Technisch jeugdbeleidsplan. Voetbalvereniging; FC Meppel

Transcriptie

1 CHRISTELIJKE SPORTVERENIGING FC MEPPEL OPGERICHT KONINKLIJK GOEDGEKEURD Clubhuis, sportpark Ezinge Telefoon Technisch jeugdbeleidsplan Voetbalvereniging; FC Meppel A-junioren

2 Inhoudsopgave Kenmerken A-junioren 3 Trainer-/coach A-junioren 4 Voetbal bij A-junioren 5 Trainingen A-junioren 6 Wedstrijden A-junioren 7-8

3 Kenmerken A-junioren Een A-junior is zich aan het stabiliseren van het karaktergeldingsdrang voor plaats in de maatschappij en op het voetbalveld. Zo zal de prestatiedrang ook toenemen en streeft men naar medeverantwoordelijkheid. Tevens is een A-junior vaak zeer negatief kritisch t.o.v. eigen prestatie en instelling. Motorisch zijn de spelers vaak al maximaal gevormd en maken ook geen erg grote lichamelijke veranderingen mee. De prestaties in een wedstrijd zijn vaak zeer stabiel. Want de speler heeft het vermogen tot een maximaal persoonlijk prestatieniveau. Opvallend is ten overgestelde van de B-junior is dat de A-junior afspraken minder gaat verwaarlozen. Wat wel weer overeenkomt is dat eigen normen wel eens in conflict kunnen komen met het groepsgevoel. Ook het winnen van wedstrijden was voor deze spelers al belangrijk toen ze in de D- junioren speelden, maar nu krijgt dit ook echte waarde toegekend. De manier waarop een wedstrijd gewonnen wordt, kan nu nog objectiever beoordeeld worden en eigen prestatie en teamprestatie kunnen redelijk worden ingeschat. Specifieke kwaliteiten van spelers worden bij de A-junioren gebruikt voor het team. De trainer-/coach van de A-junioren merkt wel hoe belangrijk het is voor een speler dat hij weet waar de speler graag speelt. Maar de speler accepteert ook dat het gaat om het teambelang en dat iedereen met dezelfde grondgedachte moet spelen. Ook al zal de individuele ontwikkeling in deze laatste stap naar de senioren centraal staan. Zo is de speler ook goed in staat om over technische en tactische vaardigheden en kwaliteiten mee te denken en te praten. Het begrijpen van elkaar, het elkaar aanvoelen in een spelsituatie worden zo veel eenvoudiger te begrijpen. Het begint bij een paar simpele afspraken en kan heel ver doorgevoerd worden.

4 Trainer-/coach A-junioren Een trainer-/coach bij de A-junioren is heel open, eerlijk en consequent. Daarnaast beschikt hij zelf over kennis en inzicht in de basisprincipes van het spelconcept. Want bij de B-junioren is het tactisch vermogen met sprongen vooruit gaan. En daar moeten in deze laatste junioren jaren de puntjes op de -i- worden gezet om zo de grote stap naar de senioren niet te groot te laten worden. De trainer-/coach reserveert voldoende tijd voor persoonlijke ontwikkeling en gesprekken waarbij ontwikkeling van de teamgeest (teambuilding) zeker niet vergeten mag worden. Daarbij is het ook van belang dat de trainer zijn spelers vertrouwt, vrijheid en verantwoordelijkheid geeft. Spelers betrekken bij de doelstellingen van het team, zodat medeverantwoordelijkheid gekweekt wordt Ook moet de trainer-/coach nog jong genoeg van geest zijn om zich te kunnen verplaatsen in de belevingswereld van deze spelers, die steeds volwassener worden. Daarnaast is het van belang om ook buiten het voetballen om, activiteiten te organiseren waarmee de binding van de spelers onder elkaar en met de club wordt verstevigt. Ook is de trainer-/coach van de A-junioren in staat om de voetbalproblemen uit de wedstrijd te vertalen in geschikte oefenstof, waarbij hij voortdurend rekening houdt met de grote verschillen in belasting en ontwikkeling binnen zijn spelersgroep. Aantal tips voor de trainer-/coach bij de A-junioren: Maak goede afspraken over het gedrag tijdens trainingen en wedstrijden (verantwoordelijk zijn voor het materiaal), op weg naar een wedstrijd of in de kleedkamer. Wees vooral eerlijk. Daar zijn ook deze spelers in deze leeftijd extra gevoelig voor. Behandel elke speler even consequent. Maar durf ook uitzonderingen te maken voor bepaalde spelers als dit ten goede komt ten behoeve van de teamprestatie. Laat de spelers meedenken over de speelwijze. Doe een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid. Geef zelf het goede voorbeeld en durf als dat nodig is ook jezelf als trainer- /coach eens ter discussie te stellen wanneer je fouten hebt gemaakt. Zorg voor een goede en veilige prestatiesfeer. Accepteer geen vedetteneigingen en neem soms een speler in bescherming. Bij A-junioren komen emotionele uitingen wel eens voor. De trainer-/coach ontkomt dan niet aan het voeren van veel persoonlijke gesprekken. Waarin bepaalde beslissingen worden uitgelegd. Ze kunnen dan voor houvast en rust zorgen.

5 Voetbal bij A-junioren De middelen om het voetbalspel te spelen worden in het algemeen samengevat onder het T.I.C.-principe. T staat voor Techniek (nodig om het spel te kunnen spelen), I staat voor Inzicht (nodig om het spel te kunnen begrijpen en doorgronden) en C staat voor Communicatie. Hoe groter de T.I.C., hoe groter het voetbalvermogen. Het leren voetballen is gebaseerd op het doen. Voetballen leer je door zoveel mogelijk bezig te zijn met de bal. De tijd die aan voetballen wordt besteed is belangrijk voor de ontwikkeling van jeugdspelers. In de praktijk blijkt dat jeugdigen steeds meer met andere zaken (TV-kijken, computerspelletjes, internet-sociale contacten) bezig zijn dan spelen met de bal. Toch gaat de A-junior alweer wat bewuster om met het voetbal en zal ook snel in groepjes een bal pakken en er over praten. Toch zijn voor een A-junioren trainer- /coach de volgende zaken die hij met zijn team in een week doormaakt dan ook belangrijk: Formuleer aan het begin van het seizoen een doelstelling. Daarmee wordt ook bedoeld het resultaat in de competitie en de ontwikkeling van de spelers. Zorg ervoor dat de speler zich ook als individu kan ontwikkelen. Toon interesse in de speler, leef mee met z n schoolprestaties en sociale contacten. Het voetbalspel wordt verdeeld in 4 fases: 1. Balbezit (BB) / Aanvallen (A) 2. Balbezit tegenstander (BBT) / Verdedigen (V) 3. Omschakelen van BB naar BBT / Omschakelen van A naar V 4. Omschakelen van BBT naar BB / Omschakelen van V naar A Aan de hand van deze 4 fases kun je bepalen waarop getraind zal worden, waarop je een wedstrijd kunt winnen maar ook waar de zwakke plekken van je eigen team of de tegenstander liggen.

6 Trainingen A-junioren Planning en voorbereiding zijn essentiële zaken. Want het wedstrijd element staat centraal. En zal gewerkt worden vanuit een vastomlijnd idee. De oefenstofkeuze is gericht op plezier, beleving, persoonlijke ontwikkeling en wedstrijd echte vormen. Ook is het raadzaam om na een training na te gaan hoe deze is verlopen en welke resultaten er waar te nemen zijn. Aandachtspunten training A-junioren? (deze zal niet veel afwijken van die van de B-junioren) Op tijd beginnen (normen en waarden). Verlies niet teveel tijd met het uitzetten van de oefenvormen. Zorg voor een vaste structuur met veel terugkerende elementen. Herkenbaarheid leidt tot gewenning. Leer een speler om zelf na te denken, eigen initiatief is wenselijk. Geef ook hier nog aandacht aan de tweebenigheid. Besteed aandacht aan het groepsgevoel. Een trainingsvorm mag/moet stilgelegd worden om uitleg te geven. Wees positief kritisch. Inhoud/opbouw training: 1. Warming-up, (loopscholing/coördinatietraining). -Naast de standaard warming-up is het raadzaam om bij de trainingen een oefening voor de loopscholing/coördinatietraining toe te voegen aan de warming-up. Voor meer info zie de oefenstof A/B-junioren. 2. Krachttraining (zie oefenstof). 3. Techniektraining (zie oefenstof). 4. Conditionele prikkel a.h.v. Raymond Verheijen. -Geen kennis over periodiseringsmodel Raymond Verheijen? Informeer bij de technisch coördinator A/B-junioren. 5. Passen en trappen (zie oefenstof). 6. Positiespel (zie oefenstof). 7. Afwerkvorm (zie oefenstof). 8. Partij/ wedstrijd echte vormen (zie oefenstof). In de A-junioren is een warming-up van groot belang. Een verantwoorde warming-up voor een training bij de A/B-junioren bestaat uit onderstaande stappen (onderdelen): 1. 2 grote ronden om het hele veld in een rustige looppas. 2. Loopvormen met behulp van de hoedjes. Zoals knieheffen, hakkebillen, armzwaaien, kruispas, sluitpas etc. 3. Optioneel; dynamisch rekken en strekken. 4. Afsluiten met een aantal korte sprintjes.

7 Wedstrijden A-junioren Een wedstrijd bij de A-junioren is een middel om de voetbalkwaliteiten verder te ontwikkelen en door middel van competitie te vergelijken. Het uiteindelijke wedstrijdresultaat moet in de beleving van de spelers een rol spelen. Belangrijk is aandacht te besteden aan het samenspelen tussen de spelers onderling en tussen de verschillende linies. Blijf positief en opbouwend coachen. Gespierde taal en geschreeuw leidt in veel gevallen niet tot het gewenste effect. Toch lijkt het soms wel eens nodig te zijn. Maar dat is per speler verschillend en het kan dan ook averechts gaan werken. Gezien het feit dat wij de A-teams uiteraard op kwaliteit indelen en ook meer op prestatie gaan waarderen mag op dit niveau meer voorkeur gegeven worden aan het samenstellen van het sterkste team. Let wel! De beste 11 spelers hoeven niet het beste team te zijn. Het is belangrijk om iedereen aan boord en tevreden te houden. Met de spelers die minder zullen gaan spelen moet een goede communicatie zijn. Voor hen zal het duidelijk moeten zijn waarom zij tijdens wedstrijden minder aan bod komen. Tevens moet voor hun duidelijk zijn, dat je een wedstrijd niet wint met elf spelers maar met een heel team. Het communiceren met deze jongens is van essentieel belang. Een wedstrijdbespreking is bij de A-junioren een belangrijk moment. Probeer tijdens de wedstrijdbespreking duidelijk te maken hoe er gespeeld moet worden deze wedstrijd, verbind hier taken/opdrachten aan vast. Vervolgens is het van belang om deze opdrachten/taken in sommige gevallen terug te laten komen tijdens de rust. Zowel bij de wedstrijdbespreking, tijdens de rust en na de wedstrijd is het van belang terug te komen op het verhaal van je wedstrijdbespreking. Op deze manier bouw je gedurende het seizoen een perfect afgestemde speelwijze voor je team op. Verder geef je in een wedstrijdbespreking uiteraard aandacht aan de opstelling, speelwijze, standaardsituaties en eventueel andere mededelingen. Zorg ervoor dat een bespreking niet saai wordt, zorg voor leuke onderwerpen en aandachtspunten en vermeng deze met enige humor of gebruik taal, die bij jongeren bekend is. Spelers zijn op deze leeftijd na een verloren wedstrijd veel meer teleurgesteld dan in jongere leeftijdscategorieën. Soms kan een eindbespreking op het veld of in de kleedkamer tot onnodige discussies of conflicten lijden. Dus schat als trainer-/coach goed in of en op welke manier je een eventuele eindbespreking houdt. In bepaalde situaties is het verstandiger om de eindevaluatie te bewaren voor de eerstvolgende training. En soms kan de eerste teleurstelling al op het veld worden weggenomen. Probeer dat altijd met het team bespreekbaar te maken/houden. Belangrijk voor een trainer-/coach is je enthousiasme overbrengen op het team, blijf hierbij altijd positief.

8 Aangezien de A-junioren op een groot veld spelen krijgt coaching dus automatisch ook een andere vorm dan bijvoorbeeld bij de E-pupillen. Probeer als coach per wedstrijd een vaste speelwijze aan te houden. Coach tijdens de wedstrijd vooral op tijdens de wedstrijdbespreking samen gemaakte afspraken/opdrachten. Geef complimenten waar nodig en leg op een gepaste manier uit waar het fout is gegaan. Blijf altijd positief in je coaching. Leg duidelijk uit wat je van hen verwacht en vertel wat er goed en minder goed gaat. Probeer het coachen van de spelers meer te zien als adviseren ofwel overbrengen van je kennis. Spreek de spelers bijna volwassen aan maar wel deels in hun taal en zorg vooral voor de juiste wedstrijdbeleving. Probeer in tactisch opzicht onderstaande punten aan te houden: Er wordt gespeeld in een 1:4:3:3 formatie. Een van de centrale verdedigers heeft in balbezit, waar mogelijk, altijd de vrijheid om in te schuiven. Er wordt zoveel mogelijk als blok over het veld geschoven. Balbezit; groot veld maken. Balbezit tegenstander; veld klein maken. In sommige wedstrijden kan er overgeschakeld worden in een 1:3:4:3 formatie. Een van centrale verdedigers functioneert dan als centrale middenvelder en achterin wordt er 1:1 gespeeld. Het streven is om de wedstrijd zoveel mogelijk op de helft van de tegenstander te laten afspelen. Dit wordt bereikt door vroeg druk te zetten op de helft van de tegenstander. Via een verzorgde opbouw wordt er naar voren gevoetbald. Op het middenveld is veel beweging en mag er van positie worden gewisseld. Het middenveld wordt vanuit een opbouw aangespeeld door de verdediging of keeper. Vervolgens worden er via de vleugels of door combinaties in het centrum kansen gecreëerd. De centrale verdedigers staan verdedigend zoveel mogelijk naast elkaar, in aanvallend opzicht staan zij verder uit elkaar.