Heel Spanje aan de stroop?

Transcriptie

1 Heel Spanje aan de stroop? Profielwerkstuk Stroop! Quint van Gansewinkel & Stef Smeets Schooljaar 2014/2015

2 Inhoud o Voorwoord 2 o Fase 1. Starten 3 o Fase 2. Ondernemingsplan 8 o Fase 3. Aandelen 19 o Fase 4. Inkoop & Verkoop 21 o Fase 5. Afsluiten 25 o Conclusie 28 o Bijlage 1: Interview 29 o Bijlage 2: Enquête(resultaten) 30 o Bijlage 3: Aandeelhoudersregister 34 o Bijlage 4: General Report 35 o Bijlage 5: Financiële Afsluiting 37 1

3 Voorwoord Geachte lezer, Voor u ligt ons profielwerkstuk waaraan wij de afgelopen maanden hard hebben gewerkt om te onderzoeken of er een markt is voor stroop in Spanje. Om dit optimaal te kunnen onderzoeken, zijn wij van 15 t/m 22 november 2014 naar het Spaanse dorp Elche de la Sierra afgereisd, waar wij een week lang in Spaanse gastgezinnen hebben doorgebracht. Eenmaal thuisgekomen hebben we al onze bevindingen op papier gezet en dat heeft uiteindelijk geleid tot dit profielwerkstuk. Dit resultaat hadden wij niet kunnen bereiken zonder de hulp van: o De heer P. Visschers van stroopfabriek Frumarco voor de rondleiding door zijn bedrijf en zijn sponsoring. o De heer J. Curfs voor het begeleiden van ons project. o Onze aandeelhouders voor het investeren in ons bedrijf. o De Spaanse supermarkt Charter voor de mogelijkheid om een dag lang in hun supermarkt de stroop te verkopen. o Onze Spaanse uitwisselingsstudenten en hun familie voor hun gastvrijheid en hulp. o Onze begeleidende docenten, zowel de Spaanse als de Nederlandse docenten. o Alle mensen die stroop van ons hebben gekocht. o Mevrouw M. van Hertum voor haar hulp bij vertalingen in het Spaans. o Onze Nederlandse medestudenten met wie wij zijn afgereisd naar Spanje. o Iedereen die ons op welke manier dan ook heeft geholpen bij het bereiken van dit resultaat. Zonder hen zou het niet mogelijk zijn geweest om tot dit resultaat te komen en daarvoor willen wij hen hartelijk danken. Wij wensen u heel veel plezier bij het lezen van ons profielwerkstuk! Bedankt en hartelijke groet, Stef Smeets & Quint van Gansewinkel 2

4 Fase 1. Starten OPDRACHT 1 Een bedrijf oprichten Naam Telefoonnummer adres 1. Quint Quintvangansewinkel@hotmail.com 2. Stef Stef-Smeets@live.nl Wie is jullie contactpersoon? Quint van Gansewinkel Wie is financieel manager? Stef Smeets OPDRACHT 2 Wat is een Junior Company? 1. Wat is een Junior Company? Een Junior Company is eigen bedrijf dat je met medeleerlingen opricht. Er wordt gebruik gemaakt van echt geld, echte klanten en echte producten. Er zit een uitdaging in, omdat je zelf je eigen klanten en investeerders moet zoeken. 2. Wat wil je leren tijdens Junior Company? Leren omgaan met klanten en zorgen dat je zelf startkapitaal bij elkaar moet zoeken. Hoe ga je om met investeerders? Dit is een heel belangrijk onderdeel van de onderneming en dus hopen wij dat we dit zo goed mogelijk kunnen aanleren. 3. Wat lijkt je leuk aan een Junior Company? Wat lijkt je minder leuk? Leuk: - Het ondernemen en het omgaan met mensen. - Proberen het product te promoten en te verkopen. - Het verkopen in de plaatselijke supermarkt zelf. Niet leuk: - De mogelijke tegenslagen. - Alle administratieve handelingen die komen kijken bij het oprichten van een bedrijf waar je allemaal tegelijk rekening mee moet houden. OPDRACHT 3 Vergaderen 1. Wat is de agenda van een vergadering? Hierin wordt iedereen op de hoogte gebracht van wat er tijdens de vergadering besproken wordt. Meestal wordt deze voor de vergadering rond gestuurd zodat iedereen de agenda door kan nemen en zich goed kan voorbereiden. 3

5 2. Hoe noem je een verslag van een vergadering? Notulen. 3. Wat is een actiepuntenlijst? Een lijst waarin alle actiepunten genoemd staan, dat wil zeggen alle actiepunten die nog gedaan zullen moet worden en door wie. 4. Wat is het doel van de aanloopvergaderingen? Het doel is om de Junior Company soepel te laten verlopen. Hierbij wordt vooral gedoeld op de uitvoering van de onderneming. OPDRACHT 4 De Junior E-Scan maken Teamlid % Pionier % Verkoper % Manager % Vakman 1. Quint Stef OPDRACHT 5 - Functies verdelen Quint: 1. Wat lijkt jou de leukste functie om te doen binnen Junior Company? Marketing- en communicatiemanager. 2. Waarom kies je juist voor deze functie? Ik denk dat bij deze functie mijn talenten het beste aan bod komen en er dus het effectiefst mogelijk gewerkt wordt. 3. Wat lijkt jou de minst leuke functie om te doen binnen Junior Company? Financieel directeur. 4. Waarom wil je deze functie absoluut niet? Ik ben niet heel sterk met getallen en dat zal je bij deze functie veel nodig hebben. Stef: 1. Wat lijkt jou de leukste functie om te doen binnen Junior Company? Financieel directeur. 3. Waarom kies je juist voor deze functie? De profieleisen passen wel bij mij, ik vind cijfers belangrijk en ik kan ze ook toelichten. 4. Wat lijkt jou de minst leuke functie om te doen binnen Junior Company? Creatief directeur. 5. Waarom wil je deze functie absoluut niet? Ik vind dat juist die profieleisen niet bij me passen. De creatieve kant en het vlot schrijven zijn niet mijn sterkste punten. 4

6 OPDRACHT 6 Sollicitatiebrief 1. Naar welke functie solliciteer je? Naar de functie van financieel directeur. 2. Welke eigenschappen maken jou geschikt voor die functie? Ik ben handig met cijfers, mijn inzicht in financiële situaties is ook goed. Dit zijn de belangrijkste redenen om te solliciteren naar financieel directeur. 3. Welke ambities heb je in die functie en in het bedrijf? Ik zie wel mogelijkheden om de financiële kant binnen het bedrijf rond te krijgen en zo ook te zorgen voor een goede afloop van het project en het marktonderzoek. 4. Waarom ben jij van toegevoegde waarde voor je Junior Company? We hebben goede ideeën om te zorgen dat dit project goed af kan lopen. Ook is de juiste motivatie aanwezig om alles tot een goed einde te brengen. OPDRACHT 7 Sollicitatiegesprek voeren Deze opdracht is niet van toepassing. OPDRACHT 8 - De definitieve verdeling Algemeen directeur: Quint van Gansewinkel & Stef Smeets Marketing- en communicatiemanager: Quint van Gansewinkel Financieel directeur: Stef Smeets Inkoopmanager: Quint van Gansewinkel Verkoopmanager: Stef Smeets Iedereen is het met zijn functie eens, omdat op deze manier onze kwaliteiten het beste benut worden. 5

7 OPDRACHT 9 Brainstormen Nadat wij hadden besloten dat we samen wilden werken en het te bezoeken land bekend was, hebben wij samen met de heer J. Curfs gebrainstormd over wat ons onderwerp zou worden. Al vrij snel waren we het erover eens dat we het typisch Nederlandse product stroop wilden verkopen. OPDRACHT 10 Opfrissen: de regels van de Junior Company Deze opdracht is niet van toepassing. OPDRACHT 11 Producten Junior Company 1. Welke producten gaan jullie kiezen? Stroop, aangezien we maar een product hebben. We hebben gekozen voor de verkoopprijs van EURO 1,90. Doelgroep is voor iedereen. OPDRACHT 12 Marktonderzoek Om marktonderzoek te doen, zijn wij naar het Spaanse dorp Elche de la Sierra afgereisd om erachter te komen of er behoefte is aan stroop en of het aan zou slaan onder de Spanjaarden. Dit was het fieldresearch. Ook hebben wij vanuit Nederland onderzoek gedaan naar deze vraag: deskresearch Deskresearch Het is algemeen bekend dat stroop een typisch Nederlands product is wat nergens anders op de wereld wordt gegeten dan in Nederland. We hebben dus geen concurrenten, wat altijd fijn is. Verdere deskresearch hebben wij niet kunnen doen, aangezien er geen onderzoeken naar stroop in het buitenland zijn gedaan Fieldresearch Het belangrijkste deel van ons marktonderzoek was het bezoeken van Elche de la Sierra. Er was geen betere manier om erachter te komen of er een markt is voor stroop in Spanje dan dit Spaanse dorp te bezoeken. We hebben onder andere een interview gehouden met de supermarktdirecteur en we hebben enquêtes afgenomen onder de lokale bevolking. De resultaten daarvan zijn uitgewerkt in bijlage 1 (Interview) en bijlage 2 (Enquête). Het belangrijkste deel van fieldresearch was het verkopen van stroop in onze stand in de lokale supermarkt van Elche de la Sierra. Hierdoor zijn we erachter gekomen dat er weldegelijk een markt is voor stroop in Spanje, aangezien al onze stroop snel verkocht was. Betere fieldresearch hadden we ons dus eigenlijk niet kunnen wensen. 6

8 12.3 Conclusies Uit ons desk- & fieldresearch hebben we kunnen concluderen dat er een markt is voor stroop in Spanje. Dit bleek uit onze enquêtes, ons interview met de supermarktdirecteur en uit het verkopen van stroop in onze stand in de supermarkt van Elche de la Sierra. OPDRACHT 13 Huisstijl We hebben voor het lettertype Calibri en als huiskleuren oranjetinten gekozen. Dit zorgt voor grote herkenbaarheid onder klanten en de buitenwereld. We hebben lang nagedacht over wat we met ons bedrijf uit wilden stralen. Uiteindelijk kwamen we uit bij de kleur oranje via de Colour Emotion Guide. Dit is een systeem waarin van elke kleur wordt gezegd wat voor associaties het oproept bij mensen. Omdat oranje staat voor friendly, cheerful & confidence hebben wij voor de kleur oranje gekozen, omdat wij dat met ons bedrijf graag uit willen stralen. 7

9 Fase 2. Ondernemingsplan OPDRACHT 1 - Wat is een ondernemingsplan? 1. Wat is een ondernemingsplan? Een ondernemingsplan is een document dat beschrijft welke stappen je moet doorlopen om je onderneming tot een succes te maken. Het is een soort presentatiedocument om mogelijke aandeelhouders ervan te overtuigen te investeren in jouw product. Je laat zien waar je mee bezig bent en dat je een geloofwaardig en degelijk bedrijf en een goed product hebt. 2. Waarom stelt een bedrijf een ondernemingsplan op? Een bedrijf stelt een ondernemingsplan op zodat het aan mogelijke investeerders het plan uit kan leggen en zo startkapitaal genereert. Verder moet er personeel betaald worden, moeten de producten worden verkocht en promotiemateriaal moet worden geregeld. 3. Wie moeten jullie overtuigen met het ondernemingsplan? Mensen die je moet overtuigen met het ondernemingsplan zijn toekomstige aandeelhouders, klanten en leveranciers, de pers, de jury op wedstrijden en docenten. 4. Wanneer moet jullie ondernemingsplan af zijn? (overleg met je docent) 1 november 2014 OPDRACHT 2 - DE ONDERNEMERS Naam: Quint van Gansewinkel Opleiding: 6 vwo Leeftijd: Wat zijn volgens jou de belangrijkste voordelen van het starten van je eigen junior company? Je leert er veel van en je doet er belangrijke ervaring mee op, die je later in je opleiding wellicht ook nog nodig kunt hebben en misschien zelfs wel een voorsprong geeft op je vervolgopleiding ten opzichte van andere studenten. 2. Wat is jouw ondernemersdenkstijl (Junior E-Scan)? Naar aanleiding van het invullen van de Junior E-Scan ben ik erachter gekomen dat ik 20% pionier ben, 40% verkoper, 30% manager en 10% vakman. 8

10 3. Wat zijn jouw sterke punten als ondernemer? Mijn sterke punten als ondernemer zijn mijn creativiteit, communicatieve vaardigheden, doorzettingsvermogen en inlevingsvermogen. 4. Wat zijn jouw aandachtspunten als ondernemer? De punten waar ik nog meer aandacht aan zou moeten besteden als ondernemer zijn risicobereidheid en marktgerichtheid. 5. Waar wil je bij het afsluiten van jullie Junior Company beter in zijn geworden? Dan wil ik een betere vakman zijn en een hogere risicobereidheid en marktgerichtheid hebben. Naam: Stef Smeets Opleiding: 6 vwo Leeftijd: Wat zijn volgens jou de belangrijkste voordelen van het starten van je eigen junior company? Voor mij zijn de belangrijkste doelen ervaring opdoen en kennis maken met het ondernemerschap. 2. Wat is jouw ondernemersdenkstijl (Junior E-Scan)? Ik ben er door de Junior E-Scan achter gekomen dat ik voor 10% een pionier ben, voor 20% verkoper, 40% manager en voor 30% een vakman ben. 3. Wat zijn jouw sterke punten als ondernemer? Mijn sterke punten zijn verkopen en managen. Verder ben ik goed in de vakken Economie en Management & Organisatie. Hierbij heb ik al veel dingen geleerd die ik mogelijk nodig heb bij deze Junior Company. 4. Wat zijn jouw aandachtspunten als ondernemer? De punten waar ik meer aandacht op moet leggen zijn flexibiliteit en creativiteit. 5. Waar wil je bij het afsluiten van jullie Junior Company beter in zijn geworden? Ik wil na het afsluiten van de Junior Company flexibeler en creatiever zijn. 9

11 OPDRACHT 3 - HET TEAM 1. Welke ervaringen/ vaardigheden hebben jullie en hoe vullen die elkaar aan? We kunnen allebei goed met mensen omgaan en makkelijk een gesprek aangaan. Stef is verder goed met balansen en de economische kant. Quint is goed in de promotie van het product. Naam: Functie: 1. Stef Smeets Financieel directeur 2. Quint van Gansewinkel Administratie & PR 3. Waarom hebben jullie de functies op deze manier verdeeld? Op deze manier halen we het uiterste uit elkaar en vullen we elkaar het beste aan. Iedereen gebruikt bij zijn functies zijn eigen kwaliteiten en dit is het meest efficiënt. OPDRACHT 4 - HET BEDRIJF 1. Wat is jullie organisatiestructuur? En waarom? Wij hebben niet een organisatiestructuur die terug te vinden is op de site van Jonge Ondernemers. Wij werken namelijk allebei op hetzelfde niveau 2. Hoe ziet jullie organogram eruit? Algemeen directeur: Quint van Gansewinkel & Stef Smeets Marketing- en communicatiemanager: Quint van Gansewinkel Financieel directeur: Stef Smeets Inkoopmanager: Quint van Gansewinkel Verkoopmanager: Stef Smeets 10

12 3. Wat is een rechtsvorm? Een soort onderneming waarin wordt bepaald in hoeverre je aansprakelijk bent. Zodra je aandelen gaat uitgeven wordt je een BV of een NV. Verder zijn er stichtingen of verenigingen, deze zijn dan non-profit. Ook is er de mogelijkheid om te zorgen dat je met je privévermogen aansprakelijk bent. Dan ben je een eenmanszaak of een VOF. 4. Welke bekende rechtsvormen ken je? Eenmanszaak, VOF (vennootschap onder firma), BV (besloten vennootschap), NV (naamloze vennootschap), stichting en een vereniging. 5. Welke rechtsvorm heeft jullie school? Een stichting, genaamd LVO-Limburg. 6. Welke rechtsvorm heeft jullie Junior Company? Onze Junior Company heeft geen eigen rechtsvorm. Dit komt omdat bij de Kamer van Koophandel alleen Jong Ondernemen staat ingeschreven. Aangezien je aandelen uitgeeft lijkt de Junior Company nog het meest op een BV. OPDRACHT 5 - Missie en visie 1. Wat is een missie? Een missie geeft het doel en de bestaansredenen van een onderneming weer. Wat is een visie? Een visie zegt iets over de toekomst van het bedrijf. Hoe wij onszelf zien in de toekomst. 2. Noem eens een missie van een bekend bedrijf. ING bank: ING wil financiële producten en diensten leveren zoals de klant het wil: met uitstekende service, gebruiksgemak en tegen concurrerende tarieven. Dit klinkt door in onze missie: onze klanten goede ondersteuning bieden bij het maken van hun financiële keuzes voor de toekomst. 1 Noem eens een visie van een bekend bedrijf. ING bank: NN Group bereidt zich voor op een toekomst als onafhankelijk, zelfstandig bedrijf via het basisscenario van een beursnotering. 2 1 Bron: 2 Bron: 11

13 3. Waarom bestaat jullie Junior Company? Wat is jullie missie? Onze Junior Company is opgericht om te dienen als project voor ons profielwerkstuk. Hierbij is ons hoofddoel zoveel mogelijk stroop te verkopen en winst te maken. Wie willen jullie zijn als Junior Company? Wat is jullie visie? We willen een goedlopend bedrijf worden en zoveel mogelijk stroop verkopen. In de toekomst willen we een bedrijf worden wat winst genereert en zo de continuïteit van ons bedrijf, medewerkers, directie en aandeelhouders garandeert. OPDRACHT 6 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 1. Wat is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Het rekening houden met de invloed van onze onderneming op het milieu en op de maatschappij. 2. Vinden jullie MVO belangrijk voor jullie Junior Company? Leg uit waarom wel of niet. Ja, we vinden MVO weldegelijk belangrijk voor de Junior Company. Het is belangrijk om rekening te houden met de eventuele gevolgen die een onderneming met zich mee kan brengen. 3. Heeft MVO een plek in jullie Junior Company? Op welke manier? Ja, onze Junior Company heeft rekening gehouden met de maatschappij en het milieu. De mensen van onze Junior Company zijn zorgvuldig met de kopers omgegaan en hebben ervoor gezorgd dat stroop een daverend succes werd in Elche de la Sierra. OPDRACHT 7 Het idee 1. Welke dienst gaan jullie leveren en/of welk product gaan jullie verkopen? We gaan proberen om appelstroop van Frumarco te verkopen. 2. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van jullie product? Ons product moet niet te duur zijn en het product moet van goede kwaliteit zijn. Het is belangrijk om een goed verkoopbaar product te leveren. 3. Waarom hebben mensen jullie product nodig? Iets vergelijkbaars is er nog niet in Spanje. Het is origineel en typisch Nederlands. Dit is een goed en smakelijk product voor de plaatselijke Spanjaarden. 4. Wat zijn de Unique Selling Points van jullie bedrijf? Het is een origineel product. Er is niks vergelijkbaars op de plaatselijke markt. Dit komt omdat het een typisch Nederlands product is. 12

14 5. Welke kenmerken hebben de mensen met interesse in jullie product? Ze zijn nieuwsgierig naar de Nederlandse producten. Dit is een eenmalige kans van onze Junior Company om de Nederlandse producten te proeven en eventueel te kopen. Hiervoor moeten de mensen geïnteresseerd zijn. 6. Waarom kiezen jullie voor deze doelgroep? We willen graag iets unieks op de markt brengen. Deze doelgroep is heel breed en iedereen kan in principe de stroop kopen, mits degene interesse heeft. 7. Hoe gaan jullie het artikel verkopen en waarom daar? We gaan in een plaatselijke supermarkt (Charter) proberen de stroop te verkopen. We zullen daar een stand krijgen om ons product te promoten. Hierop zullen we de verschillende gerechten uitstallen en gebruik maken van de mensen die hier zullen passeren. OPDRACHT 8 - Swot-analyse Intern Extern Helpen met het behalen van je doel. Sterkten: 1. De uitstekende begeleiding. 2. De ideeën om onze stroop te kunnen verkopen. Kansen: 1. De vriendelijke plaatselijke bevolking. 2. De goede begeleiding vanuit Spanje. Werken het behalen van je doel tegen. Zwakten: 1. De onwetendheid over de gang van sommige zaken. 2. De geringe ervaring van onze onderneming. Bedreigingen: 1. De beperkte bagageruimte. 2. Te korte tijd om alles evengoed rond te krijgen. OPDRACHT 9 Confrontatiematrix Sterkten Zwakten Kansen 1. De begeleiding intern zorgt ook voor een goede begeleiding extern. 2. Onze ideeën hebben er zeker voor gezorgd dat de plaatselijke bevolking ervoor heeft gekozen om ons product te kopen. 1. Doordat we nu meer ervaring hebben zouden we sommige zaken heel anders aanpakken als we het over konden doen. 2. Ook is onze ervaring gegroeid door deze onderneming. Bedreigingen 1. We hebben alles gedaan wat we konden om alles rond te krijgen voordat we naar Spanje afreisden. 1. De ervaring leert ons dat we meer bagageruimte zullen moeten vinden. 2. Ook leert de ervaring dat we in korte tijd meer kunnen doen. 13

15 OPDRACHT 10 Kritische succesfactoren Wat waren jullie kritische succesfactoren? 1. Goedkoop, doordat onze verkoopprijs niet te hoog was zijn er zeker meer producten verkocht. 2. Goede service, doordat de mensen goed geholpen zijn en zeker ook door onze kennis van de Spaanse taal en letterkunde zijn we de klanten zeer goed tegemoet kunnen komen. 3. De plaats in de supermarkt, de stand was helemaal voor bij de ingang neergezet. Dit heeft de aandacht van de bezoekers getrokken. 4. De mogelijkheid tot het proeven van het product, hierdoor zijn meer mensen geïnteresseerd geworden in ons product en er zijn dus ook meer potten stroop verkocht. OPDRACHT 11 Marketing prijs 1. Maak een overzicht van alle kostenposten die je in je bedrijf hebt. Neem de vooraf ingevulde kostenposten in ieder geval mee. Kostenpost Hoogte van de kosten excl. BTW Inkoopprijs van het product 25,84 Marketing- en promotiekosten 43,34 Totaal 69,18 2. Bereken de kostprijs van het product excl. BTW. 69,18/38 stuks = 1,82 p.product 3. Bepaal hoeveel winst jullie willen maken op het product. Wij willen minimaal 0% winst maken per product. 4. Welk BTW percentage moeten jullie rekenen per product? 6% BTW. 5. Wat wordt de verkoopprijs van jullie product excl. BTW? 1,90 6. Wat wordt de uiteindelijke verkoopprijs van jullie product incl. BTW? 1,90 14

16 OPDRACHT 12 - Marketing promotie 1. Hoe zorgen jullie voor naamsbekendheid en een goed imago? We hebben van te voren geen naamsbekendheid in Spanje. Deze hebben we gewekt door een dag van te voren de posters in de supermarkt op te hangen. Een goed imago hebben we vooral gekregen door de mensen die een product gekocht hebben en het vervolgens doorverteld hebben binnen het kleine maar heel harmonieuze Elche de la Sierra. 2. Hoe stimuleren jullie de verkoop? Denk aan reclame. Waar en hoe gaan jullie reclame maken? We hebben posters opgehangen door de hele supermarkt, vooral bij de ingang. Hierdoor kunnen de mensen kennis nemen van de aanwezigheid van ons product de dag erna. Verder hebben we tijdens het afnemen van de enquêtes al veel mond op mond reclame gemaakt. 3. Hoe gaan jullie internet en sociale media inzetten? Hiervan hebben wij geen gebruik gemaakt. We hebben ervoor gekozen om de reclame via een andere weg de mensen te laten bereiken. OPDRACHT 13 - Marketing plaats 1. Wat is jullie doelgroep? Onze doelgroep is de bevolking van Elche de la Sierra. Dit kan in principe iedereen zijn. Van jong tot oud, van rijk tot arm. Iedereen is in staat om dit product te kopen. 2. Waar kunnen jullie de klanten vinden? In de plaatselijke supermarkt (Charter). De mensen die hier rondlopen zijn veelal geïnteresseerd in ons product. 3. Waar kan de klant jullie bedrijf vinden? De klant kan ons vinden op woensdag november in de supermarkt. 4. Waar kan je doelgroep jullie product kopen? In de supermarkt staan we met een stand om ons product te promoten. Hier kan geproefd worden en tevens is er de mogelijkheid het product te kopen. OPDRACHT 14 Vaste gegevens en begrippen 1. Welk BTW-percentage moeten jullie rekenen voor het product? Ons product valt onder etenswaren, dus 6%. 15

17 2. Wat is jullie gemiddelde voorraad? Onze voorraad is in een dag opgegaan. We gingen met 38 potten stroop naar de supermarkt. We hebben alles in een dag verkocht. 3. Hoeveel producten willen jullie minimaal op voorraad hebben? We hebben 38 potten stroop op voorraad. Dit is het maximale wat in de koffer en in het ruim van het vliegtuig past. OPDRACHT 15 Investeringsbegroting Investeringsbegroting BTW Vaste activa Vlottende activa Voorraad 25,84 - Promotie 43,34 - Totaal OPDRACHT 16 Financieringsbegroting Financieringsbegroting BTW Vaste activa Vlottende activa Voorraad 25,84 - Promotie 43,34 - Totaal Totaal te verkopen aandelen 14 aandelen van 5,- (= 70/5) - OPDRACHT 17 Exploitatiebegroting Exploitatierekening Omzet 73,70 -Inkoopwaarde 25,84 =Brutowinst 47,86 -Kosten voor het koken in Elche en het promoten van het 43,34 product. -Overige bedrijfskosten 22,79 =Nettowinst -18,27 16

18 OPDRACHT 18 Loonberekening 1. Wat betekent brutoloon? Het loon voordat er verschillende heffingen en belastingen op worden toegepast. 2. Wat betekent nettoloon? Het loon nadat de heffingen en belastingen verwerkt zijn. 3. Een leerling heeft in januari 10 uur gewerkt in zijn Junior Company. Zijn brutoloon is 0,10 cent per uur. Wat is zijn bruto maandloon? 10 x 0,10 cent per uur = 1 euro. 4. Over het bruto maandloon moet loonbelasting worden betaald. De loonbelasting is 42%. Wat is het netto maandloon van de leerling? 1-0,42 = 0,58. 0,58 x 1 euro = 58 cent. 5. Een leerling heeft in april 25 uur gewerkt in de Junior Company. Zijn brutoloon is 0,85 cent per uur. Wat is zijn bruto maandloon? 25 x 0,85 cent = 21,25 euro. 6. Wat is het netto maandloon van deze leerling. 0,58 x 21,25 euro = 12,33 euro. OPDRACHT 19 - Rendement berekening 1. Hoeveel aandelen gaan jullie uitgeven? 35 aandelen 2. Wat is de (verwachte) nettowinst van jullie Junior Company? -18,27 3. Deel de winst door het aantal aandelen dat jullie uitgeven. Wat is jullie rendement per aandeel? -18,27/35 = Deel het rendement door 5.- en vermenigvuldig het met 100%. Dit is het rendementspercentage. Welk rendementspercentage bieden jullie aan je aandeelhouders? -0.52/ 5,- x 100% = -10.4% Rendement berekening Uitgegeven aandelenkapitaal 175,- Nettowinst -18,27 Rendement per aandeel 4,48 Rendementspercentage -10.4% 17

19 OPDRACHT 20 Balans Eindbalans Activa Passiva Vaste activa Eigen vermogen Aandelenverkoop 175,- Vlottende activa Saldo ABN AMRO 156,73 Nettoverlies 18,27 Totaal 175,- Totaal 175,- OPDRACHT 21 - Break even point 1. Wat is jullie break-even afzet? Onze break-even afzet is 48 stuks. 2. Wat is jullie break-even omzet? 48 stuks x 1,90 = 91,20 18

20 Fase 3. Aandelen OPDRACHT 1 Aandelenkapitaal 1. Wat is een aandeel? Een aandeel wil zeggen dat een aandeelhouder kapitaal inbrengt in de onderneming. Het aandeel is hiervan een bewijs. Een aandeelhouder bezit dus een deel van ons eigen vermogen binnen de Junior Company. 2. Hoe duur is een aandeel van jullie Junior Company? EURO Hoeveel geld heb je nodig als startkapitaal voor jullie Junior Company? Om alle kosten te dekken zal er een startkapitaal van 91,97 beschikbaar moeten zijn. 4. Hoeveel aandelen moeten jullie verkopen om dat startkapitaal bij elkaar te krijgen? 91,97 / 5,- per aandeel = 19 aandelen afgerond. 5. Welke mensen zijn mogelijk geïnteresseerd in het kopen van aandelen van jullie Junior Company? We hebben onze aandelen verkocht aan geïnteresseerden zoals ouders en ook aan dhr. P. Visschers, directeur bij Frumarco, een fabriek die stroop fabriceert. 6. Hoeveel aandelen gaat elke leerling verkopen? We hebben samen 30 aandelen verkocht. Verder heeft Quint nog 5 aandelen thuis weten te verkopen. 7. Wanneer moeten alle aandelen verkocht zijn? Alle aandelen zullen voor de reis naar Elche de la Sierra verkocht moeten zijn. Dit is dus voor OPDRACHT 2 Verkoop van aandelen 1. Schrijf hieronder jullie verkoopgesprek. Hallo. Wij zijn Quint van Gansewinkel (17 jaar) en Stef Smeets (18 jaar) en wij zijn leerlingen van Het College in Weert. We zijn voor ons profielwerkstuk bezig een eigen onderneming op te zetten en hiermee proberen we dus ook aandeelvermogen aan te trekken. We willen met onze onderneming in half november naar Spanje afreizen om daar de Spanjaard aan de stroop te krijgen. Hiervoor zullen we wel onkosten moeten maken die vooral zullen bestaan uit de inkoop van stroop en de voorbereiding van de producten. We willen de Spanjaarden van allerlei gerechten met stroop laten proeven zodat zij de heerlijke smaak van stroop kunnen proberen en uiteindelijk dus een pot stroop willen kopen. Zonder geld komen we er natuurlijk niet en we willen u bij deze vragen om een aandeel binnen ons bedrijf te kopen zodat we de Spanjaard aan de stroop kunnen krijgen. En als er winst behaald wordt zal deze uiteraard in de vorm van dividend uitgekeerd worden aan u als aandeelhouder. 19

21 OPDRACHT 3 Aandeelhoudersregister Voor ons aandeelhoudersregister verwijzen wij u naar bijlage Wat is een aandeelhoudersregister? Een aandeelhoudersregister is een register waarin bepaalde gegevens van de aandeelhouder bijgehouden zullen worden. Hierin kun je natuurlijk altijd de gegevens van je aandeelhouders terugvinden. 2. Waarom moet je een aandeelhoudersregister bijhouden? Hierin kun je gemakkelijk de gegevens terugvinden en hou je goed overzicht over de verschillende aandeelhouders. 3. Wat kan er gebeuren als het aandeelhoudersregister niet (of niet goed) bijgehouden wordt? Als deze niet goed bijgehouden worden, kunnen er gegevens verloren gaan. Zo kan het zijn dat aandeelhouders worden vergeten voor een uitnodiging voor de vergaderingen etc. 4. Wie beheert het geld dat je ontvangt als je een aandeel hebt verkocht? Het geld wordt door de aandeelhouder overgemaakt op de bankrekening van Jong Ondernemen Nr. 18 en het wordt gecheckt door Stef. OPDRACHT 4 Organisatie van de eerste aandeelhoudersvergadering 1. Wat is een aandeelhoudersvergadering? Een bijeenkomst van aandeelhouders om de plannen te bespreken en zo ook de aandeelhouders op de hoogte te houden. 2. Waarom houd je een aandeelhoudersvergadering? Zodat de aandeelhouders op de hoogte worden gebracht van de nieuwste ontwikkelingen. Ook kan er in de aandeelhoudersvergadering een mening van de aandeelhouders gebruikt worden om het bedrijf verder te besturen Hoeveel aandeelhoudersvergaderingen moet je met je Junior Company houden? 4. Wat ga je bespreken tijdens de eerste aandeelhoudersvergadering? Het ondernemingsplan, het toelichten van het ondernemingsplan en de planning binnen het project bespreken. 5. Welke vergaderstukken moeten worden verstuurd naar de aandeelhouders? Agenda met eventuele bijdragen zoals een ondernemingsplan, de toelichting daarop en de planning. 6. Wie moeten er aanwezig zijn tijdens de eerste aandeelhoudersvergadering? De aandeelhouders en wijzelf. 20

22 Fase 4. Inkoop & Verkoop OPDRACHT 1 INKOOP 1. Bij welke leverancier gaan jullie producten inkopen? Wij gaan onze stroop inkopen bij de heer P. Visschers van stroopfabriek Frumarco en bij de Albert Heijn. Wel zijn alle strooppotten die we bij de Albert Heijn hebben ingekocht van de stroopfabriek Frumarco. 2. Welke afspraken willen jullie maken met de leverancier? We willen afspraken maken over waar & wanneer de stroop geleverd zal worden en voor hoeveel geld dit zal gebeuren. 3. Wat spreken jullie af met de leverancier als hij niet op tijd levert of de verkeerde goederen levert? Dan spreken we af dat hij zo snel mogelijk het juiste product met de juiste hoeveelheid levert. 4. Wat spreken jullie daarover met je klanten af? We verkopen niks op bestelling, dus bij ons geldt het principe op=op. Omdat we maar eenmalig een levering krijgen, maken we hierover geen afspraken met de klanten. 5. Wat voor betalingstermijn hanteert jullie leverancier? Dus: hoe snel na levering moet je betalen? Bij de Albert Heijn moeten we na inkoop meteen aan de kassa betalen. Achteraf hebben we de stroop van de heer P. Visschers gesponsord gekregen. Hier hebben wij dus niks voor hoeven te betalen. 21

23 OPDRACHT 2 SELLOGRAM Typisch Nederlands Gemaakt van sacharose (zoet) Te verwerken in verschillende gerechten Nog niet bekend in Spanje Spanjaarden houden over het algemeen van zoet Spanjaarden staan over het algemeen open voor nieuwe producten Spanjaarden houden er over het algemeen van om te koken en daarbij verschillende ingrediënten te gebruiken X X X X OPDRACHT 3 VERKOOPGESPREK Omdat we in Spanje zijn, zullen we alles in het Spaans zeggen maar bij deze opdracht zeggen we het dus in het Nederlands. AANDACHT TREKKEN: je trekt de aandacht aan het begin van het verkoopgesprek met de eerste zin die je tegen een potentiele klant zegt. Een goede openingszin is dus van belang. Met welke spetterende zin starten jullie het verkoopgesprek? Goedendag, heeft u even tijd? Wij zijn Nederlandse scholieren en wij introduceren hier in Elche de la Sierra het typisch Nederlandse product stroop. INTERESSE WEKKEN: Laat zien hoe je product werkt en betrek de klant daarbij. Vertel verhalen, laat zien wat het product kan of doet. Hoe pakken jullie dit aan? Op deze tafel liggen allemaal kleine gerechtjes met stroop erin verwerkt, wilt u misschien iets proberen? DRANG TOT KOPEN: De klant moet denken dat hij niet meer zonder jullie product kan leven. Daarom moet je goede argumenten hebben. Waarmee overtuigen jullie de klant? (Hier gebruik je de verkoopargumenten uit het sellogram) Het is lekker zoet, nog onbekend in Spanje en is in veel verschillende gerechten te gebruiken. Ook zijn wij alleen vandaag hier, dus dit is uw enige kans om dit heerlijke product te kopen. 22

24 AFSLUITEN: een heel belangrijke fase in het verkoopgesprek en lastig om in te schatten wanneer je moet vragen of iemand het product ook daadwerkelijk wil kopen. Hoe pakken jullie dit aan? De prijs is 1,90. Bedankt en nog een fijne dag! OPDRACHT 4 - VOORRAAD & ADMINISTRATIE 1. Hoeveel producten kunnen en willen jullie op voorraad hebben? We hebben in totaal 38 potten stroop, waarvan er een aantal opgesteld staan op onze tafel van de stand en een aantal onder onze tafel liggen als voorraad. 2. Waar gaan jullie de voorraad opslaan? Onder onze verkooptafel in de supermarkt. 3. Is er gevaar dat de voorraad gestolen wordt, beschadigd raakt of verouderd? Nee, we zijn voortdurend bij onze voorraad en bij onze verkooptafel, waardoor de kans klein is dat er iets mee gebeurt. 4. Hoe gaan jullie de administratie bijhouden? Gebruiken jullie daar een boekhoudprogramma voor? En zo ja, welk? Ter plekke schrijven we dingen op om het later uit te typen en te verwerken in onze boekhouding. 5. Wat is de einddatum van jullie Junior Company? Tot welke datum kunnen klanten producten bij jullie bestellen? We doen niks op bestelling, maar 19 november was de enige mogelijkheid voor klanten om stroop te kopen, omdat we op die dag een verkooptafel kregen in de supermarkt om zo de Spaanse bevolking aan de stroop te krijgen. OPDRACHT 5 - ONLINE VERKOPEN 1. Op welke manier(en) is jullie Junior company online actief? Onze Junior Company is niet online actief. 2. Wat zijn de voordelen van het hebben van een website? Je kunt via een website een webshop openen zodat je meer producten verkoopt en je kunt via een website je klanten op de hoogte houden over mogelijke ontwikkelingen binnen je bedrijf en over je producten. 23

25 3. Gaan jullie een webshop openen? Zo ja: hoe en waar? Of: Waarom niet? Wij gaan geen webshop openen, aangezien wij onze producten eenmalig in Spanje verkopen en het dus geen zin heeft om vanuit Nederland een webshop te beginnen om stroop te verkopen. 4. Hoe regelen jullie de online betalingen die via de webshop bij jullie binnenkomen? Wij hebben geen webshop dus deze vraag is niet van toepassing. OPDRACHT 6 - HALFJAARVERSLAG Deze opdracht is niet van toepassing. Zie bijlage 4: Algemeen verslag. 24

26 Fase 5. Afsluiten OPDRACHT 1 Junior E-Scan Quint: 1. Heb je nog steeds een voorkeur voor de ondernemersdenkstijl die je ook aan het begin had? Heb je ook andere stijlen ontwikkeld? Zo ja welke en hoe? Bij mijn eerste scan was ik 40% verkoper ten opzichte van 55% verkoper nu. Alle andere ondernemersdenkstijlen zijn dus allemaal met 5% afgenomen ten opzichte van de vorige keer. Mijn voorkeur voor deze ondernemersdenkstijl is dus groter geworden dan bij de 1 e scan. Andere stijlen zijn in plaats van verder ontwikkeld juist afgenomen, namelijk met 5% per ondernemersdenkstijl. 2. In welke vaardigheden heb jij je ontwikkeld? Ik heb me na deelname aan dit project verder ontwikkeld op het gebied van marktgerichtheid en risicobereidheid. De andere eigenschappen en kwaliteiten waren bij de 1 e scan al goed ontwikkeld dus deze zijn niet verder ontwikkeld maar op hetzelfde niveau gebleven als voor aanvang van de Junior Company. 3. Wat is, volgens jou, het belangrijkste dat je geleerd hebt tijdens Junior Company? Tijdens de Junior Company heb ik vooral geleerd hoe het eraan toegaat bij een bedrijf van oprichting tot verkoop van producten. Van tevoren wist ik niet dat hier zoveel bij kwam kijken. Verder heb ik ook geleerd meer risico te nemen en marktgerichter te zijn. Stef: 1. Heb je nog steeds een voorkeur voor de ondernemersdenkstijl die je ook aan het begin had? Heb je ook andere stijlen ontwikkeld? Zo ja welke en hoe? De ondernemingsdenkstijl is bijna niet veranderd. Mijn denkstijl is zo ongeveer gelijk gebleven. 2. In welke vaardigheden heb jij je ontwikkeld? Ik heb mij vooral op het gebied van marktgerichtheid en flexibiliteit ontwikkeld. 3. Wat is volgens jou het belangrijkste dat je geleerd hebt tijdens je Junior Company? Ik denk dat het belangrijkste wat ik geleerd heb toch zeker de ervaring en de kennis is die bij een Junior Company komt kijken, vooral het ondernemen en de eventuele gevolgen van een beslissing komen hierdoor wel erg dichtbij. 25

27 OPDRACHT 2 Exploitatierekening 1. Wat is een exploitatierekening? Een exploitatierekening is een schatting van de hoogte van de kosten en de omzet en winst. Een definitieve exploitatierekening wordt achteraf gemaakt als alle cijfers bekend zijn bij de onderneming. 2. Welke posten zet je op een exploitatierekening? De verwachte omzet De verwachte brutowinst De verwachte nettowinst De verwachte nettowinst na aftrek vennootschapsbelasting Exploitatierekening Omzet 73,70 -Inkoopwaarde 25,84 =Brutowinst 47,86 -Kosten voor het koken in Elche de la Sierra en het promoten 43,34 van het product. -Overige bedrijfskosten 22,79 =Nettowinst -18,27 OPDRACHT 3 Rendementsberekening 1. Wat is rendement? De winst die aandeelhouders zullen maken op de door hun gekochte aandelen. 2. Hoe kan je een rendementsberekening maken? Door de nettowinst te delen door het aantal verkochte aandelen. Dit is het rendement per aandeel. Vermenigvuldig dit met het aantal aandelen van de aandeelhouder en je hebt het rendement. Rendement berekening Uitgegeven aandelenkapitaal 175,- Nettowinst -18,27 Rendement per aandeel 4,48 Rendementspercentage -10.4% 3. Hoeveel rendement gaan jullie elke aandeelhouder terug betalen? Ieder aandeel levert een rendement op van Dus onze aandeelhouders krijgen per aandeel 0.52 minder terug. 26

28 OPDRACHT 4 Balans Eindbalans Activa Passiva Vaste activa Eigen vermogen Aandelenverkoop 175,- Vlottende activa Saldo ABN AMRO 156,73 Nettoverlies 18,27 Totaal 175,- Totaal 175,- OPDRACHT 5 Jaarverslag Deze opdracht is niet van toepassing. Zie bijlage 4: Algemeen verslag. OPDRACHT 6 Afsluitende aandeelhoudersvergadering 1. Wat is het doel van een afsluitende aandeelhoudersvergadering? Het doel van een afsluitende aandeelhoudersvergadering is om de aandeelhouders te vertellen over hoe het de afgelopen periode is gegaan met het bedrijf en hoeveel geld er aan de aandeelhouders wordt uitbetaald. 2. Wat gaan jullie vertellen of presenteren tijdens de afsluitende aandeelhoudersvergadering? Niet van toepassing. 3. Moeten er nog vergaderstukken worden verstuurd naar de aandeelhouders? Niet van toepassing. 4. Wie moeten er aanwezig zijn tijdens de afsluitende aandeelhoudersvergadering? Onze aandeelhouders en wijzelf. 5. Waar gaan jullie de afsluitende aandeelhoudersvergadering houden? Niet van toepassing. OPDRACHT 7 Dossier 1. Welke documenten moeten er in het dossier? Belangrijke documenten worden opgenomen in het dossier. Denk hierbij aan het ondernemingsplan, facturen, notulen en rekeningoverzichten. 2. Hoe lang moet het dossier bewaard blijven? Het dossier zal minimaal 5 jaar bewaard moeten worden. 27

29 Conclusie We hebben de afgelopen maanden dus onderzoek gedaan naar de onderzoeksvraag: Is er een markt voor stroop in Spanje? De algemene conclusie die we hebben kunnen trekken uit de informatie die we hebben verkregen tijdens ons bezoek aan Spanje en de onderzoeken die we daar zelf hebben uitgevoerd, is dat er zeker een markt is voor stroop in Spanje. Zowel ons interview als onze enquête wijzen daarop. De resultaten daarvan zijn uitgewerkt in bijlage 1 (Interview) en bijlage 2 (Enquête). In deze bijlagen zijn ze ook verder toegelicht. Ook het verkopen van stroop in de supermarkt was succesvol. We waren al snel helemaal uitverkocht en door mensen gerechten met stroop erin verwerkt te laten proeven, kregen mensen een goed idee over wat de mogelijkheden zijn met stroop. Achteraf gezien hadden we minder kosten kunnen maken met de inkoop van ingrediënten voor deze gerechten, maar deze kosten zijn nu eenmaal gemaakt en door hierop te besparen hadden we hier dus achteraf meer winst op kunnen maken. Verder hadden we achteraf meer stroop mee moeten nemen om succesvoller te zijn, maar dit was helaas niet mogelijk in verband met de beperkte bagageruimte. Enkele succesfactoren van onze onderneming zijn terug te vinden bij fase 4 opdracht 2 in het sellogram. Ons product sloeg met haar producteigenschappen erg aan en paste bij de wensen en behoeften van de klant, want Spanjaarden houden over het algemeen van zoet, Spanjaarden staan over het algemeen open voor nieuwe producten en Spanjaarden houden er over het algemeen van om te koken en daarbij verschillende ingrediënten te gebruiken. Verder zijn er nog een aantal succesfactoren terug te vinden bij fase 2 opdracht 10, zoals de prijs van ons product, de goede service (de mensen zijn goed geholpen en zeker ook door onze kennis van de Spaanse taal en letterkunde zijn we de klanten zeer goed tegemoet kunnen komen), de plaats in de supermarkt (de stand was helemaal voor bij de ingang neergezet, wat de aandacht van de bezoekers heeft getrokken) en de mogelijkheid tot het proeven van het product (hierdoor zijn meer mensen geïnteresseerd geworden in ons product en er zijn dus ook meer potten stroop verkocht). Kortom: het was een geslaagd onderzoek waarin we kunnen aanbevelen dat er weldegelijk een markt is voor stroop in Spanje. 28

30 Bijlage 1: Interview Op 17 november hadden we met de directrice van de supermarkt Charter een interview om meer informatie te krijgen over de koopgewoonten van de mensen die bij deze supermarkt komen. Zo hebben we gevraagd wat de beste manier van adverteren is, wat het meest verkocht wordt en of ons product daar goed bij zou passen. Dingen die we te weten zijn gekomen: - Mensen van alle leeftijden bezoeken de supermarkt. Jongeren vooral in het weekend, maar over het algemeen komen mensen van alle leeftijden. - Producten die het meest worden verkocht zijn van het eigen merk. Vooral brood, melk en bier doen het goed. - Smaken die geliefd zijn bij de bevolking zijn zoet, zoals koekjes. Omdat stroop ook zoet is, zal het goed aanslaan bij de lokale bevolking. - Er worden ook buitenlandse producten verkocht, zoals kaas. Ze worden veel verkocht en zijn een klein beetje duurder. - Per dag komen er tussen de 250 en 300 bezoekers in deze supermarkt. - Met goede reclame zullen we met onze stroop heel ver komen. - De reclame die hier het beste werkt, is door mensen zelf te laten proeven hoe iets smaakt, posters en mond-op-mondreclame. Omdat wij van al deze vormen van reclame gebruik maken, zal de stroop zeker goed aanslaan. 29

31 Bijlage 2A: Enquête Somos Quint van Gansewinkel y Stef Smeets de Holanda. Para nuestra profielwerkstuk (tesis) tenemos que efectuar esta encuesta. Profielwerkstuk es el tesis que los estudiantes de Holanda tienen que hacer en el último año de la enseñanza secundaria. Nosotros queremos introducir un nuevo producto en Elche de la Sierra: almíbar. También vamos a introducir nuevas recetas con almíbar. Por lo tanto, rogamos su opinión. 1. Cuál es su edad? o 0-19 años o años o años o años o 80+ años 2. Soy o una mujer o un hombre 3. Ha probado una vez el almíbar? o Sí (pase a pregunta 4) o No (pase a pregunta 6) 4. Cómo era? o Me gustaba o No me gustaba o Otra cosa, es decir 5. Por qué ha probado el almíbar? o Estaba curioso o He visitado Holanda una vez o He recibido un producto de alguién o Otra respuesta: 30

32 6. Quiere probar el almíbar? o Sí, estoy abierto a probarlo o No, no quiero, porque 7. Tiene comentario? Muchas gracias por su esfuerzo y tiempo! 31

33 Bijlage 2B: Enquêteresultaten Man Vrouw Figuur 1: Wat is uw leeftijd? Figuur 2: Wat is uw geslacht? Ja Nee Lekker Niet lekker Figuur 3: Al eens stroop geprobeerd? Figuur 4: Wat vond u ervan? Benieuwd Ik ben een keer in NL geweest Een product met stroop erin gegeten Ja Nee Niet ingevuld Niet ingevuld Figuur 5: Waarom heeft u het geprobeerd? Figuur 6: Wilt u stroop proberen? Wel Vrouw Ja Niet Man Nee Figuur 7: Verband leeftijd/geprobeerd. Figuur 8: Verband geslacht/geprobeerd. 32

34 Bijlage 2C: Enquêteconclusie Op maandagochtend 17 november zijn we Elche de la Sierra ingetrokken om de enquêtes in te laten vullen door de lokale bevolking. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk verschillende bevolkingsgroepen te betrekken bij ons onderzoek naar stroop in Spanje. Hieruit zijn de resultaten gekomen, zoals die op de vorige pagina zijn opgenomen. Duidelijk is te zien dat de leeftijdsgroep 40 t/m 59 jaar het meest vertegenwoordigd is. Ook de groepen 20 t/m 39 en 0 t/m 19 jaar zijn duidelijk vertegenwoordigd. De oudere populatie van Elche de la Sierra is wat moeilijker te bereiken op straat. Verder kan de conclusie worden getrokken dat bij de geënquêteerde groep mensen ruim 70% vrouw is. Dit is opmerkelijk, want over het algemeen zouden er evenveel mannen als vrouwen over straat moeten lopen. Verder vonden wij dat er een verrassend percentage al ooit stroop geprobeerd heeft, maar liefst 37% van de Spanjaarden. Uiteraard waren wij dus ook benieuwd waarom mensen nou juist stroop willen proberen. Ons onderzoek wijst uit dat de meerderheid ooit een recept heeft gemaakt waar stroop een ingrediënt van was. Gelukkig voor onze verkoop vond een ruime 90% de stroop lekker. Een oorzaak zou kunnen zijn dat de Spanjaarden over het algemeen van de zoete smaak houden. Er zijn echter een aantal personen die het niet lekker vinden. Veel van deze mensen hebben als reden opgegeven dat ze suikerziekte hebben, wat uiteraard een logische verklaring is. Een goede uitkomst voor ons is dat meer dan 95% stroop wil proberen: een goede uitslag voor onze verkoopdag in de supermarkt dus. Verder is een opmerkelijk resultaat dat de mensen die stroop hebben geprobeerd vooral niet bestaan uit de groep 0 t/m 19 jaar, dit vonden we zeker merkwaardig. Gezien vanuit het geslacht is er weinig merkwaardigs op te merken. 33

35 Bijlage 3: Aandeelhoudersregister Aandeel nummer: Verkocht door: Naam aandeelhouder: 1 t/m 30 Quint & Stef Dhr. P. Visschers 31 t/m 35 Quint Dhr. W. van Gansewinkel Adres: St.Jorisstraat AP Beesel Windmolen BK Weert Telefoonnummer: Rekeningnummer: NL92 COBA NL50 RABO

36 Bijlage 4: General Report When we decided to work together on our project we had a conversation with our teacher J. Curfs about which subject our project would have. We were just brainstorming when he came with the idea to introduce a typical Dutch product in a foreign country. We were enthusiastic immediately: we would have our own company and sell a typical Dutch product. After a while we decided the product to be sold would be syrup. After some discussions we decided to go to Elche de la Sierra, a little village in the south of Spain to introduce this product. After summer holidays we officially started with our project. We started making surveys, an interview, our daily program about our programme in Elche de la Sierra and we made a cookery book to show the Spanish people the possibilities of syrup. After a while we received our passwords to work ahead on our project. We had to fill in worksheets and sell stocks to generate starting capital. We also visited the syrup factory Frumarco, which is located in Beesel in The Netherlands. There the principal P. Visschers showed us his factory. We also sold him some stocks and he gave us some syrup to sell in Spain. In the meantime, the Spanish students made appointments with the local people to help us with our project. For example, they fixed that we could conduct surveys, we would have a kitchen at our disposal and they made the appointment with the supermarket principal that we could sell our syrup in the supermarket and we could have our own stand there. One and a half week later, on 15th November, we went to Spain. Our whole luggage was filled with syrup, interviews and surveys. After a rest day we started off on Monday 17 November. This day we conducted a survey to get more information about how Spanish people would react to a new typical foreign product, such as syrup. In the afternoon we had an interview with the principal of the local supermarket Charter to get more information about what kind of products Spanish people mostly like and for what kind of advertising they are the most sensitive. We also made posters to show the Spanish people that we sell our products on Wednesday. The last thing we did this day was shopping for cooking on Tuesday. On Tuesday we cooked to show the Spanish people the possibilities of syrup. We baked some bread, made cookies, a salad and pancakes. All products contained syrup. The third day we sold the syrup in the supermarket. We got a stand at the entrance of the supermarket so we could show our product to everyone who came in. Most people were immediately interested, but unfortunately there were also people who were in a hurry. We started at 9.00 AM and 35

37 ended at 2.00 PM for the typical Spanish nap. Within this time there had been sold a lot, but we had to go back to the supermarket to sell the rest of the syrup. The supermarket opened again at 5.00 PM, but then after half an hour we were totally sold out. It was a successful day and the Spanish people who tried, tasted and bought the syrup were very enthusiastic. After these 3 days of hard work we had some time off, because on Thursday 20 November we went to a wood in a neighbourhood where we also climbed up a mountain. Friday 21 November we went to the city of Cuenca where we had a guided tour. Saturday we spent our last day in Spain, because in the evening we flew back to The Netherlands. It was a nice week with a lot of new experiences and people. Back in The Netherlands we had to elaborate the information we received and the experiences we had. All this was part of the project we had to do. We filled in more worksheets and gave more information about our project to our shareholders. We had a lot of meetings to work together on our project. We also visited P. Visschers again to show him the results of our project and our experiences and 30 January we had to hand over our project to our teacher J. Curfs. For both of us, it was an unforgettable experience from which we learned a lot. 36

38 Bijlage 5: Financiële Afsluiting 37