No CT 0 B;E R

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "No. 10 0 CT 0 B;E R 1 9 4 6"

Transcriptie

1 UilDE 7~: J. Schalker: WAAROM GEEN TROEPEN NAAR INDONESIË? M. Joesoel: DE NATIONALE REVOLUTIE IN INDONESIË F. Baruch: HET SOLIDARISME Wetensch. Bureau der C.P.N.: DE BETEKENIS DER VRUCHTWISSELING S J. Rutgers: NATIONALISATIE J. A. N. Knuttel: HET NEDERLANDSE VOLKSKARAKTER, 111 No CT 0 B;E R

2 POLITIEK marxistisch maandblad NIEUWE REEKS Cultuur le JAARGANG No. } 0 OCTOBER POLITIEK EN CULTUUR REDACTIE STUKKEN verschijnt eenmaal per maand, voorlopig in afleveringen van 32!bladzijden, en is eèn voortzetting van P. en C. verschenen in de jjaren 1936 tot 1940 onder redactie van Mr. A. S. de LEEUW t. K. cbeu ZEMAKER t en J. W. DE GROOT (Dr. G. W. KASTEIN) t F. Baruch, H. Gortzak, A. F. Mellink, hist. drs. en Eva Tas, hist. dra. Secr. voor de redactie aan de secretaresse, Leidschestraat 25, Amsterdaam-C vóór de 10de van iedere maand. REDACTIERAAD Ir. S. J. Rutgers, Theun de Vries, B. S'. Polak> arts,. Dr. N.Kof, J. Bot, arch., Mevr. B. van den Muyzenberg- Willemse, Mr. M. D. Proper, J. van Santen, G. Geelhoed. ADMINISTRATIE Uitgeverij Pegasus, Leidschestraat 25, Amsterdam-C. - Tel Postrekening no ABONNEMENTSPRIJS Franco per post f 2.- per halfjaar, f 4.- per jaar. Men abonneert zich tot wederopzegging voor een gehele jaargang. L 0 S S E N U M M E R S 35 Cent verkrijgbaar bij de boekhandel, kiosken en onze ÄÇJenten. UITGEVERIJ PEGASUS AMSTERDAM

3 Waarom.? geen troepen naar lndones~~ do& J. Schalker In de pers, in de Eerste en Tweede Kamer, voor de radio en op het speciale congres van de P. v. d. A., stond het vraagstuk Indonesië gedurende de algelopen weken in het middelpunt van de belangstelling. Hoe komt men uit de impasse in Indonesië, zal het tot een gewapend conflict komen en hoe zal de formule luiden, die de oplossing moet brengen? Ziehier de vragen, waar het om gaat. De moeilijkheid daarbij is om tot de formule te komen, die aan de wensen van de Indonesiërs voldoet en tevens de goedkeuring van Nederland heelt. Moeilijk is dit voor diegenen, die ook nog naar anderen hebben te luisteren dan naar de groepen, die werkelijk de belangen van het Nederlandse en Indonesische volk vertegenwoordigen. Makkelijk voor diegenen, die consequent de strijd voeren voor de vernieuwing van de wereld, voor de vooruitgang en het socialisme. Voor de laatsten is er slechts één formule, die duidelijk en aanvaardbaar is: vrijheid en onafhankelijkheid voor het Indonesische Volk, het scheppen van de voorwaarden, die het Indonesische Volk de mogelijkh7id bieden zijn nationaal democratische revolutie te volvoeren. _ Maar het zij reeds bij voorbaat vastgesteld, dat diegenen, die thans de regerings verantwoordelijkheid dragen, tot de eerste categorie behoren, die liever luistert naar de wensen van enkele,.machtigen der aarde" dan rekening te houden met de belangen van beide volkeren. Alle manipulaties van de zijde der Nederlandse regering in de algelopen periode, hebben tot niets anders geleid, dan tot een verdieping van de kloof tussen Neder land en Indonesië. Noch de conferenties in Indonesië tussen van Mook en de regering van de Indonesische Republiek, noch de conlerentie op de Hoge Veluwe, noch de marionetten-conferentie van Malino hebben resultaat opgeleverd, omdat bij al deze besprekingen in de eerste plaats werd uitgegaan van de belangen van een kleine groep Nederlanders en geen rekening werd gehouden met de redelijke eisen van de Indonesische republiek. Het probleem Indonesië is thans in een beslissend stadium gekomen. De komende weken zullen laten zien, of men we;'kelijk de weg wil gaan, die In het belang der beide volkeren is, of dat wij een periode tegemoet zullen gaan, die ons volk zal doen terugvallen tot de jaren '45. En wij zullen het laatste zien ge beu ren, wanneer de politiek van vertraging, van verdeeldheid zaaien in Indonesië niet onvoorwaardelijk wordt losgelaten. Kan men daarop rekenen, gezien de huidige politieke verhoudingen en de samen stelling van de nieuwe regering? Wij menen dit ernstig te moeten betwijfelen op grond van de gebeurtenissen der laatste weken. Er zijn vele momenten aan te wijzen, die al diegenen die het ernstig menen met de belangen van het Nederlandse volk alarmeren en tot grotere activiteit aansporen. In het korte bestek van dit artikel willen wij er twee noemen, die wel de belang rijkste zijn: 1e. De samenstelling van de Commissie Generaal. 2e. Het sturen van troepen naar Indonesië. De communisten hebben zowel in de Tweede als Eerste Kamer hun bezwaren te dien aanzien kenbaar gemaakt. Ten aanzien van de Commissie hebben zij gevraagd w i e er gaan en w e I k e i n s t r u ct i e zij hebben. Hoe de instructie luidt weten we nog niet, maar de namen der leden kennen wij nu wel, en die voorspellen niets goeds ten aanzien van de inhoud van de instructie. Wij achten 305

4 de samensteiling van deze commissie van dien aard, dat zij een werkelijke oplos sing in den zin zoals- die door het Indonesische en Nederlandse volk wotgt ~ gewenst eerder in de weg zal staan, clan haar te vergemakkelijken. Deze samen stelling is het bewijs voor wat wij hierboven gezegd hebben, dat het moeilijk is voor een regering die ook nog andere belangen moet verdedigen dan uitsluitend die van het Nederlandse volk, om tot een oplossing van het Indonesische vraagstuk te komen, en zij onderstreept de critiek, die wij in de Eerste en Tweede Kamer gebracht hebben. Wij hebben echter vóór het zenden van de commissie gestemd, omdat wij elke stap ondersteunen, die er toe kan leiden, dat de onderhandelingen met de Republiek Indonesië weer worden opgenomen en omdat wij vertrouwen hebben in de krachten der nationaal-democratische revolutie in Indonesië, die zeker weerstand zullen weten te bieden tegen elke reactionnaire druk. De tweede belangrijke zaak, die hiermede nauw verband houdt, is die waarover zo druk gediscussieerd werd: is het zenden van troepen tegelijkertijd met het vertrek van de Commissie Generaal niet een belemmering voor een vreedzame oplossing? Door alle bladen vanaf Trouw tot aan het Vrije Volk toe werd deze vraag met "neen' beantwoord, waarbij alleen de argumenten hier en daar wat verschilden, maar allen waren het erover eens, dat de troepen er heen moesten om orde en rust te herstellen. De beantwoording van déze vraag is o.i. beslissend voor die van de volgende: Zijt gij voor een vreedzame oplossing in Indonesië, ja of neen? Ja, dan moet men ophouden te veinzen dat men voor een vreedzame c-plossing en samenwerking met de Republiek Indonesië is. Het zenden van troepen lijkt op het geval van den bankbediende, die men op een stoel vastbindt, met een revolver in de hand om de sleutel van de brandkast vraagt, terwijl men hem een deel van de buit belooft als hij "vrijwillig" de sleutel te voorschijn haalt. Want het zenden van troepen kan door de Indonesiërs, welke uitleg men er ook aan geeft, alleen gezien worden als een bedreiging, als een pressie bij de onderhandelingen die straks zullen plaats vinden. Het optreden van de Nederlandse troepen" waar over talloze berichten zijn binnengekomen, is niet van dien aard, dat de Indonesiërs daardoor groot vertrouwen hebben gekregen in hun vreedzame bedoelingen. Het Parool schreef op 4 September hierover: "Binnenkort verdwijnen de Engelse troepen. Hoe men verder over onze troepen denke moge, het staat vast, dat vanaf het ogenblik, dat Nederlandse en Javaanse soldaten tegenover elkaar staan, de overeenstemming vele malen moeilijker wordt en de aanleidingen tot wrijvingen vele malen tal rijker. Het is nu eenmaal zo, dat de Indonesiërs in onze troepen een machtsinstrument zien van een belanghebbende die zij niet volledig ver trouwen. Aan de andere kant zal het meer moeite kosten om conservatief ingestelde Nederlandse officieren binnen de perken van hun instructie te houden, wanneer de Engelse legerautoriteiten er niet meer zijn." Het is duidelijk, voor diegenen, die een "4E!rkelijke oplossing in Indonesië ver langen, bestaat er maar één alternatief: Stopzetting van de troepentransporten, onderhandelen op de basis van volkomen gelijkwaardigheid, stopzetten van alle vijandelijkhèî:len. Dan eerst is de sfeer geschapen, waarin men over redelijke voorstellen over en weer kan discussiëren. - Men kan dan wel beweren, dat de troepen die weggestuurd worden een vreedzame taak hebben, dat zij de taak van de Engelsen over moeten nemen, om de republiek Ie helpen bij haar moeilijkheden. Maar het valt toch niet meer te ontkennen, dat in Indonesië gevochten wordt tegen de T.R.I., het leger van de Republiek. Wanneer dit niet het geval zou zijn, dan behoefde Gen. Majoor Forman niet te zeggen, dat hij: "er in toestemt - in afwachting van de completering der wapenstilstandsplannen - de geallieerde troepen opdracht te geven hun a c I i v i I e i t I e b e p e r k e n tot het hand haven van hun stellingen en verder alleen op te treden ter zelfverdediging" (de "Tijd" van Maandag 2 September). Wat voor activiteit ontplooiden deze troepen dan voordien? De Nederlandse troepen gaan weg om de Republiek te helpen orde en rust te vestigen? Maar waarom vecht men dan tegen de T.R.I., al en toe zelfs met de hulp van Japanners, terwijl men gekomen is om deze te likwideren? Men behoeft voor het herstel van orde en rust in Indonesië niet tegen de T.R.I. te vechten. De T.R.I. heelt de taak van de geal.lieerden wat betrelt de gebieden waar zij de macht uitoefent (en dat is het overgrote deel van Java en Sumatra) officieel '- 306

5 overgenomen. l:n het zou onze taak zijn, de T.R.I. daarbij te steunen, desnoods met wapens en om de strijd van de T.R.I. tegen rampokkers.en anderen, die tegen de Republiek zijn, mogelijk te maken. En niet om de T.R.I. te beoor logen, waardoor zij niet haar volle kracht kan werpen op deze "taak. Wanneer men werkelijk van plan is om de republiek te helpen, stuurt men geen leger. Dan stelt men het leger van de republiek zelf in staat zijn opdracht naar behoren te vervullen. Schreef het Vrije Volk niet: "Voorzover berichten een oordeel wettigen, kunnen wij aannemen - en wij nemen het gaarne aan - dat het optreden van de geregelde republi keinse troepen in het algemeen correct is en dat de behandeling van geïnterneerde Nederlanders zo goed is als de omstandigheden het toelaten"? Wat weerhoudt ons er dan van, om deze geregelde troepen te ondersteunen in hun taak? Laten wij ronduit zeggen dat men op het ogenblik bezig is, een militaire actie te ontwikkelen, die ten doel heelt, om planmatig, uitgaande van West- Java, geheel Java militair te bezetten en daardoor de waarborgen te scheppen voor de bezitters van de olie, rubber- en suikeraandelen, dat zij straks weer hun bezittingen kunnen overnemen. Daarom protesteert de Republiek Indonesië zeer terecht tegen het zenden van troepen. Daarom is bij voorbaat (afgezien van andere factoren) het optreden van de Commissie-Generaal in een kwaad daglicht komen te staan (al hopen wij, dat zij succes zal hebben). Daarom zijn wij communisten tegen het zenden van troepen naar Indonesië. Niet zoals Trouw schrijft, omdat de communisten overal tegen zijn, maar omdat we voor iets zijn, waar Trouw tegen is. Wij zijn er vóór, dat Nederland tot overeenstemming komt met de Indonesische republiek, wij zijn er voor, dat de Republiek Indonesië de vrijheid en onalhan kelijkheid krijgt, waar zij recht op heelt; wij zijn er voor, dat vrede en vriendschap tussen het Indonesische en Nederlandse volk.zo snel mogelijk tot stand komt; wij zijn er voor,.dat de economische betrekkingen tussen Nederland en Indonesië zo snel mogelijk opgenomen worden, betrekkingen, die voor beide volkeren hun vruchten zullen afwerpen en ons bij de wederopbouw van ons land enorme diensten zullen bewijzen. Dit alleen is het beláng van beide volkeren. En of daarbij de belangen van enkele tientallen suikermagnaten geschaad worden, interesseert ons geen zier. Reeds nu heeft de angst van enkele Nederlanders om iets te verliezen in Indonesië lot gevolg, dat de ln.donesische Republiek haar economische betrekkingen met an dere landen v ersterkt. De Amerikanen zijn zeer actief en hebben reeds '(ele con Iraeten met de republiek afgesloten. Men kan dit de republikeinse regering niet euvel duiden. Voor haar is het bestaan van de Republiek lndonesia een feit en zij doet alles om de republiek ook economisch te versterken. Door de politiek der Neder landse regering was het daarentegen niet mogelijk die betrekkingen met Nederland in goede banen te leiden. Welnu, dan doen zij zaken met anderen, met Amerika en Brits Indië. En bij het gehele vraagstuk van de troepen-uitzending moet m11n één ding duidelijk voor ogen houden, hetgeen ook door den Indonesischen Minister van Defensie, Sjariloedin, met nadruk gezegd is, n.l.: "dat de Indonesische onafhankelijkheid nooit door een Nederlands leger omver geworpen zal kunnen worden". Een gewapend conflict in Indonesië zal alleen tot gevolg hebben, dat de kans op goede betrekkingen tussen Nederland en Indonesië als gelijkwaardige partners voor goed verkeken is. Wanneer men de zaak bekijkt van de zijde van diegenen, die een werkelijke op lossing wensen, spreken alle argumenten tegen het zenden van troepen. Daarbij is er nog één argument, dat voor ons als Nederlanders geldt. Een geweldpolitiek ten aanzien van Indonesië wordt door de overgrote meerder heid van ons volk afgewezen. De stemming onder de soldaten is tégen de uitzen ding naar Indonesië. De Nederlandse soldaten wensen voor het merendeel geen': oorlog met de Indonesiërs, doch vrede en vriendschap. Tienduizenden Hollandse jongens, waarvan het grootste de"el bewust hunkert naar een vreedzame oplo56ing in Indonesië, zullen tegen hun wil en die van hun ouders naar Indonesië worden gestuurd. Duizenden leven op het ogenblik in dezelfde spanning als in de dagen der be:r:et ting, toen wildgeworden Nazi's razzia's in steden en dorpen hielden op "vrijwil 307

6 lige'' arbeidskrachten voor Duitsland. En oók nu weer zijn Nederlanders onder gedoken, die menen te moeten weigeren aan een onrechtvaardige zaak mede \e werken. Duizenden lopen met de gedachte rond straks wanneer zij aan de beur\ zijn, hetzelfde te doen. Heeft men zich in Den Haag wel eens afgevraagd, welke krachten de maàtregelen van de regering wakker roepen 7 Nu kan men natuurlijk door allerlei straffe maatregelen ervoor zorgen dat de jongeris toch op de boot komen die hen naa' Indonesië zal brengen (wij denken hierbij aan de maatregelen die getroffen zijn, toen de Klipfontein vertrok). Maar dit neemt niet weg, dat men, wanneer men,zich van zijn verantwoordelijkheid tegenover het Nederlandse volk bewust is, met deze stemmingen rekening dient te houden, en dat men niet vreemd moet opkijken, wanneer deze krachten tot uitbarsting komen. Men zal rekening moeten houden met het feit, dat het Nederlandse volk niets wil weten van een oorlog tegen de Indonesiërs, die voor hun vrijheid vechten. Deze ontstemming, deze onrust onder een g~oot deel van ons volk, het is een waarschuwing aan onze regerin9, het is de instructie, die aan de Commissie Generaal moet worden medegegeven. Maar de regering is doof. Nog op het Indonesisch Congres van de P. v. d. A. verklaarden zowel oud-minister Logemann als minister Jonkman, dat het zenden van troepen noodzakelijk is. Slechts de heer Palar durfde te zeggen, wat velen ook in de P. v. d. A. denken: "Nederland zal de bewijzen moeten aandragen van zijn goede bedoelingen, bij voorbeeld door omtrent de troepenzendingen overleg te plegen met de Indonesische Republiek. ' Waarop Logemann antwoordde: "Het zou heel gelukkig zijn, wanneer wij als gebaar, de uitzending van troepen mochten staken. Er is ook hier te lande weinig entheusisme voor de uitzending", en dan liet hij volgen: "De troepen gaan thans voor een zeer groot gedeelte om de reeds aanwezige troepen gelegenheid te geven uit te blazen (Waarvan? schr.) en bovendien verdwijnen de Britse troepen ultimo November onherroepelijk. Wij moeten hun taak overnemen." Wat die taak is hebben wij boven reeds uiteengezet. De resolutie, die op dit congres werd aangenomen, werd een compromis tussen het standpunt van den heer Palar en de regering. Op het punt van de troepen zendingen zegt zij geen duidelijk "neen". Er wordt verklaard: "dat ten spoedigste rr,aoet worden bevorderd het afsluiten van een wapenstilstand op in overleg te bepalen voorwaarden en dat de uitzending van troepen uil Nederland dienovereenkomstig moet worden "geregeld'." Wij willen wel duidelijk zijn. Men kan van ons communisten niet verwachten dat wij iets zouden doen, dat ingaat tegen de belangen van het werkende volk. Men kan van ons communisten niet verwachten, dat wij maatregelen zouden steunen die de consequentie inhouden, dat men straks tegen onze vrienden in Indonesië, die om de voltooiing van hun nationale revolutie vechten, het vuur zal openen. Wij menen, dat de verwerkelijking van de onafhankelijkheid en. vrijheid van Indonesië ook voor het Nederlandse volk een belangrijke stap zal zijn naar de verwerkelijking van een betere maatschappij. Deze weg naar de,bevrijding van ons land van het kapitalisme werd onder meer geblokkeerd door het koloniael systeem van de Nederlanders in Indonesië, door het feit, dat het Nederlandse volk het lndonisische Volk onderdrukte. Wanneer deze steen zal zijn verwijderd op de wijze zoals wij communisten dat voorstaan, openen zich ook voor he\ Nederlandse werkende volk grotere perspectieven in zijn strijd om een betere maatschappij, zijn strijd voor de vernietiging van kapitalisme en imperialisme. Om al deze redenen, "Trouw", zijn de communisten en met hen het vooruitstrevende deel van het Nederlandsche volk tegen de uitzending van troepen naar Indonesië. Zij vergroten immers het gevaar van een oorlog, die volgens prot Logemann een langdurige oorlog zal worden. En die oorlog kan geen ander doel hebben, dan dat het koloniale systeem na korter of langer tijd weer zal worden ingevoerd. Wij laten ons niet In slaap sussen door mooie woorden en beloften, doch wij blijven klaarwakker bij de harde feitenl 308 I

7 I De Nationale Revolutie Binnenfactoren en buitenlandse Indonesië door M. Joesoej Dat Indonesië op dit ogenblik de voorpost vormt in de strijd tegen het imperialisme, is al vaker gememoreerd. Voor de oorlog genoot de Indonesische vrijheids beweging slechts in bescheiden mate de aan.dacht van de wereldpers. Het is bekend, dat de nationale beweging in India over een rijker ervaring beschikt dan die van Indonesië en ook in vele opzichten een groter diepgang heeft. De natio nale bewegingen in Birma en Malakka hebben tijdens de oorlog een totaal illegaal verzet ontketend; alle belangrijke politieke partijen waren in deze landen in een gemeenschappelijk ondergronds front verenigd, terwijl in Indonesië de strijd gedeeltelijk onder- en gedeeltelijk bovengronds is gevoerd. Hoe komt het dan, dat de Indonesische nationale beweging in staat is geweest dadelijk na de oorlog in de voorste rij te komen? De verklaring dient in de eerste plaats gezocht te worden in de voor Indonesië gunstige ontwikkeling der objectieve factoren. Japan, dat een groot gebrek aan manschappen en materiaal had, heeft geen moeite gespaard om de Indonesiërs en in het bijzonder de weke gedeelten der nationale beweging voor zijn eigen oorlogsdoeleinden te mobiliseren. Bij gebrek aan een eigen koloniaal apparaat heeft het meer dan tot dan toe het geval was de Indonesiërs geplaatst op de hoge administratieve en technische posten. G~brek aan troepen heeft het er toe genoopt de Indonesische jongeren vertrouwd te maken met de moderne wapenen. Deze noodzakelijke concessies werden opgediend als de zegeningen van de politiek van een leidend Aziatisch broedervolk. Nationalistische leuzen, met vaak een antiwesters en chauvinistisch karakter, die de brute militair-fascistische onderdrukking moesten bemantelen, hebben grote groepen van Indonesiërs uit de politieke apathie van het koloniale systeem gehaald. Meer dan eens is het gebeurd, dat de wapens van het nationalisme, waarvan de Japanners zich hebben bediend, tegen hen zelf zijn gekeerd. De opstand der dienstplichtigen in Kediri, die van Blitar, Tasikmalaja en lndrapoera, de opstanden op Sumatra en West-Borneo tijdens de bezetting zijn hiervan de getuigen. Deze gebeurtenissen moeten ongetwijfeld gezien worden ook als verdiensten van leiders als Soekarno en Hatta, die. binnen de door de bezetting gestelde perken en in samenwerking met de illegale strijders de vrijheidswil hebben levendig gehouden. Terwijl in de andere door Japan bezette landen de gezamenlijke ondergrondse nationalisten de bezettende macht en alles wat daaraan vastzat vogelvrij verklaarden, maakten de legale en illegale strijders van Indonesië onderlinge afspraken. Deze houding is ingegeven door de relatieve zwakte van de vooroorlogse nationale beweging, waarvan de leiding in handen was van meer rechtse groeperingen, die door de behoudzuchtige politiek van Colijn-Welter verwachtingen zijn gaan koesteren van een eventuele Japanse opdringing. Als gevolg hiervan is het niet verwonderlijk, dat de strijd door deze groepen bovengronds werd gevoerd, omdat de linkse groeperingen, die in de andere koloniale landen leiding hebben gegeven aan het georganiseerde illegale front, door de Digoel-politiek van de G.G., die Mussert in zijn paleis ontving, meedogenloos waren onderdrukt. De door de Indonesische nationale beweging gevolgde tactiek heeft echter de volgende zwakke plek: het was niet mogelijk om dadelijk na de capitulatie de bezettingsmacht te vervangen door een eigen staatsmacht, die tijdens en door de ervaringen van de bezetting was beproefd en gestaald, zodat men na de ontwapening der Japanners gedeeltelijk heeft moeten werken met het door de bezetters

8 achtergelaten apparaat. Het ongecoördin eerde optreden en de wem1ge consolu ldatie in de eerste levensdagen van de Republiek, die een gunstig werkterreinn vormde voor provocateurs van allerlei slag, zijn hiervan het gevolg. In Malakka daarentegen heeft het anti-japanse front in de periode van 15 Augus ; lus tot de landing van de Britse troepen op 5 September het land volledig onderor zijn controle gehad., Een ander nadeel is de gunstige voorwaarde, die door de anti-fascistische gezind-lheld van na de oorlog wordt geschapen voor de imperialistische propaganda, als zouu,de Republiek een Japans maaksel zijn. Het was echter eveneens een hlstorischee onvermijdelijkheid, dat al gauw de ondergrondscha strijders de leiding haddenn in de nationale revolutie, die in de Republiek zijn uitdrukking vond. Gen.1. Christison had de toestand juist beoordeeld, toen hij na zijn landing op Java dee verwachting uitsprak, binnen twee à drie maanden de werkelijke leiders vann Indonesië te zullen ontmoeten. Het eerste kabinet van President Soekarno was doorr mannen als Soebardjo e.a. werkelijk te zwaar belast met Japanse en buitenlandsee agenten in de ware zin van het woord. Reeds uit het politieke m~nifest van dee Republikeinse regering van 1 November van het vorig jaar bleek duidelijk dee invloed van Sjahrir, die sedertdien de grondslag is ' geworden van de Indonasischee buitenlandse politiek. Tien dagen later, tijdens de zware gevechten in Soerabaja,1, vormde Sjahrir een kabinet.._ Eenmaal de leiding in handen van de progressieve vleugel, is de Republiek inn staat gebleken alle stormen van binnen en buiten te doorstaan. Drie gunslign objectieve factoren werkten de kracht van de nationale revolutie in Indonesië in1 de hand.. Het Nederlandse koloniale stelsel vond voor de oorlog zijn centrum op Java en1 Sumatra. Beide eilanden vormden het voornaamste exploitatieterrein van het buiten- landse kapitaal en daar was ook de kern van het koloniale bestuur gevestigd.!. Vooral Java met zijn.dichte bevolking vormde het reservoir voor het arbeidslegerr op de Westerse ondernemingen en de gouvernementsinstellingen. Nu heeft eenss een Franse deskundige in koloniale bestuursaangelegenheden, Prof. Bousquet, helt Nederlandse imperialisme om twee redenen gelukgewenst: ten eerste dat de Javanenn het zaéhtste volk der aarde zijn en juist op Java de macht van de N.l. regering~ is geconcentreerd. Hij maakte de, onheilspellende opmerking, dat indien JavH bewoond. werd door Atjehèrs, Kabylen of Sikhs, Nederland nooit dit eiland zouj kunnen beheersen. Ten tweedé de 'aanwezigheid van een Chinese middenstand! als neutrale of loyale groep tussen de. Indonesiërs en het vreemde bestuur. Hijj s~elde vast dat zij een belangrijke socialè, economische en intellectuele kracht! vormden, die weinig door het inheemse nationalisme is besmet, terwijl in Tunis" India en Indo-China de middenstand inheems is, en de nationale beweging daaruat haar intellectuele kader betrekt. laat de professor en zijn Engelse collega's zich,9elukkig prijzen, dat het Engelse! en Franse imperialisme niet in dezelfde mate de gevolgen van deze geografi&che em maatschappelijke factoren in hun koloniën hebben gekend als het Nederlandse. Deo lafheid van het koloniale regime in een botsing met een machtiger tegenstander hebben de Javanen het duidelijkst beleefd; de. bezetting heelt Java maatschap pelijk en geestelijk het diepst omwoeld. De Republiek begon niet in Atjeh, maar teo Batavia en met de ontwapening der Japanners ging de Javaanse jeugd voor. Deo Republikeinse beweging heeft het Nederlandse imperialisme het hardst getroffen in1 zijn voornaamste bolwerk. Ook het tweede voordeel, het ontbreken of de zwakte van de inheemse middenstand, verandert nu steeds sterker. in het nadee\ van het imperi;:~lisme. De Republiek, die vooral haar kracht moet putten uit de massa van de koloniaal en feodaal onderdrukte boeren en werkers, kreeg hierdoor een radicaal karakter, waarbij de nationale revolutie hand in hand gaat met een sociale revolutie, die naar buiten een grote strijdbaarheid demonstreert en naar binnen gericht is tegen de feodale resten, die opzettelijk in het leven war.en gehouden en tegen de economische overheersing van een kleine bovenlaag, die het kenmerk is geweest van de vooroorlogse verhoudingen. He! is toch tekenend! dàt na een jaar van intimidatie en hernieuwde beloften de N.l. regering nog geen ftont,heeft kunnen vormen met. één socia.le groep in de Indonesische s.amenleving op Java en Sumatra, om met haar een loyale politiek van verlich.te voogdij te voeren. Indonesië was een kolonie van een kleine mogendheid, die voor, tijdens en na.de oorlog.sterk afhankelijk was van de grotere broers Ónder de imperialisten. Berooid als ze was van alle machtsapparaat, was ze voortdurend beducht dat de groleo met de crè~e van d,e koloniale wereld zo~;~den weglopen. Tijdens de. oorlog werd~n 310

9 " in Amerika vaak stemmen gehoord om de koloniale landen die daarvoor in aanmerking. komen na een bepaalde overgangstijd onafhankelijk te verklaren, naar het voorbeeld van de Philippijnen. (Een gematigd concept van voor de oorlog, naar het Philippijnse voorbeeld, de petitie Soetardjo, is door de Ned. regering en het Parlement verworpen). Ook andere minder prettige stemmen kon men er ver nemen, n.l. om Indonesië onder een trusteeship te plaatsen van belanghebbende mogendheden, met Nederland als mandataris. Naar aanleiding van deze klanken; heelt minister Van Kleflens een duidelijker verklaring van die zijde willen uitlokken door te zeggen, dat hij vreesde, dat het bestuur van de wereld in handen zou geraken van de groten. Het antwoord van Cordell Huil was voor het Nederlandse kolonialisme weinig bemoedigend. "De Verenigde Staten bedanken er voor om iedere ochtend voor het ontbijt de les gelezen te krijgen betrellende hun bedoe lingen met de kleine landen". Volgens Engers: "Indië in de branding", zou hij dit letterlijk gezegd hebben. Huil voegde hieraan toe, "dat zulks in het bijzonder niet gewaardeerd werd van een zegsman van een koloniale mogendheid, die niet in slaat was zelf haar koloniale bezit te verdedigen en voor de he'rovering ervan voornamelijk aangewezen was op de Verenigde Staten". Inderdaad werd dit in die kringen als iets heel pijnlijks gevoeld. "Trouw", dat de terugkeer van de Nederlandse troepen zag als een machtsdemonstratie, sprak er al in Augustus voordat er wat bekend was van de Republiek, zijn bezorgdheid over uit, dat de Indonesische bevolking Nederland overwonnen zag terugkomen in het "kielzog der geallieerden". Oe "Nieuwe Eeuw" schreef in die dagen, dat de plaats en de positie van het Koninkrijk der Nederlanden duidelijk was. "Het is een der aarde planeten die zijn rondedans danst rond de zon der Angelsaksische mogendheden". Ondanks dit astronomische gelank is de houding der bovengenoemde mogendheden rampzalig geweest voor het Nederlandse imperialisme. Prof. Schermerhorn heelt een rake opmerking gemaakt toen hij zei, dat Nederland een half jaar te laat is bevrijd en Indonesië een jaar te vroeg. Dat dit is geschied is te wijten aan de stelselmatige vrees van Churchill om een tweede front in Europa te vormen, waarover lngersoll nu een boekje heeft opengedaan. Anderhalve maand na de uitroeping van de Republiek landde gen. Christison met twee duizend man in Batavia. Hij en Van Mook konden onder die omstandigheden niets anders doen dan met de Indonesische president te onderhandelen, de heftige campagne van de personen van,,indië in nood' ten spijt. De eerste sanctie aan de Republiek was hierdoor gegeven. De tegenwerking van Australië en de non-interventie politiek van de Verenigde Staten zijn verder beslissend geweest voor de ontwikkeling van de Republiek in zijn eerste dagen. Dat de Republiek kwam te staan tegenover een relatief sterk verzwakt imperialisme van een kleine mogendheid, die bovendien voor een krachtiger Britse interventie afwisselend in Singapore en in Londen vertogen moest gaan houden, was de derde gunstige factor voor het slagen van de nationale revolutie in Indonesië. ''Zo reageerde in een uiterst critieke periode het Nederlandse volk door zijn exponenten, de diverse regeringen en de Nederlandse kolqniale samen leving, op de noodlottige gang der gebeurtenissen in deze Indische tragedie - steeds traditioneel in zijn handelen, steeds achter de leiten aan, nooit realistisch, nooit de situatie beheersend en aan de gebeurtenissen leiding gevend.' (Prof. Mr. W. F. Wertheim in: "Nederland op den tweesprong"). 311

10 Het solidarisme door F. Barud:h Wanneer men het principiële verschil tussen alle voorstellen tot sociaal economhl sche en meer algemeen maatschappelijke hervormingen, voortkomende uit socialisis tische en niet-socialistische kring, kort wil aanduiden, dan zou men kunnen zeggeen dat de eersten tot doel hebben, het ideaal. van de arbeidersbeweging, heet Socialisme, naderbij te brengen en het leven van het kapitalistische stelsel llte bekorten. Terwijl alle voorstellen tot hervorming die uit het andere kamp kome!\11, juist tot doel hebben, het leven van dit stelsel te verlengen. Vanuit dit standpunt moet men de katholieke leer van het solidarisme of andeis genaamd van het corporatieve stelsel beschouwen. Voor den marxistischen onder zoeker van de moderne geschiedenis zal het geen verwondering wekken, dat de:a leer na het falen en de volledige compromittering van het fascisme meer op dt voorgrond is komen te staan. Laten wij hieraan direct toevoegen, om go edkopi! critiek te voorkomen, dat dit historische verband leggen, nog niet betekent, d1t fascisme en corporatief stelsel door ons vereenzelvigd worden. Wij constatertn slechts, dat zowel de staatkundige ideeën van het fascisme als van het solidarismt, evenals de ideeën van andere hervormers (zoals b.v. die van den Engelsen cor servatleven politicus Boothby) voortgekomen zijn uit dezelfde bron: het vervd van het kapitalisme. De theorie van het solidarisme is het eerst aangeduid in de Pauselijke enc~iet "Rerum Novarum", die in 1891 verscheen. In deze encycliek, die zich speciaal richtte tegen de opkomende moderne vakverbonden op socialistische grondslag, wordt het bestaan van klassen niet ontkenc. Maar, zegt deze encycliek, uit het Evangelie moet de Kerk de beginselen putter, die de klassenstrijd kunnen bijleggen en verzachten.. Zij moet tevens organet scheppen voor het verbeteren van de toestand der arbeiders. Door wederzijd; overleg moeten de belanghebbende partijen de sociale rechtvaardigheid verwe' kelijken. Daarvoor is nodig een ordening van het economische leven, gericht OJI algemene stoffelijke welvaart. In de modernere encycliek "Ouadragesimo Anno" wordt dit dan verder uitge werkt. Ordening moet er komen. Maar, de staat moet niet.almachtig a\\es centraliseren, doch overlaten aan de lagere organen, wat door deze beter behartig{ kan worden (het z.g. subsidiariteitsbeginsel). Er moeten bedrijfschappen komer die alle O!!dernemers en arbeiders van een bedrijfstak omvatten, die alle voor komende sotiale en economische vraagstukken in onderling overleg, volgens het beginsel der sociale gerechtigheid en doordrongen van naastenliefde moetev oplossen. De bezitloosheid moet door vermogensvorming worden opgeheven. De bezitter moet zorgen, dat zijn bezit sociaal juist wordt gebruikt. De belegger is moree verplicht, zo te beleggen, dat de productie van nuttige goederen wordt vergroo: en de werkloosheid wordt verminderd. De staat mag pas ingrijpen, wanneer dt bezitter zîjn zedelijke verplichtingen verzaakt.. Een toelichting op deze encycliek verscheen tijdens de bezetting van de hanc van dr. mr. Angelino O.F.M., onder de titel "Richtlijnen voor Maatschappelijk Herstel". Terloops wijzen wij er op, dat deze toelichting op het aan het Nazi stelsel officieel vijandelijke corporatieve stelsel, ongehinderd door Rauter en Seys! lnquart, aedrukt en verspreid kon worden. Pater Angelino maakt in dit werkje een zeer belangrijke opmerking. Hij zegt n.l., dat de in de éncycliek verdedigde opvattingen "niet sp.ecifiek katholiek" zijn, maar dat zij steunen op "het inzicht in de natuurlijke verhoudingen". Zij zijn dus niet op de katholieke geloofsleer gegrondvest, een omstandigheid, die voor den overigens trouwen aanhanger der katholieke Kerk van groot belang is. Zij sluit 312

11 n.l. niet uit, dat hij zonder in botsing te komen mel godsdienstige leerstellingen, het recht heeft, crilisch Ie slaan legenover deze meningen. Hij heeft daarvoor alle reden, wanneer hij slechts in het oog houdt, dat men elementen van de solidaristische gedachtengang zeer duidelijk terug kan vin_den in de verkiezingsprogramma's van de Partij van de Vrijheid en van de beide overige rechtse partijen. Dit is overigens slechts een bevestiging van de stelling van pater Angelino en zij bewijst, dat de Katholieke theorie door bepaalde machtige groepen van het groot-kapitaal gezien wordt als een mogelijke grondslag voor hun toekomstige politiek. Het katholieke plan tot ordening van de * maatschappij gaat in tegenstelling tot de marxistische theorie van de gedachte uit, dat.,kapitaal",,.ondernemer" en,.arbeid" evenwijdige belangen hebben, die slechts door een nieuwe vorm van samenwerking ten volle tot hun recht komen. Pater Angelino schrijft:,.doordat in de maatschappij kapitaal en arbeid samenwerken, ontstaat er meer rijkdom dan aanwezig zou zijn wanneer beiden gescheiden bleven. Dan werden immers de mogelijkheden op het gebied van productie niet ten volle verwezenlijkt. Beide behoren dus als regel uit de samenwerking meer terug te ontvangen dan zij er in gestoken hebben." Deze stelling wordt misschien nog duidelijker, wanneer wij de zaak omkeren. Volgens de corporatieve opvatting zouden dus "kapitaal" en "arbeid" beiden rijkdom voortbrengen, ook al blijven zij "gescheiden". Maar minder dan wanneer zij samenwerken. Wij moeten echter constateren, dat in het geheel geen rijkdom wordt voortgebracht, wanneer "kapitaal" en "arbeid" gescheiden blijven. In de meeste gevallen is juist het omgekeerde het geval. Een stilliggende kolenmijn (wier voorraad niet-gedolven kolen en installaties kapitaal vormen) gaat in waarde achteruit door verval en het verouderen van de installaties. Hetzelfde geldt voor elke fabriek, voor rubberplan'tages, enz. enz. Anderzijds zouden de goudvelden van Zuid-Afrika of de kolenmijnen van Zuid-Limburg voor de mensheid volstrekt geen waarde hebben of enigerlei kapitaal vormen, wanneer er geen arbeiders gevonden konden worden, om het goud of de kolen naar de oppervlakte te halen. Een fabriek voor het vervaardigen van bontjassen, gebouwd in het centrum van de Sahara-woestijn zou om soortgelijke redenen minder waard zijn dan oud roest. Geen enkele kapitalist zou bereid zijn aandelen te kopen van een maatschappij die het plan heeft opgevat om op dezelfde verlaten plek een fabriek te bouwen voor het vervaardigen van - laten we zeggen - rijwielen of scheepsmotoren. Om de eenvoudige reden, dat de nodige arbeiders niet gevonden kunnen worden (om niet te spreken over de afwezigheid van elke mogelijkheid tot afzet). Maar dezelfde kapitalisten zijn wel bereid, om geld voor te schieten voor het bouwen van een nieuwe kolenmijn in Limburg, omdat ze weten dat de nodige arbeiders wèl gevonden kunnen worden en de afzet van de producten volgens menselijke berekening verzekerd is. Deze simpele voorbeelden illustreren slechts het feit, dat de mogelijkheden tot voortbrenging van nieuwe waarden niet "onvolledig" (zoals de solidaristische theorie beweert), maar in het geheel niet verwezenlijkt worden, zolang er aan een voorhanden grondstof of productiemiddel geen arbeid te pas komt. De kapitalist kan derhalve ook slechts nieuwe waarde aan zijn kapitaal toevoe9en, door arbeiders aan dit kapitaal, d.w.z. deze productiemiddelen te werk te stellen. Niettegenstaande de foutieve theoretische grondslag van de solidaristische zienswijze, zou men. natuurlijk vol kunnen houden, dat kapitalist en arbeider toch gemeenschappelijke belangen hebben. Ook deze stelling wordt door de socialistische arbeidersbeweging afgewezen. En wel om twee redenen. Ten eerste omdat in het kapitalistische stelsel niet de behoefte van de serneenschap bepaalt, wat voortgebracht moet worden, maar het winstbelang van den kapitalist. Hierin staat de socialistische opvatting niet alleen. Angelino beaamt deze stelling. Zelfs,.Trouw" schreef in bezettingstijd eens:,.men produceert datgene wat men met winst verkopen kan. Het kan echter zeer wel zijn, dat uit een oogpunt van algemeen belang dit bedrijf niet wenselijk is." 3t3

12 l:n de eveneens conservatieve Ëngelse econoom Carr verklaart In zijn boek,.conditions of Peace":,.De productie bepaalde... wat zou worden geconsumeerd. Dit geschiedde binnenlands door de consument te bewegen bepaalde artikelen te kopen (cadeaustelsel, reclame); internationaal: door alleen uit een ander land te importeren als dat land bepaalde exportartikelen wilde opnemen in ruil daarvoor... Dit is een om kering van wat moet geschieden, n.l. dat de consument uitmaakt, wat geproduceerd moet worden." De belangrijkste consument is evenwel de arbeider. Hij komt dus reeds om deze reden voortdurend in botsing met de belangen van den kapitalist. De tweede nog belangrijker reden voor de afwijzing van de bewering dat kapitalist en arbeider gemeenschappelijke belangen hebben komt voort uit de economische verhouding van den een tot den ander. Het solidarisme zegt, dat de arbeider belang heeft bij de welvaart van zijn bedrijf. Dit is natuurlijk in zekere zin juist. De arbeider heeft echter geen belang bij de winst van den kapitalist. Maar onder onze verhoudingen hangt de,.welvaart" van het bedrijf niet af van de hoeveelheid producten die het voortbrengt of van de maatsc~appelijke nuttigheid van deze producten, doch van de winst die er mee gemaakt kan worden. De zojuist genoem de prol. Carr beweert dan ook (om de gedachte van de beweerde gemeen schappelijke belangen kracht bij te zetten), dat zowel arbeider als kapitalist belang hebben bij hoge prijzen voor de goederen, die in,.hun" bedrijf worden voort gebracht. Hij vergeet daarbij echter, dat wij hier niet te maken hebben met de subjectieve belangen van een individuele arbeider, die misschien door werkloosheid wordt bedreigd, wanneer,.zijn" bedrijf geen winst meer kan maken. Wij hebben hier te maken met.de objectieve belangen van de arbeidersklasse. En die vereisen juist zo laag mogelijke prijzen, omdat door het algemene prijspeil en niet door de prijzen van het speciale product van een individueel bedrijf, de koopkracht van het loon wordt bepaald. De fout van de solidaristische zienswijze ligt in haar subjectiviteit. Het zijn niet alleen de verhoudingen in een bepaald bedrijf, die de levensomstandigheden van den arbeider bepalen, maar de verhoudingen in het maatschappelijk geheel. In de maatschappij echter staan het winststreven van de kapitalisten en het streven van de arbeidersklasse naar betere levensverhoudingen als onverzoenlijke tegenstelling tegenover elkaar. En dit is de bron van alle klassenstrijd. Maar. voortbouwende op de bedriegelijke theorie van de gemeenschappelijke belangen verklaart het solidarisme, dat,.de arbeiders soms met minder dan hun eigenlijk zou toekomen, genoegen moeten nemen, ten einde de onderneming... niet geheel en al te gronde te richten". (Pater Angelino) Het in evenwicht brengen van de,.gemeenschappelijke" belangen geschiedt vol gens de leer het best in de,.beroe!)sstand'", waarin beiden, kapitalist en arbeider op grond van hun,.natuurlijke solidariteit" (Angelino) georganiseerd behoren te zijn. Aangezien zij van nature gemeenschappelijke belangen hebben, behoort volgens pater Angelino het lidmaatschap van de beroepsstand verder verplicht te zijn. Ver volgens verklaart hij, dat door de instelling van de beroepsstanden (of bedrijl schappen) de tegenstelling van aröeider en kapitalist,.in beginsel" wordt opgeheven! Uit onze voorafgaande uiteenzettingen volgt vanzelfsprekend, dat door het totstand komen van de bedrijfschappen,.in beginsel" geen enkele tegenstelling wordt opgeheven. (Dit zegt overigens nog niet, dat.de arbeidersbeweging zich principieel tegen el1ce vorm van ordening en tegen elke vorm van samenwerking moet uil spreken). In wezen erkent het solidarisme dan ook, dat met het totstandkomen van de bedrijfschappen nog niets is opgelost. Daarom o.m. het verplichte lid maatschap. Het dwangelement is onlosmakelijk aan het corporatieve stelsel ver bonden. Verplicht lidmaatschap is n.l. niet voldoende om de klassenstrijd weg te werken. De bedrijfschappen (wij blijven maar bij deze naam, omdat hij thans reeds ingeburgerd is) moeten door hun publiekrechtelijk karakter op de leden dwang kunnen uitoefenen.,.tegen weerspannigen kan desnoods met de sterke arm worden opgetreden'', zegt pater Angelino; de,.ordenende leiding" mag volgens hem niet afhankelijk zijn van de,.grillen" der betrokkenen." 314

13 Wanneer b.v. de,.grillige'' meerderheid van de betrokkenen, d.w.z. de arbeiders, hogere lonen zouden eisen, dan zou de,.ordenende" leiding deze eis kunnen afwijzen, onder verwijzing naar de gemeenschappelijke belangen. Staking zou in dit stelsel wettelijk verboden zijn. Deze consekwentie ligt in het corporatieve stelsel opgesloten en is dan ook in het program van de K.V.P. vervat. Maar daarmede is het autoritaire karakter van het corporatieve stelsel nog niet ten volle omschreven. Men zou b.v. kunnen zeggen, dat de ar-beiders ook door stakingsverbod niets tekort zouden komen, omdat zij hun vertegenwoordigers in de bedrijfschappen op democratische wijze kiezen. Daar staat echter tegenover, dat in het corporatieve stelsel in feite ook hiervan niets ter-echt kan komen. Want ook de arbeidersvertegenwoordigers in de bedrijfschappen moeten aan bepaalde voor waarden t.a.v. hun maatschappelijke en politieke opvattingen voldoen. (Men zie hiervoor Romme,,.Nieuwe Grondwetsartikelen"). Voldoen zij niet aan deze voorwaar den, m.a.w. zijn zij geen gewillige werktuigen van de kapitalistische klasse, dan zijn zij ook niet verkiesbaar. Door de uitschakeling van de vakvereniging, V!!n de directe invloed der arbeiders, door het eventueel verplichte lidmaatschap van de bedrijfschappen en tenslotte door het zorgvuldig bepalen van de meest geschikte,.arbeidersvertegenwoordigers" in de bedrijfschappen, door het verbod van staking en de publiekrechtelijke organisatie van de bedrijfschappen, zijn aldus voldoende veiligheidsmaatregelen getrol/en, om het overwicht van de kapitalisten in de bedrij/schappen ten allen tijde te verzekeren. De vraag is tenslotte nog, welke gevolgen het corporatieve stelsel voor de ondernemers zelve heelt. Een der verhoopte gevolgen is volgens Angelino de beëin diging van de concurrentiestrijd. Het bedrijfschap opgebouwd volgens de opvattingen van het corporatieve stelsel, zal evenwel het natuurlijke machtsoverwicht van de grote ondernemers bestendigen en versterken. De staat, die hiertegen zou kunnen optreden, mag immers geen voogdij over het bedrijfschap uit oefenen, hij moet volgens pater Angelino,.de zelfstandigheid der beroepsgenoten onaangetast laten". Hier wordt dus vastgehouden aan de fictie, dat de,.zelfstan dige beroepsgenoten" in het bedrijfschap onafhankelijk van hun economische betekenis invloed kunnen uitoefenen. Hij vergeet, dat de economische macht van den groten ondernemer in het bedrijfschap eveneens tot een grotere invloed zal leiden. Ook hier zou de groot-industrieel tegenover den kleinen ondernemer, de groothandelaar tegenover den winkelier staan. En juist omdat de zelfstandige machtsontplooiing van de klein e ondernemers door eigen organisatie niet in het stelsel van het solidarisme past, zal het tot bestendiging en versterking van de macht der monopolies moeten leiden. Terwijl het corporatieve stelsel dus doortrokken is van een anti-democratische, autoritaire geest, er op berekend om een einde te maken aan de zelfstandige machtsontplooiing zowel van de arbeiders als van de kleine ondernemers en zelfstandigen, geelt het de grote ondernemers juist alle middelen in de hand, om hun positie tegenover arbeiders en kleine zelfstandigen te verbeteren. Aan de klassenstrijd wordt, voor wat de arbeiders betreft, door wettelijke middelen ge poogd een einde te maken. De klassenstrijd der ondernemers tegen de arbeiders gaat ongehinderd door. Elke eis tot verbetering van de sociale positie der arbeiders kan onder verwijzing naar de niet bestaande "natuurlijke solidariteit" van den president der Koninklijke Olie of van de Unilever met den arbeider in zijn bedrijf, Ierzijde worden gelegd. De arbeiders zijn aan handen en voeten gebonden in het corporatieve stelsel, beroofd van hun middelen om aan ~un eisen kracht bij te zetten en overgeleverd aan de opvattingen van,.naastenliefde", gerechtigheid en maatschappelijke moraal van den ondernemer. Hoe wankel deze grondslag is, weten wij natuurlijk uit eigen ervaring. Het Por tugese voorbeeld, waar de ideeën van het Solidarisme sinds jaren in de practijk zijn gebracht, kan ons echter laten zien, hoe het in de practijk werkt. Daarover stellen wij ons voor, bij een passende gelegenheid een en ander mede te delen. Inmiddels beschikken wij reeds over een * practisch voorbeeld voor de wijze, waarop men het corporatieve stelsel in ons eigen land wenst te verwerkelijken. Dit voor beeld is vervat in een tegenvoorstel op het voor-ontwerp Vos voor een wet op de bedrijfschappen. Het is uitgewerkt door het Centrum voor Staatkundige Vorming, 315

14 een instelling van de katholieken.i) Dit plan beoogt in de eerste plaats om ordeening van het economisch leven te bewerkstelligen. Hiermede zullen wij ons-thanns niet bezig houden. Wij zullen slechts de vraag stellen, welke gevolgen de toepas1s sing van dit plan voor de arbeiders en de massa der kleine ondernemers ZOI)U hebben. Het bedrijfschap vormt evenals bij het plan-vos de grondslag van dit plan. Heet bestuur van zulk een bedrijfschap wordt door de arbeiders -en ondernemers sorganisaties, die lid van het bedrijfschap zijn, aangewezen. Maar de organisatie!!s zelve worden bij koninklijk besluit op voorstel van een eveneens in te stelle11n Sociaal-Economische Raad (S.E.R.) aangewezen. De arbeiders, wier lot geheeel in handen wordt gegeven van het bedrijfschap, hebben zodoende dus geen enkelde garantie dat de organisatie, waarvan zij lid zijn, hun belangen in het bedrijfschajlp kan behartigen. De S.E.R., waarin het ondernemers-element de overhand heeltft, bepaalt immers of hun organisatie in het bestuur wordt toegel1:1ten of niet. De volgende bepaling is niet minder fnuikend. Het is o.m. de taak van he\: bem\vschap om de loon- en arbeid!!voorwaarden vast te stellen. Zijn verordeninge1 hebben kracht van wet. De arbeiders, die met de vastgestelde loonvoorwaarden niet accoord gaan, zouden geen enkel wettig middel hebben, om de voorwaarden ongedaan te maken. Het plan houdt, zonder dat dit uitdrukkelijk gezegd wordt, een verbod van staking in. Zorgvuldig wordt door dit plan elke directe invloed van de arbeiders op hu1 eigen zaken geweerd. Zo is b.v. bepaald, dat de leden van het bestuur handele~ moeten zonder last of ruggespraak met de organisatie, die zij vertegenwoordiger. Daarmede wordt dus elke band tussen de vertegenwoordigers van de vakbewegii'ij in het bestuur van het bedrij/schap en hun organisatie algesneden.zij staan los vat hun org11nisaties en behoeven, ja, mogen geen opdrachten van hen, die zij vee tegenwoordigen, uitvoeren. De samenstellers van het plan achtten daarmee echter nog niet voldoend! garanties aanwezig, dat het arbeiderselement uit de bedrij/schappen geweer! wordt. Alle besluiten moeten met meerderheid van stemmen worden genomer. Dit schijnt vanzelfsprekend. Voor een democratisch gekozen parlement is dat oo: zo, niet echter voor de bedrijfschappen, waar twee groepen elkaar ontmoeten de tegengestelde belangen hebben en de verhouding, waarin hun vertegenwoordiges tegenover elkaar staan, bij voorbaat vast staat. Zelfs wanneer wij verondersteller dat alle arbeidersvertegenwoordigers werkelijk het arbeidersbelang trachten n behartigen, dan nog hebben zij altijd de hulp van minstens één ondernemer nodi1 om hun standpunt te doen zegevieren. Immers, arbeidsvoorwaarden worden met meerderheid van stemmen vastgesteld. Omgekeerd hebben de ondernemers in de practijk makkelijk spel. De vakvereni gingen zijn immers verdeeld en gezien de ervaringen, zal wel altijd een vak : verenigingsvertegenwoordiger te vinden zijn, die het standpunt van de ondernemerss deelt. In de practijk komt de voorgestelde regeling dus er op neer, dat loon voorwaarden door de ondernemers gedicteerd worden, dat de vakbeweging~ daarbij niet geraadpleegd behoeft te worden en de direct betrokkenen, de arbeiders,;, in het geheel niets te zeggen hebben. Het tweede punt betrelt de ondernemers. Volgens de opzet van de auteurs zal1l het bedrij/schap in de regel in twee "kamers" ingedeeld worden. Een economischee en een sociale. De sociale kamer bestaat voor de helft uit arbeiders- en voor dee helft uit ondernemersvertegenwoordigers. De economische heelt een meerderheid~ van ondernemers. Deze kamer regelt de prijzen van de producten, vraagstukken, van rationalisatie e.d. De leden worden, zoals gezegd door de organisaties aan- gewezen. Nu is het echter in de practijk zo, dat het bestuur van de ondernemers- organisaties door de groot-kapitalisten beheerst wordt. Het is dus ook natuurlijk. dat deze lieden in de economische kam'er worden afgevaardigd. Zij zullen daar dus het overwicht hebben. Dit komt er dus op neer, dat aan de grote ondernemen het wapen van de wet in handen wordt gegeven in de concurrentiestrijd tegen de kleinen. De economische kamer kan elke door de groot-kapitalisten gewenste maatregel tot wet verheffen, waaraan zich dan geen enkele kleine ondernemer kan onttrekken. In plaats van "ordening van het bedrijfsleven" zal het bedrijfschap dan tot taak hebben om de positie van de kleine ondernemers te ondermijnen e11 de ontwikkeling van het monopolisme te bevorde_ren. 1 ) Proeve van een ontwerp van wet op de bedrijfschappen, Utrecht

15 Hiertegen kan men inbrengen, dat boven het bedrijfschap een S.E.R. staat, die in kan grijpen, als het de spuigaten uitloopt. Maar in deze S.E.R. Is al elk spoor van democratie zoek. Twee derden van de leden worden op voordracht van de organisaties benoemd. De rest bestaat uit deskundigen, aan te wijzen door de kroon. De practijk leert ons alweer, dat deze deskundigen krachtens hun opleiding voor het merendeel op de hand van de kapitalisten zijn. In de S.E.R. hebben dus de ondernemers zonder meer de overhand. Het parlement heeft geen enkele mogelijkheid (volgens het katholieke plan dan altijd) om invloed uit te oefenen. Daartoe is alleen de minister in staat. De minister is wel verantwoordelijk aan het parlement, maar het parlement heeft geen mogelijkheid om door de bedrijfschappen uitgevaardigde verordeningen ongedaan te maken, zodat het recht van critiek en controle door het parlement slechts "academische" betekenis heeft. Men zal opgemerkt hebben, dat het plan volkomen in overeenstemming is met de corporatieve staatsidee. De bedrijfschappen, evenals de S.E.R., zoals zij in dit plan van het Centrum voor Staatkundige Vorming worden voorgesteld, zijn niet-democratische organen, waarop het volk geen enkele invloed kan uitoefenen. Zij zijn er op berekend om de arbeidersorganisaties uit te sluiten bij het vaststellen van de lonen en overige arbeidsvoorwaarden, zij moeten de vakverenigingen "overbodig" maken en de economische strijd der arbeiders door wettelijke verordeningen verstikken, zij moeten de ondernemers de vrije hand geven. Zij verschaffen aan de groot-kapitalisten een overwicht, dat tot versterking van het monopoliekapitaal moet leiden. Zij zijn machtsinstrumenten tegen de kleine ondernemers, de winkeliers en de boeren. En bovenal, zijn zij (gezien de verderstrekkende plannen van de aanhangers van de corporatieve staatsidee) het begin van een grootscheepse aanval op de democratische staatsinstellingen, die uiteindelijk moet leiden. tot vernietiging van de democratie, tot de instelling van een autocratisch bewind, tot de on!;jebreideld~ heerschappij van de monopolistische reactie. ~' Cen eeuw geleden begonnen Marx en Engels hun Communistisch Manifest met de beroemde woorden over het spook, dat rondwaarde in Europa, het spook van het communisme, en hoe alle machten van het oude Europa een heilig verbónd hadden gesloten om dat spook uit te bannen, de Paus en de Czaar, Metternich, Guizot, enz. Thans is de toestand omgekeerd. Mililoenen wenden zich tot het Marxisme; nieuwe regeringen komen tot stand met communisten op leidende posten; een nieuw Europa verrijst. Het spook is thans de schim van de oude, stervende krachten, die het fascisme brachten en die de wereld in vuur en vlam trachten te zetten teneinde hun voorrechten te behouden. Dat spook zullen wij uitbannen. Het is tijd om een eind te maken aan de vrees voor samenzwering ten aanzien van het communisme. De poging om het communisme te behandelen, alsof het een soort duister complot was, de mythen en het onzinnig geklets over politie en vijfde colonnes, - het is tijd om aan deze sensatiecampagne een eind te maken èn ernstig te willen begrijpen, waarom mililoenen thans hun vertrouwen in het communisme stellen'. (R. Palme Dutt in een lezing over "De macht van het Marxisme", gehouden bij de herdenking van de sterfdag van Marx, 14 Maart 1946). 317

16 Nationalisatie in de periode van het door S. J. Rutgers j_o/lonopoliek~pitaa~l Het systeem van vrije concurrentie heeft reeds tegen het einde van de vorigge eeuw tot dusdanige moeilijkheden en tegenstellingen geleid, dat het liberahle beginsel van geen staatsinmenging in het economisch leven moest worden letsgelaten. De geschiedenis, vooral in Engeland, met de ongebreidelde kindeerexploitatle in het begin van de negentiende eeuw en de fysieke uitputting dde bevolking, die tot massale afkeuring voor de militaire dienst leidde, bewezeen duidelijk het onhoudbare van de oude liberale opvattingen. Naast enkele wettelijkke regelingen over kinderarbeid, maximum werktijden en hygiënische maatregeleen in fabrieken en werkplaatsen kwam men al vroeg tot de overtuiging, dat somnmige bedrijven, die voor de gehele kapitalistische maatschappij van belang wareen en daarbij uit hun aard een monopolistisch karakter hadden, niet aan het particulieer initiatief konden worden overgelaten. Zij werden of door wettelijke bepalingeen aan banden gelegd, of gènationaliseer.d en wel in het belang van de kapitalistischhe ontwikkeling als geheel. Daartoe behoort b.v. het spoorwegbedrijf, dat een noodd zakelijke voorwaarde vormt voor alle andere kapitalistische ondernemingen. Waartoe een ongebreidelde particuliere exploitatie van spoorwegen leidt, leert vooral de ontwikkeling op dit gebied in de Verenigde Staten. Niet alleen beslisten in de periode van de onbeperkte vrije concurrentie de spoorwegtarieven over het wel en wee, ja over het bestaan zelf van verschillende van het spoorwegvervoer afhankelijke industrieën, maar de grond- en andere speculaties van de gro e spoorwegmaatschappijen konden bestaantie nederzettingen vernietigen en stedn in het leven roepen. Men kan nog heden langs deze spoorwegen vervallen nedrzettingen opmerken, waar oorspronkelijk een spoorwegstation was ingericht, d.t, na aankoop van gronden door de spoorwegmaatschappij enige kilometers verdfvcp daarheen werd verplaatst. Hierdoor werd de oorspronkelijke nederzetting ve- nietigd en kon de door de spoorwegmaatschappij aangekochte gronden als woo wijken enorme winsten opleveren. De wettelijke maatregelen op spoorweggebied en de nationalisatie van spoo- wegen in verschillende landen dragen zeer,duidelijk het karakter van maatregel61 in het belang van het kapitalisme als geheel, ten koste van de beperking ViJl particuliere kapitalistische belangen van bepaalde groepen. van kapitalisten. Tot deze periode van nationalisatie behoren ook de gemeentebedrijven voor Iran, gas en water, welke eveneens, zij het op meer locaal gebied, een monopolistisch karakter dragen, daar in de straten van een stad slechts één stel tramrails, één st / buizen, enz. practisch mogelijk is. Waartoe een particulier bedrijfssysteem op de.e gebieden kan leiden, leert o.a. de geschiedenis van Londen, waar tengevol~ van de concurrentie van particuliere bedrijven op het gebied der watervoorzienirg hygiënische wantoestanden ontstonden, die zelfs tot een hevige cholera-epideme hebben geleid. Hier was het algemene kapitalistische belang wel gedwongen maatregelen tot zelfbescherming te nemen. Ook maatregelen tot nationalisatie van gewestelijke of inter-gewestelijke electriciteitsnelten behoren tot deze categorie, want ook hier zou een particuliere maatschappij locaal een monopolistische positie innemen en door een eenzijdige tarievenpolitiek de verschillende industriebedrijven kunnen maken en breken. Hoewel de arbeidersbeweging deze vorm van nationalisatie steeds heelt gesteun:! en zij daarbij ook rechtstreekse belangen had, vloeien de maalregelen voort uit de ontwikkeling van het kapitalisme en uit het kapitalistische belang als geheel. Wel hadden de arbeiders in deze bedrijven belang bij nationalisatie door de grotere 318

17 rechtszekerheid en grotere stabiliteit in de lonen en arbeidsvoorwaarden. Maar hun belangen werden aan de andere kant beperkt door belemmeringen in het stakingsrecht, waardoor een snelle aanpa'ssing van de lonen aan de kosten van levensonderhoud wordt bemoeilijkt. De positie van de arbeiders in gemeente en staatsbedrijven vertoont dan ook in de latere tijd een tendens tot verslechtering, die bijv. in Nederland tot uiting komt in de levensverhoudingen van het spoorweg personeel. Dat het niet de arbeidersbelangen waren, die' de stoot tot deze nationalisatie gaven, blijkt uit de omstandigheid, dat het begin ervan ligt in een tijd toen de arbeidersbeweging nog te zwak was om een overwegende invloed uit te oefenen. Men kan niet zeggen, dat dit streven naar nationalisatie uit de eerste periode van het kapitalisme zich in een toenemend tempo heelt ontwikkeld. De aanvang leek veelbelovend en velen meenden reeds van een begin van socialisme te mogen spreken, waarbij het ene bedrijf na het andere zou worden genationaliseerd, of gemunicipaliseerd en men ongemerkt in het socialisme zou ingroeien. Deze illusie werd spoedig door de practijk verstoord, want hoewel het aantal bedrijven met een monopolistisch karakter toenam, ble,al het tempo van nationalisatie daarbij geheel ten achter, ja kwam zo goed als tbt stilstand. Oorzaak van deze stilstand waren diepgaande * veranderingen in het kapitalisme. De snel voortgaande, en in het wezen van het kapitalisme wortelende concentratie en centralisatie van het kapitaal leidde via de naamloze vennootschap en het grootbedrijf tot monopolistische samenvoegingen in trusts en reuzenconcerns. Deze nieuwe monopolies hadden niet langer een beperkt locaal-technische basis, als bijv. de gemeentebedrijven of de spoorwegen, maar een economisch maatschappelijk karakter. Hun doel was monopoliewinsten te behalen ten koste van de niet-monopolistische bedrijven door hun prijspolitiek. Het monopolistische karakter baseerde zich in hoofdzaak op de geweldige omvang en de samenhang der in het concern verenigde bedrijven, waardoor wel geen absoluut monopolie werd geschapen, maar practisch toch de concurrentie van beleggingzoekend kapitaal over langere perioden en zeer grote gebieden werd uitgeschakeld. Bovendien nam de concurrentie tussen de reuzenconcerns geheel nieuwe vormen aan. Eén van de meest werkzame vormen, waarin deze concurrentie werd gevoerd, was het gebruik maken van de Staat en zijn machtsmiddelen: internationale productieen prijsregelingen van regeringswege, diplomatieke druk, met als uiteindelijk beslissend middel het dreigen met oorlogen en het ontketenen daarvan. In deze nieuwe periode constateren we een vergroeien van het monopolistische grootkapitaal met de kapitalistische Staat en het onderwerpen van de leiding van de Staat aan de belangen van dit grootkapitaal. Dit moest tot nieuwe v1lrmen van regeringssysteem en staatsbeheer leiden. Het meest consekwente voorbeeld daarvan is het Duitse nationaal-socialisme, waarbij de staatsorganen een beslissende invloed oefenden op alle belangrijke economische verhoudingen, speciaal ook op de prijsbepaling. In de daartoe geschapen hoogste economische regelingsorganen (ordening) vinden we de namen van de leidende liguren van de grote concerns en hun zaakwaarnemers, die door hun economische macht ook de Staat beheersen. Bij een dergelijk systeem heeft nationalisatie van bedrijven met monopolistische tendenzen een geheel ander karakter. Niet de Staat nationaliseert monopolistische bedrijven, maar de grote machtige bedrijisconcerns monopoliseren de Staat. Wanneer het daarbij tot staatsbedrijven komt, als bijv. de Göringwerken, hebben deze een geheel ander karakter aan de staatsexploitatie uit een vroegere periode. Zij vormen slechts een onderdeel van de heersende macht van het monopoliekapitaal Deze macht is. gericht tegen de belangen van het niet monopolistische kapitaal, op welks kosten de extra-monopoliewinsten worden verkregen en tegen de belangen van de werkenden en de verbruikers. Hoewel in de niet-fascistische landen de * kapitalistische ordening andere vormen aanneemt, is ook daar het uitgangspunt de heerschappij van het grote en monopo listische kapitaal, dat zich in de internationale concurrentie mo et handhaven door machtsontwikkeling en imperialistische oorlogen. Nationalisatie van grote bedrijven kan daarbij naast één of ander systeem van kapitalistische ordening, een rol spelen, 3.19

18 in het belang van het monopolistische grootkapitaal en voor de betere machts ontwikkeling in de imperialistische politiek. Een de r g e I ij k e nàtionalisatie is niet in het belang van de arbeiders en van de grote massa der werkenden, die daardoor de macht van hun vijanden gesterkt zien en zelf meer rechtstreeks door de machtsorganen van de Staat in hun streven naar een betere levensstandaard en meerdere rechten worden belemmerd. Het zou een grote fout zijn, zich door de schijn te laten misleiden en zich eenvoudig aan een algemene eis, die onder vroegere verhoudingen een progressieve betekenis had, vast te klemmen, ook nadat.de verhoudingen zich radicaal hebben gewijzigd. Onder de nieuwe impe rialistische verhoudingen gaat de kapitalistische nationalisatie in de richting van staats-monopolie-kapitalisme, dat de uiterste vorm van reactie vertegenwoordigt. Het fascisme was niet alleen de meest consekwente poging in de richting van een volledige heer;chappij van het monopolistische kapitaal, maar tevens een uiterst geraffineerd ideologisch systeem om door geleerde en schoonklinkende leuzen, als zou het hier een nationale ordening betreffen in het belang der werkenden in de richting van het socialisme, een wetenschappelijke schijnleer bij de massa's ingang te doen vinden. Dit betekent echter niet, dat in de andere hoogontwikkelde kapitalistische landen, \Ie democratische staten, de ontwikkeling van het kapitalisme in een principieel andere richting zou gaan. Ook daar dwingt de internationale concurrentie tot een ordening onder leiding van het grootkapitaal, die gericht is op imperialistische machtsvergroting en oorlogsvoorbereiding. De tegenstelling tot de fascistische lan den maakte hier het gebruik van andere middelen nodig en de heersende groepen trachtten, op de grondslag van burgerlijk-democratische leuzen, tot haar doeleinden te geraken. Dit is niet alleen moeilijker en vereist grotere manoeuvreerkunst en tact, maar het bergt grote gevaren in zich voor de heersende klasse door een versterking van de macht van de werkende massa's. Wanneer deze de democra tische leuzen ernstig opvatten en tot politieke leuzen maken waarvoor zij bereid zijn te strijden, zal het de vraag zijn, of de leidende imperialistische groepen in staat zullen zijn dit verzet binnen het raam van democratische vormen te breken of het roer om te gooien en tot autocratische regeringsmetheden over te gaan. Daarbij vormt een belangrijke factor, dat het monopolistische kapitaal niet alleen de belangen van arbeiders en verbruikers in het gedrang doet komen, maar ook die van niet monopolistische bedrijven. Dit maakt een breder demo cratisch front mogelijk, ook al zal de afhankelijkheid van de kleinere bedrijven van het grootkapitaal deze bondgenoten tot een onzekere en wisselende factor maken. De periode onmiddellijk na de tweede wereldoorlog biedt zeer gunstige mogelijk heden voor een democratische strijd op brede grondslag. De heersende groepen in de geallieerde landen zijn in hun strijd tegen de fascistische staten gedwongen geweest de bevolking te mobiliseren onder democratische leuzen. De diepgaande verwoestingen en ontwrichtingen van het economische leven maken het bovendien noodzakelijk, ook na de oorlog een beroep te doen op de massa's voor de wederopbouw. Op de grondslag van de bestaande kapitalistische maatschappij zal het daarbij niet mogelijk zijn, ook maar enigszins menswaardige levensverhoudin gen te scheppen, terwijl het uitzicht op nieuwe internationale conflicten kapitaal vorming op de grondsjag van hoge winsten noodzakelijk zal doen schijnen. Dit zal dan worden voorgesteld als de behartiging \!an het a I g e m e n e belang boven de "bijzondere" belangen van arbeiders en andere werkers met hoofd en hand. In deze nieuwe periode van strijd krijgt * ook de "nationalisatie" een nieuwe bete ken is. Deze kan een strijdleuze worden te ge n het grootkapitaal, indien zij gepaard gaat met een politieke en economische strijd voor democratie en tegen de monopolistische en imperialistische machtsposities. De monopolisten zouden de Staat willen gebruiken voor een overheersing van hun belangen met behulp van een kapitalistische ordening zonder nationalisatie der bedrijven, met een schijn democratie als demagogische maskering. Daartegenover dient te worden gesteld nationalisatie van de grote monopolistische bedrijven en een democratische staats vorm, waarin de werkende massa's een beslissende stem hebben. Bovendien een werkzame democratische controle op de genationaliseerde bedrijven en uitschake ling van de invloed van financiersbelangen op deze bedrijven, door nationalisatie 320

19 Van de grote banken en geidinstituten. Öm dit te bereiken is het van belang, dat de strijd voor nationalisatie op de juiste wijze wordt gevoerd, teneinde te voorkomen, dat de reactie deze tenslotte voor haar imperialistische doeleinden zal gebruiken. Nodig is daarvoor een juiste keuze h o e de nationalisatie zal plaats vinden en welke bedrijven daarvoor allereerst in aanmerking komen. De eerste vraag omvat mede het probleem van de schadevergoeding aan de voormalige eigenaren en aandeelhouders. Kosteloze onteigening is een revolutionaire eis, waarvoor de verhoudingen in West-Europa thans niet aanwezig woraen geacht en die bovendien een gehele reeks van gelijktijdige maatregelen noodzakelijk zou maken. Maar aan de andere kant vereist het karakter van dezé nationalisatie als strijdmiddel tegen het grote kapitaal, dat niet eenvoudig de beurswaarde der aandelen wordt vergoed, b.v. door de uitgifte van een overeenkomstig bedrag aan staatsobligaties. Het bijzondere karakter van deze nationalisatie verlangt, dat niet de beurswaarde, maar de reële waarde van de ondernemingen als grondslag voor de schadevergoeding wordt gekozen. De beurswaarde immers baseert zich op de verwachting van toekomstige winstuitkeringen; zij stelt de gekapitaliseerde toekomstige winst voor. Nu het de uitgesproken bedoeling is, deze winsten voor de te nationaliseren bedrijven voor de toekomst te doen ver vallen, verliest deze beurswaarde iedere zin. Het karakter van aandelen is trouwens steeds speculatief en tal van oorzaken kunnen ertoe leiden, dat de beurswaarde plotseling daalt of zelfs geheel verloren gaat. Het besluit tot nationalisatie en tot opheffing der toekomstige winsten zal een dergelijk gevolg moc~ten hebben. Het is dus logisch uit te gaan van de reële waarde, d.w.z. van de waarde der gebouwen, machines, voorraden, e.d. Daarbij zal rekening zijn te houden niet alleen met slijtage en andere.stoffelijke waardeverminderingen, maar ook met de z.g. morele slijtage, d.w.z. met de achteruitgang in waarde door verouderde methoden, inrichtingen en m11chines. Een herwaardering op deze basis zal allereerst nodig zijn en daarna zal rekening zijn te houden met alle verplichtingen en schulden, waaronder obligatieleningen e.d., van het betreffende bedrijf. Voor het overblijvende bedrag zou dan pond pondsgewijze schadevergoeding kunnen worden betaald aan de aandeelhouders, in de vorm van speciale staatsobligaties. Deze bijzondere staatsobligaties voor schadevergoeding zullen tegen een matige rente moeten worden uitgegeven en de aflossing over een lange periode worden verdeeld. Betaling van rente en aflossing zal ten laste moeten komen van de te nationaliseren bedrijven. Daartoe.zou een "Nationaal Industrie Fonds" kunnen worden gesticht, waaraan het karakter kan worden gegeven van een financieringsfonds voor de genationaliseerde industrie. Een tweede punt van belang is de w ij ze, * waarop de genationaliseerde bedrijven moeten worden georganiseerd. Er zullen waarborgen moeten zijn, zowel voor een rationele en zuinige bedrijfsvoering, als voor een beheer ten bate van de volksmassa's. Het beheer mag niet eenvoudig een voortzetting zijn met de oude methoden en door de oude bedrijfsleiders, wier belangen met het financieringslcapitaal zijn vergroeid. De eis van zaakkundigheid zal het gewenst maken, dat een groot deel van het technisch en administratief personeel zijn functies blijft waarnemen. Voor velen van hen zal de overgang niet ingrijpend zijn en zij zullen in verschillende opzichten in betere condities komen. Met vaste hand dienen echter reactionaire elementen in de hogere leiding, die tot verwaarlozing van hun Caak of zelfs tot sabotage zouden willen overgaan, te worden verwijderd. Burocratische verstarring en bevoorrechting van politieke of andere vriendjes dient met grote beslistheid te worden tegengegaan. De moderne vormen van grootbedrijf en wetenschappelijke methoden van beheer maken het mogelijk, aan persoonlijk initiatief en aan persoonlijke verantwoordelijkheid voor de verschillende bedrijfsonderdelen een grote plaats in te ruimen. Het is noodzakelijk, dat volledige openbaarheid en een uitgebreide medezeggenschap der arbeiders verzekerd is en democratische controle wordt uitgeoefend. Deze controle zal er voor moeten waken, dat geen invloeden van de oude particuliere belangen het genationaliseerde bedrijf kunnen beheersen. Zij zal in het algemeen belang een strijdbaar en progressief karakter moeten hebben en zal moeten kunnen steunen op een demo cratisch parlement. Nauwe samenwerking met de vakbeweging en met organisaties van intellectuelen op het gebied van techniek, administratie en bedrijfsbeheer en van verbruikers, als huisvrouwen, coöperaties e.d., zal de controle effectief moeten 321

20 maken. Steeds zal in het oog zijn te houden, dat nationalisatie zowel de macht van het grootkapitaal kan versterken, als de macht van de democr;~tische volks massa's en dat het hier betreft een strijd- om het karakter en het wezen van deze nationalisatie. Ondanks de gevaren die aan nationalisatie in de periode van het imperialisme verbonden zijn, zal het aanbeveling verdienen onder de machtsverhoudingen van na de oorlog naar een zo ruim mogelijke nationalisatie te streven. Daartoe komen allereerst in aanmerking sleutelindustrieën, die door hun monopolistisch karakter de overige industrieën van zich afhankelijk maken; de productie van steenkolen en van belangrijke grondstoffen, moderne energiebronnen als electriciteit en petroleum en de grote transportmiddelen. Voorts concerns op het gebied van de Yoedselindustrie en de vervaardiging van massa-verbruiksgoederen,die bij de voor ziening in de behoeften der werkende bevolking een rol spelen. Met ne\ oo\j op de centrale positie, die de banken in het moderne economische leven innemen en de contrêle die zij over een groot deel der industrie uitoefenen, zal nationalisatie van banken en financiële instellingen een belangrijke stap kunnen zijn naar een democratische beheersing van het bedrijfsleven. Het is duidelijk, dat het grootkapitaal zich tegen een dergelijk streven zal verzet ten en de voorkeur zal geven aan een poging tot ordening onder leiding van de grote bedrijven en in het belang van de monopolistische concerns. Dit zal aan de eis tot nationalisatie het karaktér van strijd geven en deze strijd zal moeten worden gevoerd in nauwe samenhang met een strijd om de leiding in een democra tische staat. Zelfs al zou deze strijd voor nationalisatie slechts een gedeeltelijk succes hebben en het grootkapitaal erin slagen, een belangrijk deel van de leiding voorlopig aan zich te trekken, dan nog kan deze strijd als een progressieve étappe worden be schouwd in de algemene ontwikkeling. Voorwaarde is slechts, dat het strijdk a r a k t e r voorop blijft staan en dat de democratische krachten niet ophouden de grootkapitalistische invloeden te critiseren en te bestrijden en een werkzame confrêle op deze genationaliseerde bedrijven uit te oefenen. Steeds moet er weer de nadruk op worden gelegd, dat de grootkapitalistische invloeden op de voor het economische leven beslissende nationale industrieën het imperialisme dienen en tot nieuwe internationale conflicten en wereldoorlogen aanleiding moeten geven. In en door de strijd om de leiding van deze bedrijven, die een onderdeel vormt van de grote strijd om de politieke leiding in de Staat, zullen de krachten ontstaan en gestaald worden voor de opbouw van de nieuwe toekomst. Doel van de nationalisatie op democratische grondslag is deze te doen strekken In het algemeen belang van de werkende bevolking. Dit doel vereist een pi a n m at i ge p r o d u ct i e, gericht op het verbruik zowel van levensmiddelen in de uitgebreidste zin als van grondstoffen voor de industrieën van verbruiksartilte\en. W."nneer eenmaal een ernstig begin met de nationalisatie wordt gemaakt en het gelukt de belangen van het grootkapitaal door democratische machtsvorming builen de genationaliseerde bedrijven te houden, zal dit een uitgangspunt kunnen vormen voor een St a at s p I a n voor productie en verdeling. Dit plan zal onvolkomen moeten zijn, zolang nog op een aantal bedrijven onder particulier beheer slechts indirect zal kunnen worden ingewerkt en hiervan doorbrekingen van het plan en economische crisissen telkens weer het gevolg kunnen zijn. De practijk zelf zal er op deze wijze toe leiden, dat de nationalisatie zich over steeds meer dere bedrijven van nationaal belang zal moeten uitbreiden. Dit zal aan de ene kant de weerstand doen toenemen, aan de andere kant de volksmassa's aansporen voor een democratische leiding over deze staatsbedrijven en in de staatsorganen te strijden. De overwinning in deze strijd beslist over de mogelijkheid tot verwezen!ijking van het S o c i a I i s m e. 322

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2007 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2007 - I De koloniale relatie Indonesië-Nederland + Het Indonesisch-Nederlands conflict 1945-1949 Gebruik bron 15. 1p 22 Wat was een gebruikelijke route van VOC-schepen naar Indonesië? A route 1 B route 2 C route

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal? verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. 1 Diederik van Vleuten vertelt hier over zijn familiegeschiedenis in Nederlands-Indië. Wat vind je van zijn verhaal? 23 a thema

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I Van kind tot burger: Volksopvoeding in Nederland (1780-1901) De Calvinisten hechtten er veel belang aan dat de mensen zelf de Bijbel konden lezen. 1p 1 Welk gevolg had dit voor het onderwijs in de Republiek?

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b Bijlage VMBO-KB 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke prent over een biddende fabrikant (1907): Onderschrift

Nadere informatie

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent Indonesian Times 28-12-1949 blz.2 eindelijk onafhankelijk!! blz. 5 het dagelijks leven en advertentie Blz. 3 onafhankelijkstrijd? blz.6 eerlijke strijd? blz. 4 toch niet vrij? en spotprent blz.7 column

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië In 1596 bereikte een Nederlandse expeditie onder Cornelis de Houtman Bantam. 2p 1 Leg uit welk verband er bestaat tussen deze expeditie en

Nadere informatie

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING VAK: NIVEAU: GESCHIEDENIS MAVO De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

CPN. Manifest der Communistische Partij

CPN. Manifest der Communistische Partij CPN Manifest der Communistische Partij Een spook waart door Nederland het spook van het communisme. Alle machten van het oude Nederland hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden,

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003 Examenopgaven VMBO-KB 2003 tijdvak 1 woensdag 21 mei 09.00-11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b Bijlage VMBO-KB 2007 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Over een demonstratie op 15 maart 1848. Grote opschudding bij de regering en het

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-I Van kind tot burger: Volksopvoeding via het onderwijs in Nederland (1780-1920) Patriotten gaven aan het begrip burger een nieuwe betekenis. 2p 1 Noem deze nieuwe betekenis en geef aan tot welke visie op

Nadere informatie

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht. REGERINGSCOMMISSARIS IN ALGEMENE DIENST MINISTERIE VANALGEMENE ZAKEN Kenmerk: Nr. 3H7/HP/69. Bijlage(n): één. Onderwerp: Weekoverzicht. 's-gravenhage, 19 juni 1969' Plein 1813 nr. 4 Hiermede heb ik de

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 9.00 12.00 uur 20 02 Voor dit examen

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie

Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid Indonesie Samenvatting Geschiedenis Onafhankelijkheid I Samenvatting door een scholier 956 woorden 17 januari 2004 4,4 48 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Multatuli is de grondlegger van de ethische koers. KPM:

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 1 woensdag 21 mei 09.00-11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-D Gebruik het bronnenboekje. Dit examen

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië De volgende gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederlands-Indië staan in willekeurige volgorde: 1 Johannes van den Bosch introduceert

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de landen die Napoleon veroverde, voerde hij een beleid dat: enerzijds paste binnen het gelijkheidsideaal van de Franse Revolutie

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u? Landenspel Korte omschrijving werkvorm: In deze opdracht wordt de klas verdeeld in vijf groepen. Iedere groep krijgt een omschrijving van een land en een instructie van de opdracht. In het lokaal moeten

Nadere informatie

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960

LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 Behoort bij schrijven no. 557»6?3 LANDELIJKE CONFERENTIE VAN DE SWP OP 1 en 2 OKTOBER 1960 S a m e n v a t t i n Op 1 en 2 oktober 19^0 hield de Socialistische Werkers Partij te Amsterdam een landelijke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100 15 (1992) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 100 A. TITEL Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië Gebruik bron 1. Bij elk bronfragment past één van de volgende, in willekeurige volgorde staande, onderwerpen: 1 de Bersiap-tijd; 2 de Napoleontische

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Rode Jeugd. wil aktie

Rode Jeugd. wil aktie Rode Jeugd wil aktie Onze aktie richt zich eerst op de grootste wantoestandenezoals op de schandalige uitbuiting van de jeugd door de jeugd.lonen 7 de lange werktijden on bet behandelen van de jongeren

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2003 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2003 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOLONIALE RELATIE INDONESIË - NEDERLAND + HET INDONESISCH NEDERLANDS CONFLICT 1945 1949 1p 1 De VOC kreeg van de Staten-Generaal

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

5,7. Opdracht door een scholier 1331 woorden 3 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Wat staat er in dit werkstuk?

5,7. Opdracht door een scholier 1331 woorden 3 december keer beoordeeld. Geschiedenis. Wat staat er in dit werkstuk? Opdracht door een scholier 1331 woorden 3 december 2001 5,7 56 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Wat staat er in dit werkstuk? Dit werkstuk gaat over de Spaanse Burgeroorlog (1936 1940) en dan voornamelijk

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2003 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2003 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOLONIALE RELATIE INDONESIË NEDERLAND + HET INDONESISCH NEDERLANDS CONFLICT 1945 1949 Gebruik bron 1. 1p 1 Er is een verschil

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOUDE OORLOG + NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG Gebruik bron 1. 1p 1 De bron maakt duidelijk dat de

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examenopgaven VMBO-BB 2003 Examenopgaven VMBO-BB 2003 tijdvak 1 donderdag 22 mei 09.00-10.30 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE BB Beantwoord alle vragen in het uitwerkboekje. Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II Van kind tot burger: Volksopvoeding via het onderwijs in Nederland (1780-1920) Gebruik bron 1. Op grond van deze bron kan Hermanus Johannes Krom gezien worden als een voorbeeld van een Nederlandse patriot.

Nadere informatie

Союз СоветскихСоциалистических Республик

Союз СоветскихСоциалистических Республик Союз СоветскихСоциалистических Республик SojoezSovjetskichSotsialistitsjeskichRespoeblik http://www.youtube.com/watch?v=hle4inigsee&feature=related De Romanovs De Romanov familie komt in 16313 aan de macht

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

PRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING

PRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING PRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING Er is een dringend tekort aan grondstoffen voor de Nederlandsche industrie en het Nederlandsche ambacht. Voor het herstellen van beschadigde huizen is hout, glas,

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Eindexamen filosofie havo 2007-I Opgave 2 Sociale utopieën tussen fantasie en werkelijkheid 8 maximumscore 3 het noemen en uitleggen van het principe van Bloch: hoop 1 een toepassing van het principe hoop op het ontstaan van utopische

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl) Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I Historisch overzicht vanaf 1900 16 maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord is (twee van de volgende): tanks vliegtuigen onderzeeërs vlammenwerpers gifgas mitrailleurs per juist voorbeeld 1 Ook

Nadere informatie

Eén Korea, twee landen

Eén Korea, twee landen 1 Doelgroep De lesbrief is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw vmbo, havo en vwo. Het uitwerken van de opdrachten kost de leerling ongeveer een tot anderhalf lesuur (van 50 minuten). De onderzoeksvragen

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-GL en TL 2005 Examen VMBO-GL en TL 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een museum uit die tijd. Openluchtmuseum

Nadere informatie

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc7 /J 4 i*^7 Datum: </~&' M I N I S T E R I E VAN B U I T E N L A N D S E Z A K E N 'S-G R AVE N H AG E 2C. y. s 7 / /On V E R Z O E K E BI) B E A N T W O O R D I N G. K E N M E R K, O N D E R W E R P, D A T U M EN N U M M Ministerraad,

Nadere informatie

Arbeiders organiseert u! CNV Senioren 29 maart 2017

Arbeiders organiseert u! CNV Senioren 29 maart 2017 Arbeiders organiseert u! CNV Senioren 29 maart 2017 Industriële revolutie Engeland, Frankrijk en België ontwikkelen Nederland tot 1850 achtergebleven De arbeidersklasse Werken in fabrieken Arbeidersklasse

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

TRIPARTITE VERHOUDING

TRIPARTITE VERHOUDING ThvG/NR Mij is gevraagd om vandaag 1 mei 1988 een korte toespraak te houden via A.T.V.. Ik heb gedacht om op deze dag te praten over de TRIPARTITE VERHOUDING. Maar alvorens dit te doen is het misschien

Nadere informatie

Toespraak van Anouchka van Miltenburg, Voorzitter van de Tweede Kamer, bij de bijeenkomst van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, op 14 augustus 2015 in de Tweede Kamer We dachten dat we na de capitulatie

Nadere informatie

A L G E M E E N M A A R T

A L G E M E E N M A A R T A L G E M E E N Oorlogsbron van de Maand M A A R T 2 0 1 7 De Oorlogsbron van de Maand is ontwikkeld om tussendoor of als start van een les uit te voeren. Het is een korte opdracht waarbij leerlingen en

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL 2005

Bijlage VMBO-GL en TL 2005 Bijlage VMBO-GL en TL 2005 tijdvak 1 GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Bronnenboekje 500010-1-582b DE KOUDE OORLOG NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG + bron 1 de verdeling

Nadere informatie

De Bijbel open (07-12)

De Bijbel open (07-12) 1 De Bijbel open 2013 48 (07-12) Stel je voor, bovenop een kerktoren zie je een zwaard, geen haan of een kruis, maar een zwaard. Dat zouden we wel vreemd vinden. Want wat heeft de kerk en het christelijk

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00. SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Aangenomen resolutie van het MSEUE (Den Haag, 11 Oktober 1953)

Aangenomen resolutie van het MSEUE (Den Haag, 11 Oktober 1953) Aangenomen resolutie van het MSEUE (Den Haag, 11 Oktober 1953) Source: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam. Partij van de Arbeid (PvdA) 1946-1966 (- 1967). Commissie Buitenland

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010 Dames en heren, [Inleiding] In de zomer van 1946 voer een schip van Thailand naar Nederland. Een kleine Nederlandse

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden Toets 1 - antwoorden Geloof (1-11) Lesstof: Hoofdstuk 1 1. Wat is noodzakelijk om van God te kunnen ontvangen? Geloof [1] 2. Noem vier uitingen van geloof. - Geloof voor redding [1.2] - Geloof en werken

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2004 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2004 - I E KOUE OORLOG + NEERLN EN E VERENIGE STTEN N E TWEEE WERELOORLOG 2p 24 Hieronder staan vijf voorstellen voor afspraken over uitsland na de Tweede Wereldoorlog: 1 uitsland moet gedemilitariseerd worden.

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Bronnenboekje GT-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke tekening (rond 1900), met als titel:

Nadere informatie

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Arigato opdrachtenblad Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Lesuurpakket Arigato Thema s: oorlogsverleden; mensenrechten; vergeven; herdenken. Verdiepingsopdrachten:

Nadere informatie

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2 samen te werken. Volgens de fractie is artikel 12a van het Statuut gebaseerd op twee waarden: gelijkwaardigheid van de landen en de vrijheid van de landen om samen te werken. De fractie citeert uit de

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Nieuwe ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog Nieuwe machtsverhoudingen: Verenigde Staten en de Sovjet-Unie nieuwe supermachten

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913 HONDERD JAAR GELEDEN aflevering 12 Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913 Een vast onderwerp waaraan in de kranten aandacht werd besteed, was de oorlog op de Balkan. Turkije was er bij betrokken

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING Domènec Melé CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING Inleiding op de sociale leer van de Kerk 2018 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... 9 INLEIDING... 13 Hoofdstuk I DE SOCIALE LEER VAN DE KERK... 17 De maatschappelijke

Nadere informatie

Binnenlandse Veiligheidsdienst

Binnenlandse Veiligheidsdienst Binnenlandse Veiligheidsdienst Ministerie van Binnenlandse Zaken 31034 I"»H t vv T -r -r- * * 4- -f -1- -f + +4- i-r- 4- -fr * * -f T -f- -f ir. A j-. ^ -i. j- Postadres Postbus 20011 2500 EA 's-gravenhage

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Adolf Hitler In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij was de leider van de nazi-partij. Hij zei tegen de mensen: `Ik maak van Duitsland

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK INHOUDSTAFEL INLEIDING Een integraal en solidair humanisme a) Bij het aanbreken van het derde millennium 1 b) De betekenis van dit document 3 c) Ten dienste van

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-12-2-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een beschrijving van een politieke stroming (rond 1870): Zij

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie