Rome: niet enkel een verhaal van winnaars. Handleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rome: niet enkel een verhaal van winnaars. Handleiding"

Transcriptie

1 Rome: niet enkel een verhaal van winnaars Handleiding

2 2 Inleiding... 3 Richtlijnen... 4 Hoeken... 4 Instructie... 4 Groepswerk hoekenwerk... 4 Timing... 5 Werkbundel... 6 Lestekstbundel... 6 Groepsverdeling... 6 Vraagkaarten... 7 Rollen verdelen... 8 Zelfevaluatie door leerlingen Algemeen schema Verbetersleutel Leerplandoelen VVKSO GO! VOET en Hoeken Hoek 1: drijfveren Hoek 2: redenen voor succes Hoek 3: negatieve gevolgen Hoek 4: positieve gevolgen Hoek 5: Julius Caesar Website Toets Toets: Romeins imperialisme Verbetersleutel toets: Romeins imperialisme Lesvoorbereiding... 85

3 3 Inleiding Deze handleiding hoort samen met het hoekenwerk Rome: niet enkel een verhaal van winnaars. In dit hoekenwerk worden de leerinhouden rond het Romeins imperialisme behandeld. Het is ontwikkeld voor leerlingen uit de eerste graad van het secundair onderwijs. De handleiding begint met het geven van een aantal algemene richtlijnen bij de organisatie van het hoekenwerk. Vervolgens zijn de algemene leerplandoelen die bij dit hoekenwerk geselecteerd zijn terug te vinden. Dit voor het leerplan van het VVKSO en voor het leerplan van het GO! Hierna volgt een specifieke uitwerking van elke hoek: Ten eerste worden de lesdoelen per hoek opgesomd. Aanvullend op de leerinhouden die de leerlingen krijgen, is er een uitbreiding. Deze is bedoeld voor de leerkracht. Bij lesaanpak-tipsalternatieven doen wij specifieke voorstellen voor het verwerken van bepaalde onderdelen in een hoek. Bij bijhorend materiaal wordt er een overzicht gegeven van de benodigdheden in deze hoek. Na een opsomming van de geselecteerde leerinhouden is tenslotte de verbetersleutel voor de opdrachten terug te vinden. Veel succes met het geven van dit hoekenwerk!

4 4 Richtlijnen Hoeken Het hoekenwerk bevat vier verplichte hoeken: o o o o HOEK 1: drijfveren HOEK 2: redenen voor succes HOEK 3: negatieve gevolgen HOEK 4: positieve gevolgen Indien een groepje tijd over heeft is er een mag-hoek: o HOEK 5: Julius Caesar Instructie Aan het begin van de les licht de leerkracht het hoekenwerk kort toe. De leerlingen hebben ook nog eens een verkorte versie van deze algemene instructie in hun werkbundel staan. Zo worden onnodige vragen voorkomen, omdat de leerlingen de informatie zelf op hun blad hebben staan. Voor de specifieke instructie bij een bepaalde hoek, kunnen de leerlingen het instructieblad raadplegen. Daarop staat wat ze precies nodig hebben en. Ze worden er op dit instructieblad aan herinnerd dat ze bij het afronden van een hoek eerst de evaluatie moeten invullen, vervolgens hun werkblad verbeteren en tenslotte hun evaluatie herbekijken (zie zelfevaluatie door de leerlingen ). Op deze specifieke instructie worden ze er ook nog eens aan herinnerd dat ze een algemeen schema moeten aanvullen (zie Algemeen schema ). - Er zijn vier rollen in jullie groepje: o consul: ziet er op toe dat de opdrachten volledig worden uitgevoerd o censor: ziet er op toe dat de opdrachten volledig en zorgvuldig worden genoteerd o quaestor: ziet er op toe dat de opdrachten tijdig af zijn o slaven: de andere leerlingen zijn medewerkers en helpen bij het vervullen van de opdrachten - Bij elke hoek ligt een instructieblad daarop staat wat je nodig hebt om de opdrachten uit te voeren. - Elk groepje krijgt 3 vraagkaarten. Je kan deze inzetten om een vraag te stellen aan de leerkracht. Als je kaartjes op zijn kan je geen vragen meer stellen. Probeer vragen dus eerst binnen jullie groepje op te lossen. Groepswerk hoekenwerk Wij doen hieronder enkele voorstellen met betrekking tot de te gebruiken werkvorm. We laten de keuze aan de individuele leerkracht. We geven wel enkele voor- en nadelen bij elke gebruikte werkwijze.

5 5 Een eerste optie is dat de leerlingen een echt hoekenwerk uitvoeren. Daarbij zijn dan vijf hoeken en vijf groepjes. In elke hoek is het te gebruiken materiaal voorzien. Als de tijd om is, schuiven de groepjes door (de groep uit hoek 1 gaat naar hoek 2, de groep uit hoek 2 naar hoek 3 ). Ze vinden in de nieuwe hoek het nieuwe materiaal en kunnen na het lezen van het instructieblad aan hun opdracht beginnen. Het voordeel van deze werkvorm is dat de leerlingen het materiaal voor de eerste maal zien wanneer zij in een nieuwe hoek terecht komen. Zo kunnen ze op voorhand niet afgeleid worden door het materiaal van bijvoorbeeld hoek 2 wanneer zij zich nog in hoek 1 bevinden. Nadeel bij deze werkvorm is dat de leerlingen bij het doorschuiven verleid kunnen worden om een praatje te slaan met elkaar. Natuurlijk is het dan aangewezen om het doorschuiven strikt te laten verlopen, zodat hier geen tijd en aandacht verloren gaat. Een andere optie is dat de leerlingen steeds op hetzelfde eilandje blijven zitten. Dan kan de leerkracht ervoor kiezen om al het materiaal daar al ter beschikking te leggen. Nadeel hierbij is dat de leerlingen kunnen afgeleid worden door het materiaal van hoeken waar ze nog niet aan toe zijn. Dit kan opgelost worden door het materiaal slechts ter beschikking te stellen wanneer de voorziene tijd in een bepaalde hoek afgelopen is. Dan krijgen de leerlingen het materiaal voor hun nieuwe hoek en kunnen zij met een schone lei beginnen. Het grote voordeel hierbij is dat de leerlingen niet zelf moeten doorschuiven en dus minder snel geneigd zijn om te babbelen. Er wordt ook minder tijd verloren (een gegeerd goed, zeker bij leerkrachten geschiedenis). Een (klein) nadeel hierbij is dat je als leerkracht moet instaan voor het verspreiden van het materiaal. Timing Hierbij laten we opnieuw de keuze aan de leerkracht. We zijn wel zo vrij om enkele voor- en/of nadelen op te merken bij elke manier van werken. Zo kan de leerkracht zelf zijn beslissing voor een bepaalde optie afwegen tegen een andere optie. Bij de timing zijn er twee keuzes: je werkt met vaste tijdsintervallen of je laat de leerlingen op eigen tempo werken. Een voorwaarde voor het werken op eigen tempo is wel dat de leerlingen dan niet doorschuiven (zie Groepswerk-hoekenwerk), anders valt dit niet te organiseren. Het voordeel hierbij is dat er op deze manier gedifferentieerd kan worden: minder sterke groepjes kunnen langer aan een bepaald onderdeel werken. Het nadeel bij deze manier van werken is dat leerlingen ook kunnen treuzelen en zo minder productief werken. Het tegengestelde is ook mogelijk: dat leerlingen snel door alle hoeken gaan en zo tijd over hebben die ze beter hadden kunnen besteden. Onze persoonlijke voorkeur gaat dan ook naar een vaste timing: Wanneer je voor dit hoekenwerk twee lesuren (+/-100 minuten) uittrekt, komt dit neer op het volgende:

6 6-10 minuten voor de algemene inleiding: instructie, eventueel een korte situering van het onderwerp minuten per hoek o 10 minuten inhoudelijke werktijd o 5 minuten voor het invullen van de evaluatie, het verbeteren van hun werkblaadje, het herbekijken van de evaluatie en tenslotte het aanvullen van het algemeen schema minuten blijven over om een eventuele algemene synthese in te vullen met de leerlingen. Wij merken hierbij op dat je als leerkracht de leerlingen makkelijk kan begeleiden in hun timemanagement door hen af en toe op de timing te wijzen. Je kan er hen na tien minuten werktijd op wijzen dat ze nog vijf minuten hebben en dat ze niet mogen vergeten dat ze nog een evaluatie, een verbetersleutel en een algemeen schema moeten invullen. Met deze manier van werken hebt je een beter zicht op de timing in de les en kunt u deze lessen ook makkelijker inpassen in uw algemeen schema over een langere periode (jaarplan). Naargelang de beginsituatie van de klasgroep kan je uiteraard kiezen voor een andere invulling van de timing. Werkbundel Voor de schriftelijke neerslag van deze les opteren wij voor een werkbundel. Deze bundel kan doorheen alle hoeken meegenomen worden als er met een doorschuifsysteem gewerkt wordt. Wanneer leerlingen ter plaatse blijven, kunnen zij eveneens gebruik maken van hun bundel. Een ander voordeel van het werken met een werkbundel is dat de leerlingen ook een leidraad hebben voor het hoekenwerk. Ze kunnen mooi meevolgen in hun werkbundel. In het eerste stuk van de werkbundel is overigens ook de algemene instructie kort weergegeven (zie: instructie ). Nadeel bij deze manier van werken kan zijn dat de leerlingen vooruit gaan kijken naar hoeken die nog moeten komen na de hoek waarmee ze bezig zijn of dat ze terug gaan kijken naar hoeken die ze al gepasseerd zijn. Dit valt natuurlijk altijd voor wanneer in de lessen met bundeltjes gewerkt wordt en dit is dus moeilijk te verhinderen. Lestekstbundel De lesteksten worden nog meegegeven aan de leerlingen na het hoekenwerk in de vorm van een lestekstbundel. De leerinhouden die de leerlingen doorheen de hoeken verwerken, worden later nog eens in een lestekst gegoten. De informatie die daarin staat is de leerstof die de leerlingen moeten kennen en kunnen. Groepsverdeling Een groepsverdeling kan bepalend zijn voor het welslagen van een bepaalde les. Wanneer leerlingen in een bepaalde groep terechtkomen kan dit leiden tot ordeverstoring. Zwakkere leerlingen in een sterkere groep kan positief uitdraaien, maar ook negatief. We opteren er dan ook niet voor om de leerlingen zelf te laten kiezen.

7 7 Wij laten je als leerkracht opnieuw de keuze bij dit onderdeel. We doen hieronder enkele voorstellen: Je kan gewoon namen trekken en zo de groepjes willekeurig indelen. Dit is een eerlijke methode waarin het lot beslist. Nadeel ervan is natuurlijk wel dat bepaalde groepjes misschien niet zo n goede samenstelling zullen hebben. Dit kan nefast zijn voor het verloop van deze les. Een veilige methode is dat jij als leerkracht zelf de groepjes gaat samenstellen. In de loop van het schooljaar leer je de leerlingen ongetwijfeld kennen en zal je ook merken welke leerlingen positief kunnen samenwerken met andere leerlingen en welke leerlingen best niet samen in een groep geplaatst worden. Dit is een goede manier om eventuele ordeverstoring te voorkomen maar is natuurlijk geen absolute garantie. Het verloop van een les hangt natuurlijk ook af van talloze andere factoren. Vraagkaarten Om te vermijden dat je als leerkracht veel (overbodige) vragen moet beantwoorden, kan je werken met vraagkaarten. Elk groepje krijgt drie vraagkaarten. Deze vraagkaarten kunnen de leerlingen inzetten om een vraag te stellen aan de leerkracht. Elke groep krijgt drie exemplaren voor het volledige verloop van het hoekenwerk. Als de kaartjes op zijn, mogen de leerlingen geen vragen meer stellen. Op deze manier wordt de zelfstandigheid van de leerlingen bevorderd. Ze zullen dan verplicht worden om zelf een antwoord op hun vraag te vinden. Door binnen hun groepje te overleggen of door gewoon hun instructie nog eens door te lezen zullen ze uiteindelijk een antwoord krijgen op hun vraag. De vraagkaarten zijn hieronder weer te vinden. Ze worden afgedrukt in drie verschillende kleuren. Eerst zetten ze hun groene kaart in, daarna hun oranje kaart en als laatste vraagkaart zetten ze de rode kaart in.

8 8 Voorzijde Ommezijde 1 Met deze kaart kan je één vraag aan de leerkracht stellen. 2 Rollen verdelen Wij stellen voor om bij dit hoekenwerk met rollen, die aan de leerlingen worden toebedeeld te werken. Hun taak is verbonden met een bepaalde bevolkingsgroep uit de Romeinse samenleving en leert hen dus ondertussen nog iets bij over de sociale groepen in het oude Rome. De rollen zijn o o o o consul: ziet er op toe dat de opdrachten volledig worden uitgevoerd censor: ziet er op toe dat de opdrachten volledig en zorgvuldig worden genoteerd quaestor: ziet er op toe dat de opdrachten tijdig af zijn slaven: de andere leerlingen zijn medewerkers en helpen bij het vervullen van de opdrachten Je kan hen zelf de rollen laten kiezen binnen het groepje, maar dit blijkt uit ondervinding geen goede keuze te zijn. Het is daarom aangewezen om de leerlingen briefjes te laten trekken. In deze briefjes zitten de volgende rollen: consul, censor, slaven en quaestor. Naargelang de groepsgrootte worden de slaven aangevuld. Je kan ervoor kiezen om de leerlingen een vaste rol toe te bedelen. Deze rol blijft dan onveranderd doorheen het hele hoekenwerk. Het kan ook interessant zijn om de leerlingen bij elke nieuwe hoek nieuwe rollen toe te bedelen. Bij aanvang van een nieuwe hoek trekken zij dan gewoon opnieuw een kaartje en hebben zij een nieuwe rol. Daarbij is het natuurlijk niet de bedoeling dat iemand steeds voorzitter trekt, dan is het aangewezen om opnieuw te trekken. Door het wisselen van de rollen 1 Jorapunt (2007, 25 augustus). Jora. Opgeroepen op april 28, 2012 op 1 Wikimedia. (2007, 29 oktober). SPQR. Opgeroepen op mei 7, 2012 op

9 9 leren de leerlingen verschillende verantwoordelijkheden opnemen en leren ze de verschillende facetten van zichzelf ontdekken. 3 Consul (Als consul moet je er voor zorgen dat de opdracht volledig wordt uitgevoerd.) Slaaf (Als slaaf help je de anderen om de opdracht te maken.) 4 Censor 5 (Als censor zie je er op toe dat de opdrachten volledig en zorgvuldig worden genoteerd.) Quaestor (Als quaestor zie je er op toe dat de opdrachten tijdig af zijn.) 6 3 Asterix (2012). De officiële website van ASTERIX. Opgeroepen op april 28, 2012 op 4 Welpen.pietermaritz (2010). Thema kledum. Opgeroepen op april 28, 2012 op 5 Asterix (2012). De officiële website van ASTERIX. Opgeroepen op april 28, 2012 op 6 Ahleticgeuria.blogspot (2007, 31 oktober) EL AmbigùZurigorri. Opgeroepen op 28 april 2012 op

10 10 Zelfevaluatie door leerlingen De leerlingen krijgen de kans om voor het verbeteren van hun opdrachten met behulp van de verbetersleutel, hun groepje te evalueren. Deze evaluatie is dus een zelfevaluatie voor de groep en is hieronder terug te vinden. Ze vullen eerst in hoe ze denken dat ze zullen scoren. Dit doen ze aan de hand van cijfertjes: - 1: heel goed - 2: goed - 3: middelmatig - 4: kan beter - 5: helemaal niet goed Na het verbeteren van de opdrachten vullen ze de beoordeling nogmaals in, dit keer aan de hand van de verbetering. Tenslotte vullen ze in de kolom uiterst rechts in hoe goed ze zichzelf ingeschat hebben. Dit doen ze aan de hand van drie verschillende smileys: - goed ingeschat: - min of meer goed ingeschat: - niet goed ingeschat:

11 11 Zelfevaluatie Vooraleer je de opdrachten uit elke hoek verbetert met de verbetersleutel, vul je in de tweede kolom in hoe je denkt dat je in deze hoek zal scoren: - 1: heel goed - 2: goed - 3: middelmatig - 4: kan beter - 5: helemaal niet goed Nadat je de opdrachten verbeterd hebt, vul je de beoordeling nogmaals in. Dit keer in de derde kolom. In de laatste kolom vul je tenslotte aan hoe je jezelf ingeschat hebt. Hiervoor mag je een smiley tekenen. - goed ingeschat: - min of meer goed ingeschat: - niet goed ingeschat: HOEK Beoordeling vooraf Beoordeling na verbetering Had je jezelf goed ingeschat? HOEK 1 Drijfveren HOEK 2 Redenen voor succes HOEK 3 Negatieve gevolgen HOEK 4 Positieve gevolgen HOEK 5 Julius Caesar

12 Algemeen schema In de lesbundel vindt iedere leerling het algemeen schema omtrent het Romeins imperialisme terug. Het is bedoeling dat elke leerling na het vervullen van de opdracht in de hoek, dit schema aanvult. Het schema is opgebouwd uit vier verplichte hoeken. De leerlingen krijgen zo, na het vervullen van alle hoeken, een goed overzicht van het Romeins imperialisme. Verbetersleutel Bij dit hoekenwerk is een verbetersleutel voorzien voor de verschillende hoeken. Deze verbetersleutel is nog niet aanwezig in de hoek wanneer de leerlingen nog met de opdrachten bezig zijn. De leerkracht brengt deze verbetersleutel naar de tafel wanneer er nog vijf minuten resteren. Het feit dat deze verbetersleutel vijf minuten voor het afronden van de hoek ter beschikking gesteld wordt, is voor de leerlingen ook een teken dat zij de opdrachten best beginnen afronden. Indien zij nog totaal niet klaar zijn, moet dit een stimulans zijn om een tandje bij te steken. De schuingedrukte tekst is het modelantwoord.

13 13 Leerplandoelen Dit zijn de leerplandoelen die wij bij dit hoekenwerk geselecteerd hebben: VVKSO 7 Algemene doelstellingen A1: Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk gefundeerd beeld te vormen. A3: Inzicht hebben in tijds- en plaatsgebondenheid van het menselijk handelen. A5: Inzicht hebben in de verwevenheid van lokale, regionale, nationale en algemene geschiedenis. A6: Vanuit de historische methode omgaan met het gevarieerd bronnenmateriaal. A9: Zich inleven in andere samenlevingsvormen dan de huidige en de westerse. De dimensie socialiteit of maatschappelijke domeinen S2.1: Kent de voornaamste kenmerken van de bestudeerde samenlevingen. S2.4: kent een aantal belangrijke veranderingen binnen de bestudeerde samenlevingen; S2.5: Kan kenmerken van de bestudeerde samenlevingen herkennen in een andere samenleving (bijvoorbeeld de eigen tijd). S2.10: Toont (de) onderlinge verbanden en wisselwerkingen aan tussen de verschillende maatschappelijke domeinen. S2.14: kan voor elk van de bestudeerde samenlevingen een voorbeeld geven van: - het verschil tussen oorzaak en aanleiding - de relatie tussen oorzaak en gevolg - de relatie tussen doel en middel S2.15: Toont interesse en waardering voor de strijd om verbetering van het eigen bestaan en van het samenleven. S2.16: Is bereid zich in te leven in het dagelijkse leven tijdens de bestudeerde samenlevingen. De dimensie van tijd T2.1: kent de gebruikelijke westerse benamingen voor de periodisering van de geschiedenis: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd, eigen tijd. 7 VVKSO. (2010). Leerplan Nederlands eerste graad A-stroom. Brussel: VVKSO.

14 14 De dimensie van de bronnen B1: kan diverse informatiebronnen identificeren (soort en inhoud) en situeren in tijd, ruimte en maatschappelijk domein. B3: Kan informatie over de bestudeerde beschavingen en over de eigen tijd opzoeken op basis van concrete opdrachten. B4: Kan eenvoudige, tekstuele, auditieve, visuele en audiovisuele informatie ordenen inzake: - Tijdskader - Ruimtelijk kader - Maatschappelijk domein B12: Is nauwkeurig bij het verzamelen, ordenen, analyseren en interpreteren van informatie over de historische en actuele werkelijkheid. GO! 8 Algemene doelstellingen betreffende de studie van samenlevingen 3: De leerlingen kunnen de bestudeerde samenlevingen situeren in tijd en ruimte. 5: De leerlingen kunnen van elke bestudeerde samenleving enkele belangrijke kenmerken geven uit de verschillende domeinen van de socialiteit. 6: De leerlingen kunnen bepaalde aspecten van de bestudeerde samenlevingen met elkaar vergelijken. Studie van de samenleving: Romeinse Republiek 83: de Romeinse republiek op de tijdsband aanduiden en doorheen de studie van die samenleving stelselmatig verfijnen 84: De Romeinse expansie stelselmatig op een historische kaart aanduiden. 85: Door de leerkracht aangereikte of zelf gevonden informatie (tekstuele, auditieve, visuele en audiovisuele) situeren in tijd, ruimte en socialiteit. 86: uitleggen met welke bestuurlijke problemen de Romeinen in een steeds groter wordend rijk werden geconfronteerd en hoe ze deze probeerden op te lossen 91: bewijzen dat de territoriale expansie de kloof tussen arm en rijk doet toenemen. 92: minsten twee aspecten van de samenleving van de Romeinse republiek historiseren en/ of actualiseren. 8 GO!(2011, 1 september) leerplan secundair onderwijs. Opgeroepen op mei 23, 2012 op

15 15 Studie van samenlevingen: het Romeinse Keizerrijk 93: de samenleving van het Romeins keizerrijk op de tijdsband aanduiden en doorheen de studie van die samenleving stelselmatig verfijnen. 94: de wereld van het Romeins keizerrijk en haar evolutie op historische kaarten aanduiden 98: uitleggen welke factoren invloed gehad hebben op de bloei van het Romeins imperium en welke op de ontbinding ervan. 100: minstens één kenmerk van de maatschappelijke domeinen van de samenleving van het Romeinse keizerrijk uitleggen 103: de romanisering van onze gewesten en de kenmerken van hun perifere ligging bespreken 104: uitleggen op welke manier de Romeinen omgingen met de toenemende druk op hun grenzen

16 16 VOET en 9 Gemeenschappelijke stam 4: blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven. 8: benutten leerkansen in diverse situaties. 13: kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. 19: dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen. 21: verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten. Contexten 2: passen inspraak, participatie en besluitvorming toe in reële schoolse situaties. Leren leren: Opvattingen over leren 1: De leerlingen werken ordelijk. Regulering van het leerproces 11: De leerlingen selecteren en ordenen het nodige materiaal en plannen onder begeleiding hun werktijd. 12: De leerlingen kunnen werken met een antwoordblad en correctiesleutel en houden rekening met lesdoelstellingen of aanwijzingen van de leraar. 9 Creemers, L. e.a. (2010). VOET@2010. Brussel: Vlaamse overheid.

17 Hoeken Hoek 1: drijfveren Inleiding In deze hoek komen de leerlingen tot een antwoord op de vraag: Wat waren de motieven voor de expansie van Rome? Deze hoek is onderverdeeld in drie onderwerpen: situering in tijd en ruimte, politiek motief en overbevolking. In het eerste onderdeel maken de leerlingen aan de hand van een tijdbalk kennis met de drie Romeinse periodes. Door het plaatsen van de correcte kaarten bij de tijdbalk, wordt het visueel duidelijk dat het kleine koninkrijk Rome uitgroeide tot een gigantisch keizerrijk. Om aan te tonen dat het Romeinse Rijk een groot oppervlak besloeg, is er een kaartoefening met de hedendaagse landen die vroeger deel uitmaakten van het Romeinse Rijk. Het politieke motief van de Romeinse expansie wordt bekeken aan de hand van twee fragmenten: een grafschrift en een fragment over Julius Caesar. De leerlingen komen zo tot inzicht dat een politieke carrière en de veroveringsoorlogen onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Naast het politieke motief speelde ook het socio-economische motief een rol. We vertrekken vanuit een grafiek om de overbevolking in Rome aan te tonen. Tenslotte wordt de Romeinse problematiek van de overbevolking gelinkt aan het hedendaagse plaatsgebrek in de Belgische gevangenissen.

18 18 Lesdoelen - De drie periodes tijdens het Romeinse Rijk opsommen. - Aangeven tot welke periode een kaart van het Romeinse Rijk behoort. - Afbeeldingen van Romulus en Remus, Caesar en Augustus bij de juiste periode plaatsen. - De politieke reden tot verovering uitleggen. - Een socio-economische motief toelichten voor de Romeinse expansie. - Een politiek motief voor de Romeinse expansie in eigen woorden uitleggen. Uitbreiding 10 Situering in tijd en ruimte Rome groeide tussen 753 v.c. en 476 uit tot een echt wereldrijk. Binnen deze tijdspanne kunnen we drie periodes onderscheiden: Rome als koninkrijk, als republiek en tenslotte Rome als keizerrijk. Volgens de legende is Romulus de stichter van Rome. Hij versloeg zijn tweelingbroer Remus en werd zo de eerste koning van Rome. De enige echt betrouwbare bron waarover wij beschikken, is het materiaal dat bij archeologische opgravingen is gevonden. Daaruit valt af te leiden dat er vanaf de 9 de eeuw v.c. bewoning was op de Palatijn en het Capitolijn. Boeren woonden er in lemen en houten hutten. We kunnen in deze periode nog niet spreken over de stad Rome. Het waren allemaal aaneengegroeide dorpjes met een koning aan de macht. Pas in de 7 de eeuw v.c. groeide Rome uit tot een stad. De Etrusken kregen grote delen van Italië onder hun hoede. De Etrusken waren veel beter ontwikkeld dan de autochtone bewoners van het gebied. Onder Tarquinius Superbus, de laatste koning, ontstond er een opstand in Rome. Volgens de overlevering gedroeg de koning zich als een tiran en werd hij verdreven uit de stad. De archeologie toonde reeds aan dat de regio afbrandde. Dit zou kunnen wijzen op straatgevechten tegen de koningsfamilie. Hoe dan ook, dit betekende het einde van het koninkrijk. Een nieuwe staatsvorm werd geboren namelijk de republiek. In de republiek kwam Rome in confrontatie met enkel buurvolkeren. In de 3 de eeuw v.c. veroverde Rome het volledige Italische schiereiland. In de 2 de eeuw v. C. werd Rome uiteindelijk meester over de Middellandse Zeewereld. De laatste eeuw voor Christus was een woelige periode voor het Romeinse Rijk. De veroveringsoorlogen waren zo goed als voorbij, maar nu ontstonden er interne oorlogen. De republiek met twee consuls aan de macht werd beëindigd en rond 31 v.c. ontstond het keizerrijk. Tijdens het keizerrijk had de keizer de absolute macht. Onder keizer Trajanus kende het Romeinse Rijk zijn grootste omvang. Na een tijd kreeg men steeds meer last om het Romeinse Rijk als een 10 De Herdt, K. &Hillewaere, (2011).M. Latijn Vakstudie 1. Gent: Arteveldehogeschool. Bauters, C. e.a. (2009). Geschiedenis vakstudie 2. Gent: Arteveldehogeschool.

19 19 eenheidsstaat te besturen. Rond 3 de eeuw n.c. begon het Romeinse Rijk in verval te geraken. In 395 viel het rijk uiteen in een westelijk en oostelijk deel. In het jaar 476 ging het West-Romeinse Rijk uiteindelijk ten onder. Politiek motief Op het eind van de 2 de eeuw v. C. was het Romeinse Rijk gigantisch groot geworden: het bestond uit het schiereiland Italië, Macedonië en Griekenland, Sicilië, Spanje, een stukje van Afrika, het zuiden van Gallië en een stukje van Azië. De Romeinse veroveringsoorlogen en de politieke carrière in Rome waren reeds sinds de republiek onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al wie een politieke carrière tijdens de republiek ambieerde, moest de cursus honorum (de loopbaan van ereambten) doorlopen. Een politieke loopbaan was alleen weggelegd voor de rijken, aangezien de ambten onbezoldigd waren. Door het innen van belastingen konden ze wel hun persoonlijke schatkist bijvullen. De cursus honorum startte met de functie van quaestor, deze persoon was verantwoordelijk voor de financiën. De volgde stap was het ambt van aediel. Er waren er vier in totaal, zij waren verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Dit hield onder andere de verantwoordelijkheid voor openbare gebouwen en het organiseren van markten en andere festiviteiten in. Vervolgens kon men het ambt van praetor (rechtspraak) uitoefenen. Uiteindelijk kon met op veertigjarige leeftijd consul worden. De consul en de mede-consul waren de leiders van de staat en het leger. Na afloop van hun consulaat konden ze nog worden aangesteld tot censor. Om de vijf jaar werden er twee censores aangesteld. Overbevolking De bevolking van Rome werd veel te groot. De inwoners hadden nood aan meer ruimte, maar ook de voedselvoorraad werd steeds geringer. Ze creëerden extra ruimte door het veroveren van grondgebied en deze zorgden ervoor dat bevolking gevoed kon worden. De overbevolking in Rome kan duidelijk aangetoond worden met de insulae. Dit zijn kleine appartementsblokken van meerdere verdiepingen. Brandgevaar en kans op instorting waren geen uitzondering in bepaalde insulae. Stromend water, een keuken of een badkamer was niet aanwezig in een insula. Lesaanpak-tips-alternatieven Het laatste onderdeel, de actualisering omtrent de overbevolking, kan op een andere manier worden aangepakt. Enerzijds kan het medium worden aangepast, anderzijds kan je ook op een andere manier actualiseren. Als leerkracht kan je opteren voor een krantenartikel rond de overbevolking in de gevangenissen 11 of een filmfragment hierover. De overbevolking kan ook geactualiseerd worden aan de hand van het tekort aan studentenkoten in Gent of Brussel. 11 De Redactie. (27 maart 2012). 734 gedetineerden in Vorst voor 402 plaatsen. Opgeroepen op april 15, 2012 op

20 20 Bijhorend materiaal Bij deze hoek hoort het volgende materiaal: - tijdbalk - vijf kaarten van het Romeinse Rijk - drie afbeeldingen: Romulus & Remus, Caesar en Augustus

21 Selectie van de leerinhouden Structuur waarbinnen het onderwerp kadert Proces(sen) waarbinnen het onderwerp kadert - Romeinse Rijk - Overbevolking - Politieke carrière Referentiekennis Feiten Begrippen Relaties Tijdelijke functionele Referentiebegrippen Tijdelijke functionele kennis begrippen Oorzaak - gevolg koninkrijk: 753 v.c.-509 v.c. republiek: 509 v.c-31 v.c. keizerrijk: 31v C / koninkrijk republiek keizerrijk consul koning keizer politieke carrière politiek motief veroveringen rijkdom overbevolking Persoon had militaire successen grote populariteit bij de Romeinse burgers Romeinse burgers stemmen in de volksvergadering op die persoon stijging politiek aanzien Overbevolking plaats te kort veroveringen

22 Verbetersleutel Situering in tijd en ruimte Opdracht 1: kaartopdracht Jullie krijgen vier verschillende kaarten van het Romeinse Rijk. Het is nu aan jullie om de kaartjes op de juiste plaats onder de tijdbalk te plaatsen. Opdracht 2: wie is het? Jullie krijgen drie afbeeldingen: een afbeelding van Romulus en Remus, een van Julius Caesar en een van Augustus. Het is nu aan jullie om deze drie afbeeldingen op de juiste plaats in de tijdbalk te plaatsen Liberati, A en Bourbon, F. (1996). Het oude Rome, de geschiedenis van de wereldomvattende beschaving. Lisse: Zuid boekprodukties. De Volder; P. e.a. (2005). Storia 2 leerboek. Wommelgem: Van In. Van Gelder, J. (2012). Augustus. Opgeroepen op april 24, 2012 op

23 23 Opdracht 3: atlasoefening Op de laatste kaart op de tijdbalk zien jullie het Romeinse Rijk in zijn grootste omvang. Duid acht huidige Europese landen die terug te vinden waren in het Romeinse Rijk aan op de blinde kaart. Tip: gebruik hiervoor jullie aardrijkskunde-atlas pagina In welke twee andere werelddelen strekte het Romeinse Rijk zich uit? Afrika en Azië Wolters. (1996). Wolters' algemene wereldatlas. Leuven: Wolters Plantyn. 14 De bloei van het Romeinse rijk. (s.d). Opgeroepen op mei 2, 2012, van vanin-methodes:

24 24 Politiek motief Wat maakt een Romeins burger, tot een bijzonder eerzame burger? De onderstaande grafschriften zijn van twee vooraanstaande politici. Zij waren consul in de 3 e eeuw voor Christus. Cornelius Lucius Scipio Barbatus, zoon van zijn vader Gnaeus, een man even intelligent als dapper, wiens uiterlijk geheel beantwoordde aan zijn deugdzaamheid. Hij was consul, censor en aediel (drie hoge ambten) voor u, veroverde drie belangrijke gebieden, onderwierp heel Luciania aan zijn macht en voerde gijzelaars mee. Lucius Cornelius Scipio, zoon van Lucius. Deze man, Lucius Scipio, was, zoals de meesten erkennen, de beste van alle voorname mannen. Hij was de zoon van Barbatus en was consul, censor en aediel voor u. Hij veroverde Corsica en de stad Aleria en wijdde een tempel aan de stormgoden, die dat verdienen. Deze grafschriften tonen dat twee elementen belangrijk waren om een voornaam man te worden. De mannen wilden herinnerd worden voor hun politieke ambten en hun overwinningen. Die politieke ambten en de overwinningen waren met elkaar verbonden. Een senator moest eerst tot consul zijn gekozen om een leger ten oorlog te leiden en zo eer te behalen. Het was zelfs zo dat de consul soms oorlogen uitlokte om zo in de schijnwerpers te kunnen staan. Zo zien we dat het streven naar aanzien de motor vormde van de Romeinse expansie. (Naar: Lendering, J. (2002). Stad in marmer. Gids voor het antieke Rome aan de hand van tijdgenoten. Amsterdam: Athenaeum Polak & Van Gennep p.33) Opdracht 4: grafschriften 1. In welke eeuw waren deze twee vooraanstaande politici consul? In welke periode van het Romeins Rijk speelde dit zich af? In 3 de eeuw v.c. waren deze twee vooraanstaande politici consul. In de 3 e eeuw v.c. was Rome een republiek. 2. Welke twee elementen waren belangrijk om als Romein een belangrijk burger te kunnen worden? Omcirkel de twee juiste elementen. politieke ambten diploma s fysieke kracht militaire overwinningen 3. Kunnen deze elementen los van elkaar gezien worden? Leg uit in eigen woorden. Politieke ambten en overwinningen stonden met elkaar in verbinding. Door overwinningen kon men een hoger politiek ambt bemachtigen. Als men een hoger politiek ambt bekleedde, kon men veroveringsoorlogen voeren, waardoor men opnieuw op politiek vlak meer eer vergaarde.

25 25 4. Waarom lokte een consul soms een oorlog uit? Leg uit in eigen woorden. Om meer politieke faam te verzamelen en voor persoonlijk gewin. Fragment over Julius Caesar: Nadat Caesar zijn consulaat had volbracht, zorgde hij ervoor dat het Romeinse volk GalliaCisalpina en Illyricum als provincie aan hem gaf. Ook Gallia Transalpina werd toegevoegd. Hij overwoog al om oorlog te voeren in Gallië. Hij wilde over twee troeven beschikken om de Romeinse staat aan zich te onderwerpen, namelijk immense rijkdom en een onoverwinnelijk leger. (Naar: Decombel, G. e.a. (1999). Tablinum. Mechelen: Wolters Plantyn) Opdracht 5: Julius Caesar 1. Wanneer kreeg Caesar de macht over GalliaCisalpina, Illyricum, Gallia Transalpina? Na zijn consulaat. 2. Wat wilde Julius Caesar toen al? Hij overwoog al om oorlog te voeren in Gallië. 3. Welke twee troeven had Caesar nodig om de Romeinse staat aan hem te onderwerpen? Immense rijkdom en een onoverwinnelijk leger.

26 26 Overbevolking Inwoners van Rome Inwoners van Rome v. C. 300 v.c 200 v.c. 100 v. C. 20 v.c Opdracht 6: Grafiekoefening Een grafiek bestaat uit twee assen: de horizontale as en de verticale as. 1. Wat stelt de horizontale as voor? De tijd 2. Wat stelt de verticale as voor? Het aantal inwoners van Rome 3. a) Hoeveel inwoners telt de stad Rome rond 400 v.c inwoners b) Hoeveel inwoners telt de stad Rome rond 20 v.c inwoners 4. Wat stel je vast als je de inwoners van 400 v.c. met de inwoners van 20 v. C. vergelijkt? Het bewonersaantal is gestegen. 5. a) Welk gevolg zal dit gehad hebben op de voedselvoorraad van de stad Rome? Er was te weinig voedselvoorraad. b) Welk gevolg zal dit gehad hebben voor de levensruimte in de stad Rome? Door de overbevolking hadden de mensen geen plaats meer om te wonen. 15 Cornell, T. & Matthews, J. (1982). Atlas van het Romeinse Rijk. Amsterdam: Agon. Bauters, C. e.a. (2009). Geschiedenis vakstudie 2. Gent: Arteveldehogeschool. De Volder; P. e.a. (2005). Storia 2 leerboek. Wommelgem: Van In.

27 27 6. Op welke manier kon het imperialisme hier voor een oplossing zorgen? De veroverde gebieden konden dienen als een toevluchtsoord voor het overschot aan bevolking in Rome. Tevens konden de veroverende gebieden dienen als nieuwe voedselvindplaats voor de bevolking. Opdracht 7: actualisering 734 gedetineerden in Vorst voor 402 plaatsen Belga VRT di 27/03/ :45 De advocaten en magistraten van de balie van Brussel klagen de leefsituatie in de gevangenis van Vorst aan. Er zitten momenteel 734 gedetineerden in de gevangenis maar er is theoretisch maar plaats voor 402 mensen. "Ronduit schokkend", vindt de balie. De advocaten en magistraten zeggen dat "het leven van de gevangenen en het personeel continu in gevaar is". "De detentieomstandigheden zijn onmenselijk: vuile keukens, drie gevangenen opgesloten in cellen voor één of twee personen, gebrek aan hygiëne, plafonds storten in, vloeren brokkelen af", zeggen ze. "Nieuwe gevangenis vereist" "Men moet een nieuwe gevangenis bouwen, dat is een vereiste", zegt Dirk Van Gerven. "Dat gaat natuurlijk tijd kosten." Er komt een nieuwe gevangenis in Haren die de gevangenis in Vorst en Sint- Gillis moet vervangen, maar die zou pas in 2016 opengaan. "Gevangenen overbrengen naar Sint-Gillis" Het overbrengen van gevangenen van Vorst naar Sint-Gillis kan een oplossing zijn voor de onleefbaarheid van de gevangenis in Vorst. Binnenkort heropent de B-vleugel in de gevangenis van Sint-Gillis. Daar zijn 100 cellen beschikbaar.. "We kunnen de situatie in Vorst verbeteren en de druk van de overbevolking verlichten." Zegt Laurent Sempot. Naar De Redactie. (27 maart 2012). 734 gedetineerden in Vorst voor 402 plaatsen. Opgeroepen op 15 april op

28 28 1. Welk probleem wordt in dit artikel besproken? De overbevolking in de gevangenis van Vorst. De gevangenis wordt daardoor onleefbaar. 2. Welke twee oplossingen worden hier voorgesteld? De gevangenen overbrengen naar een andere gevangenis. Het bouwen van een nieuwe gevangenis. 3. Vergelijk deze oplossingen met de oplossing die in Rome gezocht werd. De oplossingen zijn gelijkaardig: er wordt extra ruimte gezocht om de overbevolking op te lossen.

29 29 Hoek 2: redenen voor succes Inleiding De hoofdvraag in deze hoek is: Waarom was Rome nu net zo succesvol? Was dit voorbestemd of waren er andere zaken die een rol speelden? In deze hoek onderzoeken we de factoren die het succes kunnen verklaren. Deze hoek bestaat hoofdzakelijk uit het verwerven van verschillende inzichten. We delen deze hoek op in drie grote delen. Het eerste deel spitst zich vooral toe op het socio-economische aspect. De leerlingen vergelijken hedendaagse foto s met elkaar, waarbij de leerlingen de verschillen aanduiden en kijken naar het best denkbare: het beste huis, het beste wapen, het beste leger In het tweede deel gaan de leerlingen de verworven inzichten toepassen op vier fotokaarten met een Romeinse en een Gallische afbeelding. Het is aan de leerlingen om de juiste afbeelding bij de juiste eigenaar te plaatsen aan de hand van de inzichten van opdracht 1. Rome was ook zeer goed beschermd tegen de vijand. Dit kwam door hun sterke leger maar ook door de natuurlijke grenzen van het rijk. In het derde deel van deze hoek zoeken de leerlingen met behulp van de atlas naar deze grenzen en verklaren ze het nut van deze natuurlijke bescherming.

30 30 Lesdoelen - De voordelen van het Romeinse leger beschrijven t.o.v. de Galliërs - De voordelen van de Romeinse huisvesting beschrijven t.o.v. de Galliërs - De voordelen van de Romeinse wapens beschrijven t.o.v. de Galliërs - De voordelen en werking van de Romeinse heirwegen beschrijven t.o.v. de Galliërs - Het nut van de natuurlijke grenzen aangeven - De natuurlijke grenzen terugvinden in de atlas - Het nut van de Romeinse heirwegen motiveren Uitbreiding 16 De Romeinen hebben op korte tijd hun kleine koninkrijk Rome uitgebouwd tot een groot wereldrijk dat zich uitstrekte in drie verschillende werelddelen. Hoe de Romeinen dit gedaan hebben en de redenen waarom dit zo makkelijk ging, wordt hier verder uitgelegd. Natuurlijke grenzen van het Romeinse Rijk Rome was een sterk beveiligde stad, niet alleen door hun uitgebreide en sterk gedisciplineerde leger, ook door het feit dat hun ligging een groot voordeel bood. Het koninkrijk Rome lag in het Italische schiereiland dat omgeven werd door zeeën. In het noorden werd het Italische schiereiland omringd door buurlanden, deze werden zorgvuldig afgeschermd door de Alpen. Dit bood Rome een enorm voordeel, vijandelijke invallen konden zo makkelijk worden tegengehouden. Naarmate het rijk echter groter werd, moesten de Romeinen er voor zorgen dat hun gebieden niet direct ten prooi vielen aan vijandelijke invallen. Dit deden ze door de verdeel- en heerstactiek toe te passen en in de nieuwe provincies zochten de Romeinen al snel de natuurlijke grenzen op. Zo werd de Noordzee een nieuwe grens van het Gallo-Romeinse gebied samen met de Rijn. Evenals de Donau, de Zwarte Zee en de Rode Zee die gebruikt werden als verdediging tegen de vijand. Deze grenzen werden door de Romeinen ook veelal nog eens beschermd met limes. Limes zijn gebieden met verdedigingstorens, kampen voor de hulptroepen en legerbasissen die zorgden voor de bescherming tegen de vijand. Op deze limes werd ook sterk toegezien op de handel die langs de Donau en de Rijn het Romeinse Rijk binnenkwam. Technologische voorsprong van de Romeinen De Romeinen waren de eersten die het nut van een goed georganiseerd leger ten volle beseften. Ze stopten daarom enorm veel geld en energie in de uitbouw van dit enorme leger. 16Ancient History. (s.d.). Opgeroepen op oktober 10, 2011, van Via Belgica. (s.d.). Opgehaald op april 17, Pearce, J. (2004, mei 17). Reizen langs een Romeinse heirbaan. De Standaard.

31 31 In het leger gaan was zeer aantrekkelijk voor de bevolking van Rome. In Rome was er veelal geen werk te vinden en voor specifieke beroepen werden er bepaalde handigheden vereist. Deze kon men leren in het leger en ondertussen kon men een aardige duit verdienen. Een Romeins soldaat ging meestal in dienst voor 20 tot 25 jaar. Na hun dienst werden ze beloond met het staatsburgerschap of kregen ze een stuk grond aangeboden, waarop ze de rest van hun dagen konden werken. Het Romeinse leger bestond uit enorm veel soldaten die opgedeeld werden naar functie en rang. 1. De legioenen 1 legioen : legioensoldaten 10 cohorten : telkens 1/10 van het legioen 3 manipels : telkens 1/3 van de cohorte 2 centuriën: telkens 1/2 van de manipel 2. Hulptroepen Dit zijn soldaten die niet uit Rome zelf afkomstig zijn maar verzameld werden in de provincies. De hulptroepen bestaan voornamelijk uit boogschutters en ruiterij (cavalerie). Alle wegen leiden naar Rome We hebben gezien dat Rome ontzettend snel is uitgegroeid tot een gigantisch rijk. De grote nadelen van zo n groot rijk is dat sommige provincies soms moeilijk te bereiken waren. Daar hadden de Romeinen iets op gevonden, de heirbanen. Een heirbaan is een weg die speciaal ontworpen is zodat het leger snel kon reizen doorheen het Romeinse Rijk. Het woord is etymologisch afkomstig van het woord Harja uit het Gallisch wat letterlijk voornaam persoon of leger betekent. Dus een weg die voor het leger en andere belangrijke personen bestemd was. In België hebben we ook een zeer bekende Romeinse heirbaan. Namelijk de Via Belgica. Deze liep van het Kanaal tot aan de Rijn, die beiden een natuurlijke grens vormden van het Romeinse Rijk.

32 32 Deze weg is niet oorspronkelijk aangelegd door de Romeinen, maar was een Keltische baan die de Romeinen gerenoveerd hadden tot een heirbaan. De Via Belgica sneed in België de belangrijke Romeinse steden Tongeren en Maastricht aan. Lesaanpak tips alternatieven De fotobundels kunnen op verschillende manieren gebruikt worden, bijvoorbeeld als een digitale oefening. Belangrijk is echter dat je altijd de drie afbeeldingen naast elkaar kan leggen zodat de leerlingen goed kunnen vergelijken. Bijhorend materiaal Bij deze hoek hoort het volgende materiaal: - Vijf fotobundels

33 Selectie van de leerinhouden Structuur waarbinnen het onderwerp kadert Romeins imperialisme Proces(sen) waarbinnen het onderwerp kadert Oorlog Referentiekennis / / Feiten Begrippen Relaties Tijdelijke functionele Referentiebegrippen Tijdelijke functionele kennis begrippen natuurlijke grenzen zeeën bergen rivieren heirbanen alle wegen leiden naar Rome technologie Gallië Rome provincie controle Vloot (Romeins) leger / Rome succesvol door: - Natuurlijke grenzen - Technologisch sterker - Wegennet Succesvolle veroveringen

34 Verbetersleutel Moeder Natuur & technologische vooruitgang Opdracht 1: mindmap-oefening Jullie krijgen vier bundels met afbeeldingen. In deze bundels kiezen jullie telkens drie afbeeldingen die jullie met elkaar vergelijken. Het is de bedoeling dat jullie telkens vier verschillen uit de afbeeldingen halen, dit kan gaan over het materiaal van het voorwerp, het uitzicht, de plaats Deze verschillen vullen jullie aan in de mindmap die jullie hieronder kunnen vinden. Er is steeds één woord al ingevuld als richtlijn. Na iedere bundel met afbeeldingen maken jullie een korte conclusie, bijvoorbeeld: welk huis verkiezen jullie om in te wonen en waarom? Waarom is dit leger het beste? Welk wapen is het effectiefste en waarom? Welke wegen zijn het beste berijdbaar? Er zijn telkens twee lijntjes voorzien om kort te kiezen en te motiveren. De bedoeling van deze opdracht bestaat erin enkele inzichten te verwerven die jullie straks goed zullen kunnen gebruiken bij opdracht 2. Heel belangrijk is dat jullie telkens het beste eruit haalt, en dat jullie goed motiveren waarom. Opdracht 2: fotokaarten: Rome Gallië Jullie krijgen vier afbeeldingskaarten met telkens een afbeelding van een Romeins voorwerp en een Gallisch voorwerp. Met de inzichten die jullie in opdracht 1 verworven hebben kunnen jullie nu deze opdracht maken. Het is aan jullie om de juiste afbeelding aan de juiste eigenaar (Rome of Gallië) te koppelen. Als laatste argumenteren jullie waarom nu net die afbeelding Romeins is en waarom die afbeelding Gallisch is. Denk aan de titel van de hoek: redenen voor succes! Vul daarna onderaan de tabel de conclusie in.

35 35 Afbeelding Afbeelding 1 2 Huisvesting Rome Gallië Leger Gallië Rome Wapens Gallië Rome Wegen Gallië Rome Argumenteer Het huis bij de Romeinen was veel luxueuzer dan dit bij de Galliërs. De materialen waren ook al veel beter (steen tegenover hout). Het Romeinse leger was veel beter uitgerust dan het Gallische leger. Ze waren zeer gedisciplineerd en sterk getraind. De katapult van de Romeinen was technisch beter dan deze van de Galliërs. De Romeinen hadden al goede wegen ontwikkeld (de Romeinse heirbanen). Die doorheen hun rijk werden aangelegd. Conclusie (link met opdracht 1) Rome is sterker georganiseerd dan de Galliërs en is daardoor meer succesvol. Ze hebben betere huizen, legers, wapens en betere wegen. Dit verklaart veel van hun succes! Opdracht 3: natuurlijke grenzen In dit werkblad krijgen jullie een kaart met drie landen er op aangeduid. Jullie gaan in jullie atlas op zoek naar de natuurlijke grenzen van de landen, deze kunnen jullie vinden een atlaskaart in jullie aardrijkskunde-atlas pagina Als je deze gevonden hebt, discussiëren jullie samen over welk land volgens jullie het beste beveiligd is. Kijk ook eens naar de buurlanden die het land heeft. Als je deze gevonden hebt, discussiëren jullie samen over welk land het beste beveiligd is volgens jullie. 17 Wolters. (1996). Wolters' algemene wereldatlas. Leuven: Wolters Plantyn.

36 Woonplaats 3 is het beste huis. Opgebouwd uit de sterkste materialen, zeer luxeus = hygiëne (zwembad) Leger 1 is het beste leger. Ze hebben de beste wapens, zijn sterk georganiseerd en gedisciplineerd Wapen 3 is het beste wapen, je kan er veel meer schade mee aanrichten. Weg 3 is de beste weg. Je kan er je het snelst op verplaatsen.

37 18 De lijst: Alpen Atlantische Oceaan Oeralgebergte - Noordzee - Middellandse Zee Indische Oceaan - Het Kanaal Adriatische Zee De Rijn - Donau Groot Brittannië België Frankrijk Atlantische Oceaan Noordzee/ Het Kanaal De Alpen Het Kanaal Atlantische Oceaan De Rijn Noordzee Aantal aangrenzende buurlanden: 0 Aantal aangrenzende buurlanden: 4 Aantal aangrenzende buurlanden: 6 18 Googlemaps (s.d.). opgeroepen op

38 38 Vul in dit schema de natuurlijke grenzen van Groot-Brittannië, België en Frankrijk aan. Jullie kunnen kiezen uit de lijst hierboven. Pas op! Er zijn meer mogelijkheden gegeven dan er nodig zijn om het rooster aan te vullen. 1. Motiveer welk land volgens jullie het best is beveiligd tegen vijandelijke invallen. Als je het aantal natuurlijke grenzen van de landen bekijkt, zou je denken dat Frankrijk beter beveiligd is dan de anderen. Echter door het feit dat ze veel aangrenzende buurlanden hebben, worden ze ook wel langs vele zijden bedreigd.

39 Opdracht 4: natuurlijke grenzen doorheen de tijd Het Romeinse Rijk groeide uit van een koninkrijk tot een groot keizerrijk. We hebben in de voorbije oefeningen al gezien dat de Romeinen voor de verdediging van hun rijk de natuurlijke grenzen opzochten. Het is nu aan jullie om de kaarten te rangschikken van het slechtst verdedigbare grondgebied naar het makkelijkst verdedigbare grondgebied

40 40 Hoek 3: negatieve gevolgen Inleiding Wij merkten dat in handboeken het Romeins imperialisme vooral als een succesverhaal van de winnaars behandeld werd. Daarom kozen wij ervoor om een aparte hoek te wijden aan de negatieve aspecten van deze veroveringsdrang. De drie grote negatieve gevolgen die bekeken worden: de verdeel- en heerstactiek, de verpaupering van de kleine Romeinse boeren en tenslotte de slavernij. De leerlingen gaan dieper in op de verdeel- en heerstactiek door een keuzemapje. Er wordt een hedendaagse situatie geschetst die gelinkt kan worden aan de techniek die door de Romeinen op de veroverde bevolkingsgroepen werd toegepast. In het tweede luik van deze hoek vertrekken we opnieuw vanuit een actuele situatie: de slechte situatie van de land- en tuinbouwers. Via artikels en vraagjes linken de leerlingen de problematiek met deze van de kleine Romeinse boeren. Daarna ontdekken de leerlingen de leerinhouden omtrent de slavernij aan de hand van gevarieerde bronnen. Er is opnieuw aandacht voor de actuele situatie. Tenslotte plaatsen de leerlingen de laatste twee aspecten in een groter overzicht.

41 41 Lesdoelen - De negatieve gevolgen van het Romeins imperialisme voor de bewoners van de veroverde gebieden toelichten. (algemeen) - De manieren om in de slavernij terecht te komen toelichten. - Aangeven hoe je uit de slavernij kan ontsnappen. - Toelichten hoe de Romeinen dachten over slavernij. - Toelichten hoe wij vandaag denken over slavernij (actualisering). - Formuleren van een eigen mening omtrent slavernij. - Benoemen van de verpaupering als een gevolg van het Romeins imperialisme. - Toelichten van de verdeel- en heerstactiek. - Toelichten van het mechanisme achter de verpaupering. - Opzoeken van waaruit bepaalde producten precies ingevoerd werden. Uitbreiding 19 Het Romeins imperialisme had vele negatieve gevolgen. In hoek 3 werden daaruit drie grote aspecten geselecteerd: de verdeel- en heerstactiek, de verpaupering van de kleine Romeinse boeren en de slavernij. Verdeel en heers Wanneer we denken aan de slachtoffers van het Romeins imperialisme, dan denken we in de eerste plaats aan de inwoners van de provincies. De Romeinen veroverden een wereldrijk en botsten zo onvermijdelijk op de bewoners van de gebieden waar ze neerstreken. Sommige volkeren zagen in dat er met ongelijke wapens zou gestreden worden, anderen boden nog hevig verzet. Om onder deze volkeren verdeeldheid te zaaien, bedachten de Romeinen de verdeel- en heerstactiek. Gebieden konden verschillende statussen krijgen naargelang de mate waarin medewerking of tegenwerking geboden was bij de inname door de Romeinse vijand. De leerlingen maken kennis met drie van deze statussen : het volledig burgerrecht, het gedeeltelijk burgerrecht en de status waarbij de bewoners geen burgerrecht kregen. In de werkbundel staat opgesomd wat elke situatie inhoudt, dit is echter geen te kennen leerstof. In sommige werken wordt ook het bondgenootschap toegevoegd als optie binnen de verdeel- en heerstactiek. Bondgenoten hadden als enige verplichting het leveren van troepen om de Romeinse oorlogsmachine draaiende te houden. De Romeinen zaaiden verdeeldheid door nooit twee bevolkingsgroepen die naast elkaar lagen dezelfde status te geven. Op die manier spanden de verschillende vijanden niet samen. Degenen die geen of gedeeltelijk burgerrecht verkregen, hoopten op een promotie. Anderen die volledig burgerrecht verkregen, roerden zich niet uit schrik te moeten zakken op de ladder. 19 Halsberghe, J. (2008). Een inleiding op het Romeins recht (onuitgegeven cursus). x:x. Blanken, C. e.a.(2012). Janus 2: leerwerkboek. Brugge: Die Keure. Berings, G. e.a. (2008). Historia 2. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans. Bauters, C. e.a. (2009). Geschiedenis vakstudie 2. Gent: Arteveldehogeschool.

42 42 Provincies Het woord provincie op zich betekend letterlijk veroverd gebied. De term wordt gebruikt voor gebieden die buiten het Italisch schiereiland lagen. Om de controle over deze provincies te bewaren, koos de senaat elk jaar een ex-praetor of een ex-consul als gouverneur. De taak van de gouverneur bestond uit het innen van belastingen in zijn toegewezen provincie. Het was een gegeerde job, vele gouverneurs verrijkten zich in het jaar dat ze aangesteld waren. Dit alles op de kap van de provincie. Slavernij Bewoners van sommige provincies werden gedeporteerd of krijgsgevangen genomen en als slaaf ingezet binnen het rijk. Tussen 150 en 70 v.c. waren twee van de zes miljoen inwoners van Italië slaaf. Slaaf kon je ook worden door geboorte, door schulden (schuldslavernij) of door het plegen van een ernstig misdrijf. De term slaaf is algemeen, maar er waren veel verschillen tussen slaven onderling. Als slaaf kon je tewerkgesteld worden in mijnen of steengroeven, maar ook op grote landgoederen of als huisslaaf. De situatie van een huisslaaf was over het algemeen beter dan die van een slaaf in de mijnen. Het was zelfs zo dat sommige huisslaven ook onderwijs genoten. Als slaaf was je volledig het bezit van je meester. Je meester kon wel beslissen om je vrij te laten. Dit kon informeel gebeuren door hemzelf, maar dan was je nog steeds met hem verbonden. Enkel als je vrijlating officieel werd vastgelegd, was je echt vrij. Je kreeg dan een verminderde vorm van burgerrecht. Rond 70 v.c. kwamen de slaven in opstand onder Spartacus. De opstand kende geen doorbraak voor de slaven. Verpaupering kleine Romeinse boeren Zoals hierboven vermeld, werden sommige slaven ook tewerkgesteld op grote landgoederen. Deze grote landgoederen werden ook wel latifundia genoemd ( latus : breed, fundus : stuk grond). Door de schaalvergroting van de latifundia, konden vele kleine Romeinse boeren de concurrentie niet meer aan. Deze schaalvergroting hadden de latifundia net te danken aan de grote toevoer van goedkope werkkrachten (slaven) uit de veroverde gebieden. Een ander doorslaggevend element in de verpaupering van de kleine Romeinse boeren was de aanvoer van goedkoop graan uit de provincies. De Romeinse kleine boer kreeg zijn graan niet meer verkocht. Vele Romeinse boeren verkochten hun bedrijfje aan een grootgrondbezitter. Ze trokken naar Rome en kwamen er, samen met vele anderen, terecht als proletariër. De gewone Romein moest alsmaar dieper in zijn zakken tasten om de oplopende kosten voor de geldverslindende veroveringsoorlogen te betalen. Ondertussen vergaarden de Romeinen aan het hoofd van de samenleving alsmaar meer roem door hun taak als legeraanvoerder of gouverneur. De armen werden alsmaar armer, de rijken alsmaar rijker. We spreken daarbij van een Mattheuseffect (een term geïntroduceerd door de Vlaamse socioloog Herman Deleeck). Of hoe een eeuwenoud patroon zich telkens herhaald, zelfs tot op vandaag Lesaanpak tips alternatieven Het onderdeel waarin de verpaupering gelinkt wordt aan de hedendaagse situatie van de land- en tuinbouwers, kan eventueel actueler gemaakt worden bij het uitvoeren van dit hoekenwerk.

43 43 Wanneer dit onderwerp niet meer zo actueel is, kan het vervangen worden door een andere actuele concurrentieslag. Het is de bedoeling dat de leerlingen inzien dat wanneer kleine spelers op de markt concurrentie te verduren krijgen van grote spelers, zij in een moeilijke positie terechtkomen. De documenten die de leerlingen doornemen bij het onderdeel slavernij, kunnen gewoon via de werkbundel aangebracht worden, maar zijn ook voorzien als aparte documentenfiches. Zo kunnen de leerlingen onderling het werk verdelen of de documenten na het doornemen doorgeven aan andere leerlingen. Bijhorend materiaal Bij deze hoek hoort het volgende materiaal: - keuzemapje Verdeel en heers - magneetbord + elf magneten + kaart - documentenfiches

44 44 Selectie van de leerinhouden Structuur waarbinnen het onderwerp kadert Proces(sen) waarbinnen het onderwerp kadert Romeins imperialisme verdeel- en heerstactiek verpaupering slavernij Feiten Begrippen Relaties Referentiekennis Tijdelijke functionele kennis Referentiebegrippen Tijdelijke functionele begrippen belastingen Zie blad apart burgerrecht (volledig gedeeltelijk) grootgrondbezitters Romeinse boeren slavernij schuldslavernij slavernij door verovering slavernij door geboorte vrijlating verdeel- en heerstactiek

45 45 Relaties Gevolgen Romeinse burgers - Meer belastingen betalen veroveringsoorlogen financieren Tweedeling Romeinse samenleving Kleine Romeinse boeren Concurrentie goedkoop graan provincies Armoede Bedrijfje verkopen tegen oneerlijke prijs aan grootgrondbezitter Trok naar Rome om er zich als werkloze proletarier te vestigen. Arme plebejers <-> rijke grootgrondbezitters Verdeel- en heerstactiek Overname zonder weerstand Volledig burgerrecht Aanvankelijk weerstand, later toegeving Gedeeltelijk burgerrecht Blijvende weerstand Geen burgerrecht. Deze waren geen Romeinse burgers, hun provincie werd een wingewest en zij werden uitgebuite onderdanen. Slavernij Slavernij als gevolg van de Romeinse veroveringen - Krijgsgevangenen uit veroverde gebieden werden als slaaf meegevoerd naar Rome. - Slavernij door geboorte - Mensen die door extreme armoede in de slavernij terecht gekomen waren (zie tweedeling Romeinse samenleving)

46 46 Verbetersleutel Verdeel en heers Opdracht 1: verdeel en heers Neem het mapje Verdeel en heers en volg daarin de instructies Opdracht 2: burgerrechten Plaats de situaties uit het mapje bij het bijhorende burgerrecht. Situaties Situatie 1 Situatie 2 Situatie 3 Burgerrechten Volledig burgerrecht Je mag: - trouwen - eigendom bezitten - stemmen Je moet: - legerdienst vervullen - belastingen betalen Gedeeltelijk burgerrecht Je moet: - legerdienst vervullen - belastingen betalen Je kan promoveren door correct je belastingen te betalen. Geen burgerrecht (kolonie) Je moet: - legerdienst vervullen - belastingen betalen Je gebied wordt uitgebuit als wingewest Je kan promoveren door correct je belastingen te betalen.

47 47 Opdracht 3: kaartopdracht Wat valt je op als je naar de verspreiding van de verschillende statussen kijkt? Zijn de verschillende statussen verspreid of liggen bepaalde statussen samen? Ze liggen verspreid. 2. Wat zou hiervoor de verklaring kunnen zijn? Op die manier voorkomen de Romeinen dat de bewoners van de gebieden samenspannen. 20 Corbishly, J. M. (1996). Het Oude Rome: Historische atlas. Oxford: Casterman.

48 48 Romeinse burgers Opdracht 4: aardbeien Koop je de aardbeien bij 1 winkel of eerder de aardbeien bij winkel 2? Waarom? Eigen keuze van de leerlingen (de aardbeien bij 2 zijn goedkoper). - Herkomst aardbeien winkel 1: België - Herkomst aardbeien winkel 2: Spanje "Toenemende concurrentie doet aardbeitelers pijn" Alleen de allerbeste kwaliteit van Hoogstraatse aardbeien wordt nog verkocht, voor veel te weinig geld. De Europese markt wordt overspoeld door buitenlandse aardbeien. "Zeventig cent kreeg ik donderdag voor een kilogram aardbeien. Daar kunnen we de aardbeien niet voor plukken", vertelt Swa Elst, een ongeruste teler, in de Gazet van Antwerpen. "Het voorjaar was goed, maar nu vrees ik dat we zware maanden tegemoet gaan". Naar: (Vlaams infocentrum land- en tuinbouw) 2. Wat is het probleem van de Belgische aardbeitelers? Ze krijgen concurrentie van goedkope buitenlandse aardbeien. De aardbeien van de Belgische telers zijn duurder en worden minder verkocht. 3. Ga naar je historische atlas op pagina 22. Daar vinden jullie een kaart met producten die in het Romeinse Rijk te vinden waren. - Neem het magneetbord dat in jullie hoek te vinden is. - Leg in jullie groepje de magneten op de plaatsen waar volgens de kaart in jullie historische atlas graan te vinden is. 21 Carrefour EU. (s.d.). Aardbeien. Opgeroepen op mei 12, 2012 op pagina-s-vol-promo-s-week Promobutler. (s.d.). Aardbeien. Opgeroepen op mei 12, 2012 op

49 49 - Neem deze plaatsen over op onderstaande kaart: zet kruisjes in de gebieden waar graan te vinden was Door de Romeinse veroveringen was er opeens goedkoop graan binnen handbereik in de nieuwe provincies. Vergelijk de situatie voor de Romeinse boeren met die van de Belgische aardbeitelers. De Romeinse boeren kregen concurrentie van goedkoop graan uit de provincies. Ze raakten hun graan niet meer zo eenvoudig kwijt. 23 De bloei van het Romeinse rijk. (s.d.). Opgeroepen op mei 2, 2012, van vanin-methodes:

50 50 Slavernij Opdracht 5: slavernij 1. Seneca over slavernij 24 In een brief aan zijn vriend Lucilius brengt Seneca zijn opvattingen over slavernij onder woorden: Ik ben blij te horen dat jij op een vriendelijke manier met je slaven omgaat. Dat past een verstandig en goed opgevoed man als jij. Ik zal maar niet praten over die andere mensen die hun slaven wreed en onmenselijk behandelen. Sommige behandelen hen niet als mensen maar als lastdieren. Dit is mijn advies in een notendop: ga met je mindere om zoals je met je meerdere wil omgaan. Naar Seneca, een vooraanstaand politiek denker en filosoof uit de eerste eeuw na Christus. 2. Artikel II-5 van de Europese grondwet: het verbod van slavernij en dwangarbeid 25 - Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden. - Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten. - Mensenhandel is verboden. 3. Vrijlating 26 De normale procedure bij een vrijlating was dat in het testament van een slavenbezitter was bepaald dat een slaaf de vrijheid kreeg. Hij was dan vrij vanaf de dag dat zijn meester stierf. Soms ging de meester met de slaaf die hij wilde vrijlaten naar een bevoegde magistraat en liet hij een officieel document van de vrijlating opmaken. Dan gaf de meester hem en klap, waarmee hij de overgang van onwaardige onderworpenheid naar vrijheid symboliseerde. Slaven konden zich na jarenlang sparen ook vrijkopen. Uit Memo, een Nederlands schoolboek 4. Halsband voor slaven 27 Ik ben gevlucht. Houd me bij. Als je me terugbrengt naar mijn meester Zoninus, ontvang je een geldsom. 24 Berings, G. e.a. (2008). Historia 2. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans. 25 Halsberghe, J. (2008). Een inleiding op het Romeins recht (onuitgegeven cursus). x:x. 26 Berings, G. e.a. (2008). Historia 2. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans. 27 De Herdt, K.(2011). Latijn Vakstudie 5. Gent: Arteveldehogeschool.

51 51 5. Vormen van slavernij 28 Kinderen van slavinnen waren vanaf de geboorte slaaf. Maar niet iedereen was slaaf vanaf zijn geboorte. Zo waren er de krijgsgevangenen. Zij werden in oorlogen gevangen genomen en op slavenmarkten verhandeld. Een Romein die zijn schulden niet kon afbetalen, belandde soms ook in de slavernij. Dit noemde men de schuldslavernij. R. Duthoy (oudheidkundige, Slavernij in de Romeinse wereld.) 6. Slaven, de motor van de economie Wanneer de slaven ziek zijn, moeten hun geen te grote rantsoenen worden toebedeeld. Een oude slaaf, een ziekelijke slaaf moet verkocht worden zoals andere zaken die overbodig zijn, zoals uitgeputte ossen, besmet rundvee en schapen, wol, huiden, een oude wagen, versleten gereedschap. Cato ( ) schrijft in: Over het landelijke leven. Memo. 7. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 29 Art.1: Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij hebben een verstand en een geweten, en behoren zich steeds in een geest van broederschap te gedragen. Art.3:Iedereen heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon Art. 4: Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden. 8. Slavernij in de 21 ste eeuw: 30 Ook al is de slavernij in de meeste landen afgeschaft toch worden er nog dagelijks honderdduizenden kinderen als slaven verkocht. Ouders verkopen hun kinderen soms zonder het te weten. Zo belooft men in ontwikkelingslanden aan arme ouders een goede opleiding voor hun kinderen. Ze krijgen hun kinderen nooit meer te zien. In plaats van een goede opleiding te krijgen moeten deze kinderen hard werken. Hun werk is meestal erg zwaar. Ze moeten tapijten knopen, kleren maken, voetballen maken 9. Gladiator 31 Ga naar de laptop en bekijk het fragment uit de film Gladiator. Het fragment start op 48min30sec en eindigt op 49min30sec. 28 Berings, G. e.a. (2008). Historia 2. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans. 29 Halsberghe, J. (2008). Een inleiding op het Romeins recht (onuitgegeven cursus). x:x. 30 Halsberghe, J. (2008). Een inleiding op het Romeins recht (onuitgegeven cursus). x:x. 31 Scott, R. (2000). Gladiator (DVD). x:x.

52 Slavenarbeid 32 De grote Romeinse landgoederen waren eigendom van de rijken en werden vooral door slavenarbeid in stand gehouden. Slaven waren goedkope werkkrachten. Het gevolg was dat er veel vrije boeren geen werk meer hadden. Ze trokken naar Rome op zoek naar werk en werden er één van de vele arme stadsbewoners. 1. Vul het raster aan de hand van de documenten aan. Omcirkel bij Gebruikte bronnen telkens de nummers van de primaire bronnen. 1. Op welke drie manieren kan je in de slavernij terechtkomen? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: / Bronnen over slavernij in de oudheid: 5 o o o Schuldslavernij: als je je schulden niet kan afbetalen, kan je als slaaf worden ingezet. Door geboorte: als je moeder een slavin is, wordt je als slaaf geboren. Door veroveringen: in de gebieden die veroverd werden door de Romeinen, werden velen krijgsgevangen genomen en verkocht als slaaf. 2. Hoe dachten de Romeinen over slavernij? Dachten alle Romeinen er zo over? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: / Bronnen over slavernij in de oudheid: 1, 4, 6 (allen primair) De slaven waren het bezit van hun meester en werden doorgaans slecht behandeld. Toch zijn er Romeinen die pleiten voor een vriendelijke omgang met slaven. 3. Hoe denken wij vandaag over slavernij? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: 2, 7, 8 Bronnen over slavernij in de oudheid: / Vandaag wordt slavernij negatief bekeken, het is ook verboden. Toch is er nog steeds sprake van slavernij. Mensen die moeten werken in onmenselijke toestanden zijn moderne slaven. 4. Op welke manieren kon men uit de slavernij ontsnappen? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: / Bronnen over slavernij in de oudheid: 3 32 Serlet, K. e.a. (2010). Pionier 2 tijdreisgids. Antwerpen: De Boeck.

53 53 5. In het fragment worden slaven verkocht. a) Waar komen de slaven vandaan? (werelddeel / nationaliteit?) b) Waarvoor zullen ze worden gebruikt? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: / Bronnen over slavernij in de oudheid: 9 a) Iemand uit Afrika en iemand uit Spanje (Romeinse provincie) b) Als Gladiatoren 6. Wat was het gevolg van de slavernij voor de kleine vrije Romeinse boeren? Gebruikte bronnen: Bronnen over moderne slavernij: / Bronnen over slavernij in de oudheid: 10 Doordat de slaven zo n goedkope werkkrachten waren, raakten de vrije Romeinse boeren niet meer aan werk. Zij moesten uitwijken naar Rome, waar zij leefden als een arme stadsbewoner. Opdracht 6: schema Vul dit schema aan nadat je opdracht 4 en 5 doorgenomen hebt. Aanvoer van: Veroveringen goedkoop graan Aanvoer van: slaven Verarming van de kleine Romeinse boeren

54 54 Hoek 4: positieve gevolgen Inleiding In de vorige hoeken gaven we een zo realistisch mogelijke kijk op het Romeins imperialisme en daaruit bleek dat het niet voor iedereen een succesverhaal was. De rijke Romeinen waren de enige personen die als winnaars uit de bus kwamen. In het eerste deel van de hoek maken de leerlingen aan de hand van een brief kennis met de culturele groei van de rijke Romeinen en in het bijzonder met de luxegoederen die zij ter beschikking kregen. De leerlingen maken in dit deel niet enkel kennis met deze luxegoederen, maar aan de hand van een kaartoefening leren ze ook waar deze nu echt vandaan kwamen. Ook in het tweede deel van de hoek is het culturele domein prominent aanwezig. Door de expansie wisten de Romeinen hun bouwkunst door te geven aan de veroverde gebieden, waardoor geleidelijk aan de veroverde gebieden geromaniseerd werden. De leerlingen maken aan de hand van een memoryspel kennis met enkele van deze bouwwerken.

55 55 Lesdoelen - De romanisering uitleggen aan de hand van drie voorbeelden. - Verklaren waarom de Romeinen zo vaak naar de thermen gingen. - Aanduiden waarvan de Romeinse luxeproducten oorspronkelijk komen. Uitbreiding 33 De negatieve gevolgen van het Romeins imperialisme waren niet te overzien, toch waren er ook heel wat positieve gevolgen verbonden met de expansiedrang van de Romeinen. Hoek vier gaat in op deze gevolgen. De veroveringen zorgden voor een culturele groei binnen het leven van de rijke Romeinen en ook voor een culturele groei in de veroverde gebieden. De romanisering De Romeinen ontdekten tijdens hun veroveringstochten heel wat producten en ingrediënten die ze in hun wereldstad Rome niet konden vinden. Deze goederen lieten ze al snel overbrengen naar hun stad waarmee de rijke Romeinen hun luxe nog extra konden etaleren. Uit het veroverde gebied Hispania haalden de rijke Romeinen zilver, goud en vee. Het zilver was een waardevol edelmetaal dat de Romeinen in grote delen van hun imperium onttrokken. Zilver werd verwerkt tot muntstukken, tevens werden er ook sieraden en siervoorwerpen gemaakt. Naast zilver was goud het betaalmiddel bij uitstek. Overal binnen het Romeins imperium werd er intensief naar dit edelmetaal gezocht. Gallië was gekend voor zijn wol, de Romeinen kenden daar geneeskundige krachten aan toe, zo zou het goed geweest zijn tegen kneuzingen en ontstekingen van de baarmoeder. Daarnaast werd in de winter kledij gemaakt van wol. Uit het veroverde land Macedonië haalden de rijke Romeinen hout, wijn en olijfolie. Het hout was een van de belangrijkste producten in het Romeins imperium. Hout werd in alle sectoren gebruikt. Op plaatsen waar er onvoldoende stenen lagen, werden de heirbanen van hout gemaakt. Daarnaast werd hout ook gebruikt om meubelen van te maken. Het speelgoed van de rijke kinderen werd ook gemaakt van hout. Kortom, hout was een heel erg dankbaar product waar de Romeinen graag mee werkten. Tot slot was ook Marmara een belangrijk veroverd gebied, het was zo belangrijk omdat de Romeinen marmer van daar lieten verschepen naar Rome. Dit marmer was het toppunt van rijkdom in de ogen van de rijke Romein. Een domus zag er veilig, koel en sober uit, maar wanneer je keek naar de inkleding van de huizen dan merkte je dat het interieur rijk en weelderig was. Het interieur werd opgefleurd met marmeren platen die elegantie uitstraalden. Het marmer werd niet alleen verwerkt in de interieurs van rijke Romeinen, maar ook in standbeelden die gebouwd werden in die tijd. Naast 33 Ackerman, J. e.a. (2006). Phoenix 2.Kapellen: Pelckmans Berings, G. e.a. (2008). Historia 2. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans. Bauters, C. e.a. (2009). Geschiedenis vakstudie 2. Gent: Arteveldehogeschool.

56 56 standbeelden werden ook pilaren, zitplaatsen voor belangrijke Romeinen, zuilen gemaakt uit marmer. Restanten van de romanisering De Romeinse expansie had niet enkel positieve gevolgen voor de rijke Romeinen maar ook voor de cultuur in de veroverde gebieden. Door de lange periode dat deze onder het bewind van de Romeinen stonden, romaniseerden ze geleidelijk. Er werden nieuwe bouwwerken gebouwd die hun oorsprong vonden in Rome. Ze namen langzaamaan kenmerken over van de Romeinen. Vandaag de dag vinden we nog heel wat restanten van wat ooit grote, indrukwekkende bouwwerken waren. In Pula, Kroatië vind je bijvoorbeeld nog een ruïne van een amfitheater. Het amfitheater was toegankelijk voor alle mensen, zowel rijk als arm. Er werden allerlei spelen gehouden om het volk te vermaken. Oorspronkelijk waren de zitplaatsen van hout, maar tijdens het keizerrijk werden ze vervangen door steen. De gladiatoren die vochten in het amfitheater waren meestal krijgsgevangen, slaven of misdadigers, maar er waren ook vrijwilligers die via deze weg meer status wilden krijgen. Wanneer een gladiator enkele jaren alle gevechten overleefde, dan werd hij vrijgelaten en werd hij als een held onthaald. In Bath liggen de bekende thermen, deze thermen vinden hun oorsprong in het oude Rome. In elke Romeinse of geromaniseerde stad vond je minstens één badhuis. Ze hadden een culturele en een sociale functie en het was een plek waar de Romeinen echt konden ontspannen. In de thermen was er heel wat te doen, de één was nog luxueuzer dan de andere. Er waren verschillende baden: hete baden, lauwe baden, koude baden en dan was er nog een stoombad. Vaak waren er voor de liefhebbers ook nog winkels, collegezalen, uitgebreide gymzalen, tuinen, bibliotheken, massageruimten en zelfs salons. Andere bekende bouwwerken die tot op heden terug te vinden zijn in de Romeinse provincies van vroeger zijn de aquaducten. Deze aquaducten werden bekend in de klassieke oudheid, maar de aquaducten vinden veel vroeger hun oorsprong. Ze voorzagen steden en industriële gebieden in het Romeinse Rijk van drinkwater. Deze voorlopers van de waterleiding werden bekend door de Romeinen. Lesaanpak-tips-lesalternatieven Aangezien deze hoek al erg activerend is, voorzien we hier geen extra activerende werkvormen bij. De memory en het dominospel zijn op de website (zie verder) digitaal terug te vinden. In de brief van de rijke Romein wordt er maar over een achttal luxeproducten gesproken. Wanneer je meer de focus wilt leggen op de verschillende luxegoederen, dan kan je meer producten in de brief plaatsen. Deze producten kan je dan ook verwerken in het dominospel. Ook in het memoryspel kan je een kleine aanpassing maken. In het laatste spel wordt er nu enkel aandacht geschonken aan wat de romanisering heeft gedaan voor de bouwkunst in het Romeins imperium. De romanisering had ook invloed op de taal en ons huidige rechtsbestuur, deze elementen kunnen dan ook perfect verwerkt worden in het memoryspel. Je kan bijvoorbeeld woorden uit verschillende romaanse talen in het memoryspel verwerken, zodat de leerlingen op zoek moeten gaan naar het woord Soleil (Frans) en sole (Italiaans).

57 57 Bijhorend materiaal Bij deze hoek hoort het volgende materiaal: - dominospel - memoryspel - kaart

58 58 Selectie van de leerinhouden Structuur waarbinnen het onderwerp kadert Proces(sen) waarbinnen het onderwerp kadert Romeins imperialisme het rechtssysteem de taal de westerse cultuur transport luxegoederen Feiten Begrippen Relaties Referentiekennis Tijdelijke functionele kennis Referentiebegrippen Tijdelijke functionele begrippen romanisering Gallo-Romeinse cultuur consul Latijn Romaanse talen bont amfitheater thermen barnsteen domus quaestor purperslak marmer Door de aanleg van de heirbanen konden er veel sneller zaken meegedeeld worden naar de veroverde gebieden. Veroveringen romanisering

59 59 Verbetersleutel Het leven van de rijke Romein Opdracht 1: brief van rijke Romein - duid alle luxegrondstoffenaan in het roze - duid alle luxeactiviteiten aan in het groen Geachte Marcus Tullius Cicero Rome, nonae Ianuarius LXIII V.C. Het is alweer een hele tijd geleden dat ik nog eens iets van u gehoord heb. Hoe gaat het nog met u? Welk beroep oefen je nu uit? Nadat ik de opleidingen wiskunde, spraakkunst en redenaarskunst volgde, werd ik een quaestor. Hiermee trad ik in de voetsporen van mijn vader. Ik ben dus uw publieke vertegenwoordiger, degene die toezicht houdt op de schatkist en de financiën van onze belangrijke stad Rome. Elke ochtend voor ik naar het werk trek, ga ik eerst langs bij mijn barbier, zo zorg ik er voor dat ik steeds verzorgd voor de dag kom. Daarna ga ik naar de tempel van Saturnus waar ik dan een hele dag de controle houd over de schatkist van Rome. Eenmaal mijn lange dag erop zit, kan ik snel naar de thermen. In de thermen kan ik pas echt ontspannen door uitgebreid te baden, te praten met andere mensen en door af en toe eens een spelletje te spelen. Ik kan na mijn drukke werkdag onmiddellijk naar de thermen gaan in tegenstelling tot mannelijke burgers die onder mijn stand leven. Deze mannen moeten na hun lange werkdag nog boodschappen doen. Deze boodschappen worden bij mij gedaan door mijn huisslaven. Zij zijn overgekomen uit Carthago. Nadat ik uitgebreid gebaad heb, ga ik naar mijn domus of huis waar ik verwacht wordt voor een heel uitgebreide maaltijd van maar liefst zeven gangen. Ik neem geen genoegen met gewone ingrediënten. Ik eis dat mijn huisslaven werken met de beste producten. Ik laat bijvoorbeeld mijn specerijen overkomen uit India. Deze luxe vind je niet alleen in mijn maaltijden terug, maar trekt zich door in heel mijn leven. Zo draag ik bij mooi weer enkel kleren die uit zijde gemaakt zijn. Deze zijde laat ik speciaal overkomen uit China. Mijn winterkleren worden gemaakt van bont dat afkomstig is uit Noord-Europa. De kledij die ik draag is voorzien van een purperen rand, hiermee onderscheid ik mij van het plebs. De purperen streep wordt gemaakt van de purperslak, die te vinden is in Fenicië. Om mijn kledij op te smukken draag ik ook sierraden, deze sierraden worden gemaakt van barnsteen, die afkomstig is uit de Baltische gebieden en goud of zilver uit Hispania. Tot slot kan je mijn welvaart ook zien aan het marmer dat in mijn domus te vinden is. Dit marmer is afkomstig uit Marmara, een klein eilandje naast Byzantium en laat ik per boot overbrengen. Het marmer is terug te vinden in de beeldhouwwerken en in de zuilengalerij van mijn domus. Op vrije dagen ga ik naar het amfitheater, waar ik op een van de hogere rijen mag plaatsnemen en waar ik dan geniet van het spektakel.

60 60 Zo, mijn beste vriend ik hoop dat je nu wat meer te weten bent gekomen over hoe mijn leven er nu uitziet. Ik hoop snel iets van u te mogen horen. Hoogachtend Caelius Rufus

61 61 Opdracht 2: luxeproducten Plaats het woord van de luxueuze producten bij hun land van herkomst op de kaart. Luxeproducten: Zilver en goud Huisslaven Bont Purperslak Barnsteen - Marmer bont barnsteen Zilver en goud marmer purperslak huisslaven

62 62 Overblijfselen van de romanisering Opdracht 3: Romeinse domino Dominospel: op de rechterzijde van elk kaartje staat een term. Ga op zoek naar het kaartje waarbij de uitleg op linkerzijde staat. Start Quaestor Een publieke vertegenwoordiger die toezicht houdt op de publieke schatkist en de financiën van Rome. Thermen Een grote badinrichting waar hygiëne heel erg belangrijk is. Het is tevens ook een ontmoetingsplaats. Amfitheater Een ovaal open gebouw uit de Romeinse oudheid dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren. Domus Een stadswoning voor de rijkere klasse in de Romeinse oudheid. Specerijen

63 63 Uitheemse kruiden Zijde Dit wordt gebruikt voor de natuurlijke textielvezel afkomstig van een zijderups, die als grondstof dient voor het vervaardigen van zijden stoffen. Barnsteen Een versteend hars dat afkomstig is van naaldbomen. Marmer Een soort kalksteen Zuilengalerij Een gang van zuilen Barbier Deze persoon knipt en verzorgt gezichtsbeharing. Bont Een dierlijke huid, dicht bezet met haren. Einde

64 64 Opdracht 4: Romeinse memory Bij het spel memory gaan jullie op zoek naar twee plaatjes die bij elkaar passen. Hier stellen de paren Romeinse bouwwerken voor. Wanneer een speler aan de beurt is mag die maximum twee kaartjes omdraaien. Wanneer hij de kaartjes die bij elkaar passen omdraait, dan heeft hij een paar en mag hij deze bijhouden. Wie aan het eind van het spel het hoogste aantal paren heeft, is gewonnen. 34 Rome (Italië) A Nîmes (Frankrijk) N Pula (Kroatië) C Rome (Italië) A 34 Bronvermelding afbeeldingen memory: zie algemene bibliografie

65 65 Orange (Frankrijk) N Saint-Rémy-de-Provence (Frankrijk) N Pont du Gard (Frankrijk) N Segovia (Spanje) F Rome (Italië) A Thugga (Tunesië) G

66 66 Tongeren (België) D Pompeii (Italië) E Autun (Frankrijk) M Tongeren (België) D Bath (Engeland) B Zülpich (Duitsland) J

67 67 Trier (Duitsland) H Rome (Italië) A Mérida (Spanje) I Caesarea (Israël) L

68 Liggen de vindplaatsen dicht bij elkaar? Neen 2. Waar in Europa liggen de vindplaatsen? Omcirkel het juiste antwoord. in de laars van Italië West-Europa verspreid over heel Europa verspreid over het Romeinse Rijk 3. In welke werelddelen liggen de vindplaatsen? In Europa, Afrika en Azië 35 Googlemaps (s.d.). opgeroepen op

69 69 Hoek 5: Julius Caesar Inleiding We hebben ervoor gekozen om te werken met zowel verplichte hoeken als een mag-hoek. De laatste hoek is geen verplichte hoek. De essentie van het Romeins imperialisme zit reeds verwerkt in de vier andere verplichte hoeken. Desalniettemin is dit een interessante en leerrijke hoek. De leerlingen komen in deze hoek iets meer te weten over de belangrijke Romeinse figuur Julius Caesar. Aan de hand van een eenvoudige tekst moeten de leerlingen de belangrijkste feiten omtrent de persoon Caesar achterhalen. Na deze kennismaking krijgen de leerling een korte tekst voorgeschoteld. Hierin staan tal van verwezenlijkingen van Caesar opgesomd. Hierbij leren ze dat Caesar waanzinnig populair was bij het gewone volk. Hij liet een standbeeld en een forum oprichten. Hij veroverde het grote gebied van de Galliërs. Kortom, hij heeft ervoor gezorgd dat zijn naam niet in de vergeetput terecht kwam. In de laatste opdracht komen de leerlingen in contact met een fragment uit het boek De Bello Gallico, geschreven door Caesar. Er worden enkele inhoudelijke vragen gesteld en aan de hand van een keuzemapje passen ze de historische kritiek toe op de tekst.

70 70 Lesdoelen - Caesar situeren in tijd (eeuw) en ruimte. - aangeven waarom Caesar populair was bij het gewone volk. - een politiek motief opsommen voor de Gallische oorlog. - het werk van Caesar over de Gallische oorlog opsommen. - historische kritiek toepassen op een fragment uit de Bello Gallico. Uitbreiding 36 Gaius Julius Caesar werd in 100 v.c. in Rome geboren. Hij was een telg uit de familie Julii, één van de meest aanzienlijke families van Rome. Hij werd als patriciër geboren en genoot een zeer goede opleiding. De bekende figuur Gaius Marius, was de oom van Caesar. Gaius Marius en zijn tegenstander Cornelius Sulla waren de hoofdrolspelers van de eerste burgeroorlog. Na de dood van Marius voerde Sulla een schrikbewind in Rome. Caesar dook onder en keerde pas na de dood van Sulla terug naar Rome. Het eerste ambt dat Caesar beoefende was dat van pontifex maximus (opperpriester). Daarna doorliep hij het cursus honorum. Tijdens het ambt van aediel maakte Caesar zich waanzinnig populair. Hij organiseerde namelijk grootse spelen. Caesar leefde op het einde van de republiek. De twee consuls werden dus bijgestaan door de Senaat. In 60 v.c. ontstond het eerste triumviraat met drie figuren: Caesar, Pompeius en Crassus. Zo werd de macht van de Senaat gebroken. Een jaar daarna werd Caesar consul. Caesar vaardigde een akkerwet uit, deze stuitte op veel verzet. In 58 v.c. werd hij proconsul van Gallia Cisalpina, Illyricum en Gallia Transalpina. Deze macht als proconsul gebruikte hij om politiek nog meer invloed te verwerven. In datzelfde jaar startte de oorlog tegen de Galliërs. Door de onderlinge verdeeldheid van de Galliërs slaagde het Romeinse leger erin om, onder leiding van legeraanvoerder Caesar, volledig Gallië te veroveren. In 51 v.c. werd Gallië Romeins grondgebied. Commentarii de Bello Gallico was een verslag over zijn oorlog tegen Gallië. Hij schreef in opdracht van de Senaat verslagen over zijn veldtochten. Caesar gaf vaak zijn mening weer om zijn prestige nog meer in de verf te zetten. Zo kon hij zijn populariteit aan het thuisfront nog vergroten. Ondertussen in Rome vreesde Pompeius de populariteit van Caesar. Pompeius zocht hulp bij de Senaat. In 49 v.c. kwam het tot een groot conflict tussen Pompeius en Caesar, namelijk een 2 de burgeroorlog. In 48 v.c. versloeg Caesar Pompeius in Pharsalus. 36 De Herdt, K. &Hillewaere, M. Latijn Vakstudie 1. Gent: Arteveldehogeschool. Ackerman, J. e.a. (2008). Phoenix 4. Kapellen: Pelckmans.

71 71 Van het triumviraat was geen sprake meer. Caesar was de absolute alleenheerser. Terug in Rome kreeg hij dan ook de titel van dictator voor het leven. Maar Caesar was niet bij iedereen zo populair. Bij verschillende senatoren wiens bevoorrechte positie werd verzwakt, begon het ongenoegen tegen Caesar toe te nemen. Onder leiding van Brutus en Cassius zweerden een groep republikeinsgezinde senatoren samen. Op de iden van maart in 44 v.c. werd Caesar door deze groep in het Senaatsgebouw vermoord. Lesaanpak-tips-alternatieven We stellen deze hoek voor als een niet-verplichte hoek. Dit kan natuurlijk ook als verplichte hoek gehanteerd worden. De eerste opdracht over Caesar kan op twee manieren worden aangepakt. Je kan de leerlingen de gegevens van Caesar laten invullen op de identiteitskaart of je kan hen zijn Facebookpagina laten aanvullen. Bij de laatste opdracht wordt historische kritiek toegepast op een fragment uit De Bello Gallico. Je kan ervoor kiezen om een ander fragment te selecteren. Wij hebben ervoor gekozen om te werken met een keuzemapje om op deze manier historische kritiek toe te passen. Je kan natuurlijk ook voor de klassieke manier kiezen door het stellen van vraagjes in de werkbundel.

72 72 Selectie van de leerinhouden Structuur waarbinnen het onderwerp kadert Proces(sen) waarbinnen het onderwerp kadert Romeinse Rijk Oorlog Politieke carrière Feiten Begrippen Relaties Referentiekennis Tijdelijke functionele Referentiebegrippen Tijdelijke functionele kennis begrippen (oorzaak gevolg) Caesar: 1 ste eeuw v.c. politieke ambten patriciër gladiatorenspelen Nerviërs Caesar organiseert Caesar schrijver van de politieke carrière aediel gladiatorenspelen Bello Gallië Caesar is politiek politiek motief populair dictator 2 de burgeroorlog De Bello Gallico verovering Gallië verwoestingen Caesar had militaire successen grote populariteit bij de Romeinse burgers Rome Romeinse burgers stemmen in de volksvergadering op die persoon stijging politiek aanzien Caesar valt Gallië binnen Galliërs organiseren het verzet oorlog

73 73 Verbetersleutel Opdracht 1: identiteitskaart Caesar 37 In 100 v.c. werd Gaius Julius Caesar, als patriciër (rijke Romein) geboren. In 69 v.c. begon hij met zijn politieke loopbaan. Hij beoefende tal van politiek ambten (zoals deze van quaestor, propraeter, pontifex maximus...). Caesar was geliefd bij het volk. In 60 v.c. werd Caesar consul. Na zijn consulaat werd Caesar proconsul van Gallië en Illyrium. In deze periode voerde Caesar de Gallische oorlog. Nadat de oorlog in Gallië was voltooid, keerde hij terug naar Rome. Hij streed tegen Pompeius in 2 de burgeroorlog. Caesar kwam als overwinnaar uit de strijd. Daarna werd Caesar door de Senaat aangesteld tot dictator. Door deze macht, kreeg hij veel vijanden. In 44 v.c. werd Caesar in het senaatsgebouw vermoord. 1. Vul aan de hand van de tekst de facebookpagina van Caesar in. 37 Ackerman, J. e.a. (2008). Phoenix 4. Kapellen: Pelckmans. Facebook (s.d.). Opgeroepen op

74 74 Opdracht 2: Caesar, de EERSTE Romein Galius Julius Caesar, de EERSTE Romein De volgende lijst geeft een opsomming weer van Caesars ondernemingen. Hieruit blijkt dat Caesar wel degelijk een initiatiefnemer was. Caesar was de EERSTE Romein die bewust en strategisch op grote schaal gladiatorenspelen gebruikte om politiek populair te zijn. Caesar was de EERSTE die zijn naam naar een maand leende: in 44 v.c. werd de mensis quintilis vervangen door de mensis Iulius. Caesar kocht massaal gronden op rond het Forum Romanum en bepaalde de plaats waar het Forum Iulium moest komen. Als EERSTE Romein kreeg hij van de senaat de toestemming om nog tijdens zijn leven een standbeeld te zetten. Dit deed hij om zijn persoonlijk successen in de verf te zetten. Hij was de EERSTE Romeinse bevelhebber die zoveel triomftochten heeft gevierd. Hij was de EERSTE Romein om met een leger de Rijn en het Kanaal over te trekken. Caesar was de EERSTE Romein die onze streken grondig doorkruiste en meteen veroverde. De eerste geschreven bron (de Bello Gallico) in verband met de geschiedenis van de Lage Landen is van zijn hand. Hij was de EERSTE Romein die na zijn dood, vergoddelijkt werd. 1. Hoe zorgde Caesar ervoor dat zijn naam na zijn dood niet in de vergeetput zou belanden? Geef drie voorbeelden. Hij vernoemde een maand naar zichzelf. Hij richtte een forum op dat naar hem vernoemd werd. Hij liet een standbeeld van zichzelf plaatsen. 2. Was Caesar populair bij het gewone volk? Verklaar. Ja, hij zorgde onder meer voor gladiatorenspelen om zich politiek populair te maken. Hij was de eerste Romein die na zijn dood vergoddelijkt werd. 3. Door welke maand werd de maand mensis quintilis vervangen? Welke huidige maand is dit? Door mensis Iulius, het huidige juli. 4. Wie veroverde onze streken? Julius Caesar. o o Hoe heet de eerste geschreven bron over de Lage Landen? De Bello Gallico Wie schreef er over de geschiedenis van de Lage Landen? Julius Caesar 38 Steyaert, E. &Vandendriessche, K. (1997). Claviculae 4.1, handboek. Deurne: Plantyn. (p )

75 75 Opdracht 3: de Bello Gallico Caesar bevond zich in Gallië, de Nerviërs (Galliërs) kwamen hier tegen in opstand. Dit mondde uit in vele veldslagen. 39 Allen overtreffen zichzelf Met de komst van het tiende legioen, als versterking ontstond zo n grote verandering: - dat onze soldaten, zelfs zij die uitgeput door verwondingen neergevallen waren, het gevecht hernieuwden. - dat onze soldaten, die de woeste vijanden bemerkt hadden, zelfs onbewapend de vijanden tegemoet liepen. - de onze ruiters, op alle plaatsen van het gevecht heel dapper vochten. Maar de vijanden toonden zelfs in hun hopeloze situatie een grote dapperheid. Want, toen de eerste vijanden gesneuveld waren, gingen andere Nerviërs op hen staan en begonnen ze vanop hun lijken te strijden. Nadat er enkelen gedood waren, wierpen zij die overbleven speren naar onze manschappen. Mannen van zo n grote dapperheid hebben gedurfd, zonder kans op slagen, zich te begeven op een zeer ongunstig terrein. 1. Markeer de onderstreepte delen: duid de Romeinen aan in het geel en de Galliërs in het groen. 2. Wat veranderde met de komst van het tiende legioen? -De soldaten hernieuwden het gevecht, zelfs zij die uitgeput waren. - De soldaten liepen onbewapend, de vijanden tegemoet. - De ruiters vochten op alle plaatsen van het gevecht heel dapper. 3. Waaruit blijkt dat de vijanden een grote dapperheid toonden? De Galliërs streden vanop de lijken. Ze wierpen speren. Ze hebben gedurfd zich te begeven op een zeer ongunstig terrein. 39 Caesar, J. (1984). De Gallische oorlogen. Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel.

76 76 Opdracht 4: historische kritiek Neem het mapje en maak de juiste keuze. 1.Beschrijf je conclusie. Caesar schreef de Bello Gallico om het Romeinse volk op de hoogte te brengen van zijn succes. Hij gaf zijn eigen mening weer en hij schreef dit vanuit een politiek motief. Hij veroverde Gallië om politiek sterker te worden. 2. Mannen van zo n grote dapperheid hebben gedurfd, zonder kans op slagen, zich te begeven op een zeer ongunstig terrein. Is Caesar hier positief of negatief over zijn vijanden? Waarom zou hij dit doen? Caesar is positief over zijn vijanden. Zo heeft de overwinning nog meer glans.

77 77 Algemeen schema In de werkbundel vindt iedere leerling het algemeen schema omtrent het Romeins imperialisme terug. Het is de bedoeling dat de leerlingen na het vervullen van hun hoek dit schema aanvullen. Het schema is opgebouwd uit vier verplichte hoeken. De leerlingen krijgen zo, na het vervullen van alle hoeken, een goed overzicht van het Romeins imperialisme. Hieronder vind je de verbetersleutel van dit algemeen schema terug.

78 78

79 79 Website We hebben een website gecreëerd waarop de aspecten van ons hoekenwerk terug te vinden zijn. Het is een ideale plek om het hoekenwerk te digitaliseren. Op de voorpagina maak je kennis met het hoekenwerk. Er is een verschillend onderdeel voorzien per hoek. Daar worden de hoeken die in dit hoekenwerk voorkomen gedigitaliseerd. Er is een digitale versie van de werkbundel, de verbetersleutel en de handleiding. Op deze manier krijg je als leerkracht de keuze tussen het digitaal aanbieden van het hoekenwerk of het klassiek aanbieden van het hoekenwerk. Er kan gerust ook gekozen worden voor een mix van deze twee. De website op zich is toegankelijk gemaakt voor leerkrachten. De hoeken zijn wel aangepast aan de leerlingen als doelgroep. Wij raden je aan om zelf eens een kijkje te gaan nemen op deze website via het onderstaand webadres: bapromeinsimperialisme.weebly.com Vandenberghe, T. (2012). Rome: niet enkel een verhaal van winnaars. Opgeroepen op april 4,

80 80 Toets We ontwikkelden een toets bij dit hoekenwerk. De leerlingen kunnen aan de hand van de gemaakte opdrachten en de lestekstbundel die ze achteraf krijgen, de leerinhouden instuderen. Wij voorzagen een kader bij elke lestekst waarin de leerlingen de te bereiken doelen voor deze hoek konden ontdekken. Op deze manier kwamen wij tegemoet aan de nood voor transparantie. Wij hebben er bij het maken van deze toets op gelet dat de leerinhouden evenwichtig verdeeld werden over de verschillende hoeken en dus ook de verschillende aspecten van het Romeins imperialisme. De leerinhouden zijn op deze manier representatief voor de inhouden in het hoekenwerk. Wij voorzagen bij deze toets ook een verbetersleutel met modelantwoorden op de toetsvragen. Deze kan gebruikt worden bij de verbetering.

81 81 Naam: Klas: Nummer Datum: Toets: Romeins imperialisme /20 Schrap het begrip dat niet past in het rijtje. Geef het verband aan tussen de drie overige begrippen. - keizerrijk republiek oligarchie koninkrijk / luxeproducten landwinst politieke eer verarmde Romeinse boeren / bergen heirbanen - zeeën rivieren / Brontekstje slavernij Diodorus Siculus over slavernij 41 Zwakke vrouwen en zieke, verminkte of oude mannen krijgen geen medelijden, maar ze worden allemaal geslagen en gedwongen om de zware inspanningen te blijven doen, tot ze sterven door mishandeling. Omdat hun behandeling zo verschrikkelijk is, geloven de slaven dat het alleen erger kan worden en ze kijken uit naar de dood, die voor hen een verlossing zal zijn uit dit leven. - Hoe dachten de Romeinen over slavernij? Dachten alle Romeinen er zo over? / Hoe denken wij vandaag over slavernij? / Geef de definitie van: /5 - Gedeeltelijke burgerrecht: Romanisering: Blanken, C. e.a. Janus 2: leerwerkboek. Brugge: Die Keure.

82 82 - Alle wegen leiden naar Rome : Amfitheater: Keizerrijk: Juist of fout? Verbeter indien het fout is. /4 - Wanneer slaven een bepaalde leeftijd bereikten, werden ze automatisch vrijgelaten De Romeinse politici gebruikten de veroveringen om hun politieke carrière een boost te geven Caesar leefde in de periode van het koninkrijk Gallië was van nature beter bestand tegen invallen dan het Italisch schiereiland.... Kaartoefening /3 Duid drie huidige Europese landen aan die vroeger tot het Romeinse Rijk behoorden aan. Je doet dit door een cijfertje van 1 tot 3 in het land te zetten. Benoem de landen op de voorziene lijntjes onder de kaart

83 83 Naam: Klas: Nummer Datum: Verbetersleutel toets: Romeins imperialisme /20 Schrap het begrip dat niet past in het rijtje. Geef het verband aan tussen de drie overige begrippen. - keizerrijk republiek oligarchie koninkrijk /2 Oligarchie past niet in het rijtje. Koninkrijk, republiek en keizerrijk zijn de drie periodes binnen het Romeinse Rijk. - luxeproducten landwinst politieke eer verarmde Romeinse boeren /2 Verarmde Romeinse boeren past niet in het rijtje. Luxeproducten, landwinst en politieke eer zijn positieve gevolgen van de Romeinse expansie. - bergen heirbanen - zeeën rivieren /2 Heirbanen past niet in het rijtje. Bergen, zeeën en rivieren zijn voorbeelden van natuurlijke grenzen. Brontekstje slavernij Diodorus Siculus over slavernij Zwakke vrouwen en zieke, verminkte of oude mannen krijgen geen medelijden, maar ze worden allemaal geslagen en gedwongen om de zware inspanningen te blijven doen, tot ze sterven door mishandeling. Omdat hun behandeling zo verschrikkelijk is, geloven de slaven dat het alleen erger kan worden en ze kijken uit naar de dood, die voor hen een verlossing zal zijn uit dit leven. - Hoe dachten de Romeinen over slavernij? Dachten alle Romeinen er zo over? /1 De slaven waren het bezit van hun meester en werden doorgaans slecht behandeld. Toch zijn er Romeinen die pleiten voor een vriendelijke omgang met slaven en die stellen dat het onderwerpen van iemand tegen de natuur in gaat. - Hoe denken wij vandaag over slavernij? /1 Vandaag wordt slavernij negatief bekeken, het is ook verboden. Toch is er nog steeds sprake van slavernij. Mensen die moeten werken in onmenselijke toestanden, zijn moderne slaven. Geef de definitie van: /5 - Gedeeltelijke burgerrecht: Situatie waarin je terecht kan komen wanneer je gebied veroverd wordt. Je moet een legerdienst vervullen en belastingen betalen. Als je correct je belastingen betaalt, kan je promoveren.

84 84 - Romanisering:De gebieden die door de Romeinen werden veroverd, namen geleidijk aan de Romeinse cultuur, taal en gewoonten over waardoor de Gallo-Romeinse cultuur ontstond. - Alle wegen leiden naar Rome : Dit slaat op de heirbanen, de wegen die aangelegd werden tussen Rome en de veroverde gebieden - Amfitheater: Een ovaal open gebouw uit de Romeinse oudheid dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren. - Keizerrijk: Laatste periode in het Romeinse Rijk. De keizer stond als alleenheerser aan de top. Juist of fout? Verbeter indien het fout is. /4 - Wanneer slaven een bepaalde leeftijd bereikten, werden ze automatisch vrijgelaten. Fout. Slaven werden vrijgelaten wanneer hun meester dit beslist had. - De Romeinse politici gebruikten de veroveringen om hun politieke carrière een boost te geven. Juist - Caesar leefde in de periode van het koninkrijk. Fout. Caesar leefde in de periode van de republiek. - Gallië was van nature beter bestand tegen invallen dan het Italisch schiereiland. Fout. Het was net omgekeerd. Italië is omgeven door zeeën en bergen. Het is dus natuurlijk begrensd. Kaartoefening /3 Duid drie huidige Europese landen aan die vroeger tot het Romeinse rijk behoorden aan. Je doet dit door een cijfertje van 1 tot 3 in het land te zetten. Benoem de landen op de voorziene lijntjes onder de kaart Frankrijk 2. Spanje 3. Portugal 4. België 5. Italië 6.

85 85 Lesvoorbereiding Op de volgende pagina s is de lesvoorbereiding voor dit volledige hoekenwerk terug te vinden. Voor de bronnen bij deze lesvoorbereiding verwijzen wij door naar de algemene bibliografie. De bijlagen zijn terug te vinden in deze handleiding.

86 86 Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Naam Cluster Groep Geschiedenis Academiejaar Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9, BE-9000 Gent Tel Fax praktijkcoordinatieoso@arteveldehs.be Stageschool Stageles Naam Datum Adres Vak Geschiedenis Naam vakmentor Lesonderwerp Romeins imperialisme Afdeling A-Stroom Lesuur Leerjaar 2 de middelbaar Aantal lln Lokaal Beginsituatie Inhoudsgebonden De leerlingen kennen het ontstaan van Rome. Persoonsgebonden / Schoolse en/of situationele gegevens 1 computer is vereist. Klasopstelling: zie bijlage

Situering in tijd en ruimte

Situering in tijd en ruimte Situering in tijd en ruimte Rome groeide tussen 753 v.c. en 476 uit tot een echt wereldrijk. Binnen deze tijdspanne kunnen we drie periodes onderscheiden: Rome als koninkrijk, als republiek en tenslotte

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. Kennis en Inzicht 1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millenium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Rome: niet enkel een verhaal van winnaars

Rome: niet enkel een verhaal van winnaars Rome: niet enkel een verhaal van winnaars Werkbundel Naam:... Klas:... 2 Vooraf - Er zijn vier rollen in jullie groepje: o consul: ziet er op toe dat de opdrachten volledig worden uitgevoerd o censor:

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Bal, W. (2000). Rome in the east - The transformation of an empire.london: New Fetter Lane.

Bal, W. (2000). Rome in the east - The transformation of an empire.london: New Fetter Lane. 57 BIBLIOGRAFIE Non fictie Ackerman, J. e.a. (2006). Phoenix 2. Kapellen: Pelckmans. Ackerman, J. e.a. (2007). Phoenix 3. Kapellen: Pelckmans. Ackerman, J. e.a. (2008). Phoenix 4. Kapellen: Pelckmans.

Nadere informatie

LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN

LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN @ LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN pagina 2 en 3! inleiding HET ROMEINSE RIJK Het Romeinse Rijk bestond van 753 voor Christus tot 476 na Christus. Het viel in 285 na Christus uit elkaar in het

Nadere informatie

Geschiedenis 2 de jaar: Pasen Proefwerk voorbereiden

Geschiedenis 2 de jaar: Pasen Proefwerk voorbereiden ORIËNTEREN Geschiedenis 2 de jaar: Pasen Proefwerk voorbereiden Bekijk het leerstofoverzicht. Bekijk je toetsen en lees de reflectiecommentaren van de leerkracht. Op basis hiervan markeer je nu in het

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Toon Steenssens UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Tel. +32 16 37 56 00 Vakkencombinatie: Aardrijkskunde

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1 Auteur Floris Sieffers Laatst gewijzigd 28 October 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65939 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Lene Wuyts Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Aardrijkskunde/Biologie Stagebegeleider

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Trimestertaak STRIPVERHAAL ASTERIX

Trimestertaak STRIPVERHAAL ASTERIX Trimestertaak STRIPVERHAAL ASTERIX Namen groepsleden Rol Voorzitter Secretaris Tijdsbewaker Aanmoediger / coach Gelezen stripverhaal = Stap 1: Ga naar de website en lees wat je rol inhoudt. Stap 2: Lees

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

HANDBOEKENVERGELIJKING

HANDBOEKENVERGELIJKING HANDBOEKENVERGELIJKING 10 Handboeken zijn meestal het eerste medium waar leerkrachten naar grijpen bij het maken en ook het geven van een les. Wij gingen in deze handboeken ook te rade om de hiaten in

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Deel 5: Romeinse Rijk Project: Bij de Gallo- Romeinen in de vicus Tienen. HB pg 138-141

Deel 5: Romeinse Rijk Project: Bij de Gallo- Romeinen in de vicus Tienen. HB pg 138-141 Deel 5: Romeinse Rijk Project: Bij de Gallo- Romeinen in de vicus Tienen. HB pg 138-141 I. Inleiding Schrijf bij elke afbeelding welke functie/doel het zou hebben gehad in de Gallo- Romeinse periode. Functie:

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 June 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62219 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

In het oude Rome De stad Rome

In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome is héél oud. De stad bestaat al meer dan tweeduizend jaar. Rome was de hoofdstad van het grote Romeinse rijk. De mensen die naar Rome kwamen,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door Sophie 1766 woorden 27 februari 2013 6,2 24 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Romeinse Koninkrijk 753-509 (500) voor Chr.

Nadere informatie

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving?

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? In Griekenland bestond de eerste grote beschaving van Europa. Vul het juiste antwoord in. Plaats waar de Griekse beschaving begon: Tijdstip

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAK: GESCHIEDENIS Dit is een vakfiche voor alle studierichtingen 3 de graad bso. Let op: de inhoud van een vakfiche wordt jaarlijks aangepast. Deze vakfiche

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Lene Wuyts Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: aardrijkskunde/biologie Stagebegeleider

Nadere informatie

Bijlage 5 5.I. colade. Op naar de top. Arschoot Elien. Economische groei. 4 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding.

Bijlage 5 5.I. colade. Op naar de top. Arschoot Elien. Economische groei. 4 de jaar ASO. D hauwers Fien. Lerarenhandleiding. colade Op naar de top Arschoot Elien Economische groei 4 de jaar ASO D hauwers Fien Lerarenhandleiding Lootens Jolien 1 Beste leerkracht, Heb je het soms ook moeilijk om de leerlingen hun aandacht bij

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting door een scholier 2171 woorden 14 juni 2016 7,9 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Tussen

Nadere informatie

Webquest Europese Unie groep 3

Webquest Europese Unie groep 3 Webquest Europese Unie groep 3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Hanne Vandenbussche 08 August 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/32194 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen.

Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen. Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen. In de eeuw nadat de Galliërs vertrokken waren, begonnen de Romeinen hun macht in Italië uit te breiden. Ze kwamen in botsing met de hun naburige volken. Hun machtigste

Nadere informatie

Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden

Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden ORIËNTEREN Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden Bekijk het leerstofoverzicht. Bekijk je toetsen en lees de reflectiecommentaren van de leerkracht. Op basis hiervan markeer je nu in het leerstofoverzicht:

Nadere informatie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Floris Sieffers 07 October 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65623 Dit

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek

Nadere informatie

Storia, Storia GO! en Storia Live. Geschiedenis alle graden

Storia, Storia GO! en Storia Live. Geschiedenis alle graden Storia, Storia GO! en Storia Live Geschiedenis alle graden 1. Aanbod 1 e graad A-stroom 2 e graad ASO + TSO 3 e graad ASO + TSO Extra (digitaal) materiaal voor elk leerjaar: Voor de leerlingen: via licentiecode

Nadere informatie

Rijk Romeins Leven. Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5. Handleiding voorbereidende les

Rijk Romeins Leven. Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5. Handleiding voorbereidende les Les Rijk Romeins Leven Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5 Handleiding voorbereidende les Rijk Romeins Leven INHOUD Inleiding Kader Begrippen Leerdoelen Aansluiting kerndoelen De lessen INLEIDING

Nadere informatie

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 14 July 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62219 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud Plannen en evalueren van een activiteit Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen In deze les moeten de leerlingen in groep een bepaalde activiteit voorbereiden. Dit kan bijvoorbeeld het organiseren

Nadere informatie

De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht

De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht Aantal lestijden: ± 5 Graad: 2 e Jaar: 1 e en 2 e Gelinkte vakken: aardrijkskunde, biologie, chemie, Nederlands, economie, P.O. 1. Korte inhoud De titel

Nadere informatie

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Hierbij treft u een toelichting aan bij de beelden die in de tijdbalk van Argus Clou Geschiedenis groep 7 zijn opgenomen. Inhoud Thema 1 Boze

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Werkblad 9 Ω Grieken en Romeinen Ω Les : Grieken: goden en mensen Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Griekenland heel belangrijk. Ze werden stadstaten genoemd.

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 1. Leg uit wat een sofist was. score: 2. Welke rol speelden de sofisten in de Atheense democratie? 3. Waarom is het niet juist te spreken van Griekenland in de tijd

Nadere informatie

Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas

Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas Praktisch Beginsituatie Dit document is een mogelijk draaiboek voor de organisatie van een (beperkt) onderzoek. Het is zo algemeen

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek

Nadere informatie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

De Romeinen. Wie waren de Romeinen? De Romeinen Wie waren de Romeinen? Lang voor de Romeinen naar ons land kwamen, woonden ze in een kleine staat rond de stad Rome. Vanaf 500 voor Christus begonnen de Romeinen met gebiedsuitbreiding. Als

Nadere informatie

Analyseschema Tacitus Jaarboeken. Bron: Tacitus, P.C., Jaarboeken, vert. J.W. Meijer (Baarn 1990)

Analyseschema Tacitus Jaarboeken. Bron: Tacitus, P.C., Jaarboeken, vert. J.W. Meijer (Baarn 1990) Analyseschema Tacitus Jaarboeken Bron: Tacitus, P.C., Jaarboeken, vert. J.W. Meijer (Baarn 1990) Inhoudsopgave Religie blz. 3 Priesters blz. 3 Offeren blz. 3 Goden blz. 3 Overige blz. 3 Oorlog blz. 4-5

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans LESONTWERP BaSO Naam: Sara Michels UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Tel. +32 16 37 56 00 Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde Stagebegeleider:

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 3 e graad basisonderwijs Leervak: WO Technologie - Maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren

Nadere informatie

Romeinse Rijk. In het korten in beeld.

Romeinse Rijk. In het korten in beeld. Romeinse Rijk In het korten in beeld. Het rijk HetRomeinse rijkwas het rijk dat zich vanaf de 6e eeuw v.chr. uit de stadstaat Rome ontwikkelde, in 63 voor Chr. het landisraëlveroverde en op zijn hoogtepunt

Nadere informatie

MICROTEACHING GESCHIEDENIS De Punische oorlogen en Hannibal

MICROTEACHING GESCHIEDENIS De Punische oorlogen en Hannibal MICROTEACHING GESCHIEDENIS De Punische oorlogen en Hannibal Doelstellingen: De leerlingen: 1-kunnen vertellen dat er ten tijde van het Romeinse rijk drie Punische oorlogen waren, waarvan -de eerste begon

Nadere informatie

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. De leerlingen gaan elkaar vandaag eens extra veel complimenten

Nadere informatie

Waarvoo Doen Nu r m t aak je? aa at m k j W e het? STANGENBILJART Wa? t a e ru h t i t b e k r e e sta W o w e a o h t H?

Waarvoo Doen Nu r m t aak je? aa at m k j W e het? STANGENBILJART Wa? t a e ru h t i t b e k r e e sta W o w e a o h t H? Doen Wat maak je? Nut Waarvoor maak je het? STANGENBILJART Hoe werkt het? Hoe Waaruit bestaat het? Wat Nut Maak je eigen volksspel DIT HEB JE NODIG Schrijfgerei Kladblaadje Dit werkblad OPDRACHT: -> Los

Nadere informatie

Differentiëren in een wiskundeles d.m.v. activerende directe instructie. Door Tania Mouton (HoGent) en Brian Baert (HoWest)

Differentiëren in een wiskundeles d.m.v. activerende directe instructie. Door Tania Mouton (HoGent) en Brian Baert (HoWest) Differentiëren in een wiskundeles d.m.v. activerende directe instructie Door Tania Mouton (HoGent) en Brian Baert (HoWest) Wat is differentiëren? Het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

PRAKTISCH. BIOLOGIE 2e GRAAD ASO OVERZICHT. Telefoon: 015 36 36 36 Fax: 015 36 36 37 Bezoek onze website: www.plantyn.com

PRAKTISCH. BIOLOGIE 2e GRAAD ASO OVERZICHT. Telefoon: 015 36 36 36 Fax: 015 36 36 37 Bezoek onze website: www.plantyn.com WAT OMVAT BIO NATURALIS 3 VOOR DE LEERLING? Leerwerkboek: Laboboek: Een algemene inhoudstafel en methodewijzer Onderzoeksvragen die elk nieuw onderwerp inluiden Actieve leermethode: gevarieerde werkvormen,

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die

Nadere informatie

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF)

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF) LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF) Stationsstraat 36 3590 Diepenbeek tel 011 350429 fax 011 350428 e-mail info@cvolimlo.be www.cvolimlo.be Naam en voornaam student Onderwijsvorm, afdeling, graad, leerjaar,

Nadere informatie

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62234 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS flexibel traject LESONTWERP Naam Ingrid Ghyselinck UC Leuven Limburg Departement Lerarenopleiding Professioneel gerichte bachelor in het onderwijs-

Nadere informatie

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad

1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad 1 TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE Hoofdthema: elektriciteit / energie Onderwerp : Eenvoudige stroomkring maken Doelgroep: 2 e graad Timing: 1 á 2 lestijden De les in het kort: De leerlingen

Nadere informatie

Extra: Limes hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Extra: Limes hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 03 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/79557 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

DODE HOEK.

DODE HOEK. Doen Wat maak je? Nut Waarvoor maak je het? DODE HOEK Hoe werkt het? Hoe Waaruit bestaat het? Wat Nut Мaak een uitvinding die het probleem van de dode hoek oplost DIT HEB JE NODIG Schrijfgerei Kladblaadjes

Nadere informatie

Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning

Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning DE ROMEINEN Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning van Alba Longa * Numitor afgezet door zijn

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION HET TERRACOTTALEGER & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO 23.12.16 23.04.17 PEDAGOGISCH DOSSIER 11-14 JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION + 3 2 4 2 2 4 WWW. T E R R A C O T 4 9 3 8 TA - L I E

Nadere informatie

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN ACTIEFICHE - SECUNDAIR DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN Soorten onderzoek: Bevestigend (vraag en methode door lkr, resultaat op voorhand gekend) Gestuurd (vraag en methode door lkr) Begeleid

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Lene Wuyts Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: aardrijkskunde/biologie Stagebegeleider

Nadere informatie

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Doel: Eén van jullie groep gaat opschrijven wat jullie al weten over De Tweede Wereldoorlog (bekend). Daarna schrijven jullie op wat jullie graag willen weten over

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Spilstyns Angélique Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: AA - Eng Stagebegeleider DLO:

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Esther Geuens Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: aardrijkskunde - biologie Stagebegeleider

Nadere informatie

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht Archeologie op school Handleiding voor de leerkracht 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aan de slag: verkorte handleiding 4 3. Verantwoording 5 Archeologie en erfgoededucatie 5 Kerndoelen 5 Didactisch concept

Nadere informatie

Werken aan meer kwaliteit in onderwijs

Werken aan meer kwaliteit in onderwijs Werken aan meer kwaliteit in onderwijs Donderdag 20 maart 2014 Vlaams Parlement Commissie Onderwijs Peter Van Hove 1. Onze school - Basisschool Atheneum Denderleeuw (GO!-onderwijs) - Hoofdschool en wijkschool

Nadere informatie

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi  ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Grenzen verdwijnen De schutting in jouw tuin is de grens tussen jouw tuin en die van de buren. Tussen woonwijken, gemeenten, provincies en landen zijn ook grenzen. Die grenzen

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Arne Wagemans Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Aardrijkskunde Geschiedenis Stagebegeleider

Nadere informatie

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 KOPIEERBLAD 1a les 2 - zelfcorrectie jeugdatlas oude versie Taak 1 opdracht 1 Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17 de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 het reliëf in Zuid-Amerika n W 31 Vul op

Nadere informatie

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62215 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Leerlijn historisch denken havo

Leerlijn historisch denken havo Leerlijn historisch denken havo Albert van der Kaap vwo Tijd en chronologie klas 1 klas 2 klas 3 vwo 6 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de Lesvoorbereiding: Transport en logistiek (beroepen: planner, magazijnmedewerker en vrachtwagenchauffeur) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Spilstyns Angélique Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: AA - ENG Stagebegeleider DLO:

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en): A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600); tijd van regenten en vorsten (1600 1848). 40. De leerling leert

Nadere informatie

De ligging van Rome De Tiber als aanvoerroute en bedreiging

De ligging van Rome De Tiber als aanvoerroute en bedreiging De ligging van Rome De Tiber als aanvoerroute en bedreiging Rome is gesticht aan de rivier de Tiber. Dit is een traagstromende rivier, althans in de zomer. In tijden van regen kan het waterpeil in de rivier

Nadere informatie

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO

DOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT VVKSO Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica Dit document is een aanvulling op het algemeen servicedocument

Nadere informatie

I.4 school historische les - 1ste graad S.O.

I.4 school historische les - 1ste graad S.O. I.4 school historische les - 1ste graad S.O. Inhoud WOI heeft een grote invloed op het dagelijks leven in het bezette Brugge. Ook het schoolgaan wordt er niet eenvoudiger op. Voor de oorlog gingen jongens

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Nieuw Land zet vensters open Docentenhandleiding bovenbouw basisonderwijs

Nieuw Land zet vensters open Docentenhandleiding bovenbouw basisonderwijs Nieuw Land zet vensters open Docentenhandleiding bovenbouw basisonderwijs Inleiding De Canon van Flevoland is ontwikkeld door Nieuw Land. In zestien vensters toont het de culturele en historische geschiedenis

Nadere informatie

Differentiatie in de lessen aardrijkskunde

Differentiatie in de lessen aardrijkskunde Differentiatie in de lessen aardrijkskunde 1) Originele lesvoorbereiding Ik heb er voor gekozen om voor mijn herhalingsles in het eerste jaar een differentiatieopdracht te maken. Als ik terugkijk naar

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS flexibel traject LESONTWERP Naam Ingrid Ghyselinck UC Leuven Limburg Departement Lerarenopleiding Professioneel gerichte bachelor in het onderwijs-

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment Groep BBL1 Mens & Maatschappij Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen

Nadere informatie

Lespakket: De spijsvertering

Lespakket: De spijsvertering Lespakket: De spijsvertering Werkbundel Naam:... Klas:... 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 1 1. Over het lespakket... 2 1.1. Leerinhoud... 2 1.2. Werkvorm en werkwijze... 2 1.2.1. Werkvorm... 2 1.2.2.

Nadere informatie