Maatregelen tuchtrecht gezondheidszorg Waarschuwing, berisping en motivering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maatregelen tuchtrecht gezondheidszorg Waarschuwing, berisping en motivering"

Transcriptie

1 Maatregelen tuchtrecht gezondheidszorg Waarschuwing, berisping en motivering Mr. C.M. de Klerk en mr. E.T.M. Olsthoorn-Heim 1 1. Inleiding Volgens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) kan de tuchtrechter zes verschillende maatregelen opleggen wanneer een klacht gegrond is. 2 Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever de lichtste maatregel, de waarschuwing, heeft bedoeld als een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt, zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. 3 Dit, volgens de minister, ter onderscheiding van de berisping, die een verwijtende en veroordelende strekking heeft. 4 Uit de tweede evaluatie van de Wet BIG van oktober 2013 komt naar voren dat de tuchtcolleges bij het opleggen van tuchtmaatregelen geen consistent beleid hanteren. 5 Zo legt de tuchtrechter blijkens het evaluatierapport met regelmaat verwijtbaarheid van het professioneel handelen ten grondslag aan het opleggen van een waarschuwing. 6 De auteurs vrezen voor een geleidelijk vervagend onderscheid tussen de waarschuwing en de berisping. 7 Zij concluderen dat er behoefte is aan een helder en consistent keuzebeleid, om te voorkomen dat het draagvlak van het tuchtrecht zowel bij klagers als bij beroepsbeoefenaren wordt ondermijnd. Het evaluatierapport bevat de volgende aanbeveling: Verhelder het beleid inzake het opleggen van maatregelen door op basis van jurisprudentieonderzoek criteria op te stellen, vergelijkbaar met de werkwijze zoals die bestaat op het terrein van de straftoemeting. Formuleer daarbij ook voorwaarden waaraan de motivering van maatregelen moet voldoen. 8 Op het evaluatieonderzoek zal een regeringsstandpunt volgen met beleidsvoornemens, waarna een parlementair debat zal plaatsvinden. Dit proces kan enkele jaren duren. 9 Los van de wetsevaluatie bestaat bij de tuchtcolleges zelf, mede ten behoeve van de nodige uniformiteit binnen en tussen de regionale tuchtcolleges, al enige tijd behoefte aan het vinden en ontwikkelen van een lijn in de rechtspraak bij het opleggen van maatregelen, vooral bij de keuze tussen waarschuwing en berisping, de twee maatregelen die verreweg het meest worden opgelegd. Het onderscheidend criterium tussen waarschuwing en berisping is vaag. De betekenis van termen als onjuist, onzorgvuldig, laakbaar, tekortgeschoten, verwijtbaar, en aan te rekenen is onduidelijk. Dit klemt temeer nu een berisping sinds 1 juli 2012 extra gevolgen heeft, omdat na een 1 Clasine de Klerk en Els Olsthoorn-Heim zijn gezondheidsjurist bij Met Recht te Amsterdam (De Klerk als onderzoeker voor de duur van het project). De auteurs danken mr. Linda Sarlemijn en mr. Gabriëlle Huntjens, resp. voorzitter en secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag, voor hun suggesties bij het conceptonderzoeksvoorstel en het eindconcept van dit onderzoeksverslag. 2 Artikel 48 lid 1 Wet BIG. 3 Kamerstukken II , 19522, nr. 3, p Kamerstukken II , XVI en nr. 168 (Verslag van een schriftelijk overleg naar aanleiding van de brief van de minister van VWS van 1 maart 2012 inzake tuchtrecht voor beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg). 5 Tweede evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Den Haag: ZonMw, Het jurisprudentieonderzoek dat de basis vormt voor de conclusies in het evaluatierapport is een verkennend onderzoek geweest van jurisprudentie vóór 2008, op het gebied van drie specialismen (gynaecoloog, huisarts en chirurg). 7 ZonMw 2013, p ZonMw 2013, Aanbeveling 19, p Marinka Wildeman van de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt (MEVA) van VWS coördineert dat standpunt. 1

2 onherroepelijke berisping publicatie volgt in het BIG-register en in de regionale pers (de naam van de beroepsbeoefenaar en de kern van het gegrond bevonden onderdeel van de klacht). 10 In het jaarverslag van de tuchtcolleges van 2013 licht Hermans, voorzitter van het tuchtcollege in Groningen, deze behoefte toe in een apart hoofdstuk over de straftoemeting in het tuchtrecht. 11 Hij vergelijkt de straftoemeting in het tuchtrecht met die in het strafrecht, waarbij opvalt dat in het tuchtrecht zowel een norm van een wettelijk strafminimum en maximum, als ook een onderscheid in delicten, ontbreekt. Het tuchtrecht omvat maar één delict: enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij (de beroepsbeoefenaar) in die hoedanigheid behoort te betrachten. 12 Een binnen die norm gemaakte indeling in ter beoordeling voorliggende feiten, met daaraan gekoppeld oriëntatiepunten voor de relatieve zwaarte van de maatregelen, zou de tuchtrechter kunnen helpen in het handhaven of vergroten van een consistent beleid inzake het opleggen van een maatregel. Daarnaast is er volgens Hermans reden voor een kritische bezinning op de huidige praktijk van het motiveren van opgelegde maatregelen en het eventueel daarvoor opstellen van eisen. 2. Vraagstelling, opzet en methode 2.1 Doel Het voorgestelde onderzoek is bedoeld als opmaat voor de ontwikkeling van criteria die gebruikt kunnen worden voor een zo consistent mogelijk beleid bij het opleggen van maatregelen in het tuchtrecht. Om tot een dergelijke handreiking voor tuchtcolleges te komen is het nodig eerst de huidige gang van zaken bij het opleggen en motiveren van maatregelen te achterhalen. Welke feiten zijn in 2013 gerekend tot de tuchtnorm van artikel 47, hoe vaak kwamen de verschillende feiten voor, is er een lijn te zien in de maatregelen die de regionale tuchtcolleges thans opleggen voor de verschillende feiten, en in hoeverre en op welke wijze worden beslissingen gemotiveerd? En wat betreft de twee meest opgelegde maatregelen, de waarschuwing en berisping, hoe wordt in de praktijk de scheidslijn getrokken tussen deze twee maatregelen? De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe zijn de vijf regionale tuchtcolleges in 2013 te werk gegaan bij het opleggen van de maatregelen waarschuwing en berisping en bij de motivering daarvan? In hoeverre was de praktijk in 2013 in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever? 2.2 Methode Opzet database Alle beslissingen uit 2013 waarin de klacht (deels) gegrond is verklaard en waarbij ofwel geen maatregel is opgelegd, ofwel een waarschuwing, ofwel een berisping, zijn onderzocht. De gegrondverklaringen zonder oplegging van een maatregel zijn ook onderzocht, omdat deze mogelijk ook informatie opleveren over de begrenzing van de waarschuwing. De maatregelen boete, schorsing, ontzegging en doorhaling zijn buiten beschouwing gebleven. Dat geldt ook voor de 10 Artikel 9 lid 1 sub b Wet BIG. Publicatie 11 De strafmaat in het tuchtrecht voor de gezondheidszorg mr. H.L.C. Hermans, voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen. Jaarverslag Tuchtcolleges voor de gezondheidszorg en het College van medisch toezicht 2013, maart Artikel 47 lid 1 Wet BIG. In feite bestaat deze norm uit twee onderdelen, lid 1 sub a beschrijft het handelen betreffende de patiënt en diens naaste betrekkingen en sub b beschrijft de categorie daarbuiten, enig ander dan onder sub a bedoeld handelen of nalaten die in strijd is met een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. 2

3 eventuele beoordeling in beroep door het Centraal College. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de interne database van de regionale tuchtcolleges. 13 Van de geselecteerde beslissingen (n=215) zijn allereerst algemene gegevens gedocumenteerd zoals het desbetreffende tuchtcollege, de datum van de uitspraak, en of er wel of geen beroep is ingesteld. Tevens is per uitspraak de beroepsgroep van de verweerder/ster genoteerd, op basis van de door de KNMG gehanteerde en gedefinieerde specialisaties en de indeling zoals die intern door de tuchtcolleges wordt gebruikt. Specifiek vanwege de vraagstelling van dit onderzoek zijn de beoordeelde feiten en de motiveringen gedocumenteerd. Dit wordt hieronder nader toegelicht. De aard van het handelen of nalaten: het beoordeelde feit De door het tuchtcollege omschreven klachten (handelen of nalaten) die gegrondverklaard en als strijdig met de tuchtnorm zijn beoordeeld, zijn zo letterlijk mogelijk opgenomen in de database. Deze gegrondverklaarde klacht(onderdel)en zijn vervolgens ingedeeld in een aantal categorieën, gebaseerd op de door de tuchtcolleges intern gehanteerde trefwoordenlijst van feiten die ook in de jaarverslagen is terug te vinden. 14 Voor sommige beoordeelde klachten bleek echter tijdens het verzamelen van de gegevens voor de database een passende karakterisering te ontbreken. Daarom is de trefwoordenlijst voor dit onderzoek waar nodig aangevuld. De categorieën gemarkeerd met een * zijn aan de bestaande indeling toegevoegd. In het onderzoek is met de volgende lijst gewerkt: - Alcoholisch misbruik - Geen of onvoldoende zorg - Geestelijke toestand - Grensoverschrijdend gedrag - Lichamelijke toestand - Misbruik Opiumwet middelen - Niet of te laat komen - Niet of te laat verwijzen - Onheuse bejegening - Onjuist rapport/verklaring - Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose - Onjuiste declaratie - Onvoldoende informatie/ontbreken informed consent - Onzorgvuldige dossiervorming - Schending beroepsgeheim - Onjuiste beëindiging behandelingsovereenkomst* - Schaden algemeen belang goede uitoefening gezondheidszorg* - Schending inzage-, correctie- of blokkeringsrecht* - Handelen buiten deskundigheidsgebied* - Schending recht op niet weten* Motivering Bij de motivering is onderscheid gemaakt tussen de motivering van de gegrondverklaring en die van de opgelegde maatregel. 13 Metis, geraadpleegd op 12 en 13 mei Het College van Medisch Toezicht (CMT) is speciaal bedoeld om de geschiktheid van de beroepsbeoefenaar te beoordelen wanneer sprake is van alcoholmisbruik of misbruik van verdovende middelen of een bestaande lichamelijke of geestelijke conditie (art 79 Wet Big). Deze feiten worden echter ook door de tuchtcolleges behandeld wanneer deze aan hen worden voorgelegd en zijn daarom in de opsomming opgenomen. In 2013 werden overigens geen zaken afgehandeld door het CMT. 3

4 Gegrondverklaring van klachtonderdelen De motivering van de gegrondverklaring van de (verschillende) klachtonderdelen is (soms in ingekorte vorm) opgenomen in de database. Van alle uitspraken zijn de termen in de gegrondverklaring(en) die een oordeel tot uitdrukking brengen, genoteerd. Motivering van de opgelegde maatregel Van alle uitspraken is bijgehouden of, en hoe, de keuze voor de maatregel (waarschuwing of berisping) was gemotiveerd. De teksten van de motivering zijn letterlijk opgenomen in de database, waarna de termen in de motivering die een oordeel tot uitdrukking brengen zijn genoteerd Labeling Volgens de wetgever is een waarschuwing een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt, zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. Een berisping heeft een verwijtend/veroordelend (lakend, afkeurend) karakter. Om te achterhalen in hoeverre de praktijk in 2013 hiermee in overeenstemming was, is getracht de onderzochte beslissingen te kenschetsen als beter of minder goed passend bij de bedoeling van de wetgever. Daartoe zijn op drie ijkpunten labels aangebracht: de in de beslissing gehanteerde bewoordingen (termen), de aanwezigheid van een motivering van de maatregel, en ten slotte de aanwezigheid van verzachtende of verzwarende omstandigheden in de motivering (voor zover aanwezig). Termen Er is in kaart gebracht welke beoordelende termen de tuchtrechter heeft gebruikt in de gegrondverklaring van de feiten en in de motivering van de maatregel (voor zover aanwezig). 15 Vervolgens is als tweede stap een onderscheid gemaakt tussen termen met een verwijtende/veroordelende betekenis en overige termen. Per klachtonderdeel zijn, waar aan de orde, meerdere verwijtende termen slechts eenmaal geteld. Om zo dicht mogelijk bij de formulering van de wetgever te blijven zijn alleen termen met de betekenis verwijtend en laakbaar als zodanig genoteerd en zijn termen als tekortgeschoten niet gelabeld als verwijtend/veroordelend. 16 De volgende termen zijn gelabeld als verwijtend/veroordelend. Verwijtend veroordelend Verwijtbaar/ te verwijten/ verweten worden Zeer verwijtbaar Ernstig verwijt(baar) Terecht verweten Tuchtrechtelijk verwijtbaar Laakbaar Op basis van deze labeling zijn de onderzochte beslissingen onderverdeeld in waarschuwingen en berispingen met en zonder verwijtende/veroordelende strekking (subtypen). Per subtype maatregel (vier subtypen: waarschuwingen met en zonder verwijtend karakter, en berispingen met en zonder verwijtend karakter) is vervolgens in kaart gebracht welke feiten hieraan ten grondslag lagen. 15 Zie voor een overzicht van gedocumenteerde termen de bijlage in Deze keuze is naar ons idee zo zuiver mogelijk en leidt eerder tot te weinig verwijtende beslissingen dan teveel. De keuze kan ook anders gemaakt worden. In dat geval zou men met dezelfde database tot een verschuiving in de resultaten kunnen komen. 4

5 Motivering van de maatregel Een opgelegde maatregel is gelabeld als gemotiveerd wanneer in de beslissing een toelichting op de keuze voor die maatregel is gegeven. Daarnaast is bijgehouden in welke motiveringen de frase een waarschuwing is een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt, zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken is gebruikt. Uitspraken die de zinsneden in tabel 1 bevatten zijn niet genoteerd als gemotiveerd. 17 Tabel 1: Zinsneden genoteerd als niet gemotiveerd Genoteerd als niet gemotiveerd: Passend/gepast/past Gepast en geboden passend en geboden Gelet op alle omstandigheden gepast en geboden/alle omstandigheden afwegend Alles in aanmerking genomen passend/alles overziende Met een (..) kan worden volstaan Een (..) is afdoende (Alles overziende) (..) op zijn plaats Een zakelijke terechtwijzing zonder stempel van laakbaarheid (zonder nadere motivering) Verband tussen maatregel en omstandigheden Het is denkbaar dat er een verband is tussen het verwijtende karakter van een waarschuwing (wijzend in de richting van een berisping) en de aanwezigheid van verzachtende omstandigheden (en daardoor leidend tot een waarschuwing), of omgekeerd, het ontbreken van een verwijtende strekking in een berisping (wijzend in de richting van een waarschuwing) en de aanwezigheid van verzwarende omstandigheden (en daardoor leidend tot een berisping). Om te achterhalen of dit het geval is, zijn de omstandigheden die in de motivering van de maatregel genoemd werden en een verzachtend of verzwarend effect op de keuze voor de maatregel hadden, gedocumenteerd in de database. Per gemotiveerde beslissing is bijgehouden of er verzachtende of verzwarende omstandigheden aanwezig waren (labeling) en zo ja, hoeveel en welke. Tabel 2 toont een overzicht van de voorgekomen omstandigheden Tabel 2: Verzachtende en verzwarende omstandigheden genoemd in waarschuwingen, berispingen en beslissingen zonder maatregel in 2013 Verzachtende omstandigheden Inzicht getoond in het onjuiste handelen/kans op herhaling klein Verweerder heeft zich toetsbaar opgesteld Er is met goede bedoelingen gehandeld/ sympathie voor verweerder Verweerder heeft geen tuchtrechtelijke antecedenten Oorzaak van de ontstane situatie is deels bij anderen gelegen Verweerder heeft betrokkenheid getoond Al gestraft door bijvoorbeeld ontslag, langdurig klachttraject en dergelijke Er zijn excuses aangeboden Het betrof een beperkt incident of het was maar een beperkte fout Overige omstandigheden Verzwarende omstandigheden 17 Zie De strafmaat in het tuchtrecht voor de gezondheidszorg mr. H.L.C. Hermans, voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen. Jaarverslag Tuchtcolleges voor de gezondheidszorg en het College van medisch toezicht 2013, maart 2014, p

6 Geen inzicht getoond in onjuiste handelen/er is kans op herhaling Het handelen heeft ernstige gevolgen gehad Er is sprake van een ernstig feit/ verweerder is ernstig of vaker tekortgeschoten Verweerder handelde welbewust onjuist Verweerder heeft zich niet toetsbaar opgesteld Verweerder heeft (tuchtrechtelijke) antecedenten Overige omstandigheden 3. Bevindingen In dit hoofdstuk worden de bevindingen van het onderzoek beschreven. Allereerst worden in 3.1 de gegrondverklaarde klachten, ofwel de klachtonderdelen/feiten zoals geformuleerd in de onderzochte beslissingen, naar inhoud in kaart gebracht en in verband gebracht met de opgelegde maatregel (waarschuwing of berisping). In 3.2 worden de bevindingen beschreven die volgen uit de aangebrachte labeling, bedoeld om de vraag te beantwoorden in hoeverre de praktijk in 2013 in overeenstemming was met de bedoeling van de wetgever (de scheidslijn tussen waarschuwing en berisping). In 3.3 komt de motivering van de opgelegde maatregelen aan bod. Paragraaf 3.4 gaat in op het verband tussen opgelegde maatregel, het karakter ervan en de in de beslissing genoemde (verzachtende of verzwarende) omstandigheden. 3.1 Feiten en maatregelen In deze paragraaf is te vinden welke feiten ten grondslag lagen aan de opgelegde maatregelen Klachten en klachtonderdelen In totaal zijn alle 215 beslissingen waarin in 2013 een waarschuwing, een berisping of geen maatregel werd opgelegd, onderzocht. 18 In deze uitspraken werden in totaal 271 klachtonderdelen gegrond verklaard. Zie voor een overzicht tabel 3. Tabel 3: Aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen in waarschuwingen, berispingen en geen maatregel. Aantal beslissingen Aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen per beslissing Totaal aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen Waarschuwingen n=166 n= Berisping n=42 n= Geen maatregel n=7 n= Tussen de aantallen in het Jaarverslag van de tuchtcolleges van 2013 en de interne database werd een verschil gevonden van 2 (168 resp. 166 opgelegde waarschuwingen in dat jaar). Voor dit onderzoek is de interne database aangehouden. 6

7 1 2 Totaal alle maatregelen Zoals uit de figuur blijkt was het aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen soms meer dan één, waardoor het totaal aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen/feiten uitkomt op 271 (in 215 beslissingen) Waarschuwing In 2013 werden in 166 uitspraken waarin een waarschuwing werd opgelegd, 208 klachtonderdelen gegrond verklaard. Deze klachtonderdelen bestonden uit de feiten zoals opgenomen in figuur 1. Figuur 1: Aandeel specifieke feiten binnen het totaal aantal gegrondverklaarde feiten in beslissingen waarin een waarschuwing werd opgelegd. FEITEN WAARVOOR EEN WAARSCHUWING 3,8% 1,9% 1,4% 1,0% 1,9% 1,0% 1,4% 1,4% 0,5% 10,1% 12,0% 9,1% 7,7% 11,1% 35,6% Ruim een derde (36%) van de gegrondverklaarde feiten betrof een onjuist gestelde diagnose en/of een verkeerd ingestelde behandeling. De daarna meest voorkomende feiten waren het opstellen van een onjuist rapport of onjuiste verklaring (12%), het geven van onvoldoende informatie (11%), het bieden van geen of onvoldoende zorg (10%), onzorgvuldige dossiervorming (9%) en schending van het beroepsgeheim (8%). Alcoholisch misbruik, geestelijke of lichamelijke toestand kwamen in het geheel niet voor. Misbruik Opiumwet en niet of te laat komen kwamen in 2013 in waarschuwingen niet voor. 7

8 Berisping In 2013 zijn in 42 uitspraken waarin een berisping werd opgelegd 55 klachtonderdelen gegrond verklaard. Deze klachtonderdelen betroffen de feiten zoals opgenomen in figuur Figuur 2: Aandeel specifieke feiten binnen het totaal aantal gegrondverklaarde verwijten in beslissingen waarin een berisping werd opgelegd. FEITEN WAARVOOR EEN BERISPING 7,3% 1,8% 1,8% 3,6% 1,8% 1,8% 5,5% 7,3% 3,6% 9,1% 18,2% 18,2% 2 De meest voorkomende feiten waren in 2013 een onjuist gestelde diagnose en/of een verkeerd ingestelde behandeling (20%), een onjuist rapport of onjuiste verklaring (18%) en het bieden van geen of onvoldoende zorg (18%). Alcoholisch misbruik en geestelijke of lichamelijke toestand kwamen in het geheel niet voor. Onjuiste beëindiging van de behandelingsovereenkomst, schaden algemeen belang en schending recht op niet weten kwamen in 2013 in berispingen niet voor. 19 Anders dan voor de feiten die gegrondverklaard werden in een waarschuwing, valt voor de feiten in een berisping die meerdere gegrondverklaarde feiten bevat niet de conclusie te trekken dat deze op zichzelf ook alle tot een berisping zouden hebben geleid of dat de cumulatie van feiten in dat geval een berisping rechtvaardigde. 8

9 3.1.4 Geen maatregel In 2013 volgde in 7 uitspraken op een gegrondverklaring geen maatregel. In 6 uitspraken is steeds 1 klachtonderdeel gegrond verklaard en in één uitspraak waren dat er 2. Daarmee is het totaal aantal gegrondverklaarde klachtonderdelen 8, in 7 uitspraken. Deze klachtonderdelen bestaan uit de feiten zoals beschreven in figuur 3. Figuur 3: Aandeel specifieke feiten binnen het totaal aantal gegrondverklaarde feiten in beslissingen waarin geen maatregel werd opgelegd. FEITEN WAARVOOR GEEN MAATREGEL 12,5% 12,5% 12,5% 12,5% 12,5% 12,5% 25,0% Uit de figuur blijkt dat in 2013 twee keer onvoldoende informatie is gegeven, één keer geen of onvoldoende zorg is geboden, één keer misbruik is gemaakt van de Opiumwet, één keer niet of te laat is verwezen, één keer een onjuiste diagnose of verkeerde behandeling is ingesteld, één keer onvoldoende dossier is gevormd en één keer het beroepsgeheim is geschonden Samenvatting 3.1 Figuur 4 geeft een indruk van de maatregelen die voor de verschillende feiten in 2013 werden opgelegd. De getallen voor de gegrondverklaringen zonder maatregel zijn zo klein (n=8, resultaten hierboven), dat deze vanwege de vertekening in de percentages niet in de figuur zijn opgenomen. De eventuele aanwezigheid van mogelijke verzachtende of verzwarende omstandigheden komt later aan de orde (3.4). 9

10 Figuur 4: Aandeel specifieke feiten binnen het totaal aantal gegrondverklaarde feiten per type maatregel: waarschuwing en berisping. 4 35,0% 3 25,0% 2 15,0% 1 5,0% Feiten per maatregel: waarschuwing en berisping Waarschuwing n=208 Berisping n=55 Uit de figuur blijkt dat in 2013 vaker een waarschuwing is opgelegd voor: onjuiste behandeling/verkeerde diagnose, onvoldoende informatie, en onzorgvuldige dossiervorming. Voor de volgende feiten is vaker een berisping opgelegd: geen of onvoldoende zorg, grensoverschrijdend gedrag, niet of te laat verwijzen, onjuist rapport/verklaring, onjuiste declaratie, schending inzage- of correctierecht, en handelen buiten deskundigheidsgebied. Voor de volgende feiten werden uitsluitend waarschuwingen opgelegd: onheuse bejegening, onjuiste beëindiging behandelingsovereenkomst, schending van de tweede tuchtnorm, en schending van het recht op niet-weten. Voor de volgende feiten werden uitsluitend berispingen opgelegd: misbruik Opiumwet, en niet of te laat komen. Voor schending van het beroepsgeheim werd ongeveer even vaak een waarschuwing opgelegd als een berisping. 3.2 De scheidslijn tussen waarschuwing en berisping In de vorige paragraaf is per maatregel beschreven welke feiten in 2013 leidden tot het opleggen van de maatregel. De wetgever onderscheidde de waarschuwing van een berisping door te stellen dat de waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt, zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. In deze paragraaf wordt getracht na te gaan in hoeverre de vrees voor een geleidelijke vervaging van dit onderscheid, zoals verwoord in de evaluatie van de Wet BIG, blijkt uit de beslissingen in Zoals eerder toegelicht (2.2) zijn de beslissingen gelabeld als verwijtend/veroordelend en niet verwijtend/niet 20 Tweede evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Den Haag: ZonMw,

11 veroordelend. Dit is gedaan aan de hand van de termen die in de beslissingen zijn gebruikt, zowel bij de gegrondverklaring van de feiten als in de motivering van de maatregel Waarschuwingen In de gegrondverklaring van in totaal 208 klachtonderdelen waarvoor een waarschuwing werd opgelegd zijn 371 termen gevonden die een oordeel van de tuchtrechter inhouden. Per gegrond verklaard klachtonderdeel zijn dat gemiddeld 1,8 termen en per opgelegde waarschuwing 2,2. Van de 208 gegrondverklaarde klachtonderdelen in de 166 uitspraken waarin een waarschuwing werd opgelegd, zijn in totaal 59 gedragingen als verwijtend/veroordelend gelabeld. Gecorrigeerd voor het gegeven dat soms meer dan één klachtonderdeel als verwijtend/veroordelend werd gelabeld, leidt dit tot een totaal van 57 waarschuwingen (van de 166 die in 2013 zijn opgelegd) met een verwijtend/veroordelend karakter (34%). Dat betekent dat het aantal in 2013 opgelegde waarschuwingen die in overeenstemming lijken met de bedoeling van de wetgever op 109 uitkomt (66%). Deze uitkomst is voorlopig, omdat nog geen rekening is gehouden met andere factoren die van invloed kunnen zijn op de keuze voor de maatregel, zoals eventuele verzachtende omstandigheden (zie 3.4). In onderstaande figuur 5 is te vinden om welke 208 feiten het in deze 166 waarschuwingen ging. Het percentage feiten van het totaal aantal feiten die in 2013 in verwijtende waarschuwingen voorkwamen, is vergeleken met het aandeel daarvan in niet-verwijtende waarschuwingen. Figuur 5: Percentage specifieke feiten in waarschuwingen met en zonder een verwijtend/veroordelend karakter. Percentage specifieke feiten van het totaal aantal feiten in waarschuwingen met een verwijtend (n= 71) en zonder verwijtend (n=137) karakter 45,0% 4 35,0% 3 25,0% 2 15,0% 1 5,0% Verwijtende waarschuwing Niet-verwijtende waarschuwing 11

12 Van de 208 gegrondverklaarde klachtonderdelen in de 166 uitspraken waarin een waarschuwing werd opgelegd zijn de volgende feiten vaker in verwijtende/veroordelende termen dan in nietverwijtende termen beoordeeld: geen of onvoldoende zorg, niet of te laat verwijzen, onjuiste behandeling/diagnose, onvoldoende informatie, onzorgvuldige dossiervorming, en schending inzage- correctie- of blokkeringsrecht. Grensoverschrijdend gedrag, onjuist rapport/verklaring en schending beroepsgeheim zijn vaker in niet-verwijtende termen beoordeeld Berispingen In 55 klachtonderdelen in beslissingen waarin een berisping werd opgelegd zijn in totaal 184 beoordelende termen gevonden. Per gegrond verklaard klachtonderdeel zijn dat gemiddeld 3,5 termen en per beslissing/berisping gemiddeld 4,4. Van de 55 gegrondverklaarde klachtonderdelen in de 42 uitspraken waarin een berisping werd opgelegd, zijn er in totaal 23 als verwijtend/veroordelend gelabeld. Gecorrigeerd voor het gegeven dat soms meer dan één klachtonderdeel als verwijtend is genoteerd leidt dit tot een totaal van 27 van de 42 berispingen (64%). Dit betekent dat in 15 van de berispingen (36%) geen termen met een verwijtende strekking zijn gevonden. In onderstaande figuur 6 is te vinden om welke 55 feiten het in deze 42 uitspraken ging. Tegen elkaar uitgezet is het percentage van de verschillende feiten van het totaal aantal feiten die in 2013 in verwijtende berispingen voorkwamen, vergeleken met het aandeel daarvan in niet-verwijtende berispingen. Figuur 6: Percentage specifieke feiten in berispingen met en zonder een verwijtend/veroordelend karakter Percentage specifieke feiten van het totaal aantal feiten in berispingen met een verwijtend (n= 38) en zonder verwijtend (n=17) karakter 35,0% 3 25,0% 2 15,0% 1 5,0% Verwijtende berisping Niet-verwijtende berisping 12

13 De volgende feiten zijn in 2013 in opgelegde berispingen vaker in verwijtende/veroordelende termen dan in niet-verwijtende termen beoordeeld: geen of onvoldoende zorg, onjuist rapport/verklaring, schending beroepsgeheim en (in minder overtuigende mate) onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. Feiten in de categorieën grensoverschrijdend gedrag, misbruik van de Opiumwet, niet of te laat komen, te laat verwijzen, onjuiste declaratie, onvoldoende informatie, onzorgvuldige dossiervorming, schending inzage- correctie- of blokkeringsrecht en handelen buiten deskundigheidsgebied zijn in de in 2013 opgelegde berispingen uitsluitend in niet-verwijtende bewoordingen beoordeeld Gegrond zonder oplegging van een maatregel Voor de volledigheid is ook gekeken naar het karakter van deze kleine groep beslissingen. In de 7 beslissingen waarin geen maatregel werd opgelegd zijn in totaal 17 beoordelende termen gevonden. 4 van de 8 gegrondverklaarde klachten waren in verwijtende/veroordelende bewoordingen geformuleerd. Dit komt neer op 4 beslissingen zonder maatregel van de 7 in totaal (57%). De feiten die in verwijtende termen werden verwoord waren: niet of te laat komen, misbruik Opiumwet, onvoldoende informatie en onjuiste behandeling/verkeerde diagnose. De overige twee feiten betroffen ook eenmaal onvoldoende informatie, eenmaal onvoldoende zorg, eenmaal onzorgvuldige dossiervorming en een keer schending van het beroepsgeheim Samenvatting 3.2 Bij opgelegde berispingen zijn in de tekst van de beslissing gemiddeld het grootste aantal beoordelende termen gevonden (3,5 per klachtonderdeel). Bij de opgelegde waarschuwingen waren dat er aanzienlijk minder (1,8 per klachtonderdeel). Bij beslissingen waarbij geen maatregel werd opgelegd zijn 2,1 beoordelende termen per gegrondverklaard klachtonderdeel gevonden. Het beoordeelde handelen/nalaten is in beslissingen die leidden tot een berisping vaker in verwijtende/veroordelende termen verwoord (64%) dan in beslissingen waarin een waarschuwing werd gegeven (36%). Van de 7 beslissingen waarin geen maatregel werd opgelegd hadden er 4 een verwijtende/veroordelende strekking (57%). 3.3 Motivering van de maatregel Uit de voorlopige uitkomsten zoals omschreven in de vorige paragraaf blijkt, dat in 2013 een aanzienlijk aantal opgelegde waarschuwingen in verwijtende/veroordelende termen is verwoord. Omdat dit op het eerste gezicht niet strookt met de scheidslijn tussen waarschuwing en berisping zoals bedoeld door de wetgever, is de toelichting op de keuze voor de opgelegde maatregel van de tuchtrechter, de motivering, van des te groter belang. In deze paragraaf wordt de praktijk van het motiveren van maatregelen in 2013 beschreven. 21 Een belangrijke vraag is, of er verschillen zijn in motivering van de maatregelen met en zonder verwijtend karakter (worden waarschuwingen met een verwijtend karakter vaker gemotiveerd?) en of er sprake is van verzachtende of verzwarende omstandigheden die de keuze voor de opgelegde maatregel kunnen verklaren. 21 Het gaat hier bij uitstek om de motivering van de keuze van de op te leggen maatregel. Motiveringen te vinden in gegrondverklaringen zijn niet meegenomen. 13

14 3.3.1 Waarschuwing In onderstaande tabel 4 is weergegeven hoe vaak het opleggen van een waarschuwing in 2013 gepaard ging met een motivering van die keuze in de tekst van de beslissing. Tabel 4: Aantal gemotiveerde en niet gemotiveerde waarschuwingen in 2013 Wel gemotiveerde waarschuwingen 64/166 = 39% Niet gemotiveerde waarschuwingen 102/166 = 61% Passend/gepast/past 66 Gepast en geboden/ passend en geboden 5 Gelet op alle omstandigheden gepast en geboden/ alle 3 omstandigheden afwegend Alles in aanmerking genomen passend/ alles overziende 2 Met een (..) kan worden volstaan 2 Een (..) is afdoende 1 (Alles overziende).. op zijn plaats 1 Een zakelijke terechtwijzing zonder stempel van laakbaarheid.. 11 zonder nadere motivering Geen tekst 11 Uit de tabel komt naar voren dat 64 van de 166 beslissingen (39%) een motivering bevatte voor de keuze om een waarschuwing op te opleggen. 71 Keer (43%) werd als motivering volstaan met de tekst passend en geboden. 6 Keer (4%) werden alle omstandigheden of alles overziende als motivering gebruikt, en 3 keer (2%) kon worden volstaan met een waarschuwing of was deze afdoende. In 11 (6%) uitspraken werden helemaal geen toelichtende woorden gebruikt. In de overige 11 (6%) uitspraken werd de zin een zakelijke terechtwijzing zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken genoemd zonder nadere motivering. Worden waarschuwingen met een verwijtende/veroordelende strekking vaker gemotiveerd dan niet-verwijtende waarschuwingen? Van de 57 bedoelde waarschuwingen blijken er 18 te zijn gemotiveerd. Dat is nog geen derde deel. In 39 waarschuwingen met een verwijtende/veroordelende strekking ontbrak de motivering. Bezien we het totaal aan opgelegde waarschuwingen in 2013 (166), dan blijkt dat de motivering in waarschuwingen met een verwijtend karakter zelfs vaker is nagelaten (68%) dan in de waarschuwing zoals de wetgever deze had bedoeld (58%) Berisping In onderstaande tabel 5 is weergegeven hoeveel berispingen in 2013 zijn gemotiveerd. Tabel 5: Aantal gemotiveerde en niet gemotiveerde berispingen in 2013 Wel gemotiveerde berispingen 34/42 = 81% Niet gemotiveerde berispingen 8/42 = 19% Passend/gepast/past 3 Gepast en geboden/ passend en geboden 5 Uit de tabel blijkt dat 34 van de 42 beslissingen (81%) een motivering bevatte voor de keuze van een berisping als op te opleggen maatregel. 8 Keer (19%) werd als motivering volstaan met de tekst passend en geboden. 14

15 Over het verband tussen motivering en het al dan niet verwijtende/veroordelende karakter van berispingen blijkt het volgende. Van de 15 berispingen zonder verwijtende strekking zijn er in gemotiveerd (93%). Eén opgelegde berisping is ondanks het ontbreken van een verwijtend/veroordelend karakter niet gemotiveerd. Van de 27 berispingen met een verwijtend, veroordelend karakter (zoals bedoeld door de wetgever), zijn er 20 gemotiveerd (74%) en 7 niet Geen maatregel Alle beslissingen waarin na gegrondverklaring van de feiten geen maatregel werd opgelegd bevatten een motivering voor die keuze Samenvatting 3.3 Slechts een minderheid van de waarschuwingen is ondersteund met een motivering (39%). Bij de berispingen is dat het merendeel (81%). Beslissingen leidende tot het achterwege laten van een maatregel werden in 2013 altijd gemotiveerd (100%). 3.4 Verband tussen maatregel en omstandigheden In de motivering van de op te leggen maatregel werden in 2013 verschillende omstandigheden gevonden die verzachtend dan wel verzwarend van invloed konden zijn op de keuze voor de maatregel. In deze paragraaf worden die omstandigheden geïnventariseerd en wordt getracht een verband te leggen tussen het karakter van de beslissing (wel of niet verwijtend/veroordelend) en de keuze van de maatregel (waarschuwing of berisping). Ten overvloede zij opgemerkt dat in deze paragraaf uitsluitend de beslissingen aan de orde komen die een motivering bevatten (39% van de opgelegde waarschuwingen en 81% van de opgelegde berispingen) Waarschuwing In tabel 6 wordt een overzicht gegeven van gedocumenteerde omstandigheden in de motivering van waarschuwingen, en het aantal keren dat deze omstandigheden daarin voorkwamen. Het gaat hier om een totaal van 93 omstandigheden in de 64 waarschuwingen waarin een motivering voor deze maatregel is gevonden. Tabel 6: Voorkomende verzachtende en verzwarende omstandigheden in waarschuwingen in 2013 Verzachtende omstandigheden genoemd in motivering waarschuwing 86% (80/93) Inzicht getoond in het onjuiste handelen/kans op herhaling klein 23 Verweerder heeft zich toetsbaar opgesteld 14 Er is met goede bedoelingen gehandeld/ sympathie voor verweerder 8 Verweerder heeft geen tuchtrechtelijke antecedenten 8 Oorzaak van de ontstane situatie is deels bij anderen gelegen 7 Verweerder heeft betrokkenheid getoond 5 Al gestraft door oa ontslag, langdurig klachttraject etc. 4 Er zijn excuses aangeboden 4 Het betrof een beperkt incident of het was maar een beperkte fout 4 Overig: 3 Consult al lang geleden waardoor gehinderd in de verdediging Betreffende onjuiste verklaring was reeds ingetrokken Voor het opstellen van de achteraf foutieve verklaring wel zorgvuldig juridisch advies gevraagd Verzwarende omstandigheden genoemd in motivering waarschuwing 14% (13/93) Geen inzicht getoond in onjuiste handelen/er is kans op herhaling 6 Het handelen heeft ernstige gevolgen gehad 4 15

16 Er is sprake van een ernstig feit/ verweerder is ernstig of vaker tekortgeschoten 2 Overig: 1 Door de extra afbreuk gedaan aan de toch al kwetsbare positie van klager. Verweerder handelde welbewust onjuist 0 Verweerder heeft zich niet toetsbaar opgesteld 0 Verweerder heeft (tuchtrechtelijke) antecedenten 0 Uit de tabel valt op te maken dat de meest voorkomende verzachtende omstandigheid in gemotiveerde uitspraken waarin een waarschuwing werd opgelegd zijn: 1. inzicht getoond, 2. toetsbaar opgesteld, en 3./4. goede bedoelingen/sympathie en geen tuchtrechtelijke antecedenten. De meest voorkomende verzwarende omstandigheid is dat geen inzicht is getoond. Ernstige gevolgen van het handelen, ernstig feit en ernstig tekortgeschoten werden ook gevonden in de motiveringen van opgelegde waarschuwingen. Waarschuwingen met een verwijtend/veroordelend karakter De volgende vraag is, of er in waarschuwingen met een verwijtend/veroordelend karakter (kort aangeduid als verwijtende waarschuwingen) verzachtende omstandigheden aanwezig zijn die een lichtere maatregel dan de berisping rechtvaardigen, terwijl het verwijtende karakter zou nopen tot het opleggen van een berisping. In de verwijtende/veroordelende waarschuwingen (n=18) waren in totaal 24 verzachtende omstandigheden aanwezig in de motivering (1,33 per uitspraak). Dat is niet veel meer dan bij de niet-verwijtende waarschuwingen (n=46), waar in totaal 56 verzachtende omstandigheden zijn gevonden (1,24 per uitspraak). Om welke verzachtende omstandigheden ging het in beslissingen waarin een verwijtende/veroordelende waarschuwing werd opgelegd? Figuur 7: Verzachtende omstandigheden in verwijtende/veroordelende waarschuwingen Aanwezige verzachtende omstandigheden (n=24) in verwijtende gemotiveerde waarschuwingen (n=18)

17 Uit figuur 7 blijkt dat inzicht tonen in de onjuistheid van het handelen de meest voorkomende verzachtende omstandigheid is die genoemd werd in verwijtende waarschuwingen. Een andere bevinding betreft de aanwezigheid van verzwarende omstandigheden in beslissingen waarin een verwijtende waarschuwing (n=18) werd opgelegd. Dit waren er 4 in totaal. Gemiddeld is het aantal verzwarende omstandigheden per gemotiveerde verwijtende en niet-verwijtende waarschuwingen vrijwel gelijk, respectievelijk 0,22 en 0,20 omstandigheid per uitspraak. Welke verzwarende omstandigheden zijn gevonden in beslissingen waarin een verwijtende waarschuwing werd opgelegd? Het gaat hier voor de duidelijkheid om 4 waarschuwingen met een verwijtend/veroordelend karakter, waarin ondanks de aanwezigheid van verzwarende omstandigheden toch is gekozen voor een waarschuwing. - Tandarts die (mede) verantwoordelijk werd gehouden voor het niet naleven van de vereisten voor taakherschikking op het terrein van voorbehouden handelingen door de mondhygiënist. Het tuchtcollege vindt dat een ernstig feit, maar acht het ten voordele van de tandarts dat hij 3 maanden later bij inspectie de praktijk op orde had. - Een anesthesist die een verpleegkundige heeft bijgestaan bij de palliatieve sedatie van haar echtgenoot, volgde daarbij niet de richtlijnen die daarvoor gelden en hield geen dossier bij. Het tuchtcollege vindt dat de gemaakte fouten een zwaardere straf rechtvaardigen, maar volstaat met een waarschuwing omdat de anesthesist van zijn fouten heeft geleerd, deze heeft erkend en zich een (te) zeer betrokken arts heeft betoond. - Drie gynaecologen wordt verweten dat zij bij het inleiden van een baring geen magnesiumsulfaat en aanvullende pijnstilling hebben gegeven. Twee van de gynaecologen verdedigden ter zitting nog steeds hun handelen en gaven geen blijk zich te realiseren dat zij in strijd met de richtlijn hebben gehandeld. Dat baart het College zorgen, waardoor het een waarschuwing op zijn plaats acht Berispingen In tabel 7 wordt een overzicht gegeven van omstandigheden en het aantal keren dat deze in de motiveringen van opgelegde berispingen voorkwamen. Het gaat hier om een totaal van 60 omstandigheden in de 34 berispingen waarin een motivering voor deze maatregel is gevonden. Tabel 7: Voorkomende verzachtende en verzwarende omstandigheden in berispingen in 2013 Verzachtende omstandigheden genoemd in motivering berisping 23% (14/60) Inzicht getoond in het onjuiste handelen/kans op herhaling klein 3 Verweerder heeft zich toetsbaar opgesteld 3 Oorzaak van de ontstane situatie is deels bij anderen gelegen 3 Reeds gestraft door o.a. ontslag, langdurig klachttraject etc. 3 Er is met goede bedoelingen gehandeld/ sympathie voor verweerder 2 Verweerder heeft geen tuchtrechtelijke antecedenten 0 Verweerder heeft betrokkenheid getoond 0 Er zijn excuses aangeboden 0 Het betrof een beperkt incident of het was maar een beperkte fout 0 Overig 0 Verzwarende omstandigheden genoemd in motivering berisping 77% (46/60) Er is sprake van een ernstig feit/ verweerder is ernstig of vaker tekortgeschoten 15 Geen inzicht getoond in onjuiste handelen/er is kans op herhaling 13 Het handelen heeft ernstige gevolgen gehad 8 Verweerder handelde welbewust onjuist 4 Overig: 3 17

18 Patiënten moeten er op kunnen vertrouwen dat door hen in vertrouwen verstrekte informatie niet aan anderen wordt doorgegeven. Omdat er geen omstandigheden zijn gebleken om deze maatregel te matigen. Verweerder ( ) niet de moeite heeft genomen om te reageren op correspondentie van het college en zowel tijdens het mondeling vooronderzoek als ter zitting zonder kennisgeving niet is verschenen. Verweerder heeft zich niet toetsbaar opgesteld 2 Verweerder heeft (tuchtrechtelijke) antecedenten 1 Uit de tabel valt op te maken dat de meest voorkomende verzwarende omstandigheden bij de opgelegde berispingen (aflopend) zijn: ernstig feit/ ernstig of vaker tekortgeschoten, geen inzicht getoond in onjuistheid handelen/kans op herhaling, en ernstige gevolgen. Als verzachtende omstandigheden komen in gelijke mate voor: inzicht getoond, toetsbaar opgesteld, oorzaak deels bij anderen en reeds voldoende gestraft. Berispingen zonder verwijtend/veroordelend karakter De volgende vraag is, of er bij berispingen zonder verwijtend/veroordelend karakter verzwarende omstandigheden aanwezig zijn die het opleggen van een berisping rechtvaardigen, terwijl het ontbreken van zulk verwijtend karakter zou nopen tot het opleggen van een waarschuwing. In de gemotiveerde niet-verwijtende berispingen (n=14) kwamen in totaal 18 verzwarende omstandigheden voor. Hiervan is een overzicht weergegeven in figuur 8. Figuur 8: Verzwarende omstandigheden in niet-verwijtende/veroordelende berispingen Aanwezige verzwarende omstandigheden (n=18) in nietverwijtende gemotiveerde berispingen (n=14) Het vaakst was sprake van een ernstig feit of een ernstige tekortkoming, gevolgd door ernstige gevolgen van het handelen voor klager, en geen inzicht tonen in de onjuistheid van het handelen. Eén opgelegde berisping is ondanks het ontbreken van een verwijtend/veroordelend karakter (dat daarom zou nopen tot een waarschuwing) niet gemotiveerd. Het ging om de volgende casus. 18

19 - Een uroloog wordt in het weekend als achterwacht gebeld door de arts-assistent orthopedie omdat een patiënt verdacht wordt van een torsio testis (draaiing van de bal). Het College stelt in de gegrondverklaring van het feit dat verweerder te lichtvaardig tot zijn conclusie is gekomen dat, mocht er sprake zijn van een torsio, deze inmiddels niet meer te behandelen was. Hij heeft de pijnanamnese onvoldoende gecontroleerd, ten onrechte geen nadere diagnostiek laten verrichten, geen nadere instructies gegeven, geen onderzoek ingezet en hij had zelf moeten komen. Ook het gebrek aan overdracht beoordeelt het College als ongewenst. De verklaring van de uroloog ter zitting, dat hij zich niet verantwoordelijk acht voor wat de arts-assistent aan overdracht doet, getuigt van een ontoereikende inzet. Het opleggen van een berisping acht het College passend en geboden. In de 14 gemotiveerde opgelegde berispingen zonder verwijtend/veroordelend karakter kwamen ook 4 verzachtende omstandigheden voor. Dit betrof de volgende 3 casussen. - Een 86 jarige huisarts wordt door de IGZ verweten zijn praktijkvoering niet op orde te hebben. In 2011 liet de IGZ dezelfde klacht rusten, omdat de huisarts zijn registratie niet zou verlengen en zijn praktijk zou sluiten. Het College vindt relativering op zijn plaats, omdat het thans een gegeven is dat verweerder zich heeft laten uitschrijven als huisarts en zijn praktijk heeft gesloten, en legt een berisping op. - Fysiotherapeut klaagt psychiater aan van gezamenlijke patiënt, omdat deze informatie over het alcoholgebruik van klager heeft gedeeld met de patiënt. Ofschoon verweerder inziet dat zijn handelen niet juist was en hij zich in de onderhavige procedure toetsbaar heeft opgesteld, rekent het college hem zijn onprofessionele handelen ernstig aan. - Een chirurg mist een metastase in de longvliezen bij een patiënt met een mammacarcinoom. Het college constateert dat, hoewel niet wordt betwijfeld dat verweerder met volle inzet te werk is gegaan, het gaat om een aantal verkeerde beoordelingen en beslissingen die zodanig zijn, dat wat betreft de op te leggen maatregel niet aan een berisping valt te ontkomen en dat verweerder ter zitting niet ervan heeft blijk gegeven in te zien dat hij in de zorg en aanvullende diagnostiek bij patiënte is tekortgeschoten Geen maatregel In de motivering van de op te leggen maatregel werden verschillende omstandigheden genoemd die van invloed konden zijn op de keuze voor de maatregel. In tabel 8 is een overzicht weergegeven van genoemde omstandigheden en het aantal keer dat deze in de motivering van het achterwege laten van een maatregel, voorkwamen. Tabel 8: : Voorkomende verzachtende omstandigheden beslissingen zonder maatregel in 2013 Verzachtende omstandigheden genoemd in motivering geen maatregel 100% (14/14) Oorzaak van de ontstane situatie is deels bij anderen gelegen 7 Verweerder heeft zich toetsbaar opgesteld 2 Er is met goede bedoelingen gehandeld/ sympathie voor verweerder 1 Er zijn excuses aangeboden 1 Het betrof een beperkt incident of het was maar een beperkte fout 1 Verweerder heeft geen tuchtrechtelijke antecedenten 0 Inzicht getoond in het onjuiste handelen/kans op herhaling klein 0 Verweerder heeft betrokkenheid getoond 0 Reeds gestraft door ontslag, langdurig klachttraject etc. 2 Overig 0 19

20 Uit de tabel valt op te maken dat de meest voorkomende verzachtende omstandigheden is dat de oorzaak deels bij anderen is gelegen. In 2 uitspraken werd het achterwege laten van een maatregel gemotiveerd met de opmerking dat verweerder al een zwaardere maatregel opgelegd had gekregen of reeds uit het register was geschrapt. Dat het om een beperkte fout ging kwam slechts 1 keer voor. Verzwarende omstandigheden zijn niet gevonden Samenvatting 3.4 Per gemotiveerde waarschuwing (n=64) waren meer verzachtende omstandigheden aanwezig (1.25) dan per gemotiveerde berisping (n=34) (0.41). 22 Per gemotiveerde berisping (n=34) waren meer verzwarende omstandigheden aanwezig (1,35) dan per gemotiveerde waarschuwing (0,20). In motiveringen waarin het handelen weliswaar in verwijtende/veroordelende termen was geformuleerd maar toch een waarschuwing werd opgelegd, was de meest voorkomende verzachtende omstandigheid dat verweerder inzicht heeft getoond in de onjuistheid van zijn handelen. In motiveringen waarin het handelen weliswaar in niet verwijtende/veroordelende termen was geformuleerd maar toch een berisping werd opgelegd, werd veelal als verzwarende omstandigheid genoemd dat het ging om een ernstig feit of een ernstige tekortkoming, om ernstige gevolgen van het handelen voor klager, dan wel dat verweerder geen inzicht had getoond in de onjuistheid van het handelen. Bij de gegrondverklaringen zonder opleggen van een maatregel was de meest voorkomende verzachtende omstandigheid dat de oorzaak deels bij anderen was gelegen. Verzwarende omstandigheden zijn in die beslissingen niet gevonden De frase van de zakelijke terechtwijzing In de onderzochte beslissingen blijkt de tuchtrechter af en toe gebruik te maken van de zinsnede een zakelijke terechtwijzing die de onjuistheid van de handelwijze naar voren brengt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken (of een deel daarvan). Zie tabel 9 voor een overzicht van de in 2013 gebruikte zinsneden. Tabel 9 Mede gezien (..) acht het college een zakelijke terechtwijzing, een waarschuwing, passend. Daarom kan worden volstaan met het opleggen van de lichtste maatregel, te weten die van de waarschuwing als zakelijke terechtwijzing. Die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt, zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. Het college merkt hierbij uitdrukkelijk op dat een waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelswijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. Een zakelijke terechtwijzing, is daarvoor passend en geboden. De oplegging van na te melden maatregel, die een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van de handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken, is gelet op hetgeen daarover hiervoor is overwogen, passend en toereikend. Als maatregel acht het college een waarschuwing als zakelijke terechtwijzing op haar plaats. Het college zal de lichtste maatregel opleggen, de waarschuwing, waarop niet het stempel van grote laakbaarheid drukt. Het college merkt daarbij op dat de waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van de handelwijze uitdrukt zonder daarop het stempel van laakbaarheid te drukken. Het college volstaat dan ook met een waarschuwing en tekent daarbij aan dat een dergelijke maatregel ingevolge de memorie van toelichting, Kamerstukken II 1985/86, 19522, nr. 3, p. 76, een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. 22 Per beslissing zonder opgelegde maatregel was dit 2.4 maar door het geringe aantal uitspraken (7) is dat van onvoldoende gewicht om uitspraken over te doen. 20

Tuchtrecht in de gezondheidszorg

Tuchtrecht in de gezondheidszorg Tuchtrecht in de gezondheidszorg mr. C.W.M. Hillenaar, plv. secretaris Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven naam s-hertogenbosch, 1 februari 2018 Nederlandse Vereniging van Intensive

Nadere informatie

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht

Juridische valkuilen rond een tuchtklacht Juridische valkuilen rond een tuchtklacht VIA, 16 juni 2014 mr. Hilde van der Meer Adviseur gezondheidsrecht KNMG Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Tuchtrecht Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger beroep Soort klachten Geen of

Nadere informatie

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Tuchtrecht Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger

Nadere informatie

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk?

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beelden uit Nederland. dr. H. van Dartel Ethicus, (np) verpleegkundige Voormalig voorzitter CE VenVN opzet Achtergrond en inzet van de beroepscode

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y.. No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 november 2014 binnengekomen klacht van: [A] wonende te [B]

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht)

De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht) De verhouding jeugdarts/ minderjarige en diens ouders (vanuit familierecht, WGBO en tuchtrecht) -mr. dr. Wilma Duijst, forensisch arts en rechterplaatsvervanger rechtbank Gelderland -mr. Alex Smit, voorzitter

Nadere informatie

voor de Gezondheidszorg

voor de Gezondheidszorg c2013.346 ECLI:NL:TGZCTG:2014:321 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.346 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Judith van Haersma Buma Bijscholing NVAB Kring Zuid-West 26 november 2009, Bergen op Zoom - cijfers 2008( regionaal) 1347 totaal afgehandelde klachten; 470 klachten

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Handleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout

Handleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout Handleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout Inleiding. Indien een patiënt geconfronteerd wordt met een achteraf onjuist gebleken diagnose van een patholoog, kan dit o.a. afhankelijk

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO

SAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO SAMENVATTING 105574 - Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO Een ouderpaar klaagt er onder andere over dat de school rugzakgelden heeft aangewend zonder daarover vooraf

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN 17213 ECLI:NL:TGZREIN:2018:58 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 17213 Uitspraak: 21 juni 2018 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna

Nadere informatie

Tweede Nota van Wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I, onderdeel A, komt te vervallen.

Tweede Nota van Wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I, onderdeel A, komt te vervallen. 32261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking Tweede Nota van Wijziging Het voorstel van wet

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het tuchtrecht

Ontwikkelingen in het tuchtrecht Ontwikkelingen in het tuchtrecht De praktische gevolgen voor bedrijfsartsen: bedreiging of kans? mr Hilde van der Meer KNMG NVAB Kring Zuid-West 26 november 2009 THEMA S 1. Modernisering tuchtrecht 2.

Nadere informatie

De dokter en de tuchtrechter. mr. Hilde van der Meer KNMG

De dokter en de tuchtrechter. mr. Hilde van der Meer KNMG mr. Hilde van der Meer KNMG Actualiteiten tuchtrecht Cijfers over 2012 Ontwikkelingen ten aanzien van de regels Aard van de klachten & lessen * Wie dienden een klacht in? * Regie bij samenwerking * Minderjarigen

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. 18-47 RvT Amsterdam 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Klager heeft in 2014 een woning gekocht die beklaagde in verkoop

Nadere informatie

Klachten over uw zorg?

Klachten over uw zorg? Klachten over uw zorg? Het tuchtrecht heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bewaken en te bevorderen, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig

Nadere informatie

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers

de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers SAMENVATTING 105334 Ouders klagen erover dat de directie hun zoon disproportioneel heeft gestraft doordat hij niet mee mocht met het schoolkamp. Daarnaast heeft de school onjuist gehandeld toen klagers

Nadere informatie

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM Informatie aan niet-opdrachtgever. Ontbindende voorwaarde. Contractsbepalingen. Zelfstandig oordeel van de Raad van Toezicht t.o.v. arrest van het Gerechtshof. Klaagster heeft een woning gekocht die beklaagde

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op van: 1 februari 2017 binnengekomen klacht verblijvende te Venray

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van:

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: destijds toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te, thans gerechtsdeurwaarder

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/234

Rapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/234 Rapport Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/234 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de vestigingsmanager van de Raad voor de Kinderbescherming te Zutphen op 30 augustus 2005 gevolg heeft

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

ADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A.

ADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A. 108337 ADVIES inzake de klacht van: de heer [klager] te [plaatsnaam], student van [de school], klager gemachtigde: mevrouw [familielid van klager] tegen de directie van [de school] en het College van Bestuur

Nadere informatie

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. 18-102 Rvt Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. Klagers hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening

Nadere informatie

Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep.

Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep. Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep. Klagers kopen in 2012 een woning waarvan het gebruiksoppervlak

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 25 mei 2009 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 25 mei 2009 binnengekomen 2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen

Nadere informatie

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen (mr. B.K. Olivier, D. van As, mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans)

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen (mr. B.K. Olivier, D. van As, mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans) Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen (mr. B.K. Olivier, D. van As, mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans) LBS 08.001 Advies inzake het geschil tussen de heer A (bezwaarde) -ende stichting B(bevoegd

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO SAMENVATTING 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO Een ouder klaagt erover dat de school haar onvoldoende heeft geïnformeerd over

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG 2 18 mei 2007 Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Uitspraak in de zaak van: , psychiater in ruste wonende te , klager, t e g e n : , psychiater wonende te ,

Nadere informatie

Doorhalingen in het BIG-register

Doorhalingen in het BIG-register Onderzoek Doorhalingen in het BIG-register Overwegingen van het tuchtcollege in de periode 2006-2011 Robert J.A. Oomen en Monique C.I.H. Biesaart Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie Onderzoek naar

Nadere informatie

Workshop voor Aon. Esther Pans. Ontwikkelingen in het medisch tuchtrecht met gevolgen voor het aansprakelijkheidsrecht. Donderdag 14 maart 2013

Workshop voor Aon. Esther Pans. Ontwikkelingen in het medisch tuchtrecht met gevolgen voor het aansprakelijkheidsrecht. Donderdag 14 maart 2013 Workshop voor Aon Ontwikkelingen in het medisch tuchtrecht met gevolgen voor het aansprakelijkheidsrecht Esther Pans Donderdag 14 maart 2013 Medische aansprakelijkheid: Hoofdbehandelaarschap Kernvraag:

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

TUCHTRECHTSPRAAK: achtergronden, praktijk en de kunst van het overleven. NascholingV&VN Arbo Huis ter Heide 10 november 2016

TUCHTRECHTSPRAAK: achtergronden, praktijk en de kunst van het overleven. NascholingV&VN Arbo Huis ter Heide 10 november 2016 TUCHTRECHTSPRAAK: achtergronden, praktijk en de kunst van het overleven NascholingV&VN Arbo Huis ter Heide 10 november 2016 Spreker André Weel (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle, oordelend inzake de op 19 december 2000 ingekomen klacht van

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle, oordelend inzake de op 19 december 2000 ingekomen klacht van no.150/00 Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle, oordelend inzake de op 19 december 2000 ingekomen klacht van A., wonende te B., k l a a g s t e r, - tegen - C., psychotherapeut, wonende te D., v e r w

Nadere informatie

Klachtrecht: terug naar de bedoeling

Klachtrecht: terug naar de bedoeling Klachtrecht: terug naar de bedoeling MR H.C.B. (HILDE) VAN DER MEER NAJAARSVERGADERING VERENIGING VOOR GEZONDHEIDSRECHT 6 NOVEMBER 2015 Opbouw Inleidende beschouwing klachtrecht Doelstellingen klachtrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2384 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Taxatierapport ondertekend zonder pand te hebben opgenomen. Een makelaar voelt zich

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Communicatie. Ontvankelijkheid van de klacht. Verjaring. Klaagster heeft in 2011 een

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 630 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de physician assistant in de lijst

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-180c ECLI:NL:TGZRSGR:2017:69 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-180c Datum uitspraak: 2 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM 17-142 RvT Amsterdam 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Optie en bod. Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van de makelaar. Klagers waren geïnteresseerd in een woning die

Nadere informatie

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG KICK-PROTOCOLLENDAG 2017 VILANS, UTRECHT 16 JUNI 2017 MR. FRÉ DE VRIES, ( JURIST, DOCENT EN VERPLEEGKUNDIGE) ONDERWERPEN WORKSHOP Wettelijke basis

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

Geschillencommissie Huisartsenzorg West Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 9 juli 2002 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de gevoegde klachten met zaaknummers: 93.2002 [ ], wonende te

Nadere informatie

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging. 18-21 RvT Amsterdam 203 ERECODE Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging. De verkopers van een woning (klagers) verwijten hun makelaars (beklaagden)

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE 18-134 RvT Oost 203 ERECODE Stichting Tuchtrechtspraak NVM Onduidelijke positie van de makelaar. Plicht om positie helder te maken geldt ook tegenover niet-opdrachtgever. Klaagster heeft een woning gehuurd.

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd

Nadere informatie

Klachtenreglement. B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d e r s e n I n k o m e n s b e hee r d e r s

Klachtenreglement. B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d e r s e n I n k o m e n s b e hee r d e r s Klachtenreglement Datum 3 november 2016 Onderwerp Klachtenreglement Auteur Klachtencommissie E-mail klachten@bpbi.nl B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

Medische aansprakelijkheid en de gevolgen. Mieke van den Bergh jurist 18 april 2016

Medische aansprakelijkheid en de gevolgen. Mieke van den Bergh jurist 18 april 2016 Medische aansprakelijkheid en de gevolgen Mieke van den Bergh jurist 18 april 2016 2 3 Wetten Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), Wet op de Beroepen Individuele beroepen in Gezondheidszorg,

Nadere informatie

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V.

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V. Niet elke onderneming binnen één groep lid NVM. Indruk gewekt NVM-lid te zijn. Vermeende onvoldoende communicatie. Klager huurt van een eigenaar een bedrijfsruimte in welk kader hij te maken heeft met

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

istock Tuchtrechter wordt strenger Publicatie 17 juli 2015 Jaargang 2015 Artikelen, eerst online Aart Hendriks, Hilde van der Meer

istock Tuchtrechter wordt strenger Publicatie 17 juli 2015 Jaargang 2015 Artikelen, eerst online Aart Hendriks, Hilde van der Meer Tuchtrechter wordt strenger Publicatie 17 juli 2015 Jaargang 2015 Rubriek Artikelen, eerst online Auteur Aart Hendriks, Hilde van der Meer KNMG vindt het onwenselijk dat het tuchtrecht strafrechtelijke

Nadere informatie

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W. Postbus 2122, 6020 AC Budel T. 06-12 82 30 70 E. geschilleninstantie@kab-klachten.nl W. www.geschilleninstantiekab.nl Geschilleninstantie KAB Referentie: 2018-004 UITSPRAAK Inzake De heer van H. Wonende

Nadere informatie

U heeft een klacht? De beroepscode en het tuchtrecht van de NVO

U heeft een klacht? De beroepscode en het tuchtrecht van de NVO U heeft een klacht? De beroepscode en het tuchtrecht van de NVO De NVO wie zijn wij? De NVO is de beroepsvereniging van ruim 7.000 universitair opgeleide pedagogen en onderwijskundigen. Ons doel is de

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag Datum: 9 mei 2012 Rapportnummer: 2012/077 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Huurcommissie: niet de juiste

Nadere informatie

Klachtenreglement. B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d e r s e n I n k o m e n s b e h e e r d e r s

Klachtenreglement. B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d e r s e n I n k o m e n s b e h e e r d e r s Klachtenreglement Datum 10 december 2015 Onderwerp Klachtenreglement Auteur Klachtencommissie E-mail klachten@bpbi.nl B r a n c h e ve r e n i g i n g voor P r o f e s s i o n e l e B ew i n d vo e r d

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers 107205 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht,

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-22 19 juni 2015 Bij het wijzigen van de schooltijden zijn procedurele fouten gemaakt. Een vruchtbare gedachtewisseling

Nadere informatie