NOTA VAN ZIENSWIJZEN CONCEPTNOTA ANTENNEBELEID

Transcriptie

1 NOTA VAN ZIENSWIJZEN CONCEPTNOTA ANTENNEBELEID Versie: 14 oktober 2010

2 1. INLEIDING Vanaf 14 oktober 2009 tot en met 24 november 2009 heeft de conceptnota antennebeleid voor zes weken ter visie gelegen. Het was voor een ieder mogelijk tegen deze conceptnota een zienswijze in te dienen. Er zijn in totaal 13 zienswijzen ingediend. Op basis van de ingediende zienswijzen is het antennebeleid op onderdelen aangepast. Daarnaast is aan het antennebeleid het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan toegevoegd en is het beleid hierop aangepast. Tot slot is het antennebeleid aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze nota, behorende bij het vast te stellen antennebeleid wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders voorgelegd. De besluitvorming hierover staat gepland voor 28 oktober

3 2. ZIENSWIJZEN De volgende personen en instanties hebben bij de gemeenteraad een zienswijze ingediend: 1. G.H.J. Janssens Dr. J.M. den Uylstraat NJ 2. W. Trouwborst Dr. J.M. den Uylstraat NJ 3. F.E. Houwink Mr. L.R. Peletierstraat NL 4. M. Houwink Mr. L.R. Peletierstraat NL 5. M.R. van der Ben Dr. J.M. den Uylstraat NJ 6. R. Gill Dr. J.M. den Uylstraat NJ 7. Cas Zweere Dr. J.M. den Uylstraat NJ 8. H.A. van Gent Dr.W. Dreesstraat NS 9. J. Smits Prof. Mr. P.J. Oudstraat ND 10. H. van Delen Prof. Mr. P.J. Oudstraat ND 11. Jan van Esch Dr. A. Vondelingstraat NH 12. L. de Ridder W.H.J. Welten J.A. Compier F.A.C. Zweere 13. Jan van Esch M. Fernandes Pedra W. Trouwborst F.E. Houwink M. Houwink H.A. van Gent M.R. van der Ben J. Smits H. van Delen Frederik van Eedenstraat 3 Dr. H.B. Wiardi Beckmanplein 30 Dr. H.B. Wiardi Beckmanplein 311 (voorzitter v.v.e. app. Nr. 101 t-m 403 Dr. J.M. den Uylstraat 29 Dr. A. Vondelingstraat 14 Dr. A. Vondelingstraat 18 Dr. J.M. den Uylstraat 27 Mr. L.R. Peletierstraat 6 Mr. L.R. Peletierstraat 8 Dr. J.M. den Uylstraat 5 Dr.W. Dreesstraat 47 Dr. J.M. den Uylstraat 1 Prof. Mr. P.J. Oudstraat 36 Prof. Mr. P.J. Oudstraat RJ 4207 NB 4207 NA 4207 NJ 4207 NH 4207 NH 4207 NJ 4207 NL 4207 NL 4207 NJ 4207 NS 4207 NJ 4207 ND 4207 ND In dit hoofdstuk zijn de zienswijzen samengevat en staat de gemeentelijke reactie daarop vermeld. 3

4 2.1 G.H.J. Janssens Aangegeven wordt dat het doel van een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onvoldoende concreet wordt omschreven in de concept toelichting na motie. Verzocht wordt na Een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan moet onderdeel uit gaan maken van het Antennebeleid toe te voegen: Hierin worden alle intenties en ontwikkelingen van deze bedrijven in kaart gebracht, eenduidig vastgelegd en voorkeurslocaties aangegeven, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. Wij hebben het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onderdeel uit laten maken van het antennebeleid. In de toelichting is opgenomen dat de operators hun intenties en ontwikkelingen dienen af te stemmen op het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. 2.2 W. Trouwborst Aangegeven wordt dat het doel van een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onvoldoende concreet wordt omschreven in de concept toelichting na motie. Verzocht wordt na Een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan moet onderdeel uit gaan maken van het Antennebeleid toe te voegen: Hierin worden alle intenties en ontwikkelingen van deze bedrijven in kaart gebracht, eenduidig vastgelegd en voorkeurslocaties aangegeven, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. Wij hebben het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onderdeel uit laten maken van het antennebeleid. In de toelichting is opgenomen dat de operators hun intenties en ontwikkelingen dienen af te stemmen op het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. 2.3 F.E. Houwink Wanneer de gemeente zich opwerpt als volwaardige gesprekspartner bij de totstandkoming van een evenwichtig Gorcums Antenne-Plaatsingsplan, moet de gemeente een kader scheppen van beleid en regels voor niet vergunningplichtige bouwwerken. Hoe anders is de gemeente in staat om te beoordelen of een locatie die wordt voorgesteld bij de totstandkoming van een Gorcums Antenne- Plaatsingsplan een goede en verstandige keuze is. Zeker indien de gemeente eigenaar is of op andere wijze zeggenschap heeft of invloed kan uitoefenen op de beslissing van al of niet plaatsen van een antenne/installatie kan en mag de gemeente zich niet verschuilen achter het feit dat de gemeente geen toetsing kan uitvoeren. Wanneer de gemeente overtuigd is van de juistheid van haar eigen algemene regels mag ik als burger verwachten dat zij die consequent zal toepassen en haar invloed zal aanwenden om plaatsing op plaatsen waar dat niet nodig of ongewenst is tegen te gaan. Verzocht wordt aan deze bezwaren tegemoet te komen, zodat er nu en in de toekomst geen antenne/installaties worden geplaatst die niet gewenst zijn en er een evenwichtig en doordacht Gorcums Antenne-Plaatsingsplan gemaakt kan worden, waarin alleen mogelijke installaties opgenomen zijn die de toets aan de algemene regels in de nota antennebeleid kunnen doorstaan. Deze werkwijze is evenwichtig en bovenal uitlegbaar. Wij hebben het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onderdeel uit laten maken van het antennebeleid. De operators dienen hun intenties en ontwikkelingen af te stemmen op het Gorcums Antenne- Plaatsingsplan, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. Vergunningvrije antenne-installaties kunnen de operators echter in beginsel zonder tussenkomst van de gemeente oprichten. Zij zijn daarbij niet gebonden aan het door ons opgestelde beleid. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar 4

5 op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft dan echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een verplichte toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid. 2.4 M. Houwink Aangegeven wordt dat het doel van een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan onvoldoende concreet wordt omschreven in de concept toelichting na motie. Verzocht wordt na Een s Antenne-Plaatsingsplan moet onderdeel uit gaan maken van het Antennebeleid toe te voegen: Elke buiten het Antenneplan om ingediende (c.q. daarmee in strijd zijnde) aanvraag zal kritisch bezien worden, door de operationele noodzaak kritisch na te gaan en op transparante, openbaar toetsbare gronden zoals passendheid in het Antenneplan te beoordelen, en de positie van de gemeentelijke autonomie daarbij maximaal te benutten. In de toelichting hebben wij opgenomen dat elke buiten het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan om ingediende (c.q. daarmee in strijd zijnde) aanvraag kritisch zal worden beoordeeld, door onder andere de operationele noodzaak kritisch na te gaan. Bij de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties ligt dit echter anders. Vergunningvrije antenne-installaties kunnen de operators in beginsel zonder tussenkomst van de gemeente oprichten. Zij zijn daarbij niet gebonden aan het door ons opgestelde beleid. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft dan echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid 2.5 M.R. van der Ben Het concept toelichting Antennebeleid na motie geeft onvoldoende ruimte voor noodzakelijke communicatie naar burgers. Openbaarheid en transparantie zijn essentieel in de procedure bij plaatsingsaanvragen. Verzocht wordt bij punt 5. Algemene regels, als eerste tekst na Algemeen gesteld kan worden dat in te voegen: Een voorgenomen plaatsing van vergunningvrije UMTS en aanverwante antennes, voorzien van een gedocumenteerd (voorlopig) oordeel van de gemeente, zal minimaal 6 weken voor het in behandeling nemen van de aanvraag worden gemeld op de gemeentelijke advertentiepagina opdat een ieder hiervan kennis kan nemen. Voor vergunningvrije bouwwerken hoeven de operators in beginsel geen aanvraag bij de gemeente in te dienen. Deze antenne-installaties kunnen in beginsel zonder tussenkomst van de gemeente worden 5

6 opgericht en er geldt geen wettelijke publicatieplicht. Wij kunnen niet in afwijking van de wetgeving een publicatieplicht invoeren. 2.6 R. Gill In hoofdstuk 5 van het concept toelichting antennebeleid na motie wordt niet voldoende toegelicht wat de effecten zijn die vermeden worden door het voeren van een doordacht en consequent beleid. Verzocht wordt na 5 Gemeentelijk antennebeleid Vanuit de visie kan er voor de verschillende gebieden een beleidsmatige uitwerking plaatsvinden, het moet namelijk niet zo zijn dat overal antenne-installaties komen. toe te voegen: Leidraad bij het beleid en plaatsingsbeslissingen in de bebouwde kom zijn niet de bewijsbaarheid van effecten, maar juist het voorkomen van nodeloze discussies inzake gezondheid, visuele vervuiling, (vermeende) WOZ waardevermindering, maatschappelijke onrust. Wij hebben aan het Antennebeleid het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan toegevoegd. Hiermee voorkomen we het NIMBY(not in my backyard) effect, maken we op voorhand naar de burgers en operators duidelijk wat in de gemeente wel en niet mogelijk is, staan we garant voor een goede dekking en capaciteit en zijn we terughoudend in het creëren van een wildgroei van antenneinstallaties. Elke buiten het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan om ingediende (c.q. daarmee in strijd zijnde) aanvraag zal kritisch worden beoordeeld, door onder andere de operationele noodzaak kritisch na te gaan. Toetsing aan de onderstaande regels vindt echter plaats indien het een vergunningplichtige antenneinstallatie betreft. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid. Daarnaast spelen discussies inzake gezondheid en maatschappelijke onrust in het gemeentelijke antennebeleid geen rol. Het Besluit omgevingsrecht voorziet er immers in dat antenne-installaties onder voorwaarde vergunningvrij kunnen worden opgericht. Aldus heeft de wetgever in dit besluit tot uitdrukking gebracht dat het belang van het oprichten van antenne-installaties zwaarder weegt dan mogelijke maatschappelijke onrust en eventuele gezondheidsschade. Dit standpunt van de wetgever dienen wij als gemeente te respecteren. 2.7 Cas Zweere Het concept beleid beperkt zich tot bouwvergunningplichtige antenne-installaties. De gemeente zou echter al haar invloed moeten aanwenden om te voorkomen dat antenne-installaties gebouwd worden op of aan gebouwen die de toets aan de algemene regels niet kunnen doorstaan. Zeker wanneer de gemeente eigenaar is van een gebouw of op andere wijze zeggenschap heeft over het al dan niet toestaan dat een antenne-installatie wordt geplaatst, vindt reclamant dat de gemeente de algemene regels uit het beleid moet hanteren. Feit is dat de gemeente de baas is en blijft over eigendom zijnde of de door haar beheerde gebouwen en instellingen en dat zij daarover vanuit een autonome positie kan wikken en beschikken. Hiermee geeft de gemeente niet aan tegen te willen werken, maar geeft de gemeente aan dat het geformuleerde beleid serieus en doordacht is en dat de gemeente graag meewerkt aan plaatsing van installaties op plaatsen waar dat een goed idee is en die zijn opgenomen in het te realiseren antenneplan, maar dat de gemeente consequent haar invloed aanwendt om de 6

7 plaatsing van antenne-installaties tegen te gaan op plaatsen waar dat geen goed idee of onnodig is. Zulke locaties zijn logischerwijs ook niet opgenomen in het antenneplan. Het plaatsen van een antenne-installatie op de Oosterbliek zal veel onrust in de wijk veroorzaken. Daarbij spelen angst voor daling van de waarde van de woning, mogelijke gezondheidsaspecten en de energie die gestoken moet worden in juridische procedures een rol. Dit zijn zaken die de bewoners rond de Oosterbliek niet willen. Geen mast op de Oosterbliek zolang er alternatieve locaties zijn en er geen absolute noodzaak is voor de telecom-operator omdat een dekkend netwerk al gerealiseerd is. Wij hebben aan het Antennebeleid het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan toegevoegd. Hiermee voorkomen we het NIMBY(not in my backyard) effect, maken we op voorhand naar providers duidelijk wat in de gemeente wel en niet mogelijk is, staan we garant voor een goede dekking en capaciteit en zijn we terughoudend in het creëren van een wildgroei van antenne-installaties. De operators kunnen hun intenties en ontwikkelingen afstemmen op het Gorcums Antenne/Plaatsingsplan, waardoor geen verassingen meer hoeven voor te komen bij individuele plaatsingsaanvragen. Elke buiten het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan om ingediende (c.q. daarmee in strijd zijnde) aanvraag zal kritisch worden beoordeeld, door onder andere de operationele noodzaak kritisch na te gaan. Toetsing aan de (algemene)beleidsregels regels vindt echter plaats indien het een vergunningplichtige antenne-installatie betreft. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid. In het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan hebben wij de Oosterbliek niet aangewezen als voorkeurs- of ondersteunende locatie. 2.8 H.A. van Gent In het document antennebeleid beleidsregels geeft u met algemene regels voor bouwvergunningplichtige antenne-installaties aan dat deze niet gelden voor vergunningvrije antenneinstallaties. Het is niet juist de regels alleen toe te passen of van toepassing te verklaren op alleen bouwvergunningplichtige antenne-installaties. Algemene regels zouden in alle gevallen voor alle antenne-installaties moeten gelden. Dit betekent ook dat de gemeente al haar invloed zou moeten aanwenden om een plaatsing van een installatie te voorkomen indien die voorgenomen plaatsing niet voldoet aan die algemene regels, ook al is die vergunningvrij. In het geval de gemeente eigenaar is van een gebouw, kan een gemeente daarin autonoom handelen, zoals elke eigenaar over zijn eigendommen kan besluiten. Het past de gemeente om het eigen beleid in alle gevallen toe te passen op objecten of locaties die zij in eigendom heeft. Verzocht wordt om de tekst Algemene regels voor bouwvergunningplichtige antenne-installaties te vervangen door Algemene regels voor antenne-installaties. Toetsing aan de (algemene)beleidsregels vindt plaats indien het een vergunningplichtige antenneinstallatie betreft. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische 7

8 aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid 2.9 J. Smits In het kader van het geschetste beleid en met name de algemene regels kan het niet waar zijn dat de gemeente simpelweg de voorkeur heeft voor vergunningvrije antenne-installaties. De gemeente zou moeten wensen een volwaardige gesprekspartner te zijn waarbij het realiseren van een dekkend netwerk op een verantwoorde wijze mogelijk wordt gemaakt. Dat hierbij altijd de algemene regels worden gehanteerd is consequent uitlegbaar. Een voorkeur voor vergunningvrije installaties komt over als duikgedrag en misstaat een gemeente die zich opwerpt als gelijkwaardige partner bij het realiseren van een Gorcums Antenne-Plaatsingsplan. Het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan moet in alle gevallen leidend zijn voor de locaties waar antenneinstallaties geplaatst kunnen worden. Voor elke mogelijke plaatsingslocatie in het Antenneplaatsingsplan moet in eerste instantie worden voldaan aan de in het beleid beschreven algemene regels, ongeacht of een installatie vergunningplichtig is of niet. Wij hebben aan het Antennebeleid het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan toegevoegd en de beleidsregels zijn afgestemd op dit Gorcums Antenne-Plaatsingsplan. Toetsing aan de (algemene) beleidsregels regels vindt plaats indien het een vergunningplichtige antenne-installatie betreft. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid H. van Delen In de algemene regels in het concept toelichting antennebeleid wordt niet voldoende concreet omschreven wat de rol van de gemeente is als autonome beslisser. Verzocht wordt na Algemene regels toe te voegen: De gemeente zal vanuit haar positie van autonome beslisser, gemeentelijke (danwel door de gemeente beheerde) gebouwen uitsluiten als voorkeurslocatie en als principe ook uitsluiten bij individuele aanvragen, ook bij als vergunningsvrij aangemerkte aanvragen niet voldoen aan onderstaande regels, tenzij omwonenden, bewonenden en in het gebouw werkende personen te kennen geven daartegen geen bezwaar te hebben. Toetsing aan de (algemene) beleidsregels vindt plaats indien het een vergunningplichtige antenneinstallatie betreft. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische 8

9 aspecten. Uiteraard dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenne-installatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. Een toets aan de algemene regels is derhalve bij een vergunningvrije aanvraag niet aan de orde. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en MoNet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid 2.11 Jan van Esch Deze zienswijze komt overeen met de zienswijze van de heer Zweere. Voor de inhoud en de reactie daarop wordt naar paragraaf 2.7 verwezen L. de Ridder, W.H.J. Welten, J.A. Compier en F.A.C. Zweere De gemeente is en blijft de baas over de door haar beheerde gebouwen en instellingen. Dat houdt in dat zij daarover vanuit een autonome positie kan wikken en beschikken. De wijze van behandelen en honoreren van aanvragen blijven derhalve haar eigen beslissingen. Er is geen enkele reden om antenne-installaties te plaatsen op gebouwen als de Oosterbliek. Wij willen daarbij de volgende argumenten aangeven: 1. Er zijn reeds afdoende alternatieven, er is reeds voldoende dekking, en het genoemde antenne(plaatsings-)plan had reeds lang op basis van andere voorkeurslocaties ontwikkeld c.q. moeten worden. 2. De door u genoemde afweging om operators te faciliteren zijn gedateerd. 3. Het is dan ook zaak om uw bestemmings- en andere plannen eens terzake aan te passen in plaats u daarvan afhankelijk te stellen. 4. Flatgebouwen met woningen op hetzelfde niveau zijn weliswaar niet hoger gelegen, doch ondervinden eenzelfde visuele en fysieke stralingshinder van masten. Niemand weet wat de effecten daarvan op de langere termijn zijn en de door de gemeente in haar beleidsnotities aangehaalde onderzoeken zijn op dat punt van geen enkele betekenis. 5. Wij voorzien dan ook gezondheids- en aanverwante complicaties zoals deze thans spelen in flatgebouw De Lingeburcht. 6. De overheid baseert haar beleid altijd op onderzoeken, en wel (selectief) op effecten onderzoek dat een verband tussen antennestraling en gezondheidsaspecten uitsluit. Wij zijn echter ongerust, omdat talloze andere onderzoeken een dergelijk verband wel degelijk aannemelijk maken, alsmede het feit dat rond lange termijn-effecten structureel te weinig kennis bestaat. De vergelijking dringt zich op met andere probleemvelden waarbij voortschrijdend inzicht het beleid heeft ingehaald en verkeerd beleid achteraf fataal is gebleken. De zorgplicht die de gemeente heeft t.o.v. haar inwoners dient een hoger doel dan de verplichting jegens Telecom operators. Indien deze beslissing voor ons negatief uitvalt zal dat leiden tot (nodeloze, te voorkomen) schade aan onze leefomgeving en aan de marktwaarde van onze huizen. Verzocht wordt aan de bezwaren tegemoet te komen, het antennebeleid aan te passen, dat wij ons uitspreken tegen de plaatsing van een antenne-installatie op de Oosterbliek en dat de algemene regels ook in dit geval gehanteerd worden. Ten aanzien van vergunningvrije antenne-installaties kan de gemeente in beginsel geen toetsing uitvoeren, aangezien vergunningvrije antenne-installaties zonder tussenkomst van de gemeente kunnen worden geplaatst. Dit is anders indien de gemeente eigenaar is van een bouwwerk of gronden waar op of aan een antenne-installatie wordt geplaatst en daardoor privaatrechtelijk zeggenschap heeft. De zeggenschap die wij dan hebben betreft echter geen ruimtelijk-planologische aspecten. Daarnaast dient er voor gewaakt te worden dat een besluit over een vergunningvrije antenneinstallatie niet in strijd komt met de tweewegenleer. Het kan immers niet zo zijn dat wat volgens de wetgever wenselijk is, op gemeentelijk niveau via het privaatrecht alsnog wordt geblokkeerd. De autonome positie van de gemeente is derhalve beperkt. Wel vindt structureel overleg plaats tussen de gemeente en Monet, het samenwerkingsverband van aanbieders van mobiele diensten met een eigen netwerk (KPN, T-Mobile en Vodafone). Het nu voorliggende antennebeleid met 9

10 plaatsingsplan is ook besproken met MoNet. De gemeente zal in de toekomst tijdens de overleggen met MoNet sturen om de plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties, zowel op openbare gebouwen als particuliere gebouwen, te laten voldoen aan het antennebeleid Wij zijn van mening dat wij een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om medewerking te verlenen aan het plaatsen van zend- en/of antenne-installaties binnen de kaders die een gemeente daaraan stelt. In het Gorcums Antenne-Plaatsingsplan hebben wij de Oosterbliek niet aangewezen als voorkeurs- of ondersteunende locatie. De locaties die wel zijn aangewezen in het Gorcums Antenne- Plaatsingsplan worden bij de herziening van de bestemmingsplannen meegenomen. Daarnaast merken wij op dat gemeenten geen beleidsruimte hebben om de plaatsing van antenneinstallaties tegen te houden op grond van gezondheidsoverwegingen. Jurisprudentie van de Raad van State ondersteunt de stelling dat gezondheidsoverwegingen geen reden voor gemeenten kunnen zijn om de plaatsing van antenne-installaties tegen te houden. Gezondheidsoverwegingen zijn daarom niet opgenomen in het antennebeleid. Tot slot hebben wij de algemene regels zo aangepast dat antenne-installaties in beginsel ook niet geplaatst worden op gebouwen of bouwwerken die in de directe omgeving van gelijkgelegen woonbebouwing zijn gesitueerd Jan van Esch, M. Fernandes Pedra, W. Trouwborst, F.E. Houwink, M. Houwink, H.A. van Gent, M.R. van der Ben, J. Smits en H. van Delen Deze zienswijze komt overeen met de zienswijze van L. de Ridder, W.H.J. Welten, J.A. Compier en F.A.C. Zweere. Voor de inhoud en de reactie daarop wordt naar paragraaf 2.12 verwezen. 10