Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders

Transcriptie

1 Basiscursus 1 Nederlands voor buitenlanders Woordenlijst Nederlands Frans 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam

2 LES hoe comment 2 heet t appelles 3 je tu 4 ik je 5 mijn mon 6 naam nom 7 is est 8 woon habite 9 in à 10 adres adresse 11 Stationsstraat rue de la gare 12 nummer numéro 13 telefoonnummer numéro de téléphone 14 jij tu 15 wat quel 16 jouw ton 17 waar où 18 nationaliteit nationalité 19 (ik) ben suis 20 Duitse allemande LES dag bonjour 22 meneer monsieur 23 uw votre 24 komt (uit) venez 25 u vous 26 uit de 27 Nederland la Hollande 28 nee non 29 kom viens 30 niet ne... pas 31 Denemarken Danemark 32 woont habitez 33 welke quelle 34 stad ville 35 vlakbij près 36 straat rue 37 de la 38 nummer numéro 39 telefoon numéro de téléphone 40 heb ai 41 geen ne... pas 42 vaste fixe 43 pas depuis peu de temps 44 wel bien 45 mobiel mobile LES hij il 47 het l 48 van de 49 zijn son/sa 50 zij elle 51 haar son 52 ook aussi 53 zijn sont 54 getrouwd marié 55 vrouw femme 56 man homme LES familie famille 58 kijk regarde 59 dit ceci 60 een une 61 foto photo 62 het c 63 oude vieille 64 tien dix 65 jaar ans 66 geleden passé 67 helemaal tout 68 links à gauche 69 ziet voyez 70 vader père 71 naast à coté 72 staat se trouve 73 moeder mère 74 ouders parents 75 hebben ont 76 drie trois 77 kinderen enfants 78 twee deux 79 jongens garçons 80 en et 81 één une 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 2

3 82 meisje fille 83 zonen fils 84 dochter fille 85 jongen garçon 86 dat c 87 achter derrière 88 mij moi 89 broer frère 90 rechts à droite 91 zus soeur LES wie qui 93 oudste ainé 94 jongste plus jeune 95 ouder plus agé 96 dan que 97 kind enfant LES wonen habitent 99 je tes 100 ze ils 101 EU-land Pays UE 102 misschien peut-être 103 ze elle 104 naar en 105 mag peut 106 hier ici 107 komen venir 108 hoop éspère 109 dat que 110 lukt marchera 111 mis manque 112 lieve chère 113 erg énormément 114 vorig (jaar) dernière 114a getrouwd mariée 115 sinds depuis 116 kort peu de temps 117 heeft a 118 dus alors 119 oom oncle 119 vrouw femme 120 tante tante LES hoe laat (is het?) quelle heure 122 negen neuf 123 uur heures 124 half (- tien) demie 125 kwart quart 126 over et 127 voor (vijf - half moins tien) 128 vijf cinq 129 minuten minutes LES ochtend matin 131 s ochtends le matin 132 zeven sept 133 sta op me lève 134 nog encore 135 vroeg tôt 136 soms des fois 137 eerder plus tôt 138 om à 139 acht huit 140 neem prends 141 bus bus 142 school école 143 les leçon 144 begint commence 145 pauze la pause 146 drink bois 147 koffie café 148 praat parle 149 vriendin amie 150 elf onze 151 we nous 152 gaan allons 153 weer à nouveau 154 twaalf à midi 155 afgelopen fini 156 middag après-midi 157 s middags l après-midi 158 thuis chez moi 159 eet mange 160 bel téléphone à 161 vriend ami 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 3

4 162 of ou 163 tv télé 164 doe fais 165 boodschappen courses 166 vier quatre 167 leer apprends 168 luister écoute 169 tekst texte 170 lees lis 171 maak fais 172 oefening exercice 173 deel partie 174 Nederlandse hollandais 175 krant journal 176 zes six 177 eten manger 178 maak (- klaar) prépare LES avond soir 180 s avonds le soir 181 nieuws informations 182 ga vais 183 café café 184 huis à la maison 185 moe fatigué 186 bed lit 187 slaap dors 188 nacht nuit 189 s nachts pendant la nuit 190 tot juqu à 191 stil tranquille 192 donker nuit 193 bijna presque 194 iedereen tout le monde 195 slaapt dort 196 niemand personne 197 wakker réveillé 198 behalve sauf 199 mensen des gens 200 die qui 201 werken travaillent 202 wordt licht jour se lève 203 worden - (se réveillent) LES maand mois 205 één un 206 maanden mois 207 weken semaines 208 dagen jours 209 januari janvier 210 eerste premier 211 dan donc 212 echt vraiment 213 koud froid 214 winter hiver 215 februari février 216 maart mars 217 eind fin 218 lente printemps 219 al commencé 220 minder moins 220a wel quand-même 221 regent pleut 222 vaak souvent 223 er y 224 veel beaucoup 225 wind vent 226 vanaf à partir d 227 april avril 228 steeds de plus en 229 warmer plus chaud 230 mei mai 231 juni juin 232 zomer été 233 juli juillet 234 augustus août 235 sluiten ferment 236 scholen écoles 237 op en 238 vakantie vacances 239 september septembre 240 alweer déjà 241 herfst automne 242 zon soleil 243 verdwijnt disparait 244 oktober octobre 245 november novembre 246 december décembre 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 4

5 LES week semaine 248 telt compte 249 noemen nommons 250 werkdagen jours de travail 251 maandag lundi 252 dinsdag mardi 253 woensdag mercredi 254 donderdag jeudi 255 vrijdag vendredi 256 zaterdag samedi 257 zondag dimanche 258 weekend weekend 259 op - (quel) 260 vandaag aujourd hui 261 morgen demain 262 beginnen commencent 263 lessen leçons 264 keer fois 265 tweede deuxième 266 lang - (combien de temps) 267 duurt durent 268 meestal en général 269 laatste dernière 270 eindigen finissont LES hetzelfde même 272 land pays 273 als que 274 vorige dernier 275 maar depuis 276 net peu 277 wanneer quand 278 zag voyait 279 hem le 280 voor pour 281 het laatst la dernière fois 282 maar mais 283 gisteren hier 284 bij chez 285 geweest été 286 volgende prochaine 287 ver loin 288 elkaar de l autre 289 zien nous voyons 290 binnen dans 291 weet sait 292 paar quelques LES drinken boire 294 ontbijt petit déjeuner 295 brood pain 296 kaas fromage 297 jam confiture 298 thee thé 299 zonder sans 300 suiker sucre 301 melk lait 302 lunch déjeuner 303 eerst en premier 304 kop bol 305 soep soupe 306 daarna après 307 opnieuw de nouveau 308 vlees viande 309 tijdens pendant 310 glas verre 311 avondeten diner 312 warm chaud 313 rijst riz 314 vis poisson 315 aardappelen pommes de terre 316 natuurlijk naturellement 317 groenten légumes 318 water eau 319 wijn vin 320 bier bierre LES per par 322 rond vers 323 drinkt boit 324 bord assiette 325 vervolgens après 326 tenslotte enfin 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 5

6 327 in plaats van à la place de 328 markt marché 328a waarom pourquoi 328b omdat parce que 329 daar lá bas 330 zo très 331 duur cher LES dorst soif 333 zullen - (on boit?) 334 ja oui 335 laten - (on y va) 336 tegenover en face 337 o ah bon 338 dat ce 339 kerk église 340 sterke fort 341 zwart noir 342 beetje peu 343 erbij ajouté 344 druk du monde 345 alle tous 346 andere autres 347 cafés cafés 347a zijn sont 348 open ouverts 349 enige seul 350 kun peux 351 iets quelque chose 352 dat c 353 mogelijk possible 354 waarover de quoi 355 praten parlez 356 jullie vous 357 gesprekken conversations 358 sport sport 359 vooral surtout 360 voetbal football 361 vrouwen femmes 362 eigenlijk en fait LES mevrouw madame 364 station gare 365 loopt marchez 366 rechtdoor tout droit 367 neemt prenez 368 aan à 369 die cette 370 lopen marcher 371 ongeveer a peu près 372 kwartier quart d heure 373 deze ce 374 kant coté 375 weg route 376 die il 377 vertrekt part 378 om tous 379 bedoelt voulez dire 380 bedoel veux dire 381 elke toutes les 382 vijftien quinze 383 langs passe 384 dan alors 385 loop marche 386 liever préfère 387 anders autrement 388 moet dois 389 wachten attendre 390 dank u wel merci 391 graag gedaan volontiers LES tram tramway 393 gaat va 394 heen lá bas 395 buurt près 396 kunt pouvez 397 het beste au meilleur 398 lijn ligne 399 nemen prendre 400 stopt arrête 401 op au 402 hoek coin 403 halte arrêt 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 6

7 404 staan se trouvent 405 op (wacht -) attendent 406 vóór à l avant 408 stap (- uit) descends 409 vraagt demandez 410 aan (vraagt -) demandez 411 conducteur contrôleur LES bezoek (op -) (en) visite 413 vrienden amis 414 ze ils 415 toe (naar toe) - (y) 416 auto voiture 417 trein train 418 te trop 419 overal partout 420 intercity intercity 421 nergens nulle part 422 tussen entre 423 overstappen changer 424 welk quelle 425 perron quai 426 schermen écrans 427 ingang entrée 428 hal hall 429 informatie information 430 daarop à ce sujet 431 vertraging retard 432 tijden horaires 433 daarop lá dessus LES werkt travaillez 435 hebt avez 436 werk du travail 437 baan emploi 438 werkloos chômeur 439 waarvan de quoi 440 leeft vivez 441 toch puisque 442 geld de l argent 443 nodig besoin 444 gemeente commune 445 geeft donne 446 uitkering allocation 447 hoeft devez 448 te de 449 doen faire 450 wilt voulez 451 zoek cherche 452 probeer essaye 453 vinden trouver 454 trouwens d ailleurs 455 zodra dès 456 gevonden trouvé LES supermarkt supermarché 458 afdeling rayon 459 groente légumes 460 verkoop vends 461 fruit fruits 462 leg pose 463 juiste exacte 464 plaats place 465 lijkt semble 466 me me 467 leuk agréable 468 lekker bien 469 om autour 470 centrum centre 471 parttime à temps partiel 472 volle complet 473 hele toute 474 hoeveel combien 475 verdien gagne 476 als si 477 vragen demander 478 euro euros 479 netto net 480 dat wil zeggen ça veut dire 481 meer plus 482 krijg reçoit 483 door à cause 484 belasting taxes 485 premie primes 486 verzekeringen assurances 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 7

8 LES gemakkelijk facile 488 moeilijk difficile 489 ogenblik moment 490 Nederlands néerlandais 491 kent parle 492 vindt trouve 493 in elk geval en tout cas 494 daarom pour cela 495 bezig en train 496 leren apprendre 497 inderdaad en effet 498 zeer très 499 belangrijk important 500 ken parle? 501 nu maintenant 502 voer (- een ai (- une conversation) gesprek) 503 klein petite 504 gesprek conversation 505 buiten en dehors 506 iedere chaque 507 aantal quelques 508 nieuwe nouveaux 509 woorden mots 510 moeten devez 511 hard dur 512 zeker certainement 513 manier manière 514 snel vite 515 vind trouves LES kost coûte 517 prijs prix 518 bedrag somme 519 betalen payer 520 alstublieft s il vousplaît 521 krijgt - (rends) 522 terug - (rends) 523 ober garçon 524 mogen pouvons avoir 525 wij nous 526 rekening addition 527 willen voulons 528 betaalt paye 529 betaal payes 530 portemonnee porte-monnaie 531 vergeten oublié 532 pinpas carte bancaire 533 kan peux 534 pinnen faire un payement par c.b. 535 ja hoor bien sûr 536 momentje petit moment 537 pincode code confidentiel 538 intoetsen composez 539 groene vert 540 knop bouton 541 drukken appuyez 542 oké d accord 543 betaald payé LES gas gaz 545 licht électricité 546 huur loyer 547 telefoonrekening facture de téléphone 548 eens une fois 549 energiebedrijf distribiteur d électricité 550 betaling paiement 551 gebeurt se fait 552 automatisch automatiquement 553 machtiging mandat 554 af (gaat... -) est débité 555 zelf toi même 556 niets rien 557 bedrijf entreprise 558 internet Internet 559 website Site Internet 560 bank banque 561 inloggen ouvrir une session 562 vult (-... in) rempli 563 rekeningnummer numéro de compte 564 zelfs soi-même 565 zetten mettre 566 handtekening signature 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 8

9 LES contant liquide 568 munten pièces 569 biljetten billets 570 bijvoorbeeld par exemple 571 eurocent centimes d euro 572 kleine petites 573 dingen choses 574 weinig peu 575 altijd toujours 576 gepast fare l appoint 577 biljet billet 578 teveel en trop 579 men on 580 kleiner la monnaie 581 zoekt cherche 582 probeert essaye 583 alleen seulement 584 heel très LES ligt est situé 586 West-Europa Europe de l Ouest 587 noord nord 588 zuid sud 589 kilometer kilomètre 590 oost est 591 groter plus grand 593 verdeeld divisé 594 provincies provinces 595 liggen se trouvent 596 noorden nord 597 zuiden sud 598 westen ouest 599 gebied région 600 helft moitié 601 Nederlanders néerlandais 602 grootste plus grandes 603 steden villes 604 dichte dense 605 bevolking population 606 oosten est 607 bijzondere particulières 608 er y 609 vroeger autrefois 610 was avaient 611 zee mer 612 God Dieu 613 maakte a cré 614 wereld monde 615 vormden ont formé 616 tenminste du moins 617 sommigen certains 618 Nederlandse Antillen Antilles Hollandaises 619 paspoort passeport LES vlak plat 621 betekent veut dire 622 bergen montagnes 623 slechts (ne) q 624 berg montagne 625 meter mètres 626 hoog hauteur 627 gevolg conséquence 628 kunnen peuvent 629 plaats endroit 630 makkelijk facile 631 bereiken atteindre 632 gebruiken employe 633 onder andere entre autres 634 o.a. (= onder entre autres andere) 635 zoveel tant 636 dichtste plus dense 637 hoger plus hauts LES laag bas 639 dezelfde même 640 hoogte hauteur 641 rivieren rivières 642 meren lacs 643 grote grands 644 stukken morceaux 644a zelfs même 645 lager plus bas 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 9

10 646 rijk riche 647 aan (rijk -) riche en 648 gebrek manque 649 om pour 650 reden raison 651 grond terre 652 gebruik utilisé 653 bang peur 654 hoge hautes 655 dijken digues 656 beschermen protègent 657 lage bas 658 houden (- tegen) arrêtent 659 tegen (houden -) arrêter 660 slecht mauvais 661 weer temps 662 ontstaat surgi 663 gevaar danger 664 toen alors 665 liep était innondé LES dokter médecin 667 huisarts médecin de famille 668 spreekuur consultation 669 telefonisch par téléphone 670 afspraak rendez-vous 671 maken prendre (rendez-vous) 672 ziek malade 673 bent est 674 om (- te) pour 675 zorg arrange 676 ervoor toi 677 wacht attends 678 tot jusq à LES oog oeil 680 nek nuque 681 hand main 682 borst poitrine 683 hart coeur 684 neus nez 685 hals cou 686 vinger doigt 687 been jambe 688 knie genou 689 mond bouche 690 schouder épaule 691 rug dos 692 voet pied 693 pols poignet 694 oor oreille 695 arm bras 696 buik ventre 697 gebeld appelé 698 teen orteil 699 koorts fièvre 700 pijn douleur 701 keel gorge 702 een dag of drie un jour sur trois 703 even aussi 704 onderzoeken étudier 705 voelen sentir 706 kijken regarder 707 griep grippe 708 flinke bon 709 blijft restez 710 voorlopig pour le moment 711 recept ordonnance 711a man mari 712 hiermee avec ceci 713 apotheek pharmacie 714 haalt va chercher 715 medicijn médicament 716 helpt - (soulagera) 717 tegen - (soulagera) LES hun au 719 last souffrent 720 vreemd étrange 721 nou en fait 722 oorzaken causes 723 problemen problèmes 724 bekend connues 725 zitten sont assis 726 verkeerd mal 727 fietst fait du vélo 728 tegenwoordig actuellement 729 doe (- aan) fait 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 10

11 730 voldoende suffisamment 731 aan (doe -) du 732 regelmatig régulièrement 733 sporten faire du sport 734 kans risque 735 ziekte maladie 736 leef vis 737 wél bien 738 gezond sainement 739 word tombe LES koop achète 741 alles tout 742 want parce que 743 hoewel quoique 744 sluit ferme 745 terwijl pendant 746 goed bien 747 korting réduction LES lijst liste 749 schrijf écris 750 stuk morceau 751 papier papier 752 voorkom évite 753 vergeet oublie 754 kilo kilos 755 fles bouteille 756 olie huile 757 witte blancs 758 broden pains 759 eieren oeufs 760 frisdrank boissons rafraîchissantes 761 enz. etc. 762 anderhalve un et demi (=1,5) 763 paprika poivron 764 gekocht acheté 765 rode rouges 766 gele jaunes 767 verschillende différentes 768 kleuren couleurs 769 houden (- van) aimons 770 kopen achetons 771 kleren vêtements 772 schoenen chaussures 773 zulke de telles 774 groot grande 775 warenhuis surface 776 betere meilleure 777 kwaliteit qualité 778 goede bon LES ligt eraan dépand 780 verschillend différent 781 appels pommes 782 waren étaient 783 soort espèce 784 harde dures 785 lekkerder meilleures 786 genoeg suffit 787 duurder plus cher 788 goedkoper moins cher 789 prijzen prix 790 veranderen changent 791 liggen vast fixer 792 winkel magasin 793 eens une fois 794 vergelijken comparer 795 voordeliger plus avantageux LES postkantoor bureau de poste 797 brief lettre 798 versturen envoyer 799 postzegels timbres 800 zware lourde 801 wegen pèsent 802 weegt pèse 803 en envoyer un courrier électronique 804 makkelijker plus facile 805 verkopen vendre 806 krijgen obtenir 807 papieren papiers 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 11

12 808 daarvoor pour cela 809 storten verser 810 overmaken virer 811 eigen propre 812 opnemen retirer 813 pakje paquet 814 versturen envoyer 815 terecht se rendre LES helpen servir 817 berichtje avis 818 pakketje colis 819 moment moment 820 openen ouvrir 821 minimaal au minimum 822 salaris salaire 823 formulier formulaire 824 aanvragen demander 825 invullen remplir 826 klaar fini LES begrijp comprends 828 beantwoordt répondez 829 enkele quelques 830 algemene générales 831 uzelf vous-même 832 personen personnes 833 bankpas carte bancaire 834 sparen épargner 835 speciale spécial 836 persoonlijke personelles 837 gegevens données 838 achternaam nom de famille 839 voornamen prénoms 840 geslacht sexe 841 huisnummer numéro de la maison 842 postcode code postal 843 woonplaats ville 844 even (-kijken) un 845 kijken moment 846 ingevuld rempli 847 bericht message 848 orde (in -) ordre 849 via par 850 zo n un tel 851 gratis gratuit 852 fijn bien 853 tot ziens au revoir LES lopend à pied 855 fiets vélo 856 tas sac 857 mee (neem -) emmène 858 bakker boulanger 859 slager boucher 860 draag porte 861 aardig bien 862 vol rempli LES metro métro 864 wijk quartier 865 nieuw nouveau 866 gedeelte partie 867 straks tout à l heure 868 afstand distance 869 mooi beau 870 rijden de route LES vliegtuig avion 872 ons notre 873 vertrek départ 874 aanwezig présents 875 bovendien de plus 876 parkeren stationner 877 probleem problème 878 vanuit de 879 nooit jamais 880 later plus tard 881 komen (-... aan) arrivons 882 aan (komen... -) arriver 883 sneller plus vite 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 12

13 LES kaartje ticket 885 OV-chipkaart carte à puce de transport 886 kaart carte 887 vertel raconte 888 als volgt de la façon suivante 889 stapt montes (dans) 890 inchecken check-in 891 automaat distributeur 892 houdt contient 893 uitchecken check-out 894 hoe (-... hoe) de plus (plus) 895 verder loin 896 reist voyages 897 los 898 loket guichet LES huurhuis maison de location 901 zoon fils 902 studeert étudie 903 kamers une chambre 904 onze notre 905 flat appartement 906 oma grand-mère 907 oud agée LES kamerflat appartement de...pièces kamerflats appartements de...pièces 910 lift escenseur 911 omhoog - (monte) 912 verdiepingen étages 913 derde troisième 914 woning logement 915 door par 916 deur porte 917 woonkamer salle de séjour 918 badkamer salle de bains 919 slaapkamer chambre à coucher 920 slaapkamers chambres à coucher 921 keuken cuisine 922 balkon balcon LES zij ils 924 beneden en bas 925 1e (= eerste) premier 926 etage étage 927 trap escalier 928 samen à deux 929 net comme 930 huren louons 931 kamer chambre LES zit est 933 basisschool école primaire 934 groep classe 935 zitten sont 936 oudsten aînés 937 kleinsten plus petits 938 spelen jouent 939 zingen chantent 940 tekenen dessinent 941 oudere plus agés 942 leerlingen élèves 943 lezen (à) lire 944 schrijven (à) écrire 945 rekenen (à) calculer 946 woensdagmiddag mercredi après-midi 947 vrij congé 948 brengt emmêne 949 zusje petite soeur 950 crêche crèche 951 halen cherche LES na après 953 kiest choisit 954 opleiding formation 955 keuze choix 956 toets épreuve 957 bepaalt décide 958 resultaat résultat 959 kiezen choisir 960 sommige certains 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 13

14 961 direkt immédiatement 962 beroep profession 963 beroepsonderwijs formation professionnelle 964 vmbo 4 ans de secondaire 965 anderen d autres 966 algemeen général 967 onderwijs enseignement 968 havo 5 ans de secondaire 969 vwo 6 ans de secondaire 970 opleidingen formations 971 volg suis 972 klas classe 973 politieschool école policière 974 politieagent agent de police 999 brandweer sapeurs-pompiers 1000 horen (- bij) font partie 1001 burgemeester maîre 1002 daarvan de ceux là 1003 hoofd tête 1004 samen (- met) ensemble 1005 wethouders adjoints 1006 bestuurt dirige 1007 gemeenteraad conseil munnicipal 1008 parlement parlement 1009 raad conseil LES bedoelen veut dire 976 bepaald déterminé 977 dorp village 978 dorpen villages 979 bestuur conseil d administration 980 trouwen se marier 981 gekregen eu 982 iemand quelq un 983 overleden décédé 984 inwoners hâbitants 985 weten savoir 986 allerlei toutes sortes 986a informatie d informations 987 huurwoning logement de location 988 waarvoor pour quoi faire LES zorgt voor s occupe de 990 woningen habitations 991 cultuur vie culturelle 992 hulp aide 993 sportclubs clubs de sport 994 afval déchets 995 allemaal tous 996 gemeentelijke communale 997 belastingen taxes 998 politie police 2013, Uitgeverij Boom, Amsterdam 14