer werklozen Aantal werklozen in mei met 8 duizend gestegen Werkloosheid laatste maanden rond 400 duizend Bij UWV minder

Nadere informatie

Werkloosheid daalt verder in september

Werkloosheid daalt verder in september Persbericht Pb14-061 16 oktober 2014 9.30 uur Werkloosheid daalt verder in september - Opnieuw meer mensen aan het werk - In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid onveranderd

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid onveranderd Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-080 15 december 2011 9.30 uur Werkloosheid onveranderd In november evenveel werklozen als in oktober Aantal werkzoekenden bij UWV met 8 duizend gestegen

Nadere informatie

9 Nettowinst + bedrijfskosten = brutowinst. Brutowinst + inkoopwaarde = omzet. 45.696 + 76.512 = 122.208 122.208 + 219.743 = 341.951.

9 Nettowinst + bedrijfskosten = brutowinst. Brutowinst + inkoopwaarde = omzet. 45.696 + 76.512 = 122.208 122.208 + 219.743 = 341.951. Boek4 Hoofdstuk 5: Aan de slag! Werk aan de winkel. a Voorbeelden zijn: tekst van de liedjes moet geschreven worden, muziek moet worden gecomponeerd (samengesteld), liedjes moeten opgenomen worden, op

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Werkloosheid

Praktische opdracht Economie Werkloosheid Praktische opdracht Economie Werkloosheid Praktische-opdracht door een scholier 2618 woorden 26 februari 2005 7,1 152 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Toen ik hoorde dat we een praktische opdracht

Nadere informatie

Conjuncturele werkloosheid vmbo-kgt34

Conjuncturele werkloosheid vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/73813 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid licht gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Werkloosheid licht gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-030 21 april 2011 9.30 uur Werkloosheid licht gedaald Werkloosheid in maart met 5 duizend gedaald Vooral minder jonge werklozen dan een jaar geleden

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet verder gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet verder gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-021 17 maart 2011 9.30 uur Werkloosheid niet verder gedaald Lichte toename werkloosheid bij mannen Aantal werkzoekenden bij UWV vrijwel onveranderd Daling

Nadere informatie

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine daling werkloosheid. Vooral toename jonge werkzoekenden. Forse stijging nieuwe WW-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine daling werkloosheid. Vooral toename jonge werkzoekenden. Forse stijging nieuwe WW-uitkeringen www cbs nl Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-013 17 februari 2011 9.30 uur Kleine daling werkloosheid In januari minder dan 400 duizend werklozen Sinds de top begin vorig bijna 5 duizend

Nadere informatie

UIT loonruimte en AIQ v1.1

UIT loonruimte en AIQ v1.1 Uitleg loonruimte en AIQ. 1. Wat is de AIQ? De AIQ is de arbeidsinkomensquote en geeft weer hoeveel procent van het Nationaal inkomen (totaal aan beloningen productiefactoren) uitgekeerd wordt aan arbeidsloon.

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

WIJ en jij Wet investeren in jongeren Ik heb een WW-uitkering. Krijg ik een werkleeraanbod? Je krijgt pas een werkleeraanbod als je WW-uitkering is afgelopen. Zolang je een WW-uitkering krijgt, geldt voor jou de sollicitatie- en reintegratieplicht

Nadere informatie

Thema: Arbeidsmarkt vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73796

Thema: Arbeidsmarkt vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73796 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 23 March 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73796 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. DE ZUIVELSECTOR > Inleiding In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. De zuivelsector is belangrijk voor de Nederlandse

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1. Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.10 Als jij een baan hebt naast je schoolwerk, ben je waarschijnlijk

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december 2010 4,8 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 4.1 het aanbod van arbeid Arbeid is een productiefactor. De arbeidsmarkt is de abstracte

Nadere informatie

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni 2005 6.7 110 keer beoordeeld Vak Economie Inhoudsopgave - Inleiding (Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen, hoofd- en deelvragen.) 1. Hoe komt

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Prinsjesdag 2015: 10 wijzigingen voor je portemonnee

Prinsjesdag 2015: 10 wijzigingen voor je portemonnee Prinsjesdag 2015: 10 wijzigingen voor je portemonnee Prinsjesdag 2015: wijzigingen voor je portemonnee Op Prinsjesdag presenteert het kabinet in de Miljoenennota zijn financiële toekomstplannen voor 2016.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1767 woorden 28 juni 2011 6,4 212 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie lesbrief Werk hoofdstuk 1 t/m 6. Hoofdstuk

Nadere informatie

1.1 Aan het werk. 1874 Kinderwetje van Van Houten:

1.1 Aan het werk. 1874 Kinderwetje van Van Houten: 1.1 Aan het werk 1874 Kinderwetje van Van Houten: Het werd verboden voor kinderen onder de 12 jaar om in de fabriek te werken. Werken op het land was nog wel toegestaan. Tegenwoordig mogen jongeren vanaf

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Werken of vrije tijd?

Werken of vrije tijd? Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken

Nadere informatie

Eindexamen economie compex vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen economie compex vmbo gl/tl 2006 - I BEOORDELINGSMODEL Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. VRAGEN STAAT VRIJ 1 maximumscore 1 8,46 : 1,88 = 4,5 uur 2 A 3 maximumscore 1 Er is sprake

Nadere informatie

Publiekstekst Wet investeren in jongeren

Publiekstekst Wet investeren in jongeren Publiekstekst Wet investeren in jongeren Juni 2009 Deze publicatie is gemaakt door Stimulansz in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stimulansz spreekt haar dank uit aan alle

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-013 18 februari 2010 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen In een jaar tijd 131 duizend werklozen meer Bijna tweederde van de stijging voor rekening

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid neemt verder toe. Stijging 10 duizend per maand in afgelopen halfjaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid neemt verder toe. Stijging 10 duizend per maand in afgelopen halfjaar Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-082 17 december 9.30 uur Werkloosheid neemt verder toe In een jaar tijd 121 duizend werklozen meer Evenveel mannen als vrouwen werkloos Bij UWV meer

Nadere informatie

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari 2006 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Arbeidsmarkt 1: Het Aanbod van Arbeid Het aanbod bestaat uit alle mensen tussen de 15 en 64

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Banenplan voor Emmen D66

Banenplan voor Emmen D66 Banenplan voor Emmen D66 Voorwoord De wereld bevindt zich inmiddels zes jaar in een financiële crisis. De effecten daarvan zijn overal merkbaar. Vooral ook in Emmen. Mensen verliezen hun baan, maken schulden

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Hoofdstuk 5 4e klas GT Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 juni 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Wet investeren in jongeren (WIJ)

Wet investeren in jongeren (WIJ) 1 INFORMATIEFOLDER WERKPLEIN VENRAY E.O. Wet investeren in jongeren (WIJ) Wat is de WIJ? WIJ staat voor Wet investeren in jongeren (WIJ). Dit is een nieuwe wet die ervoor moet zorgen dat alle jongeren

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan

Nadere informatie

Examen HAVO. tijdvak 1 maandag 25 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. tijdvak 1 maandag 25 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 25 mei 13.30-16.00 uur oud programma economie 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten te

Nadere informatie

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw minder werklozen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw minder werklozen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-045 17 juni 9.30 uur Opnieuw minder werklozen Tweede achtereenvolgende daling Bij UWV sterke daling jonge werkzoekenden Aantal WW-uitkeringen opnieuw

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2005 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur. 12-10-2004 Versie vaststelling. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Examen VMBO-BB 2005 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur. 12-10-2004 Versie vaststelling. Naam kandidaat Kandidaatnummer Examen VMBO-BB 2005 12-10-2004 Versie vaststelling tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 4e klas GT

Hoofdstuk 5 4e klas GT Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Monique Kroon 27 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/80430 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

jij en de WIJ de Wet investeren in jongeren voor iedereen tot 27 jaar

jij en de WIJ de Wet investeren in jongeren voor iedereen tot 27 jaar jij en de WIJ de Wet investeren in jongeren voor iedereen tot 27 jaar jij en de WIJ Je hebt je gemeld bij het Werkplein. Misschien omdat je geen of te weinig werk hebt of geen inkomen hebt. Als je jonger

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie