UNIT 2. Dagelijkse taken HOOFDSTUK. Een bad nemen

Transcriptie

1 I agelijkse taken Een bad nemen it project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. e verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die Projectnummer: LLP--03--E-A-AMP Agreement: 03-48/00 00

2 efeningen efening Luister naar de dialoog en omcirkel het juiste antwoord. Waarom heeft mevrouw e Wachter slecht geslapen? a Ze voelde zich niet lekker. b et licht in de gang brandde de hele nacht. c Er was veel lawaai op de gang. Welke oplossing stelt An voor? a An stelt voor dat mevrouw e Wachter oordoppen draagt. b An stelt voor dat mevrouw e Wachter eens gaat kijken op de gang. c An stelt voor dat mevrouw e Wachter een slaapmiddel neemt. 3 Mevrouw e Wachter neemt gewoonlijk een bad op a dinsdag. b woensdag. c donderdag. 4 Waarmee helpt An mevrouw e Wachter? a met het wassen van mevrouw e Wachters rug b met het wassen van mevrouw e Wachters haar c met het drogen van mevrouw e Wachters haar 5 a het bad doet mevrouw e Wachter haar a pantoffels aan. b kousen en pantoffels aan. c kousen en schoenen aan. efening Juist of fout? Zet een kruisje in de juiste kolom. Juist out Mevrouw e Wachter wil dezelfde kleren aandoen als woensdag. x e propere onderbroeken van mevrouw e Wachter liggen onderaan in de kleerkast. 3 An helpt Mevrouw e Wachter om haar pantoffels uit te doen. x 4 et water is te warm. x 5 Mevrouw e Wachter draagt oordoppen. x x I

3 efening 3 Antoniemen. Wat is het antoniem van? Maak juiste combinaties. nat aankleden warm proper vasthouden vuil loslaten droog koud uitkleden efening 4. et gebruik van subject en reflexief pronomen. BJEC PRME ik hij/zij/ze/het zij/ze jij wij/we u jullie Waar werkt An? Zij werkt in woonzorgcentrum e Waterlelie. RELEXIE PRME mij/me zich zich je ons u/zich je/u/zich Mevrouw e Wachter wast zich altijd zelf. Vul de gaten met de juiste subject pronomen in. Wat doet mevrouw e Wachter?... Zij/Ze wast zich. Wat doet zorgkundige An?... Zij/Ze helpt mevrouw e Wachter. 3 Waar liggen de kleren van mevrouw?... Zij/Ze liggen in de kleerkast. 4 Wat doet Jan?... ij poetst zijn tanden. 5 Wat doet imon?... ij kleedt zich aan. 6 Wat doe je?... Ik lees de krant. 7 Wat staat er in mijn agenda morgen?... Je moet naar de tandarts. 8 Wie wil er nog wat koffie?... Wij/Zij willen graag nog een beetje. 9 Wie kan ons helpen?... Jullie moeten elkaar helpen. 0 Wanneer mogen de bewoners in bad?... Zij/Ze mogen een keer in de week in bad. 3 I

4 Vul de gaten met de juiste reflexief pronomen in. Ik was... me liever zelf. Jij frist... je op aan de lavabo. 3 kleedt... u/zich uit voor u in bad gaat. 4 Maaike kleedt... zich aan nadat zij een bad heeft genomen. 5 Mijn man scheert... zich elke dag. 6 Wij drogen... ons af met een handdoek. 7 Jullie houden... je vast aan de steun. 8 e topsporters douchen... zich altijd met koud water. 9 Ze wast... zich elke morgen. 0 voelde... u/zich niet goed gisteren. efening 4. et gebruik van preposities. PREPIIE Preposities staan voor een substantief of horen bij een verbum en geven een waar waar of wanneer wanneer aan. Enkele voorbeelden zijn: voor achter naast in op door over boven onder om tegen aan binnen buiten langs bij tot naar via per VRBEEL Mevrouw e Wachter bewaart haar propere kleren onderaan in haar kleerkast. im poetst haar tanden met een elektrische tandenborstel. An dekt de tafel op zodat straks iedereen kan eten. Vul de gaten met de juiste prepositie in. Ik ga elke woensdag... in bad. Ze wassen zich... met een washandje. 3 ij droogt zich af... met een handdoek. 4 e zorgkundigen helpen de bewoners met zich... op te frissen aan de lavabo. 5 Mevrouw e Wachter doet haar kleren... uit voor ze in bad gaat. 6 Ze legt haar bril... op het nachttafeltje. 4 I

5 7 e kousen liggen... in het laadje. 8 Zorgkundige An helpt mevrouw e Wachter terug... aan te kleden. 9 e pantoffels liggen... onder het bed. 0 Ze brengt mevrouw e Wachter terug... naar haar kamer. efening 5 e individuele zorgfiche: persoonlijke gegevens Art. 8 Individuele fiche Bij de opname van een bejaarde persoon in een voorziening wordt een individuele fiche opgemaakt, met een recente foto; zij kan op elk ogenblik door de bejaarde persoon of, in voorkomend geval, door zijn vertegenwoordiger worden geraadpleegd. Je krijgt de antwoorden, benoem de titels/vragen. Bijvoorbeeld: Voornaam: Claire a... Achternaam/amilienaam : e Wachter b... Verblijfplaats : Zorgcentrum e Waterlelie c... Leeftijd : 87 d... Geslacht : vrouw e... Geboortejaar : 97 I 5

6 efening 6 Rollenspel. Vergadering met collega s. ituatie: Je bent een zorgkundige. Vertel aan je nieuwe collega wat die moet doen bij mevrouw e Wachter. Geef ook wat informatie over haar. Gebruik zo veel mogelijk steekwoorden uit de volgende kader. Je collega mag ook vragen stellen over mevrouw e Wachter. handdoeken warm water aankleden propere onderbroeken kast pantoffels dragen vasthouden tanden poetsen oordoppen eze morgen ben ik bij mevrouw e Wachter langsgegaan. Eerst heb ik haar gevraagd of ze goed geslapen had. aarna stelde ik voor oordoppen te dragen, omdat ze slecht geslapen had. Vervolgens heb ik gevraagd ik of ze al gewassen was. Ze vroeg of ze vandaag een bad mocht nemen. adat ik gepolst had bij mijn collega s, gaf ik toestemming om een bad te nemen. Voordat we naar de badkamer gingen, vroeg ik mevrouw de Wachter om eerst haar bril af te zetten. an hielp ik haar recht om haar pantoffels aan te doen. Wanneer mevrouw e Wachter klaar was, stapten we samen naar de badkamer. Eenmaal in de badkamer liet ik mevrouw de Wachter alleen, zodat ze zich rustig kon wassen. Wanneer ze klaar was, droogde ik haar haar, omdat het nog een beetje nat was. en slotte bracht ik haar terug naar haar kamer. I 6

7 Eindtest Vul de gaten in. Gebruik alleen woorden uit de lijst en pas de juiste spellings- en grammaticaregels toe. Mevrouw e Wachter heeft slecht geslapen, omdat er... lawaai was op de gang. An raadt haar aan... oordoppen te dragen. Vervolgens vraagt An aan mevrouw e Wachter of ze... zich al gewassen heeft. Mevrouw e Wachter wil vandaag een... bad nemen, hoewel donderdag normaal de dag is... waarop ze een douche neemt. 3 Mevrouw e Wachter... doet dezelfde kleren... aan als gisteren, omdat ze nog niet vuil zijn. Mevrouw e Wachter kan zichzelf... uitkleden/wassen/aankleden. 4 e... temperatuur van het water is aangenaam. Mevrouw e Wachter wast haar lichaam met een... washandje en... zeep. 5 a het bad... droogt mevrouw e Wachter... zich af met een handdoek en doet ze haar... schoenen aan om terug naar de kamer te stappen. I 7