MER N33: Technische ondersteuning variant 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MER N33: Technische ondersteuning variant 6"

Transcriptie

1 MER N33: Technische ondersteuning variant 6

2 MER N33: Technische ondersteuning variant 6 Door: Valentijn van Gastel, Bastiaan van Wijk, Anthony Crockford, Anna Ritzen Datum: 03 juli 2014 Projectnummer: WIENL15040 Reviewer: Prepared: Anna Ritzen Reviewed: Bastiaan van Wijk Approved: Pim Rooijmans Pages 68 Status Final Version Author Date Remarks/Change /06/2014 Nieuwe geluidscontour en vervolgberekeningen voor de Senvion 3.2M /06/2014 Toevoeging opmerking cumulatie gebied Midden en Zuid /07/2014 Nieuwe kaarten en tekstuele aanpassingen /08/2014 Vertrouwelijk verwijderd /08/2014 Wijziging aantal woningen variant 3.2M114 L&G Correctie aantal gehinderden voor alle 4 varianten Toevoeging errata Ecofys 2014 in opdracht van: Tauw ECOFYS Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I Chamber of Commerce

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Bepalen van de opstellingen Gebruik van toetspunten 8 2 Geluid Achtergrond Rekenmodel Windaanbod Geluidsbronnen Stappenplan Resultaten Stap 1: Lden 47 db contour en aantal woningen Stap 2: Lden en Lden vlakken en aantal gehinderden Stap 3: mitigerende maatregel Stap 4: cumulatief effect Stap 5: Laagfrequent geluid 16 3 Slagschaduw Aanpak, settings en aannames Resultaat: slagschaduw Stap 1: slagschaduwcontour Stap 2: aantal woningen binnen slagschaduwcontour Stap 3: aantal woningen tussen 5-uurscontour en 0-uurscontour 23 4 Opbrengstberekening Windklimaat Windturbine Informatie Opbrengstberekening 26 5 Veiligheid Afbakening van de risicoberekeningen Veiligheidsrisico s windpark N Veiligheidsrisico s x Senvion 3.2M x Senvion 3.2M x Enercon E x Enercon E Zichtbaarheid 38 ECOFYS Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I Chamber of Commerce

4 Bijlage 1: Opstellingen en Slagschaduwkaarten 41 Bijlage 2: Geluidscontouren 49 Bijlage 3: Laagfrequent geluid 53 Enercon E MW 53 Senvion 3.2M MW 53 Bijlage 4: Wettelijk kader veiligheidsrisico s windturbines 54 BEVI: kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 56 Toelichting IPR, MR, GR en ijsafwerping 57 Bijlage 6: Berekening van risicoafstanden 59 ECOFYS Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I Chamber of Commerce

5 Errata Ondanks kwaliteitscontroles is gebleken dat er een fout gemaakt is in een van de berekeningen in hoofdstuk 2 van dit rapport. Het volgende was foutief gerapporteerd: Tabel 6 (pg. 14) aantal gehinderden binnen voor de vier verschillende varianten. Hierin zijn de aantallen woningen abusievelijk niet vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal inwoners per woning (2.2) In de huidige versie (6.0) zijn deze resultaten verbeterd. Alleen de waardes van tabel 6 zijn aangepast en een regel uitleg is toegevoegd. Er zijn verder geen tekstuele wijzigingen aangebracht. WIENL

6 1 Inleiding Dit onderzoek heeft als doel een zesde windparkvariant te vergelijken met 5, door MER Windpark N33, eerder bekeken varianten in het concept MILIEUEFFECTRAPPORT WINDPARK N33, Pondera Consult, 02 december 2013 (hierna MER Windpark N33). Tijdens ons onderzoek heeft Ecofys de aanpak en aannames van het MER Windpark N33 zo veel mogelijk aangehouden zodat de resultaten van variant 6 vergelijkbaar zijn met de andere 5 varianten. De verschillende onderwerpen die onderzocht zijn: Geluid Slagschaduw Elektriciteitsopbrengst en CO 2 reductie Externe veiligheid Zichtbaarheid In onderstaande rapportage zal per onderzoeksonderwerp een overzicht gegeven worden van 1) de aanpak, 2) de aannames en 3) de resultaten. De resultaten worden op een gelijke manier gepresenteerd als in het MER Windpark N Bepalen van de opstellingen Voor variant 6 zijn samen met de Provincie en RWE vier voorkeursopstellingen opgesteld. De referentiewindturbines voor de opstellingen zijn op basis van de uitgangspunten van MER Windpark N33 toegepast: a. 5-8 MW: ashoogte 120 tot 140 meter, rotordiameter tot 130 meter; b. 3-5 MW: ashoogte 100 tot 140 meter, rotordiameter tot 120 meter; Op basis hiervan is in het MER Windpark N33 gekozen voor de volgende referentiewindturbines: Voor de 5-8 MW opstellingen, de Enercon E126 met een ashoogte van 135 meter en een rotordiameter van 127 meter en een vermogen van 7,5 MW; Voor de 3-5 MW opstellingen, de Senvion 1 3.2M114 met een ashoogte 123 meter en een rotordiameter van 114 meter en een vermogen van 3,2 MW. Om variant 6 te kunnen vergelijken met de andere varianten heeft Ecofys ook deze windturbines in de berekeningen opgenomen. Bij het opstellen van de voorkeursopstellingen is in de ontwerpfase voor Variant 6 door Ecofys rekening gehouden met de belangrijkste knelpunten voor de leefomgeving 2. Daartoe zijn binnen het aangewezen zoekgebied gebieden ingetekend waarin windenergie op voorhand uitgesloten is. Deze inperking van de zoekgebieden wordt bepaald door het Handboek Risicozonering Windturbines (zie ook hoofdstuk 5) en aannames rond geluid- en slagschaduwgevoelige objecten in de omgeving (vooral woningen). 1 Vroeger bekend onder de naam REpower; nu produceren zij echter windturbines onder de naam Senvion SE. 2 Deze methodiek resulteert er mede in dat er in de vervolgstudies minder negatieve effecten naar voren komen. WIENL

7 Binnen de afstandsbuffers uit onderstaande tabel is windenergie in het ontwerpproces op voorhand uitgesloten. Daarnaast is in het ontwerpproces rekening gehouden met de volgende punten: Landschappelijke inpassing: de windturbines zijn zoveel mogelijk in een rasteropstelling geplaatst, waarbij de windturbines in lijnen staan Windopbrengst: de windturbines staan op een minimale afstand van 4 x de rotordiameter en een grotere afstand in de zuidwestelijke windrichting (overheersende windrichting) Tabel 1: aangehouden afstanden voor de 3-5 en 5-8 MW klasse 3 5 MW klasse 5 8 MW klasse Geluidgevoelige objecten 600 m 800 m Hoogspanningsinfrastructuur 198 m 250 m Ondergrondse buisleidingen 198 m 250 m Wegen 57 m 63 m Spoorwegen 65 m 71 m Regionale kering niet op kering niet op kering Hieruit komen in totaal vier verschillende opstellingen, waarvoor de vervolgonderzoeken zijn uitgevoerd: Tabel 2: verschillende opstellingen voor windparkvariant 6 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW hierna: 3.2M114 L&G 3.2M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW hierna: 3.2M114 M&G E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW hierna: E126 L&G E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW hierna: E126 M&G Samenvattend: de opstellingen met de naamgeving Leefomgeving en Grid zijn als volgt geoptimaliseerd: een opstelling van minimaal 100MW die realistisch uitvoerbaar is, met zo min mogelijk impact op de leefomgeving. De opstellingen met de naamgeving Maximaal en Grid zijn als volgt geoptimaliseerd: een opstelling waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare grondposities terwijl de bijbehorende leefomgeving-waarden binnen de wet- en regelgeving blijven. Op de volgende bladzijden zijn de verschillende opstellingen in kaartvorm weergegeven. In bijlage 1 zijn deze opstellingen ook nog zonder buffers weergegeven. WIENL

8 Kaart 1: 3.2M114 Leefomgeving en Grid - 34x 3,2MW = 108MW WIENL

9 Kaart 2: 3.2M114 Maximaal en Grid - 40x 3.2MW = 128MW WIENL

10 Kaart 3: E126 Leefomgeving en Grid - 16x 7.5MW = 120MW WIENL

11 Kaart 4: E126 Maximaal en Grid - 23x 7.5MW = 172.5MW WIENL

12 1.2 Gebruik van toetspunten Voor dit onderzoek worden bepaalde toetspunten gebruikt. Deze punten zijn woningen rondom het windpark. Hier kan bijvoorbeeld het aantal uren slagschaduw of het cumulatieve geluid voor berekend worden. Ecofys heeft de meest relevante toetspunten voor de zesde variant bepaald en deze naast de noordelijke toetspunten van het MER Windpark N33 onderzoek gelegd. Hieruit bleek dat de gehanteerde toetspunten hetzelfde zijn behalve een extra toetspunt aan de oostzijde van windpark variant 6. Onderstaand zijn de gehanteerde toetspunten in kaart en tabel aangegeven. Hierbij heeft Ecofys gebruik gemaakt van de naamgeving van MER Windpark N33 en het extra toetspunt aan de oostkant met nummer 1 gedefinieerd. Tabel 3: gebruikte toetspunten inclusief bijbehorende coördinaten Toetspunt Adres X [RD] Y [RD] 323a Galgeweg , , Trekweg , , Duurkenakker , , Duurkenakker , , Duurkenakker , , Lindenlaan , , Buitenweg 3 256, ,051 1 Vogelzangsterweg , ,890 WIENL

13 Kaart 5: weergave van de toegepaste toetspunten voor windpark variant 6 WIENL

14 2 Geluid In dit hoofdstuk worden de verschillende berekeningen beschreven die uitgevoerd zijn om de geluidsimissie en het aantal gehinderden bij omwonenden te bepalen. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de beschrijving gegeven in het MER Windpark N33. Op een aantal punten was een kleine afwijking noodzakelijk, bijvoorbeeld door het beschikbaar komen van nieuwe specificaties van windturbines en updates van software. Deze punten worden hieronder expliciet vermeld. 2.1 Achtergrond Rekenmodel Voor de akoestische modelleringen is gebruikt gemaakt van het programma Geomilieu V Dit is een nieuwere versie dan gebruikt in het MER (V2.30), maar het is niet te verwachten dat dit kan leiden tot belangrijke verschillen in de berekeningsuitkomst. Op basis van kaartmateriaal zijn bodemgebieden aangeduid als akoestisch absorberend, deels akoestisch absorberend en akoestisch reflecterend. De aanduiding van de bodemgebieden is gebeurd is overeenstemming met het MER, echter omdat de gebieden opnieuw digitaal zijn ingetekend zouden zeer minimale verschillen kunnen voorkomen. Toetspunten zoals vermeld in het MER zijn overgenomen, een enkel toetspunt is toegevoegd in het model (toetspunt 1) Windaanbod Het windaanbod is gebaseerd op KNMI data betreffende windsnelheidsverdelingen tussen 80 en 120 m hoogte. Deze verdelingen zijn gespecificeerd voor de dag-, avond- en nachtperiode. De verdeling is afhankelijk van de coördinaten van het windpark in Nederland en kan daarom mogelijk verschillen. Na een vergelijking is gebleken dat er geen verschillen zijn in windaanbod voor geluidsberekeningen tussen het MER en de huidige analyse Geluidsbronnen Senvion 3.2M114 De meest recente geluidsgegevens van de Senvion 3.2M114 zijn beschikbaar gesteld door de fabrikant (Document: SD-3.2-WT.PC.00-B-D-EN ). WIENL

15 Het MER maakt echter melding van een oudere geluidsdocumentatie (SD-3.2-WT.PC.00-B-A-EN ), en na vergelijking bleek dat de vermelde bronsterkes in beide documenten verschilden met maximaal 1 db(a). Omdat deze oudere geluidsdocumentatie niet kon worden verkregen, maar toch met dezelfde waardes als in het MER Windpark N33 te rekenen, zijn voor de geluidsberekeningen van deze windturbine de jaargemiddelde emissiesterktes per octaafband (LE-waardes) direct overgenomen uit het MER (bijlage 2). Ecofys gaat uit van de juistheid van deze informatie zonder verder brononderzoek uitgevoerd te hebben. Enercon E-126 Geluidsgegevens van de Enercon E-126 zijn beschikbaar gesteld door de fabrikant (Document: SIAS- 04-SPL E126 7_58 Rev1_3-eng-eng.doc, 04/2013). Bij een windsnelheid van 7 m/s op 10m hoogte bedraagt de geluidsproductie van een windturbine van 135m db(a). Dit is in de standaard bedrijfsmodus. Deze waarde komt overeen met de vermelding in de MER. Het geluidsspectrum is gebaseerd octaafbanden bij 8 m/s, zoals vermeld in het meetrapport (WICO 217SEA13/01, ) Stappenplan Het geluidsonderzoek is in vijf stappen uitgevoerd: Als eerste stap is bepaald waar de Lden 47 db contour komt te liggen. Dit is later in dit hoofdstuk in kaartvorm weergegeven. Tevens is bepaald hoeveel woningen binnen deze Lden contour liggen. Dit is in tabelvorm aangegeven. In de MER Windpark N33 opgesteld door MER Windpark N33 zijn twee additionele geluidsvlakken aangegeven waarmee bepaald wordt hoeveel hinder de omgeving ervaart met betrekking tot geluid. Dit is het vlak tussen de 47 en 42 db Lden db en het vlak Lden db. Als tweede stap heeft Ecofys berekend waar deze twee vlakken komen te liggen en hoeveel gehinderden er binnen deze vlakken zijn. De vlakken zijn in kaartvorm weergegeven en het aantal gehinderden in een tabel. Als derde stap heeft Ecofys bepaald of, en zo ja welke, windturbines in een geluidsreducerende modus moeten draaien om aan de geluidsnormering te voldoen. Een geluidsreducerende modus is toegepast in het geval er woningen binnen de Lden 47 db contour liggen. Voor deze woningen is berekend welke windturbines in een geluidsreducerende modus moeten draaien en daarbij hoeveel invloed dit zal hebben op de opbrengst. Dit resultaat is weergegeven in een tabel. Het eventuele procentuele verlies komt later terug in de opbrengstberekeningen. Als vierde stap zijn de cumulatieve effecten met andere geluidsbronnen in de omgeving bepaald. Hierin is meegenomen: snelwegen, autowegen en bijvoorbeeld spoorwegen. Ook hierbij is de methodiek van MER Windpark N33 aangehouden om zo te waarborgen dat de locaties vergelijkbaar zijn. Het resultaat is in een tabel weergegeven met daarin het effect van het plaatsen van de windturbines bovenop het bestaande geluidsniveau. WIENL

16 Als vijfde en laatste stap is het laagfrequent geluid voor relevante objecten (binnenshuis) in de omgeving bepaald conform de Deense wetgeving. Als resultaat is aangegeven of, en zo ja waar, de toetswaarde van 20 db overschreden wordt. Hoewel dit laagfrequent geluid van windturbines niet gereguleerd wordt door de huidige Nederlandse wet- en regelgeving, is dit toegevoegd om de vergelijking met de 5 varianten in het MER te kunnen maken. 2.2 Resultaten Stap 1: Lden 47 db contour en aantal woningen In Kaart 6 is de geluidscontour Lden 47, 42 en 37 db voor opstelling 3.2M114 L&G weergegeven. Deze contouren zijn uitgerekend voor een hoogte van +5m boven grondniveau. Om de rapportage leesbaar te houden zijn geluidskaarten voor de andere drieopstellingen in de bijlage toegevoegd. WIENL

17 Kaart 6: Lden 47, Lden 42 en Lden 37 db(a) geluidscontour voor opstelling 3.2M114 L&G WIENL

18 Gebruikmakend van de rekeninstellingen zoals hiervoor beschreven en standaard bedrijfsmodi voor de windturbines kan geconcludeerd worden dat geen van de woningen binnen de Lden47 db contour vallen. Tabel 4: per opstelling het aantal woningen binnen de Lden47 contour Opstelling: Vermogen Aantal woningen binnen Lden47 db(a) 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW 0 3.2M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW 0 E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW 0 E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW Stap 2: Lden en Lden vlakken en aantal gehinderden Daarnaast is geïnventariseerd hoeveel woningen en gehinderden er nog buiten de Lden 47 db contour liggen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen twee additionele schillen om de Lden 47 db contour. Namelijk: 1. De Lden db contour en 2. De Lden db contour. Het aantal gehinderden is, net als het MER Windpark N33 rapport, gebaseerd op het TNO rapport, bijlage C3. Hierin wordt op basis van dosis-effectrelaties het te verwachten percentage gehinderden binnenshuis bepaald. Het begrip gehinderden betekent hier personen die in bepaalde mate een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen, onvoldaanheid of gekwetstheid ervaren, als gevolg van een bepaalde blootstelling aan geluid 4. TNO kan zich na eigen onderzoek vinden in de omschreven internationale gestandaardiseerde wijze van bepaling van het percentage gehinderden. Het toe te passen percentage is per db(a) verschillend. Daarom wordt per vlak een range aan gehinderden weergegeven. Het aantal gehinderden binnen het Lden db vlak ligt tussen de en 6.54%. Binnen het Lden vlak db is dit tussen de 6.53 en 1.90%. Verder is aangenomen dat er gemiddeld 2.2 personen woonachtig zijn per woonobject (conform het MER). In Tabel 5 zijn per opstelling het aantal woningen en aantal gehinderden voor alle vier de opstellingen weergegeven. 3 TNO rapport 2008-D-R1051/B, Hinder door geluid van windturbines 4 Gezondheidsraad 1999/14: Grote luchthavens en gezondheid WIENL

19 Tabel 5: per opstelling het aantal woningen en gehinderden binnen het Lden47-42 db en Lden db vlak Opstelling Vermogen Aantal woningen binnen 5 Lden db Lden db 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW Opstelling Vermogen Aantal gehinderde binnen Lden db Lden db 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW Stap 3: mitigerende maatregel Zoals in Tabel 4 af te lezen is, liggen er bij geen enkele opstelling woningen binnen de Lden47 contour. Hierdoor is het terugregelen (vanwege te veel geluidsproductie) van de windturbines niet nodig. Er wordt immers aan de wet- en regelgeving voldaan. Mitigerende maatregelen zijn dus niet van toepassing met betrekking tot geluid Stap 4: cumulatief effect Voor het bepalen van de gecumuleerde geluidsniveaus als gevolg van de nieuw te beschouwen variant is de werkwijze van het MER Windpark N33 gevolgd. Naast het geluid van het windpark zijn andere geluidsbronnen zoals industrie, wegverkeer en railverkeer relevant. Voor de nieuw beschouwde varianten wijzigen die bronnen niet. De geluidbijdragen op de relevante beoordelingspunten zijn daarom ook overgenomen uit het MER. De cumulatie van deze bronnen en het windpark is vervolgens berekend overeenkomstig het Reken- en meetvoorschrift windturbines. De deelbijdrage van het windpark is daarbij berekend door Ecofys. Ook de beoordeling van de gecumuleerde geluidsniveaus is uitgevoerd overeenkomstig de methode van het MER. Voor gebied Noord zijn de cumulatie-effecten weergegeven intabel 6. 5 Voor variant 3.2M114 L&G is gebruik gemaakt van de BAG-database d.d , conform memo: Memo kaarten N33 (2).pdf. Voor de overige scenario s is gebruik gemaakt van de BAG-database d.d WIENL

20 Punt Tabel 6 - Cumulatie voor gebied Noord L etm ind L den rail L den weg L cum db L cum db, ind+rail+weg met windpark L cum db, ind+rail+weg met windpark L cum db, ind+rail+weg met windpark L cum db, ind+rail+weg met windpark db(a) db db ind+rail+weg 3.2M114 L&G 3.2M114 M&G E126 L&G E126 M&G Gebied Noord a Voor gebied Midden en Zuid is in het MER gekeken naar cumulatie voor 10 toetspunten. Cumulatie voor deze toetspunten is nu ook voor variant 6 onderzocht. Hierbij is gekeken in hoeverre het windpark leidt tot een verhoging van de geluidscumulatie voor de toetspunten, vergeleken met de huidige situatie (geen windpark). Uit de rekenresultaten blijkt dat de toename L cum voor toetspunten in Midden en Zuid maximaal 0.1 db(a) bedraagt. Voor veel toetspunten en scenario s is deze toename nog veel lager. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat variant 6 niet leidt tot een verslechtering van het cumulatieve geluid voor de toetspunten in gebied Midden en Zuid Stap 5: Laagfrequent geluid Laagfrequent (LF) geluid is geluid in het laagste hoorbare frequentiegebied. Afhankelijk van de geluidssterkte kan laagfrequent geluid leiden tot hinder bij omwonenden. In Nederland is geen wettelijke norm voor laagfrequent geluid afkomstig van windturbines. In Denemarken is sinds 2012 wel een aparte LF-geluidsnorm van kracht voor windturbines6. Sindsdien speelt laagfrequent geluid voor verschillende Nederlandse windparken een rol in de publieke discussie. De Deense norm schrijft voor dat de geluidsbelasting voor de frequenties Hz binnenshuis niet meer mag bedragen van 20 db(a) bij een windsnelheid van 6 en 8 m/s op 10m. Voor windpark N33 is de LF-geluidsbelasting bij woningen vergeleken met deze Deense norm. Rekenmethode De rekenmethode omvat de volgende stappen: 6 Bekendtgørelse om støj fra vindmøller (Statutory order on noise from wind turbines), nr. 1284, Miljøministeriet (Ministry of the Environment), 15. december WIENL

21 1. Het relatief A-gewogen spectrum voor de tertsbanden Hz wordt bepaald op basis van beschikbare windturbine-informatie. Het A-gewogen spectrum geeft de sterkte van verschillende frequenties van een bron, zoals deze door het menselijke oor worden waargenomen. Voor zowel de Senvion 3.2M114 als de Enercon E-126 zijn spectra in octaafbanden beschikbaar. Middels extrapolatie wordt het spectrum voor tertsbanden in het domein Hz bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie uit de literatuur, zoals een gemeten laagfrequent spectrum van de Vestas V112 turbine 7, en modelspectra voor windturbines van verschillende afmetingen zoals bepaald door H. Møller, C.S. Pedersen Het A-gewogen bronvermogen (L WA,ref ) bij 6 en 8 m/s wordt bepaald uit het resultaat van stap 1 en de bronemissie aangegeven door de fabrikant. Er is uitgegaan van gemeten bronvermogen voor mode-0 volgens de IEC methode. 3. Per tertsband wordt de overdracht tussen bron en ontvanger bepaald. De overdracht is afhankelijk van de afstand tussen bron en ontvanger, de bodemreflectie, de luchtdemping, en de isolatie binnen-buiten ten gevolge van een woning. Waardes zoals voorgeschreven in de Deense norm worden hierbij gebruikt. 4. Het bronvermogen en de overdracht bepalen samen de LF-geluidsimissie per tertsband in de woning. Optelling van tertsbanden tussen Hz en afronding op 0.1 db leidt vervolgens tot een LF geluidssterkte, waarbij gekeken wordt over deze onder of boven de toetswaarde van 20 db(a) valt. Resultaten De tabel hieronder geeft de LF immissiesterkte per opstelling: Tabel 7: LF immissiesterkte (db(a)) per toetspunt per opstelling Woning 323a MM114 L&G (108.8MW) 6 m/s m/s M114 M&G (128MW) 6 m/s m/s E126 L&G (120MW) 6 m/s m/s E126 M&G (172.5MW) 6 m/s m/s Conclusie De berekeningen laten zien dat in het opstelling 3.2M114 M&G een tweetal woningen zijn waarvoor een overschrijding is van de drempel van 20 db(a). Voor woningen 810, 287, 288 en 285 zijn er immissies die sterk in de buurt komen van de norm, maar toch voldoen aan de 20 db(a). 7 S. Nielsen, K.D. Madsen, Measurement of noise emission from a Vestas V MW mode 0 wind turbine, Delta report AV 161/11, performed for Vestas, revised version 20. September H. Møller, C.S. Pedersen, Low frequency noise from large wind turbines, Journal of the Acoustical Society of America, 129 (6), (2011) WIENL

22 Details van de LF geluidberekeningen zijn gegeven in Bijlage 3. Discussie De methode van berekenen is uitgevoerd zoals omschreven in de Deense norm. Ecofys kon niet vaststellen of de berekeningsmethode zoals toegepast door MER Windpark N33 ook op de letter overeenkomt met de Deense norm. Een vergelijking tussen het model van Ecofys en dat van MER Windpark N33 geeft voor enkele onderzochte toetspunten echter minimale verschillen (maximaal 1.5 db(a)). Met inachthouding van deze onnauwkeurigheid zijn de resultaten van beide studies dus redelijk vergelijkbaar. WIENL

23 3 Slagschaduw In dit hoofdstuk worden de verschillende berekeningen beschreven die uitgevoerd zijn om de slagschaduwwerking voor de verschillende opstellingen van variant 6 te bepalen. Met het programma WindPro is de hinder door slagschaduw van de 4 opstellingen voor omwonenden geanalyseerd. Hierbij is Ecofys uitgegaan van de vigerende wet- en regelgeving en hebben dezelfde tijdscontour (5 uur) als het MER Windpark N33 onderzoek toegepast. De uitvoering bestaat uit vier stappen. Als eerste stap heeft Ecofys een contour geplot die de wettelijk toegestane slagschaduwduur aangeeft. Als tweede stap heeft Ecofys per opstelling het aantal woningen geïdentificeerd dat binnen deze contour ligt. Als derde stap heeft Ecofys aangegeven hoeveel woningen er tussen de contour 5 uur slagschaduw per jaar en 0 uur slagschaduw per jaar liggen. Als vierde en laatste stap heeft Ecofys een indicatie gegeven van hoeveel uren stilstand nodig is om aan de slagschaduwnormering (waarbij uitgaan van minder dan 6 uur) te voldoen (voor de woningen die binnen de contour liggen). Daarbij is aangegeven (in procenten) wat de invloed hiervan is op de opbrengst van het windpark. 3.1 Aanpak, settings en aannames De schaduwcontour is met behulp van het programma WindPro 2.9 berekend. Het theoretisch potentieel voor schaduw wordt gebaseerd op twee factoren: i) de lay-out van het windpark en ii) de stand van de zon gedurende het kalenderjaar. Daarnaast zijn er factoren die de slagschaduwduur verminderen zoals bewolkte periodes, de stand van de windturbine ten aanzien van de zon en de windsnelheid (waar bij lage windsnelheid tot 0 m/s geen slagschaduw plaats vindt aangezien de windturbine niet draait). Met deze factoren is het praktisch potentieel bepaald. Deze verminderende factoren zijn gebaseerd op statistische gegevens: 1. Het klimatologisch gemiddeld aantal zonuren per maand is gebaseerd op het Veendam meteo station en leidt tot een vermindering van ongeveer 60% (voorjaar / zomer) tot 80% (winter). 2. De oriëntatie van de windturbine is gebaseerd op de berekende windroos voor het windpark, (zie ook het hoofdstuk energieopbrengst).dit leidt tot een reductiefactor van ongeveer 30 tot 50%, afhankelijk van de positie van het schaduwgevoelige object ten opzichte van de windturbine. 3. Een verdere vermindering van ongeveer 3-5% is berekend op basis van lage windsnelheden, waarbij de windturbine niet zal draaien. Door deze verschillende factoren komt Ecofys uit op een cumulatieve reductie van tussen de 75-90%, afhankelijk van de maand en de positie van het schaduwgevoelig object. WIENL

24 De resultaten zijn vergelijkbaar met de schaduwberekeningen voor de vijf andere varianten; zoals eerder uitgevoerd in het MER Windpark N33. Ecofys heeft dezelfde software gebruikt met vergelijkbare instellingen. Er bestaan slechts een paar kleine verschillen tussen de berekeningen. Deze zijn naar verwachting van minimale impact op de uitkomst: 1. De potentiële schaduwvorming bevat alle gevallen wanneer de zon meer dan 3 graden boven de horizon staat (dit in vergelijking met MER Windpark N33's aanname van 5 graden). Dit zal leiden tot een iets hogere (conservatievere) raming van het voorkomen van slagschaduw. 2. Beboste gebieden zijn meegenomen in de schaduwberekeningen. Deze zijn bepaald op basis van de TOP10 data welke ook gebruikt zijn in de ZVI berekeningen. Hierdoor neemt slagschaduw op de woningen af aangezien de bebossing de schaduw tegenhoudt. 3. Het windklimaat is gebaseerd op WasP berekeningen (met WindPro) binnen het park (welke ook gebruikt zijn voor de opbrengstberekening). Dit leidt tot een meer nauwkeurige berekening alhoewel het uiteindelijke verschil in resultaat minimaal zal zijn. 4. Mitigerende maatregelen (zie ook hieronder) zijn gebaseerd op iets conservatievere aannames. Dit gezien de praktische beperkingen van de slagschaduwmodules voor de windturbines (veelal kan slechts een beperkt aantal tijdvakken worden aangegeven waarbij de turbines worden gestopt als de zon schijnt). 3.2 Resultaat: slagschaduw Stap 1: slagschaduwcontour In Kaart 7 is de slagschaduwcontour voor opstelling 3.2M114 L&G voor 0, 5 en 15 uur per jaar weergegeven. Dit zijn dezelfde contouren als in het MER Windpark N33 rapport. Hierin is de conservatieve 5-uur contour gehanteerd in plaats van de wettelijke max 17 dagen en max 20 minuten per dag contour (vertaald naar 6-uurscontour). Om de rapportage leesbaar te houden zijn de slagschaduwkaarten voor de andere drieopstellingen in de bijlage toegevoegd. WIENL

25 Kaart 7: slagschaduwcontouren (0, 5 en 15 uur per jaar) voor opstelling 3.2M114 L&G (34x3.2 MW) WIENL

26 Aanvullend zijn de woningen binnen een straal van 1500m van het windpark zichtbaar gemaakt in de kaart. Voor elk huis (of groep met huizen) binnen of dichtbij de 5-uur contour is in het model een toetspunt aangemaakt. Deze toetspunten komen overeen met de toetspunten van MER Windpark N33. Daarbij is één toetspunt toegevoegd aan de oostkant van het windpark. In Tabel 3 vindt u de gehanteerde toetspunten (incl. MER Windpark N33 naamgeving) en hun coördinaten. In Stap 2 zijn voor deze toetspunten het aantal uren slagschaduw en eventueel benodigde stilstand om binnen de wetgeving te blijven aangegeven Stap 2: aantal woningen binnen slagschaduwcontour In onderstaande tabel is per opstelling het aantal woningen dat binnen de 5-uur slagschaduwcontour ligt aangegeven. Tabel 8: per opstelling het aantal woningen binnen de 5-uur slagschaduwcontour Opstelling: Vermogen Aantal woningen binnen slagschaduwcontour van 5 uur/jaar 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW 32 E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW 39 E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW 86 Daarbij de opmerking dat deze woningen binnen de 5-uurscontour liggen maar minder dan de wettelijk toegestane 6-uur slagschaduw per jaar kunnen ervaren. De meeste woningen die binnen de contour liggen, liggen aan de noordwestkant van het windpark. Twee toetspunten zijn representatief voor hun locatie: 232a en 810. Daarnaast zijn er twee woningen aan de oostkant van het park die bij de E126 M&G variant binnen de 5-uurcontour liggen. Toetspunt 1 is representatief voor deze locatie. Het totaal aantal uren per variant per toetspunt is in Tabel 9 aangegeven. In vet gedrukt de gevallen waar de wettelijke norm overschreden wordt. Tabel 9: aantal uren slagschaduw per jaar per toetspunt per opstelling Toetspunt 3.2M114 L&G 3.2M114 M&G E126 L&G E126 M&G 323a 03:07 07:50 06:28 07: :33 25:38 20:09 22: :50 00:38 02: :18 01:39 03: :36 02:46 02: : :14 04:45 07:09 WIENL

27 3.2.3 Stap 3: aantal woningen tussen 5-uurscontour en 0-uurscontour In onderstaande tabel is per opstelling het aantal woningen dat tussen de 5-en 0-uur slagschaduwcontour ligt aangegeven. Tabel 10: aantal woningen tussen 5 en 0-uurscontour Opstelling: Vermogen Aantal woningen tussen 5- uurscontour en 0-uurscontour 3.2M114 Leefomgeving en Grid 34x 3,2MW = 108.8MW M114 Maximaal en Grid 40x 3.2MW = 128MW 820 E126 Leefomgeving en Grid 16x 7.5MW = 120MW 3385 E126 Maximaal en Grid 23x 7.5MW = 172.5MW 4115 Stap 4: mitigerende maatregel Onderstaand worden, per opstelling en per woning, de windturbines aangegeven die tijdelijk stilgezet moeten worden om binnen de 6-uurscontour te blijven. Deze mitigerende maatregel is voor elke opstelling nodig en vooral van toepassing op de windturbines die het dichtstbij toetspunt 810 staan (in het noordwesten van het park). Deze analyse gaat uit van losse windturbines en trekt een eventuele dubbeltelling van schaduw (als twee windturbines tegelijkertijd schaduw veroorzaken op dezelfde woning) niet af van het totaal. Daarom kunnen onderstaande resultaten ook wel als conservatief gezien worden. Het controlesysteem van een windturbine kan deze benodigde stilstand helaas niet 1op1 overnemen. Uit ervaring weten Ecofys dat de stilstand zo n 3x meer is dan nodig. Dit is vanwege de beperkingen binnen het controlesysteem (de algoritmes hiervan). Maar zelfs als deze factor 3 toegepast wordt, is het totale opbrengstverlies niet meer van 0.04%. Tabel 11: aantal uren stilstand per jaar per opstelling, toetspunt en windturbine Toetspunt 3.2M114 L&G 3.2M114 M&G E126 L&G E126 M&G 323a - WTG02 / 04:43 WTG02 / 04:26 WTG02 / 04: WTG02 / 11:06 WTG02 / 11:43 WTG05 / 03:25 WTG03 / 03:15 WTG02 / 11:35 WTG03 / 02:21 WTG07 / 04:31 WTG08 / 04:25 WTG06 / 03:25 WTG07 / 04:00 WTG15 / 02: WTG17 / 01:42 Netto stilstand 07:55 25:59 19:26 24:15 Bruto stilstand (aangenomen: 23:45 77:57 58:18 72:45 factor 3) Gemiddeld opbrengstverlies 0.00% 0.02% 0.04% 0.04% WIENL

28 4 Opbrengstberekening Voor de elektriciteitsopbrengst zijn de locaties met behulp van WAsP 11 en WindPro 2.9 gemodelleerd. Met de data van omliggende meteostations (daadwerkelijk gemeten windsnelheid), Pv curves en locatie specifieke gemodelleerde ruwheidsklasses wordt vervolgens de te verwachtte elektriciteitsopbrengst berekend. 4.1 Windklimaat Het lokale windklimaat is gebaseerd op de windstatistiek van nabij gelegen KNMI stations: Eelde en Nieuw Beerta. De weging van de stations is gebaseerd op ervaring van Ecofys, zoals bijvoorbeeld met projecten in de nabije omgeving en referentie meetdata op ashoogte. Ecofys komt uit op een weging van 60 % en 40 % voor Eelde en Nieuw Beerta. De KNMI datasets die gebruikt worden in de berekeningen bestaan uit 10 jaar data, gemeten op 10 meter boven de grond over een periode van 2000 tot KNMI is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de consistentie van de data en geeft documentatie op de website ( Een kaart van de Corine Land Cover 2000 dataset is gedownload voor het creëren van de lokale ruwheidslengtes. Deze kaart is geproduceerd door de European Environmental Agency (EEA) en gemaakt aan de hand van satelliet- beelden. De kaart heeft een resolutie van 200 m en is opgedeeld in zomeren winterwaardes. De zomerwaardes worden echter altijd gebruikt voor opbrengstberekeningen, omdat de winterwaardes de ruwheid van het land vaak onderschatten. Het is echter ook lastig om aparte datasets voor de wind in de winter en de zomer te maken en exact aan deze ruwheid te relateren. Daarom wordt de meer conservatieve aanname aangeraden en worden de zomerse waardes van ruwheid gebruikt. Landschappelijke hoogtecontouren zijn gemodelleerd op basis van SRTM data op 10m resolutie. Het is aangenomen dat individuele obstakels geen invloed hebben op het lokale wind klimaat. De luchtdichtheid is nodig om een goede schatting te maken van de opbrengst in vermogen. In de huidige berekening is luchtdichtheid gebaseerd op statistische waarde van temperatuur en luchtdruk van het KNMI station Eelde. De berekende langjarige luchtdruk op ashoogte bedraagt ongeveer kg/m³. De gemiddelde windsnelheid, op locatie, op 123 m ashoogte, is berekend op 7.6 m/s en op 135 m ashoogte is berekend op 7.8 m/s. Dit is vergelijkbaar met het windklimaat zoals in het MER windpark N33 is berekend voor de andere varianten. De locatiespecifieke windroos en Weibullverdeling worden weergegeven in Figuur 1. WIENL

29 Figuur 1: Wind klimaat op 123 m ashoogte op de locatie 4.2 Windturbine Informatie De gebruikte specificaties van de windturbines zijn aangegeven in Tabel 12. Opstelling 3.2M114 L&G 3.2M114 M&G Windturbine Senvion 3.2M114 Tabel 12: Specificaties van de windturbines Nominaal vermogen [MW] Rotor diameter [m] Ashoogte [m] Power curve SD-3.2-WT.PC.00-B-C-EN (EMD database) E126 L&G E126 M&G Enercon E Power Curve E MW calculated Vers 2_0_eng.pdf (EMD database) WIENL

30 4.3 Opbrengstberekening Tabel 13 geeft de resultaten per opstelling. Geluidsverliezen zijn niet van toepassing omdat de windturbines de gehele dag in een standaard bedrijfsmodus kunnen draaien. Stilstandsverliezen ten gevolge van slagschaduw bedroegen maximaal 0.04 % en zijn derhalve in de verdere analyse verwaarloosd. Omdat de onzekerheidsanalyse geen onderdeel uitmaakt van deze opdracht wordt enkel de P50 netto energieproductie gerapporteerd. Het dient echter te worden vermeld dat deze waardes onderhevig zijn aan een onzekerheid en een aanvullende onzekerheidsanalyse gebruikt kan worden dit in kaart te brengen. Tabel 13: Berekende energieproductie voor de 4 opstellingen 3.2M114 L&G (34 x 3.2 MW) 3.2M114 M&G (40 x 3.2 MW) E126 L&G (16 x 7.5 MW) E126 M&G (23 x 7.5 MW) Totaal vermogen [MW] Ashoogte [m] Windsnelheid op ashoogte [m/s] Elektriciteitsopbrengst zonder verliezen [GWh/jr] Zog effecten [%] 12% 15% 9% 13% Elektriciteitsopbrengst zonder extra verliezen 9 [GWh/jr] Vollasturen - P Normaliter worden additionele verliezen berekend om tot de netto opbrengst te komen. Dit zijn verliezen zoals non-availability en transportverliezen. In deze berekening zijn alleen de zogverliezen berekend aangezien dit overeen komt met de toegepaste verliezen zoals in het MER Windpark N33. WIENL

31 5 Veiligheid Generieke veiligheidsafstanden die voortkomen uit het Handboek Risicozonering Windturbines zijn aangehouden bij het ontwerpen van de opstellingen. In de eerste paragraaf geeft Ecofys in meer detail aan hoe deze veiligheidsafstanden bepaald zijn. Vervolgens gebruikt Ecofys het Handboek Risicozonering Windturbines om veiligheidsafstand voor specifieke windturbinetypes te berekenen en passen wij deze toe op de verschillende opstellingen die eerder zijn gedefinieerd. 5.1 Afbakening van de risicoberekeningen In Bijlage I staat de veiligheidswetgeving beschreven waaraan windturbines in Nederland moeten voldoen. Om de berekeningen van de veiligheidsrisico s uit te voeren volgt Ecofys de rekenmethodiek uit het Handboek Risicozonering Windturbines, waarvan de meest recente versie is verschenen in mei 2013 (HRW 2013). Het HRW 2013 is een praktijkrichtlijn die in Nederland vrijwel altijd wordt gevolgd en beschrijft de volgende twee zaken: 1. Rekenmethodes voor het berekenen van risicoafstanden en trefkansen 2. Afstandseisen tot objecten, volgend uit wetgeving en beleid van exploitanten Tabel 14 op de volgende pagina geeft een samenvatting van de in HRW2013 opgenomen risicocriteria. Wanneer een windturbinelocatie voldoet aan de afstandseisen zoals opgenomen in het HRW2013 (zie Tabel 14, middelste kolom) wordt plaatsing over het algemeen door de beheerder toegestaan. In dat geval is het niet nodig om de veiligheidsrisico s verder te beschouwen. Als een windturbinelocatie niet voldoet aan een afstandseis moet worden getoetst of de situatie voldoet aan de norm in de rechter kolom. Dit laatste is geen onderdeel van de voorliggende studie. Echter; mocht het windpark verder ontwikkeld worden, dan worden hier de objecten welke in een gedetailleerde QRA aan bod moeten komen alvast geïdentificeerd. Kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten worden gedefinieerd in artikel 1 van het Bevi, zie ook bijlage 5. Een gedetailleerde toelichting van de afkortingen in de tabel is opgenomen in bijlage 6. Hier wordt ook het groepsrisico en ijsafwerping behandeld. Niet alle elementen in de ruime omgeving van een windturbine hoeven in een risicoanalyse te worden meegenomen. Het is zinvol om de risicoanalyse te beperken tot het effectgebied van de windturbine in de directe omgeving van de windturbine. Volgens HRW 2013 is dit effectgebied het gebied binnen de maximale werpafstand bij overtoeren, weergegeven in Tabel 14. Hiermee is bepaald of de gekozen windturbinelocaties aan de wetgeving uit Bijlage 4 en afstandseisen uit Tabel 14 voldoen. Daartoe volgen wij de volgende berekeningsvolgorde: 1. Berekenen van windturbine specifieke risicoafstanden (op basis van de methodiek uit HRW2013) 2. Identificatie van het type objecten (m.b.v. BAG dataset of site visit) 3. Inventarisatie de kortste afstand tot objecten uit Tabel Toetsing van risicoafstanden per windturbineopstelling en type object WIENL

32 Tabel 14: bevoegd gezag en risicocriteria (bron: Handboek Riscozonering Windturbines, 3 e geactualiseerde versie) Juridische Object Beheerder Afstandseis Normering status Bebouwing Rijksweg Waterweg Spoorweg Ondergrondse buisleidingen Beheerder gebouw ning Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Prorail Gasunie Beperkt kwetsbare objecten ½ rotordiameter, Kwetsbare objecten masthoogte + ½ rotordiameter of maximale werpafstand bij nominaal toerental ½ rotordiameter uit de rand van de verharding met een minimum van 30m ½ rotordiameter uit de rand van de vaarweg met een minimum van 50m 7.85 meter + ½ rotordiameter uit de rand van het dichtstbijzijnde spoor met een minimum van 30m Maximale werpafstand bij nominaal toerental Noodzakelijk voor vergun- Noodzakelijk voor vergunning Noodzakelijk voor vergunning Noodzakelijk voor vergunning Advies Bovengronds buisleidingen Gasunie Maximale werpafstand bij overtoeren Advies Hoogspannings infrastructuur Industrie Waterkeringen TenneT Beheerder inrichting Waterschap/ Rijkswaterstaat Hoogspanningslijnen Maximale werpafstand bij nominaal toerental Elektriciteitsstations Maximale werpafstand bij overtoeren Afhankelijk van inrichting Buiten kernzone Advies Noodzakelijk voor vergunning Afhankelijk van beheerder Beperkt kwetsbare objecten PR= 10-5 per jaar Kwetsbare objecten PR=10-6 per jaar GR I: Voor beide objecten: ongeval met 10 doden < 10-5 per jaar; Ongeval met 100 doden <10-7 per jaar IPR = 10-6 per jaar MR = 10-5 per jaar GR T: Max 10% toevoegen aan catastrofale faalfrequentie IPR = 10-6 per jaar MR = 2*10-3 per jaar Max 10% toevoegen aan catastrofale faalfrequentie [/km/jaar] IPR = 10-6 per jaar MR = 2*10-5 per jaar Max 10% toevoegen aan intrinsieke faalfrequentie [/km/jaar] Max 10% toevoegen aan oorspronkelijke breukkans leiding [/km/jaar] voor deel binnen invloedsgebied Max 10% toevoegen aan oorspronkelijke breukkans leiding [/km/jaar] voor deel binnen invloedsgebied Max 10% toevoegen aan oorspronkelijke breukkans leiding [/km/jaar] voor deel binnen invloedsgebied Inrichting: PR = 10-6 per jaar GR I van inrichting: ongeval met 10 doden < 10-5 per jaar; Ongeval met 100 doden <10-7 per jaar Geen negatieve gevolgen voor de waterkerende functie van de primaire waterkering WIENL

33 5.2 Veiligheidsrisico s windpark N33 Meestal wordt in de aanbestedingsfase van een windpark pas duidelijk welk windturbinetype wordt gekozen. MER Windpark N33 kiest er in haar studie naar de N33 locaties voor om generieke afstanden uit het Handboek Risicozonering Windturbines te gebruiken (dit is over het algemeen een worst case benadering omdat berekeningen voor een specifiek windturbinetype altijd lager liggen 10 ). In het overige onderzoek wordt echter gebruik gemaakt van windturbine specifieke informatie. Ecofys kiest ervoor om ook in de risicoberekening risicocontouren voor specifieke windturbine te berekenen. Hiervoor neemt Ecofys de twee windturbinetypes die ook in de overige studies worden gebruikt: de Senvion 3.2M114 voor de 3-5 MW klasse en een Enercon E126 voor de 5-8 MW klasse. Wanneer in de in de ontwikkeling van het windpark wordt besloten om een ander windturbinetype op te nemen, moet worden getoetst of deze binnen de risicoafstanden passen. In dit rapport wordt per windparkopstelling de minimale afstand tot de verschillende objecten aangegeven, om deze toetsing gemakkelijker te maken. Tabel 15 bevat een overzicht van de berekende risicoafstanden voor de twee hierboven beschreven windturbinetypes. De afstanden heeft Ecofys bepaald op basis van door de fabrikant gepubliceerde specificaties van de windturbines zoals afmetingen, omloopsnelheid etc. (zie de bijlage 6 voor de volledige specificaties). De maximale werpafstand bij overtoeren bepaalt de effectafstand van de windturbine. Daarbuiten heeft de windturbine geen effect op de veiligheid van omliggende objecten. Tabel 15: risicoafstanden windturbines, berekend volgens bijlage 6 Risicoparameter Senvion 3.2M114 Enercon E126 ½ rotordiameter 57 m 63.5 m PR = 10-5 per jaar 41 m 64 m PR = 10-6 per jaar 126 m 142 m maximale werpafstand (nominaal toerental) 112 m 132 m maximale werpafstand bij overtoeren (2 keer nominaal toerental) 263 m 318 m 10 Ervaringsgetallen Ecofys WIENL

34 5.3 Veiligheidsrisico s x Senvion 3.2M114 In onderstaande kaart is een overzicht van het windpark afgebeeld met de ligging van de maximale PR-contouren (blauw), maximale werpafstanden (oranje) en objecten nabij de windturbines. Kaart 8: plangebied van de beoogde windturbinelocaties met de maximale contouren van PR = 10-5 per jaar en PR = 10-6 per jaar in blauw, maximale werpafstanden in oranje en 1/2 rotordiameter in groen. WIENL

35 Onderstaande tabel toont de kortste afstand tussen een windturbine en alle objecten uit Tabel 14. De letters van de objecten en de nummers van de windturbines komen overeen met de nummers uit kaart 8. De objecten worden getoetst aan de toetsingsafstand (in de rechter kolom), welke is gebaseerd op de afstandseis uit Tabel 14. Objecten die buiten de toetsingsafstand staan behoeven geen verdere analyse. De kortste afstanden van de windturbines zijn groter dan de toetsingsafstand, daartoe zijn er geen veiligheidsrisico s te verwachten voor windparkopstelling leefomgeving met gebruik van het windturbinetype Senvion 3.2M114. Bebouwing Tabel 16: beschrijving van objecten nabij Windpark N33 Type object Object WTG # Afstand Toetsingsafstand Kwetsbaar object A m 126 m Beperkt kwetsbaar object* B m 41 m Rijksweg C m 57 m Spoorweg D m 65 m Ondergrondse buisleiding E m 112 m Bovengrondse buisleiding N/A Hoogspanningsinfrastructuur F m 112 m Inrichting gevaarlijke stoffen G m 263 m *Beperkt kwetsbaar object in de zin van het BEVI WIENL

36 x Senvion 3.2M114 In onderstaande kaart is een overzicht van het windpark afgebeeld met de ligging van de maximale PR-contouren (blauw), maximale werpafstanden (oranje) en objecten nabij de windturbines. Kaart 9: plangebied van de beoogde windturbinelocaties met de maximale contouren van PR = 10-5 per jaar en PR = 10-6 per jaar in blauw, maximale werpafstanden in oranje en 1/2 rotordiameter in groen. WIENL

37 Onderstaande tabel toont de kortste afstand tot alle objecten uit Tabel 14. De letters van de objecten en de nummers van de windturbines komen overeen met de nummers uit kaart 9. De objecten worden getoetst aan de toetsingsafstand (in de rechter kolom), welke is gebaseerd op de afstandseis uit Tabel 14. Objecten die buiten de toetsingsafstand staan behoeven geen verdere analyse. De kortste afstanden van de windturbines zijn groter dan de toetsingsafstand, daartoe zijn er geen veiligheidsrisico s te verwachten voor de maximale windparkopstelling met gebruik van het windturbinetype Senvion 3.2M114. Bebouwing Tabel 17: beschrijving van objecten nabij Windparkvariant 6 Type object Object WTG # Afstand Toetsingsafstand Kwetsbaar object A m 126 m Beperkt kwetsbaar object* B m 41 m Rijksweg C m 57 m Spoorweg D m 65 m Ondergrondse buisleiding E m 112 m Bovengrondse buisleiding N/A Hoogspanningsinfrastructuur F m 112 m Inrichting gevaarlijke stoffen G m 263 m *Beperkt kwetsbaar object in de zin van het BEVI WIENL

38 x Enercon E126 In onderstaande kaart is een overzicht van het windpark afgebeeld met de ligging van de maximale PR-contouren (blauw), maximale werpafstanden (oranje) en objecten nabij de windturbines. Kaart 10: plangebied van de beoogde windturbinelocaties met de maximale contouren van PR = 10-5 per jaar en PR = 10-6 per jaar in blauw, maximale werpafstanden in oranje en 1/2 rotordiameter in groen. WIENL

39 Onderstaande tabel toont de kortste afstand tot alle objecten uit Tabel 14. De letters van de objecten en de nummers van de windturbines komen overeen met de nummers uit kaart 10. De objecten worden getoetst aan de toetsingsafstand (in de rechter kolom), welke is gebaseerd op de afstandseis uit Tabel 14. Objecten die buiten de toetsingsafstand staan behoeven geen verdere analyse. De kortste afstanden van de windturbines zijn groter dan de toetsingsafstand, daartoe zijn er geen veiligheidsrisico s te verwachten voor windparkopstelling leefomgeving met gebruik van het windturbinetype Enercon E126. Bebouwing Tabel 18: beschrijving van objecten nabij Windparkvariant 6 Type object Object WTG # Afstand Toetsingsafstand Kwetsbaar object A m 142 m Beperkt kwetsbaar object* B m 64 m Rijksweg C m 63.5 m Spoorweg D m 71 m Ondergrondse buisleiding E m 132 m Bovengrondse buisleiding N/A Hoogspanningsinfrastructuur F m 132 m Inrichting gevaarlijke stoffen G m 318 m *Beperkt kwetsbaar object in de zin van het BEVI WIENL

40 x Enercon E126 In onderstaande kaart is een overzicht van het windpark afgebeeld met de ligging van de maximale PR-contouren (blauw), maximale werpafstanden (oranje) en objecten nabij de windturbines. Kaart 11: plangebied van de beoogde windturbinelocaties met de maximale contouren van PR = 10-5 per jaar en PR = 10-6 per jaar in blauw, maximale werpafstanden in oranje en 1/2 rotordiameter in groen. WIENL

41 Onderstaande tabel toont de kortste afstand tot alle objecten uit Tabel 14. De letters van de objecten en de nummers van de windturbines komen overeen met de nummers uit kaart 11. De objecten worden getoetst aan de toetsingsafstand (in de rechter kolom), welke is gebaseerd op de afstandseis uit Tabel 14. Objecten die buiten de toetsingsafstand staan behoeven geen verdere analyse. De kortste afstanden van de windturbines zijn groter dan de toetsingsafstand, daartoe zijn er geen veiligheidsrisico s te verwachten voor maximale windparkopstelling met gebruik van het windturbinetype Senvion 3.2M114. Bebouwing Tabel 19: beschrijving van objecten nabij Windparkvariant 6 Type object Object WTG # Afstand Toetsingsafstand Kwetsbaar object A m 142 m Beperkt kwetsbaar object* B m 64 m Rijksweg C m 63.5 m Spoorweg D 8 71 m 71 m Ondergrondse buisleiding E m 132 m Bovengrondse buisleiding N/A Hoogspanningsinfrastructuur F m 132 m Inrichting gevaarlijke stoffen G m 318 m *Beperkt kwetsbaar object in de zin van het BEVI WIENL

42 6 Zichtbaarheid De dimensies van de windparkopstellingen verschillen van elkaar op verschillende gebieden, bv. de ashoogte, vorm van de opstelling of het aantal windturbines. MER Windpark N33 gebruikt als maat voor de beoordeling viewsheds, welke aangeven vanaf waar in het landschap windturbines zichtbaar zijn 11. Voor dit rapport maken wij gebruik van dezelfde methodologie en aannames als MER Windpark N33, omdat dit een directe vergelijking van de windparkopstellingen mogelijk maakt. Het terrein wordt gemodelleerd met gebruik van SRTM data en de obstakels worden gemodelleerd met gebruik van de TOP10 database. Onderstaande tabel laat dezelfde aannames voor hoogtes van objecten als MER Windpark N33 zien (met een paar uitzonderingen waar Ecofys iets conservatiever rekent dan MER Windpark N33). De verschillen in aannames hebben slechts effect op een klein aantal gebouwen en beïnvloeden de eindresultaten niet substantieel (de resultaten blijven daarom vergelijkbaar met de resultaten van MER Windpark N33). Tabel 20: aannames voor hoogtes van objecten Omschrijving Hoogte [m] MER Windpark N33 aannames Alle gebouwen (behalve kas, warenhuis) 8 Woonhuis, bebouwing of schuur = 8 m Flatgebouw meer dan 2 verdiepingen = 30 m Glazen gebouw voor teelt van gewassen 10 Idem Naaldbos/loofbos/gemengd bos 15 Idem Boombeplanting in rijen langs wegen 15 Idem Boombeplanting populieren 15 Boombeplanting populieren = 20 Individuele bomen 15 Idem Boomgaard, boomkwekerij of fruitbomen 3 Idem Afscheiding van steen of plantaardig materiaal 2 Idem Geluidswal of geluidscherm (niet doorzichtig) 5 Idem Dijk of verhoging >1,0 m boven maaiveld Dijk of verhoging boven maaiveld = 2 m Niet beschouwd Dijk of verhoging >2,5 m boven maaiveld = 5 m De viewsheds zijn berekend met de ZVI module in Windpro 2.9 voor de twee maximale (worst case) windparkopstellingen. Vervolgens is een visuele correctie toegepast om verminderde zichtbaarheid buiten 5 en 10 km aan te geven. De resulterende kaarten zijn op de volgende twee pagina s weergegeven. Deze zijn erg vergelijkbaar tussen de twee windparkopstellingen, behalve in absolute zin, vanwege het lagere aantal windturbines van de ene opstelling in vergelijking met de andere opstelling. 11 Hoofdstuk uit het rapport van MER Windpark N33, met een gedetailleerde uitleg in Bijlage 6. WIENL

43 WIENL

44 WIENL

45 Bijlage 1: Opstellingen en Slagschaduwkaarten 3.2M114 Leefomgeving en Grid WIENL

46 3.2M114 Maximaal en Grid WIENL

47 E126 Leefomgeving en Grid WIENL

48 E126 Maximaal en Grid WIENL

49 3.2M114 Leefomgeving en Grid WIENL

50 3.2M114 Maximaal en Grid WIENL

51 E126 Leefomgeving en Grid WIENL

52 E126 Maximaal en Grid WIENL

53 Bijlage 2: Geluidscontouren WIENL

54 WIENL

55 WIENL

56 WIENL

57 Bijlage 3: Laagfrequent geluid Enercon E MW Brondocumentatie: Test report WICO 217SEA13/01, 20/11/ m/s: m/s: Relatief A-gewogen geluidsspectrum in db(a), volgend uit extrapolatie van octaafwaardes bij 8 m/s: Senvion 3.2M MW Voor Senvion opstellingen is gebruik gemaakt van de LE waardes zoals in MER Windpark N33 aangegeven. WIENL

58 Bijlage 4: Wettelijk kader veiligheidsrisico s windturbines Windturbines die in Nederland worden geplaatst moeten voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (BARIM), ook wel het Activiteitenbesluit [2] genoemd. Het besluit schrijft voor (Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, art. 3.14) dat een windturbine moet voldoen aan de veiligheidseisen opgenomen in de Nederlandse voornorm NVN of aan de norm NEN-EN-IEC Een windturbine voldoet in elk geval aan de norm als een certificaat is afgegeven door een certificerende instantie waaruit blijkt dat de windturbine voldoet aan deze regels. Door de eisen die aan een gecertificeerde windturbine zijn gesteld worden de risicoaspecten die verband houden met de constructie van de windturbine zoveel mogelijk beheerst. De eisen aan de veiligheid van de windturbines zijn als volgt bepaald in artikel 3.14 (bedrijfsvoering van de windturbines) van het Activiteitenbesluit: Artikel Een windturbine wordt ten minste eenmaal per kalenderjaar beoordeeld op de noodzakelijke beveiligingen, onderhoud en reparaties door een deskundige op het gebied van windturbines. 2. Indien wordt geconstateerd of indien het redelijk vermoeden bestaat dat een onderdeel of onderdelen van de windturbine een gebrek bezitten, waardoor de veiligheid voor de omgeving in het geding is, wordt de windturbine onmiddellijk buiten bedrijf gesteld en het bevoegd gezag daaromtrent geïnformeerd. De windturbine wordt eerst weer in bedrijfgenomen nadat alle gebreken zijn hersteld. 3. Indien een windturbine als gevolg van het in werking treden van een beveiliging buiten bedrijf is gesteld, wordt deze pas weer in werking gesteld nadat de oorzaak van het buiten werking stellen is opgeheven. 4. Bij het inwerking hebben van een windturbine worden ten behoeve van het voorkomen of beperken van slagschaduw en lichtschittering de bij ministeriële regeling te stellen maatregelen toegepast. 5. Een windturbine voldoet ten behoeve van het voorkomen van risico s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico s voor de omgevingen de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan aan de bij ministeriële regeling te stellen eisen. In artikel 3.15a van het Activiteitenbesluit zijn normen opgenomen voor externe veiligheid van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zoals woonwijken, grote kantoren, scholen en woningen. De normen hebben tot gevolg dat een kwetsbaar object dat niet tot de inrichting behoort zich niet binnen een te berekenen afstand, aangeduid als de Plaatsgebonden Risico (PR) =10-6 per jaar contour, mag bevinden. Een beperkt kwetsbaar object dat niet tot de inrichting behoort mag zich niet binnen de PR=10-5 per jaar contour bevinden. Deze veiligheidsafstanden zijn afhankelijk van het type windturbine. WIENL

59 Artikel 3.15a 1. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-6 per jaar. 2. Het plaatsgebonden risico voor een buiten de inrichting gelegen beperkt kwetsbaar object, veroorzaakt door een windturbine of een combinatie van windturbines, is niet hoger dan 10-5 per jaar. 3. Ten behoeve van het bepalen van het plaatsgebonden risico, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen bij ministeriële regeling afstanden worden vastgesteld, die minimaal aanwezig moeten zijn tussen een windturbine of een combinatie van windturbines en een buiten de inrichting gelegen kwetsbaar dan wel beperkt kwetsbaar object. 4. Indien op grond van het derde lid afstanden zijn vastgesteld, worden die in acht genomen en zijn het eerste en tweede lid niet van toepassing. 5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de berekening van het plaatsgebonden risico. Voor directe risico s, dit is kans op ongevallen vanwege direct raken van (onderdelen van) een falende windturbine, zijn er geen andere dan hierboven beschreven wettelijke risicocriteria waar windturbines aan moeten voldoen, maar in beginsel kan het bevoegd gezag aanvullende eisen stellen met betrekking tot de hoogte van het risico, bijvoorbeeld in het geval de locatie van de windturbines nabij andere activiteiten of installaties bepalend is voor de veiligheidsrisico s. Deze kunnen in concrete gevallen worden geanalyseerd door middel van een kwantitatieve risicoanalyse (QRA, Quantitative Risk Assessment). Voor indirecte risico s, dit zijn risico s op ongevallen doordat (onderdelen van) een falende windturbine een risicovolle installatie raken (domino-effect), en deze installatie vervolgens, bestaan geen wettelijke normen. Wel kan het bevoegd gezag rekening houden met domino-effecten in het kader van een goede ruimtelijke ordening. In concrete gevallen kunnen risico s worden geanalyseerd door middel van een kwantitatieve risicoanalyse. Buiten het geschetste wettelijk kader zijn er geen nadere wettelijke risicocriteria waar windturbines aan moeten voldoen. Wel kan het bevoegd gezag aanvullende eisen stellen met betrekking tot de hoogte van het risico. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de locatie van de windturbines nabij andere activiteiten of installaties staat en daarmee medebepalend is voor de omgevingsrisico s. Het is aan het bevoegd gezag om hierover het uiteindelijke oordeel te geven. Deze kwantitatieve risicoanalyse is bedoeld om het bevoegd gezag hierin te faciliteren. WIENL

60 Bijlage 5: Definities BEVI: kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten Bevi Artikel 1-b: Beperkt kwetsbare objecten a. 1) verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en 2) dienst- en bedrijfswoningen van derden; b. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; c. hotels en restaurants, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; d. winkels, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; e. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen; f. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder d, vallen; g. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval Bevi Artikel 1-l: kwetsbaar object: a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in onderdeel b, onder a; b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals: 1) ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; 2) scholen, of 3) gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen; c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren: 1) kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of 2) complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; WIENL

61 Toelichting IPR, MR, GR en ijsafwerping IPR: individueel passantenrisico Voor het risico van de passant is een risicomaat gekozen die aansluit bij de individuele beleving van de passant, namelijk de overlijdenskans per passant per jaar. Dit is het individueel passantenrisico (IPR). Als toelaatbare waarde hanteert Rijkswaterstaat een maximale waarde van IPR = 10-6 per jaar. MR: maatschappelijk risico Het maatschappelijk risico is een maat voor de maatschappelijke beleving, namelijk het verwachte aantal passanten dat per jaar overlijdt. Bij de beoordeling hanteert Rijkswaterstaat een maximale toelaatbare waarde van MR gebaseerd op het type object. GR: Groepsrisico Het groepsrisico is een maat voor de kans dat 10 personen of meer komen te overlijden ten gevolge van een ongeval van een inrichting met gevaarlijke stoffen. De toetsingswaarde voor groepsrisico voor inrichtingen is dat een ongeval met 10 doden of meer slechts met een kans van 10-5 per jaar (één op de honderdduizend jaar) mag voorkomen en een ongeval met 100 of meer doden slechts met een kans van 10-7 per jaar. Voor de directe risico s van een windturbine geldt er geen wettelijk risicocriterium voor groepsrisico. Een rekenmethodiek voor het berekenen van het groepsrisico vanwege windturbines is niet beschikbaar. De vraag is of er in het windpark een faalscenario denkbaar is dat direct een ongeval met meer dan 10 doden tot gevolg heeft. Het is moeilijk voorstelbaar dat een dergelijk ongeluk zich zal voordoen bij het faalscenario bladbreuk. Wel is het voorstelbaar dat er meerdere slachtoffers vallen als een windturbine omvalt door mastbreuk en de gondel met het zware onderste deel van een rotorblad terecht komt juist op een plek waar veel personen dicht bijeen zijn. Op deze specifieke locatie is dit echter niet denkbaar omdat op deze plek nabij de windturbines zelden 10 of meer mensen dicht bijeen zullen zijn. Om bovenstaande redenen wordt groepsrisico wordt niet verder beschouwd in deze analyse. WIENL

62 IJsafwerping Volgens het Handboek Risicozonering Windturbines treedt ijsafzetting op rotorbladen meestal op tijdens stilstand van de windturbine. Het risico bestaat dat loslatende stukken ijs die naar beneden vallen schade aan objecten op de grond veroorzaken. Personen die zich bij de windturbine zouden bevinden, lopen het gevaar door vallend ijs geraakt te worden. In Nederland komt ijsafzetting gemiddeld twee keer per jaar voor. Volgens het Activiteitenbesluit [2] mogen windturbines niet in bedrijf zijn wanneer een onderdeel van de windturbine een gebrek bezit waardoor de veiligheid voor de omgeving in het geding is. Hoewel ijsvorming niet expliciet in het Activiteitenbesluit wordt genoemd, is het om bovengenoemde reden aannemelijk dat bij ijsvorming de windturbine altijd direct stil gezet dient te worden door de exploitant. Met behulp van een ijsdetectiesysteem zal het controle- en besturingssysteem van de windturbine dit automatisch detecteren en uitvoeren. Eventueel kan aanvullend het gebied direct onder de windturbine worden afgezet voor publiek om smeltend ijs probleemloos te kunnen laten afvallen. Bij windpark N33 is geen sprake van een overdraai van de windturbines over een nabijgelegen weg of door mensen bezocht gebied. Zelfs bij extreme wind is het niet denkbaar dat een brok ijs de afstand tussen een stilstaand rotorblad en weg zou kunnen overbruggen. We verwachten voor windpark N33 dan ook geen problemen met vallend ijs. WIENL

63 Bijlage 6: Berekening van risicoafstanden Risicoberekeningen worden uitgevoerd volgens het Handboek Risicozonering Windturbines,3 e geactualiseerde versie, mei 2013 [1]. Het Handboek onderscheidt de volgende faalscenario s bij een windturbine: 1. het afbreken van (een deel van) een rotorblad (bladbreuk). Voor het rekenmodel worden twee oorzaken van bladbreuk onderscheiden: a. bladbreuk tijdens normaal bedrijf b. bladbreuk tijdens overtoeren 2. het omvallen van de mast inclusief gondel en rotor (mastbreuk) 3. het afvallen van gondel en/of rotor. Als faalfrequenties voor de verschillende faalscenario's worden de aanbevolen rekenwaarden uit het Handboek Risicozonering Windturbines gebruikt. Deze zijn gegeven in Tabel B 1. Tabel B 1 Scenario's en faalfrequenties voor generieke windturbines. Ongevalscenario Aanbevolen rekenwaarde Bladbreuk 8, jr -1 normaal bedrijf 8, jr -1 tijdens overtoeren 5, jr -1 Mastbreuk 1, jr -1 Afvallen van gondel en/of rotor 4, jr -1 Als werpmodel bij bladbreuk wordt het ballistisch model zonder luchtkrachten toegepast. Berekeningen werden uitgevoerd voor 21 windturbinetypes met verschillende ashoogtes en windturbinegegevens zoals weergegeven Tabel B 2. WIENL

64 Tabel B 2 In de berekeningen gebruikte windturbineparameters (op basis van specificaties fabrikant) Wind turbine type E126 Se 114m Ashoogte [m] Leverancier Enercon Repower Maximaal vermogen [kw] Rotor diameter [m] Nominaal toerental [RPM] Diameter toren [m] Gondel lengte [m] Gondel hoogte [m] Bladlengte [m] Bladoppervlak [m2] Afstand zwaartepunt t.o.v. rotoras [m] * Berekend volgens Handboek Risicozonering Windturbines Parameters zonder Bladbreuk Berekeningen zijn uitgevoerd volgens Handboek Risicozonering Windturbines, bijlage B, hoofdstuk 3, voor het kogelbaanmodel zonder luchtkrachten. Voor het bepalen van de trefkans van een object in de nabijheid van de windturbine berekenen we eerst de kans worden berekend dat het zwaartepunt van het afgebroken blad op een bepaalde afstand tot de (mastvoet van de) windturbine terechtkomt. Een voorbeeld van een dergelijk resultaat (voor de Senvion MW) is weergegeven in Figuur B 1. Figuur B 1 Trefkans van het zwaartepunt van het rotorblad als functie van de afstand tot de Senvion MW WIENL

65 Figuur B 1 toont scherpe pieken bij maximale werpafstanden voor de gebeurtenissen 'bladbreuk bij normaal bedrijf' en 'bladbreuk tijdens overtoeren'. Deze pieken zijn een gevolg van het gebruikte rekenmodel. Bij de kogelbaanberekeningen wordt er van uitgegaan dat het toerental voor elk van de faalscenario's constant is. Omdat dit in de praktijk niet het geval is, zijn de pieken in werkelijkheid beduidend minder scherp. De berekende maximale werpafstanden bij de verschillende faalscenario's zijn gegeven in Tabel B 3. Mastbreuk Het afbreken van de mast betekent meestal een risico in de nabijheid van de windturbine. De hele windturbine heeft een grote massa en kan dus grote schade aanrichten aan objecten dicht bij de windturbine. De afstand is maximaal als de mast onderaan bij de voet van de mast afbreekt. Gezien het gewicht van de gondel zal het neerkomen van de gondel de grootste inslagbelasting tot gevolg hebben. De maximale valafstand van de gondel bij dit faalscenario is gelijk aan de masthoogte plus de hoogte van de gondel. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans (per jaar) dat een persoon komt te overlijden door een ongeval indien hij zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Voor het ongeval scenario bladbreuk wordt het PR berekend uit de trefkansen van het zwaartepunt van het rotorblad als functie van de afstand, zoals gegeven in Tabel B 3. Verder volgens Handboek Risicozonering Windturbines, bijlage C.1, sectie 3.1. Voor de ongevalscenario s mastbreuk en afvallen van gondel en rotor passen we Handboek Risicozonering Windturbines, bijlagen C.2 en C.3 toe. Een voorbeeld van de resultaten voor de Senvion MW op 123 m ashoogte zijn weergegeven in Figuur B 2. In deze figuur is het PR gegeven voor de drie ongeval scenario s afzonderlijk, de vette lijn geeft het totale PR. WIENL

66 Figuur B 2 Plaatsgebonden risico (PR) als functie van de afstand tot de Senvion MW. WIENL

PlanMER Gemeente Emmen. Opbrengststudie Windenergie

PlanMER Gemeente Emmen. Opbrengststudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Opbrengststudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Opbrengststudie Windenergie Door: Helen Pater Datum: 11 juni 2015 Projectnummer: WIENL15411 Prepared: Helen Pater 21/05/2015 Reviewed:

Nadere informatie

PlanMER Gemeente Emmen

PlanMER Gemeente Emmen PlanMER Gemeente Emmen Studie externe veiligheid windenergie ECOFYS Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0)30 662-3300 F +31 (0)30 662-3301 E info@ecofys.com I www.ecofys.com PlanMER Gemeente

Nadere informatie

Windpark Koningspleij. Akoestisch onderzoek

Windpark Koningspleij. Akoestisch onderzoek Windpark Koningspleij Akoestisch onderzoek Windpark Koningspleij Akoestisch onderzoek Door: Rik Wessels Datum: 28 februari 2017 Projectnummer: ESMNL16664 Prepared: Rik Wessels 22.09.2016 Reviewed: Helen

Nadere informatie

PlanMER Gemeente Emmen. Slagschaduwstudie Windenergie

PlanMER Gemeente Emmen. Slagschaduwstudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Slagschaduwstudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Slagschaduwstudie Windenergie Door: Helen Pater Datum: 21 mei 2015 Projectnummer: WIENL15411 Prepared: Helen Pater 19/05/2015

Nadere informatie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Windpark Nieuwegein Slagschaduwstudie Door: Bram Konneman Datum: 31 December 2012 Projectnummer: WIENL12093 Ecofys 2012 in opdracht van: Eneco Wind B.V. ECOFYS Netherlands

Nadere informatie

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE VEENWIEKEN Datum 2 juli 2015 Van D.F. Oude Lansink, Pondera Consult Betreft Analyse Laagfrequent geluid windpark De Veenwieken Projectnummer 714068 M1 Inleiding In opdracht

Nadere informatie

Windpark Kabeljauwbeek. Studie naar geluid en slagschaduw

Windpark Kabeljauwbeek. Studie naar geluid en slagschaduw Windpark Kabeljauwbeek Studie naar geluid en slagschaduw Windpark Kabeljauwbeek Studie naar geluid en slagschaduw Door: Bastiaan van Wijk, Valentijn van Gastel, Bram Konneman Datum: 02 juni 2016 Projectnummer:

Nadere informatie

Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek

Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Door: Valentijn van Gastel, Bram Konneman Datum: 29 April 2014 Projectnummer: WIENL13660 Prepared: Valentijn van Gastel 22 April

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windenergie A16

Opbrengstberekening Windenergie A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windenergie A16 Opbrengstberekening Windenergie A16 Datum 1 februari 2018 Versie 0.2 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windturbines A16

Opbrengstberekening Windturbines A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windturbines Opbrengstberekening Windturbines Datum 4-7-2017 Versie CONCEPT Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56

Nadere informatie

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord 74100160-NMEA/PGR 11-0259 Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord Arnhem, 3 februari 2011 Auteurs Merih Cibis, Hans Cleijne In opdracht

Nadere informatie

ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID

ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID Datum Van B. Vogelaar Pondera Consult Betreft Analyse van de mogelijkheden voor plaatsing van windturbines in plangebied langs de

Nadere informatie

PlanMER Gemeente Emmen. Geluidsstudie Windenergie

PlanMER Gemeente Emmen. Geluidsstudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Geluidsstudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Geluidsstudie Windenergie CONCEPT Door: Bastiaan van Wijk Datum: 6 Mei 2015 Projectnummer: WIENL15411 Prepared: Bastiaan van Wijk

Nadere informatie

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Datum 8-12-16 Auteur Steven Velthuijsen Versie 3 Inleiding In het gecombineerde Plan- en ProjectMER voor Windpark Oude Maas worden verschillende

Nadere informatie

Trefkansberekeningen buisleiding en snelwegen bij Windpark Autena Frans de Jong

Trefkansberekeningen buisleiding en snelwegen bij Windpark Autena Frans de Jong MEMO Prepared: Valentijn van Gastel 12.05.2014 Approved: Jan Dam 20.05.2014 Filename 20140522_MEM_Trefkansen buisleiding en snelwegen windpark Autena Pages 9 Version Author Date Remarks/Change 1.0 VGa

Nadere informatie

Postbus BA Rotterdam. Akoestisch onderzoek windpark Laarakkerdijk in de gemeente Reusel-De Mierden.

Postbus BA Rotterdam. Akoestisch onderzoek windpark Laarakkerdijk in de gemeente Reusel-De Mierden. Welbergweg 49 Postbus 579 7550 AN Hengelo (Ov.) tel: 074-248 99 45 info@ponderaservices.nl www.ponderaservices.nl Opdrachtgever: Eneco Wind B.V. Postbus 19020 3001 BA Rotterdam Kenmerk: S11071 Laarakkerdijk

Nadere informatie

EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15.

EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15. EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15. Datum 16 november 2016 Van B. Vogelaar Pondera Consult Betreft IPR en MR berekeningen Windpark Park 15 nabij Snelweg A15 Projectnummer 715094

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Inleiding In het MER voor Windpark Deil worden zes inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken op het

Nadere informatie

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco Addendum memonummer 20150217 400568 datum 17 februari 2015 aan Joost de Gooier Nuon Christian van den Hoven Eneco van Tom van der Linde Antea Group Jeroen Eskens Rudi van Rooij kopie project Externe veiligheid

Nadere informatie

Opbrengstberekening Piet de Wit

Opbrengstberekening Piet de Wit Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever De Plaet BV Opbrengstberekening Piet de Wit Datum 23-3-2018 Versie CONCEPT v4 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677 6466 Mail:

Nadere informatie

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s NOTITIE Datum 30 november 2015 Aan Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV Van Pondera Consult Betreft Berekeningen aanvullende scenario s Projectnummer 714068 Samenvatting In het MER voor Windpark De

Nadere informatie

Windpark Autena te Vianen

Windpark Autena te Vianen Windpark Autena te Vianen Akoestisch onderzoek Opdrachtgever Eneco Wind B.V. Contactpersoon de heer F. de Jong Kenmerk R068379aa.00001.dv Versie 06_002 Datum 10 april 2017 Auteur ing. D. (David) Vrolijk

Nadere informatie

Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek

Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Door: Jan Dam, Sam Nierop Datum: 14 december 2015 Projectnummer: ESMNL16471 Prepared: Jan Dam 14 december 2015 Reviewed: Sam Nierop

Nadere informatie

WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE

WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE WINDENERGIE IN STAPHORST EN IMPACT OP DE OMGEVING Datum Van Wouter Pustjens en Martijn ten Klooster, Pondera Consult Betreft Windpark Staphorst Projectnummer 718038 Inleiding De kansen voor windenergie

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee 7 oktober 2015, Steven Velthuijsen Inleiding In het PlanMER voor Windpark Oostflakkee worden verschillende inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken

Nadere informatie

Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten

Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten Memo memonummer 20170830 418851 datum 30 augustus 2017 aan Ton van Dortmont Els Joosten Nuon Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van Tom van der Linde Antea Group project Windpark Nieuwe Hemweg projectnr.

Nadere informatie

ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER. Gemeente Oss V oktober 2018

ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER. Gemeente Oss V oktober 2018 BIJLAGE 20 718026 31 oktober 2018 ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER Gemeente Oss V2.0 Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Peter Winkelman Datum: 9 mei 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings Onderwerp:

Nadere informatie

NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE

NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE TURBINE CEVA/ PRODELTA Datum Aan De Wolff Nederland Windenergie, t.a.v. de heer S. Bakker Van A.U.G. Beltau Betreft Aanvullend akoestisch onderzoek windturbine Vestas

Nadere informatie

Titel Studie zog-effecten project Windenergie A16

Titel Studie zog-effecten project Windenergie A16 Titel Studie zog-effecten project Windenergie A16 Datum 15-08-2018 Auteur Aniel Balhari Inleiding Het ontwerp van het provinciaal inpassingsplan Windenergie A16 heeft van 19 juni t/m 30 juli 2018 ter inzage

Nadere informatie

Windturbines en slagschaduw Deventer

Windturbines en slagschaduw Deventer Titel Windturbines en slagschaduw Deventer Datum 25 juni 2012 Auteurs: Steven Velthuijsen en Jeroen Dooper 1.1 Principe en richtlijnen Slagschaduw van een windturbine is de bewegende schaduw van de draaiende

Nadere informatie

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Eneco Datum 9 september 2018 Versie 0.3 Versie 0.1 SV Eerste opzet 0.2 SV VKA toegevoegd 0.3 JD verwerken commentaar v0.3 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 24 juni 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Nadere informatie

Windpark Hogezandse Polder

Windpark Hogezandse Polder Windpark Hogezandse Polder Akoestisch onderzoek alternatieven Combi-MER Opdrachtgever De Wolff Windenergie BV Windpark Hogezandse Polder Akoestisch onderzoek alternatieven Combi-MER 13 april 2015 Auteur

Nadere informatie

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015 715075 18 december 2015 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN De heer G. van de Ligt Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon

Nadere informatie

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE KRABBEGORS N.V. HVC. Concept v november 2016

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE KRABBEGORS N.V. HVC. Concept v november 2016 716051 28 november 2016 ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE KRABBEGORS N.V. HVC Concept v1.3 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 Identificatie van objecten 2 Bepaling identificatieafstand 2 Identificatie objecten

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

Slagschaduwonderzoek Amsterdam Noord. 1 Inleiding. 2 Principe en richtlijnen. 2 Mei 2016, Ernst Jaarsma

Slagschaduwonderzoek Amsterdam Noord. 1 Inleiding. 2 Principe en richtlijnen. 2 Mei 2016, Ernst Jaarsma Slagschaduwonderzoek Amsterdam Noord 2 Mei 2016, Ernst Jaarsma 1 Inleiding Bosch & Van Rijn heeft een onderzoek uitgevoerd naar slagschaduw, veroorzaakt door een voorgenomen opstelling van windturbines

Nadere informatie

MEMO. IJsvorming op windturbines

MEMO. IJsvorming op windturbines MEMO Prepared: Ms.Sc. Valentijn van Gastel 15.04.2013 Reviewed: Filename 20130516_MEM_LW_Aanvullende vragen QRA_v3 Pages 7 Version Author Date Remarks/Change 1.0 VGa 15.04.2013 Eerste opzet 2.0 BSc 16.04.2013

Nadere informatie

Passantenrisico VKA. Windpark Battenoord. Opdrachtgever

Passantenrisico VKA. Windpark Battenoord. Opdrachtgever Passantenrisico VKA Windpark Battenoord Opdrachtgever Passantenrisico VKA Windpark Battenoord 22 februari 2017 Auteurs Drs. Ing. Jeroen Dooper Hans Kerkvliet MSc. Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521

Nadere informatie

Windpark Hogezandse Polder

Windpark Hogezandse Polder Windpark Hogezandse Polder Slagschaduwonderzoek alternatieven Combi-MER Opdrachtgever De Wolff Windenergie BV Windpark Hogezandse Polder Slagschaduwonderzoek alternatieven Combi-MER 29 juli 2014 Auteur

Nadere informatie

Notitie Situatie Laagfrequent geluid Wetgeving

Notitie Situatie Laagfrequent geluid Wetgeving Notitie Datum: 27 februari 2017 Project: Windpark Koningspleij Uw kenmerk: - Locatie: Arnhem Ons kenmerk: V068465aa.00001.md Betreft: Beoordeling laagfrquent geluid Versie: 01_001 In opdracht van Outsmart

Nadere informatie

Windpark Autena te Vianen

Windpark Autena te Vianen Windpark Autena te Vianen Akoestisch onderzoek Opdrachtgever Eneco Wind B.V. Contactpersoon de heer F. de Jong Kenmerk R068379aa.00001.dv Versie 05_002 Datum 19 mei 2014 Auteur ing. D. (David) Vrolijk

Nadere informatie

Laagfrequent geluid van windturbines

Laagfrequent geluid van windturbines Laagfrequent geluid van windturbines Nieuwe Deense wetgeving Presentatie NSG-bijeenkomst 5 februari 2013 door Erik Koppen ARCADIS Imagine the result Inhoud presentatie Wat is laagfrequent geluid? Deense

Nadere informatie

SLAGSCHADUWONDERZOEK WINDPARK DANKZIJ DE DIJKEN

SLAGSCHADUWONDERZOEK WINDPARK DANKZIJ DE DIJKEN SLAGSCHADUWONDERZOEK WINDPARK DANKZIJ DE DIJKEN RWE INNOGY WINDPOWER NETHERLANDS B.V. 12 oktober 2015 078421205:D - Vrijgegeven B02047.000077.0900 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Situatie en uitgangspunten...

Nadere informatie

Beschouwing veiligheid rondom turbine locatie 5. Parkeerplaats, TNT-opslag bunker, Hoogspanningsinfrastructuur

Beschouwing veiligheid rondom turbine locatie 5. Parkeerplaats, TNT-opslag bunker, Hoogspanningsinfrastructuur Notitie / Memo Aan: Erik Zigterman; Suzan Tack Van: Peter Winkelman Datum: 27 juni 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N004D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Nadere informatie

Windlocatie Nieuwe Hemweg

Windlocatie Nieuwe Hemweg Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Nuon Energy Windlocatie Nieuwe Hemweg Datum 18-5-2017 Versie 1 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677 6466 Mail: info@boschenvanrijn.nl

Nadere informatie

Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Groote Haar' te Gorinchem. Windturbines langs noordrand ontwikkelingsgebied

Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Groote Haar' te Gorinchem. Windturbines langs noordrand ontwikkelingsgebied Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Groote Haar' te Gorinchem Windturbines langs noordrand ontwikkelingsgebied Rapportnummer O 15642-5-RA d.d. 2 mei 2016 Geluid naar omgeving

Nadere informatie

Het reken- en meetvoorschrift voor windturbines 2010 (concept)

Het reken- en meetvoorschrift voor windturbines 2010 (concept) M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen lucht bouwfysica Het reken- en meetvoorschrift voor windturbines 2010 (concept) E. Nieuwenhuizen Met dank aan: M. v.d. Berg (VROM) G. Geertsema

Nadere informatie

Notitie risicozonering windturbines

Notitie risicozonering windturbines Notitie risicozonering windturbines Nieuwegein, 12 augustus 2008 Kenmerk : V068281aaB1.mhr Project : Ontwikkeling Windpark Tolhuislanden Locatie : Zwolle Betreft : Risicozonering windturbines 1. Inleiding

Nadere informatie

Windpark Vianen externe veiligheid

Windpark Vianen externe veiligheid Windpark Vianen externe veiligheid Rapportnummer F 20562-1-RA-002 d.d. 3 juni 2014 Windpark Vianen externe veiligheid o p d r a c h t g e v e r E c o f y s N e t h e rlands B. V. r a p p o r t n u m m

Nadere informatie

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard

Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Windturbines industrieterrein Kleefse Waard Project : 163259 Datum : 29 december 2016 Auteurs : ing.

Nadere informatie

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2018 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 1, stand van zaken en planning 2. Toelichting milieu effecten windturbines 3. Toelichting normen 4. Keuzeproces voorkeursalternatief

Nadere informatie

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: 09-11-2016 Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept 1 INHOUD blz. 1. Inleiding... 3 2. Windturbine Krabbegors algemeen...

Nadere informatie

Berekening van het risico Windturbines: De komst van de online rekentool :

Berekening van het risico Windturbines: De komst van de online rekentool : www.kennistafelveiligheidwindenergie.nl Berekening van het risico Windturbines: De komst van de online rekentool : Inhoud: Handboek risicozonering windturbines Een incident: wat zie je gebeuren? Eenheid

Nadere informatie

ECOFYS. sustainable energy for everyone. Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek

ECOFYS. sustainable energy for everyone. Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Risicoanalyse windpark Kabeljauwbeek Door: Valentijn van Gastel, Bram Konneman Datum: 29 April 204 Projectnummer: WIENL3660 Prepared: Valentijn van Gastel 22 April

Nadere informatie

Windpark N33. Overzichtskaart windpark met geluidcontouren. Wat is de geluidsterkte van een windmolen? Windturbine geluid: wat is het?

Windpark N33. Overzichtskaart windpark met geluidcontouren. Wat is de geluidsterkte van een windmolen? Windturbine geluid: wat is het? Windpark N33 Contouren voor het VKA met het turbinetype met de grootst mogelijke effecten Overzichtskaart windpark met geluidcontouren Windturbine geluid: wat is het? Wat is de geluidsterkte van een windmolen?

Nadere informatie

SCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE. Alisios BV. Definitief januari 2015

SCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE. Alisios BV. Definitief januari 2015 714034 26 januari 2015 SCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE Alisios BV Definitief INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1 1.1 Locatie 2 1.2 Windturbinetype 3 2 Risicoafstanden 4 2.1 Omvallen van de mast door

Nadere informatie

Windpark Hulteweg. onderzoek naar slagschaduwhinder. Definitief. Windunie Development BV en KWind BV. Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016

Windpark Hulteweg. onderzoek naar slagschaduwhinder. Definitief. Windunie Development BV en KWind BV. Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016 Windpark Hulteweg onderzoek naar slagschaduwhinder Definitief Windunie Development BV en KWind BV Sweco Nederland B.V. De Bilt, 9 november 2016 Verantwoording Titel : Windpark Hulteweg Subtitel : onderzoek

Nadere informatie

Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Grote Haar' te Gorinchem

Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Grote Haar' te Gorinchem Geluid naar omgeving en slagschaduw ten gevolge van windmolenpark 'Grote Haar' te Gorinchem Windturbines langs noordrand bedrijventerrein en alternatieve variant Rapportnummer O 15642-3-RA-002 d.d. 23

Nadere informatie

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Gideon Konings Datum: 3 mei 2016 Kopie: Frank van Hout Ons kenmerk: T&PN002F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp:

Nadere informatie

Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug

Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug Akoestisch onderzoek Opdrachtgever Usukara B.V. Contactpersoon de heer B.A. Schuijt Kenmerk R068224ag.00003.tdr Versie 01_001 Datum 17 februari 2015 Auteur

Nadere informatie

Windpark Oostpolderdijk te Eemshaven

Windpark Oostpolderdijk te Eemshaven Windpark Oostpolderdijk te Eemshaven Akoestisch onderzoek Opdrachtgever RWE Innogy Windpower Netherlands BV Contactpersoon de heer A.H. Schultinga Kenmerk R068243ag.00003.dv Versie 02_003 Datum 9 maart

Nadere informatie

In de aanvullende informatie op de Ruimtelijke Onderbouwing van 31 oktober 2016 wordt specifiek gekeken naar turbine 3, 4 en 5 uit Tabel 1.

In de aanvullende informatie op de Ruimtelijke Onderbouwing van 31 oktober 2016 wordt specifiek gekeken naar turbine 3, 4 en 5 uit Tabel 1. Notitie / Memo Aan: Suzan Tack, Erik Zigterman Van: Peter Winkelman Datum: 28 oktober 2016 Kopie: Ons kenmerk: I&BBE3280N003D02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Industry &

Nadere informatie

Bijlage 7: Slagschaduwonderzoek

Bijlage 7: Slagschaduwonderzoek Bijlage 7: Slagschaduwonderzoek SLAGSCHADUWONDERZOEK WINDPARK DANKZIJ DE DIJKEN RWE INNOGY WINDPOWER NETHERLANDS B.V. 12 oktober 2015 078421205:D - Vrijgegeven B02047.000077.0900 Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

aug 2015 ONDERZOEK AKOESTIEK WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief

aug 2015 ONDERZOEK AKOESTIEK WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief 715075 6 aug 2015 ONDERZOEK AKOESTIEK WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN De heer G. van de Ligt Definitief Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248

Nadere informatie

Windpark De Brand. Kwantitatieve Risicoanalyse. Opdrachtgever

Windpark De Brand. Kwantitatieve Risicoanalyse. Opdrachtgever Windpark De Brand Kwantitatieve Risicoanalyse Opdrachtgever Windpark De Brand Kwantitatieve Risicoanalyse Versie 1.1 22 augustus 2014 Auteur Drs. Ing. Jeroen Dooper Bosch & Van Rijn Prins Bernhardlaan

Nadere informatie

Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Pondera Consult De heer P. Janssen Postbus AN Hengelo. S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1.

Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Pondera Consult De heer P. Janssen Postbus AN Hengelo. S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1. Welbergweg 49 Postbus 579 7550 AN Hengelo (Ov.) tel: 074-248 99 45 info@ponderaservices.nl www.ponderaservices.nl Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Datum: Onderwerp: S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1 7 maart

Nadere informatie

Windenergie Lage Weide.

Windenergie Lage Weide. Windenergie Lage Weide. Het project/plan De Gemeente Utrecht wil op het industriepark Lage Weide de realisatie van een windpark door energie-u ruimtelijk mogelijk maken. Het park krijgt een capaciteit

Nadere informatie

Windpark Geefsweer. Kwantitatieve risicoanalyse alternatieven projectmer. Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper

Windpark Geefsweer. Kwantitatieve risicoanalyse alternatieven projectmer. Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper Opdrachtgever Millenergy VOF Windpark Geefsweer Kwantitatieve risicoanalyse alternatieven projectmer Windpark Geefsweer Kwantitatieve Risicoanalyse alternatieven

Nadere informatie

Windpark Nieuwegein. Akoestisch onderzoek Enercon E82 5x 2,3 MW

Windpark Nieuwegein. Akoestisch onderzoek Enercon E82 5x 2,3 MW Windpark Nieuwegein Akoestisch onderzoek Enercon E82 5x 2,3 MW Opdrachtgever Eneco Wind B.V. Contactpersoon de heer B. Konneman Kenmerk R068245af.00004.dv Versie 02_002 Datum 8 januari 2013 Auteur ing.

Nadere informatie

datum: 6 maart 2014 auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper, Teun Lamers MSc., Steven Velthuijsen MSc.

datum: 6 maart 2014 auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper, Teun Lamers MSc., Steven Velthuijsen MSc. Externe veiligheidsanalyse t.b.v. vormvrije m.e.r.-beoordeling en inpassingsplan Windpark Bijvanck datum: 6 maart 2014 auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper, Teun Lamers MSc., Steven Velthuijsen MSc. 1 Beleid

Nadere informatie

BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug

BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug Bijlage gemeente Houten: IS19.00558 BEOORDELING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WINDPARK GOYERBRUG Datum Aan Gemeente Houten Van Betreft Beoordeling vergunningaanvraag WP Goyerbrug Projectnummer 719025 Inleiding

Nadere informatie

Kapelle. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland

Kapelle. QRA hogedruk aardgas buisleidingen. In opdracht van de provincie Zeeland Kapelle QRA hogedruk aardgas buisleidingen In opdracht van de provincie Zeeland Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Kees Aarts Datum: 2012 Consequentieonderzoek Bevb, QRA Kapelle 2 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Titel Trefkansberekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg

Titel Trefkansberekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg Titel berekening Hoogspanningsinfrastructuur WP Landtong Rozenburg Datum 20-09-2018 Auteur Hans Kerkvliet MSc. & Drs. Ing. Jeroen Dooper Inleiding Voor Windpark Landtong Rozenburg is een externe veiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim Windinitiatief AkzoNobel Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim Agenda 1. Opening, notulen 2. Beantwoording vragen 3. Participatie 4. Communicatie 5. Volgend

Nadere informatie

Berekening geluidsbelasting

Berekening geluidsbelasting Berekening geluidsbelasting Vanwege het Uitwerkingsplan Reitdiep fase 3 en 4 te Groningen Uitgevoerd door: Afdeling IGG, Team specialisten, Cluster geluid Datum: 26 januari 2015 1. Inleiding In opdracht

Nadere informatie

Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16

Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16 Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16 Datum 22 augustus 2017 Auteur Steven Velthuijsen MSc. Inleiding De windturbines langs de A16 waarvoor een MER wordt opgesteld kunnen een indirecte

Nadere informatie

NOTITIE SLAGSCHADUW BEREKENMETHODEN

NOTITIE SLAGSCHADUW BEREKENMETHODEN NOTITIE SLAGSCHADUW BEREKENMETHODEN Datum Van B. Vogelaar Pondera Consult Betreft Slagschaduw rekenmethodieken Versie Concept 2 Inleiding Slagschaduw is een veelbesproken onderwerp in de ontwikkeling van

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleiding

QRA hogedruk aardgas buisleiding QRA hogedruk aardgas buisleiding Gemeente Rucphen t.b.v. bestemmingsplan Binnentuin Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Louis Jansen Datum: 18-2-2016 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand 1.3

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Heusden t.b.v. herziening bestemmingsplan Metal Valley Auteur: Niels den Haan Collegiale toets Datum:2-2-2017 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand 1.3

Nadere informatie

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel Notitie / Memo Aan: Suzan Tack Van: Gideon Konings Datum: 26 april 2016 Kopie: Frank van Hout Ons kenmerk: T&PN001F02 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Nadere informatie

Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht)

Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht) Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht) Geachte leden van de welstandscommissie, In deze bijlage vindt u nadere informatie over windpark Kabeljauwbeek. Het windpark

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Risicoanalyse. Windpark Battenoord. Windturbines en primaire waterkering VKA. Opdrachtgever

Risicoanalyse. Windpark Battenoord. Windturbines en primaire waterkering VKA. Opdrachtgever Risicoanalyse Windturbines en primaire waterkering VKA Windpark Battenoord Opdrachtgever Risicoanalyse Windturbines en primaire waterkering VKA Windpark Battenoord 22 februari 2017 Auteurs Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Bergen op Zoom t.b.v. bestemmingsplan Theodorushaven Auteur: Niels den Haan Collegiale toets: Louis Jansen Datum: 12-11-2014 CAROLA Rekenpakket 1.0.0.52 Parameterbestand

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: N. den Haan Collegiale toets: L. Jansen Datum: 20-7-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Woensdrecht t.b.v. bestemmingsplanwijziging Huijbergseweg 140 (theetuin) 2 Inhoudsopgave 1 Algemene

Nadere informatie

Contactgegevens van de initiatiefnemer zijn:

Contactgegevens van de initiatiefnemer zijn: Toelichting op aanvraag omgevingsvergunnning 26 april 2017, Drs. Ing. Jeroen Dooper 1 Het bouwplan 1.1 Initiatiefnemer Millenergy V.O.F. is voornemens om in gemeente Delfzijl, in het plangebied Geefsweer,

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES 1 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES Inleiding Om de risico s voor scheepvaart in windturbineparken (recreatievaart

Nadere informatie

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen Bij deze vormvrije mer-beoordeling wordt gebruik gemaakt van de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III behorende bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling.

Nadere informatie

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T.

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T. Hillegom Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom Kwalitatieve risicoanalyse identificatie status datum: status: 25-10-2010 concept definitief projectnummer: 020104.14951.00 opdrachtleider: mw. mr. C.T. Ploeger

Nadere informatie

Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek

Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan 2019 1 Ontwikkelingen & studies waarom windenergie 2 Nederland op de 27 e plaats 3 Energietransitie en trends Energietransitie = een beleidsplan

Nadere informatie

Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie

Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Onderzoek is uitgevoerd door Pondera Consult. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie Aanleiding

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne status datum: status: 19-01-2011 definitief Opdrachtgever: gemeente Westvoorne Opdrachtleider RBOI: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer Samenvatting In dit

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60

Nadere informatie

SAVE-W. Relevant en veiligheid windenergie. Kennistafel veiligheid windenergie. Jeroen Eskens

SAVE-W. Relevant en veiligheid windenergie. Kennistafel veiligheid windenergie. Jeroen Eskens Relevant en veiligheid windenergie Kennistafel veiligheid windenergie Jeroen Eskens Algemene Informatie Basisgegevens Projectnaam Type windturbine(s) Relevant en veiligheid windenergie Relevantje Locatie

Nadere informatie

Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16 Inclusief voorkeursalternatief (bovengrens)

Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16 Inclusief voorkeursalternatief (bovengrens) Titel Memo natuurcompensatie MER-alternatieven Windenergie A16 Inclusief voorkeursalternatief (bovengrens) Datum 21 maart 2018 Auteur Steven Velthuijsen MSc. Inleiding De windturbines langs de A16 waarvoor

Nadere informatie

Risicoanalyse Windpark Nieuwegein. - Vertrouwelijk

Risicoanalyse Windpark Nieuwegein. - Vertrouwelijk Risicoanalyse Windpark Nieuwegein - Vertrouwelijk Risicoanalyse Windpark Nieuwegein - Vertrouwelijk Door: Valentijn van Gastel en Jan Dam Datum: 9 januari 2013 Projectnummer: WIENL12093 Ecofys 2013 in

Nadere informatie

Risicoanalyse Windturbines

Risicoanalyse Windturbines Risicoanalyse Windturbines Locatie Suurhoffbrug Raedthuys Windenergie Revisie Eindrapport rev 1 Auteur C.M. Pietersen Datum 4 januari 2011 Inhoud Inhoud 2 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 6 3. Gegevens

Nadere informatie