MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

Transcriptie

1 MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE 2de 3de graad n.a.v. Personeelsvergadering 25/11/2014

2 Hoofdrekenen DELEN VAN NATUURLIJKE GETALLEN. Voorbeeld: 7800 : 6 = : 6 = (6000 : 6) + (1800 : 6) = : 6 = (60 : 6) + (18 : 6) = 13 = : 50 = STAP 1: Bij delen altijd eerst kijken of je ze kan schrappen? STAP 2: Nullen afdekken en omkringen waarmee er gewerkt wordt. Bijv : 5 0 = STAP 3: Opsplitsen of rekenregels toepassen. Rekenregels: : 4 => : 2 : 2 : 25 => : 100 X 4 : 5 => : 10 X 2 : 50 => : 100 X 2

3 Hoofdrekenen VERMENIGVULDIGEN EN DELEN MET VEELVOUDEN VAN 10. : 10 : 100 : 100 X 10 X 100 X 1000 Voorbeeld: 0,92 X 10 X 10 komma 1 plaats naar rechts 0, 9 2 dus 9,2 X 10 de strook 1 rang verschuiven naar rechts. T E t h d Voorbeeld: 0,92 : T E t h d : 10 komma 1 plaats naar links 0 0, 9 2 dus 0,092 (hulpnullen plaatsen) : 10 de strook 1 rang verschuiven naar links T E t h d T E t h d X 10 X 100 X 1000 GROTER MAKEN DUS NAAR RECHTS : 10 :100 : 1000 KLEINER MAKEN DUS NAAR LINKS

4 Hoofdrekenen VOLGORDE VAN BEWERKINGEN Het Veulen Draaft Op en Af, Haakjes Vermenigvuldigen Delen Optellen Aftrekken Van Links naar Rechts Bijv X 6 4 = Eerst vermenigvuldigen, dan pas optellen en voor de rest van links naar rechts uitrekenen.

5 Hoofdrekenen BEWERKINGEN MET BREUKEN = 6 2 /6 en /2 zijn zoals 'appels' en 'peren', eerst omzetten! Altijd eerst controleren of we kunnen omzetten naar één van de noemers Daarna gelijke veelvouden in de overeenkomstige tafels van de noemers (kijk naar de grootste). Eventueel: noemers vermenigvuldigen 2 X 5 = 3 /3 zijn appels 2 appels X 5, is 10 appels. Het blijft /3 OF Het gaat over een pizza in 3 stukken, de oplossing zal ook een pizza zijn in 3 stukken. 2 stukken X 5 = 10 stukken 5 : 5 = 5 6 Het gaat over een pizza in 6 stukken, de oplossing zal ook een pizza zijn in 6 stukken. 5 stukken : 5 = 1 stuk 6 : 4 = Oei, het gaat niet! => Haar-droger-oefening van het merk X

6 Getallenkennis AFRONDEN Voorbeeld: afronden tot op D: Een streep trekken na het Duizendtal (denkbeeldig muurtje) We kijken naar het eerste getal na de muur Vanaf de 5 ronden we het getal voor de muur af naar boven Een duizendtal eindigt altijd op Dus na de muur schrijven we 000. Voorbeeld: afronden tot op D: Kleur de Duizendtallen Wat zijn de duizendtalburen? <= => Waar ligt het het dichtst bij? <= =>

7 Getallenkennis REKENTAAL Met een tekening 5 5 is de helft van 10 is het dubbel van. 10 Trucje IS staat vooraan... PAS OP! Aan je hoofd zit een knopje, het knopje van omgekeerd denken. 5 is de helft van. de helft is :2 maar 'is' staat vooraan dus omgekeerd denken, dus X 2 (opgelet! Werkt niet bij MINDER DAN! bijv is.. minder dan 5000) Omzetten in bewerking. 5 is de helft van. 5 =.. :2 Omzetten in een eenvoudig getal is minder dan is. minder dan 5

8 Getallenkennis ROMEINSE CIJFERS Ik I = 1 Vervang V = 5 Xanders X = 10 Lekkere L = 50 Citroenen C = 100 Door D = 500 Mandarijnen M = 1000 (1 stokje) V (2 stokjes) X (2 V's) dix L C = [ (2 L'en) cent D demi = 500 M mille = 1000 Schrijf bij elke Romeinse letter, het Arabisch cijfer. Staat het van groot naar klein? Welke letter niet? Kleur deze. Deze letter trek je af van de letter die er achter staat.

9 Getallenkennis BEKJES GROTER DAN KLEINER DAN 1. Stipje zetten bij de kleinste en dan daaruit de streepjes trekken De K van kleiner maken Het bekmonster eet de GROOTSTE op De frietzak is omgevallen, waar zitten de meeste frietjes? 500 < 600 BREUKEN 1 => Teller staat aan top 4 => Noemer

10 Meetkunde HOEKEN METEN Is het een scherpe hoek? Dan kleiner dan 90 Is het een rechte hoek? Dan precies 90 Is het een stompe hoek? Dan groter dan 90 Een deksel dat opengaat van een doos. Hoeveel graden gaat het deksel open? 0 op de hoek 1 been gelijk met geodriehoek vanaf hier tellen (10,20,...) en/of kijken welk getalletje je kiest (scherp < 90 / stomp > 90 ) controleer? Is het een scherpe hoek? Dan kleiner dan 90 Is het een stompe hoek? Dan groter dan 90 CIRKEL Straal = wijzer van de klok

11 Meetkunde VLAKKE FIGUREN Trapezium (bootje of rok of rok/bootje met een hoek af) Parallellogram (2 keer 2 evenwijdige zijden) (omvergeduwd huis Toren van Pisa) (is ook een trapezium) Rechthoek (huis) (is ook een trapezium en een parallellogram) Ruit (vlieger) (is ook een trapezium en een parallellogram) Vierkant (tegel speelplaats) (is de koning, is trapezium, paralellogram, rechthoek en ruit!) Alle vierhoeken beginnen gelijk, als je speciaal bent, mag je naar een andere groep. Maar je komt wel van de basisgroep. Je hebt bijv. 2 paar evenwijdige zijden en rechte hoeken, dan mag je doorschuiven tot bij de rechthoeken maar je bent ook een trapezium en een parallellogram) Net zoals je FRUIT (= vierhoeken) hebt. Dan heb je bijvoorbeeld GROEN FRUIT (= trapezium) Daarna heb je APPELS (= parallellogram) Dan heb je enerzijds ZOETE APPELS (= rechthoeken) En anderzijds ZURE APPELS (=ruiten) En dan heb je hele speciale ZOET-ZURE APPELS (= vierkanten)

12 Metend rekenen GELD TERUGGEVEN Het kost 4,45, je betaalt met een biljet van 10. 4,45 4, cent 50 cent 5 euro 5, 55 VERSCHIL OMTREK en OPPERVLAKTE Omtrek = Omheen lopen = hek rond de figuur plaatsen dus cm + cm + cm + cm Oppervlakte = Op lopen = tegeltjes leggen dus cm X cm

13 Metend rekenen SNELHEID Ik loop 12km in anderhalf uur. Wat is mijn gemiddelde snelheid? Steeds omzetten in minuten Om naar snelheid te gaan, omzetten naar 1 uur (60min.) Zoek de tussenstap Eventueel: tussenstap naar 1 min. (met rekenmachine) Wat gebeurt er bij de pijl? Doe hetzelfde aan de andere kant. 12 km => anderhalf uur (90 min.) 4 km => 30 min. 8 km => 1 uur (60min.) :3 X2

14 Metend rekenen LENGTE, INHOUD, GEWICHT OPPERVLAKTE EN VOLUME MATEN OMZETTEN 7,2 m =...mm 52,3 cm =...m Kleur de EENHEDEN (7) Plaats de EENHEDEN in de tabel bij de maateenheid. (dus de 7 in de kolom van m) Vul de rest van het getal aan, schrijf NOOIT een komma in de tabel, deze zal je anders toch afleiden. Naar welke maateenheid moet je het omzetten? Plaats een verticale streep op het einde van deze maateenheid. Vul nullen aan tot aan de streep. Staat de streep midden in een getal, dan toont hij de plaats van de komma! km 100m 10m m dm cm mm

15 Metend rekenen OPPERVLAKTE De meeste vlakke figuren kan je omstructureren naar een rechthoek. Rechthoek = b X h Parallellogram = hoekje afknippen en aan de andere kant plakken, dus ook b X h maar opgelet, je hoogte is de lift recht omhoog, nooit de schuine roltrap nemen (= schuine zijde) Ruit = Uit een rechthoek (A4 pagina) kan je 2 ruiten maken. Dus b X h en delen door 2! Voor de basis en de hoogte kan je de grote en kleine stok van de vliegerruit (=diagonalen) gebruiken. Driehoek: Met 2 driehoeken, maak je een rechthoek. Dus b X h en delen door 2. Denk aan de driehoeksbikini... m.a.w. Opgelet voor vlakke figuren aan het strand (driehoeksbikini en ruitenvliegers) die delen we door 2! Trapezium = verdelen in 2 driehoeken

16 Toepassingen KORTING (%) Tijdens de solden krijg ik 5% van 100. Hoeveel is de nieuwe prijs? Oude prijs Korting % Korting Nieuwe prijs 100,00 5,00% 5 van 100 = = % 5% van 100 is 5 Dit is slechts de korting! = 95

17 Toepassingen SCHAAL 1: ! staat altijd in cm! Schrijf in de tabel Papier 1 cm. cm Echt cm. cm Omzetten naar km? Handje vol (= 5 ) nullen schrappen

18