Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving Bouwregelgeving Nr. 31 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 augustus 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 heeft op 9juni 2005 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 23 maart 2005 over Maatregelen voor de reductie van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven (29 383, nr. 26); de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 29 maart 2005 over het VROM-herijkingsproject Modernisering algemene regels (29 383, nr. 27); de brief van de minister van VROM d.d. 23 mei 2005 inzake modernisering en herijking bouwregelgeving (onderdeel VROM-vergunning) (28 325, nr. 17). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Snijder- Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (Groen- Links), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (ondervoorzitter), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF) en Veenendaal (VVD). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer-Kaya (D66), Gerkens (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Dijsselbloem (PvdA) en Oplaat (VVD). Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer De Krom (VVD) heeft reeds in het algemeen overleg van 13 december de aanpak van de bewindslieden gecomplimenteerd. Lastenvermindering moet het voor burgers en bedrijven leuker maken om in Nederland te wonen, te bouwen of te ondernemen. Als dit VROM-project slaagt, is dat een prestatie van formaat. De huidige balans laat echter zien dat burgers nog te veel last hebben van de paarse krokodil en de bureaucratische molens. Als het kabinet niet opschiet, worden de doelstellingen van 2007 niet gehaald. De huidige resultaten zijn versnipperd. Betrokkenen stellen zelfs er niets van te merken. Modernisering van de artikel 8.40-AMvB s, het invoeren van één VROM-vergunning en de uitbreiding van algemene regels kunnen echter veel verlichting brengen. De noodzakelijke veranderingen in wetgeving vergen veel tijd. Een en ander moet dan ook uiterlijk volgend voorjaar bij de Kamer liggen. De heer De Krom stipt aan dat volgende week de Task Force Vereenvoudiging Vergunningen een rapport publiceert over een beoordelingssysteem voor vergunningen en algemene regels. Kunnen de bewindslieden toezeggen dat het ministerie van VROM dit systeem gaat gebruiken? KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2005 Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 1

2 Volgens het MKB (midden- en kleinbedrijf) hebben de gezamenlijke ondernemers jaarlijks ongeveer 7 miljoen vergunningen nodig. Dat zijn er 12 tot 15 per ondernemer per jaar. Dat kost 800 mln. aan aanvragen en 500 mln. aan leges. Als deze papierwinkel met 20% afneemt, zorgt dat volgens het Economisch Instituut voor het Middenen Kleinbedrijf (EIM) voor een extra economische groei van 1,8% per jaar. De heer De Krom vindt de zware inzet op vereenvoudiging van vergunningen terecht. Negen gemeenten nemen daarbij het voortouw en gaan nog dit jaar experimenteren met de integrale VROM-vergunningen en één loket. Het ministerie moet hierbij alle hulp verlenen. Het departement van VROM moet definitief ophouden een «kop» te zetten op Europese regels, zoals bij die over de petflessen, bij het Besluit luchtkwaliteit, het EPCC-reparatievoorstel en het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Zijn er nog meer regels op dezelfde wijze behandeld? Kan de Kamer hiervan een overzicht ontvangen? De heer De Krom merkt op dat de energieprestatiecoëfficiënt per 1 januari 2006 wordt aangepast van 1 naar 0,8. Dat valt in goede aarde, mits haalbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid goed in kaart zijn gebracht. Een toelichting van de bewindslieden is dan ook gewenst. Bij het energieprestatiecertificaat moet Nederland niet verder gaan dan de Europese regel voorschrijft. Geen certificatie dus per adviseur, maar per organisatie. Het lijkt daarnaast voor de hand liggend dat adviseurs die het certificaat afgeven volstrekt onafhankelijk zijn en geen commercieel belang hebben. Onderschrijft het kabinet dit standpunt? Wie draait voor de kosten van het certificaat op, bijvoorbeeld in het geval van huurders en verhuurders? De Kamer heeft in de motie-vietsch uitgesproken een verplichte APK-keuring voor woningen af te wijzen. De minister zegt dit simpelweg niet te zien als een taak van het Rijk. De minister komt echter eveneens met de VNG overeen, een verplichte veiligheidskeuring in te voeren. Dat is strijdig met geest en strekking van de motie. Waarom wordt er niet gekozen voor een systeem van onaangekondigde steekproeven en controles? De heer De Krom heeft na eerdere vragen over de «self storage»- problematiek niet het idee dat daarbij voortgang is geboekt. Een toelichting op de stand van zaken wordt dan ook op prijs gesteld. De heer Koopmans (CDA) noemt Nederland met 7 miljoen vergunningen per jaar een land van stempelaars en krabbelaars. Alle rapportages, van het CPB (Centraal Planbureau), de Raad van economische adviseurs en die uit het land, wijzen erop dat de economische ontwikkeling wordt geremd door deze overregulering. Het conceptwetsvoorstel over de omgevingsvergunning stemt dan ook tot grote tevredenheid. Als die op 1 januari 2007 in Nederland wordt ingevoerd, zal het kabinet juist hierom in de herinnering blijven hangen. Het conceptwetsvoorstel moet absoluut op de geplande datum ingaan. De rondgang door de polder moet niet te lang duren. De angst van de VNG voor fatale termijnen in dat voorstel is misplaatst. Hiermee wordt eindelijk vorm en inhoud gegeven aan de motie-de Krom/Koopmans. De minister moet dan ook de rug recht houden als minister Donner met zijn kanttekeningen komt. De heer Koopmans valt op dat het departement van VW ongenoemd blijft bij de omgevingsvergunning. In het overleg met de bewindslieden van V&W over administratieve lasten is reeds op de WVO-vergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) gewezen. Nu de omgevingsvergunning gezien kan worden als knooppunt van besluitsystemen kan die gemakkelijk meegenomen worden. Aangezien de beloofde brief van minister Peijs en staatssecretaris Schultz nog niet is ontvangen, worden de bewindslieden aangespoord om dit punt mee te nemen. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 2

3 Omdat met de omgevingsvergunning de achterliggende wetten niet veranderen, blijft het nodig om te bekijken waar onnodige en onuitvoerbare bepalingen in sectorwetten kunnen worden geschrapt. Meer in het algemeen is het van belang om vergunningen op hoofdlijnen te ontwikkelen. Ondernemers hebben er last van als kleine wijzigingen in de bedrijfsvoering steeds opnieuw tot gevechten om nieuwe vergunningen in de «juridische jungle» leiden. Eveneens moet bezien worden of niet meer met doelbepalingen gewerkt moet worden. Hoe bijvoorbeeld een aanvrager voldoet aan de eis van maximale geluidshoeveelheid moet die toch zelf weten? De heer Koopmans is voorstander van één tariefstelling voor de omgevingsvergunning. Het streven moet zijn om na ingang van deze tariefstelling de ontwikkeling in te zetten naar een bedrag van 0. Weg met de bouwvergunning en de omgevingsvergunning als melkkoe voor de gemeenten. De voorwaarde daarbij is dat overleg met de VNG moet uitwijzen hoe dit gat in hun begroting gedicht kan worden. Het departement van VROM geeft momenteel blijk van een dubbele cultuur. In algemene zin is er veel aandacht voor deregulering. Bij specifieke besluiten blijkt daarvan echter weinig sprake. Dat blijkt bijvoorbeeld uit drie afwijzende moties, over APK, gebouwendossier en Bouwbesluit. Wat is de exacte planning van de 8.40-AMvB-systematiek? De Kamer moet per categorie weten wat zij tegemoet kan zien. Alleen zo kan de Kamer controleren dat een en ander ingang kan vinden op 1 januari De heer Koopmans vindt het prima dat voorstellen van de CDA-fractie, zoals die over wijziging van de vloeistofdichte naar de vloeistofkerende vloer voor garages, voor een groot deel overgenomen worden. Dit wijst erop dat er het nodige veranderd kan worden in tal van andere AMvB s. Nu het ontgrondingenbeleid door VW bij VROM is neergelegd, moet overwogen worden om de Ontgrondingenwet te schrappen. Het zou eveneens goed zijn als de minister van VROM samen met de minister van LNV nut en noodzaak van de Boswet bekijkt. De ingewikkelde bepalingen van compensatie in de Boswet blijken bij allerlei projecten juist compensatie tegen te houden. De heer Koopmans is benieuwd naar een oplossing voor de kwestie van de champignonvoetjes. Het uitgebreide schutterswezen in Limburg en Brabant kent nogal wat problemen omtrent lood, loodvangers, geluid en veiligheid. Door de juridisering van de Raad van State van de circulaire hierover wordt het dit fantastische cultuurgoed steeds moeilijker gemaakt. Is de staatssecretaris bereid hierbij verantwoorde versoepelingen en versimpelingen aan te brengen? De heer Koopmans is bij enkele bedrijfsbezoeken, bijvoorbeeld bij de brouwerijen, opgevallen dat ondernemers die buitengewoon enthousiast meewerken aan de meerjarenafspraken over energiebesparing door de medewerkers van Senter Novum weinig coulant behandeld worden. Bedrijven in de top van de energiebesparing moeten soms drie keer in vier maanden aan consulenten uitleg geven en nieuwe plannen behandelen. Senter Novum moet op deze bureaucratische rompslomp aangesproken worden door de staatssecretaris. Over een aantal weken presenteert de staatssecretaris de PGS-15 (Publicatiereeks gevaarlijke stoffen). Die moet daarover met VNO-NCW spreken, omdat er geluiden de ronde doen dat het gebruik van laaddokken bij gevaarlijke stoffen onmogelijk dreigt te worden gemaakt. De heer Samsom (PvdA) stelt vast dat vermindering van bureaucratie en beleidsmakerij in de Kamer begint. Daarnaast moet niet vergeten worden dat het bij de voorliggende onderwerpen over de belangen van milieu, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting gaat. De gemaakte afspraak luidt dan ook om overbodige en onnodige regels, de «vergunningendiarree», te schrappen. Centraal staat echter het bieden van bescherming aan mens Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 3

4 en milieu, bijvoorbeeld door waar nodig het zetten van een «kop» op Europese regelgeving. Het debat over milieukwaliteit moet niet over de band van het sowieso schrappen van regels worden gespeeld. Regels waar bedrijven of mensen last van hebben, zijn niet per definitie overbodig, zinloos of nutteloos. Het gaat om bewuste keuzes van de politiek om milieu en mensen te ontzien. Het doel wordt gedeeld, de weg daartoe niet. De operatie tot vermindering van administratieve lasten, die de fractie van de PvdA van meet af aan steunt, moet voldoen aan twee harde randvoorwaarden. De operatie moet leiden tot milieuverbeteringen, al komen innovatieve vormen van regelgeving niet of nauwelijks terug. Ook mag geen sprake zijn van «virtual reality», dat wil zeggen een operatie die nauwkeurig gepland en begroot wordt en die in de praktijk tot weinig verschil zal leiden. Het voorbeeld van 8.40-AMvB s laat volgens de stukken immers zien dat bij de ontwikkeling van het aanvragen van vergunningen naar het aanmelden onder algemene regels voor uitzonderingen een preventieve toets moet gelden. De minister schrijft echter eveneens dat het een goed idee is om op dit punt een veel eenvoudigere vergunningsplicht in te voeren. Het handhaven van algemene regels is bovendien veel lastiger dan specifieke vergunningen. De heer Samsom zet vraagtekens bij de begrote opbrengsten, die immers al direct weer bijgesteld worden met 20% tot 30%. Hoe robuust zijn deze berekeningen? Het enthousiasme voor het gegarandeerde succes wordt dan ook niet gedeeld. Wat is er overigens concreet bereikt aan reductie van administratieve lasten? Is daarbij rekening gehouden met de lastenverschuiving die kan optreden naar bijvoorbeeld de gemeenten of met de nu reeds zeer problematische handhaving? De fractie van de Partij van de Arbeid heeft weinig vertrouwen in de huidige opzet van de operatie. Antwoord van de bewindslieden De minister vindt dat het bij de totstandkoming van wetgeving moet gaan om eenduidige, voor burgers te verstane, antwoorden op problemen die de kwaliteit van de leefomgeving in het oog houden. De wetgevers hebben echter op politiek en bestuurlijk vlak te letten op de administratieve of informatie last die daaruit voortvloeit. De eerste actie van het kabinet is om overbodige regels te schrappen. Daarbij moet de betekenis van bijvoorbeeld vergunning en voor burgers en bedrijven in de afweging worden meegenomen. Het kabinet heeft de ambitieuze opdracht op zich genomen daarbij vernieuwend te werk te gaan. Een doel daarbij is dat de nieuwe omgevingsvergunning (voorheen VROM-vergunning) op 1 januari 2007 in werking treedt. De raadpleging van de betrokkenen over het concept is nodig om snel reacties te horen. Die zijn positief te noemen. Overigens is het ministerie van OCW bij deze vergunning betrokken wat betreft de monumentenvergunning en het ministerie van LNV voor de natuurbeschermings- en de flora- en faunavergunningen. Met het departement van VW verkeren de afspraken in een vergevorderd stadium. Het enthousiasme van de gemeenten is groot. Achter de genoemde negen gemeenten staan reeds tien gemeenten klaar om mee te doen aan de pilots, die verspreid worden over alle provincies. Stafmedewerkers van VROM proberen dan ook bij bijeenkomsten provincies en gemeenten te overtuigen om te ervaren wat de betekenis van het werken met één loket bij de omgevingsvergunning inhoudt. Daarbij worden ook incentives gegeven aan individuele medewerkers aan de pilots. Het instellen van het werkproces stuit overigens soms op weerstand bij de gemeenten. Een en ander moet echter georganiseerd worden vanuit de optiek van de klanten, met één loket, één procedure, één vorm van rechtsbescherming en één bevoegd gezag. Over de pilots wordt voor de zomer stevig gesproken, ambtelijk over de uitwerking en bestuurlijk met VNG en IPO. Over de werkprocessen, het bevoegd gezag, de aanwijzing en de verhouding Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 4

5 tussen gemeenten en provincie moeten harde noten worden gekraakt. Gemeenten en provincies doen er goed aan om in eigen huis medewerkers met goede resultaten in het zonnetje te zetten. Om de beoogde invoeringsdatum te halen wordt fors ingezet. De minister merkt op dat de Task Force Vereenvoudiging Vergunningen gebruik heeft gemaakt van de doorlichtingscriteria van VROM. VROM was gewoon eerder met de ontwikkeling en toepassing daarvan. Als het goed is, zit er dan ook geen licht tussen. Rond Prinsjesdag verschijnt het kabinetsstandpunt over de aanbevelingen van de task force. Het ministerie van VROM heeft hoog ingezet bij de reductie van administratieve lasten met een brutoreductie van 31,4%. Netto wordt 29,5% gerealiseerd, ruim boven de kabinetsbrede norm van 25%. De Eerste Kamer heeft onlangs ingestemd met afschaffing van het verplichte publieksmilieuverslag, wat de 250 betrokken bedrijven een besparing oplevert van 14,5 mln. Per 1 januari 2005 heeft een wijziging van het Waterleidingbesluit geleid tot een reductie van de administratieve lasten van 40 mln. Onvermijdelijke toenames zijn te melden bij de Europese verplichtingen, zoals REACH (Registration, Evaluation and Authorisation of Chemicals) met een toename van 46 mln. en implementatie van de emissiehandel van 10 mln. De gevolgen van de Richtlijn energieprestatie gebouwen worden nog bestudeerd. De Kamer wordt daarover zo snel mogelijk geïnformeerd. De minister overhandigt de commissie de flyer over Een integrale vergunning voor fysieke projecten. Met de branche van de «self storage» vindt momenteel overleg plaats over de situatie in de verschillende gemeenten. De Kamer ontvangt hierover bericht zodra er resultaten bekend zijn. Er is door de heer Koopmans voor gepleit om voor de VROMvergunningen één tarief in te stellen als aanloop naar het afschaffen van de leges hiervoor. Een dergelijke afschaffing betekent een kostenpost van 350 mln. voor de gemeenten. Het streven is om bij de gemeenten uniformering van de tarieven in te voeren. Een volgende stap is dat gemeenten door het invoeren van de omgevingsvergunning gedwongen worden om goed aan te geven met welk bedrag de kosten gedekt worden bij bouwgerelateerde leges. Het opnemen hiervan in de nieuwe legesverordening door de VNG per 1 januari 2006 is overigens ook een grote stap in de goede richting. De minister legt uit dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat de toekomst van de Ontgrondingenwet onderzoekt. Wellicht kan daarbij aangehaakt worden bij de omgevingsvergunning. Over de mogelijkheden omtrent de Boswet zal contact opgenomen worden met het ministerie van LNV. De staatssecretaris merkt op dat over de kwestie van de «kop» op de Europese regelgeving reeds een aantal zaken zijn afgesproken. Als het kabinet op grond van het Hoofdlijnenakkoord met voorstellen terzake komt, worden die expliciet aan de Kamer voorgelegd. Het invullen van de «nee, tenzij»-afspraak is vervolgens een politieke afweging. Daarbij spelen de volgende overwegingen een rol: a. het bestaan van Nederlandspecifieke situaties, b. idem maar dan voor situaties waarvoor geen Europese regelgeving geldt en c. situaties waarbij Nederland om aan de Europese regelgeving te voldoen veel grotere inspanningen moet plegen en dus extra regels moet invoeren. Het voorbeeld van het verplicht invoeren van roetfilters voor dieselauto s in Nederland dient ter illustratie van c. De nadruk en steun voor algemene regelgeving wordt gewaardeerd. Dit kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de problemen. Daarbij moet een goed onderscheid gemaakt worden tussen algemene en globale regels. Aan algemene regels wordt zeer gehecht door het bedrijfsleven. Men geeft daar vaak de voorkeur aan boven globale regelgeving met doelvoorschriften. Het gaat immers om concreet en helder omschreven eisen zonder dat vergunningen aangevraagd Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 5

6 moeten worden. Ook stelt het handhavers in staat om te toetsen aan algemene standaarden. Het beeld van globale regelgeving zonder handvatten voor handhaving berust op een misverstand. In overleg met de verschillende sectoren van het bedrijfsleven wordt getracht maximale winst te behalen. Dat is zoeken naar een evenwicht tussen algemene regels en specifieke activiteiten. De staatssecretaris deelt mee dat deze zomer een voorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer wordt ingediend. Vervolgens worden de nieuwe AMvB s nog dit jaar opgesteld. Het uitgangspunt is invoering van de nieuwe wet op 1 januari Overigens is het lastig om de precieze winst van herijking van de regelgeving in euro s te kwantificeren. Zo wordt REACH pas over vier jaar ingevoerd. Het gehele pakket aan plussen en minnen moet dan ook in samenhang bekeken worden voor deze kabinetsperiode. Het tijdvenster voor deze operatie is overigens klein. Voorkomen moet worden dat de departementen onderling in een loopgravenoorlog terechtkomen. Overigens wordt bij REACH getracht om juist met het oog op het midden- en kleinbedrijf tot een aanzienlijke beperking van de kosten en de lasten te komen. Met het ministerie van Verkeer en Waterstaat worden constructieve debatten gevoerd, ook over het gevoelige dossier van de waterkwaliteit. Er wordt forse vooruitgang geboekt bij het onderbrengen van activiteiten onder de WVO en de Wet milieubeheer. Het doel is om werkbare, integrale en voor de burger duidelijke afspraken te maken. De relatie tussen WVO en de omgevingsvergunning vormt een discussie apart. Op verzoek van de heer Koopmans zegt de staatssecretaris een brief van de gezamenlijke departementen toe. De staatssecretaris wacht de onderzoeksresultaten af over de vraag of champignonvoetjes als afvalstof of meststof kunnen worden gezien. De Kamer ontvangt een brief over de stand van zaken voor het komende overleg over afvalstoffen. De gemeenten is meer vrijheid gegeven om het probleem voor de traditionele schutterij in Limburg en Brabant op te lossen. Het is de wens van de regering dat die schutterij niet onnodig belemmerd wordt. De circulaire is echter op enig moment door gemeenten en de Raad van State gebruikt als verkapte regelgeving en toetspunt. De circulaire, juist bedoeld voor het vergemakkelijken van een lokale afweging, is overigens niet meer geldig. De onveilige zone is zeer ruim opgesteld en kan dus worden beperkt. In overleg met de provincie Limburg en andere betrokkenen wordt de wenselijkheid van een nieuwe circulaire bekeken. Sommige gemeenten zijn daarbij bang voor procedures waarbij de uitkomst bij de Raad van State ongewis is. De staatssecretaris ziet het liefst geen nieuwe circulaire verschijnen. De inspanningen zijn gericht op een verstandige oplossing op zo kort mogelijke termijn. In de Wet geluidhinder is niets over muziekkorpsen geregeld. Hierbij is de algemene plaatselijke verordening van belang. De zorg is dat die geen ruimte meer laten voor deze korpsen. De kwestie van gevaarlijke stoffen, de laaddokken en de meerjarenafspraken worden meegenomen voor verder overleg. De staatssecretaris geeft aan dat de operatie tot verlaging van de administratieve lasten niet bedoeld is om de inhoud van het milieubeleid te veranderen. Overigens is reeds toegezegd dat bij twijfel over de milieueffecten bij verandering van milieuregels het RIVM om uitsluitsel wordt gevraagd. Verandering van vergunningen naar een AMvB met meldingsplicht betekent een wijziging in de wijze van organisatie van de rechtsbescherming en de positie van de Algemene wet bestuursrecht. De staatssecretaris wenst in dit kader echter alleen afgerekend te worden op de resultaten voor het milieu. De staatssecretaris is van mening dat bij maatwerk volstaan kan worden met een simpele en kleine vergunning als complement van het totale Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 6

7 pakket. Dat betekent overigens niet dat alles in aanmerking komt voor maatwerk en er dus uiteindelijk meer in plaats van minder vergunningen komen. Nadere gedachtewisseling De heer De Krom (VVD) herhaalt de vraag naar het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en het meldingplichtig maken van groenelijstafvalstoffen. Andere lidstaten in Europa doen dat niet omdat deze uit milieuhygiënisch oogpunt niet bezwaarlijk zijn. Er moet gewaarschuwd worden voor papieren tijgers die het project willen laten struikelen. Het gaat om mensen binnen de overheid met een eigenbelang en alle adviseurs binnen en buiten bedrijven. Hoe wordt zeker gesteld dat die niet met de te behalen winst aan de haal gaan? In de Cobouw van 27 oktober 2004 wordt bijvoorbeeld weerstand opgetekend tegen het afschaffen van meetrapporten. Wie radicale keuzes maakt, kan niet iedereen tevreden houden. Het ideaal is de situatie in Scandinavië, waar mensen binnen twee weken een vergunning binnen hebben. De heer De Krom leest in de stukken dat de staatssecretaris zich keert tegen het voorstel om bedrijven met een beperkte milieurelevantie, kledingzaken en lunchrooms, uit de milieuwetgeving te halen door het ophogen van de grenzen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit. Is er geen gemeente te vinden die een experiment op dit vlak wil toestaan? De heer Koopmans (CDA) is onder de indruk van de vastberadenheid van de bewindslieden om de omgevingsvergunning op 1 januari 2007 in te voeren. Die moet ook omgevingsvergunning en niet VROM-vergunning heten om de kans op succes voor minister Dekker en staatssecretaris Van Geel te vergroten. Er wordt gewaarschuwd dat het behaalde percentage van 29,5 aan lastenverlichting niet als grens moet worden opgevat. Nog meer reductie is altijd meegenomen als het kwakkelende ministerie van Binnenlandse Zaken op min 72% blijft steken. De heer Koopmans herinnert zich een toezegging van de minister samen met minister Remkes om een, nog niet verschenen, brief te schrijven over de gebruiksvergunning. De toegevoegde waarde van die vergunning is er niet. In toenemende mate is bekend dat verschillende «brandweergeneraals» met additionele en eigen interpretaties bedrijven en instellingen op hoge kosten jagen. Onder de nieuwe AMvB s moeten veel meer bedrijven vallen. Ook moeten de rapportageverplichtingen in die AMvB s fors teruggebracht worden. De heer Koopmans vindt het een geweldig groot probleem dat het Bouwstoffenbesluit pas over twee jaar herzien is. Bovendien kunnen ondernemers uit andere EU-landen op een geheel andere manier aan de gang dan ondernemers uit Nederland. De heer Samsom (PvdA) schrikt van de houding van de staatssecretaris, die inspraakprocedures en medezeggenschap door de omgeving ontkoppelt van de milieukwaliteit. Het Verdrag van Arhus noemt dit echter een integraal onderdeel. Onderzoek toont bovendien aan dat beroep en bezwaar uiteindelijk bijdraagt tot een betere kwaliteit van vergunning en leefomgeving. Dit is zeker van belang bij de intensieve veehouderij, in feite chemische fabrieken op het platteland. Deze houding stelt weinig gerust als het gaat om de effecten van deze operatie voor de milieukwaliteit. De voorstellen inzake die operatie worden overigens overgenomen. De minister zal het project niet laten struikelen, ook niet door de dichtbevolkte consultancywereld in Nederland. De VROM-vergunning heet voortaan omgevingsvergunning. Het afschaffen van de gebruiks- Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 7

8 vergunning komt aan de orde bij het overleg met de Kamer over de bouwregelgeving. De staatssecretaris ziet geen meerwaarde in de suggestie van een gemeentelijk experiment met de 8.40-regeling. Bovendien kan het energie doen weglekken die het tempo uit de operatie kan halen. Het kabinet komt voor het zomerreces met een hoofdlijnennotitie over herziening van het Bouwstoffenbesluit. Vooruitlopend op de integrale wijziging van de AMvB zal er een tijdelijke ministeriële regeling komen om de geopperde knelpunten op te lossen. De staatssecretaris zegt toe de Kamer te rapporteren over een eventueel experiment, de mogelijkheid van directe wijziging en de verdere procedure bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit. Bij de rapportageverplichtingen wil de staatssecretaris ondergrenzen stellen. Bovendien wordt de meldplicht voor kleine bedrijven afgeschaft. De staatssecretaris stelt voor het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen in het overleg over het afvalstoffenbeleid te behandelen. De Kamer zal een brief met het standpunt terzake ontvangen. Een discussie over regeling van de rechtsbescherming, de positie van de Algemene wet bestuursrecht en de belanghebbenden mag niet worden begrepen als dat Nederland niet aan de essentiële vereisten van het Arhus-verdrag wil voldoen. Of er ook bij de intensieve veehouderij sprake is van milieuverbetering hangt af van de AMvB en de daarin gestelde eisen. De voorzitter stelt vast dat de staatssecretaris toezegt de Kamer met een brief van het kabinet te informeren over het meenemen van de WVO in de omgevingsvergunning en de betrokkenheid van de waterschappen daarbij. De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren over een eventuele nieuwe circulaire voor de schutterij. De Kamer zal schriftelijk geïnformeerd worden over het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. De Kamer ontvangt voor de zomer een hoofdlijnennotitie over het Bouwstoffenbesluit. Vooruitlopend op wijziging van de AMvB zal er voor de zomer een tijdelijke ministeriële regeling aan de Kamer voorgelegd worden om de geopperde knelpunten op te lossen. De staatssecretaris zegt toe de Kamer te rapporteren over een eventueel experiment met het ophogen van de grenzen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit. De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Buijs De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr. 31 8